This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62008CA0134
Case C-134/08: Judgment of the Court (Fifth Chamber) of 2 April 2009 (Reference for a preliminary ruling from the Bundesfinanzhof, Germany) — Hauptzollamt Bremen v J.E. Tyson Parketthandel GmbH hanse j. (Regulation (EC) No 2193/2003 — Additional customs duties on imports of certain products originating in the United States of America — Temporal scope — Article 4(2) — Products exported after the entry into force of that regulation for which it can be demonstrated that they were already on their way to the Community when those duties were first applied — Whether subject to duty)
Zaak C-134/08: Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 2 april 2009 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesfinanzhof — Duitsland) — Hauptzollamt Bremen/J. E. Tyson Parketthandel GmbH hanse j. (Verordening (EG) nr. 2193/2003 — Aanvullende douanerechten op bepaalde producten uit Verenigde Staten van Amerika — Werkingssfeer ratione temporis — Artikel 4, lid 2 — Producten die zijn uitgevoerd na inwerkingtreding van voornoemde verordening, maar waarvan kan worden aangetoond dat zij bij eerste toepassing van deze rechten reeds onderweg waren naar Gemeenschap — Toepassing)
Zaak C-134/08: Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 2 april 2009 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesfinanzhof — Duitsland) — Hauptzollamt Bremen/J. E. Tyson Parketthandel GmbH hanse j. (Verordening (EG) nr. 2193/2003 — Aanvullende douanerechten op bepaalde producten uit Verenigde Staten van Amerika — Werkingssfeer ratione temporis — Artikel 4, lid 2 — Producten die zijn uitgevoerd na inwerkingtreding van voornoemde verordening, maar waarvan kan worden aangetoond dat zij bij eerste toepassing van deze rechten reeds onderweg waren naar Gemeenschap — Toepassing)
PB C 141 van 20.6.2009, p. 17–18
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
20.6.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 141/17 |
Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 2 april 2009 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesfinanzhof — Duitsland) — Hauptzollamt Bremen/J. E. Tyson Parketthandel GmbH hanse j.
(Zaak C-134/08) (1)
(Verordening (EG) nr. 2193/2003 - Aanvullende douanerechten op bepaalde producten uit Verenigde Staten van Amerika - Werkingssfeer ratione temporis - Artikel 4, lid 2 - Producten die zijn uitgevoerd na inwerkingtreding van voornoemde verordening, maar waarvan kan worden aangetoond dat zij bij eerste toepassing van deze rechten reeds onderweg waren naar Gemeenschap - Toepassing)
2009/C 141/28
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Bundesfinanzhof
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Hauptzollamt Bremen
Verwerende partij: J. E. Tyson Parketthandel GmbH hanse j.
Voorwerp
Verzoek om een prejudiciële beslissing — Bundesfinanzhof — Uitlegging van artikel 4, lid 2, van verordening (EG) nr. 2193/2003 van de Raad van 8 december 2003 tot instelling van aanvullende douanerechten op bepaalde producten uit de Verenigde Staten van Amerika (PB L 328, blz. 3) — Toepassing van het aanvullende douanerecht op producten die uit de Verenigde Staten van Amerika naar de Gemeenschap zijn uitgevoerd na de inwerkingtreding van voornoemde verordening, maar waarvoor kan worden aangetoond dat zij op het ogenblik van de eerste toepassing van deze rechten reeds onderweg waren naar de Gemeenschap zonder dat de bestemming kon worden gewijzigd
Dictum
Artikel 4, lid 2, van verordening (EG) nr. 2193/2003 van de Raad van 8 december 2003 tot instelling van aanvullende douanerechten op bepaalde producten uit de Verenigde Staten van Amerika, moet conform de formulering ervan worden uitgelegd, te weten dat het aanvullende douanerecht niet van toepassing is op producten waarvan kan worden aangetoond dat zij op de datum waarop deze verordening in werking treedt, reeds onderweg waren naar de Gemeenschap en waarvan de bestemming niet kan worden gewijzigd.