31980L0213

RICHTLIJN VAN DE RAAD van 22 januari 1980 tot wijziging van Richtlijn 72/461/EEG inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in vers vlees (80/213/EEG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 43 en 100,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europese Parlement (1),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (2),

Overwegende dat in Richtlijn 72/461/EEG (3), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 78/54/EEG (4), de veterinairrechtelijke voorschriften zijn vastgelegd waaraan de dieren waarvan het vlees afkomstig is, moeten voldoen;

Overwegende dat, hoewel vlees van dieren die niet aan de veterinairrechtelijke voorschriften voldoen, van het intracommunautaire handelsverkeer in vers vlees moet worden uitgesloten wegens het gevaar voor overbrenging van besmettelijke dierziekten, dit vlees voor andere doeleinden kan worden gebruikt, wanneer het een behandeling heeft ondergaan waardoor de kiemen van deze ziekten worden vernietigd;

Overwegende dat dit vlees bijgevolg van een bijzonder merk moet worden voorzien, waardoor het als vers vlees van het intracommunautaire handelsverkeer wordt uitgesloten, doch waardoor gewaarborgd wordt dat het aan de nodige gezondheidseisen voldoet om met name bij de bereiding van bepaalde soorten vleesprodukten te worden gebruikt,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Richtlijn 72/461/EEG wordt als volgt gewijzigd: 1. Het volgende artikel wordt ingevoegd:

"Artikel 5 bis

In afwijking van artikel 5, lid 1, mag het daarin bedoelde vlees, voor zover het niet gebruikt wordt om als vers vlees in het intracommunautaire handelsverkeer te worden gebracht, overeenkomstig bijlage I, hoofdstuk IX, van Richtlijn 64/433/EEG worden gemerkt, mits op dat merk onmiddellijk het bijzondere merk overeenkomstig de bijlage van de onderhavige richtlijn wordt geplaatst.

Voor het bewaren en het gebruik van de merkinstrumenten is bijlage I, hoofdstuk IX, punt 39, van Richtlijn 64/433/EEG van overeenkomstige toepassing.

Dit vlees moet in een andere ruimte of op andere tijdstippen worden verkregen, uitgesneden, (1)PB nr. C 289 van 19.11.1979, blz. 42. (2)Advies uitgebracht op 24/25.10.1979 (nog niet verschenen in het Publikatieblad). (3)PB nr. L 302 van 31.12.1972, blz. 24. (4)PB nr. L 16 van 20.1.1978, blz. 22. vervoerd en opgeslagen dan vlees dat bestemd is om als vers vlees in het intracommunautaire handelsverkeer te worden gebracht.";

2. De volgende bijlage wordt toegevoegd:

"BIJLAGE

Merken van vlees met een andere bestemming dan het intracommunautaire handelsverkeer in vers vlees 1. Het bijzondere merk dient zodanig te worden geplaatst dat het in bijlage I, hoofdstuk IX, punt 40, van Richtlijn 64/433/EEG omschreven ovale stempel wordt overstempeld met een schuin liggend kruis, bestaande uit twee loodrecht op elkaar staande balken, zodat het snijpunt van het kruis in het midden van het stempel ligt en de aanduidingen van het stempel leesbaar blijven.

2. De in punt 1 genoemde stempelafdrukken kunnen ook met één enkel stempel worden aangebracht ; dit stempel moet een ovaal stempel zijn met een lengte van 6,5 cm en een hoogte van 4,5 cm ; het stempel dient, duidelijk leesbaar, de volgende aanduidingen te bevatten: - in het bovenste gedeelte, in hoofdletters, de naam van het land van verzending;

- in het midden het toelatingsnummer van het slachthuis;

- in het onderste gedeelte een van de afkortingen CEE - EEG - EWG - EØF - EEC;

- twee lijnen die loodrecht op elkaar staan, schuin door het stempel lopen en elkaar in het midden ervan kruisen ; zij moeten zodanig zijn aangebracht dat de aanduidingen leesbaar blijven.

De letters dienen 0,8 cm en de cijfers 1 cm hoog te zijn.

Het stempel mag voorts een aanduiding bevatten aan de hand waarvan het mogelijk is de dierenarts die de keuring van het vlees heeft verricht, te identificeren.".

Artikel 2

De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 31 december 1980 aan deze richtlijn te voldoen.

Artikel 3

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 22 januari 1980.

Voor de Raad

De Voorzitter

G. MARCORA