Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31996D0618

96/618/EG: Beschikking van de Commissie van 16 oktober 1996 tot machtiging van de Lid-Staten om voor niet voor opplant bestemde aardappelen van oorsprong uit de Republiek Senegal afwijkingen van sommige bepalingen van Richtlijn 77/93/EEG van de Raad toe te staan

PB L 276 van 29.10.1996, p. 14–17 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 30/04/1997

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1996/618/oj

31996D0618

96/618/EG: Beschikking van de Commissie van 16 oktober 1996 tot machtiging van de Lid-Staten om voor niet voor opplant bestemde aardappelen van oorsprong uit de Republiek Senegal afwijkingen van sommige bepalingen van Richtlijn 77/93/EEG van de Raad toe te staan

Publicatieblad Nr. L 276 van 29/10/1996 blz. 0014 - 0017


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 16 oktober 1996 tot machtiging van de Lid-Staten om voor niet voor opplant bestemde aardappelen van oorsprong uit de Republiek Senegal afwijkingen van sommige bepalingen van Richtlijn 77/93/EEG van de Raad toe te staan (96/618/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 77/93/EEG van de Raad van 21 december 1976 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige produkten schadelijke organismen (1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 96/14/EG (2), en met name op artikel 14, lid 1,

Gezien het door Frankrijk ingediende verzoek,

Overwegende dat op grond van Richtlijn 77/93/EEG niet voor opplant bestemde aardappelen van oorsprong uit de Republiek Senegal in beginsel niet in de Gemeenschap mogen worden binnengebracht wegens het gevaar voor insleep van in de Gemeenschap niet bekende aardappelziekten;

Overwegende dat uit de door de Republiek Senegal verstrekte gegevens en de gegevens die in 1996 zijn verzameld tijdens een officieel bezoek van ambtenaren van de Commissie aan dat land, is gebleken dat er goede redenen zijn om aan te nemen dat in de Republiek Senegal aardappelen kunnen worden geteeld in adequate fytosanitaire omstandigheden, dat daar momenteel geen haarden zijn van waaruit exotische aardappelziekten kunnen worden ingesleept en dat de aardappelproduktie in de Republiek Senegal is onderworpen aan adequate fytosanitaire voorschriften en kwaliteitsnormen;

Overwegende dat Frankrijk heeft verklaard de invoer van niet voor opplant bestemde aardappelen van oorsprong uit de Republiek Senegal te beperken tot een geringe hoeveelheid en de invoer slechts gedurende een korte periode toe te staan;

Overwegende dat de Commissie ervoor moet zorgen dat de Republiek Senegal alle nodige technische informatie beschikbaar stelt om de fytosanitaire situatie van de aardappelproduktie in Senegal te evalueren;

Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Planteziektenkundig Comité,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

1. De Lid-Staten worden hierbij gemachtigd om voor niet voor opplant bestemde aardappelen van oorsprong uit de Republiek Senegal afwijkingen van artikel 4, lid 1, van Richtlijn 77/93/EEG toe te staan wat betreft de in bijlage III, deel A, punt 12, bij die richtlijn vastgestelde verbodsbepalingen, mits aan de in lid 2 vastgestelde voorwaarden wordt voldaan.

2. De voorwaarden waaraan moet worden voldaan, zijn als volgt:

a) het moet om niet voor opplant bestemde aardappelen gaan;

b) de aardappelen moeten in de Republiek Senegal rechtstreeks zijn geteeld uit pootgoed dat in een van de Lid-Staten is gecertificeerd en dat uitsluitend uit de Lid-Staten in de Republiek Senegal is ingevoerd;

c) de aardappelen, met uitzondering van vroege aardappelen, moeten zijn behandeld om de kiemkracht te remmen;

d) de aardappelen moeten zijn geteeld in gebieden waarvan bekend is dat zij vrij zijn van Synchytrium endobioticum (Schilbersky) Percival (alle rassen behalve ras 1, het gewone Europese ras), en er mogen sedert het begin van een adequate periode geen symptomen van Synchytrium endobioticum (Schilbersky) Percival zijn waargenomen op de plaats van produktie, noch in de onmiddellijke omgeving daarvan;

e) - de aardappelen moeten zijn geteeld in gebieden waar Pseudomonas solanacearum (Smith) Smith voor zover bekend niet voorkomt, en

