Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31995D0279

    95/279/EG: Beschikking van de Commissie van 12 juli 1995 tot vaststelling van sommige bepalingen ter uitvoering van Beschikking 93/588/EEG van de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma voor de beroepsopleiding van ambtenaren belast met de indirecte fiscaliteit

    PB L 172 van 22.7.1995, p. 24–27 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 01/07/1997

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1995/279/oj

    31995D0279

    95/279/EG: Beschikking van de Commissie van 12 juli 1995 tot vaststelling van sommige bepalingen ter uitvoering van Beschikking 93/588/EEG van de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma voor de beroepsopleiding van ambtenaren belast met de indirecte fiscaliteit

    Publicatieblad Nr. L 172 van 22/07/1995 blz. 0024 - 0027


    BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 12 juli 1995 tot vaststelling van sommige bepalingen ter uitvoering van Beschikking 93/588/EEG van de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma voor de beroepsopleiding van ambtenaren belast met de indirecte fiscaliteit (95/279/EG)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Beschikking 93/588/EEG van de Raad van 29 oktober 1993 tot vaststelling van een communautair actieprogramma voor de beroepsopleiding van ambtenaren belast met de indirecte fiscaliteit (Matthaeus-Tax-programma) (1),

    Overwegende dat op grond van artikel 4, onder c), van Beschikking 93/588/EEG de Commissie gehouden is gemeenschappelijke beroepsopleidingsprogramma's op te stellen ten behoeve van de ambtenaren belast met de indirecte fiscaliteit;

    Overwegende dat deze programma's onontbeerlijk zijn om de doelen van het Matthaeus-Tax-programma te bereiken, met name dat van een betere toepassing van het Gemeenschapsrecht;

    Overwegende dat deze gemeenschappelijke programma's noodzakelijk zijn geworden door de verscheidenheid van het onderwijs dat in de opleidingscentra voor het belastingwezen in de Lid-Staten wordt gegeven;

    Overwegende dat deze gemeenschappelijke programma's een geschikt middel zijn om ambtenaren in de hele Gemeenschap een vergelijkbare opleiding te verstrekken;

    Overwegende dat het onontbeerlijk is om bij voorrang een gemeenschappelijk programma voor ambtenaren in opleiding op te stellen en dat dit programma betrekking dient te hebben op alle aspecten van de fiscaliteit;

    Overwegende dat in dit programma een grote plaats moet worden ingeruimd voor de studie van de Instellingen van de Gemeenschap en de grondslagen daarvan, aangezien de ambtenaren belast met de indirecte fiscaliteit in toenemende mate rekening moeten houden met die communautaire elementen;

    Overwegende dat sommige internationale overeenkomsten een belangrijke bron van Gemeenschapsrecht vormen en dat het derhalve belangrijk is dat de ambtenaren belast met de indirecte fiscaliteit kennis nemen van de bepalingen die inherent zijn aan deze overeenkomsten en van de gevolgen ervan voor het Gemeenschapsrecht;

    Overwegende dat dit gemeenschappelijk programma een katalysator zal zijn voor de eenwording van de vorming op het gebied van de indirecte belastingen in de Gemeenschap en versneld zal bijdragen tot de bewustwording bij de ambtenaren belast met de indirecte fiscaliteit dat hun werk steeds meer een communautaire dimensie heeft;

    Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Matthaeus-Tax-Comité,

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

    Artikel 1

    Ten behoeve van de ambtenaren belast met de indirecte fiscaliteit wordt een gemeenschappelijk beroepsopleidingsprogramma, hierna "gemeenschappelijk programma" genoemd, waarvan de inhoud in de bijlage wordt beschreven, ingevoerd aan de opleidingscentra voor de indirecte fiscaliteit van de Lid-Staten.

    Artikel 2

    In deze beschikking wordt verstaan onder:

    1. opleidingscentrum voor de indirecte fiscaliteit: iedere instelling of afdeling waaraan een beroepsopleiding wordt verstrekt aan ambtenaren belast met de indirecte fiscaliteit;

    2. ambtenaren in opleiding: zowel ambtenaren die aan het begin staan van deze loopbaan of die in een nieuwe rang aanvangen, als ambtenaren die reeds in dienst zijn maar die niet meer dan vijf jaar werkzaam zijn bij de betrokken dienst.

    Artikel 3

    Het gemeenschappelijk programma is gericht op ambtenaren belast met de indirecte fiscaliteit en met de toepassing van het Gemeenschapsrecht, ongeacht de plaats waar zij hun functie uitoefenen.

    Artikel 4

    1. Het gemeenschappelijk programma is bedoeld voor alle ambtenaren in opleiding.

    2. Voor de ambtenaren die hun initiële opleiding hebben voltooid, zullen de nationale diensten na- en bijscholingscursussen organiseren om de inhoud van het gemeenschappelijk opleidingsprogramma te onderwijzen voorzover dit nog noodzakelijk mocht zijn.

    Artikel 5

    De tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk programma moet gespreid worden over een periode die overeenkomt met de duur van de initiële opleiding in elke nationale dienst voor de indirecte belastingen.

    Bij de diensten voor de indirecte belastingen die thans geen initiële opleiding verstrekken, mag deze periode ten hoogste drie jaar zijn.

