Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32004D0051

2004/51/EG: Beschikking van de Commissie van 23 december 2003 inzake de financiële bijdrage van de Gemeenschap in de subsidiabele kosten van de uitroeiing van aviaire influenza in Duitsland in 2003 (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2003) 5009)

PB L 10 van 16.1.2004, p. 60–66 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2004/51(1)/oj

32004D0051

2004/51/EG: Beschikking van de Commissie van 23 december 2003 inzake de financiële bijdrage van de Gemeenschap in de subsidiabele kosten van de uitroeiing van aviaire influenza in Duitsland in 2003 (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2003) 5009)

Publicatieblad Nr. L 010 van 16/01/2004 blz. 0060 - 0066


Beschikking van de Commissie

van 23 december 2003

inzake de financiële bijdrage van de Gemeenschap in de subsidiabele kosten van de uitroeiing van aviaire influenza in Duitsland in 2003

(kennisgeving geschied onder nummer C(2003) 5009)

(Slechts de tekst in de Duitse taal is authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

(2004/51/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Beschikking 90/424/EEG van de Raad van 26 juni 1990 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003(2), en met name op artikel 3, lid 3 en artikel 5, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Zodra de aanwezigheid van aviaire influenza in 2003 officieel bevestigd werd, heeft Duitsland meegedeeld dat het onmiddellijk de bestrijdingsmaatregelen had uitgevoerd die bij een uitbraak van die ziekte moeten worden genomen krachtens Richtlijn 92/40/EEG van de Raad van 19 mei 1992 tot vaststelling van communautaire maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza(3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003, met het oog op het verkrijgen van een financiële bijdrage van de Gemeenschap voor de uitroeiing van de ziekte overeenkomstig Beschikking 90/424/EEG.

(2) Het uitbreken van aviaire influenza betekent een ernstig gevaar voor de veestapel van de Gemeenschap. Om verspreiding van deze ziekte te voorkomen en bij te dragen tot de uitroeiing ervan, moet de Gemeenschap dan ook bijstand verlenen voor de subsidiabele uitgaven die Duitsland heeft gedaan. Daarom moet volgens de voorschriften van Beschikking 90/424/EEG aan Duitsland een financiële bijdrage van de Gemeenschap worden toegekend ter dekking van de kosten in verband met de uitbraak van aviaire influenza in 2003.

(3) De in artikel 3, lid 2, van Beschikking 90/424/EEG gehanteerde begrippen "onmiddellijke en passende schadeloosstelling van de veehouders" en "kosten in verband met destructie, reiniging, ontsmetting en insectenverdelging" moeten worden toegelicht en de in deze beschikking gebruikte begrippen "redelijke uitgaven" en "gerechtvaardigde uitgaven" moeten gedefinieerd worden.

(4) Overeenkomstig artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1258/1999 van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid(4) worden veterinaire en fytosanitaire maatregelen die volgens de communautaire voorschriften worden uitgevoerd, gefinancierd uit de afdeling Garantie van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw. Voor de financiële controle gelden de artikelen 8 en 9 van Verordening (EG) nr. 1258/1999.

(5) Gezien de onzekerheid over het uiteindelijk uit te keren vergoedingsbedrag in verband met de uitbraak van de ziekte moet de financiële bijdrage in dit stadium beperkt blijven tot een voorschot van 135000 EUR voor de subsidiabele kosten die in verband met het verplicht doden van de dieren en vernietigen van de eieren ontstaan zijn.

(6) De financiële bijdrage van de Gemeenschap wordt verleend mits de voorgenomen maatregelen efficiënt worden uitgevoerd en de bevoegde autoriteiten alle nodige inlichtingen binnen de in deze beschikking vastgestelde termijnen verstrekken.

