This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document C2006/280E/03
MINUTES#Wednesday 16 November 2005
NOTULEN
Woensdag, 16 november 2005
NOTULEN
Woensdag, 16 november 2005
PB C 280E van 18.11.2006, p. 71–127
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
18.11.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
CE 280/71 |
NOTULEN
(2006/C 280 E/03)
VERLOOP VAN DE VERGADERING
VOORZITTER: Gérard ONESTA
Ondervoorzitter
1. Opening van de vergadering
De vergadering wordt om 09.00 uur geopend.
Het woord wordt gevoerd door Véronique De Keyser over een incident waarvan Ana Maria Gomes en zijzelf gisteren de dupe zijn geworden in het kader van de anti-abortusexpositie (De Voorzitter deelt mede het Bureau hiervan op de hoogte te zullen stellen).
2. Ingekomen stukken
De volgende verslagen zijn ontvangen van de parlementaire commissies:
— |
Verslag over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie overeenkomstig punt 3 van het Interinstitutioneel Akkoord van 7 november 2002 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de financiering van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie ter aanvulling van het Interinstitutioneel Akkoord van 6 mei 1999 over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure (COM(2005)0401 — C6-0277/2005 — 2005/2171(ACI)) — Begrotingscommissie Rapporteur: Böge Reimer (A6-0320/2005). |
— |
Verslag over het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 7/2005 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2005 (Storm in Noord-Europa) (13489/2005 — C6-0358/2005 — 2005/2172(BUD)) — Begrotingscommissie Rapporteur: Garriga Polledo Salvador (A6-0321/2005). |
3. Situatie in Irak na het referendum over de grondwet (debat)
Verklaringen van de Raad en de Commissie: Situatie in Irak na het referendum over de grondwet
Lord Bach (fungerend voorzitter van de Raad) en Benita Ferrero-Waldner (lid van de Commissie) leggen de verklaringen af.
Het woord wordt gevoerd door Giorgos Dimitrakopoulos, namens de PPE-DE-Fractie, Véronique De Keyser, namens de PSE-Fractie, Graham Watson, namens de ALDE-Fractie, Angelika Beer, namens de Verts/ALEFractie, Erik Meijer, namens de GUE/NGL-Fractie, Bastiaan Belder, namens de IND/DEM-Fractie, Alessandro Battilocchio, niet-ingeschrevene, Antonio Tajani, Lilli Gruber, James Hugh Allister, Béatrice Patrie, Józef Pinior, Panagiotis Beglitis, Lord Bach en Benita Ferrero-Waldner.
Het debat wordt gesloten.
(In afwachting van de komst van Margaret Beckett (fungerend voorzitter van de Raad), wordt de vergadering om 10.00 uur onderbroken en om 10.10 uur hervat.)
VOORZITTER: Dagmar ROTH-BEHRENDT
Ondervoorzitter
4. Klimaatverandering — Zege in de strijd tegen de wereldwijde klimaatverandering (debat)
Verklaringen van de Raad en de Commissie: In het licht van de schade veroorzaakt door de recente orkanen en de resultaten van de topconferenties tussen de Europese Unie, China en India
Verslag over de zege in de strijd tegen de wereldwijde klimaatverandering [2005/2049(INI)] — Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid.
Rapporteur: Anders Wijkman (A6-0312/2005)
Margaret Beckett (fungerend voorzitter van de Raad) en Stavros Dimas (lid van de Commissie) leggen de verklaringen af.
Anders Wijkman leidt het verslag in.
Het woord wordt gevoerd door Paul Verges (rapporteur voor advies van de Commissie DEVE), Cristina Gutiérrez-Cortines, namens de PPE-DE-Fractie, Gyula Hegyi, namens de PSE-Fractie, Caroline Lucas, namens de Verts/ALE-Fractie, Kartika Tamara Liotard, namens de GUE/NGL-Fractie, Johannes Blokland, namens de IND/DEM-Fractie, en Liam Aylward, namens de UEN-Fractie.
VOORZITTER: Janusz ONYSZKIEWICZ
Ondervoorzitter
Het woord wordt gevoerd door Irena Belohorská, Peter Liese, Dorette Corbey, Alyn Smith, Roberto Musacchio, Urszula Krupa, Bruno Gollnisch, Avril Doyle, Anne Ferreira, Lena Ek, Bairbre de Brún, Georgios Karatzaferis, Françoise Grossetête, Marie-Noëlle Lienemann, Gunnar Hökmark, Justas Vincas Paleckis, Bogusław Sonik, Edite Estrela, Richard Seeber, Rebecca Harms (rapporteur voor advies van de Commissie ITRE), Margaret Beckett en Stavros Dimas.
Het debat wordt gesloten.
Stemming: punt 5.6 van de notulen van 16.11.2005.
(In afwachting van de stemmingen wordt de vergadering om 11.55 uur onderbroken en om 12.05 uur hervat.)
