Choisissez les fonctionnalités expérimentales que vous souhaitez essayer

Ce document est extrait du site web EUR-Lex

Document 62009CN0461

Zaak C-461/09 P: Hogere voorziening ingesteld op 23 november 2009 door The Wellcome Foundation Ltd tegen het arrest van het Gerecht van eerste aanleg (Zevende kamer) van 23 september 2009 in zaak T-493/07: The Wellcome Foundation Ltd/Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

PB C 37 van 13.2.2010, p. 4–4 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

13.2.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 37/4


Hogere voorziening ingesteld op 23 november 2009 door The Wellcome Foundation Ltd tegen het arrest van het Gerecht van eerste aanleg (Zevende kamer) van 23 september 2009 in zaak T-493/07: The Wellcome Foundation Ltd/Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

(Zaak C-461/09 P)

2010/C 37/06

Procestaal: Engels

Partijen

Rekwirant: The Wellcome Foundation Ltd (vertegenwoordiger: R.Gilbey, avocat)

Andere partijen in de procedure: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen), Serono Genetics Institute S.A.

Conclusies

verklaring dat het Gerecht van eerste aanleg de wettelijke voorwaarden van artikel 8, lid 1, sub b, van de verordening inzake het gemeenschapsmerk (1) en artikel 52, lid 1, sub a, van deze verordening heeft geschonden door de litigieuze beslissing van de kamer van beroep te bevestigen;

vernietiging van het bestreden arrest, waarbij de beslissing van de kamer van beroep is bevestigd voor zover daarbij is geweigerd om alle beslissingen van het BHIM en het Gerecht over de kosten te vernietigen, en verwijzing van het BHIM in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Rekwirante betoogt dat, gelet op de feiten van de zaak zoals deze uit de merkenregisters blijken en aan het BHIM zijn voorgelegd, het Gerecht zonder wettelijke grondslag heeft geoordeeld dat het relevante publiek een hoog aandachtsniveau heeft.

Volgens rekwirante heeft het Gerecht geweigerd rekening te houden met door rekwirante voorgelegd bewijs, dat had moeten worden aanvaard omdat het slechts een aanvulling vormde op reeds aan het BHIM voorgelegde argumenten en bewijs.

Rekwirante betoogt dat het Gerecht bij de beschrijving van de mate van overeenstemming tussen de waren, vage en incoherente terminologie heeft gebruikt, en het bestreden arrest dus niet nauwkeurig, accuraat en coherent heeft gemotiveerd.

Volgens rekwirante heeft het Gerecht, op basis van de hem voorgelegde feiten, onjuiste, onvolledige en gebrekkige wettelijke criteria toegepast voor zijn conclusie dat de kamer van beroep terecht had geoordeeld dat er weinig overeenstemming tussen de waren was.

Rekwirante betoogt dat het Gerecht, op basis van de hem voorgelegde feiten, niet het juiste criterium voor de algemene vergelijking van de tekens heeft toegepast voor zijn conclusie dat er weinig overeenstemming tussen de tekens was.

Tot slot stelt rekwirante dat het Gerecht zijn conclusie over het verwarringsgevaar heeft gebaseerd op onjuiste, onvolledige of gebrekkige wettelijke criteria, aangezien het wettelijk onjuiste, onvolledige of gebrekkige criteria heeft gebruikt om het relevante publiek te definiëren en om de mate van overeenstemming tussen de waren respectievelijk tussen de tekens te beoordelen.


(1)  Verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad van 20 december 1993 inzake het gemeenschapsmerk, (PB L 11, blz. 1).


Haut