Pasirinkite eksperimentines funkcijas, kurias norite išbandyti

Šis dokumentas gautas iš interneto svetainės „EUR-Lex“

Dokumentas 62021TB0318

    Zaak T-318/21: Beschikking van het Gerecht van 29 juni 2023 — KF/EIB (“Openbare dienst – Personeel van de EIB – Invaliditeitscommissie – Weigering om de invaliditeit te erkennen – Afwijzing van een administratief beroep – Aanhangigheid – Niet-ontvankelijkheid”)

    PB C 304 van 28.8.2023, p. 22—23 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    28.8.2023   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 304/22


    Beschikking van het Gerecht van 29 juni 2023 — KF/EIB

    (Zaak T-318/21) (1)

    (“Openbare dienst - Personeel van de EIB - Invaliditeitscommissie - Weigering om de invaliditeit te erkennen - Afwijzing van een administratief beroep - Aanhangigheid - Niet-ontvankelijkheid”)

    (2023/C 304/26)

    Procestaal: Engels

    Partijen

    Verzoekende partij: KF (vertegenwoordiger: L. Levi, advocaat)

    Verwerende partij: Europese Investeringsbank (vertegenwoordigers: K. Carr, G. Faedo en J. Pawlowicz, gemachtigden, bijgestaan door B. Wägenbaur, advocaat)

    Voorwerp

    Met haar beroep krachtens artikel 270 VWEU en artikel 50 bis van het Statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie vordert verzoekster primair nietigverklaring van, ten eerste, het besluit van de Europese Investeringsbank (EIB) van 13 oktober 2020 waarbij zij verzoekster heeft meegedeeld dat zij niet invalide was, en, ten tweede, haar besluit van 9 maart 2021 tot afwijzing van verzoeksters verzoek tot instelling van administratief beroep tegen het besluit van 13 oktober 2020, en subsidiair vergoeding van de schade die zij door deze besluiten heeft geleden.

    Dictum

    1)

    Het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard.

    2)

    De Europese Investeringsbank (EIB) wordt verwezen in de kosten.


    (1)  PB C 297 van 26.7.2021.


    Į viršų