Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62021CN0403

    Zaak C-403/21: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Consiliul Naţional de Soluţionare a Contestaţiilor (Roemenië) op 29 juni 2021 — SC NV Construct SRL / Judeţul Timiş

    PB C 401 van 4.10.2021, p. 3–3 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    4.10.2021   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 401/3


    Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Consiliul Naţional de Soluţionare a Contestaţiilor (Roemenië) op 29 juni 2021 — SC NV Construct SRL / Judeţul Timiş

    (Zaak C-403/21)

    (2021/C 401/03)

    Procestaal: Roemeens

    Verwijzende rechter

    Consiliul Naţional de Soluţionare a Contestaţiilor

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: SC NV Construct SRL

    Aanbestedende dienst: Judeţul Timiş

    Andere partij in de procedure: SC Proiect Construct Regiunea Transilvania SRL

    Prejudiciële vragen

    1)

    Moeten de bepalingen van artikel 58 van richtlijn [2014/24] (1), het evenredigheidsbeginsel en het aansprakelijkheidsbeginsel aldus worden uitgelegd dat de aanbestedende dienst met betrekking tot activiteiten van ondergeschikt belang in de opdracht het recht heeft om de criteria inzake technische bekwaamheid vast te stellen, dat wil zeggen om te beoordelen of het al dan niet noodzakelijk is om in de aanbestedingsstukken criteria op te nemen inzake technische en beroepsbekwaamheid alsmede de bekwaamheid om de technische en beroepsactiviteit uit te oefenen die volgt uit de bepalingen van bijzondere wetten?

    2)

    Verzetten het transparantie- en het evenredigheidsbeginsel zich ertegen dat in de aanbestedingsstukken automatisch kwalificatiecriteria worden opgenomen die voortvloeien uit bijzondere wetten die van toepassing zijn op activiteiten in verband met de te gunnen opdracht, die niet in de aanbestedingsstukken waren opgenomen en die de aanbestedende dienst niet aan de ondernemers heeft willen opleggen?

    3)

    Verzetten artikel 63 van de richtlijn en het evenredigheidsbeginsel zich tegen de uitsluiting van de [aanbestedingsprocedure] van een inschrijver die geen ondernemer bij naam als onderaannemer heeft aangewezen om aan te tonen dat is voldaan aan bepaalde criteria inzake technische bekwaamheid en beroepsbekwaamheid en de bekwaamheid om de technische en beroepsactiviteit uit te oefenen, die voortvloeien uit bepalingen van bijzondere wetten en die niet in de aanbestedingsstukken zijn opgenomen, wanneer de betrokken inschrijver heeft gekozen voor een andere contractuele vorm van betrokkenheid van specialisten bij de opdracht, namelijk [een] opdracht voor leveringen/diensten, of [een] verklaring heeft overgelegd waaruit blijkt dat de onderaannemers beschikbaar zijn voor de opdracht? Heeft de ondernemer het recht om zijn eigen organisatie en contractuele betrekkingen binnen de groep te bepalen, en is het mogelijk om bepaalde dienstverleners/leveranciers bij de opdracht te betrekken, wanneer deze niet behoren tot de entiteiten op wier capaciteit de inschrijver zich wil beroepen om aan te tonen dat aan de relevante criteria is voldaan?


    (1)  Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van richtlijn 2004/18/EG (PB 2014, L 94, blz. 65).


    Top