This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 31995D0180
95/180/EC: Commission Decision of 2 May 1995 accepting a modified undertaking offered by the Royal Thai Government in connection with the countervailing duty proceeding concerning imports of ball bearings with a greatest external diameter not exceeding 30 mm originating in Thailand
95/180/EG: Besluit van de Commissie van 2 mei 1995 tot aanvaarding van een gewijzigde verbintenis door de Koninklijke Thaise Regering aangeboden in verband met de procedure inzake een compenserend recht op de invoer van kogellagers met een grootste uitwendige diameter van niet meer dan 30 mm, van oorsprong uit Thailand
95/180/EG: Besluit van de Commissie van 2 mei 1995 tot aanvaarding van een gewijzigde verbintenis door de Koninklijke Thaise Regering aangeboden in verband met de procedure inzake een compenserend recht op de invoer van kogellagers met een grootste uitwendige diameter van niet meer dan 30 mm, van oorsprong uit Thailand
PB L 118 van 25.5.1995, p. 94–96
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
No longer in force, Date of end of validity: 01/05/2000
95/180/EG: Besluit van de Commissie van 2 mei 1995 tot aanvaarding van een gewijzigde verbintenis door de Koninklijke Thaise Regering aangeboden in verband met de procedure inzake een compenserend recht op de invoer van kogellagers met een grootste uitwendige diameter van niet meer dan 30 mm, van oorsprong uit Thailand
Publicatieblad Nr. L 118 van 25/05/1995 blz. 0094 - 0096
BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 2 mei 1995 tot aanvaarding van een gewijzigde verbintenis door de Koninklijke Thaise Regering aangeboden in verband met de procedure inzake een compenserend recht op de invoer van kogellagers met een grootste uitwendige diameter van niet meer dan 30 mm, van oorsprong uit Thailand (95/180/EG) DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, Gelet op Verordening (EG) nr. 3284/94 van de Raad van 22 december 1994 inzake beschermende maatregelen tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1), inzonderheid op de artikelen 10 en 13, Na overleg in het Raadgevend Comité, Overwegende hetgeen volgt: A. VOORAFGAANDE PROCEDURE (1) In juni 1988 heeft de Commissie een anti-subsidieprocedure betreffende de invoer van bepaalde kogellagers van oorsprong uit Thailand (2) ingeleid naar aanleiding van een klacht die door de Federatie van Europese Verenigingen van Lagerfabrikanten (Febma) was ingediend. De betrokken produkten zijn kogellagers met een grootste uitwendige diameter van niet meer dan 30 mm hierna "kogellagers" genoemd, van oorsprong uit Thailand. (2) De Commissie stelde vast dat de vorengenoemde invoer met subsidiëring plaatsvond en de bedrijfstak van de Gemeenschap aanzienlijke schade toebracht. In het licht van deze bevindingen heeft de Koninklijke Thaise Regering een verbintenis aangeboden om de gevolgen van de subsidiëring op te heffen. Deze verbintenis bestond erin dat op elke naar de Gemeenschap uitgevoerde kogellager een uitvoerheffing van 1,76 baht, gelijk aan het geconstateerde subsidiebedrag, zou worden geheven. (3) In juni 1990 werd de verbintenis bij Besluit 90/266/EEG van de Commissie (3) aanvaard en werd het onderzoek beëndigd. (4) In juli 1993 stelde de Commissie na een herzieningsonderzoek vast dat de subsidie was teruggelopen tot 0,91 baht per stuk. Nadat zij van deze bevindingen in kennis was gesteld, bracht de Koninklijke Thaise Regering de uitvoerheffing terug tot 0,91 baht per naar de Gemeenschap uitgevoerde kogellager en bood zij een gewijzigde versie van de desbetreffende verbintenis aan. Deze werd door de