VOORZITTER: Antonios TRAKATELLIS
Ondervoorzitter
5. Stemmingen
Nadere bijzonderheden betreffende de uitslagen van de stemmingen (amendementen, aparte stemmingen, stemmingen in onderdelen) zijn opgenomen in bijlage 1 bij de notulen.
Het woord wordt gevoerd door:
— |
Hannes Swoboda over de organisatie van de werkzaamheden. |
— |
Philip Bushill-Matthews over het verloop van het vragenuur; |
— |
Edith Mastenbroek over de vrijheid van informatie in Tunesië en de door de VN van 16 t/m 18.11.2005 in Tunis georganiseerde Wereldtop over de informatiemaatschappij. |
5.1. Informatie over identiteit van de exploiterende luchtvaartmaatschappij *** I (stemming)
Verslag over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het informeren van luchtreizigers over de identiteit van de exploiterende luchtvaartmaatschappij en het mededelen van veiligheidsinformatie door de lidstaten [COM(2005)0048 — C6-0046/2005 — 2005/0008(COD)] — Commissie vervoer en toerisme.
Rapporteur: Christine De Veyrac (A6-0310/2005)
(Gewone meerderheid)
(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 1)
VOORSTEL VAN DE COMMISSIE
Als geamendeerd goedgekeurd (P6_TA(2005)0428)
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE
Aangenomen (P6_TA(2005)0428)
5.2. Kerncentrale van Bohunice V1 in Slowakije * (stemming)
Verslag over het voorstel voor een verordening van de Raad inzake de tenuitvoerlegging van Protocol nr. 9 bij de Akte betreffende de voorwaarden voor toetreding tot de Europese Unie van Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië met betrekking tot de V1-kerncentrale van Bohunice in Slowakije [COM(2004)0624 — C6-0205/2004 — 2004/0221(CNS)] — Commissie industrie, onderzoek en energie.
Rapporteur: Rebecca Harms (A6-0282/2005)
(Gewone meerderheid)
(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 2)
VOORSTEL VAN DE COMMISSIE
Als geamendeerd goedgekeurd (P6_TA(2005)0429)
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE
Aangenomen (P6_TA(2005)0429)
Opmerkingen in het kader van de stemming:
— |
Herbert Bösch over de stemming over amendement 12; |
— |
Rebecca Harms (rapporteur) wenste dat haar naam van het verslag geschrapt werd en adviseerde de leden tegen het verslag te stemmen. |
5.3. Noordelijke dimensie (stemming)
Ontwerpresoluties B6-0584/2005, B6-0586/2005, B6-0587/2005, B6-0588/2005, B6-0589/2005 en B6-0590/2005
(Gewone meerderheid)
(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 3)
ONTWERPRESOLUTIE RC-B6-0584/2005
(ter vervanging van B6-0584/2005, B6-0586/2005, B6-0587/2005, B6-0588/2005, B6-0589/2005 en B6-0590/2005):
ingediend door de volgende leden:
— |
Alexander Stubb, namens de PPE-DE-Fractie, |
— |
Riitta Myller, namens de PSE-Fractie, |
— |
Diana Wallis en Paavo Väyrynen, namens de ALDE-Fractie, |
— |
Satu Hassi, Tatjana Ždanoka en Carl Schlyter, namens de Verts/ALE-Fractie, |
— |
Esko Seppänen, namens de GUE/NGL-Fractie, |
— |
Ģirts Valdis Kristovskis, Konrad Szymański, Inese Vaidere, Gintaras Didžiokas en Rolandas Pavilionis, namens de UEN-Fractie |
Aangenomen (P6_TA(2005)0430)
Opmerkingen in het kader van de stemming:
— |
Henrik Lax diende een mondeling amendement in op overweging H dat in aanmerking werd genomen. |
5.4. Digitale omschakeling (stemming)
Ontwerpresolutie B6-0583/2005
(Gewone meerderheid)
(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 4)
ONTWERPRESOLUTIE
Aangenomen (P6_TA(2005)0431)
5.5. Ontmanteling van kerncentrales (stemming)
Verslag over het gebruik van de financiële middelen voor de ontmanteling van kerncentrales [2005/2027(INI)] — Commissie industrie, onderzoek en energie.
Rapporteur: Rebecca Harms (A6-0279/2005)
(Gewone meerderheid)
(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 5)
ONTWERPRESOLUTIE
Aangenomen (P6_TA(2005)0432)
5.6. Zege in de strijd tegen de wereldwijde klimaatverandering (stemming)
Verslag over de zege in de strijd tegen de wereldwijde klimaatverandering [2005/2049(INI)] — Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid.
Rapporteur: Anders Wijkman (A6-0312/2005)
(Gewone meerderheid)
(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 6)
ONTWERPRESOLUTIE
Aangenomen (P6_TA(2005)0433)
Opmerkingen in het kader van de stemming:
— |
Anders Wijkman (rapporteur) stelde een mondeling amendement voor op paragraaf 24 dat in aanmerking werd genomen; |
— |
Bernd Posselt wees op verschillen tussen de Duitse en Engelse versie van paragraaf 41. |
6. Stemverklaringen
Schriftelijke stemverklaringen:
De schriftelijke stemverklaringen in de zin van artikel 163, lid 3 van het Reglement zijn opgenomen in het volledig verslag van deze vergadering.
