Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015CA0245

    Zaak C-245/15: Arrest van het Hof (Tiende kamer) van 2 maart 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Judecătoria Balş — Judeţul Olt — Roemenië) — SC Casa Noastră SA/Ministerul Transporturilor — Inspectoratul de Stat pentru Controlul în Transportul Rutier ISCTR [Prejudiciële verwijzing — Wegvervoer — Sociale bepalingen — Uitzonderingen — Verordening (EG) nr. 561/2006 — Artikel 3, onder a) — Verordening (EG) nr. 1073/2009 — Artikel 2, punt 3 — Geregeld personenvervoer — Begrip — Gratis vervoer, georganiseerd door een marktdeelnemer voor zijn werknemers, naar en van het werk met hem toebehorende voertuigen die worden bestuurd door een van zijn werknemers]

    PB C 121 van 18.4.2017, p. 2–2 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    18.4.2017   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 121/2


    Arrest van het Hof (Tiende kamer) van 2 maart 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Judecătoria Balş — Judeţul Olt — Roemenië) — SC Casa Noastră SA/Ministerul Transporturilor — Inspectoratul de Stat pentru Controlul în Transportul Rutier ISCTR

    (Zaak C-245/15) (1)

    ([Prejudiciële verwijzing - Wegvervoer - Sociale bepalingen - Uitzonderingen - Verordening (EG) nr. 561/2006 - Artikel 3, onder a) - Verordening (EG) nr. 1073/2009 - Artikel 2, punt 3 - Geregeld personenvervoer - Begrip - Gratis vervoer, georganiseerd door een marktdeelnemer voor zijn werknemers, naar en van het werk met hem toebehorende voertuigen die worden bestuurd door een van zijn werknemers])

    (2017/C 121/02)

    Procestaal: Roemeens

    Verwijzende rechter

    Judecătoria Balş — Judeţul Olt

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: SC Casa Noastră SA

    Verwerende partij: Ministerul Transporturilor — Inspectoratul de Stat pentru Controlul în Transportul Rutier ISCTR

    Dictum

    Artikel 3, onder a), van verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer, tot wijziging van verordeningen (EEG) nr. 3821/85 en (EG) nr. 2135/98 van de Raad en tot intrekking van verordening (EEG) nr. 3820/85 van de Raad, alsmede artikel 2, punt 3, van verordening (EG) nr. 1073/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de internationale markt voor touringcar- en autobusdiensten en tot wijziging van verordening (EG) nr. 561/2006 moeten aldus worden uitgelegd dat door een werkgever voor zijn werknemers georganiseerd vervoer naar en van het werk over een traject van niet meer dan 50 km onder de uitzondering van artikel 3, onder a), van verordening nr. 561/2006 valt, volgens welke die verordening niet van toepassing is op een dergelijke vervoersdienst.


    (1)  PB C 337 van 12.10.2015.


    Top