Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31999R0676

    Verordening (EG) nr. 676/1999 van de Commissie van 26 maart 1999 tot vaststelling van de vijfde wijziging van Verordening (EG) nr. 785/95 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 603/95 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector gedroogde voedergewassen

    PB L 83 van 27.3.1999, p. 40–41 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/03/2005

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1999/676/oj

    31999R0676

    Verordening (EG) nr. 676/1999 van de Commissie van 26 maart 1999 tot vaststelling van de vijfde wijziging van Verordening (EG) nr. 785/95 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 603/95 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector gedroogde voedergewassen

    Publicatieblad Nr. L 083 van 27/03/1999 blz. 0040 - 0041


    VERORDENING (EG) Nr. 676/1999 VAN DE COMMISSIE van 26 maart 1999 tot vaststelling van de vijfde wijziging van Verordening (EG) nr. 785/95 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 603/95 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector gedroogde voedergewassen

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 603/95 van de Raad van 21 februari 1995 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector gedroogde voedergewassen (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1347/95 (2), en met name op artikel 18,

    Overwegende dat in artikel 2, punt 2, onder a), eerste streepje, van Verordening (EG) nr. 785/95 van de Commissie van 6 april 1995 houdende uitvoeringsbepalingen van bovenbedoelde Verordening (EG) nr. 603/95 (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1794/97 (4), is bepaald dat in drooginstallaties voor kunstmatige droging van verse voedergewassen de temperatuur van de lucht bij de uitgang ten minste 93 °C moet bedragen;

    Overwegende dat uit talrijke wetenschappelijke onderzoeken en studies is gebleken dat bij droging bij een hoge temperatuur de voedingskwaliteit van verse voedergewassen van hoge kwaliteit, en in het bijzonder het beta-caroteengehalte ervan, behouden blijft;

    Overwegende dat de marktsituatie voor gedroogde voedergewassen, die wordt gekenmerkt door een daling van de verkoopprijzen en een stijging van de productie, van dien aard is dat het nodig is te garanderen dat een eindproduct met een hoge voedingskwaliteit wordt aangeboden dat is verkregen in vergelijkbare concurrentieomstandigheden en dat de hoogte van de bijstand die wordt toegekend als bijdrage in de verwerkingskosten dient te worden verantwoord; dat dit doel kan worden bereikt door veralgemening van droging bij hoge temperatuur;

    Overwegende dat in verreweg de meeste bedrijven de voedergewassen bij hoge temperatuur worden gedroogd; dat het dan ook wenselijk is voor te schrijven dat de installaties die nog werken met een luchttemperatuur van 93 °C bij de ingang binnen een redelijke termijn moeten worden aangepast;

    Overwegende dat vanwege de technische aanpassingen die in dit verband nodig zijn, de erkenning van het bedrijf door de bevoegde instantie dient te worden bevestigd;

    Overwegende dat momenteel in sommige lidstaten een klein aantal transportbanddrogers worden gebruikt die werken met een luchttemperatuur bij de ingang van ten minste 110 °C; dat het om kleine installaties met een geringe capaciteit gaat waarbij de bedrijfstemperatuur niet kan worden verhoogd zonder de technische kenmerken grondig te wijzigen; dat voor de installaties bijgevolg een afwijking van de minimale droogtemperatuur van 350 °C kan worden toegestaan, met dien verstande evenwel dat voor geen enkele nieuwe installatie van dat type nog een erkenning zal worden verleend na het begin van het verkoopseizoen 1999-2000;

    Overwegende dat in in artikel 15, onder b), van bovenvermelde Verordening (EG) nr. 785/95 is bepaald dat de lidstaten de Commissie moeten melden op welke oppervlakten en hoeveelheden de contracten en de leveringsnota's betrekking hebben; dat de ervaring leert dat deze mededeling vaak tegenstrijdige en weinig bevredigende inlichtingen oplevert; dat het dan ook wenselijk is ze te schrappen;

    Overwegende dat het Comité van beheer voor gedroogde voedergewassen geen advies heeft uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Verordening (EG) nr. 785/95 wordt als volgt gewijzigd:

    1. In artikel 2, punt 2, onder a), wordt de tekst bij het eerste streepje vervangen door:

    "- luchttemperatuur bij de ingang minstens 350 °C; transportbanddrogers die werken met een luchttemperatuur bij de ingang van ten minste 110 °C en waarvoor vóór het begin van het verkoopseizoen 1999-2000 een erkenning is verleend, hoeven evenwel niet aan deze voorwaarde te voldoen;".

    2. In artikel 15 wordt punt b) geschrapt.

    Artikel 2

    1. De technische aanpassingen aan de drooginstallaties die nodig zijn in verband met het bepaalde in artikel 1, punt 1, worden uitgevoerd onverminderd de verplichting om de bevoegde autoriteit binnen de in artikel 4, lid 1, onder a), laatste alinea, van Verordening (EG) nr. 785/95 vastgestelde termijn hiervan in kennis te stellen teneinde de bevestiging van de erkenning te verkrijgen.

    2. De lidstaten delen de Commissie uiterlijk op 15 mei 1999 de lijst mee van de transportbanddrogers waarvoor vóór het begin van het verkoopseizoen 1999/2000 een erkenning is verleend en die hierdoor in aanmerking komen voor de in artikel 1, punt 1, bedoelde afwijking.

    Artikel 3

    Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Zij is van toepassing met ingang van bovenvermelde datum, met uitzondering van artikel 1, punt 1), dat van toepassing is met ingang van 1 april 2000.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 26 maart 1999.

    Voor de Commissie

    Franz FISCHLER

    Lid van de Commissie

    (1) PB L 63 van 21. 3. 1995, blz. 1.

    (2) PB L 131 van 15. 6. 1995, blz. 1.

    (3) PB L 79 van 7. 4. 1995, blz. 5.

    (4) PB L 255 van 18. 9. 1997, blz. 12.

    Top