Mondelinge stemverklaringen:
Verslag Rebecca Harms — A6-0282/2005
— |
Milan Gaľa, Árpád Duka-Zólyomi en Andreas Mölzer |
Verslag Anders Wijkman — A6-0312/2005
— |
Richard Seeber en Luca Romagnoli |
7. Rectificaties stemgedrag
De rectificaties stemgedrag staan op de website „Séance en direct”, „Résultats des votes (appels nominaux)/Result of votes (Roll-call votes)” en in de gedrukte versie van bijlage 2 „Uitslag van de hoofdelijke stemmingen”.
De elektronische versie op Europarl zal regelmatig tot uiterlijk twee weken na de dag van stemming worden bijgewerkt.
Na het verstrijken van deze termijn zal de lijst van rectificaties stemgedrag worden gesloten met het oog op vertaling en publicatie in het Publicatieblad.
(De vergadering wordt om 12.45 uur onderbroken en om 15.05 uur hervat.)
VOORZITTER: Josep BORRELL FONTELLES
Voorzitter
8. Goedkeuring van de notulen van de vorige vergadering
Jan Marinus Wiersma heeft de presentielijst weliswaar ondertekend, maar zijn naam staat er niet op.
De notulen van de vorige vergadering worden goedgekeurd.
*
* *
Bernd Posselt voert het woord over de in de gebouwen van het Parlement gehouden exposities.
9. Samenstelling fracties
Giovanni Procacci heeft zich aangesloten bij de ALDE-Fractie.
10. Informele bijeenkomst Europese Raad (debat)
Verslag van de Europese Raad en verklaring van de Commissie: Informele bijeenkomst Europese Raad
Jack Straw (fungerend voorzitter van de Raad) brengt verslag uit over de Europese Raad.
José Manuel Barroso (voorzitter van de Commissie) legt de verklaring af.
Het woord wordt gevoerd door Hans-Gert Poettering, namens de PPE-DE-Fractie, Robert Goebbels, namens de PSE-Fractie, Karin Riis-Jørgensen, namens de ALDE-Fractie, Pierre Jonckheer, namens de Verts/ALE-Fractie, Kyriacos Triantaphyllides, namens de GUE/NGL-Fractie, Michael Henry Nattrass, namens de IND/DEMFractie, Roberta Angelilli, namens de UEN-Fractie, James Hugh Allister, niet-ingeschrevene, Timothy Kirkhope, Gary Titley, Marielle De Sarnez, Elisabeth Schroedter, Ilda Figueiredo, Mario Borghezio, Armando Dionisi, Bernard Poignant, Jack Straw en Lapo Pistelli.
VOORZITTER: Pierre MOSCOVICI
Ondervoorzitter
Het woord wordt gevoerd door Ian Hudghton, Jana Bobošíková, Margie Sudre, Christopher Beazley, laatstgenoemde over de verdeling van de spreektijd, Nicola Zingaretti, Chris Davies, Othmar Karas, Csaba Sándor Tabajdi, Bogusław Sonik, Libor Rouček, Geoffrey Van Orden, Ana Maria Gomes, Douglas Alexander (fungerend voorzitter van de Raad) en José Manuel Barroso.
Het debat wordt gesloten.
11. Recente uitspraken van de heer Mahmoud Ahmadinejad, president van Iran (debat)
Verklaringen van de Raad en de Commissie: Recente uitspraken van de heer Mahmoud Ahmadinejad, president van Iran
Douglas Alexander (fungerend voorzitter van de Raad) en Benita Ferrero-Waldner (lid van de Commissie) leggen de verklaringen af.
VOORZITTER: Manuel António dos SANTOS
Ondervoorzitter
Het woord wordt gevoerd door Hans-Gert Poettering, namens de PPE-DE-Fractie, Pasqualina Napoletano, namens de PSE-Fractie, Annemie Neyts-Uyttebroeck, namens de ALDE-Fractie, Angelika Beer, namens de Verts/ALE-Fractie, Eva-Britt Svensson, namens de GUE/NGL-Fractie, Gerard Batten, namens de IND/DEMFractie, Cristiana Muscardini, namens de UEN-Fractie, en Douglas Alexander.
