EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62019CN0768
Case C-768/19: Request for a preliminary ruling from the Bundesverwaltungsgericht (Germany) lodged on 18 October 2019 — Bundesrepublik Deutschland v SE
Zaak C-768/19: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesverwaltungsgericht (Duitsland) op 18 oktober 2019 – Bondsrepubliek Duitsland/SE
Zaak C-768/19: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesverwaltungsgericht (Duitsland) op 18 oktober 2019 – Bondsrepubliek Duitsland/SE
PB C 19 van 20.1.2020, p. 16–17
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
20.1.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 19/16 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesverwaltungsgericht (Duitsland) op 18 oktober 2019 – Bondsrepubliek Duitsland/SE
(Zaak C-768/19)
(2020/C 19/21)
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Bundesverwaltungsgericht
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Bondsrepubliek Duitsland
Verwerende partij: SE
In tegenwoordigheid van: Der Vertreter des Bundesinteresses beim Bundesverwaltungsgericht
Prejudiciële vragen
1) |
Moet ten aanzien van een asielzoeker die voordat zijn kind meerderjarig is geworden – waarmee hij in het land van herkomst in gezinsverband leefde en waaraan op basis van een verzoek om bescherming dat vóór zijn meerderjarigheid is ingediend, de subsidiairebeschermingsstatus is verleend nadat het meerderjarig was geworden (hierna: „persoon die bescherming geniet”) – de lidstaat van ontvangst van de persoon die bescherming geniet is binnengekomen en daar ook een verzoek om internationale bescherming heeft ingediend (hierna: „asielzoeker”), en met betrekking tot een nationale regeling die voor de toekenning van een recht op verlening van subsidiaire bescherming, dat van de persoon die bescherming geniet wordt afgeleid, naar artikel 2, onder j), van richtlijn 2011/95/EU (1) verwijst, de vraag of de persoon die bescherming geniet „minderjarig” in de zin van artikel 2, onder j), derde streepje, van richtlijn 2011/95/EU is, worden beoordeeld op het tijdstip waarop over het asielverzoek van de asielzoeker wordt beslist, dan wel op een eerder tijdstip, bijvoorbeeld op het tijdstip waarop
|
2) |
Voor het geval
|
3) |
|
4) |
Houdt een asielzoeker op een gezinslid in de zin van artikel 2, onder j), derde streepje, van richtlijn 2011/95/EU te zijn op het tijdstip waarop de persoon die bescherming geniet meerderjarig wordt en een daarmee verbonden verantwoordelijkheid voor een minderjarige en ongehuwde persoon wegvalt? Indien het antwoord op deze vraag ontkennend luidt: blijft deze hoedanigheid van gezinslid (en de daarmee verbonden rechten) ook na dit tijdstip zonder beperking in de tijd bestaan of houdt zij op te bestaan na een bepaalde termijn (zo ja, welke?) of wanneer zich bepaalde gebeurtenissen voordoen (zo ja, welke?)? |
(1) Richtlijn 2011/95/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 inzake normen voor de erkenning van onderdanen van derde landen of staatlozen als personen die internationale bescherming genieten, voor een uniforme status voor vluchtelingen of voor personen die in aanmerking komen voor subsidiaire bescherming, en voor de inhoud van de verleende bescherming (PB 2011, L 337, blz. 9, met rectificatie in PB 2017, L 167, blz. 58).