Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52016AE5303

    Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — Connectiviteit voor een competitieve digitale eengemaakte markt — Naar een Europese gigabitmaatschappij (COM(2016) 587 final)

    PB C 125 van 21.4.2017, p. 51–55 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    21.4.2017   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 125/51


    Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — Connectiviteit voor een competitieve digitale eengemaakte markt — Naar een Europese gigabitmaatschappij

    (COM(2016) 587 final)

    (2017/C 125/07)

    Afdelingsrapporteur:

    Ulrich SAMM

    Raadpleging

    Europese Commissie, 24.11.2016

    Rechtsgrondslag

    Artikel 304 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

    Bevoegde afdeling

    Vervoer, Energie, Infrastructuur en Informatiemaatschappij

    Goedkeuring door de afdeling

    11.1.2017

    Goedkeuring door de voltallige vergadering

    26.1.2017

    Zitting nr.

    522

    Stemuitslag

    (voor/tegen/onthoudingen)

    163/2/1

    1.   Conclusies en aanbevelingen

    1.1.

    Het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) wil graag benadrukken dat digitale technologie een steeds grotere rol speelt in onze economie en ons sociale leven. Als Europa wil blijven concurreren, nieuwe bedrijven een kans wil geven en werkgelegenheid wil scheppen, moet er prioriteit worden toegekend aan aanzienlijke investeringen in digitale infrastructuur, vooral gezien de investeringen die worden gedaan door de belangrijkste concurrenten van Europa: de VS en Azië.

    1.2.

    Het EESC is ingenomen met de mededeling en de gerelateerde EU-initiatieven met betrekking tot de Europese code voor elektronische communicatie, het Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec), het actieplan „5G” en de steunregeling voor overheidsinstanties die gratis wifi-toegang willen aanbieden (WiFi4EU).

    1.3.

    De fragmentatie van netwerkaanbieders in Europa betekent dat er richtsnoeren op EU-niveau nodig zijn om een samenhangende, pan-Europese modernisering te realiseren die de digitale eengemaakte markt ondersteunt.

    1.4.

    Het EESC merkt op dat de strategische doelstellingen voor 2025 ambitieus maar realistisch zijn, al zijn ze grotendeels afhankelijk van nationale financiering (particulier en publiek). EU-financiering wordt gebruikt voor het stimuleren en coördineren van projecten. In deze context is het EESC ingenomen met de oprichting van en steun voor het EU-netwerk van adviesbureaus voor breedband op regionaal/nationaal niveau, dat lokale overheden zal helpen de structuurfondsen toe te passen en te gebruiken.

    1.5.

    Het EESC is ook ingenomen met de invoering van een vouchersysteem dat als doel heeft de administratieve kosten en lasten te verlichten, met name voor kleine gemeenschappen en kleine en middelgrote ondernemingen.

    1.6.

    Het EESC merkt met genoegen op dat de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESIF) aanzienlijke financiering verschaffen voor breedbandnetwerken met hoge snelheid. Het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI) speelt ook een belangrijke rol. Het EESC beveelt aan deze rol te versterken door steun te verlenen voor grootschalige Europese projecten voor breedbandnetwerken met hoge snelheid, onder andere in het kader van het trans-Europees kernvervoersnetwerk, en een passend financieel en regelgevingskader te formuleren.

    1.7.

    Europa zal alle economische en sociale vruchten van de transformatie naar gigabitconnectiviteit pas kunnen plukken indien het zorgt voor netwerken met hoge capaciteit in stedelijke gebieden en op het platteland en in alle geledingen van de maatschappij. Overheidsinvesteringen zijn noodzakelijk, aangezien de markt alleen geen dekking zal realiseren in alle afgelegen gebieden en geen minimale digitale toegang zal garanderen voor kwetsbare groepen in onze maatschappij.

    1.8.