Ontwerpresoluties ingediend overeenkomstig artikel 103, lid 2 van het Reglement, tot besluit van het debat:
— |
Annemie Neyts-Uyttebroeck, Alexander Lambsdorff, István Szent-Iványi, Jelko Kacin, Elizabeth Lynne, Frédérique Ries, Sophia in 't Veld, Margarita Starkevičiūtė, Philippe Morillon en Janusz Onyszkiewicz, namens de ALDE-Fractie, over Iran (B6-0585/2005); |
— |
André Brie, Vittorio Agnoletto en Eva-Britt Svensson, namens de GUE/NGL-Fractie, over Iran (B6-0608/2005); |
— |
Pasqualina Napoletano, namens de PSE-Fractie, over de recente uitlatingen van de president van Iran (B6-0609/2005); |
— |
Cristiana Muscardini, Mogens N.J. Camre en Ģirts Valdis Kristovskis, namens de UEN-Fractie, over de recente uitlatingen van de Iraanse president Mahmoud Ahmadinejad (B6-0610/2005); |
— |
Angelika Beer, Monica Frassoni, Joost Lagendijk en Raül Romeva i Rueda, namens de Verts/ALE-Fractie, over Iran (B6-0611/2005); |
— |
Hans-Gert Poettering, Charles Tannock, Michael Gahler en Elmar Brok, namens de PPE-DE-Fractie, over de recente uitspraken van Mahmoud Ahmadinejad, President van Iran (B6-0612/2005). |
Het debat wordt gesloten.
Stemming: punt 4.9 van de notulen van 17.11.2005.
12. Vragenuur (vragen aan de Raad)
Het Parlement behandelt een reeks vragen aan de Raad (B6-0339/2005).
Vraag 1 (Marie Panayotopoulos-Cassiotou): Het voorspellen van toekomstige herstructureringen.
Douglas Alexander (fungerend voorzitter van de Raad) beantwoordt de vraag alsmede een aanvullende vraag van Marie Panayotopoulos-Cassiotou.
Vraag 2 (Manuel Medina Ortega): Belastingheffing op vliegreizen.
Douglas Alexander beantwoordt de vraag alsmede de aanvullende vragen van Manuel Medina Ortega, Joseph Muscat en Philip Bradbourn.
Vraag 3 (Sarah Ludford): Verdrag van de Raad van Europa tegen mensenhandel.
Douglas Alexander beantwoordt de vraag alsmede de aanvullende vragen van Sarah Ludford en Elizabeth Lynne.
Vraag 4 (John Purvis): Accijnsen op tabak en alcohol.
Douglas Alexander beantwoordt de vraag alsmede de aanvullende vragen van John Purvis en David Martin.
Vraag 5 (Elspeth Attwooll): Bruiden zonder grenzen.
Douglas Alexander beantwoordt de vraag alsmede de aanvullende vragen van Elspeth Attwooll en Sarah Ludford.
Vraag 6 (Frank Vanhecke): Censuur op het internet in China.
Douglas Alexander beantwoordt de vraag alsmede een aanvullende vraag van Frank Vanhecke.
Vraag 7 (Richard James Ashworth): Jaarverslag van de Rekenkamer.
Douglas Alexander beantwoordt de vraag alsmede de aanvullende vragen van Philip Bushill-Matthews (ter vervanging van de auteur), David Martin en Christopher Beazley.
Vraag 8 (Richard Corbett): Comitologie.
Douglas Alexander beantwoordt de vraag alsmede een aanvullende vraag van Richard Corbett.
Vraag 9 (Sajjad Karim): Inconsistentie in de opstellingen van ministers ten aanzien van het evenwicht tussen veiligheid en mensenrechten.
Douglas Alexander beantwoordt de vraag alsmede een aanvullende vraag van Sajjad Karim.
Vraag 10 (Hélène Goudin): Defensiebegrotingen van de EU-landen.
Douglas Alexander beantwoordt de vraag.
Vraag 11 (Dimitrios Papadimoulis): Akkoord over de financiële vooruitzichten 2007-2013.
Douglas Alexander beantwoordt de vraag alsmede de aanvullende vragen van Dimitrios Papadimoulis en Esko Seppänen.
Vraag 12 (Nils Lundgren): Rechtszekerheid binnen de EU.
Douglas Alexander beantwoordt de vraag.
Vraag 13 (Chris Davies): Transparantie en openheid.
Vraag 14 (Timothy Kirkhope): Transparantie Raad
Douglas Alexander beantwoordt de vragen alsmede de aanvullende vragen van Chris Davies, James Hugh Allister, Richard Corbett en Timothy Kirkhope.
Vraag 15 (Jonas Sjöstedt): De visserijovereenkomst met Marokko en de steun van het VN-proces door de Raad.
Douglas Alexander beantwoordt de vraag alsmede de aanvullende vragen van Jonas Sjöstedt en Bernd Posselt.
De vragen 16 t/m 36 zullen schriftelijk worden beantwoord.
Het vragenuur aan de Raad wordt gesloten.
13. Verklaring van de Voorzitter
De Voorzitter legt een verklaring af over de schendingen van de mensenrechten in Tunesië naar aanleiding van de VN-wereldtop over de informatiemaatschappij.
(De vergadering wordt om 19.15 uur onderbroken en om 21.00 uur hervat.)
