EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32002E0401

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 27 mei 2002 betreffende Nigeria en houdende intrekking van Gemeenschappelijk Standpunt 2001/373/GBVB

PB L 139 van 29.5.2002, p. 1–3 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 01/02/2005; opgeheven door 32005E0082

ELI: http://data.europa.eu/eli/compos/2002/401/oj

32002E0401

Gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 27 mei 2002 betreffende Nigeria en houdende intrekking van Gemeenschappelijk Standpunt 2001/373/GBVB

Publicatieblad Nr. L 139 van 29/05/2002 blz. 0001 - 0003


Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

van 27 mei 2002

betreffende Nigeria en houdende intrekking van Gemeenschappelijk Standpunt 2001/373/GBVB

(2002/401/GBVB)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 15,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Nigeria heeft op grond van zijn politieke en economische invloed en zijn bevolking en oppervlakte een belangrijke internationale en regionale rol te vervullen en beschikt op dit ogenblik over de cruciale mogelijkheid om de democratie en de sociaal-economische ontwikkeling van het land te consolideren.

(2) De Europese Unie (EU) hecht groot belang aan haar betrekkingen met Nigeria, dat als partij bij de op 23 juni 2000 in Cotonou ondertekende ACS-EG-partnerschapsovereenkomst(1) een sleutelpartner van de EU is inzake politieke, economische, handels- en ontwikkelingssamenwerking.

(3) De EU is voornemens een positieve, constructieve en rechtlijnige aanpak te handhaven, teneinde de inspanningen van Nigeria om de democratie te consolideren en de sociaal-economische ontwikkeling te bevorderen, te ondersteunen.

(4) De EU is ingenomen met de verwezenlijkingen van de Nigeriaanse autoriteiten in dit verband en moedigt hen aan te blijven ijveren voor vooruitgang op deze gebieden, waar hen nog aanzienlijke uitdagingen te wachten staan, met name ten aanzien van de veiligheid en de mensenrechten, de hervorming van het kiesstelsel en de grondwet en van het bestuur en de economie.

(5) De EU, de gevolgen indachtig die conflicten en schendingen van de mensenrechten zouden kunnen hebben voor het fragiele democratische proces in Nigeria, heeft met bezorgdheid akte genomen van het toenemende politieke, etnische en religieuze geweld en de problemen bij de uitvoering van de economische hervormingen.

(6) EU-optreden is nodig om bepaalde maatregelen uit te voeren,

HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Dit gemeenschappelijk standpunt heeft tot doel de wederzijds voordelige betrekkingen tussen de EU en Nigeria op alle gebieden van gemeenschappelijk belang te versterken.

2. De EU zal ten aanzien van Nigeria een consistente en samenhangende aanpak hanteren, die zowel gericht is op politiek, economie en handel als op ontwikkeling, ter ondersteuning en stimulering van de inspanningen die Nigeria zelf levert om:

a) de democratie en de eerbiediging van de mensenrechten te consolideren;

b) de armoede terug te dringen en de institutionele hervorming alsmede de sociale en economische ontwikkeling een duurzaam karakter te verlenen;

c) zijn vermogen om bij te dragen aan de regionale integratie, de vrede, de veiligheid en de ontwikkeling, te vergroten.

3. Alhoewel de EU erkent dat de vooruitgang in dezen staat of valt met het optreden van de federale regering van Nigeria, heeft zij ook oog voor de steeds belangrijkere rol van de deelstaten in de ontwikkelingssectoren.

Artikel 2

1. Nauwere betrekkingen tussen de EU en Nigeria zijn gebaseerd op gelijkheid, dialoog en de gedeelde waarden eerbiediging van de mensenrechten, democratische beginselen, rechtsstaat en behoorlijk bestuur.

2. Dit moet worden verwezenlijkt door middel van een constructieve politieke dialoog en doeltreffende ontwikkelingssamenwerking. Deze samenwerking zal uitgaan van Nigeriaanse prioriteiten, op armoede gericht zijn en stoelen op nauwe donorcoördinatie onder leiding van Nigeria, ruime deelname, verantwoordingsplicht en transparantie.

Artikel 3

De belangrijkste gebieden voor toekomstige EU-steun zijn voor de EU de volgende:

a) Ontwikkeling van een democratische cultuur

Dit omvat de eerbiediging, bescherming en toepassing van de mensenrechten en de bevordering van gelijkheid, ongeacht sociale en etnische afkomst, geslacht en godsdienst, overeenkomstig Nigeria's internationale verplichtingen op mensenrechtenvlak. Deze democratische cultuur moet onder meer bevorderd worden door middel van:

i) brede deelname aan het politieke leven,

ii) bevordering van een vrije en open debatcultuur,

iii) ondersteuning van het maatschappelijk middenveld,

iv) ondersteuning van verzoeningsprocessen in verband met schendingen van mensenrechten,

v) eerbiediging van de nationale wetten en internationale normen en conventies.

