EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32003R0151

Verordening (EG) nr. 151/2003 van de Raad van 27 januari 2003 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op bepaalde elektroplaten met georiënteerde korrel uit Rusland

PB L 25 van 30.1.2003, p. 7–20 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 27/08/2005; opgeheven door 32005R1371

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2003/151/oj

30.1.2003   

NL

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen

L 25/7


VERORDENING (EG) Nr. 151/2003 VAN DE RAAD

van 27 januari 2003

tot instelling van een definitief antidumpingrecht op bepaalde elektroplaten met georiënteerde korrel uit Rusland

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1) („de basisverordening”), en met name op artikel 11, leden 2 en 3,

Na overleg in het Raadgevend Comité,

Overwegende hetgeen volgt:

A.   PROCEDURE

1.   Voorafgaand onderzoek en thans geldende maatregelen

(1)

Bij Beschikking nr. 303/96/EGKS (2) heeft de Commissie een definitief antidumpingrecht ingesteld op bepaalde elektroplaten met georiënteerde korrel („elektroplaat”), ingedeeld onder de GN-codes 7225 11 00 en 7226 11 10, uit Rusland. Het antidumpingrecht bedroeg 40,1 %. Een in verband met deze invoer aangeboden verbintenis werd aanvaard.

(2)

Bij het verstrijken van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal op 23 juli 2002 heeft de Raad bij Verordening (EG) nr. 963/2002 (3) besloten dat op grond van Beschikking nr. 2277/96/EGKS van de Commissie (4) („de basisbeschikking”) geopende antidumpingprocedures die op 23 juli 2002 nog van kracht waren, met ingang van 24 juli onder de bepalingen zouden vallen van de basisverordening. Ook antidumpingmaatregelen als gevolg van nog niet voltooide antidumpingonderzoeken zouden vanaf 24 juli 2002 onder de bepalingen van de basisverordening vallen.

2.   Verzoeken om een herzieningsprocedure

(3)

Na de publicatie van het bericht dat de antidumpingmaatregelen die van toepassing waren op elektroplaat uit Rusland (5) binnenkort zouden vervallen, heeft de Commissie een verzoek ontvangen om de herziening van de maatregelen ingevolge artikel 11, lid 2, van de basisbeschikking.

(4)

De indiener van het verzoek was de European Confederation of Iron and Steel Industries (Eurofer), die optrad namens producenten die goed zijn voor een groot deel van de productie van het betrokken product in de Gemeenschap. De reden van het verzoek was dat het vervallen van de maatregelen waarschijnlijk zou leiden tot een voortzetting en/of herhaling van dumping en van schade voor de bedrijfstak van de Gemeenschap.

(5)

Na overleg in het Raadgevend Comité was de Commissie van oordeel dat er voldoende bewijsmateriaal was om een herzieningsprocedure in te leiden en heeft zij een onderzoek geopend ingevolge artikel 11, lid 2, van de basisverordening (6).

(6)

Tezelfdertijd besloot de Commissie op eigen initiatief een onderzoek in te stellen op grond van artikel 11, lid 3, van de basisverordening om na te gaan of de vorm van de maatregelen wel geschikt was (7). Tijdens het onderzoek ontving de Commissie van Viz Stal en Novolipetsk Iron and Steel Corporation verzoeken om een behandeling als marktgericht bedrijf ingevolge artikel 11, lid 3, van de basisverordening. Volgens deze producenten/exporteurs voldeden zij nu aan de voorwaarden om als marktgericht bedrijf te worden beschouwd, wat als gevolg had dat hun dumpingmarges aanzienlijk lager waren. In antwoord op deze verzoeken besloot de Commissie ingevolge artikel 11, lid 3, van de basisverordening voor deze producenten/exporteurs specifieke tussentijdse onderzoeken te openen die zich tot het aspect dumping zouden beperken. Daarom werd het passend geacht eerst in dit stadium een besluit te nemen over de resultaten van het herzieningsonderzoek bij het vervallen van de maatregelen (dat op 20 februari 2001 was geopend). Het tussentijdse onderzoek naar de vorm van de maatregelen zal anderzijds worden voltooid tezamen met de tussentijdse onderzoeken naar het feit of de Russische exporteurs bedrijven zijn die op marktvoorwaarden werken en waarbij rekening zal worden gehouden met de werkelijke economische omstandigheden van de exporteurs.

3.   Onderhavig onderzoek

a)   Procedure

(7)

De Commissie heeft de producenten van de Gemeenschap die om de herzieningsprocedure hebben verzocht, en de haar bekende belanghebbende producenten/exporteurs, importeurs, toeleveranciers en verwerkende bedrijven alsmede de vertegenwoordigers van het exportland van de inleiding van de herzieningsprocedure in kennis gesteld. Zij heeft de belanghebbenden in de gelegenheid gesteld binnen de bij het bericht van inleiding vastgestelde termijn hun standpunt schriftelijk bekend te maken en te verzoeken te worden gehoord.

b)   Belanghebbenden en verificatiebezoeken

(8)

De Commissie heeft vragenlijsten gezonden naar de haar bekende belanghebbenden en naar alle bekende producenten van het betrokken product in Brazilië, Tsjechië, India, Japan, de Republiek Korea, Polen en de Verenigde Staten van Amerika, omdat deze landen beschouwd werden als mogelijk vergelijkbare landen in het kader van onderhavig onderzoek. De Commissie heeft antwoorden ontvangen van de vier EG-producenten die om de herzieningsprocedure hadden verzocht, van de twee Russische producenten/exporteurs, van een toeleverancier van de EG-producenten en van tien bedrijven die het betrokken product in de Gemeenschap verwerken. Ook twee importeurs in de Gemeenschap die banden hebben met een van de Russische producenten/exporteurs hebben de vragenlijst beantwoord, alsmede een producent van elektroplaat in Brazilië.

(9)

De Commissie heeft alle gegevens ingewonnen en gecontroleerd die zij nodig had voor de vaststelling van de waarschijnlijkheid van een voortzetting dan wel herhaling van de dumping en van schade en voor de vaststelling van het belang van de Gemeenschap. Zij heeft controles verricht bij de volgende ondernemingen:

 

Producenten van de Gemeenschap die het verzoek om een herzieningsprocedure hebben ingediend:

Acciai Speciali Terni SpA, Terni, Italië,

EBG Gesellschaft für elektromagnetische Werkstoffe mbH, Gelsenkirchen, Duitsland,

Orb Electrical Steels Limited, Newport, Verenigd Koninkrijk,

Ugo SA, Isbergues, Frankrijk.

 

Toeleverancier:

Thyssen Krupp Stahl AG, Duisburg, Duitsland.

 

Verwerkende bedrijven:

Alstom T & D SA, Saint-Ouen, Frankrijk,

Blum GmbH, Vaihingen, Duitsland.

 

Russische producenten/exporteurs:

Novolipetsk Iron and Steel Corporation (NLMK), Lipetsk,

Viz Stal, Ekaterinburg.

 

Een in een derde land gevestigde medewerkende onderneming:

Duferco Investment SA, Lugano, Zwitserland (coördinator invoer in Duferco-groep).

 

Producent in het vergelijkbare land:

Acesita SA, Sao Paulo en Timoteo, Brazilië.

(10)

De volgende bedrijven verleenden eveneens medewerking aan het onderzoek:

Verwerkende bedrijven:

Alstom T & D SA, Le Petit Quevilly, Frankrijk,

Brush Transformers Limited, Loughborough, Verenigd Koninkrijk,

Cogent Power Ltd, Bilston, Verenigd Koninkrijk,

France Transfo SA, Maizières-les-Metz, Frankrijk,

Hawker Siddeley Power Transformers Limited, Londen, Verenigd Koninkrijk,

Société Nouvelle Transfix SA, Toulon, Frankrijk,

South Wales Transformers Limited, Blackwood, Verenigd Koninkrijk,

Surahammars Bruks AB, Surahammar, Zweden.