VOORZITTER: Miroslav OUZKÝ
Ondervoorzitter
14. Normen voor de humane vangst van bepaalde diersoorten met behulp van vallen *** I (debat)
Verslag over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot invoering van normen voor de humane vangst van bepaalde diersoorten met behulp van vallen [COM(2004)0532 — C6-0100/2004 — 2004/0183(COD)] — Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid.
Rapporteur: Karin Scheele (A6-0304/2005)
Het woord wordt gevoerd door Stavros Dimas (lid van de Commissie).
Karin Scheele leidt het verslag in.
Het woord wordt gevoerd door Horst Schnellhardt, namens de PPE-DE-Fractie, Dorette Corbey, namens de PSE-Fractie, Jules Maaten, namens de ALDE-Fractie, Marie Anne Isler Béguin, namens de Verts/ALE-Fractie, Jonas Sjöstedt, namens de GUE/NGL-Fractie, Johannes Blokland, namens de IND/DEM-Fractie, Jean-Claude Martinez, niet-ingeschrevene, Richard Seeber, Linda McAvan, Mojca Drčar Murko, Jillian Evans, Hélène Goudin, Christofer Fjellner, Robert Evans, Margrete Auken, Piia-Noora Kauppi, Hans-Peter Mayer en Stavros Dimas.
Het debat wordt gesloten.
Stemming: punt 4.3 van de notulen van 17.11.2005.
15. Wapenuitvoer — Non-proliferatie van massavernietigingswapens — Groenboek overheidsopdrachten op defensiegebied (debat)
Verslag over het zesde jaarrapport van de Raad uit hoofde van uitvoeringsbepaling nr. 8 van de Gedragscode van de Europese Unie betreffende wapenuitvoer [2005/2013(INI)] — Commissie buitenlandse zaken.
Rapporteur: Raül Romeva i Rueda (A6-0292/2005)
Verslag over de rol van het Europees Parlement bij de non-proliferatie van massavernietigingswapens [2005/2139(INI)] — Commissie buitenlandse zaken.
Rapporteur: Ģirts Valdis Kristovskis (A6-0297/2005)
Verslag over het Groenboek overheidsopdrachten op defensiegebied [2005/2030(INI)] — Commissie interne markt en consumentenbescherming.
Rapporteur: Joachim Wuermeling (A6-0288/2005)
Raül Romeva i Rueda leidt het verslag in (A6-0292/2005).
Ģirts Valdis Kristovskis leidt het verslag in (A6-0297/2005).
Joachim Wuermeling leidt het verslag in (A6-0288/2005).
Het woord wordt gevoerd door Benita Ferrero-Waldner (lid van de Commissie).
Het woord wordt gevoerd door Gunnar Hökmark (rapporteur voor advies van de Commissie ITRE), Ģirts Valdis Kristovskis (rapporteur voor advies van de Commissie DEVE), Jas Gawronski, namens de PPE-DEFractie, Jan Marinus Wiersma, namens de PSE-Fractie, Alexander Lambsdorff, namens de ALDE-Fractie, Raül Romeva i Rueda, namens de Verts/ALE-Fractie, Tobias Pflüger, namens de GUE/NGL-Fractie, Gerard Batten, namens de IND/DEM-Fractie, die zijn betoog besluit met een belediging aan het adres van het Parlement, Marios Matsakis, die verklaart diep beledigd te zijn door de woorden van Gerard Batten en de Voorzitter verzoekt stappen te ondernemen (De Voorzitter antwoordt dat hij de kwestie aan het Bureau zal voorleggen), Ryszard Czarnecki, niet-ingeschrevene, Gitte Seeberg, Ana Maria Gomes, Marios Matsakis, Eva-Britt Svensson, Andreas Mölzer, Karl von Wogau, Manuel Medina Ortega, onder meer over de woorden van Gerard Batten, Luca Romagnoli, Elmar Brok, Richard Howitt, Geoffrey Van Orden, Helmut Kuhne, in eerste instantie ook over de woorden van Gerard Batten, Othmar Karas, Joel Hasse Ferreira, Zuzana Roithová, Proinsias De Rossa, onder meer over de woorden van Gerard Batten, Andreas Schwab, Simon Coveney, Ģirts Valdis Kristovskis (rapporteur), om nadere toelichtingen te geven, en Benita Ferrero-Waldner.
Het debat wordt gesloten.
Stemming: punt 4.4 van de notulen van 17.11.2005.
16. Agenda van de volgende vergadering
De agenda voor de vergadering van morgen is vastgesteld (PE 364.133/OJJE).
17. Sluiting van de vergadering
De vergadering wordt om 23.45 uur gesloten.
