Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52013AP0253

    P7_TA(2013)0253 Illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 12 juni 2013 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen (COM(2012)0332 — C7-0158/2012 — 2012/0162(COD)) P7_TC1-COD(2012)0162 Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 12 juni 2013 met het oog op de vaststelling van Verordening (EU) nr. …/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen

    PB C 65 van 19.2.2016, p. 200–208 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    19.2.2016   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 65/200


    P7_TA(2013)0253

    Illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij ***I

    Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 12 juni 2013 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen (COM(2012)0332 — C7-0158/2012 — 2012/0162(COD))

    (Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

    (2016/C 065/38)

    Het Europees Parlement,

    gezien het voorstel van de Commissie aan het Parlement en de Raad (COM(2012)0332),

    gezien artikel 294, lid 2, en artikel 43, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7-0158/2012),

    gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 18 september 2012 (1),

    gezien artikel 55 van zijn Reglement,

    gezien het verslag van de Commissie visserij (A7-0144/2013),

    1.

    stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

    2.

    verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

    3.

    verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad, de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.


    (1)  PB C 351 van 15.11.2012, blz. 90.


    P7_TC1-COD(2012)0162

    Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 12 juni 2013 met het oog op de vaststelling van Verordening (EU) nr. …/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen

    HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 2,

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Na toezending van het ontwerp van een wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

    Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 18 september 2012 (1),

    Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Bij Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen (3) heeft de Commissie bevoegdheden gekregen om enkele bepalingen van die verordening uit te voeren en zijn bepaalde uitvoeringsbevoegdheden aan de Raad voorbehouden.

    (2)

    Als gevolg van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon moeten bepaalde in het kader van Verordening (EG) nr. 1005/2008 verleende bevoegdheden worden aangepast aan de artikelen 290 en 291 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

    (3)

    Om sommige bepalingen van Verordening (EG) nr. 1005/2008 te kunnen toepassen moet de bevoegdheid om handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie aan de Commissie worden gedelegeerd ten aanzien van de volgende punten:

    de ontheffing van vissersvaartuigen van de verplichting tot kennisgeving van bepaalde gegevens of de vaststelling van andere kennisgevingstermijnen voor bepaalde categorieën vissersvaartuigen;

    de vaststelling van benchmarks voor de inspecties van aanlandings- en overladingsactiviteiten door vissersvaartuigen van derde landen;

    de vaststelling van de lijst van producten die worden uitgesloten van het toepassingsgebied van het vangstcertificaat;

    de aanpassing van de vangstcertificeringsregeling voor sommige door kleine vissersvaartuigen verkregen visserijproducten, met inbegrip van de mogelijkheid om een vereenvoudigd vangstcertificaat te gebruiken;

    de aanpassing van de termijn voor de indiening van het vangstcertificaat op grond van het soort visserijproduct, de afstand tot de plaats van binnenkomst op het grondgebied van de Unie of het gebruikte vervoermiddel;

    de vaststelling van regels voor de verlening, de wijziging of de intrekking van de het certificaat van „erkend marktdeelnemer” of voor de schorsing of herroeping van de status van „erkend marktdeelnemer” en inzake de voorwaarden voor de geldigheid van het certificaat van „erkend marktdeelnemer”, en

    de vaststelling van criteria van de Unie voor de verificaties in het kader van risicobeheer.

    (4)

    Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden voor de vaststelling van gedelegeerde handelingen tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau , om over objectieve, degelijke, volledige en actuele informatie te beschikken . De Commissie moet er bij de voorbereiding en opstelling van de gedelegeerde handelingen voor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op gepaste wijze gelijktijdig worden toegezonden aan het Europees Parlement en de Raad. [Am. 1]

    (5)

    Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1005/2008 moeten overeenkomstig artikel 291 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend aan de Commissie ten aanzien van de volgende punten:

    de vaststelling van formulieren voor voorafgaande kennisgeving;

    de vaststelling van procedures en formulieren voor de aangifte van aanlanding en overlading;

    de goedkeuring, in overeenstemming met de vlaggenstaten, van vangstcertificaten die elektronisch worden opgesteld, gevalideerd of ingediend, dan wel op basis van elektronische traceerbaarheidssystemen die hetzelfde niveau van controle door de autoriteiten garanderen;

    de vaststelling en wijziging van de lijst met vangstcertificeringsregelingen die door regionale visserijorganisaties zijn vastgesteld en die aan de IOO-verordening van de EU voldoen;

    de vaststelling van gemeenschappelijke voorwaarden in alle lidstaten voor procedures en formulieren inzake de aanvraag en de afgifte van het certificaat van „erkend marktdeelnemer”, van de regels inzake de verificatie van erkende marktdeelnemers en van de regels inzake de uitwisseling van informatie tussen de erkende marktdeelnemers en de autoriteiten in de lidstaten, tussen de lidstaten onderling en tussen de lidstaten en de Commissie;

    de vaststelling van de EU-lijst van IOO-vaartuigen;

    de schrapping van vaartuigen van de EU-lijst van IOO-vaartuigen;

    de opneming van door de regionale visserijorganisaties goedgekeurde lijsten van IOO-vaartuigen in de EU-lijst van IOO-vaartuigen;

    de identificatie van niet-meewerkende derde landen;

    de opneming van geïdentificeerde derde landen op een lijst van niet-meewerkende derde landen;

    de schrapping van derde landen van de lijst van niet-meewerkende derde landen;

    de goedkeuring van noodmaatregelen tegen derde landen in specifieke omstandigheden;

    de vaststelling van het formaat voor de indiening door de lidstaten van informatie over waargenomen vissersvaartuigen, en

    de vaststelling van regels inzake wederzijdse bijstand.

    Wanneer controle door de lidstaten vereist is, moeten die bevoegdheden worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (4).

    (6)

    Als gevolg van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon moet artikel 52 worden geschrapt. Dit artikel werd reeds gebruikt voor de vaststelling van het wettelijk kader voor het vereenvoudigde vangstcertificaat en voor de vaststelling van administratieve regelingen met derde landen in het kader van artikel 12, lid 4, en artikel 20, lid 4. De Commissie moet nog de nodige bevoegdheden krijgen om gedelegeerde handelingen voor de aanpassing van de vangstcertificeringsregeling voor bepaalde door kleine vissersvaartuigen verkregen visserijproducten vast te stellen, met inbegrip van de mogelijkheid om een vereenvoudigd vangstcertificaat te gebruiken, en moet bovendien uitvoeringsbevoegdheden krijgen om, in overeenstemming met vlaggenstaten, vangstcertificaten vast te stellen die elektronisch worden opgesteld, gevalideerd en ingediend, dan wel die te vervangen door elektronische traceerbaarheidssystemen die hetzelfde niveau van controle door de autoriteiten garanderen.

    (7)

    Als gevolg van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon moet de bepaling inzake tijdelijke maatregelen waarbij is bepaald dat bepaalde maatregelen van de Commissie in bepaalde omstandigheden naar de Raad moeten worden verwezen, worden aangepast.

    (8)

    In de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1005/2008 betreffende de vaststelling van een lijst van niet-meewerkende derde landen en de schrapping van niet-meewerkende derde landen van die lijst zijn besluitvormingsbevoegdheden aan de Raad toegekend. Als gevolg van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon moeten die bepalingen worden aangepast aan de nieuwe procedures die van toepassing zijn op het gemeenschappelijk visserijbeleid.

    (9)

    Verordening (EG) nr. 1005/2008 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

    HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Verordening (EG) nr. 1005/2008 wordt als volgt gewijzigd:

    (1)

    Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    het volgende lid wordt toegevoegd:

    „1 bis.   De Commissie mag het in bovenstaand lid 1 bedoelde formulier voor de voorafgaande kennisgeving vaststellen door middel van uitvoeringshandelingen volgens de in artikel 54, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.”

    b)

    lid 3 wordt vervangen door:

    „3.   De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 54 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen waarbij bepaalde categorieën vissersvaartuigen van derde landen voor een beperkte, verlengbare periode ontheffing wordt verleend van de in lid 1 bepaalde verplichting, of waarbij een andere aanmeldingstermijn wordt vastgesteld met inaanmerkingneming van, onder meer, het soort visserijproduct, de afstand tussen de visgronden, de aanlandingsplaatsen en de havens waar de betrokken vaartuigen zijn geregistreerd of in een lijst zijn opgenomen.”.

