Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62009CN0511

    Zaak C-511/09 P: Hogere voorziening ingesteld op 4 december 2009 door Dongguan Nanzha Leco Stationery Mfg. Co., Ltd tegen het arrest van het Gerecht van eerste aanleg (Zevende kamer) van 23 september 2009 in zaak T-296/06, Dongguan Nanzha Leco Stationery Mfg. Co., Ltd/Raad van de Europese Unie

    PB C 37 van 13.2.2010, p. 24–25 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    13.2.2010   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 37/24


    Hogere voorziening ingesteld op 4 december 2009 door Dongguan Nanzha Leco Stationery Mfg. Co., Ltd tegen het arrest van het Gerecht van eerste aanleg (Zevende kamer) van 23 september 2009 in zaak T-296/06, Dongguan Nanzha Leco Stationery Mfg. Co., Ltd/Raad van de Europese Unie

    (Zaak C-511/09 P)

    2010/C 37/30

    Procestaal: Engels

    Partijen

    Rekwirante: Dongguan Nanzha Leco Stationery Mfg. Co., Ltd (vertegenwoordiger: P. Bentley QC)

    Andere partijen in de procedure: Raad van de Europese Unie, Europese Commissie, IML Industria Meccanica Lombarda Srl

    Conclusies

    Rekwirante vordert:

    vernietiging van het arrest van het Gerecht van eerste aanleg van 23 september 2009 in zaak T-296/06, Dongguan Nanzha Leco Stationery Mfg. Co., Ltd/Raad van de Europese Unie, voor zover daarbij het eerste onderdeel van rekwirantes eerste middel in eerste aanleg is afgewezen;

    nietigverklaring van verordening (EG) nr. 1136/2006 van de Raad (1), voor zover daarbij op door rekwirante geproduceerde hefboommechanismen een antidumpingrecht wordt ingesteld dat hoger is dan het recht dat zou moeten worden betaald indien de betwiste aanpassing van de uitvoerprijs niet was doorgevoerd;

    verwijzing van de Raad in de kosten van de onderhavige procedure, met inbegrip van de kosten in eerste aanleg.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Rekwirante betoogt dat het bestreden arrest niet de juiste juridische gevolgen verbindt aan het begrip normale waarde, zoals dit is gedefinieerd in artikel 2, lid 7, sub a, van verordening (EG) nr. 384/96 (2) van de Raad betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap, zoals gewijzigd. Dientengevolge komt het Gerecht in het bestreden arrest tot de onjuiste conclusie dat de overeenkomstig die bepaling bij vergelijking vastgestelde normale waarde noodzakelijkerwijze overeenstemt met het tijdstip waarop de betrokken producten de productielijn in China verlaten, hoewel in het bestreden arrest zelf is vastgesteld dat de verkoopkosten en de algemene en administratieve uitgaven zowel bij verkoop in het binnenland als bij uitvoer niet door de onderneming in China worden gedragen, maar door met haar verbonden ondernemingen in een land met een markteconomie, Hongkong. Ingevolge die onjuiste conclusie maakt het bestreden arrest inbreuk op artikel 2, lid 10, van verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad, zoals gewijzigd, waar het de aanpassing van de exportprijs heeft bevestigd die door de instellingen is toegepast en bestaat in een aftrek van de verkoopkosten, de algemene en administratieve uitgaven en de winsten van de verbonden ondernemingen in Hongkong.


    (1)  Verordening (EG) nr. 1136/2006 van de Raad van 24 juli 2006 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige antidumpingrecht op hefboommechanismen uit de Volksrepubliek China (PB L 205, blz. 1).

    (2)  PB L 56, blz. 1.


    Top