EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52015AP0104
Amendments adopted by the European Parliament on 28 April 2015 on the proposal for a regulation of the European Parliament and of the Council establishing a multiannual plan for the stocks of cod, herring and sprat in the Baltic Sea and the fisheries exploiting those stocks, amending Council Regulation (EC) No 2187/2005 and repealing Council Regulation (EC) No 1098/2007 (COM(2014)0614 — C8-0174/2014 — 2014/0285(COD))
Amendementen van het Europees Parlement aangenomen op 28 april 2015 op het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een meerjarenplan voor de kabeljauw-, haring- en sprotbestanden in de Oostzee en de visserijen die deze bestanden exploiteren, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2187/2005 van de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1098/2007 van de Raad (COM(2014)0614 — C8-0174/2014 — 2014/0285(COD))
Amendementen van het Europees Parlement aangenomen op 28 april 2015 op het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een meerjarenplan voor de kabeljauw-, haring- en sprotbestanden in de Oostzee en de visserijen die deze bestanden exploiteren, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2187/2005 van de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1098/2007 van de Raad (COM(2014)0614 — C8-0174/2014 — 2014/0285(COD))
PB C 346 van 21.9.2016, p. 120–141
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
21.9.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 346/120 |
P8_TA(2015)0104
Meerjarenplan voor de kabeljauw-, haring- en sprotbestanden in de Oostzee en de visserijen die deze bestanden exploiteren ***I
Amendementen van het Europees Parlement aangenomen op 28 april 2015 op het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een meerjarenplan voor de kabeljauw-, haring- en sprotbestanden in de Oostzee en de visserijen die deze bestanden exploiteren, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2187/2005 van de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1098/2007 van de Raad (COM(2014)0614 — C8-0174/2014 — 2014/0285(COD)) (1)
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
(2016/C 346/27)
Amendement 1
Voorstel voor een verordening
Overweging 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 2
Voorstel voor een verordening
Overweging 4
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 3
Voorstel voor een verordening
Overweging 7 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 4
Voorstel voor een verordening
Overweging 7 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 5
Voorstel voor een verordening
Overweging 7 quater (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 6
Voorstel voor een verordening
Overweging 8
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 7
Voorstel voor een verordening
Overweging 9
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 8
Voorstel voor een verordening
Overweging 9 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 9
Voorstel voor een verordening
Overweging 11
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 10
Voorstel voor een verordening
Overweging 12
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 11
Voorstel voor een verordening
Overweging 13
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 12
Voorstel voor een verordening
Overweging 14
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 13
Voorstel voor een verordening
Overweging 16
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 14
Voorstel voor een verordening
Overweging 16 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 15
Voorstel voor een verordening
Overweging 17
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 16
Voorstel voor een verordening
Overweging 17 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 17
Voorstel voor een verordening
Overweging 18
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 18
Voorstel voor een verordening
Overweging 18 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 19
Voorstel voor een verordening
Overweging 18 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 20
Voorstel voor een verordening
Overweging 19
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 21
Voorstel voor een verordening
Overweging 19 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 22
Voorstel voor een verordening
Overweging 19 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 23
Voorstel voor een verordening
Overweging 22 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 50
Voorstel voor een verordening
Overweging 25
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 25
Voorstel voor een verordening
