Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52009IP0310

    Steun voor de Bijzondere Rechtbank voor Sierra Leone Resolutie van het Europees Parlement van 24 april 2009 over steun voor de Bijzondere Rechtbank voor Sierra Leone

    PB C 184E van 8.7.2010, p. 60–61 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    8.7.2010   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    CE 184/60


    Vrijdag, 24 april 2009
    Steun voor de Bijzondere Rechtbank voor Sierra Leone

    P6_TA(2009)0310

    Resolutie van het Europees Parlement van 24 april 2009 over steun voor de Bijzondere Rechtbank voor Sierra Leone

    2010/C 184 E/12

    Het Europees Parlement,

    onder verwijzing naar de eerdere resoluties over dit onderwerp, waaronder die van 6 september 2007 over de financiering van de Bijzondere Rechtbank voor Sierra Leone (1),

    gezien de Overeenkomst van Cotonou tussen de Europese Gemeenschap en de ACS-landen en het feit dat de partijen bij die overeenkomst hebben beloofd zich in te zetten voor vrede, veiligheid en stabiliteit, eerbiediging van de mensenrechten, de democratische beginsel en de rechtstaat,

    gelet op artikel 115, lid 5, van zijn Reglement,

    A.

    overwegende dat de Bijzondere Rechtbank voor Sierra Leone (BRSL) in het jaar 2000 door de Verenigde Naties en de regering van Sierra Leone werd opgericht in aansluiting op Resolutie 1315 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties met het oog op de berechting van personen die zich schuldig hadden gemaakt aan ernstige schendingen van het internationale humanitaire recht, en meer in het bijzonder aan oorlogsmisdaden en misdaden tegen de mensheid,

    B.

    overwegende dat de BRSL een aantal belangrijke precedenten schept op het gebied van het internationaal strafrecht, aangezien zij het eerste internationale gerechtshof is dat gefinancierd wordt met vrijwillige bijdragen, het eerste dat is opgericht in het land waar de vermoede misdaden hebben plaatsgevonden en - in het geval van de voormalige president van Liberia - het eerste dat een in functie verkerend Afrikaans staatshoofd aanklaagt voor oorlogsmisdaden en misdaden tegen de mensheid,

    C.

    overwegende dat het mandaat van de BRSL in 2010 zal verstrijken en dat de regering van Sierra Leone heeft aangekondigd dat zij niet in een positie verkeert om de uitvoering van de door deze rechtbank uitgesproken vonnissen af te dwingen,

    D.

    overwegende dat het afdwingen van de uitvoering van vonnissen van essentieel belang is in de internationale rechtspraak, welke een belangrijke rol speelt bij de totstandkoming van vrede en de verdere ontwikkeling van de rechtstaat in het land,

    E.

    overwegende dat het op dit ogenblik om politieke en institutionele redenen en vanuit veiligheidsoogpunt uiterst moeilijk is om de veroordeelden hun straf in Sierra Leone zelf te doen uitzitten,

    F.

    overwegende dat de BRSL overeenkomsten heeft gesloten met een aantal landen, waaronder Groot-Brittannië, Zweden en Oostenrijk, om ervoor te zorgen dat enkele van de veroordeelden hun straf in deze landen kunnen uitzitten, maar ook overwegende dat er meer van deze overeenkomsten nodig zijn om te garanderen dat alle personen die reeds veroordeeld zijn en personen die berecht worden en wellicht veroordeeld zullen worden, hun gevangenisstraf ook inderdaad zullen uitzitten,

    G.

    overwegende dat een onvermogen om passende detentiefaciliteiten te vinden voor de personen die voor de meest gruwelijke misdaden zijn veroordeeld een ernstige afbreuk zou doen aan de inspanningen van de internationale gemeenschap om effectief een eind te maken aan de straffeloosheid,

    H.

    eraan herinnerende dat de strijd tegen straffeloosheid een van de hoekstenen is van het mensenrechtenbeleid van de Europese Unie en dat de internationale gemeenschap een verantwoordelijkheid draagt om mechanismen in te voeren voor het ter verantwoording roepen van personen,