    Artikel 6

    Elke Lid-Staat deelt de Commissie de bepalingen en regelingen inzake de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk programma mede.

    Artikel 7

    De tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk programma vormt geen beletsel voor de invoering aan de opleidingscentra voor de indirecte belastingen van aanvullende nationale programma's.

    Artikel 8

    De Lid-Staten voeren het gemeenschappelijk programma in met ingang van 1 juni 1995.

    Artikel 9

    Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten.

    Gedaan te Brussel, 12 juli 1995.

    Voor de Commissie Mario MONTI Lid van de Commissie

    BIJLAGE

    GEMEENSCHAPPELIJK BEROEPSOPLEIDINGSPROGRAMMA VOOR AMBTENAREN BELAST MET DE INDIRECTE FISCALITEIT IN DE LID-STATEN IN HET KADER VAN DE INITIËLE OPLEIDING

    Opmerking vooraf Met het hierna beschreven gemeenschappelijk opleidingsprogramma wordt niet beoogd een volledig overzicht te geven van het onderwijs dat in het kader van dit programma wordt gegeven.

    Het doel ervan is om ambtenaren belast met de indirecte fiscaliteit in de Lid-Staten de basis van een gemeenschappelijke opleiding te geven, welke onontbeerlijk is voor een goed begrip van hun taak en voor de uitvoering van hun werkzaamheden.

    I. De Europese Gemeenschappen - Rechtsgrondslagen: Verdrag van Parijs (EGKS) en Verdrag van Rome (Euratom, EG), zoals gewijzigd bij de Europese Akte en het Verdrag betreffende de Europese Unie;

    - De Gemeenschapsinstellingen en de werking ervan:

    - Europees Parlement,

    - Raad,

    - Commissie,

    - Hof van Justitie en Gerecht van eerste aanleg,

    - Rekenkamer;

    - De Europese Raad (artikel D van het Verdrag betreffende de Europese Unie);

    - De controlerende en raadgevende organen:

    - Comité van de Regio's,

    - Economisch en Sociaal Comité;

    - De eigen middelen van de Gemeenschap:

    - douanerechten,

    - landbouwheffingen,

    - BTW-eigen middelen,

    - aanvullende eigen middelen vastgesteld op basis van de som van de BNP's van de Lid-Staten.

    II. De grondslagen van de Europese Gemeenschap - Douane-unie;

    - Interne markt:

    - vrij verkeer van goederen,

    - vrij verkeer van personen,

    - vrij verkeer van kapitaal,

    - vrij verkeer van diensten;

    - Het gemeenschappelijk beleid, met name:

    - handelsbeleid,

    - landbouwbeleid,

    - visserijbeleid,

    - vervoerbeleid.

    III. De bronnen van Gemeenschapsrecht - Interne bronnen:

    - verdragen,

    - afgeleid recht,

    - jurisprudentie van het Hof van Justitie;

    - Internationaal recht:

    - internationale overeenkomsten waarbij de Europese Gemeenschap verdragsluitende partij is en door de Gemeenschap gesloten akkoorden,

    - door de Lid-Staten gesloten akkoorden.

    IV. Het Gemeenschapsrecht ter zake van de indirecte belastingen 1. Juridisch kader: Verdrag, richtlijnen en verordeningen, nationale omzettingsmaatregelen.

    2. Accijnzen (1) a) definitie en historiek van de harmonisatie der accijnzen;

    b) algemene maatregelen:

    - toepassingsgebied (materieel en grondgebied),

    - belastbaar feit,

    - verschuldigdheid van de belasting,

    - schorsingsregeling en bedoelde categorieën: fiskaal entrepot, erkend entrepothouder, geregistreerd bedrijf, niet-geregistreerd bedrijf, fiskaal vertegenwoordiger;

    c) verkeer onder de schorsingsregeling:

    - verplichting tot het stellen van een zekerheid,

    - geleidedocument en aanzuivering,

    - goederen verkregen door particulieren,

    - afstandsverkopen,

    - verkeer door de EVA-landen,

    - onregelmatigheden en inbreuken,

    - terugbetalingen en vrijstellingen;

    d) structuur en tarieven van de categorieën aan accijns onderworpen produkten:

    - tabaksprodukten,

    - minerale oliën,

    - alcohol en alcoholhoudende dranken.

    3. BTW (2) a) voorgeschiedenis en kenmerken van de BTW;

    b) algemene grondbeginselen van de BTW:

    - werkingssfeer,

    - geografisch toepassingsgebied,

    - belastingplichtigen,

    - belastbare handelingen,

    - belastbaar feit en verschuldigdheid van de belasting,

    - maatstaf van heffing,

    - tarieven,

    - vrijstellingen,

    - aftrek,

    - tot voldoening van de belasting gehouden personen,

    - verplichtingen van de tot voldoening van de belasting gehouden personen,

    - bijzondere regelingen;

    c) toepassing van deze grondbeginselen op:

    - transacties in het binnenland,

    - transacties tussen Lid-Staten,

    - transacties met derde landen.

    4. Administratieve samenwerking en wederzijdse bijstand tussen de belastingdiensten van de Lid-Staten a) Richtlijn 77/799/EEG betreffende de wederzijdse bijstand;

    b) Verordening (EEG) nr. 218/92 betreffende de administratieve samenwerking;

    c) Richtlijn 76/308/EEG betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen.

    Top