(11)

Alle partijen werden in kennis gesteld van de voornaamste feiten en overwegingen op grond waarvan de Commissie voornemens was aan te bevelen om de maatregelen te handhaven. Zij konden hierover binnen een bepaalde termijn opmerkingen maken. De opmerkingen van de partijen werden in aanmerking genomen en waar nodig werden de bevindingen dienovereenkomstig gewijzigd.

c)   Onderzoektijdvak

(12)

Het onderzoek naar de waarschijnlijkheid van een voortzetting en/of herhaling van de dumping had betrekking op de periode van 1 januari tot en met 31 december 2000 („het onderzoektijdvak”). Het onderzoek naar de ontwikkelingen die relevant waren voor de evaluatie van de waarschijnlijkheid van een voortzetting en/of herhaling van schade had betrekking op de periode van 1997 tot het einde van het onderzoektijdvak („de beoordelingsperiode”).

B.   BETROKKEN PRODUCT EN SOORTGELIJK PRODUCT

1.   Betrokken product

(13)

De herzieningsprocedure heeft betrekking op hetzelfde product als de oorspronkelijke procedure, namelijk koudgewalste platen en banden met georiënteerde korrel van siliciumstaal (transformatorstaal), met een breedte van meer dan 500 mm, van oorsprong uit Rusland, ingedeeld onder de GN-codes 7225 11 00 en 7226 11 10. Het product is bestemd voor de vervaardiging van elektromagnetische apparatuur en wordt ook gebruikt in installaties zoals energietransformatoren en transformatoren voor elektriciteitsdistributie.

(14)

In het vrij complexe fabricageprocédé van elektroplaat met georiënteerde korrel worden alle korrelstructuren georiënteerd in de richting waarin de plaat of de band wordt gerold, zodat het product zeer goed een magnetisch veld kan geleiden. Het betrokken product moet voldoen aan eisen in verband met de hoogst toelaatbare hermagnetiseringsverliezen, de magnetische inductie en de stapelfactor. In het algemeen zijn beide zijden van het product met een dunne isolerende laag bedekt.

2.   Soortgelijk product

(15)

Elektroplaat die door de om de herzieningsprocedure verzoekende EG-producenten wordt vervaardigd en in de Gemeenschap wordt verkocht, en elektroplaat die door de Russische producenten/exporteurs wordt vervaardigd en in de Gemeenschap wordt verkocht, zijn soortgelijke producten in de zin van artikel 1, lid 4, van de basisverordening. Ook werd aangetoond dat elektroplaat die in het derde land met markteconomie (het vergelijkbare land), namelijk Brazilië (zie de overwegingen 20 tot en met 28), wordt vervaardigd en aldaar op de binnenlandse markt wordt verkocht, in wezen dezelfde fysieke en technische kenmerken heeft als elektroplaat die in Rusland wordt vervaardigd en naar de Gemeenschap wordt uitgevoerd. Derhalve zijn al deze producten soortgelijke producten in de zin van artikel 1, lid 4, van de basisverordening.

C.   WAARSCHIJNLIJKHEID VAN EEN VOORTZETTING VAN DUMPING

1.   Voorafgaande opmerkingen

(16)

Volgens artikel 11, lid 2, van de basisverordening is het doel van een onderzoek om bij het vervallen van de maatregelen vast te stellen of in het onderzoektijdvak met dumping werd ingevoerd en of het vervallen van de maatregelen waarschijnlijk tot de voortzetting dan wel herhaling van dumping zal leiden.

(17)

Nagegaan werd hoeveel elektroplaat in het onderzoektijdvak van onderhavige procedure naar de Gemeenschap was uitgevoerd. In het oorspronkelijke onderzoektijdvak bedroeg het marktaandeel in de Gemeenschap van elektroplaat uit Rusland 7,4 %, terwijl dit marktaandeel in het onderzoektijdvak van onderhavige procedure 2,2 % bedroeg. Dit is evenwel nog steeds een belangrijke hoeveelheid die hoger is dan de bij artikel 5, lid 7, van de basisverordening vastgestelde, als minimaal te beschouwen hoeveelheid.

(18)

Het niveau van medewerking in het kader van onderhavige procedure was hoog. Beide bekende Russische producenten/exporteurs verleenden medewerking en hebben de vragenlijst van de Commissie beantwoord. De antwoorden van beide ondernemingen werden ter plaatse gecontroleerd.

2.   Waarschijnlijkheid van een voortzetting van dumping

(19)

Om vast te stellen of de dumping waarschijnlijk zal worden voortgezet, werd nagegaan of het betrokken product momenteel met dumping uit Rusland wordt ingevoerd, uitgaande van de veronderstelling dat, indien momenteel dumping plaatsvindt, dit waarschijnlijk ook in de toekomst, na het vervallen van de maatregelen, zal gebeuren en dat de invoer met dumping zelfs nog zal toenemen.

a)   Vergelijkbaar land

(20)

Bij het oorspronkelijke onderzoek werd een enkele, voor het gehele land geldende dumpingmarge vastgesteld voor alle elektroplaat uit Rusland. Overeenkomstig artikel 11, lid 9, van de basisverordening werd de normale waarde op dezelfde wijze berekend als bij het oorspronkelijke onderzoek. De normale waarde werd bijgevolg vastgesteld aan de hand van de gegevens in een passend vergelijkbaar land dat geselecteerd werd overeenkomstig artikel 2, lid 7, van de basisverordening.

(21)

Brazilië werd in het kader van het oorspronkelijke onderzoek als vergelijkbaar land gekozen. Zoals in het bericht van inleiding werd vermeld, was de Commissie voornemens ook in onderhavig onderzoek Brazilië als vergelijkbaar land te gebruiken.

(22)

Een producent/exporteur maakte bezwaar tegen de keuze van Brazilië en voerde aan dat de Tsjechische of Poolse markt voor elektroplaat beter met de Russische markt kon worden vergeleken.

(23)

De andere producent/exporteur maakte bezwaar tegen de keuze van Brazilië omdat Brazilië volgens hem slechts één producent van het betrokken product telde, waardoor er weinig concurrentie was op de binnenlandse markt.

(24)

Zoals in overweging 8 vermeld, heeft de Commissie vragenlijsten gezonden naar alle haar bekende producenten van het betrokken product in andere derde landen, inclusief Tsjechië en Polen. Deze producenten werd verzocht aan onderhavig onderzoek mee te werken en gegevens te verstrekken over hun productie en binnenlandse verkoop van elektroplaat. Geen enkele producent werd evenwel bereid gevonden om dergelijke informatie te verstrekken en aan dit onderzoek mee te werken.

(25)

Daarom wordt erop gewezen dat, hoewel bij het onderzoek bleek dat Brazilië slechts één producent van elektroplaat telde, geheel geen medewerking werd verkregen van andere producenten in andere mogelijk vergelijkbare landen. De gegevens van de producent in Brazilië werden derhalve beschouwd als de beste en meest betrouwbare gegevens die voor de vaststelling van de normale waarde beschikbaar waren.

(26)

Als alternatief voerde de eerstgenoemde producent/exporteur aan dat, indien producenten in beide voorgestelde landen, Tsjechië en Polen, geen medewerking verleenden, de prijzen van het betrokken product bij uitvoer uit deze landen naar de Gemeenschap moesten worden gebruikt voor de vaststelling van de normale waarde overeenkomstig artikel 2, lid 7, van de basisverordening. Door het gebrek aan medewerking zouden deze exportprijzen evenwel gebaseerd moeten worden op de Eurostat-gegevens in plaats van op werkelijke en geverifieerde prijzen. Geoordeeld werd dat het gebruik van Eurostat-gegevens tot minder nauwkeurige bevindingen zou leiden omdat de exportprijzen op een algemene basis worden geregistreerd zonder onderscheid naar factoren die van invloed zijn op de exportprijs, zoals verschillen in kwaliteit of in handelsstadium. Omdat de producent in Brazilië medewerking verleende, werd geoordeeld dat het beter was om gebruik te maken van de werkelijke, geverifieerde gegevens van deze producent omdat dan nauwkeuriger bevindingen zouden worden verkregen. Bijgevolg werd het verzoek om Tsjechië of Polen als vergelijkbaar land te kiezen, afgewezen.