(7) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Betaling van een financiële bijdrage van de Gemeenschap aan Duitsland

Duitsland kan een financiële bijdrage van de Gemeenschap verkrijgen ten belope van 50 % van de subsidiabele uitgaven voor:

a) de onmiddellijke en passende schadeloosstelling van de eigenaars voor het doden van de dieren en vernietigen van de eieren krachtens artikel 10 van Richtlijn 90/425/EEG van de Raad(5) en artikel 5 van Richtlijn 92/40/EEG in het kader van de verplichte uitroeiingsmaatregelen als bedoeld in artikel 3, lid 2, eerste en zevende streepje, van Beschikking 90/424/EEG in verband met uitbraken van aviaire influenza in 2003, overeenkomstig deze beschikking;

b) de kosten voor de vernietiging van de karkassen, eieren, besmet diervoeder en besmette uitrusting en voor de reiniging, insectenverdelging en ontsmetting op de bedrijven en van de uitrusting, als bedoeld in artikel 3, lid 2, eerste, tweede en derde streepje, van Beschikking 90/424/EEG, overeenkomstig deze beschikking.

Artikel 2

Definities

In deze beschikking wordt verstaan onder:

a) onmiddellijke en passende schadeloosstelling: uitbetaling binnen 90 dagen:

- na het doden van de dieren van de vergoeding overeenkomstig de marktwaarde als omschreven in artikel 3, lid 1,

- na de vernietiging van de eieren van de vergoeding overeenkomstig de marktwaarde als omschreven in artikel 3, lid 1;

b) redelijke uitgaven: uitgaven voor de aankoop van materiaal of diensten tegen proportionele prijzen ten opzichte van de marktprijzen vóór de uitbraak van aviaire influenza;

c) gerechtvaardigde uitgaven: uitgaven voor de aankoop van materiaal of diensten waarvan de aard en het directe verband met het verplicht doden van de dieren of vernietigen van de eieren als bedoeld in artikel 1, onder a), is aangetoond.

Artikel 3

Subsidiabele uitgaven waarvoor de financiële bijdrage van de Gemeenschap bestemd is

1. Het maximum aan subsidiabele uitgaven voor de schadeloosstelling van de eigenaars van de dieren en eieren wordt bepaald aan de hand van de naar leeftijdsklasse uitgesplitste cijfers over de marktwaarde van de verschillende soorten pluimvee en eieren.

2. Indien Duitsland de vergoedingen uit hoofde van artikel 1, onder a), uitbetaald heeft na afloop van de termijn van 90 dagen die in artikel 2, onder a), vastgelegd is, worden de subsidiabele bedragen wegens uitbetaling na afloop van de vastgestelde termijn gekort met:

- 25 % in het geval van uitbetalingen die 91 tot 105 dagen na het doden van de dieren of het vernietigen van de eieren gedaan zijn;

- 50 % in het geval van uitbetalingen die 106 tot 120 dagen na het doden van de dieren of het vernietigen van de eieren gedaan zijn;

- 75 % in het geval van uitbetalingen die 121 tot 135 dagen na het doden van de dieren of het vernietigen van de eieren gedaan zijn;

- 100 % in het geval van uitbetalingen die 136 dagen of later na het doden van de dieren of het vernietigen van de eieren gedaan zijn.

Indien zich bij de uitvoering van bepaalde maatregelen uitzonderlijke omstandigheden hebben voorgedaan of indien Duitsland goed onderbouwde bewijsstukken voor de vertraging voorlegt, zal de Commissie evenwel een ander tijdschema hanteren en/of lagere kortingspercentages of helemaal geen kortingspercentage toepassen.

3. De in artikel 1, onder b), vermelde kosten komen alleen voor een financiële bijdrage in aanmerking als het gaat om kosten die in bijlage III beschreven staan.

4. Bij de berekening van de financiële bijdrage van de Gemeenschap wordt geen rekening gehouden met:

a) de belasting over de toegevoegde waarde,

b) salarissen van ambtenaren,

c) gebruik van overheidsmateriaal, met uitzondering van verbruiksgoederen.

Artikel 4

Betalingsvoorwaarden en bewijsstukken

1. Onder voorbehoud van de resultaten van de eventuele controles als bedoeld in artikel 5 wordt op grond van de door Duitsland ingediende bewijsstukken betreffende de onmiddellijke en passende schadeloosstelling van de eigenaars voor het verplicht doden van de dieren en vernietigen van de eieren in 2003 krachtens artikel 10 van Richtlijn 90/425/EEG en artikel 5 van Richtlijn 92/40/EEG een voorschot van 135000 EUR betaald.