Overweging 26
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
Schrappen |
Amendement 26
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Het plan is ook van toepassing op schol, bot, tarbot en griet i n de ICES-deelgebieden 22-32 die bij de visserij op de betrokken bestanden wordt gevangen. |
2. Deze verordening schrijft tevens voor dat de maatregelen voor bijvangsten van schol, bot, tarbot en griet in de ICES-deelgebieden 22-32 moeten worden toegepast bij de visserij op de in lid 1 bedoelde bestanden. |
Amendement 27
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 — letter b en c
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
||||
|
|
Amendementen 63, 28 en 56
Voorstel voor een verordening
Artikel 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
1. Het plan beoogt een bijdrage te leveren aan de in artikel 2 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 genoemde doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid, en met name: |
1. Het plan verzekert de realisering van de in artikel 2 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 en de in kaderrichtlijn mariene strategie (KMS) 2008/56/EG genoemde doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid, en met name: |
||||
|
|
||||
|
|
||||
2. Het plan beoogt een bijdrage te leveren aan de implementatie van de bij artikel 15, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 ingestelde aanlandingsverplichting voor de betrokken bestanden en voor schol. |
2. Het plan draagt bij tot het uitbannen van teruggooi, met gebruikmaking van het beste beschikbare wetenschappelijke advies, door ongewenste vangsten zoveel mogelijk te voorkomen en te beperken, alsook tot de implementatie van de bij artikel 15, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 ingestelde aanlandingsverplichting voor de betrokken bestanden en voor schol. |
Amendement 29
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
Artikel 3 bis |
||
|
Coherentie met de milieuwetgeving van de Unie |
||
|
1. Met het plan wordt een ecosysteemgerichte benadering van het visserijbeheer toegepast. |
||
|
2. Om ervoor te zorgen dat de negatieve effecten van visserijactiviteiten op het mariene ecosysteem tot een minimum worden beperkt en dat aantasting van het mariene milieu door visserijactiviteiten wordt voorkomen, is het plan coherent met en draagt het bij tot het halen van de doelstellingen van de kaderrichtlijn mariene strategie, om tegen 2020 een goede milieutoestand te bereiken. Met name wordt er met het plan naar gestreefd: |
||
|
|
||
|
|
Amendement 30
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
1. De visserijsterfte voor de betrokken bestanden bereikt tegen 2015 de streefwaarde en wordt van dan af gehandhaafd binnen de volgende bandbreedtes: |
1. Bij de streefwaarde voor de visserijsterfte voor de betrokken bestanden wordt rekening gehouden met het meest recente wetenschappelijke advies en deze streefwaarde wordt bereikt indien mogelijk tegen 2015 en geleidelijk toenemend uiterlijk in 2020 en wordt daarna gehandhaafd. De visserijsterfte voor de betrokken bestanden wordt binnen de volgende bandbreedtes vastgesteld : |
||
Bestand |
Streefwaarde (bandbreedte) voor de visserijsterfte |
Bestand |
Streefwaarde (bandbreedte) voor de visserijsterfte |
Kabeljauw in het westelijke deel van de Oostzee |
0,23 -0,29 |
Kabeljauw in het westelijke deel van de Oostzee |
tussen 0 en de FMSY |
Kabeljauw in het oostelijke deel van de Oostzee |
0,41 -0,51 |
Kabeljauw in het oostelijke deel van de Oostzee |
tussen 0 en de FMSY |
Haring in het centrale deel van de Oostzee |
0,23 -0,29 |
Haring in het centrale deel van de Oostzee |
tussen 0 en de FMSY |
Haring in de Golf van Riga |
0,32 -0,39 |
Haring in de Golf van Riga |
tussen 0 en de FMSY |
Haring in de Botnische Zee |
0,13 -0,17 |
Haring in de Botnische Zee |
tussen 0 en de FMSY |
Haring in de Botnische Baai |
Niet gedefinieerd |
Haring in de Botnische Baai |
tussen 0 en de FMSY |
Haring in het westelijke deel van de Oostzee |
0,25 -0,31 |
Haring in het westelijke deel van de Oostzee |
tussen 0 en de FMSY |
Sprot in de Oostzee |
0,26 -0,32 |
Sprot in de Oostzee |
tussen 0 en de FMSY |
|
De waarden voor de FMSY (visserijsterfte die consistent is met het halen van de maximale duurzame opbrengst) moeten worden overgenomen uit het meest recente, betrouwbare wetenschappelijke advies dat beschikbaar is, en voor F (visserijsterfte) moet worden gestreefd naar 0,8 maal de FMSY. |
Amendement 58
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — lid 2 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. De vangstmogelijkheden worden zodanig vastgesteld dat de waarschijnlijkheid dat zij de in de tabel in lid 1 weergegeven F-MSY-waarden overschrijden, minder dan 5 % bedraagt. |