(27)

Bovendien werd vastgesteld dat de omvang van de productie en het productieproces in Brazilië vergelijkbaar was met de omvang van de productie en het productieproces in Rusland. Het productieproces is overigens ongeveer gelijk in de gehele wereld. Zoals in overweging 15 werd vermeld, werd ook vastgesteld dat de in Brazilië vervaardigde en aldaar verkochte elektroplaat vergelijkbaar was met de in Rusland vervaardigde en naar de Gemeenschap uitgevoerde elektroplaat. Bovendien was de binnenlandse verkoop van elektroplaat op de Braziliaanse markt representatief in vergelijking met de uitvoer uit Rusland naar de Gemeenschap. Brazilië was in het oorspronkelijke onderzoek ook als vergelijkbaar land gebruikt.

(28)

De Commissie had bijgevolg geen redenen om aan te nemen dat Brazilië geen passende keuze was. Gezien het bovenstaande en bij gebrek aan alternatieven werd Brazilië gekozen als het meest geschikte vergelijkbare land.

b)   Normale waarde

(29)

Overeenkomstig artikel 2, lid 1, van de basisverordening werd nagegaan of de binnenlandse verkoop van elektroplaat in Brazilië, gezien de prijs, in het kader van normale handelstransacties had plaatsgevonden. De Commissie onderzocht derhalve of de binnenlandse verkoop winstgevend was. Hiertoe werden de totale productiekosten per eenheid in het onderzoektijdvak vergeleken met de gemiddelde verkoopprijs per eenheid in dezelfde periode. De verkoop bleek winstgevend te zijn. Ook bleek dat in alle gevallen aan onafhankelijke afnemers was verkocht. Daarom werd voor de vaststelling van de normale waarde, overeenkomstig artikel 2, lid 1, van de basisverordening, gebruikgemaakt van de op de Braziliaanse binnenlandse markt in het kader van normale handelstransacties door onafhankelijke afnemers voor elektroplaat betaalde of te betalen prijzen.

c)   Exportprijs

(30)

Aan het oorspronkelijke onderzoek hebben drie exporteurs, waaronder een handelaar, medewerking verleend. De handelaar was vóór de aanvang van het thans in aanmerking genomen onderzoektijdvak opgehouden met de uitvoer van het betrokken product naar de Gemeenschap. De exportprijs in het kader van onderhavig onderzoek werd derhalve vastgesteld op basis van de gegevens die de twee medewerkende Russische producenten/exporteurs hebben verstrekt.

(31)

Een van de Russische producenten/exporteurs voerde het betrokken product naar de Gemeenschap uit via twee onafhankelijke handelaren die slechts facturen uitschreven voor de eindgebruikers in de Gemeenschap en in andere derde landen. Voor deze producent/exporteur werden de exportprijzen vastgesteld aan de hand van de prijzen die aan de eerste onafhankelijke afnemers, dus de genoemde onafhankelijke handelaren, waren aangerekend. De exportprijzen werden dus afgeleid van de werkelijk betaalde of te betalen prijs bij uitvoer naar de Gemeenschap overeenkomstig artikel 2, lid 8, van de basisverordening.

(32)

De andere Russische producent/exporteur was voor het grootste gedeelte eigendom van en werd gecontroleerd door een gelieerde holding/handelsmaatschappij in Zwitserland. Het betrokken product was steeds via de Zwitserse onderneming uitgevoerd naar twee gelieerde importeurs in de Gemeenschap die het product doorverkochten aan de uiteindelijke afnemers in de Gemeenschap. De exportprijzen werden vastgesteld aan de hand van de prijzen bij wederverkoop aan de eerste onafhankelijke afnemer in de Gemeenschap overeenkomstig artikel 2, lid 9, van de basisverordening.

(33)

Voorts voerde de gelieerde onderneming in Zwitserland het betrokken product ook in de Gemeenschap in via haar twee importeurs in de Gemeenschap. Daar zij als handelmaatschappij optrad, werd een correctie op de exportprijs toegepast door aftrek van een commissie, om rekening te houden met de functie die door deze onderneming werd vervuld. Voor de twee gelieerde importeurs in de Gemeenschap werden verkoopkosten en algemene en administratieve kosten in mindering gebracht. Bovendien werd voor elke gelieerde importeur in de Gemeenschap een redelijke winstmarge afgetrokken. Omdat geen enkele onafhankelijke importeur aan de procedure meewerkte en bij gebrek aan meer betrouwbare gegevens werd een winstmarge van 5 % als redelijk beschouwd.

(34)

Bij het oorspronkelijke onderzoek had bovengenoemde producent/exporteur geen banden met enige importeur in de Gemeenschap of in derde landen. Daarom was de exportprijs oorspronkelijk gebaseerd op de werkelijk betaalde of te betalen prijzen overeenkomstig artikel 2, lid 8, van de basisverordening.

d)   Vergelijking

(35)

Om een billijke vergelijking te kunnen maken van de normale waarde met de exportprijs werd rekening gehouden met verschillen die van invloed waren op de prijzen en de vergelijkbaarheid van deze prijzen overeenkomstig artikel 2, lid 10, van de basisverordening.

(36)

In dit verband werd vastgesteld dat de in Brazilië vervaardigde elektroplaat enigszins afweek, wat dikte en maximumkernverliezen onder bepaalde elektrische omstandigheden betrof. Derhalve werden correcties toegepast voor de geringe fysieke verschillen tussen elektroplaat die op de Braziliaanse binnenlandse markt werd verkocht, en elektroplaat die uit Rusland in de Gemeenschap werd ingevoerd. Bovendien werden ook correcties toegepast voor de invoerrechten en, in het geval van de niet-gelieerde Russische producent/exporteur, voor de kredietkosten daar die van invloed waren op de exportprijzen van deze producent/exporteur.

e)   Dumpingmarge

(37)

De gewogen gemiddelde normale waarde en de gewogen gemiddelde exportprijs werden in het stadium af fabriek met elkaar vergeleken. Bij deze vergelijking bleek dat de in het onderzoektijdvak uit Rusland in de Gemeenschap ingevoerde elektroplaat met een aanzienlijke dumpingmarge werd ingevoerd. De dumpingmarge was gelijk aan het bedrag waarmee de normale waarde de prijzen bij uitvoer naar de Gemeenschap overschreed. De voor het gehele land vastgestelde gewogen gemiddelde dumpingmarge bedroeg meer dan 80 % en was dus zelfs iets meer dan de dumpingmarge die bij het oorspronkelijk onderzoek was vastgesteld.

3.   Ontwikkeling van de invoer bij het vervallen van de maatregelen

(38)

Er werd ook nagegaan hoe de invoer van elektroplaat uit Rusland zich zou ontwikkelen indien de maatregelen zouden vervallen. Hiertoe werd zowel de uitvoer naar de Gemeenschap en naar derde landen als de verkoop op de binnenlandse markt onderzocht. Ook het prijsgedrag van de Russische producenten/exporteurs op de verschillende markten werd in aanmerking genomen.

a)   Hoeveelheden en prijzen bij uitvoer naar de Gemeenschap

(39)

Zoals in overweging 1 vermeld, is een verbintenis die de Russische producenten/exporteurs in het kader van het oorspronkelijke onderzoek hadden aangeboden, door de Commissie aanvaard. De verbintenis bestond hoofdzakelijk uit een kwantitatieve beperking per jaar, m.a.w. na de instelling van de definitieve maatregelen was de uitvoer naar de Gemeenschap beperkt tot het in de verbintenis vastgestelde plafond. Ondanks deze verbintenis en het feit dat de omvang van de uitvoer stabiel bleef, werd verder uitgevoerd tegen dumpingprijzen. Er was dus geen enkele reden om aan te nemen dat de prijzen bij het vervallen van de maatregelen tot boven het dumpingniveau zouden stijgen. Integendeel, zonder de vermelde beperkingen zal de omvang van de uitvoer naar de Gemeenschap waarschijnlijk sterk stijgen, hetgeen zeer waarschijnlijk tot meer druk op de prijzen zal leiden.

b)   Omvang van de verkoop en prijzen op de binnenlandse markt en in derde landen

(40)

Er werd vastgesteld dat een groot deel van de uitvoer waarschijnlijk op de Gemeenschap zal worden gericht gezien de prijsverschillen op de diverse markten. Bovendien bleek de toegang tot een aantal mogelijke exportmarkten door hoge douanerechten te zijn beperkt. Ondanks deze beperkingen werd in het onderzoektijdvak veel meer naar derde landen uitgevoerd dan naar de Gemeenschap of op de binnenlandse markt verkocht. Bovendien is uitvoer naar de Gemeenschap door de recente waardestijging van de euro attractiever dan de uitvoer naar derde landen. Al deze factoren wijzen erop dat, indien de thans geldende maatregelen vervallen, waarschijnlijk grotere hoeveelheden naar de Gemeenschap zullen worden uitgevoerd.