Commissie aanvaard bij Besluit 93/381/EEG (4). (5) Om te voorkomen dat de uitvoerheffing door indirecte invoer wordt ontdoken heeft de Raad bovendien bij Verordening (EEG) nr. 1781/93 (5) een definitief compenserend recht ingesteld op kogellagers van oorsprong uit Thailand die uit een ander land naar de Gemeenschap worden uitgevoerd. (6) In september 1994 heeft de Commissie, na verder onderzoek, bij Besluit 94/639/EG (1), een nieuwe versie van de verbintenis aanvaard waarbij, in navolging van de verlaagde subsidie, de uitvoerheffing tot 0,72 baht per kogellager werd verlaagd. Bij Verordening (EG) nr. 2271/94 van de Raad (2) werd het compenserende recht op de indirecte invoer tot 5,3 % verlaagd teneinde rekening te houden met de verlaagde uitvoerheffing. B. HEROPENING VAN HET ONDERZOEK (7) Naderhand kreeg de Commissie kennis van bewijsmateriaal waaruit bleek dat het subsidiebedrag was gewijzigd. Met het oog hierop heeft de Commissie in december 1994 door middel van een bericht in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen (3) een nieuw onderzoek van Besluit 94/639/EG en van Verordening (EG) nr. 2271/94 ingeleid. (8) De Commissie heeft de Koninklijke Thaise Regering, de haar bekende exporteurs en importeurs evenals de klager in het oorspronkelijke onderzoek (Febma) hiervan officieel in kennis gesteld en de rechtstreeks betrokkenen de gelegenheid gegeven hun standpunt schriftelijk kenbaar te maken en te verzoeken om te worden gehoord. De Koninklijke Thaise Regering, de in Thailand gevestigde exporteurs en de producenten in de Gemeenschap die door Febma worden vertegenwoordigd hebben hun zienswijze schriftelijk kenbaar gemaakt. (9) De Commissie heeft alle door haar noodzakelijk geachte informatie verzameld en geverifieerd en een onderzoek ingesteld ten kantore van de volgende belanghebbenden: a) Koninklijke Thaise Regering: - Department of Foreign Trade, Bangkok - Board of Investment, Bangkok b) Thaise exporteurs - NMB Thai Ltd, Ayutthaya, Thailand - Pelmec Thai Ltd, Bang Pa-in, Thailand - NMB Hi-Tech Ltd, Bang Pa-in, Thailand Al deze exporterende ondernemingen zijn volle dochterondernemingen van Minebea Co. Ltd, Japan. C. HERBEREKENING VAN DE SUBSIDIE (10) Ten aanzien van de mogelijkheid tot het instellen van compenserende rechten op de betrokken subsidies werd geen nieuw bewijsmateriaal naar voren gebracht. De Commissie handhaaft derhalve haar in Besluit 94/639/EG neergelegde conclusie dat ten aanzien van alle door de Koninklijke Thaise Regering aan de exporteurs NMB Thai Ltd., Pelmec Thai Ltd., en NMB Hi-Tech Ltd. verleende subsidies nog steeds compenserende rechten kunnen worden ingesteld. (11) De Commissie heeft de in de periode van 1 oktober 1993 tot en met 31 maart 1994, hierna het "onderzoektijdvak" genoemd, verleende subsidie berekend. Dit is de meest recente periode waarvoor gecontroleerde rekeningen voor de exporteurs zijn opgesteld. Het is een tussentijdse verslagperiode die het gevolg is van een wijziging van het boekjaar van de exporteurs, dat thans op 1 april begint in plaats van op 1 oktober, zoals in het verleden. a) Vrijstelling van vennootschapsbelasting i) Vrijstelling overeenkomstig artikel 31 (12) Vastgesteld werd dat NMB Thai niet langer voor de vrijstelling van artikel 31 van de Thaise Wet ter bevordering van investeringen in aanmerking komt, omdat de in de investeringscertificaten vastgestelde termijn voor deze vrijstelling thans is verstreken. Pelmec Thai leed gedurende het onderzoektijdvak verlies en kon derhalve van deze vrijstelling geen gebruik maken. NMB Hi-Tech was gedurende het onderzoektijdvak wel winstgevend en komt nog steeds in aanmerking