Amendement 31
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — lid 2 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 ter. Tijdelijke stopzetting van de visserijactiviteiten in de zin van art. 33 van Verordening (EU) nr. 508/2014, gewaarborgd met financiële steun op grond van die verordening, is in het kader van deze verordening toegestaan. |
Amendement 32
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
1. De instandhoudingsreferentiepunten , uitgedrukt als minimumniveau van de paaibiomassa waarbij de reproductiecapaciteit onaangetast blijft, bedraagt voor de betrokken bestanden: |
1. De instandhoudingsreferentiepunten die zijn afgestemd op volledig behoud van de reproductiecapaciteit , bedragen voor de betrokken bestanden: |
||
Bestand |
Minimumniveau van de paaibiomassa (in ton) |
Bestand |
Minimumniveau van de paaibiomassa (in ton) |
Kabeljauw in het westelijke deel van de Oostzee |
36 400 |
Kabeljauw in het westelijke deel van de Oostzee |
36 400 voor 2015, en de BMSY voor de resterende jaren |
Kabeljauw in het oostelijke deel van de Oostzee |
88 200 |
Kabeljauw in het oostelijke deel van de Oostzee |
88 200 voor 2015, en de BMSY voor de resterende jaren |
Haring in het centrale deel van de Oostzee |
600 000 |
Haring in het centrale deel van de Oostzee |
600 000 voor 2015, en de BMSY voor de resterende jaren |
Haring in de Golf van Riga |
Niet gedefinieerd |
Haring in de Golf van Riga |
Niet gedefinieerd voor 2015, en de BMSY voor de resterende jaren |
Haring in de Botnische Zee |
Niet gedefinieerd |
Haring in de Botnische Zee |
Niet gedefinieerd voor 2015, en de BMSY voor de resterende jaren |
Haring in de Botnische Baai |
Niet gedefinieerd |
Haring in de Botnische Baai |
Niet gedefinieerd voor 2015, en de BMSY voor de resterende jaren |
Haring in het westelijke deel van de Oostzee |
110 000 |
Haring in het westelijke deel van de Oostzee |
110 000 voor 2015, en de BMSY voor de resterende jaren |
Sprot in de Oostzee |
570 000 |
Sprot in de Oostzee |
570 000 voor 2015, en de BMSY voor de resterende jaren |
Amendement 33
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Wanneer de paaibiomassa van enig betrokken bestand in een bepaald jaar lager is dan het in lid 1 vastgestelde minimumniveau voor die paaibiomassa, worden passende herstelmaatregelen vastgesteld om een snelle terugkeer van het betrokken bestand naar het voorzorgsniveau te waarborgen. In het bijzonder worden, in afwijking van artikel 4, lid 2, van deze verordening en in overeenstemming met artikel 16, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1380/2013, de visserijmogelijkheden vastgesteld op een niveau dat lager is dan datgene wat resulteert in de in artikel 4, lid 1, genoemde streefbandbreedtes voor de visserijsterfte. Deze herstelmaatregelen kunnen, indien passend, ook de indiening van wetsvoorstellen door de Commissie alsook overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 door de Commissie vastgestelde noodmaatregelen omvatten. |
2. Wanneer de paaibiomassa van enig betrokken bestand in een bepaald jaar lager is dan het in lid 1 vastgestelde minimumniveau voor die paaibiomassa, worden passende herstelmaatregelen vastgesteld om te waarborgen dat het betrokken bestand zo snel mogelijk boven een niveau wordt teruggebracht dat de maximale duurzame opbrengst (MSY) kan opleveren . In het bijzonder worden, in afwijking van artikel 4, lid 2, van deze verordening en in overeenstemming met artikel 16, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1380/2013, de visserijmogelijkheden vastgesteld op een niveau dat lager is dan datgene wat resulteert in de in artikel 4, lid 1, van deze verordening genoemde streefbandbreedtes voor de visserijsterfte. Deze herstelmaatregelen kunnen, indien passend, ook de indiening van wetsvoorstellen door de Commissie alsook overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 door de Commissie vastgestelde noodmaatregelen omvatten. |
Amendement 59
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 — lid 2 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
|
2 bis. Wanneer de biomassa van enig betrokken bestand in een bepaald jaar daalt tot onder het in onderstaande tabel aangegeven niveau, worden passende maatregelen getroffen om de gerichte visserij op het betrokken bestand stop te zetten: |
|
|
Bestand |
Grenswaarde voor het biomassa-niveau (in ton) |
|
Kabeljauw in het westelijke deel van de Oostzee |
26 000 |
|
Kabeljauw in het oostelijke deel van de Oostzee |
63 000 |
|
Haring in het centrale deel van de Oostzee |
430 000 |