    Het EESC erkent het positieve momentum in de lidstaten wat betreft de doelstellingen voor breedband die zijn geformuleerd in het kader van de digitale agenda voor Europa in 2010 en die als referentie dienen voor beleid en nationale en regionale breedbandplannen.

    1.9.

    Het EESC neemt verheugd kennis van het „WiFi4EU”-initiatief voor gratis wifi voor alle Europeanen in openbare ruimten, overheidsgebouwen, bibliotheken, ziekenhuizen en in de openlucht. Dit initiatief heeft als doel iedereen een gratis internetverbinding te bieden met in de hele EU dezelfde digitale identiteit. Het EESC raadt met name aan daarbij de verordening betreffende elektronische identificatie, authenticatie en ondertekening (1) te volgen, aangezien deze garanties biedt op het gebied van gegevensbescherming en openbare beveiliging tegen oneigenlijk gebruik van de dienst (bijv. voor terrorisme).

    2.   Inleiding

    2.1.

    Internetverbindingen met zeer hoge capaciteit zijn belangrijk als infrastructuur voor gegevenstransport, net zoals wegen, spoorwegen, havens en luchthavens essentieel zijn voor het vervoer van goederen en mensen. Aangezien het transport van data steeds belangrijker wordt in onze economie en in ons sociale leven, is het voor onze maatschappij cruciaal dat we investeren in infrastructuur om te kunnen blijven concurreren, nieuwe bedrijven een kans te geven en nieuwe banen te scheppen.

    2.2.

    Internetconnectiviteit is belangrijk voor de digitale eengemaakte markt. De strategie van de Commissie voor de digitale eengemaakte markt van mei 2015 heeft het juiste klimaat en de juiste voorwaarden geschapen voor de uitrol van geavanceerde digitale netwerken. Het EESC is in meerdere adviezen ingegaan op het belang van deze kwesties (2), (3).

    2.3.

    De verwachting dat de servicekwaliteit van internetverbindingen in 2025 zal zijn verbeterd, wordt steeds weer bevestigd (bijvoorbeeld in de openbare raadpleging van de Europese Commissie).

    2.4.

    De gewone breedbandverbindingen die vandaag de dag beschikbaar zijn voor bijna alle Europeanen zijn niet langer goed genoeg. In de komende tien jaar zullen er breedbandnetwerken met zeer hoge capaciteit (gigabit) nodig zijn voor een breed scala aan toepassingen, zoals het internet der dingen (grotendeels draadloos), cloudcomputing, high-performance computing en big data, televisie van de volgende generatie of virtuele en aangevulde realiteit.

    2.5.

    De kwaliteit van gegevensoverdracht betreft niet alleen de snelheid, maar ook de latentietijd en betrouwbaarheid. Dankzij een veel lagere latentietijd dan momenteel mogelijk is en een hoge betrouwbaarheid, zullen nieuwe toepassingen ontstaan die snelle reactiesnelheden vereisen, zoals voertuigen die via het internet of automatisch worden bestuurd, chirurgie op afstand, tactiel internet of precisienavigatie.

    2.6.

    De mededeling COM(2016) 587 zet, samen met het werkdocument van de diensten van de Commissie SWD(2016) 300, een visie uiteen voor een Europese gigabitmaatschappij met drie strategische doelstellingen voor 2025:

    gigabitconnectiviteit als motor van sociaaleconomische ontwikkeling,

    5G-dekking (draadloos) voor alle stedelijke gebieden en alle belangrijke vervoersroutes over land,

    toegang voor alle Europese huishoudens tot een internetverbinding van ten minste 100 Mbps.

    Alle drie de doelstellingen zijn cruciaal voor de groei, werkgelegenheid en cohesie in en het concurrentievermogen van Europa.

    3.   De behoefte aan EU-coördinatie

    3.1.