    (2)

    In artikel 8 wordt lid 3 vervangen door:

    „3.   De procedures en de formulieren voor de aangifte van aanlandingen en overladingen worden vastgesteld door middel van uitvoeringshandelingen. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 54, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.”.

    (3)

    In artikel 9 wordt lid 1 vervangen door:

    „1.   De lidstaten inspecteren in hun aangewezen havens jaarlijks ten minste 5 % van de aanlandings- en overladingsactiviteiten die door vissersvaartuigen van derde landen worden verricht, zulks overeenkomstig de benchmarks die worden vastgesteld op basis van risicobeheer en onverminderd hogere percentages die door regionale visserijorganisaties zijn vastgesteld. De Commissie wordt overeenkomstig artikel 54 bis gemachtigd gedelegeerde handelingen ter bepaling van die benchmarks vast te stellen.”.

    (4)

    Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    het volgende lid wordt toegevoegd:

    „4 bis .   De Commissie keurt door middel van uitvoeringshandelingen de vangstcertificaten goed die in het kader van de in artikel 20, lid 4, bedoelde samenwerking zijn vastgesteld Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 54, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.”;

    b)

    lid 5 wordt vervangen door:

    „5.   De in bijlage I opgenomen lijst van producten die worden uitgesloten van het toepassingsgebied van het vangstcertificaat kan elk jaar worden herzien. De Commissie wordt overeenkomstig artikel 54 bis gemachtigd om gedelegeerde handelingen vast te stellen waarbij de lijst wordt gewijzigd op basis van:

    a)

    de inspecties van vissersvaartuigen van derde landen in havens van de lidstaten;

    b)

    de uitvoering van een vangstcertificeringsregeling voor de invoer en uitvoer van visserijproducten;

    c)

    de tenuitvoerlegging van het alarmeringssysteem van de EU;

    d)

    de identificatie van vissersvaartuigen die IOO-visserij hebben bedreven;

    e)

    de identificatie van onderdanen die IOO-visserij of ondersteunen bedrijven;

    f)

    de tenuitvoerlegging van binnen sommige regionale visserijorganisaties vastgestelde bepalingen betreffende observaties van vissersvaartuigen;

    g)

    de verslagen van de lidstaten.”;

    c)

    het volgende punt wordt toegevoegd:

    „6.   De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 54 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen waarbij de vangstcertificeringsregeling wordt aangepast aan door kleine vissersvaartuigen verkregen visserijproducten, zo nodig met inbegrip van een model voor een vereenvoudigd vangstcertificaat.”

    (5)

    In artikel 13 wordt lid 1 vervangen door:

    „1.   De vangstdocumenten en welke daarmee samenhangende documenten dan ook die zijn gevalideerd overeenkomstig door een regionale visserijorganisatie vastgestelde vangstdocumentatieregelingen ten aanzien waarvan door de Commissie is erkend dat zij voldoen aan de in deze verordening gestelde eisen, worden aanvaard als vangstcertificaten voor de visserijproducten die afkomstig zijn van de soorten waarvoor die vangstdocumentatieregelingen gelden, en zijn onderworpen aan de controle- en verificatievoorschriften waaraan de lidstaat van invoer overeenkomstig de artikelen 16 en 17 moet voldoen, en aan de bij artikel 18 vastgestelde bepalingen inzake de weigering van invoer. De lijst van die vangstdocumentatieregelingen wordt vastgesteld door middel van uitvoeringshandelingen. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 54, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.”.