Julian Priestley
Secretaris-generaal
Gérard Onesta
Ondervoorzitter
PRESENTIELIJST
Ondertekend door:
Adamou, Albertini, Allister, Alvaro, Andersson, Andrejevs, Andria, Andrikienė, Angelilli, Antoniozzi, Arif, Arnaoutakis, Assis, Atkins, Attard-Montalto, Attwooll, Aubert, Audy, Auken, Ayala Sender, Aylward, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Baco, Batten, Battilocchio, Batzeli, Bauer, Beaupuy, Beazley, Becsey, Beer, Beglitis, Belder, Belet, Belohorská, Bennahmias, Beňová, Berend, Berès, van den Berg, Berger, Berlato, Berlinguer, Berman, Bersani, Bertinotti, Bielan, Birutis, Blokland, Bloom, Bobošíková, Böge, Bösch, Bonde, Bonino, Bono, Bonsignore, Booth, Borghezio, Borrell Fontelles, Bourlanges, Bourzai, Bowis, Bowles, Bozkurt, Bradbourn, Braghetto, Brejc, Brepoels, Breyer, Březina, Brie, Brok, Brunetta, Budreikaitė, van Buitenen, Buitenweg, Bullmann, Bushill-Matthews, Busk, Busuttil, Buzek, Calabuig Rull, Callanan, Camre, Capoulas Santos, Carlotti, Carlshamre, Carnero González, Carollo, Casa, Casaca, Cashman, Caspary, Castex, Castiglione, del Castillo Vera, Catania, Cavada, Cederschiöld, Cercas, Cesa, Chatzimarkakis, Chichester, Chiesa, Chmielewski, Christensen, Chruszcz, Cirino Pomicino, Claeys, Clark, Cocilovo, Coelho, Cohn-Bendit, Corbett, Corbey, Cornillet, Correia, Cottigny, Coûteaux, Coveney, Cramer, Crowley, Marek Aleksander Czarnecki, Ryszard Czarnecki, D'Alema, Daul, Davies, de Brún, Degutis, Dehaene, De Keyser, Demetriou, De Michelis, Deprez, De Rossa, De Sarnez, Descamps, Désir, Deß, Deva, De Veyrac, De Vits, Díaz de Mera García Consuegra, Didžiokas, Díez González, Dillen, Dimitrakopoulos, Dionisi, Di Pietro, Dobolyi, Dombrovskis, Doorn, Douay, Doyle, Drčar Murko, Duchoň, Dührkop Dührkop, Duff, Duka-Zólyomi, Duquesne, Ebner, Ehler, Ek, El Khadraoui, Elles, Esteves, Estrela, Ettl, Eurlings, Jillian Evans, Jonathan Evans, Robert Evans, Fajmon, Falbr, Farage, Fatuzzo, Fava, Fazakas, Ferber, Fernandes, Fernández Martín, Anne Ferreira, Elisa Ferreira, Flasarová, Florenz, Foglietta, Fontaine, Ford, Fourtou, Fraga Estévez, Frassoni, Freitas, Friedrich, Fruteau, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García Pérez, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gebhardt, Gentvilas, Geremek, Geringer de Oedenberg, Gewalt, Gierek, Giertych, Gill, Gklavakis, Glante, Glattfelder, Goebbels, Goepel, Golik, Gollnisch, Gomes, Gomolka, Goudin, Grabowska, Grabowski, Graça Moura, Graefe zu Baringdorf, Gräßle, Grech, Griesbeck, Gröner, de Groen-Kouwenhoven, Groote, Grossetête, Gruber, Guardans Cambó, Guellec, Guerreiro, Guidoni, Gutiérrez-Cortines, Guy-Quint, Gyürk, Hänsch, Hall, Hammerstein Mintz, Handzlik, Hannan, Harangozó, Harkin, Harms, Hasse Ferreira, Hassi, Hatzidakis, Haug, Hazan, Heaton-Harris, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Helmer, Henin, Hennicot-Schoepges, Hennis-Plasschaert, Herczog, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Honeyball, Hoppenstedt, Horáček, Howitt, Hudacký, Hudghton, Hughes, Hutchinson, Hybášková, Ibrisagic, Ilves, in 't Veld, Isler Béguin, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jäätteenmäki, Jałowiecki, Janowski, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jensen, Joan i Marí, Jørgensen, Jonckheer, Jordan Cizelj, Juknevičienė, Kacin, Kaczmarek, Kallenbach, Kamall, Kamiński, Karas, Karatzaferis, Karim, Kasoulides, Kaufmann, Kauppi, Tunne Kelam, Kindermann, Kinnock, Kirkhope, Klaß, Klich, Klinz, Knapman, Koch, Koch-Mehrin, Kohlíček, Konrad, Korhola, Kósáné Kovács, Koterec, Kozlík, Krahmer, Krasts, Kratsa-Tsagaropoulou, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kristensen, Kristovskis, Krupa, Kuc, Kudrycka, Kuhne, Kułakowski, Kušķis, Kusstatscher, Kuźmiuk, Lagendijk, Laignel, Lamassoure, Lambert, Lambrinidis, Lambsdorff, Landsbergis, Lang, Langen, Langendries, Laperrouze, La