    De belangrijkste concurrenten van Europa — de VS en Azië — moderniseren hun digitale infrastructuur constant. Europa heeft het voordeel dat de consumentenprijzen voor internetdiensten er lager zijn omdat er op de interne markt meer concurrentie is, maar het nadeel dat de netwerkaanbieders veel gefragmenteerder zijn. Er zijn daarom duidelijke EU-richtsnoeren nodig om een samenhangende, pan-Europese modernisering te realiseren die de digitale eengemaakte markt ondersteunt.

    3.2.

    In deze context is het EESC ingenomen met de mededeling en de gerelateerde EU-initiatieven, waarop het EESC in specifieke adviezen is ingegaan (4), (5), (6), (7):

    nieuwe voorschriften voor aanbieders van internettoegang en communicatiediensten — Europese telecomwetboek;

    Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec);

    actieplan „5G”.

    Ook is er een steunregeling voor overheidsinstanties die gratis wifi-toegang willen aanbieden.

    3.3.

    Het EESC erkent dat de breedbanddoelstellingen die in 2010 zijn geformuleerd in het kader van de digitale agenda voor Europa inmiddels door de lidstaten zijn overgenomen en als referentie dienen voor hun beleid. Veel lidstaten hebben hun nationale en regionale breedbandplannen zelfs afgestemd op die doelstellingen.

    3.4.

    Het EESC is ook verheugd dat de doelstellingen zijn overgenomen als referentiewaarden voor de voorschriften en richtsnoeren van zowel de Europese structuur- en investeringsfondsen als de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen (CEF Breedband) en voor de richtsnoeren voor staatssteun voor breedband.

    3.5.

    In de strategische doelstellingen voor 2025, zoals deze in de mededeling worden gepresenteerd, wordt een tijdsplanning uiteengezet voor de ontwikkeling van een Europese breedbandinfrastructuur met hoge capaciteit. De streefdoelen, waarvoor is uitgegaan van een versnelde investeringsgraad, zijn ambitieus, maar desalniettemin realistisch:

    gigabitconnectiviteit voor alle belangrijke sociaaleconomische actoren;

    ononderbroken 5G-dekking voor alle stedelijke gebieden en alle belangrijke vervoersroutes over land;

    5G-connectiviteit in 2020 beschikbaar als volwaardige commerciële dienst in ten minste één grote stad in elke lidstaat;

    toegang tot een internetverbinding met een downlink van ten minste 100 Mbps die kan worden opgewaardeerd naar gigabitsnelheden, voor alle Europese huishoudens, in de stad en op het platteland;

    lidstaten efficiënt overheidssteun laten geven door het combineren van subsidies en financiële instrumenten om de doelstellingen voor de lange termijn te realiseren;

    lancering van een breedbandfonds aan het eind van het jaar, voortbouwend op de CEF en het EFSI;

    in het kader van de financiële programmering van de CEF na 2020 voldoende begrotingsmiddelen beschikbaar stellen voor doelmatige financiering van breedband in gebieden met onvoldoende dekking;

    specifieke ondersteuning uit de ESIF, mogelijk met een indicatief aandeel, voor de digitale transformatie;

    opzetten van een openbare regeling van wifi-vouchers voor overheidsinstellingen zodat zij gratis wifi-verbindingen kunnen aanbieden in binnensteden;

    lidstaten oproepen om te evalueren welke vorderingen er zijn gemaakt met hun nationale breedbandplannen en deze aan het eind van 2017 bij te werken;

    aan het eind van 2016 een participatief breedbandplatform opzetten, waarbij een grote betrokkenheid van en samenwerking met relevante openbare en particuliere entiteiten moet worden gegarandeerd, voor investeringen in breedband en om vooruitgang te boeken bij de tenuitvoerlegging van de nationale breedbandplannen;

    het EU-netwerk van adviesbureaus voor breedband op regionaal/nationaal niveau opzetten en steunen.