(41)

De verkoop op de binnenlandse markt in Rusland en de uitvoer naar derde landen zijn sedert 1997 gestegen, terwijl de uitvoer naar de Gemeenschap sedert de instelling van de antidumpingmaatregelen is gedaald en tengevolge van de verbintenis op een zeer laag niveau relatief stabiel is gebleven. De vraag op de binnenlandse markt in Rusland is weliswaar sedert 1997 gestegen, maar was steeds te gering om de door de Russische producenten/exporteurs geproduceerde hoeveelheden te absorberen. De totale omvang van de verkoop op de Russische binnenlandse markt was steeds duidelijk lager dan de totale uitvoer (naar alle landen). Zoals in overweging 82 vermeld, is de productiecapaciteit van de Russische producenten in de beoordelingsperiode gestegen, hetgeen ertoe heeft geleid dat in het onderzoektijdvak van onderhavige procedure een grote overcapaciteit en grote voorraden aanwezig waren. Een groot deel van de voorraden zal waarschijnlijk naar de Gemeenschap worden uitgevoerd indien de maatregelen vervallen. Bovendien kunnen de Russische producenten, gezien de omvangrijke overcapaciteit, de productie gemakkelijk tot een niveau verhogen dat de binnenlandse markt en andere mogelijke afzetmarkten niet kunnen absorberen. Zoals in overweging 82 vermeld, was de geïnstalleerde capaciteit in het onderzoektijdvak toereikend om aan de gehele vraag naar elektroplaat in de Gemeenschap te voldoen. Het is derhalve niet onredelijk te concluderen dat de uitvoer, en met name die naar de Gemeenschap, in de toekomst waarschijnlijk zal toenemen, indien de EG-markt bij het vervallen van de huidige maatregelen vrij toegankelijk wordt.

(42)

Zoals in overweging 83 vermeld, beschikken de Russische producenten van elektroplaat over een goed ontwikkeld verkoopnet in de Gemeenschap, wat de verkoop en de distributie van dit product in de Gemeenschap vergemakkelijkt.

(43)

Daar, bij het vervallen van de maatregelen, de invoer van elektroplaat uit Rusland waarschijnlijk zal stijging en het aanbod dus ruimer wordt, kan redelijkerwijze ook worden verwacht dat de prijzen verder zullen dalen.

4.   Conclusie

(44)

Ondanks de ingestelde maatregelen werd elektroplaat uit Rusland in het onderzoektijdvak nog steeds met dumping ingevoerd. Er werd vastgesteld dat de invoer met dumping werd voortgezet en dat deze invoer zeer waarschijnlijk zal worden voortgezet indien de maatregelen vervallen. Bovendien is het ook waarschijnlijk dat, indien de maatregelen vervallen, de omvang van de invoer van elektroplaat uit Rusland sterk zal stijgen en dat de toegenomen hoeveelheden zeer waarschijnlijk tegen zeer lage dumpingprijzen zullen worden aangeboden.

D.   BEDRIJFSTAK VAN DE GEMEENSCHAP

(45)

De vier EG-producenten die medewerking aan het onderzoek verleenden waren in het onderzoektijdvak goed voor de gehele productie van elektroplaat in de Gemeenschap. Deze producenten vormen derhalve de bedrijfstak van de Gemeenschap in de zin van artikel 4, lid 1, en artikel 5, lid 4, van de basisverordening.

E.   SITUATIE VAN DE BEDRIJFSTAK VAN DE GEMEENSCHAP

1.   Verbruik in de Gemeenschap

(46)

Het verbruik in de Gemeenschap werd berekend door de totale door de bedrijfstak van de Gemeenschap in de Gemeenschap verkochte hoeveelheden op te tellen bij de totale ingevoerde hoeveelheden uit gegevens van Eurostat en uit de cijfers die de medewerkende Russische producenten/exporteurs hebben verstrekt.

(47)

Het aldus berekende verbruik in de Gemeenschap steeg van ongeveer 186 000 t in 1997 tot 195 500 t in 1999, dus met 5 %. Vervolgens daalde het verbruik met 4,9 % tot 186 000 t in het onderzoektijdvak. Onderstaande tabel bevat nadere gegevens.

Verbruik

1997

1998

1999

2000 (onderzoektijdvak)

In ton

186 087

183 648

195 601

186 220

Geïndexeerd

100

99

105

100

2.   Invoer uit Rusland

Hoeveelheden

(48)

Volgens de Eurostat-gegevens en de gegevens die de medewerkende producenten/exporteurs hebben verstrekt, varieerden de uit Rusland ingevoerde hoeveelheden in de beoordelingsperiode van ongeveer 3 750 t tot 6 701 t. Onderstaande tabel bevat nadere gegevens.

Hoeveelheden

1997

1998

1999

2000 (onderzoektijdvak)

In ton

5 238

6 701

5 899

3 750

Geïndexeerd

100

128

113

72

Marktaandeel

(49)

Het marktaandeel van elektroplaat uit Rusland bedroeg in de beoordelingsperiode 2 à 3,6 %.

Kwaliteitsverbetering van het Russische product en prijsgedrag van de Russische exporteurs

(50)

In het oorspronkelijke onderzoek werden in de Gemeenschap grote hoeveelheden elektroplaat als materiaal van tweede keuze verkocht omdat het kwaliteitsgebreken vertoonde. Om deze reden werden door de Commissie correcties toegepast bij de vaststelling van de prijsonderbieding en de schademarge. De Russische producenten hebben investeringen gedaan om een beter product te kunnen maken, zodat de elektroplaat die nu uit Rusland wordt ingevoerd in de meeste gevallen van goede kwaliteit is.

(51)

Volgens de Eurostat-gegevens daalden de prijzen van elektroplaat uit Rusland sterk, namelijk van 954 EUR/t in 1997 en 862 EUR/t in 1998 tot 741 EUR/t in 1999, hetgeen neerkomt op een daling met meer dan 200 EUR/t in twee jaar. Vervolgens herstelden de prijzen zich tot 860 EUR/t in 2000, een prijs die nog steeds ongeveer 10 % lager is dan de prijs van 1997. Onderstaande tabel bevat nadere gegevens.

Prijzen bij invoer

1997

1998

1999

2000 (onderzoektijdvak)

In euro/ton

954

862

741

860

Geïndexeerd

100

90

78

90

(52)

De Commissie heeft de Russische invoerprijzen, volgens de antwoorden op de vragenlijsten (Cif-basis), ook vergeleken met de prijzen van de bedrijfstak van de Gemeenschap (af fabriek). De verschillende soorten elektroplaat die door de bedrijfstak van de Gemeenschap werden verkocht en uit Rusland ingevoerd, werden in categorieën onderverdeeld, volgens dikte en maximale kernverliezen onder bepaalde elektrische omstandigheden. Vervolgens werden de gewogen gemiddelde verkoopprijzen van het Russische elektroplaat en het door de EG-producenten vervaardigde elektroplaat, in hetzelfde handelsstadium en per categorie, met elkaar vergeleken. Hierbij bleek dat de Russische invoerprijzen aanzienlijk lager waren dan de prijzen van de bedrijfstak van de Gemeenschap.