2. Het saldo van de financiële bijdrage van de Gemeenschap wordt volgens de procedure van artikel 41 van Beschikking 90/424/EEG bepaald aan de hand van:

a) een overeenkomstig de bijlagen I a, I b en II binnen de in lid 3 gestelde termijn ingediend betalingsverzoek;

b) uitvoerige bewijsstukken ter staving van de in het onder a) bedoelde betalingsverzoek vermelde bedragen;

c) de resultaten van de eventueel door de Commissie verrichte controles ter plaatse als bedoeld in artikel 5.

De onder b) bedoelde bewijsstukken en alle relevante commerciële gegevens worden beschikbaar gesteld voor controles ter plaatse door de Commissie.

3. Het in lid 2, onder a), bedoelde betalingsverzoek wordt uiterlijk 60 dagen na de kennisgeving van deze beschikking in elektronische vorm overeenkomstig de bijlagen I a, I b en II ingediend.

Bij niet-naleving van deze termijnen wordt de financiële bijdrage van de Gemeenschap per maand vertraging met 25 % verlaagd.

Artikel 5

Controles ter plaatse door de Commissie

De Commissie kan, in samenwerking met de bevoegde nationale autoriteiten, controles ter plaatse uitvoeren om toe te zien op de uitvoering van de uitroeiingsmaatregelen voor aviaire influenza en de in verband daarmee gedane uitgaven.

Artikel 6

Adressaat

Deze beschikking is gericht tot de Bondsrepubliek Duitsland.

Gedaan te Brussel, 23 december 2003.

Voor de Commissie

David Byrne

Lid van de Commissie

(1) PB L 224 van 18.8.1990, blz. 19.

(2) PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1.

(3) PB L 167 van 22.6.1992, blz. 1.

(4) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 103.

(5) PB L 224 van 18.8.1990, blz. 29.

BIJLAGE I a

DIEREN

Betalingsverzoek als bedoeld in artikel 4

>PIC FILE= "L_2004010NL.006302.TIF">

BIJLAGE I b

EIEREN

Betalingsverzoek als bedoeld in artikel 4

>PIC FILE= "L_2004010NL.006402.TIF">

BIJLAGE II

Betalingsverzoek als bedoeld in artikel 4

>PIC FILE= "L_2004010NL.006502.TIF">

BIJLAGE III

Subsidiabele kosten als bedoeld in artikel 3, lid 3

1. Kosten voor het doden van de dieren:

a) salarissen en vergoedingen voor het specifiek voor het doden ingezette personeel;

b) voor het doden gebruikte verbruiksgoederen en specifieke apparatuur;

c) voor het vervoer van de dieren naar de slachtplaats gebruikt materiaal.

2. Kosten voor het vernietigen van de karkassen:

a) destructie: vervoer van de karkassen naar de opslagplaats en het destructiebedrijf, opslag van de karkassen, behandeling van de karkassen in het destructiebedrijf en vernietiging van het meel;

b) begraving: speciaal ingezet personeel, speciaal voor het vervoer en het begraven van de karkassen gehuurd materiaal en voor de ontsmetting van de plaats van begraving gebruikte producten;

c) verbranding: speciaal ingezet personeel, gebruikte brandstoffen of andere materialen, speciaal voor het vervoer van de karkassen gehuurd materiaal en voor de ontsmetting van de verbrandingsinstallatie gebruikte producten.

3. Kosten voor het vernietigen van de eieren: salarissen en vergoedingen voor het speciaal ingezette personeel, gebruikte brandstoffen of andere materialen, speciaal voor het vervoer van de eieren gehuurd materiaal en voor de ontsmetting van de plaats van vernietiging gebruikte producten.

4. Kosten voor de reiniging, ontsmetting en insectenverdelging op de bedrijven:

a) voor reiniging, ontsmetting en insectenverdelging gebruikte producten;

b) salarissen en vergoedingen voor speciaal aangesteld personeel.

5. Kosten voor het vernietigen van besmet diervoeder:

a) schadeloosstelling voor het diervoeder tegen de aankoopprijs;

b) speciaal voor het vervoer en de vernietiging van het diervoeder gehuurd materiaal.

6. Kosten voor de vergoeding van besmette uitrusting tegen de marktwaarde en de vernietiging van die uitrusting. Kosten voor de vergoeding van herbouw of nieuwbouw van landbouwbedrijfsgebouwen en infrastructuurkosten zijn niet subsidiabel.

Top