- zij moeten bij in het groeiseizoen verrichte controles en onderzoeken van, naar gelang van het geval, gewas- of bodemmonsters vrij zijn bevonden van de volgende schadelijke organismen: Globodera pallida (Stone) Behrens, Globodera rostochiensis (Wollenweber) Behrens, Clavibacter michiganensis Smith (Davis) et al ssp. sepedonicus (Spieckermann et Kotthoff) Davis et al, Pseudomonas solanacearum (Smith) Smith, potato spindle tuber viroid, potato stolbur mycoplasm en Synchytrium endobioticum (Schilbersky) Percival. De resultaten van deze controles en onderzoeken moeten ter beschikking van de Commissie worden gehouden als zij daarom verzoekt;

f) op de invoer van aardappelen in de Republiek Senegal en de afzet van pootaardappelen en consumptieaardappelen in de Republiek Senegal moet verder regelmatig toezicht worden gehouden door volgens wetenschappelijk erkende methoden representatieve monsters te onderzoeken en te testen op Clavibacter michiganensis (Smith) Davis et al. ssp. sepedonicus (Spieckermann et Kotthoff) Davis et al., Pseudomonas solanacearum (Smith) Smith en potato spindle tuber viroid;

g) de aardappelen moeten zijn behandeld met machines die uitsluitend voor aardappelen worden gebruikt, of die na gebruik voor andere doeleinden op adequate wijze zijn gedesinfecteerd;

h) de aardappelen moeten zijn verpakt in nieuwe zakken of in recipiënten die op adequate wijze zijn gedesinfecteerd; op elke zak of recipiënt wordt een officieel etiket aangebracht met de in de bijlage aangegeven informatie;

i) de aardappelen moeten van aarde, bladeren en andere plantenresten zijn ontdaan voordat zij worden uitgevoerd;

j) de voor de Gemeenschap bestemde aardappelen dienen vergezeld te gaan van een fytosanitair certificaat dat in de Republiek Senegal overeenkomstig artikel 7 van Richtlijn 77/93/EEG is afgegeven op basis van het in die richtlijn bedoelde onderzoek, waarbij in het bijzonder is nagegaan of zij vrij zijn van de in de onder e) vermelde schadelijke organismen.

Op het certificaat moet in het vak "Aanvullende verklaring" de volgende vermelding zijn aangebracht: "Deze zending voldoet aan de bij Beschikking 96/618/EG vastgestelde voorwaarden.";

k) de aardappelen moeten worden ingevoerd via de plaatsen van binnenkomst die de Lid-Staat die van deze afwijkende regeling gebruik maakt, op zijn grondgebied heeft aangewezen met het oog op de toepassing van deze afwijkende regeling;

l) de importeur dient, voordat hij de produkten binnenbrengt, officieel in kennis te zijn gesteld van de in de onder a) tot en met l) vastgestelde voorwaarden; elke invoer in de Gemeenschap moet lang genoeg van tevoren door de importeur zijn gemeld aan de verantwoordelijke officiële instanties van de Lid-Staat van binnenkomst; deze Lid-Staat stuurt de gemelde gegevens door aan de Commissie; het gaat daarbij om de volgende gegevens:

- het soort materiaal,

- de hoeveelheid,

- de datum waarop de invoer zal plaatsvinden, en de bevestiging van de plaats van binnenkomst.

