Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31999D0880

    1999/880/EG: Beschikking van de Raad van 17 december 1999 waarbij de lidstaten toestemming wordt verleend de voor bepaalde, voor specifieke doeleinden gebruikte minerale oliën bestaande verlagingen of vrijstellingen van het accijnsrecht toe te passen of te blijven toepassen overeenkomstig de procedure van Richtlijn 92/81/EEG

    PB L 331 van 23.12.1999, p. 73–77 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2000; opgeheven door 32001D0224

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1999/880/oj

    31999D0880

    1999/880/EG: Beschikking van de Raad van 17 december 1999 waarbij de lidstaten toestemming wordt verleend de voor bepaalde, voor specifieke doeleinden gebruikte minerale oliën bestaande verlagingen of vrijstellingen van het accijnsrecht toe te passen of te blijven toepassen overeenkomstig de procedure van Richtlijn 92/81/EEG

    Publicatieblad Nr. L 331 van 23/12/1999 blz. 0073 - 0077


    BESCHIKKING VAN DE RAAD

    van 17 december 1999

    waarbij de lidstaten toestemming wordt verleend de voor bepaalde, voor specifieke doeleinden gebruikte minerale oliën bestaande verlagingen of vrijstellingen van het accijnsrecht toe te passen of te blijven toepassen overeenkomstig de procedure van Richtlijn 92/81/EEG

    (1999/880/EG)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Richtlijn 92/81/EEG van de Raad van 19 oktober 1992 betreffende de harmonisatie van de structuur van de accijns op minerale oliën(1), inzonderheid op artikel 8, lid 4,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) De Raad kan overeenkomstig artikel 8, lid 4, van Richtlijn 92/81/EEG op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen besluiten dat een lidstaat uit specifieke beleidsoverwegingen vrijstellingen of verlagingen van het accijnsrecht op minerale oliën mag invoeren.

    (2) De Commissie is door de lidstaten in kennis gesteld van hun voornemen dergelijke vrijstellingen of verlagingen waarin hun belastingwetgeving reeds voorziet, te blijven toepassen, of verlagingen of vrijstellingen in te voeren waarop de procedure van het genoemde artikel 8, lid 4, dient te worden toegepast.

    (3) De andere lidstaten zijn hiervan in kennis gesteld.

    (4) Sommige vrijstellingen en verlagingen tot en met 31 december 2000 dienen van kracht te blijven uit specifieke beleidsoverwegingen; er dient een bepaling te komen voor de verlenging ervan, in bepaalde gevallen, tot na de genoemde datum; de verlagingen en vrijstellingen zullen geregeld door de Commissie worden onderzocht om hun verenigbaarheid met de werking van de interne markt en andere doelstellingen van het Verdrag te verzekeren.

    (5) Deze beschikking vervangt met name Beschikking 97/425/EG(2) die dan ook met ingang van 1 januari 2000 moet worden ingetrokken,

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Overeenkomstig artikel 8, lid 4, van Richtlijn 92/81/EEG en onverminderd de verplichtingen die zijn vastgesteld bij Richtlijn 92/82/EEG van de Raad van 19 oktober 1992 betreffende de onderlinge aanpassing van de accijnstarieven voor minerale oliën(3), wordt de volgende lidstaten toestemming verleend de hieronder vermelde accijnsverlagingen of accijnsvrijstellingen tot en met 31 december 2000 te blijven toepassen en automatisch telkens gedurende twee jaar te blijven toepassen, tenzij de Raad vóór het eind van zo'n periode op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen beslist dat al deze afwijkingen dan wel een of meer ervan worden afgeschaft of gewijzigd:

    1. in het Koninkrijk België:

    - voor voertuigen van het plaatselijk openbaar vervoer;

    - voor vloeibaar petroleumgas (LPG), aardgas en methaan;

    - voor ander luchtvaartverkeer dan bedoeld in artikel 8, lid 1, onder b), van Richtlijn 92/81/EEG;