b) Institutionele capaciteitsvergroting

i) Grondwetshervormingsproces.

ii) Kiesstelsel, met het oog op de komende verkiezingen.

iii) Behoorlijk bestuur en beter en zorgvuldig beheer van Nigeria's eigen middelen.

iv) Begrotingsbeheer.

v) Hervorming van het onderwijsstelsel en beroepsopleiding.

vi) Veiligheid, zekerheid en toegang tot de rechter voor iedereen door middel van een hervorming van de politie en het gerechtelijk en strafrechtelijk systeem.

vii) Herprofessionalisering van de strijdkrachten en ontbinding van de paramilitaire groeperingen.

viii) Steun voor het vermogen van Nigeria om te analyseren, te anticiperen en preventieve maatregelen te treffen bij interne conflicten en conflict- en postconflictsituaties beter te beheersen.

c) Poverty Reduction Strategy Paper (PRSP) en ontwikkelingssamenwerking met armoedebestrijding als algemeen doel

De EU zal de Nigeriaanse autoriteiten stimuleren en met hen samenwerken om samen met het maatschappelijk middenveld een coherent en uitvoerig PRSP op te stellen. Het PRSP - en de uitvoering ervan - vormt een belangrijk kader voor duurzame resultaten op het gebied van armoedebestrijding.

d) Economische groei en ontwikkeling

De EU zal de Nigeriaanse autoriteiten blijven aansporen om ruime en diepgaande economische en administratieve beleidshervormingsmaatregelen te nemen, de economie te diversifiëren en actie te ondernemen om het wijdverspreide corruptieprobleem te bestrijden teneinde een klimaat te scheppen dat ondernemings- en investeringsvriendelijk is. De EU erkent de verantwoordelijkheid van de Unie alsmede de mogelijke rol van de particuliere sector in dit verband, rekening houdend met de betrokken EU-instrumenten en met het Verdrag van de OESO inzake bestrijding van omkoping van buitenlandse ambtenaren bij internationale zakelijke transacties.

e) Vergroting van de capaciteit van Nigeria om bij te dragen aan regionale integratie, preventie en oplossing van conflicten in West-Afrika

De EU zal met Nigeria in dialoog treden en ervaringen uitwisselen in verband met regionale vraagstukken van gemeenschappelijk belang (o.a. crisissen en politieke en economische integratie). In het kader van haar beleid inzake preventie, beheer en oplossing van conflicten in Afrika zal de EU het versterkte Nigeriaanse vredeshandhavingsvermogen steunen en stimuleren.

Artikel 4

De EU onderstreept dat het belangrijk is steun te verlenen aan:

a) een ruime betrokkenheid van de overheid en het maatschappelijk middenveld bij het partnerschap tussen de EU en Nigeria, en

b) de opbouw van netwerken in het maatschappelijk middenveld van niet-overheidsactoren die zich voor het proces van democratie en ontwikkeling in Nigeria inzetten, zowel in de EU en in Nigeria als tussen de EU en Nigeria.

Artikel 5

1. De EU zal een nauwe en regelmatige politieke dialoog met Nigeria onderhouden. De dialoog zal voornamelijk met de federale regering gevoerd worden, maar ook het maatschappelijk middenveld kan hierbij indien nodig betrokken worden, alsmede, in overeenstemming met de federale regering, de regeringen van deelstaten. De dialoog zal betrekking hebben op alle vraagstukken van wederzijds belang.

2. Teneinde de continuïteit te waarborgen, zal de hoofdverantwoordelijkheid voor het voeren van de dialoog namens de EU aan de missiehoofden van de EU in Nigeria toegewezen worden. Contacten op hoog niveau zullen regelmatig plaatsvinden.

Artikel 6

De Raad neemt er nota van dat de Commissie voornemens is haar optreden te richten op het bereiken van de doelstellingen en prioriteiten van dit gemeenschappelijk standpunt, waar passend door middel van relevante communautaire maatregelen.

Artikel 7

Voor de uitvoering van dit gemeenschappelijk standpunt zal de EU nauw samenwerken met de Verenigde Naties, de Organisatie voor Afrikaanse Eenheid, de Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten, de internationale financiële instellingen en andere belanghebbende partijen.

Artikel 8

Dit gemeenschappelijk standpunt wordt jaarlijks herzien.

Artikel 9

Gemeenschappelijk Standpunt 2001/373/GBVB van de Raad van 14 mei 2001 betreffende Nigeria(2) wordt ingetrokken.

Artikel 10

Dit gemeenschappelijk standpunt treedt in werking op de dag waarop het wordt aangenomen.

Artikel 11

Dit gemeenschappelijk standpunt wordt in het Publicatieblad bekendgemaakt.

Gedaan te Brussel, 27 mei 2002.

Voor de Raad

De voorzitter

M. Arias Cañete

(1) PB L 317 van 15.12.2000, blz. 3.

(2) PB L 132 van 15.5.2001, blz. 1.

Top