Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32004D0003

    2004/3/EG: Beschikking van de Commissie van 19 december 2003 tot machtiging van sommige lidstaten om, wat de handel in pootaardappelen betreft, voor hun gehele grondgebied of een gedeelte daarvan ten aanzien van bepaalde ziekten strengere maatregelen toe te passen dan op grond van de bijlagen I en II bij Richtlijn 2002/56/EG van de Raad is vereist (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2003) 4833)

    PB L 2 van 6.1.2004, p. 47–49 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

    Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 01/01/2021

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2004/3(1)/oj

    32004D0003

    2004/3/EG: Beschikking van de Commissie van 19 december 2003 tot machtiging van sommige lidstaten om, wat de handel in pootaardappelen betreft, voor hun gehele grondgebied of een gedeelte daarvan ten aanzien van bepaalde ziekten strengere maatregelen toe te passen dan op grond van de bijlagen I en II bij Richtlijn 2002/56/EG van de Raad is vereist (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2003) 4833)

    Publicatieblad Nr. L 002 van 06/01/2004 blz. 0047 - 0049


    Beschikking van de Commissie

    van 19 december 2003

    tot machtiging van sommige lidstaten om, wat de handel in pootaardappelen betreft, voor hun gehele grondgebied of een gedeelte daarvan ten aanzien van bepaalde ziekten strengere maatregelen toe te passen dan op grond van de bijlagen I en II bij Richtlijn 2002/56/EG van de Raad is vereist

    (kennisgeving geschied onder nummer C(2003) 4833)

    (Voor de EER relevante tekst)

    (2004/3/EG)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Richtlijn 2002/56/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen(1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/61/EG(2), en met name op artikel 17, lid 2,

    Gezien de door Duitsland, Ierland, Portugal, Finland en het Verenigd Koninkrijk ingediende verzoeken,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Beschikking 93/231/EEG van de Commissie van 30 maart tot machtiging van sommige lidstaten om, wat de handel in pootaardappelen betreft, voor hun gehele grondgebied of een gedeelte daarvan ten aanzien van bepaalde ziekten strengere maatregelen toe te passen dan op grond van de bijlagen I en II bij Richtlijn 66/403/EEG is vereist(3) is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd(4). Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van deze beschikking te worden overgegaan.

    (2) Bij Richtlijn 2002/56/EG zijn toleranties vastgesteld voor bepaalde schadelijke organismen.

    (3) Lidstaten mogen op grond van Richtlijn 2002/56/EG voor hun binnenlandse productie van pootaardappelen nog steeds strengere eisen stellen.

    (4) Ierland wil voor zijn gehele grondgebied, Duitsland, Finland en het Verenigd Koninkrijk willen voor gedeelten van hun grondgebied en Portugal wil voor hoger dan 300 m gelegen gebieden op de Azoren de bepalingen van Richtlijn 2002/56/EG toepassen ten aanzien van bepaalde organismen die bijzonder schadelijk blijken te zijn voor de aardappelteelt in die gebieden.

    (5) De Commissie heeft bij Richtlijn 93/17/EEG(5) communautaire klassen voor basispootgoed en de daarvoor geldende eisen en aanduidingen vastgesteld. Pootaardappelen van die klassen moeten worden geacht geschikt te zijn om in de handel te worden gebracht op het grondgebied van lidstaten die daartoe overeenkomstig artikel 17, lid 2, van Richtlijn 2002/56/EG worden gemachtigd.

    (6) Uit een vergelijking van de in Ierland voor het gehele grondgebied en in Duitsland, Finland en het Verenigd Koninkrijk voor bepaalde delen van het grondgebied en in Portugal voor hoger dan 300 m gelegen gebieden op de Azoren geldende eisen voor de binnenlandse productie van pootaardappelen met de communautaire EG-klassen voor basispootgoed kan de conclusie worden getrokken dat

    - "EG-klasse 1" aan strengere eisen voldoet,

    - "EG-klasse 2" voldoet aan eisen die gelijkwaardig zijn aan die welke gelden voor de binnenlandse productie voor de teelt van pootaardappelen, en

    - "EG-klasse 3" voldoet aan eisen die gelijkwaardig zijn aan die welke gelden voor de binnenlandse productie voor de teelt van aardappelen.

    (7) Derhalve moeten Ierland voor zijn gehele grondgebied, Duitsland, Finland en het Verenigd Koninkrijk voor sommige delen van hun grondgebied en Portugal voor hoger dan 300 m gelegen gebieden op de Azoren worden gemachtigd het in de handel brengen van pootaardappelen te beperken tot de bij Richtlijn 93/17/EEG vastgestelde communautaire klassen van basispootgoed.

    (8) Deze machtiging is in overeenstemming met de verplichtingen van de lidstaten op grond van de gemeenschappelijke fytosanitaire voorschriften die zijn vastgesteld bij Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen(6), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/47/EG van de Commissie(7).

    (9) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor teeltmateriaal voor land-, tuin- en bosbouw,

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

    Artikel 1

    De in kolom 1 van bijlage I vermelde lidstaten worden gemachtigd bij het in de handel brengen van pootaardappelen in in kolom 2 van die bijlage naast hun naam aangegeven gebieden het in de handel brengen van pootaardappelen te beperken tot basispootgoed van de volgende bij Richtlijn 93/17/EEG vastgestelde klassen:

    a) voor de teelt van pootaardappelen: "EG-klasse 1" of "EG-klasse 2",

    b) voor de teelt van aardappelen: "EG-klasse 1", "EG-klasse 2" of "EG-klasse 3".

    Artikel 2

    De lidstaten stellen een permanent systeem van regelmatige controles in aan de hand waarvan wordt nagegaan of consistent wordt voldaan aan de voorwaarden op grond waarvan de machtiging is verleend; zij stellen terzake rapporten op. Op dat systeem wordt toezicht gehouden door de Commissie.

    Artikel 3

    De in artikel 1 bedoelde machtiging wordt ingetrokken zodra wordt geconstateerd dat niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden op grond waarvan zij is verleend.

    Artikel 4

    Beschikking 93/231/EEG wordt ingetrokken.

    Verwijzingen naar de ingetrokken beschikking gelden als verwijzingen naar de onderhavige beschikking en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage III.

    Artikel 5

    Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Brussel, 19 december 2003.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Romano Prodi

    (1) PB L 193 van 20.7.2002, blz. 60.

    (2) PB L 165 van 3.7.2003, blz. 23.

    (3) PB L 106 van 30.4.1993, blz. 11.

    (4) Zie bijlage II.

    (5) PB L 106 van 30.4.1993, blz. 7.

    (6) PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1.

    (7) PB L 138 van 5.6.2003, blz. 47.

    BIJLAGE I

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    BIJLAGE II

    Ingetrokken beschikking en de achtereenvolgende wijzigingen ervan

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    BIJLAGE III

    Concordantietabel

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Top