This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62021CN0553
Case C-553/21: Request for a preliminary ruling from the Bundesfinanzhof (Germany) lodged on 8 September 2021 — Hauptzollamt Hamburg v Shell Deutschland Oil GmbH
Zaak C-553/21: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesfinanzhof (Duitsland) op 8 september 2021 — Hauptzollamt Hamburg / Shell Deutschland Oil GmbH
Zaak C-553/21: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesfinanzhof (Duitsland) op 8 september 2021 — Hauptzollamt Hamburg / Shell Deutschland Oil GmbH
PB C 490 van 6.12.2021, p. 22–22
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
6.12.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 490/22 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesfinanzhof (Duitsland) op 8 september 2021 — Hauptzollamt Hamburg / Shell Deutschland Oil GmbH
(Zaak C-553/21)
(2021/C 490/21)
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Bundesfinanzhof
Partijen in het hoofdgeding
Verzoeker tot “Revision”: Hauptzollamt Hamburg
Verweerster in “Revision”: Shell Deutschland Oil GmbH
Prejudiciële vraag
Geldt het Unierechtelijke evenredigheidsbeginsel ook voor de facultatieve belastingverlaging als bedoeld in artikel 5, eerste volzin, vierde streepje, van richtlijn 2003/96 (1), met als gevolg dat de lidstaat de belastingverlaging niet mag weigeren na het verstrijken van de in zijn nationaal recht gestelde termijn om deze verlaging aan te vragen, wanneer op het tijdstip waarop de aanvraag bij de bevoegde instantie toekomt, de vaststelling van de belasting nog niet is verjaard?
(1) Richtlijn 2003/96/EG van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit (PB 2003, L 283, blz. 51).