    Uiterlijk op 1 juli 2018 moet de impact worden beoordeeld op de kosten van de door de EU gefinancierde breedbandprojecten en moeten richtsnoeren worden geformuleerd voor het bevorderen van beste praktijken.

    3.6.

    Europa zal alle economische en sociale vruchten van deze digitale transformatie pas kunnen plukken indien het ervoor zorgt dat netwerken met zeer hoge capaciteit op grote schaal worden uitgerold en benut, op het platteland en in stedelijke gebieden en in alle geledingen van de maatschappij. De markt kan echter niet alle problemen oplossen. Zo zal de markt geen:

    dekking realiseren in afgelegen gebieden; en/of

    grote kloven overbruggen tussen de implementatie van geavanceerde technologie en de eerste toepassingen en gebruikers van nieuwe diensten;

    minimale digitale toegang garanderen voor kwetsbare groepen in onze maatschappij.

    Daarom moeten er regelingen voor overheidssteun worden ingevoerd om de doelstellingen voor de hele EU en voor alle Europeanen te verwezenlijken.

    4.   Nieuwe initiatieven voor Europa

    4.1.

    Het EESC is ingenomen met de oprichting van en de steun voor het EU-netwerk van adviesbureaus voor breedband op regionaal/nationaal niveau. Dit netwerk zal een belangrijke rol spelen voor plattelandsgebieden en kleinere gemeenschappen. Het zal lokale overheden helpen de structuurfondsen toe te passen en te gebruiken door beste praktijken te verschaffen en advies te geven. Het zal ook een grote stap voorwaarts betekenen voor de ontwikkeling van plattelandsgebieden.

    4.2.

    EU-strategieën en -instrumenten zijn technologieneutraal. Het is echter bekend dat uiteindelijk alleen glasvezel optimale prestaties kan leveren. De oude monopolisten (zoals Deutsche Telekom) moeten de installatie van glasvezel niet in de weg staan en blijven investeren in hun koperdraadinfrastructuur.

    4.3.

    Slechts in enkele landen, zoals Malta, Litouwen, België en Nederland, hebben Next Generation Access (NGA)-netwerken al een bijna volledige dekking. In andere landen is de NGA-dekking veel beperkter. Sommige lidstaten met een momenteel minder ontwikkelde infrastructuur hebben toch grote technologische sprongen kunnen maken. De installatie van glasvezel biedt deze lidstaten een voordeel.

    4.4.

    „Eduroam” is wereldwijd het grootste en meest succesvolle roamingsysteem voor gratis wifi, ontwikkeld in de EU voor academici. Het biedt miljoenen studenten en andere academici gratis toegang tot wifi. Het EESC merkt verheugd op dat dit succesverhaal als model kan dienen voor het „WiFi4EU”-initiatief voor gratis wifi voor alle Europeanen in openbare ruimten, overheidsgebouwen, bibliotheken, ziekenhuizen en openbare plekken in de openlucht. Dit initiatief heeft als doel iedereen een gratis internetverbinding te bieden met in de hele EU dezelfde digitale identiteit. Het EESC raadt met name aan daarbij de verordening betreffende elektronische identificatie, authenticatie en ondertekening te volgen, aangezien deze garanties biedt op het gebied van gegevensbescherming en openbare beveiliging tegen oneigenlijk gebruik van de dienst (bijv. voor terrorisme).

    4.5.

    Vouchers die zijn bedoeld om kleine en middelgrote ondernemingen te ondersteunen, zullen door lokale autoriteiten worden gebruikt om voor installaties (kabels, antennes etc.) te betalen. Bedrijven die deze materialen installeren, sturen de vouchers naar de EU om te worden betaald. Dit systeem vermindert niet alleen de administratieve kosten en lasten, maar maakt het ook gemakkelijker om toezicht te houden en kwalitatief hoogstaande doelstellingen te formuleren.

    4.6.

    Het EESC in ingenomen met het streven naar upload-download-symmetrie voor alle belangrijke sociaaleconomische actoren, aangezien dit essentieel zal zijn voor veel toekomstige toepassingen.