3.   Invoer uit andere derde landen

(53)

De omvang van de invoer van elektroplaat uit alle andere landen dan Rusland daalde in de beoordelingsperiode van ongeveer 44 300 t in 1997 tot ongeveer 38 600 t in het onderzoektijdvak. Er werd veel ingevoerd uit Japan of volgens Eurostat aangegeven als „van geheime oorsprong”. De Commissie heeft onderzocht of deze invoer van geheime oorsprong niet uit Rusland afkomstig was. De overige invoer kwam hoofdzakelijk uit Polen of Tsjechië. De invoer uit Polen varieerde in de beoordelingsperiode van een minimum van ongeveer 1 600 t in 1999 tot een maximum van ongeveer 4 800 t in het onderzoektijdvak. De invoer uit Tsjechië daalde in de beoordelingsperiode sterk, namelijk van ongeveer 7 000 t in 1997 tot minder dan 2 000 t in het onderzoektijdvak.

(54)

In het onderzoektijdvak bedroeg het marktaandeel van de elektroplaat uit andere derde landen dan Rusland 20,7 %, Japan was goed voor 11,2 %, Polen voor 2,6 % en Tsjechië voor 1,1 %. Het marktaandeel van elektroplaat van geheime oorsprong bedroeg in het onderzoektijdvak 4,7 %.

(55)

De prijzen van elektroplaat uit Japan, van elektroplaat „van geheime oorsprong” en van elektroplaat uit andere bronnen waren veel hoger dan de prijzen van de bedrijfstak van de Gemeenschap.

(56)

De prijzen van elektroplaat uit Polen volgden in de Gemeenschap dezelfde trend als die van de bedrijfstak van de Gemeenschap (zie overweging 58) en daalden van 1997 tot en met 1999, stegen vervolgens in het onderzoektijdvak enigszins, maar bleven onder het niveau van 1997. Deze prijzen waren iets lager dan de prijzen van de bedrijfstak van de Gemeenschap, maar veel hoger dan de prijzen van elektroplaat uit Rusland.

(57)

De prijzen van elektroplaat uit Tsjechië zijn min of meer gelijk gebleven en waren lager dan de prijzen van de bedrijfstak van de Gemeenschap en lager dan de prijzen van elektroplaat uit Polen, maar hoger dan de prijzen van elektroplaat die in hetzelfde jaar uit Rusland werd ingevoerd.

(58)

Onderstaande tabel bevat nadere gegevens over de omvang van de invoer (in ton) en de prijzen (in euro/ton) uit andere derde landen dan Rusland.

Andere derde landen

1997

1998

1999

2000 (onderzoektijdvak)

Japan

Invoer in ton

15 357

10 730

15 109

20 859

Prijzen

1 324

1 428

1 362

1 348

Geheime oorsprong

Invoer in ton

18 774

19 303

18 200

8 801

Prijzen

1 386

1 471

1 390

1 359

Polen

Invoer in ton

2 455

3 224

1 588

4 863

Prijzen

1 101

1 027

994

1 070

Tsjechië

In voer in ton

7 038

5 540

2 724

1 964

Prijzen

929

928

923

959

Andere

Invoer in ton

676

1 718

1 800

2 121

Prijzen

1 739

1 577

1 481

1 484

Totaal

Invoer in ton

44 300

40 515

39 421

38 608

Prijzen

1 282

1 355

1 335

1 303

4.   Situatie van de bedrijfstak van de Gemeenschap

Herstructurering van de bedrijfstak van de Gemeenschap

(59)

Er wordt aan herinnerd dat bij het oorspronkelijke onderzoek werd vastgesteld dat de bedrijfstak van de Gemeenschap van 1990 tot het eind van het onderzoektijdvak (eind april 1994) aanmerkelijke schade leed die voornamelijk tot uiting kwam in een dalende verkoop, een krimpend marktaandeel en druk op de prijzen. Deze factoren samen leidden tot een winstdaling en, in het algemeen, tot financiële verliezen.

(60)

De bedrijfstak van de Gemeenschap heeft na de instelling van de thans geldende antidumpingmaatregelen een herstructurering ondergaan die ten doel heeft zijn concurrentievermogen te verbeteren. Na een fusie, die op 8 oktober 1999 door de Commissie werd goedgekeurd (8), gingen drie van de vier EG-producenten deel uitmaken van de Thyssen Krupp Stahlgroep.

Productie en voorraden

(61)

De productie van elektroplaat daalde van 1997 tot 1998 enigszins en steeg vervolgens tot ongeveer 220 000 t in het onderzoektijdvak. Dit komt neer op een stijging met 3 % in de beoordelingsperiode. Onderstaande tabel bevat nadere gegevens.

Productie

1997

1998

1999

2000 (onderzoektijdvak)

In ton

212 891

211 655

220 734

220 176

Geïndexeerd

100

99

104

103

(62)

Daar de bedrijfstak van de Gemeenschap in het algemeen op bestelling werkte, hetgeen de voorraden beperkte, wordt de ontwikkeling van de voorraden niet relevant geacht voor de situatie van deze bedrijfstak. In het algemeen bestonden de voorraden uit goederen die door de afnemers waren besteld en alleen nog maar moesten worden geleverd.

Capaciteit

(63)

Omdat de productie-installaties voor de vervaardiging van elektroplaat ook gebruikt worden voor de vervaardiging van andere producten was het niet mogelijk, en ook niet zinvol, om de productspecifieke capaciteit en bezettingsgraad vast te stellen.

(64)

Bij het onderzoek naar de totale capaciteit voor de productie van zowel elektroplaat als andere producten bleek evenwel dat de bedrijfstak van de Gemeenschap over een overcapaciteit beschikte en dat hij dus grotere hoeveelheden elektroplaat had kunnen vervaardigen.

Verkoop

(65)

De verkoop van elektroplaat op de markt van de Gemeenschap steeg van 1997/1998 tot 1999 met ongeveer 10 %, namelijk van ongeveer 136 500 t in 1997 en 1998 tot ongeveer 150 000 t in 1999. De verkoop daalde in het onderzoektijdvak sterk, namelijk met ongeveer 5 % tot minder dan 144 000 t, in overeenstemming met het verbruik in de Gemeenschap. Onderstaande tabel bevat nadere gegevens.

Verkoop

1997

1998

1999

2000 (onderzoektijdvak)

In ton

136 549

136 432

150 281

143 862

Geïndexeerd

100

100

110

105

Marktaandeel

(66)

Het marktaandeel van de bedrijfstak van de Gemeenschap steeg met 3,4 percentpunten, namelijk van 73,4 % in 1997 tot 76,8 % in 1999, alvorens opnieuw iets te stijgen, namelijk tot 77,3 %, of met 0,5 percentpunt, in het onderzoektijdvak. Onderstaande tabel bevat nadere gegevens.

Marktaandeel

1997

1998

1999

2000 (onderzoektijdvak)

In ton

73,4

74,3

76,8

77,3

Geïndexeerd

100

101

105

105

Prijzen

(67)

Het prijsverloop in de Gemeenschap zag er voor de bedrijfstak van de Gemeenschap als volgt uit:

Prijzen

1997

1998

1999

2000 (onderzoektijdvak)

In euro/ton

1 140

1 122

1 044

1 089

Geïndexeerd

100

98

92

96

(68)

De prijs van elektroplaat in de Gemeenschap daalde van 1997 tot en met 1999 met ongeveer 8 %, namelijk van 1 140 EUR/t in 1997 tot 1 044 EUR/t in 1999, dus met 100 EUR/t in slechts twee jaar tijd. Deze daling moet worden gezien in het licht van de onstabiliteit van de wereldmarkt voor staal, waarop de prijzen in de jaren 1998/1999 in het algemeen daalden. Daar elektroplaat uit Rusland in de beoordelingsperiode het goedkoopst was (zie de overwegingen 51 en 58), is het duidelijk dat de prijzen van elektroplaat uit Rusland in deze periode ook een neerwaartse druk uitoefenden op de prijzen van de bedrijfstak van de Gemeenschap.

Winstgevendheid

(69)

De winstgevendheid van de bedrijfstak van de Gemeenschap bij verkoop in de Gemeenschap daalde in de beoordelingsperiode, zoals blijkt uit onderstaande tabel.