    (6)

    Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    lid 1 wordt vervangen door:

    „1.   Het gevalideerde vangstcertificaat wordt door de importeur aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waarin het product moet worden ingevoerd, overgelegd binnen een termijn die aanvankelijk wordt vastgesteld op ten minste drie werkdagen vóór de geschatte tijd van aankomst op de plaats van binnenkomst op het grondgebied van de Unie. Een dergelijke termijn van drie werkdagen kan door middel van overeenkomstig artikel 54 bis vastgestelde gedelegeerde handelingen worden aangepast naargelang van het soort visserijproduct, de afstand tot de plaats van binnenkomst op het grondgebied van de Unie of het gebruikte vervoermiddel. De bevoegde autoriteiten controleren het vangstcertificaat op basis van risicobeheer in het licht van de informatie die is vervat in de kennisgeving welke overeenkomstig de artikelen 20 en 22 van de vlaggenstaat is ontvangen.”;

    b)

    lid 3 wordt vervangen door:

    „3.   De criteria voor de toekenning van de status van „erkend marktdeelnemer” aan een importeur door de bevoegde autoriteiten van een lidstaat omvatten onder meer de volgende elementen:

    a)

    de importeur moet gevestigd zijn op het grondgebied van die lidstaat;

    b)

    hij moet een toereikend aantal invoeroperaties met een toereikend volume verrichten om te rechtvaardigen dat de in lid 2 bedoelde procedure wordt toegepast;

    c)

    hij moet een passende staat van dienst hebben op het gebied van de naleving van de vereisten van instandhoudings- en beheersmaatregelen;

    d)

    hij moet een toereikend systeem hebben voor het beheer van commerciële, en, in voorkomend geval, vervoers- en be- en verwerkingsregisters, waardoor passende controles en verificaties voor de doelstellingen van deze verordening mogelijk zijn;

    e)

    er moeten voorzieningen zijn wat betreft de verrichting van die controles en verificaties;

    f)

    in voorkomend geval, praktische vakbekwaamheid of beroepskwalificaties die rechtstreeks samenhangen met de verrichte activiteiten; en

    g)

    in voorkomend geval, aangetoonde financiële solvabiliteit.

    De lidstaten delen de Commissie zo spoedig mogelijk na de toekenning van de status van „erkend marktdeelnemer” de namen en adressen mee van de erkende marktdeelnemers. De Commissie stelt deze informatie langs elektronische weg ter beschikking van de lidstaten.”;

    c)

    de volgende leden worden toegevoegd:

    „4.   Op basis van de in lid 3 vastgestelde criteria is de Commissie bevoegd overeenkomstig artikel 54 bis gedelegeerde handelingen met de volgende bepalingen vast te stellen:

    a)

    regels betreffende de schorsing en intrekking van de status van erkende marktdeelnemer;

    b)

    regels betreffende de voorwaarden voor de geldigheid van het certificaat van „erkend marktdeelnemer”;

    c)

    regels betreffende de verlening, de wijziging of de intrekking van het certificaat van „erkend marktdeelnemer”.

    5.   De Commissie stelt volgens de in artikel 54, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure uitvoeringshandelingen vast betreffende:

    a)

    procedures en formulieren inzake de aanvraag en de afgifte van het certificaat van „erkend marktdeelnemer”;

    b)

    regels over de uitvoering van de verificaties van erkende marktdeelnemers;

    c)

    regels over de uitwisseling van informatie tussen de erkende marktdeelnemers en de autoriteiten van de lidstaten, tussen de lidstaten en tussen de lidstaten en de Commissie.”.

    (7)

    In artikel 17 wordt lid 3 vervangen door:

    „3.   De verificaties worden toegespitst op de risico’s die zijn geïdentificeerd op basis van de criteria die in het kader van het risicobeheer op nationaal of EU-niveau zijn ontwikkeld. De lidstaten stellen de Commissie binnen 30 werkdagen na 29 oktober 2008 van hun nationale criteria in kennis en werken deze informatie bij. De Commissie wordt overeenkomstig artikel 54 bis gemachtigd om gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de criteria van de Unie op grond waarvan tijdige risicoanalyses en een globale beoordeling van relevante controle-informatie mogelijk worden gemaakt.”.