    4.7.

    Het EESC vraagt om een regeling die garandeert dat kwetsbare eindgebruikers toegang hebben tot redelijke en adequate verbindingen, zodat zij sociaal en economisch kunnen meedoen in de moderne maatschappij. WiFi4EU kan een van de elementen van een dergelijke regeling vormen.

    4.8.

    Prikkels op regelgevend gebied zodat netwerkaanbieders bijdragen aan de doelstellingen van COM(2016) 587 mogen niet strijdig zijn met andere belangrijke doelstellingen, zoals netwerkneutraliteit.

    4.9.

    Op de lange termijn moeten mensen in plattelandsgebieden ook kunnen profiteren van gezonde concurrentie en de vrijheid om hun internetprovider uit te kiezen. Regelgevende maatregelen moeten daarom ook tot dergelijke concurrentie aanzetten.

    4.10.

    5G-technologie zal niet alleen nieuwe mobiele toepassingen mogelijk maken, maar ook als overbruggingstechnologie fungeren om snelle connectiviteit sneller naar plattelandsgebieden te brengen. Alleen een op vezels gebaseerde infrastructuur zal echter de stabiliteit en de betrouwbare bandbreedte bieden die nodig is voor veel nieuwe toepassingen.

    5.   Financiering

    5.1.

    Het EESC merkt verheugd de scherpe stijging op in de middelen die via de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESIF) beschikbaar worden gesteld voor breedbandnetwerken met hoge snelheid: van 2,7 miljard EUR in de periode 2007–2013 tot circa 6 miljard EUR in de periode 2014–2020. Naar verwachting zal het grootste gedeelte van deze investeringen de vorm hebben van subsidies. Dankzij het hefboomeffect op nationale en/of regionale en particuliere cofinanciering zal in de programmeringsperiode 2014–2020 naar verwachting 9–10 miljard EUR in breedband worden geïnvesteerd. Dit zal essentieel zijn voor commerciële investeringen voor de levering van snelle connectiviteit aan de bevolking in plattelandsgebieden.

    5.2.

    Het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI) speelt ook een belangrijke rol. Deze rol zou kunnen worden versterkt door steun te verlenen voor grootschalige Europese projecten voor breedbandnetwerken met hoge snelheid, onder andere in het kader van het trans-Europees vervoersnetwerk, Industriële gigabytes en Industrie 4.0, en DG Connect vertegenwoordigd te laten zijn in het EFSI-beheerscomité. Ook zou de Commissie actief een passend financieel en regelgevingskader moeten formuleren.

    5.3.

    De begroting van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen (CEF) omvat op digitaal gebied 150 miljoen EUR om de uitrol van hypermoderne breedbandinfrastructuur te ondersteunen, via de verstrekking van financiële instrumenten door de Europese Investeringsbank (EIB). De breedbandcomponent van de CEF zal naar verwachting ten minste 1 miljard EUR aan extra investeringen mobiliseren via een speciaal fonds voor breedbandnetwerkinfrastructuur, dat door het EFSI verder zou kunnen worden aangevuld.

    Brussel, 26 januari 2017.

    De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité

    Georges DASSIS


    (1)  Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 73).

    (2)  PB C 487 van 28.12.2016, blz. 92.

    (3)  TEN/601 — Onlineplatforms (zie bladzijde … van dit Publicatieblad).

    (4)  TEN/612 — Europees telecomwetboek (herschikking) (zie bladzijde … van dit Publicatieblad).

    (5)  TEN/613 — Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec) (zie bladzijde … van dit Publicatieblad).

    (6)  TEN/614 — Internetconnectiviteit in lokale gemeenschappen (zie bladzijde … van dit Publicatieblad).

    (7)  TEN/615 — 5G voor Europa (zie bladzijde … van dit Publicatieblad).


    Top