voor de vrijstelling. Zij was derhalve de enige exporteur die hiervan profiteerde. De subsidie - de belastbare inkomsten vermenigvuldigd met het belastingpercentage van 30 % - bedroeg 43,9 miljoen baht. ii) Artikel 36, lid 4 (13) De Commissie stelt vast dat zowel NMB Thai als NMB Hi-Tech nog steeds subsidie ontvangen ingevolge artikel 36, lid 4, van genoemde wet, krachtens welke deze ondernemingen op hun belastbare inkomsten een bedrag van 5 % van de toename van hun exportopbrengsten in het voorgaande jaar in mindering kunnen brengen. De berekeningsmethode is dezelfde als voor de vrijstelling ingevolge artikel 31 en de subsidies bedragen: >RUIMTE VOOR DE TABEL> b) Vrijstelling van invoer op machines en onontbeerlijke materialen (14) Alle exporteurs blijven voor volledige vrijstelling van invoerrechten op machines en onontbeerlijke materialen in aanmerking komen. Evenals bij het oorspronkelijke onderzoek werd de subsidie voor machines op afschrijvingsbasis berekend, waarbij de waarde van de vrijstelling over een periode van tien jaar werd gespreid, en werd de subsidie voor onontbeerlijke materialen (onder meer machineonderdelen en gereedschappen) gedurende het onderzoektijdvak op kostenbasis vastgesteld. De subsidie bedroeg: >RUIMTE VOOR DE TABEL> (15) Het totale bedrag van de te compenseren subsidies gedurende het onderzoektijdvak bedroeg derhalve: >RUIMTE VOOR DE TABEL> (16) Uitgedrukt als bedrag per uit Thailand uitgevoerde kogellager en na toepassing van een wegingscoëfficiënt om rekening te houden met de door elke Thaise exporteur naar de Gemeenschap uitgevoerde hoeveelheid, bedraagt de subsidie 0,66 baht per stuk. (17) De Koninklijke Thaise Regering, de exporteurs, de importeurs en de klager in het oorspronkelijke onderzoek werden in kennis gesteld van de feiten die aan deze bevindingen ten grondslag liggen en werden in de gelegenheid gesteld commentaar te leveren. Het schriftelijke commentaar van partijen werd, waar dienstig, in overweging genomen. D. WIJZIGING VAN DE VERBINTENIS (18) De Koninklijke Thaise Regering heeft de Commissie een gewijzigde verbintenis aangeboden waarin de uitvoerheffing op naar de Gemeenschap uitgevoerde kogellagers op 0,66 baht per stuk wordt gebracht. De Commissie is gezien haar bevindingen van oordeel dat deze heffing toereikend is om het effect van de subsidie op te heffen en is derhalve van mening dat deze gewijzigde versie van de door de Koninklijke Thaise Regering aangeboden verbintenis dient te worden aanvaard. (19) Deze gewijzigde versie van de verbintenis geldt uitsluitend voor kogellagers van oorsprong uit Thailand die rechtstreeks uit dit land naar de Gemeenschap worden uitgevoerd. Kogellagers van oorsprong uit Thailand die via derde landen in de Gemeenschap worden ingevoerd, blijven aan het definitieve compenserende recht onderworpen teneinde de doeltreffendheid van de verbintenis te waarborgen en ontduiking van de uitvoerheffing tegen te gaan. Dit recht wordt bij Verordening (EG) nr. 1169/95 van de Raad (1) tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1781/93 op 4,8 % van de nettoprijs van het produkt, franco grens Gemeenschap, gesteld. (20) Het Raadgevend Comité heeft geen bezwaar gemaakt tegen de voorgestelde aanvaarding van de gewijzigde verbintenis, BESLUIT: Enig artikel Een gewijzigde verbintenis, door de Koninklijke Thaise Regering aangeboden in verband met de procedure inzake een compenserend recht op de invoer van kogellagers met een grootste uitwendige diameter van niet meer dan 30 mm, van oorsprong uit Thailand, wordt hierbij aanvaard. Gedaan te Brussel, 2 mei 1995. Voor de Commissie Leon BRITTAN Vice-Voorzitter