Russa, Lauk, Lavarra, Lax, Lechner, Lehideux, Lehne, Lehtinen, Leichtfried, Leinen, Jean-Marie Le Pen, Marine Le Pen, Le Rachinel, Lévai, Lewandowski, Liberadzki, Libicki, Lichtenberger, Lienemann, Liese, Liotard, Lipietz, Lombardo, López-Istúriz White, Lucas, Ludford, Lulling, Lundgren, Lynne, Maat, Maaten, McAvan, McCarthy, McDonald, McGuinness, McMillan-Scott, Madeira, Malmström, Maňka, Erika Mann, Thomas Mann, Manolakou, Markov, Marques, Martens, David Martin, Hans-Peter Martin, Martinez, Martínez Martínez, Masiel, Masip Hidalgo, Maštálka, Mastenbroek, Mathieu, Mato Adrover, Matsakis, Matsis, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Medina Ortega, Meijer, Méndez de Vigo, Meyer Pleite, Miguélez Ramos, Mikko, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Mölzer, Montoro Romero, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Morgantini, Moscovici, Mote, Mulder, Musacchio, Muscardini, Muscat, Musotto, Mussolini, Myller, Napoletano, Nassauer, Nattrass, Navarro, Newton Dunn, Annemie Neyts-Uyttebroeck, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Özdemir, Olajos, Olbrycht, Ó Neachtain, Onesta, Onyszkiewicz, Oomen-Ruijten, Ortuondo Larrea, Őry, Ouzký, Oviir, Paasilinna, Pack, Pafilis, Pahor, Paleckis, Panayotopoulos-Cassiotou, Pannella, Panzeri, Papadimoulis, Papastamkos, Parish, Patrie, Pavilionis, Pęk, Pflüger, Piecyk, Pieper, Pīks, Pinior, Piotrowski, Pirilli, Piskorski, Pistelli, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Pleštinská, Podestà, Podkański, Poettering, Poignant, Polfer, Portas, Posdorf, Posselt, Prets, Procacci, Prodi, Purvis, Queiró, Rack, Radwan, Ransdorf, Rapkay, Rasmussen, Remek, Resetarits, Reul, Reynaud, Ribeiro e Castro, Riera Madurell, Ries, Riis-Jørgensen, Rivera, Rizzo, Rocard, Rogalski, Roithová, Romagnoli, Romeva i Rueda, Rosati, Roszkowski, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Rudi Ubeda, Rübig, Rühle, Rutowicz, Ryan, Sacconi, Saïfi, Sakalas, Salinas García, Salvini, Samaras, Samuelsen, Sánchez Presedo, dos Santos, Sartori, Saryusz-Wolski, Savary, Savi, Sbarbati, Schapira, Scheele, Schenardi, Schierhuber, Schlyter, Schmidt, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schroedter, Schuth, Schwab, Seeber, Seeberg, Segelström, Seppänen, Siekierski, Sifunakis, Sinnott, Siwiec, Sjöstedt, Skinner, Škottová, Smith, Sommer, Sonik, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Spautz, Speroni, Staes, Staniszewska, Starkevičiūtė, Šťastný, Stenzel, Sterckx, Stevenson, Stihler, Stockmann, Strejček, Strož, Stubb, Sturdy, Sudre, Sumberg, Surján, Svensson, Swoboda, Szájer, Szejna, Szent-Iványi, Szymański, Tabajdi, Tajani, Takkula, Tannock, Tarabella, Tarand, Tatarella, Thomsen, Thyssen, Titford, Titley, Toia, Tomczak, Toubon, Toussas, Trakatellis, Triantaphyllides, Trüpel, Turmes, Tzampazi, Uca, Ulmer, Väyrynen, Vaidere, Vakalis, Valenciano Martínez-Orozco, Vanhecke, Van Lancker, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Vaugrenard, Ventre, Verges, Vergnaud, Vernola, Vidal-Quadras Roca, de Villiers, Vincenzi, Virrankoski, Vlasák, Vlasto, Voggenhuber, Wagenknecht, Walter, Watson, Henri Weber, Manfred Weber, Weiler, Weisgerber, Westlund, Whitehead, Whittaker, Wieland, Wiersma, Wijkman, Wise, von Wogau, Wohlin, Bernard Piotr Wojciechowski, Janusz Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Wurtz, Wynn, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Záborská, Zahradil, Zaleski, Zapałowski, Zappalà, Zatloukal, Ždanoka, Železný, Zieleniec, Zīle, Zimmer, Zingaretti, Zvěřina, Zwiefka
Waarnemers