    - voor de particuliere pleziervaart;

    2. in het Koninkrijk Denemarken:

    - voor ander luchtvaartverkeer dan bedoeld in artikel 8, lid 1, onder b), van Richtlijn 92/81/EEG;

    - gedeeltelijke teruggave van de accijnzen aan de commerciële sector, op voorwaarde dat de betrokken heffingen in overeenstemming zijn met de communautaire bepalingen en op voorwaarde dat het bedrag van de betaalde en niet teruggegeven heffing nooit onder de in de Gemeenschapswetgeving vastgestelde minimumtarieven van de accijnzen of controleretributies op minerale oliën ligt;

    - voor voertuigen van het plaatselijk openbaar vervoer;

    - een verlaagd accijnstarief voor diesel om het gebruik van milieuvriendelijke brandstoffen aan te moedigen, op voorwaarde dat dergelijke stimulansen gebaseerd zijn op vaststaande technische gegevens, zoals soortgelijk gewicht, zwavelgehalte, distillatiepunt, cetaangetal en index en op voorwaarde dat dergelijke verlaagde tarieven nooit onder de in de Gemeenschapswetgeving vastgestelde minimumtarieven voor minerale oliën liggen;

    3. in de Bondsrepubliek Duitsland:

    - voor het gebruik van koolwaterstofrestgassen als brandstof;

    - voor monsters van minerale oliën die bestemd zijn voor onderzoek, productietests of andere wetenschappelijke doeleinden;

    - voor afgewerkte olie die wordt hergebruikt als brandstof, hetzij direct na terugwinning, hetzij na recycling van de afgewerkte olie, op het gebruik waarvan rechten kunnen worden geheven;

    4. in de Helleense Republiek:

    - voor voertuigen van het plaatselijk openbaar vervoer;

    - voor vloeibaar petroleumgas en methaan, gebruikt voor industriële doeleinden;

    - voor verbruik door de nationale strijdkrachten;

    - voor vrijstelling van de accijns op minerale oliën voor brandstof die bestemd is voor de officiële voertuigen van het departement van de president en van de rijkspolitie;

    5. in het Koninkrijk Spanje:

    - voor vloeibaar petroleumgas dat als motorbrandstof wordt gebruikt voor voertuigen van het plaatselijk openbaar vervoer;

    - voor vloeibaar petroleumgas dat als motorbrandstof voor taxi's wordt gebruikt;

    - voor afgewerkte olie die, wordt hergebruikt als brandstof, hetzij direct na terugwinning, hetzij na recycling van de afgewerkte olie, op het hergebruik waarvan rechten kunnen worden geheven;

    6. in de Franse Republiek:

    - voor ander luchtvaartverkeer dan bedoeld in artikel 8, lid 1, onder b), van Richtlijn 92/81/EEG;

    - voor afgewerkte olie die wordt hergebruikt als brandstof, hetzij direct na terugwinning, hetzij na recycling, op het hergebruik waarvan rechten kunnen worden geheven;

    - voor motorbrandstof die voor taxi's wordt gebruikt, binnen de grenzen van een jaarlijks quotum;

    - in het kader van bepaalde beleidsmaatregelen ter ondersteuning van regio's waar ontvolking plaatsvindt;

    7. in Ierland:

    - voor ander luchtvaartverkeer dan bedoeld in artikel 8, lid 1, onder b), van Richtlijn 92/81/EEG;

    - voor de particuliere pleziervaart;

    - voor voertuigen van het plaatselijk openbaar vervoer;

    - voor vloeibaar petroleumgas, aardgas en methaan die als motorbrandstof worden gebruikt;

    - voor afgewerkte olie die wordt hergebruikt als brandstof, hetzij direct na terugwinning, hetzij na recycling van de afgewerkte olie, op het hergebruik waarvan rechten kunnen worden geheven;

    - voor de productie van aluminiumoxide in de Shannon-regio;

    - voor motorvoertuigen die door gehandicapten worden gebruikt;