m) de krachtens artikel 12 van Richtlijn 77/93/EEG te verrichten controles zijn uitgevoerd door de in die richtlijn bedoelde verantwoordelijke officiële instanties. Onverminderd artikel 19 bis, lid 3, tweede streepje, eerste mogelijkheid, van die richtlijn bepaalt de Commissie in hoeverre de in artikel 19 bis, lid 3, tweede streepje, tweede mogelijkheid, van die richtlijn bedoelde inspecties worden geïntegreerd in het inspectieprogramma als bedoeld in artikel 19 bis, lid 5, onder c), van genoemde richtlijn;

n) Lid-Staten die van deze afwijkende regeling gebruik maken, moeten er, zo nodig in samenwerking met de Lid-Staat van binnenkomst, voor zorgen dat van elke partij aardappelen van 50 ton of minder die op grond van deze beschikking wordt ingevoerd, ten minste twee monsters van 200 knollen worden genomen voor een officieel onderzoek op Pseudomonas solanacearum overeenkomstig de door de Plantenbeschermingsorganisatie voor Europa en het gebied van de Middellandse Zee (EPPO) vastgestelde quarantaineprocedure nr. 26 (3) of enige andere procedure die is goedgekeurd volgens de procedure van artikel 16 bis van Richtlijn 77/93/EEG, en, in geval van Clavibacter michiganensis ssp. sepedonicus, voor onderzoek volgens de methode die in de Gemeenschap is vastgesteld voor de opsporing en de diagnose van Clavibacter michiganensis ssp. sepedonicus; wanneer het vermoeden bestaat dat een partij besmet is, wordt deze partij, onder officieel toezicht, apart gehouden en mag ze pas in de handel worden gebracht of gebruikt als is komen vast te staan dat bij dit onderzoek geen Clavibacter michiganensis ssp. sepedonicus of Pseudomonas solanacearum is aangetroffen en geen vermoeden van aanwezigheid van deze organismen is gerezen.

Artikel 2

Telkens wanneer de Lid-Staten gebruik maken van deze machtiging, delen zij dit mee aan de Commissie en aan de andere Lid-Staten. Zij doen de Commissie en de andere Lid-Staten vóór 1 september 1997 en 1 september 1998 gegevens toekomen over de in het invoerseizoen 1996-1997, respectievelijk 1997-1998, op grond van deze beschikking ingevoerde hoeveelheden, alsmede, vóór bovengenoemde data, een gedetailleerd technisch verslag over het in artikel 1, lid 2, onder m), bedoelde officiële onderzoek dat is verricht in het invoerseizoen 1996-1997, respectievelijk 1997-1998; aan de Commissie wordt een kopie van elk fytosanitair certificaat toegezonden.

Artikel 3

1. De in artikel 1 verleende machtiging geldt van 1 december 1996 tot en met 30 april 1997 en van 1 december 1997 tot en met 30 april 1998.

2. De machtiging wordt ingetrokken indien blijkt dat de bij artikel 1, lid 2, vastgestelde voorwaarden niet toereikend zijn om het binnenbrengen van schadelijke organismen te voorkomen of dat niet aan deze voorwaarden wordt voldaan.

Artikel 4

Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 16 oktober 1996.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 26 van 31. 1. 1977, blz. 20.

(2) PB nr. L 68 van 19. 3. 1996, blz. 24.

(3) Bulletin OEPP/EPPO, 20, 255-262 (1990).

BIJLAGE

OP HET ETIKET TE VERMELDEN INFORMATIE

(als bedoeld in artikel 1, lid 2, onder h))

1. Naam van de instantie die het etiket afgeeft.

2. Indien beschikbaar, naam van de organisatie van exporteurs.

3. Vermelding "Senegalese aardappelen voor menselijke consumptie".

4. Ras.

5. Plaats van produktie (de naam van het plaatselijk fytosanitair bureau van het gebied waarin de plaats is gelegen, moet worden vermeld).

6. Grootte.

7. Aangegeven nettogewicht.

8. Vermelding "In overeenstemming met de EG-voorschriften 1996".

9. Een stempel of een gedrukt zegel van de Senegalese Planteziektenkundige Dienst.

10. Een gemakkelijk te onderscheiden aanduiding van de partij zoals een code, merkteken of enig andere van buitenaf duidelijk waarneembaar herkenningsteken.

Top