Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52013AP0259

    P7_TA(2013)0259 Tijdelijke herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 12 juni 2013 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 562/2006 teneinde te voorzien in gemeenschappelijke regels inzake de tijdelijke herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen in uitzonderlijke omstandigheden (COM(2011)0560 — C7-0248/2011 — 2011/0242(COD)) P7_TC1-COD(2011)0242 Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 12 juni 2013 met het oog op de vaststelling van Verordening (EU) nr. …/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 562/2006 teneinde te voorzien in gemeenschappelijke regels inzake de tijdelijke herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen in uitzonderlijke omstandigheden

    PB C 65 van 19.2.2016, p. 247–248 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    19.2.2016   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 65/247


    P7_TA(2013)0259

    Tijdelijke herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen ***I

    Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 12 juni 2013 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 562/2006 teneinde te voorzien in gemeenschappelijke regels inzake de tijdelijke herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen in uitzonderlijke omstandigheden (COM(2011)0560 — C7-0248/2011 — 2011/0242(COD))

    (Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

    (2016/C 065/44)

    Het Europees Parlement,

    gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2011)0560),

    gezien artikel 294, lid 2, en de artikelen 77, leden 1 en 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7-0248/2011),

    gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    gezien de gemotiveerde adviezen die in het kader van protocol nr. 2 betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid zijn uitgebracht door de Franse Nationale Vergadering, de Nederlandse Eerste Kamer, de Nederlandse Tweede Kamer, het Portugese parlement, de Roemeense Senaat, het Slowaakse parlement en de Zweedse Rijksdag waarin wordt gesteld dat het ontwerp van wetgevingshandeling niet strookt met het subsidiariteitsbeginsel,

    gezien de schriftelijke toezegging van de vertegenwoordiger van de Raad van 30 mei 2013 om het standpunt van het Parlement goed te keuren, overeenkomstig artikel 294, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    gezien artikel 55 van zijn Reglement,

    gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A7-0200/2012),

    1.

    stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

    2.

    hecht zijn goedkeuring aan de gemeenschappelijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie die als bijlage bij onderhavige resolutie is gevoegd;

    3.

    verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

    4.

    verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.


    P7_TC1-COD(2011)0242

    Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 12 juni 2013 met het oog op de vaststelling van Verordening (EU) nr. …/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 562/2006 teneinde te voorzien in gemeenschappelijke regels inzake de tijdelijke herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen in uitzonderlijke omstandigheden

    (Aangezien het Parlement en de Raad tot overeenstemming zijn geraakt, komt het standpunt van het Parlement overeen met de definitieve rechtshandeling: Verordening (EU) nr. 1051/2013.)


    BIJLAGE BIJ DE ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

    Gemeenschappelijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie

    Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie zijn verheugd over de vaststelling van de verordening tot wijziging van de Schengengrenscode teneinde te voorzien in gemeenschappelijk regels inzake de tijdelijke herinvoering van grenstoezicht aan de binnengrenzen in uitzonderlijke omstandigheden en van de verordening over de instelling van een evaluatie- en toezichtmechanisme voor de controle van de toepassing van het Schengenacquis. Naar hun mening wordt met deze nieuwe mechanismen op passende wijze gehoor gegeven aan het verzoek van de Europese Raad in zijn conclusies van 24 juni 2011 om de samenwerking en het wederzijds vertrouwen tussen de lidstaten in het Schengengebied te versterken en om een doeltreffend en betrouwbaar evaluatie- en toezichtmechanisme in het leven te roepen met het oog op de handhaving van gemeenschappelijke voorschriften en de versterking, aanpassing en uitbreiding van de criteria die gebaseerd zijn op het EU-acquis; daarbij wordt eraan herinnerd dat de buitengrenzen van Europa doeltreffend en consistent moeten worden beheerd, op basis van gemeenschappelijke verantwoordelijkheid, solidariteit en praktische samenwerking.

    Zij verklaren dat deze wijziging van de Schengengrenscode de coördinatie en de samenwerking op Unieniveau zal versterken doordat enerzijds criteria worden vastgesteld voor de herinvoering van elke vorm van grenstoezicht door de lidstaten, terwijl anderzijds een EU-mechanisme wordt ingesteld waarmee gereageerd kan worden op werkelijk kritieke situaties, waarin het algehele functioneren van het gebied zonder binnengrenstoezicht gevaar loopt.

    Zij wijzen erop dat dit nieuwe evaluatiesysteem een EU-mechanisme is dat alle aspecten van het Schengenacquis bestrijkt, en dat eraan zal worden meegewerkt door deskundigen uit de lidstaten, van de Commissie en van de betrokken EU-agentschappen.

    Zij gaan ervan uit dat elk toekomstig Commissievoorstel tot wijziging van dit evaluatiesysteem voor raadpleging wordt voorgelegd aan het Europees Parlement, om vóór de vaststelling van de definitieve tekst zo veel mogelijk rekening te houden met diens opvattingen.


    Top