    8. in de Italiaanse Republiek:

    - voor ander luchtvaartverkeer dan bedoeld in artikel 8, lid 1, onder b), van Richtlijn 92/81/EEG;

    - voor voertuigen van het plaatselijk openbaar vervoer;

    - voor motorbrandstof die voor taxi's wordt gebruikt;

    - voor koolwaterstofrestgassen die als brandstof worden gebruikt;

    - voor methaan dat als brandstof voor motorvoertuigen wordt gebruikt;

    - voor het gebruik in de regio's Val d'Aosta en Gorizia;

    - voor de nationale strijdkrachten;

    - voor ziekenwagens.

    9. in het Groothertogdom Luxemburg:

    - voor voertuigen van het plaatselijk openbaar vervoer;

    - voor vloeibaar petroleumgas, aardgas en methaan.

    10. in het Koninkrijk der Nederlanden:

    - voor vloeibaar petroleumgas, aardgas en methaan,

    - voor monsters van minerale oliën die bestemd zijn voor onderzoek, productietests of andere wetenschappelijke doeleinden,

    - voor verbruik door de nationale strijdkrachten.

    11. in de Republiek Oostenrijk:

    - voor vloeibaar petroleumgas dat wordt gebruikt als motorbrandstof voor voertuigen van het plaatselijk openbaar vervoer.

    12. in de Portugese Republiek:

    - voor ander luchtvaartverkeer dan bedoeld in artikel 8, líd 1, onder b), van Richtlijn 92/81/EEG,

    - voor vrijstellling van de accijns voor vloeibaar petroleumgas, aardgas en methaan die als brandstof voor het plaatselijk openbaar vervoer worden gebruikt,

    - voor een verlaging van het accijnsrecht op stookolie die in de autonome regio Madeira wordt verbruikt, op voorwaarde dat deze verlaging niet verder gaat dan de extra kosten die het vervoer van de stookolie naar die regio met zich meebrengt,

    - voor de accijns op afgewerkte olie die wordt hergebruikt als brandstof, hetzij direct na terugwinning, hetzij na recycling van de afgewerkte olie, op het hergebruik waarvan rechten kunnen worden geheven.

    13. in de Republiek Finland:

    - voor ander luchtvaartverkeer dan bedoeld in artikel 8, lid 1, onder b), van Richtlijn 92/81/EEG,

    - voor de particuliere pleziervaart,

    - vrijstelling van het accijnsrecht op methaan en vloeibaar petroleumgas voor alle doeleinden,

    - voor verlaagde accijnstarieven voor diesel en stookolie, op voorwaarde dat dergelijke tarieven nooit onder de in de Gemeenschapswetgeving vastgestelde minimumtarieven liggen,

    - voor verlaagde accijnstarieven voor gelode en ongelode "reformulated" benzine op voorwaarde dat dergelijke tarieven nooit onder de in de Gemeenschapswetgeving vastgestelde minimumtarieven liggen.

    14. in het Koninkrijk Zweden:

    - voor een verlaagd accijnstarief voor minerale oliën die voor industriële doeleinden worden gebruikt, op voorwaarde dat de verlaagde tarieven nooit onder de in de Gemeenschapswetgeving vastgestelde minimumtarieven voor minerale oliën liggen,

    - vrijstelling van het accijnsrecht op biologisch geproduceerd methaan en andere restgassen,

    - verlaging van de accijnstarieven voor diesel volgens milieuclassificaties.

    15. in het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland:

    - voor ander luchtvaartverkeer dan bedoeld in artikel 8, lid 1, onder b), van Richtlijn 92/81/EEG,

    - voor voertuigen van het plaatselijk openbaar vervoer,

    - voor vloeibaar petroleumgas, aardgas en methaan die als motorbrandstof worden gebruikt,

    - voor de particuliere pleziervaart,

    - voor afgewerkte olie die wordt hergebruikt als brandstof, hetzij direct na terugwinning, hetzij na recycling van de afgewerkte olie, op het hergebruik waarvan rechten kunnen worden geheven.