    I.

    overwegende dat andere rechtbanken en gerechtshoven, zoals het Internatonale Tribunaal voor het voormalig Joegoslavië en het Internationale Strafhof voor Rwanda, met soortgelijke problemen te kampen hebben en dat andere internationale instanties zoals het Internationaal Strafhof, de Bijzondere Rechtbank voor Libanon en de Buitengewone Kamers van de Rechtbanken van Cambodja in de nabije toekomst waarschijnlijk met soortgelijke problemen zullen worden geconfronteerd wanneer de staten geen krachtiger inspanningen ondernemen om de internationale rechtspraak kracht bij te zetten,

    J.

    overwegende dat de internationale rechtbanken en gerechtshoven alle een belangrijke rol spelen bij het ondersteunen van vrede en gerechtigheid in hun respectieve regio's en dat elk van hen vastbesloten is een blijvende nalatenschap achter te laten en bij te dragen tot de verdere ontwikkeling van de rechtstaat in de regio's waar de misdaden werden gepleegd,

    1.

    verwelkomt de vooruitgang die de internationale rechtbanken en gerechtshoven geboekt hebben bij het voor de rechter brengen van personen die verantwoordelijk zijn voor de gepleegde gruweldaden en is van mening dat deze processen een duidelijke boodschap sturen aan leiders over de gehele wereld en aan andere oorlogsmisdadigers en hen ervan helpen overtuigen dat gruwelijke schendingen van de mensenrechten niet langer meer ongestraft zullen blijven;

    2.

    doet een beroep op de Raad en de lidstaten om tezamen met de BRSL een oplossing te vinden, die ervoor zorgt dat veroordeelde personen hun straf ook daadwerkelijk zullen uitzitten, want zonder een dergelijke oplossing zullen de inspanningen van de BRSL en de geloofwaardigheid van de internationale gemeenschap - en ook die van de EU - ernstig worden aangetast;

    3.

    doet een beroep op alle lidstaten om hun bijdragen op te voeren aan het werk van de internationale rechtbanken en gerechtshoven in hun streven om duurzame oplossingen te vinden voor de tenuitvoerlegging van vonnissen, ofwel door rechtstreeks overeenkomsten te sluiten met voornoemde instanties voor de tenuitvoerlegging van vonnissen binnen hun eigen jurisdictie, ofwel door het hen verlenen van bijstand bij het vinden van alternatieve oplossingen om ervoor zorgen dat de vonnissen in de regio zelf ten uitvoer kunnen worden gelegd;

    4.

    doet een beroep op de lidstaten en op andere internationale instellingen om verdere financiële bijstand te verlenen aan de BRSL teneinde het mogelijk te maken dat door de BRSL veroordeelde personen hun straffen zullen uitzitten in landen die de capaciteit hebben om de vonnissen overeenkomstig internationale normen uit te voeren, maar die onvoldoende financiële middelen hebben om zulks te doen;

    5.

    is van oordeel dat een in gebreke blijven bij het verlenen van deze steun ernstige risico's zou vormen voor het werk van de internationale rechtbanken en gerechtshoven, die dan niet in staat zouden zijn om te garanderen dat de veroordeelde personen hun straf inderdaad zullen uitzitten;

    6.

    verzoekt om een alomvattende studie ter evaluatie van het werk dat door de internationale strafgerechten is verricht, waarin lessen kunnen worden getrokken uit dit werk en aanbevelingen kunnen worden gedaan met het oog op een verbetering van het functioneren en de financiering ervan;

    7.

    verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten van de EU, de Bijzondere Rechtbank voor Sierra Leone, het Internationaal Strafhof, het Internationaal Tribunaal voor het voormalig Joegoslavië, het Internationaal Strafhof voor Rwanda, de Buitengewone Kamers van de Rechtbanken van Cambodja, het Bijzondere Gerechtshof voor Libanon, de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, de lidstaten van de Afrikaanse Unie en de covoorzitters van de Parlementaire Vergadering ACS-EU.


    (1)  PB C 187 E van 24.7.2008, blz. 242.


    Top