|
Haring in de Golf van Riga |
Niet gedefinieerd |
|
Haring in de Botnische Zee |
Niet gedefinieerd |
|
Haring in de Botnische Baai |
Niet gedefinieerd |
|
Haring in het westelijke deel van de Oostzee |
90 000 |
|
Sprot in de Oostzee |
410 000 |
Amendement 34
Voorstel voor een verordening
Artikel 6
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
Artikel 6 |
Artikel 6 |
||||
Maatregelen bij bedreigingen voor schol, bot, tarbot en griet |
Technische instandhoudingsmaatregelen voor schol, bot, tarbot en griet |
||||
1. Wanneer luidens wetenschappelijk advies de instandhouding van enig schol-, bot-, tarbot- of grietbestand in de Oostzee wordt bedreigd , wordt de Commissie gemachtigd om overeenkomstig artikel 15 gedelegeerde handelingen vast te stellen inzake specifieke instandhoudingsmaatregelen voor het bedreigde bestand , en zulks met betrekking tot: |
1. Wanneer luidens wetenschappelijk advies maatregelen nodig zijn om te waarborgen dat het schol-, bot-, tarbot- of grietbestand in de Oostzee overeenkomstig het voorzorgsbeginsel wordt beheerd , wordt de Commissie gemachtigd om overeenkomstig artikel 15 gedelegeerde handelingen vast te stellen inzake specifieke instandhoudingsmaatregelen voor bijvangsten van schol , bot, tarbot en griet, met betrekking tot de volgende technische maatregelen : |
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
2. De in lid 1 bedoelde maatregelen zijn erop gericht de in artikel 3, lid 1, onder b), genoemde doelstelling te bereiken en worden gebaseerd op wetenschappelijk advies. |
2. De in lid 1 bedoelde maatregelen zijn erop gericht de in artikel 3, lid 1, onder b), genoemde doelstelling , alsmede coherentie met de milieuwetgeving van de Unie overeenkomstig artikel 3 bis te bereiken en worden gebaseerd op het beste beschikbare wetenschappelijke advies. |
||||
3. De betrokken lidstaten kunnen overeenkomstig artikel 18, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 gemeenschappelijke aanbevelingen indienen met betrekking tot specifieke instandhoudingsmaatregelen als bedoeld in lid 1. |
3. De betrokken lidstaten kunnen overeenkomstig artikel 18, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 gemeenschappelijke aanbevelingen indienen met betrekking tot specifieke instandhoudingsmaatregelen als bedoeld in lid 1. |
||||
|
3 bis. Alvorens een gedelegeerde handeling vast te stellen raadpleegt de Commissie het Europees Parlement en de relevante adviesraden. |
||||
|
3 ter. De Commissie analyseert in overleg met de lidstaten in kwestie de impact van de in lid 1 genoemde gedelegeerde handelingen een jaar na de goedkeuring ervan, en vervolgens ieder jaar. Als uit deze analyse blijkt dat een gedelegeerde handeling niet geschikt is om de bestaande situatie aan te pakken, kunnen de lidstaten in kwestie een gemeenschappelijke aanbeveling overeenkomstig artikel 18, lid 1; van Verordening (EU) Nr. 1380/2013 indienen. |
Amendement 35
Voorstel voor een verordening
Artikel 7
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
In afwijking van artikel 15, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 geldt de aanlandingsverplichting voor de betrokken bestanden en voor schol niet wanneer de visserij daarop plaatsvindt met het volgende vistuig: kommen, korven en kubben. |
In afwijking van artikel 15, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 geldt de aanlandingsverplichting niet voor kabeljauw wanneer de visserij daarop plaatsvindt met het volgende vistuig: kommen, korven en kubben , en fuiken en weren . |
Amendement 36
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De in lid 1 bedoelde maatregelen zijn erop gericht de in artikel 3 genoemde doelstellingen, en met name de bescherming van jonge of paaiende vis, te bereiken. |
2. De in lid 1 bedoelde maatregelen zijn erop gericht de in artikel 3 genoemde doelstellingen, en met name de bescherming van jonge of paaiende vis, alsmede coherentie met de milieuwetgeving van de Unie overeenkomstig artikel 3 bis, te bereiken , en ervoor te zorgen dat de negatieve effecten van visserijactiviteiten op het mariene ecosysteem tot een minimum worden beperkt . |
Amendement 37
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 — lid 3 — letter a
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 38
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 — lid 3 — letter f
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
Schrappen |
Amendement 39
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 — lid 4 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 bis. Bovendien streeft de Commissie ernaar rekening te houden met de recentste wetenschappelijke studies, waaronder degene die afkomstig zijn van de ICES, voordat zij technische maatregelen goedkeurt. |