    Artikel 2

    Overeenkomstig artikel 8, lid 4, van Richtlijn 92/81/EEG en onverminderd de verplichtingen die zijn vastgesteld bij Richtlijn 92/82/EEG, wordt de volgende lidstaten toestemming verleend de hieronder vermelde accijnsverlagingen of accijnsvrijstellingen tot en met 31 december 2000 toe te passen of te blijven toepassen, tenzij de Raad vóór die datum op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen beslist dat al deze afwijkingen dan wel een of meer ervan voor een specifieke verdere periode gewijzigd of verlengd worden:

    1. in het Koninkrijk België:

    - voor afgewerkte olie die wordt hergebruikt als brandstof, hetzij direct na terugwinning, hetzij na recycling van de afgewerkte olie, op het hergebruik waarvan rechten kunnen worden geheven;

    - een tariefverlaging voor zware stookolie om het gebruik van milieuvriendelijker brandstoffen aan te moedigen. Een dergelijke verlaging wordt specifiek gekoppeld aan het zwavelgehalte, en het verlaagde tarief mag in geen geval onder de EUR 6,5 per ton komen te liggen.

    2. in het Koninkrijk Denemarken:

    - voor de toepassing van differentiële accijnstarieven voor benzine die gedistribueerd wordt aan benzinestations die uitgerust zijn met een terugvloeisysteem voor benzinedampen en voor benzine die gedistribueerd wordt aan andere benzinestations, op voorwaarde dat dergelijke tarieven nooit onder de in de Gemeenschapswetgeving vastgestelde minimumtarieven voor minerale oliën liggen.

    3. in de Helleense Republiek:

    - voor de toepassing van differentiële accijnstarieven voor ongelode benzine op verschillende milieucategorieën, op voorwaarde dat dergelijke tarieven nooit onder de in de Gemeenschapswetgeving vastgestelde minimumtarieven voor minerale oliën liggen.

    4. in het Koninkrijk Spanje:

    - voor de toepassing van differentiële accijnstarieven voor ongelode benzine op verschillende milieucategorieën, op voorwaarde dat dergelijke tarieven nooit onder de in de Gemeenschapswetgeving vastgestelde minimumtarieven voor minerale oliën liggen.

    5. in de Franse Republiek:

    - verlaging van het accijnsrecht op zware stookolie om het gebruik van milieuvriendelijker brandstoffen aan te moedigen, op voorwaarde dat dergelijke verlaging specifiek gerelateerd is aan het zwavelgehalte en dat het accijnsrecht op zware stookolie nooit onder het in de Gemeenschapswetgeving vastgestelde minimumtarief voor zware stookolie ligt;

    - voor vrijstelling van rechten op gassen die als motorbrandstof voor het openbaar vervoer worden gebruikt, met inachtneming van een jaarlijks quotum.

    6. in Ierland:

    - voor de toepassing van differentiële accijnstarieven voor ongelode benzine op verschillende milieucategorieën, op voorwaarde dat dergelijke tarieven nooit onder de in de Gemeenschapswetgeving vastgestelde minimumtarieven voor minerale oliën liggen.

    7. in de Italiaanse Republiek:

    - voor afgewerkte olie die wordt hergebruikt als brandstof, hetzij direct na terugwinning, hetzij na recycling van de afgewerkte olie, op het hergebruik waarvan rechten kunnen worden geheven.

    8. in het Groothertogdom Luxemburg:

    - voor afgewerkte olie die wordt hergebruikt als brandstof, hetzij direct na terugwinning, hetzij na recycling van de afgewerkte olie, op het hergebruik waarvan rechten kunnen worden geheven.

    - een tariefverlaging voor zware stookolie om het gebruik van milieuvriendelijkere brandstoffen aan te moedigen, op voorwaarde dat deze stimulans speciaal gebaseerd is op het zwavelgehalte en dat het verlaagde tarief in geen geval onder de 6,5 EUR/ton komt te liggen.