Winstgevendheid

1997

1998

1999

2000 (onderzoektijdvak)

In %

2,6

4,3

1,7

1,8

(70)

Daar het productieproces van elektroplaat een zeer complex proces is, werd een winst van 8 % voor deze bedrijfstak redelijk gevonden, wil deze blijven voortbestaan. De winst van 1997 kan niet als representatief worden beschouwd, omdat de winstgevendheid in dat jaar sterk beïnvloed werd door de grote financiële verliezen van één EG-producent die moeilijkheden ondervond bij zijn bevoorrading met grondstoffen. In datzelfde jaar boekten alle andere EG-producenten bevredigende winsten van gemiddeld ongeveer 8 %. Voor de ontwikkeling van de winstgevendheid en de daling van de winstgevendheid van 1998 tot en met het onderzoektijdvak wordt ook verwezen naar de uiteenzetting in de overwegingen 77 en 80.

Cashflow, vermogen om kapitaal aan te trekken en lonen

(71)

De cashflow en de lonen ontwikkelden zich als volgt:

 

1997

1998

1999

2000 (onderzoektijdvak)

Cashflow

Geen cijfers

100

80

103

 

1997

1998

1999

2000 (onderzoektijdvak)

Lonen

100

98

94

103

Het aantrekken van kapitaal leverde in de beoordelingsperiode geen bijzondere problemen op. Er wordt ook aan herinnerd dat drie EG-producenten tot een grotere groep behoren.

Investeringen en rendement van investeringen

(72)

De herstructurering van de bedrijfstak van de Gemeenschap ging gepaard met aanzienlijke investeringen om productie en verkoop te rationaliseren.

 

1997

1998

1999

2000 (onderzoektijdvak)

Rendement van investeringen (%)

Geen cijfers

12,2

4,0

3,6

Productiviteit en werkgelegenheid

(73)

Onderstaande tabel bevat nadere gegevens over de productiviteit en de werkgelegenheid.

Index 1997 = 100

1997

1998

1999

2000 (onderzoektijdvak)

Productiviteit

100

106

115

115

Aantal werknemers

100

94

90

90

(74)

Dankzij de omvangrijke herstructureringen van de bedrijfstak van de Gemeenschap na de instelling van de thans geldende antidumpingmaatregelen, verbeterde de productiviteit in de beoordelingsperiode met 15 %.

(75)

Een gevolg van de herstructureringen was ook dat het aantal werknemers in die periode met 10 % daalde.

Uitvoer door de bedrijfstak van de Gemeenschap

(76)

De bedrijfstak van de Gemeenschap was zeer actief op de markten van derde landen en voerde ongeveer een derde van zijn productie van elektroplaat uit. Hieruit blijkt dat deze bedrijfstak een stevige basis heeft en wereldwijd kan concurreren. Door de internationale crisis in de staalsector daalde de uitvoer evenwel met 7 %, namelijk van ongeveer 78 000 t in 1997 tot ongeveer 73 000 t in 1999, en steeg deze vervolgens weer tot ongeveer 76 000 t in het onderzoektijdvak. Onderstaande tabel bevat nadere gegevens over de omvang van de uitvoer door de bedrijfstak van de Gemeenschap.

Uitvoer

1997

1998

1999

2000 (onderzoektijdvak)

In ton

78 209

73 774

72 961

76 345

Geïndexeerd

100

94

93

98

Omvang van de dumping en herstel van dumping in het verleden

(77)

In verband met de gevolgen van de omvang van de dumpingmarge die voor het onderzoektijdvak werd vastgesteld, wordt erop gewezen dat de marge die in het kader van dit onderzoek werd vastgesteld, hoger is dan bij het oorspronkelijke onderzoek (zie overweging 37). De situatie van de bedrijfstak van de Gemeenschap verbeterde in zekere mate na de instelling van maatregelen, maar de bedrijfstak heeft zich nog niet volkomen hersteld. Indien de maatregelen vervallen, zullen de gevolgen van de dumpingmarge die in het kader van onderhavig onderzoek werd vastgesteld, ernstig zijn.

Groei

(78)

Er wordt aan herinnerd dat het verbruik in de Gemeenschap van 1997 tot 1999 met 5 % steeg en vervolgens, in het onderzoektijdvak, met 4,9 % daalde, zodat opnieuw een niveau werd bereikt dat dicht bij het niveau van 1997 lag.

De verkoop van de bedrijfstak van de Gemeenschap volgde in deze periode een gelijkaardige ontwikkeling, maar de daling van de verkoop van 1999 op 2000 was minder uitgesproken dan de daling van het verbruik in deze jaren.

5.   Conclusie

(79)

Gezien de gevolgen voor de omvang van de invoer uit Rusland, maakten de antidumpingrechten een verbetering mogelijk van de economische situatie van de bedrijfstak van de Gemeenschap van 1997 tot en met 1999. Hierdoor kon de bedrijfstak van de Gemeenschap zijn productie met 3,7 % en zijn verkoop in de Gemeenschap met 10 % verhogen. Ook zijn marktaandeel verbeterde in dezelfde periode met 3,4 percentpunten. In het onderzoektijdvak vond er evenwel een ommekeer plaats (productie - 0,3 %, leveringen in de Gemeenschap - 4,3 percentpunten), terwijl het verbruik in dezelfde periode met 4,9 % daalde (zie overweging 47).

(80)

De financiële situatie van de bedrijfstak van de Gemeenschap verbeterde aanvankelijk na de instelling van de maatregelen. Als gevolg van de algemene instabiliteit op de wereldstaalmarkt daalden de prijzen van de bedrijfstak van de Gemeenschap, die ook onder druk stonden door de prijzen van elektroplaat uit Rusland, van 1997 op 1998 met ongeveer 8 %. Ondanks de omvangrijke herstructureringen die de EG-producenten uitvoerden, de grote productiviteitsstijgingen en de stijging van de omvang van de verkoop, leidde de prijsdaling van 1998 tot en met het onderzoektijdvak tot een constante daling van de winstgevendheid van die producenten.

(81)

Derhalve wordt geconcludeerd dat de bedrijfstak van de Gemeenschap, ondanks de verbetering die na de vaststelling van antidumpingmaatregelen kon worden vastgesteld, zich nog steeds in een precaire situatie bevindt.

F.   WAARSCHIJNLIJKHEID VAN EEN VOORTZETTING EN/OF HERHALING VAN SCHADE

(82)

Daar de productie-installaties voor elektroplaat ook voor de vervaardiging van andere producten kunnen worden gebruikt (zie overweging 63), werd het niet zinvol geacht een nauwkeurige berekening te maken van de capaciteit van de Russische exporteurs voor uitsluitend de productie van elektroplaat. Niettemin hebben de producenten van elektroplaat in Rusland (zie overweging 41) hun productiecapaciteit (voor zowel elektroplaat als andere producten) in de beoordelingsperiode met ongeveer 10 % verhoogd. Zij kunnen nu veel meer produceren dan hun eigen binnenlandse markt of mogelijke andere afzetmarkten kunnen opnemen. De thans aanwezige productiecapaciteit is immers al voldoende om aan de gehele vraag naar elektroplaat in de Gemeenschap te voldoen. Zoals in overweging 40 reeds werd vermeld, beschikken de Russische producenten van elektroplaat over zeer veel overcapaciteit die zij voor de export zouden kunnen aanwenden. Indien deze extra hoeveelheden naar de Gemeenschap worden uitgevoerd, zou de aanzienlijke omvang van de invoer die bij het oorspronkelijke onderzoek werd vastgesteld, wel eens kunnen worden overschreden.

(83)

In 1994 zijn de Russische producenten begonnen met de ontwikkeling van een verkooporganisatie voor elektroplaat in de Gemeenschap. Zo heeft bijvoorbeeld een van de producenten/exporteurs nu zijn eigen verkooporganisatie in de Gemeenschap. Gezien de investeringen die hiervoor nodig waren, is het duidelijk dat de Russische producenten voornemens zijn hun verkoop in de Gemeenschap uit te breiden.

(84)

Uit het feit dat de Russische producenten in het onderzoektijdvak in de Gemeenschap nog steeds elektroplaat tegen prijzen verkochten die aanzienlijk lager waren dan die van de bedrijfstak van de Gemeenschap, gecombineerd met het feit dat zij over de capaciteit beschikken om grotere hoeveelheden op de markt te brengen, kan worden afgeleid dat, indien de maatregelen komen te vervallen, de prijzen in de Gemeenschap waarschijnlijk zullen dalen zoals bij het oorspronkelijke onderzoek werd vastgesteld.