Amendement 40
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 — lid 4 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 ter. Tijdens het paaien van de kabeljauw is pelagische visserij met staande visnetten met een maaswijdte van minder dan 110 mm en gesleept vistuig met een maaswijdte van 120 mm verboden. |
Amendement 41
Voorstel voor een verordening
Hoofdstuk VI bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
HOOFDSTUK VI bis |
||||
|
SPECIFIEKE MAATREGELEN |
||||
|
Artikel 9 bis |
||||
|
Specifieke maatregelen |
||||
|
1. Alle visserij is van 1 mei tot en met 31 oktober verboden binnen de gebieden die worden ingesloten door de punten met de volgende geografische coördinaten, gemeten volgens het WGS84-coördinatenstelsel, achtereenvolgens door middel van loxodromen met elkaar te verbinden: |
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
|
||||
|
2. Alle EU-vaartuigen met een lengte over alles van 3 m of meer die in de Oostzee vistuig voor de kabeljauwvisserij aan boord hebben of gebruiken in overeenstemming met artikel 2187 van Verordening (EG) nr. 2187/2005, beschikken over een speciaal visdocument voor de kabeljauwvisserij in de Oostzee. |
||||
|
3. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 15 gedelegeerde handelingen tot wijziging van dit artikel vast te stellen indien zulks nodig is om de in artikel 3 genoemde doelstellingen te bereiken, met name de bescherming van jonge of paaiende vis. |
Amendement 42
Voorstel voor een verordening
Artikel 10
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
Artikel 10 |
Artikel 10 |
||
Regionale samenwerking |
Regionale samenwerking |
||
1. Artikel 18, leden 1 tot en met 6, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 is van toepassing op de in het kader van dit hoofdstuk genomen maatregelen. |
1. Artikel 18, leden 1 tot en met 6, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 is van toepassing op de in artikel 6, 8 en 9 van deze verordening genoemde maatregelen. |
||
2. De betrokken lidstaten kunnen overeenkomstig artikel 18 , lid 1, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 gemeenschappelijke aanbevelingen indienen binnen de volgende termijnen: |
2. De betrokken lidstaten kunnen, na raadpleging van de regionale adviesraden, in artikel 6, lid 3, artikel 8, lid 3, en artikel 9, lid 4, van deze verordening genoemde gemeenschappelijke aanbevelingen de eerste keer niet later dan twaalf maanden na de inwerkingtreding van deze verordening indienen , en vervolgens twaalf maanden na elke indiening van een evaluatie van het plan overeenkomstig artikel 14, maar uiterlijk op 1 september voor maatregelen die betrekking hebben op de lidstaten. De lidstaten kunnen dergelijke aanbevelingen ook indienen wanneer zich bij een van de onder het plan vallende bestanden een plotse verandering van de situatie voordoet, indien de aanbevolen maatregelen noodzakelijk of gerechtvaardigd worden geacht op basis van wetenschappelijk advies. |
||
|
|
||
|
|
||
|
2 bis. De betrokken adviesraden kunnen eveneens aanbevelingen indienen binnen de in lid 2 vermelde termijnen. |
||
|
2 ter. Iedere afwijking door de Commissie van de gemeenschappelijke aanbevelingen wordt aan het Europees Parlement en aan de Raad voorgelegd en is controleerbaar. |
Amendement 43
Voorstel voor een verordening
Artikel 12
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
Artikel 12 |
Artikel 12 |
||
Voorafgaande kennisgevingen |
Voorafgaande kennisgevingen |
||
1. In afwijking van artikel 17, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 geldt de in dat artikel vervatte verplichting tot voorafgaande kennisgeving voor kapiteins van vissersvaartuigen van de Unie met een lengte over alles van acht meter of meer die ten minste 300 kg kabeljauw of twee ton vis uit pelagische bestanden aan boord hebben. |
1. In afwijking van artikel 17, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 geldt de in dat artikel vervatte verplichting tot voorafgaande kennisgeving voor: |
||
|
|
||
|
|
||
2. In afwijking van artikel 17, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 bedraagt de in dat artikel vermelde termijn voor voorafgaande kennisgeving ten minste een uur vóór het geplande tijdstip van aankomst in de haven. |
2. In afwijking van artikel 17, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 bedraagt de in dat artikel vermelde termijn voor voorafgaande kennisgeving ten minste een uur vóór het geplande tijdstip van aankomst in de haven. De bevoegde autoriteiten van de kustlidstaten kunnen per geval toestemming verlenen voor een vroegere binnenkomst in de haven, op voorwaarde dat wordt voldaan aan de vereiste voorwaarden voor de passende controlemaatregelen. |
