EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62009TN0128
Case T-128/09: Action brought on 31 March 2009 — Meridiana and Eurofly v Commission
Zaak T-128/09: Beroep ingesteld op 31 maart 2009 — Meridiana en Eurofly/Commissie
Zaak T-128/09: Beroep ingesteld op 31 maart 2009 — Meridiana en Eurofly/Commissie
PB C 141 van 20.6.2009, p. 46–46
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
20.6.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 141/46 |
Beroep ingesteld op 31 maart 2009 — Meridiana en Eurofly/Commissie
(Zaak T-128/09)
2009/C 141/97
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partijen: Meridiana SpA (Olbia, Italië) en Eurofly SpA (Milaan, Italië) (vertegenwoordigers: N. Green, QC, K. Bacon, barrister, C. Osti en A. Prastaro, advocaten)
Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen
Conclusies
— |
beschikking C(2008) 6745 def. van de Commissie van 12 november 2008 nietig verklaren; |
— |
de Commissie verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Verzoeksters vorderen nietigverklaring van beschikking C(2008) 6745 def. van de Commissie van 12 november 2008, waarbij is vastgesteld dat de door de Italiaanse autoriteiten aangemelde verkoop van de activa van luchtvaartmaatschappij Alitalia geen staatssteun ten gunste van de koper vormt (N 510/2008). (1) Verzoeksters zijn diens concurrenten op de markt voor luchtvervoer en hebben bij de Commissie klachten ingediend met betrekking tot de door de Italiaanse autoriteiten aangemelde maatregelen.
Ter ondersteuning van hun vordering voeren verzoeksters de volgende middelen aan.
In de eerste plaats geeft de bestreden beschikking blijk van onjuiste rechtsopvattingen en is zij gebaseerd op kennelijke beoordelings- en redeneerfouten voor zover de Commissie heeft geconcludeerd dat de activa van Alitalia tegen marktprijzen zouden worden verkocht. Uit de procedure zoals deze door de Commissie is beschreven, blijkt met name niet dat een onafhankelijke expert Alitalia’s activa heeft geschat voordat de onderhandelingen over de verkoop van deze activa van start zijn gegaan. De Commissie heeft ook blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door onvoldoende belang te hechten aan het feit dat de verkoop van de activa van Alitalia niet volgens een open en transparante procedure heeft plaatsgevonden.
In de tweede plaats stellen verzoeksters dat de conclusie van de Commissie dat de regeling tot overdracht van de activa niet was opgezet met het doel de verplichting tot terugbetaling van staatssteun te omzeilen, blijkt geeft van een onjuiste rechtsopvatting en is gebaseerd op kennelijke beoordelings- en redeneerfouten.
In de derde plaats heeft de Commissie blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting en heeft zij niet voldaan aan haar motiveringsplicht door niet in te gaan op de vraag of de in 2008 ingevoerde wettelijke regeling inzake de bijzondere insolventieprocedure op zich staatssteun ten behoeve van Alitalia en de koper vormde, zoals verzoeksters in hun klacht hadden gesteld, aangezien deze regeling er volgens hen toe strekte de overdracht van de activa van Alitalia mogelijk te maken.
In de vierde plaats heeft de Commissie blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting en heeft zij niet voldaan aan haar motiveringsplicht door niet in te gaan op de vraag of bepaalde van de door verzoeksters in hun klacht aangevoerde punten het bewijs vormden van staatssteun, namelijk de afscheiding van de activa van Alitalia in omstandigheden waarin een normale particuliere investeerder dit niet zou hebben gedaan, de schending van het beginsel van non-discriminatie, de opname van de activa van een andere vennootschap in het verkooppakket en de verwerving van een andere vennootschap door de koper van de activa van Alitalia.
Ten slotte heeft de Commissie blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door geen formele onderzoeksprocedure in te leiden overeenkomstig artikel 88, lid 2, EG en in plaats daarvan een beslissing te nemen na een voorafgaand onderzoek.