(85)

Zoals blijkt uit de overwegingen 59 tot en met 81 bevindt de bedrijfstak van de Gemeenschap zich nog steeds in een precaire situatie, met name wat de winstgevendheid betreft. Indien grotere hoeveelheden tegen dumpingprijzen uit Rusland worden ingevoerd, zal de financiële situatie van de bedrijfstak van de Gemeenschap waarschijnlijk verslechteren, zoals bij het oorspronkelijke onderzoek werd vastgesteld. Op deze basis wordt derhalve geconcludeerd dat het vervallen van de maatregelen zeer waarschijnlijk zal leiden tot de voortzetting en/of de herhaling van schade voor de bedrijfstak van de Gemeenschap.

G.   BELANG VAN DE GEMEENSCHAP

1.   Inleiding

(86)

Overeenkomstig artikel 21 van de basisverordening werd nagegaan of een verlenging van de thans geldende antidumpingmaatregelen strijdig zou zijn met het algemene belang van de Gemeenschap.

Bij deze analyse werd een afweging gemaakt van de belangen van alle betrokkenen, namelijk de bedrijfstak van de Gemeenschap, de toeleveranciers van de bedrijfstak van de Gemeenschap, de importeurs en de bedrijven die het betrokken product verwerken. De Commissie heeft alle haar bekende belanghebbenden verzocht gegevens te verstrekken.

(87)

Er wordt ook op gewezen dat in het kader van een procedure bij het vervallen van antidumpingmaatregelen een situatie wordt onderzocht waarin reeds antidumpingmaatregelen van kracht zijn, waardoor eventuele ongewenste gevolgen van die maatregelen voor de betrokkenen kunnen worden beoordeeld.

2.   Belangen van de bedrijfstak van de Gemeenschap

(88)

Zoals blijkt uit de hierboven gegeven analyse van de situatie van de bedrijfstak van de Gemeenschap, kon deze bedrijfstak in het begin van de beoordelingsperiode zijn situatie verbeteren en met name voldoende winst maken. Dit toont aan dat deze bedrijfstak voordeel kan halen uit de bescherming die antidumpingmaatregelen tegen onbillijke handelspraktijken bieden.

(89)

De bedrijfstak van de Gemeenschap toonde ook zijn bereidheid en zijn vastberadenheid om zijn concurrentiepositie zowel op de markt van de Gemeenschap als wereldwijd te consolideren. Na het oorspronkelijke onderzoek is de bedrijfstak tot aanzienlijke herstructureringen overgegaan, zodat hij nu geleid wordt door twee onafhankelijke financiële groepen; op deze wijze wordt de levering van grondstoffen voor elektroplaat gecentraliseerd en veiliggesteld door de Thyssen Krupp-groep en worden de investeringen gebundeld met het oog op een betere technische kwaliteit en prestaties (vermindering van kernverliezen). De fusie van drie klagende ondernemingen in eenzelfde holdingmaatschappij had namelijk ten doel een grotere entiteit in het leven te roepen die beter met andere producenten van elektroplaat (ongeveer elf) op de wereldmarkt kan concurreren.

(90)

Het is duidelijk dat de bedrijfstak van de Gemeenschap in de beoordelingsperiode nog in een precaire situatie verkeerde; hij moest een voldoende hoog productieniveau handhaven en voldoende hoeveelheden afzetten, zowel in het binnenland als in het buitenland, om zijn vaste kosten op een aanvaardbaar niveau te houden en concurrerend te blijven. De inspanningen van de EG-producenten om de productie te rationaliseren en te herstructureren zouden nutteloos zijn geweest indien zij geen voldoende hoeveelheden zouden kunnen verkopen omdat opnieuw grote hoeveelheden elektroplaat met dumping worden ingevoerd.

(91)

Gelet op de huidige vitaliteit van de bedrijfstak van de Gemeenschap en met de inspanningen die hij levert om zowel op EG-niveau als op wereldniveau concurrerend te blijven, wordt geoordeeld dat de situatie van deze bedrijfstak in gevaar zal komen indien de maatregelen vervallen, omdat de invoer van elektroplaat uit Rusland hierdoor waarschijnlijk zal stijgen.

3.   Belangen van de toeleveranciers

(92)

Slechts één leverancier heeft de vragenlijst van de Commissie beantwoord. Deze onderneming die deel uitmaakt van dezelfde holdingmaatschappij als de drie hiervoor vermelde EG-producenten (zie overweging 60), produceert verschillende staalkwaliteiten en met name de grondstof die nodig is voor de vervaardiging van elektroplaat. Momenteel is deze onderneming de enige overblijvende grote producent van deze staalsoort in de Gemeenschap, daar de andere grote staalgroepen de productie hebben gestaakt.

Deze onderneming heeft aanzienlijke investeringen gedaan om de productie van siliciumstaal te rationaliseren en te ontwikkelen. Deze investeringen vonden plaats op hetzelfde ogenblik als de hiervoor vermelde fusie (zie overweging 60). Ze kunnen worden gezien als een onderdeel van de inspanningen die de groep zich over de gehele lijn getroostte om zijn concurrentievermogen te verbeteren.

Uit het bovenstaande blijkt duidelijk dat deze leverancier van siliciumstaal sterk afhankelijk is van de situatie van de bedrijfstak van de Gemeenschap. Bovendien is het moeilijk om zonder grote kosten van de productie van siliciumstaal over te schakelen op de productie van andere staalsoorten, zodat een geringere productie van elektroplaat van invloed zal zijn op de werkgelegenheid.

(93)

Derhalve wordt geconcludeerd dat het ook in het belang van de toeleveranciers is dat de maatregelen blijven gelden.

4.   Belang van de importeurs van elektroplaat

(94)

Geen enkele onafhankelijke importeur heeft aan dit onderzoek medewerking verleend. Uit de beschikbare gegevens blijkt dat het betrokken product, dat in het algemeen wordt ingevoerd door gespecialiseerde staalimporteurs/handelaren, slechts een klein deel uitmaakt van het door hen verkochte assortiment staalproducten. Derhalve wordt geoordeeld dat de voortzetting van de antidumpingmaatregelen geen of slechts minimale gevolgen zal hebben voor de situatie van deze importeurs/handelaren.

5.   Belangen van de verwerkende bedrijven

(95)

Ongeveer 40 bedrijven die elektroplaat verwerken ontvingen een vragenlijst die op hun activiteiten was toegesneden.

De Commissie ontving negen antwoorden die betrekking hadden op minder dan 20 % van het totale verbruik van elektroplaat in de Gemeenschap.

(96)

De verwerkende bedrijven kunnen in twee hoofdgroepen worden onderverdeeld:

de eerste groep snijdt elektroplaat tot vooraf vastgestelde vormen en verwerkt deze stukken tot transformatorkernen die vervolgens worden doorverkocht aan de producenten van transformatoren voor verdere verwerking;

de tweede groep maakt transformatoren door gebruik te maken van de kernen die door de eerstvermelde groep zijn vervaardigd, of vervaardigt de kernen zelf alvorens de transformatoren te vervaardigen.

(97)

De groep die transformatorkernen produceert is eerst sinds kort tot ontwikkeling gekomen en telt slechts weinig bedrijven. Slechts één bedrijf, dat banden heeft met een van de klagende EG-producenten, verleende medewerking aan het onderzoek. Hoewel elektroplaat de belangrijkste kostenpost is bij de vervaardiging van transformatorkernen, wijst niets erop dat deze groep bijzondere druk ondervindt om zijn prijzen te verlagen. Deze ondernemingen, die leveren aan de producenten van transformatoren, zijn sterk afhankelijk van de prijzen die laatstgenoemde producenten voor hun eindproduct kunnen krijgen.

(98)

De producenten van transformatoren daarentegen zijn een reeds lang gevestigde bedrijfstak die van oudsher de leverancier is van grote energieproducenten. De transformatorproducenten maken in het algemeen deel uit van grote industriële groepen die wereldwijd aanwezig zijn. Sommige daarvan hebben één enkele inkoopafdeling die alle orders van de groep bundelt om een betere onderhandelingspositie te verkrijgen ten aanzien van de elektroplaatproducenten. Er zijn ook enkele kleinere groepen of bedrijven.