    (8)

    In artikel 27 wordt lid 1 vervangen door:

    „1.   De Commissie stelt een EU-lijst van IOO-vaartuigen op door middel van uitvoeringshandelingen die volgens de in artikel 54, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure zijn vastgesteld. Deze lijst bevat de vissersvaartuigen waarvoor, na de overeenkomstig de artikelen 25 en 26 genomen maatregelen en op basis van de in diezelfde bepalingen vervatte criteria, aan de hand van de overeenkomstig deze verordening verkregen informatie vast is komen te staan dat zij IOO-visserij als bedoeld in artikel 3 bedrijven, en waarvan de vlaggenstaten geen gevolg hebben gegeven aan de officiële verzoeken als bedoeld in artikel 26, lid 2, onder b) en c), en artikel 26, lid 3, onder b) en c), in antwoord op die IOO-visserij.”.

    (9)

    In artikel 28 wordt lid 1 vervangen door:

    „1.   De Commissie schrapt een vissersvaartuig van de EU-lijst van IOO-vaartuigen door middel van uitvoeringshandelingen die worden vastgesteld volgens de in artikel 54, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure, indien de vlaggenstaat van het vissersvaartuig aantoont dat:

    a)

    het vaartuig geen enkele van de IOO-visserijactiviteiten waarvoor het op de lijst is geplaatst, heeft verricht, of

    b)

    doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties zijn opgelegd als reactie op de betrokken IOO-visserijactiviteiten, met name wat betreft vissersvaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1224/2009.”.

    (10)

    In artikel 30 wordt lid 1 vervangen door:

    „1.   Behalve de in artikel 27 bedoelde vissersvaartuigen worden ook de vissersvaartuigen die in de door regionale visserijorganisaties vastgestelde lijsten van IOO-vaartuigen zijn opgenomen, door middel van uitvoeringshandelingen in de EU-lijst van IOO-vaartuigen opgenomen. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 54, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure. Die vaartuigen worden van de EU-lijst van IOO-vaartuigen geschrapt overeenkomstig de besluiten die de betrokken regionale visserijorganisatie over hen neemt.”.

    (11)

    In artikel 31 wordt lid 1 vervangen door:

    „1.   De Commissie identificeert door middel van uitvoeringshandelingen op basis van de in dit artikel genoemde criteria de derde landen die naar haar mening niet meewerken aan de bestrijding van IOO-visserij. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 54, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.”.

    (12)

    In artikel 33 wordt lid 1 vervangen door:

    „1.   De Commissie neemt overeenkomstig artikel 31, lid 1, geïdentificeerde landen door middel van uitvoeringshandelingen op in een lijst van niet-meewerkende derde landen. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 54, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.”.

    (13)

    In artikel 34 wordt lid 1 vervangen door:

    „1.   De Commissie schrapt door middel van uitvoeringshandelingen derde landen van de lijst van niet-meewerkende derde landen indien de betrokken derde landen aantonen dat de situatie die de opneming ervan in de lijst rechtvaardigde, is verholpen. Bij het nemen van een besluit tot schrapping wordt ook in aanmerking genomen of de betrokken geïdentificeerde derde landen concrete maatregelen hebben genomen die een blijvende verbetering van de situatie kunnen bewerkstelligen. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 54, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.”.

    (14)

    Artikel 36 wordt vervangen door:

    „Artikel 36

    Tijdelijke maatregelen

    1.   Indien er bewijs is dat de door een derde land vastgestelde maatregelen afbreuk doen aan de door een regionale visserijorganisatie aangenomen instandhoudings- en beheersmaatregelen, kan de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen en in overeenstemming met haar internationale verplichtingen tijdelijke maatregelen vaststellen met een geldigheidsduur van ten hoogste zes maanden om de effecten van dergelijke door derde landen genomen maatregelen te verzachten. De Commissie kan een nieuw besluit nemen om die tijdelijke maatregelen met ten hoogste zes maanden te verlengen.