    9. in de Republiek Oostenrijk:

    - voor aardgas en methaan,

    - voor afgewerkte olie die wordt hergebruikt als brandstof, hetzij direct na terugwinning, hetzij na recycling van de afgewerkte olie, op het hergebruik waarvan rechten kunnen worden geheven.

    10. in de Portugese Republiek:

    - voor de toepassing van differentiële accijnstarieven voor ongelode benzine op verschillende milieucategorieën, op voorwaarde dat dergelijke tarieven nooit onder de in de Gemeenschapswetgeving vastgestelde minimumtarieven voor minerale oliën liggen;

    - verlaging van het accijnsrecht op zware stookolie om het gebruik van milieuvriendelijkere brandstoffen aan te moedigen, op voorwaarde dat dergelijke verlaging specifiek gerelateerd is aan het zwavelgehalte en dat het accijnsrecht op zware stookolie nooit onder het in de Gemeenschapswetgeving vastgestelde minimumtarief voor zware stookolie ligt.

    11. in de Republiek Finland:

    - voor afgewerkte olie die wordt hergebruikt als brandstof, hetzij direct na terugwinning, hetzij na recycling van de afgewerkte olie, op het hergebruik waarvan rechten kunnen worden geheven.

    12. in het Koninkrijk Zweden:

    - voor de toepassing van differentiële accijnstarieven voor ongelode benzine op verschillende milieucategorieën, op voorwaarde dat dergelijke tarieven nooit onder de in de Gemeenschapswetgeving vastgestelde minimumtarieven voor minerale oliën liggen;

    - voor een verlaagd accijnstarief op minerale oliën die worden gebruikt voor industriële doeleinden, met gebruikmaking van tegelijkertijd een onder het algemeen niveau liggend tarief en een verlaagd tarief voor energie-intensieve ondernemingen, op voorwaarde dat te allen tijde aan de bij het Gemeenschapsrecht vastgestelde minimumaccijnstarieven voor minerale oliën de hand wordt gehouden en dat er geen mededingingsverstoringen uit voortvloeien;

    - voor ander luchtverkeer dan bedoeld in artikel 8, lid 1, onder b), van Richtlijn 92/81/EEG.

    13. in het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland:

    - voor een verlaagd accijnstarief voor diesel om het gebruik van milieuvriendelijkere brandstoffen aan te moedigen;

    - voor de toepassing van differentiële accijnstarieven voor ongelode benzine op verschillende milieucategorieën, op voorwaarde dat dergelijke tarieven nooit onder de in de Gemeenschapswetgeving vastgestelde minimumtarieven voor minerale oliën liggen.

    Artikel 3

    Overeenkomstig artikel 8, lid 4, van Richtlijn 92/81/EEG en onverminderd de verplichtingen die zijn vastgesteld bij Richtlijn 92/82/EEG wordt de volgende lidstaten toestemming verleend de hieronder vermelde accijnsverlagingen of accijnsvrijstellingen tot en met 31 december 2000 toe te passen of te blijven toepassen, tenzij de Raad vóór die datum op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen beslist dat al deze afwijkingen dan wel een of meer ervan voor een specifieke verdere periode gewijzigd of verlengd worden:

    1. in het Koninkrijk Denemarken:

    - gedifferentieerde accijnstarieven voor benzine, op voorwaarde dat die in overeenstemming zijn met de verplichtingen die zijn vastgesteld bij Richtlijn 92/82/EEG, inzonderheid de minimumaccijnzen die in artikel 3 en 4 van die richtlijn zijn vastgesteld;

    - gedifferentieerde accijnstarieven voor olie, op voorwaarde dat die in overeenstemming zijn met de verplichtingen die zijn vastgesteld bij Richtlijn 92/82/EEG, inzonderheid de minimumaccijnzen die in artikel 5 van die richtlijn zijn vastgesteld;

    2. in de Bondsrepubliek Duitsland:

    - een gedifferentieerd accijnstarief voor de door de verwerkende industrieën gebruikte brandstof, overeenkomstig de verplichtingen die zijn vastgesteld bij Richtlijn 92/82/EEG, inzonderheid de minimumaccijnzen die in de artikelen 3 en 4 van die richtlijn zijn vastgesteld;

    3. in de Franse Republiek:

    - voor het verbruik op het eiland Corsica, op voorwaarde dat de verlaagde accijnstarieven nooit onder de in de Gemeenschapswetgeving vastgestelde minimumaccijnstarieven voor minerale oliën liggen;

    - een gedifferentieerd accijnstarief op diesel die voor bedrijfsvoertuigen wordt gebruikt, op voorwaarde dat dit in overeenstemming is met het in de Gemeenschapswetgeving vastgestelde minimumaccijnstarief;

    - een gedifferentieerd accijnstarief voor een nieuwe brandstof bestaande uit een emulsie van water en antivries in diesel die gestabiliseerd wordt door oppervlakte-actieve stoffen, op voorwaarde dat dit tarief in overeenstemming is met de verplichtingen die zijn vastgesteld bij Richtlijn 92/82/EEG, inzonderheid de minimumaccijnstarieven die in artikel 5 van die richtlijn zijn vastgesteld;

    - vrijstelling van accijns voor zware stookolie die als brandstof bij de productie van aluminiumoxide in Gardanne wordt gebruikt.

    4. in de Italiaanse Republiek:

    - vrijstelling van het accijnsrecht voor minerale oliën die als brandstof voor de productie van aluminiumoxide op Sardinië worden gebruikt;

    - verlaging van de accijns op stookolie voor de productie van stoom en op gasolie die in ovens voor het drogen en "activeren" van moleculaire zeven in Reggio Calabria wordt gebruikt op voorwaarde dat het accijnstarief niet onder de in de Gemeenschapswetgeving vastgestelde minimumtarieven voor minerale oliën ligt;

    - verlaging van de accijns op benzine die op het grondgebied van Friuli-Venezia Giulia wordt verbruikt, op voorwaarde dat deze niet onder de in de Gemeenschapswetgeving vastgestelde minimumtarieven ligt;

    - verlaging van de accijns op minerale oliën die in de regio's Udine en Triëste worden verbruikt, op voorwaarde dat deze niet onder de in de Gemeenschapswetgeving vastgestelde minimumtarieven voor minerale oliën ligt;

    - in bepaalde bijzonder achtergestelde gebieden verlaagde accijnstarieven op huisbrandolie en vloeibaar petroleumgas voor verwarmingsdoeleinden dat via netwerken in die gebieden wordt gedistribueerd, overeenkomstig de verplichtingen die zijn vastgesteld bij Richtlijn 92/82/EEG, inzonderheid de minimumaccijnzen die in de artikelen 5 en 7 van die richtlijn zijn vastgesteld.

    5. in het Koninkrijk der Nederlanden:

    - verlaging van de accijnstarieven op diesel voor bedrijfsvoertuigen, op voorwaarde dat dergelijke tarieven niet onder de in de Gemeenschapswetgeving vastgestelde minimumtarieven liggen;

    - gedifferentieerde accijnstarieven op vloeibaar petroleumgas dat gebruikt wordt als brandstof voor voertuigen voor openbaar vervoer.

    6. in de Republiek Finland:

    - aardgas dat als motorbrandstof gebruikt wordt.

    Artikel 4

    Beschikking 1997/425/EG wordt met ingang van 1 januari 2000 ingetrokken.

    Artikel 5

    Deze beschikking is van toepassing met ingang van 1 januari 2000.

    Artikel 6

    Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Brussel, 17 december 1999.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    K. HEMILÄ

    (1) PB L 316 van 31.10.1992, blz. 12.

    (2) PB L 182 van 10.7.1992, blz. 22.

    (3) PB L 316 van 31.10.1992, blz. 19.

    Top