Amendement 45
Voorstel voor een verordening
Artikel 13 — letter b
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 46
Voorstel voor een verordening
Artikel 14
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Artikel 14 |
Artikel 14 |
Evaluatie van het plan |
Evaluatie van het plan |
De Commissie zorgt ervoor dat de effecten van dit plan op de onder deze verordening vallende bestanden en op de visserijen die deze bestanden exploiteren, zes jaar na de inwerkingtreding van het plan en vervolgens om de zes jaar worden geëvalueerd, met name om rekening te houden met veranderingen in de wetenschappelijke adviezen . De Commissie deelt de resultaten van deze evaluaties mee aan het Europees Parlement en de Raad. |
Drie jaar na de inwerkingtreding van deze verordening en vervolgens om de vijf jaar beoordeelt de Commissie de effecten van dit meerjarenplan op de onder deze verordening vallende bestanden en op de visserijen die deze bestanden exploiteren, met name met betrekking tot de vooruitgang die gerealiseerd is inzake het brengen en behouden van de visbestanden boven een niveau dat de maximale duurzame opbrengst kan opleveren . De Commissie deelt de resultaten van deze evaluatie mee aan het Europees Parlement en de Raad en kan indien nodig, rekening houdend met het recentste wetenschappelijk advies, aanpassingen in het meerjarenplan voorstellen of wijzigingen in de gedelegeerde handelingen initiëren . |
Amendement 47
Voorstel voor een verordening
Hoofdstuk IX bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
HOOFDSTUK IX bis |
|
STEUN UIT HET EUROPEES FONDS VOOR MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ |
|
Artikel 14 bis |
|
Steun van het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij |
|
Voor de toepassing van letter (c) van artikel 33, lid 1, van Verordening (EU) nr. 508/2014 wordt het meerjarenplan waarin in deze verordening is voorzien, beschouwd als meerjarenplan in de zin van de artikelen 9 en 10 van Verordening (EU) nr. 1380/2013. |
Amendement 48
Voorstel voor een verordening
Artikel 15 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De in de artikelen 6, 8 en 9 bedoelde bevoegdheidsdelegatie wordt aan de Commissie toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening . |
2. De in de artikelen 6, 8 en 9 bedoelde bevoegdheidsdelegatie wordt aan de Commissie toegekend voor een periode van vijf jaar na 1 september 2015. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet . |
Amendement 49
Voorstel voor een verordening
Artikel 16
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De artikelen 20 en 21 van Verordening (EG) nr. 2187/2005 worden geschrapt. |
Verordening (EG) nr. 2187/2005 wordt als volgt gewijzigd: |
|
1. In artikel 13 wordt lid 3 geschrapt. |
|
2. In bijlage IV wordt in de kolom met het opschrift „minimumlengte” de maat „38 cm” betreffende de minimuminstandhoudingsreferentie–grootte voor kabeljauw vervangen door „35 cm”. |
(1) De zaak werd terugverwezen naar de Commissie uit hoofde van artikel 61, lid 2, tweede alinea, van het Reglement (A8-0128/2015).
(16) PB L 179 van 23.6.1998, blz. 3
(16) BP L 179 van 23.6.1998, blz. 3.
(1bis) Richtlijn 2008/56/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het beleid ten aanzien van het mariene milieu (Kaderrichtlijn mariene strategie) (PB L 164 van 25.6.2008, blz. 19).
(19) Technische diensten van ICES, september 2014 http://www.ices.dk/sites/pub/Publication%20Reports/Advice/2014/Special%20Requests/EU_Fmsy_range_for_Baltic_cod_and_pelagic_stocks.pdf
(19) Technische diensten van ICES, september 2014 http://www.ices.dk/sites/pub/Publication%20Reports/Advice/2014/Special%20Requests/EU_Fmsy_range_for_Baltic_cod_and_pelagic_stocks.pdf
(20) Verordening (EG) nr. 2187/2005 van de Raad van 21 december 2005 betreffende de instandhouding door middel van technische maatregelen van de visbestanden in de Oostzee, de Belten en de Sont, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1434/98 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 88/98 (PB L 349 van 31.12.2005, blz. 1).
(20) Verordening (EG) nr. 2187/2005 van de Raad van 21 december 2005 betreffende de instandhouding door middel van technische maatregelen van de visbestanden in de Oostzee, de Belten en de Sont, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1434/98 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 88/98 (PB L 349 van 31.12.2005, blz. 1).
(1bis) Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 van de Raad en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1).