    2.   De in lid 1 bedoelde tijdelijke maatregelen kunnen het volgende behelzen:

    a)

    vissersvaartuigen die zijn gemachtigd om te vissen en die de vlag van het betrokken derde land voeren, wordt geen toegang tot de havens van de lidstaten verleend, behalve in geval van overmacht of in noodsituaties als bedoeld in artikel 4, lid 2, voor het verlenen van diensten die strikt noodzakelijk zijn om die situaties te verhelpen;

    b)

    vissersvaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren, wordt niet toegestaan deel te nemen aan gezamenlijke visserijactiviteiten met vaartuigen die de vlag van het betrokken land voeren;

    c)

    vissersvaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren, wordt niet toegestaan te vissen in maritieme wateren onder de jurisdictie van het betrokken derde land, onverminderd de bepalingen van bilaterale visserijovereenkomsten;

    d)

    de levering van levende vis ten behoeve van de visteelt in maritieme wateren onder de jurisdictie van de betrokken staat wordt niet toegestaan;

    e)

    levende vis die is gevangen door vissersvaartuigen die de vlag van het betrokken derde land voeren, wordt niet aanvaard voor de visteelt in maritieme wateren onder de jurisdictie van een lidstaat.

    3.   De tijdelijke maatregelen zijn onmiddellijk van kracht. Zij worden ter kennis van de lidstaten en van het betrokken derde land gebracht en bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.”.

    (15)

    In artikel 49 wordt lid 1 vervangen door:

    „1.   De lidstaten die genoegzaam gedocumenteerde informatie over waargenomen vissersvaartuigen verkrijgen, zenden die informatie onverwijld door aan de Commissie of aan de door haar aangewezen instantie in het formaat dat door middel van uitvoeringshandelingen is vastgesteld. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 54, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.”.

    (16)

    In artikel 51 wordt lid 3 vervangen door:

    „3.   De Commissie is bevoegd door middel van uitvoeringshandelingen regels inzake wederzijdse bijstand vast te stellen betreffende:

    a)

    de administratieve samenwerking tussen de lidstaten, derde landen, de Commissie en de door haar aangewezen instantie, met inbegrip van de bescherming van persoonsgegevens en het gebruik van informatie en de bescherming van het beroepsgeheim en het handelsgeheim;

    b)

    de kosten voor de uitvoering van bijstandsverzoeken;

    c)

    aanwijzing van één enkele autoriteit per lidstaat;

    d)

    mededeling van de door de nationale autoriteiten naar aanleiding van de uitwisseling van informatie genomen follow-upmaatregelen;

    e)

    verzoeken om bijstand, met inbegrip van verzoeken om informatie, verzoeken om maatregelen en verzoeken om administratieve kennisgevingen en het vaststellen van antwoordtermijnen;

    f)

    informatieverstrekking zonder voorafgaand verzoek, en

    g)

    de relaties van de lidstaten met de Commissie en met derde landen.

    Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 54, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.”.

    (17)

    Artikel 52 wordt geschrapt.

    (18)

    Artikel 54 wordt vervangen door:

    „Artikel 54

    Comitéprocedure

    1.   De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 30 van Verordening (EG) nr. 2371/2002 ingestelde Comité voor de visserij en de aquacultuur. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

    2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.”.

    (19)

    Het volgende artikel wordt ingevoegd:

    „Artikel 54 bis

    Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

    1.   De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

    2.   De in artikel 6, lid 3, artikel 9, lid 1, artikel 12, leden 5 en 6, artikel 16, leden 1 en 4, en artikel 17, lid 3, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van drie jaar met ingang van …  (5). De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van drie jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet. [Am. 2]

    3.   Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 6, lid 3, artikel 9, lid 1, artikel 12, leden 5 en 6, artikel 16, leden 1 en 4, en artikel 17, lid 3, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

    4.   Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

    5.   Een overeenkomstig artikel 6, lid 3, artikel 9, lid 1, artikel 12, leden 5 en 6, artikel 16, leden 1 en 4, en artikel 17, lid 3, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.”.

    (5)   Datum van inwerkingtreding van deze verordening. "

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te …,

    Voor het Europees Parlement

    De voorzitter

    Voor de Raad

    De voorzitter


    (1)  PB C 351 van 15.11.2012, blz. 90.

    (2)  Standpunt van het Europees Parlement van 12 juni 2013.

    (3)  PB L 286 van 29.10.2008, blz. 1.

    (4)  PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13.


    Top