Elektroplaat maakt een belangrijk deel uit van de totale kosten van het eindproduct van deze producenten (10 % à 30 % al naar gelang van de soort transformator). Voor deze producenten is het vooral van belang dat zij op billijke concurrentievoorwaarden werken om kwaliteitsproducten te kunnen vervaardigen en verkopen.

(99)

In dit opzicht voerden bepaalde bedrijven die elektroplaat verwerken aan dat zij in het onderzoektijdvak te kampen hadden met een te krap aanbod omdat bepaalde EG-producenten, volgens hen, niet over voldoende capaciteit beschikten. Andere bedrijven voerden aan dat elektroplaat niet uit andere bronnen kon worden geleverd. Zij konden deze beweringen evenwel niet met bewijsmateriaal staven. Hoe het ook zij, een en ander is duidelijk in strijd met de bevindingen van onderhavig onderzoek. Zoals in overweging 64 vermeld, beschikten de EG-producenten in de beoordelingsperiode over de capaciteit om grotere hoeveelheden elektroplaat te vervaardigen. Bovendien kon ook elektroplaat uit andere bronnen, bijvoorbeeld in Polen en Tsjechië, worden betrokken (zie overweging 58). Deze beweringen zijn derhalve ongegrond.

(100)

In verband met de concurrentie op de EG-markt voor elektroplaat, voerden sommige verwerkende bedrijven aan dat de invoer uit Rusland bij een voortzetting van de maatregelen zou worden beperkt, waardoor de prijzen voor elektroplaat in de Gemeenschap kunstmatig hoog zouden worden gehouden. Dit zou hun eigen concurrentievermogen in de Gemeenschap aantasten. Uit de Eurostat-gegevens bleek evenwel dat uit derde landen slechts betrekkelijk kleine hoeveelheden transformatoren worden ingevoerd en dat het marktaandeel en de omvang van de uitvoer van de verwerkende bedrijven in de Gemeenschap niet was gedaald. Ook de gemiddelde prijzen van ingevoerde transformatoren bleken nagenoeg stabiel te zijn. Het is dus duidelijk dat de thans geldende antidumpingmaatregelen het concurrentievermogen van deze bedrijfstak niet hebben aangetast.

(101)

Bovendien werd ook kritiek geuit op het feit dat de Thyssen Krupp-groep zowel de enige producent was van siliciumstaal in de Gemeenschap als eigenaar van drie van de vier ondernemingen die elektroplaat produceren in de Gemeenschap.

De Commissie heeft de bijzondere situatie van de Thyssen Krupp-groep diepgaand onderzocht in het licht van de mededingingsbepalingen van het EGKS-Verdrag (zie de overwegingen 60 en 89). Bij dit onderzoek werden geen nieuwe of aanvullende gegevens verkregen waaruit bleek dat de concurrentiepositie sinds bovenvermeld onderzoek door de Commissie was gewijzigd. Deze kritiek wordt derhalve ook als ongegrond beschouwd.

(102)

Uit het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat de maatregelen geen grote invloed hebben op de situatie van de verwerkende bedrijven. Niets wijst er bovendien op dat de maatregelen, indien zij worden gehandhaafd, in de toekomst andere gevolgen zullen hebben.

(103)

Indien de maatregelen vervallen loopt de bedrijfstak van de Gemeenschap het gevaar verder te verzwakken door een voortzetting/herhaling van de invoer met dumping. Zoals in overweging 92 werd vermeld, is het aantal leveranciers van elektroplaat wereldwijd tamelijk klein, daar de productie van elektroplaat niet eenvoudig is. Indien de bedrijfstak van de Gemeenschap zijn productie moet staken, zouden de bedrijven die elektroplaat verwerken geleidelijk afhankelijker worden van de invoer van dit product.

(104)

Hierbij mag ook niet uit het oog worden verloren dat het betrokken product voor de verwerkende bedrijven als een strategisch product kan worden beschouwd. Elektroplaat is immers een uniek product dat in de meeste toepassingen niet vervangen kan worden door ander materiaal. Door het ingewikkelde productieproces verschilt elektroplaat met georiënteerde korrel sterk van de meeste andere staalsoorten. Elektroplaat wordt hoofdzakelijk gebruikt bij de vervaardiging van energie- en distributietransformatoren. Ze zijn derhalve zeer belangrijke producten in een voor de infrastructuur van de energiedistributie strategische sector. Het is derhalve in het belang van de verwerkende bedrijven in de Gemeenschap dat de leveranciers in de Gemeenschap niet verder worden verzwakt door een voortzetting dan wel herhaling van invoer met dumping.

6.   Conclusie

(105)

Gezien bovenstaande feiten en overwegingen wordt geconcludeerd dat de verlenging van de maatregelen niet in strijd is met het algemene belang van de Gemeenschap.

H.   VORM VAN DE MAATREGELEN

(106)

Onderhavig onderzoek was beperkt tot een onderzoek op grond van artikel 11, lid 2, van de basisbeschikking (9). Zoals vermeld in overweging 6 worden de onderzoeken op grond van artikel 11, lid 3, in verband met de gepastheid van de vorm van de maatregelen en in verband met de status van marktgericht bedrijf van de Russische producenten voortgezet. In dit verband wordt eraan herinnerd dat de Commissie, bij Beschikking nr. 303/96/EGKS, een verbintenis heeft aanvaard die gehandhaafd moet worden in afwachting van het resultaat van de onderzoeken ingevolge artikel 11, lid 3.

I.   ANTIDUMPINGMAATREGELEN

(107)

Alle betrokkenen werden in kennis gesteld van de voornaamste feiten en overwegingen op grond waarvan de Commissie voornemens was de aanbeveling te doen om de thans geldende maatregelen in hun huidige vorm te handhaven. Er werd een termijn vastgesteld waarbinnen zij hierover opmerkingen konden maken. De Commissie heeft geen nieuwe argumenten ontvangen.

(108)

Gezien het bovenstaande moeten, overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de basisverordening, de antidumpingmaatregelen ten aanzien van elektroplaat uit Rusland die bij Beschikking nr. 303/96/EGKS werden ingesteld, worden gehandhaafd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Er wordt een definitief antidumpingrecht ingesteld op koudgewalste platen en banden met georiënteerde korrel van siliciumstaal (transformatorstaal), met een breedte van meer dan 500 mm, ingedeeld onder de GN-codes 7225 11 00 (platen met een breedte van 600 mm of meer) en 7226 11 10 (platen met een breedte van meer dan 500 mm maar minder dan 600 mm), van oorsprong uit Rusland.

2.   Het definitieve antidumpingrecht bedraagt 40,1 % van de nettoprijs, franco grens Gemeenschap, vóór inklaring (aanvullende Taric-code 8877).

3.   Tenzij anders vermeld, zijn de bepalingen inzake douanerechten van toepassing.

Artikel 2

In afwijking van artikel 1 is het recht niet van toepassing op het betrokken product dat door de volgende ondernemingen rechtstreeks wordt uitgevoerd en gefactureerd aan afnemers in de Gemeenschap (beide onder aanvullende Taric-code 8878):

Novolipetsk Iron en Steel Corporation (NLMK), Lipetsk,

Viz Stal, Ekaterinburg.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 27 januari 2003.

Voor de Raad

De voorzitter

G. PAPANDREOU


(1)  PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2238/2000 (PB L 257 van 11.10.2000, blz. 2).

(2)  PB L 42 van 20.2.1996, blz. 7.

(3)  PB L 149 van 7.6.2002, blz. 3. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1310/2002 (PB L 192 van 20.7.2002, blz. 9).

(4)  PB L 308 van 29.11.1996, blz. 11.

(5)  PB C 216 van 28.7.2000, blz. 2.

(6)  PB C 53 van 20.2.2001, blz. 13.

(7)  PB C 53 van 20.2.2001, blz. 13.

(8)  Zie de website van het directoraat-generaal Concurrentie (http://europa.eu.int/comm/competition/mergers/cases).

(9)  Vervangen door de basisverordening (Verordening (EG) nr. 384/96) na het vervallen van het EGKS-Verdrag.


Top