Abadjiev Dimitar, Arabadjiev Alexander, Athanasiu Alexandru, Bărbuleţiu Tiberiu, Becşenescu Dumitru, Bliznashki Georgi, Buruiană Aprodu Daniela, Ciornei Silvia, Cioroianu Adrian Mihai, Corlăţean Titus, Coşea Dumitru Gheorghe Mircea, Creţu Gabriela, Dîncu Vasile, Duca Viorel Senior, Dumitrescu Cristian, Ganţ Ovidiu Victor, Hogea Vlad Gabriel, Husmenova Filiz, Ilchev Stanimir, Ivanova Iglika, Kelemen Atilla Béla Ladislau, Kirilov Evgeni, Kónya-Hamar Sándor, Marinescu Marian-Jean, Mihăescu Eugen, Morţun Alexandru Ioan, Nicolae Şerban, Paparizov Atanas Atanassov, Parvanova Antonyia, Paşcu Ioan Mircea, Petre Maria, Podgorean Radu, Popa Nicolae Vlad, Popeangă Petre, Sârbu Daciana Octavia, Severin Adrian, Silaghi Ovidiu Ioan, Sofianski Stefan, Stoyanov Dimitar, Szabó Károly Ferenc, Tîrle Radu, Zgonea Valeriu Ştefan
BIJLAGE 1
STEMMINGSUITSLAGEN
Afkortingen en tekens
+ |
aangenomen |
- |
verworpen |
↓ |
vervallen |
Ing. |
ingetrokken |
HS (..., ..., ...) |
hoofdelijke stemming (aantal stemmen vóór, aantal stemmen tegen, onthoudingen) |
ES (..., ..., ...) |
elektronische stemming (aantal stemmen vóór, aantal stemmen tegen, onthoudingen) |
so |
stemming in onderdelen |
as |
aparte stemming |
am |
amendement |
CA |
compromisamendement |
DD |
desbetreffend deel |
S |
amendement tot schrapping |
= |
gelijkluidende amendementen |
§ |
paragraaf |
art |
artikel |
overw |
overweging |
OR |
ontwerpresolutie |
GOR |
gezamenlijke ontwerpresolutie |
Geh. S |
geheime stemming |
1. Informatie over identiteit van de exploiterende luchtvaartmaatschappij *** I
Verslag: Christine DE VEYRAC (A6-0310/2005)
Betreft |
Am. nr. |
van |
HS, enz. |
Stemming |
HS/ES — opmerkingen |
Blok 1 — Compromisamendementen |
55-82 84-117 |
PPE-DE, PSE, ALDE, Verts/ALE en GUE/NGL |
|
+ |
|
Blok 1 — compromisamendementen — aparte stemming |
83 |
PPE-DE, PSE, ALDE, Verts/ALE en GUE/NGL |
so |
|
|
1 |
+ |
|
|||
2 |
+ |
|
|||
Blok 2 — amendementen van de bevoegde commissie |
1-16 18-54 |
commissie |
|
↓ |
|
stemming: gewijzigd voorstel |
|
+ |
|
||
stemming: wetgevingsresolutie |
HS |
+ |
577, 16, 31 |
Amendement 17 betreft niet alle taalversies en is bijgevolg niet in stemming gebracht (zie artikel 151, lid 1, onder d) van het Reglement)
Verzoeken om stemming in onderdelen
PPE-DE:
am 83
1ste deel: § 1
2de deel: leden 2 en 3
Verzoeken om hoofdelijke stemming
PPE-DE: eindstemming
2. Kerncentrale van Bohunice VI in Slowakije *
Verslag: Rebecca HARMS (A6-0282/2005)
Betreft |
Am. nr. |
van |
HS, enz. |
Stemming |
HS/ES — opmerkingen |
Amendementen van de commissie ten principale — stemming en bloc |
4 6 9 15 |
commissie |
|
+ |
|
Amendementen van de commissie ten principale — aparte stemming |
2 |
commissie |
as |
+ |
|
3 |
commissie |
as |
+ |
|
|
5 |
commissie |
HS |
+ |
441, 184, 22 |
|
7 |
commissie |
so |
|
|
|
1 |
+ |
|
|||
2 |
+ |
|
|||
8 |
commissie |
as |
+ |
|
|
10 |
commissie |
so |
|
|
|
1 |
+ |
|
|||
2 |
+ |
|
|||
11 |
commissie |
as |
+ |
|
|
13 |
commissie |
as |
+ |
|
|
14 |
commissie |
as |
+ |
|
|
Artikel 3, § 1 |
18 |
PPE-DE |
|
Ing. |
|
12 |
commissie |
HS |
+ |
436, 190, 25 |
|
na overweging 3 |
17 |
PPE-DE |
|
Ing. |
|
1 |
commissie |
|
+ |
|
|
na overweging 5 |
16 |
PSE |
|
+ |
|
stemming: gewijzigd voorstel |
ES |
+ |
377, 222, 59 |
||
stemming: wetgevingsresolutie |
|
+ |
|
Verzoeken om aparte stemming
ALDE: am 5, 12
Verts/ALE: am 2, 3, 8, 11, 13 en 14
Verzoeken om hoofdelijke stemming
Verts/ALE: am 5 en 12
Verzoeken om stemming in onderdelen
Verts/ALE
am 7
1ste deel:„De begrotingskredieten van de Gemeenschap voor de ontmanteling mogen niet leiden tot een concurrentieverstoring voor energiebedrijven op de energiemarkt in de Europese Unie.”
2de deel:„Deze kredieten ... electriciteitsvoorziening”.
am 10
1ste deel: De hele tekst, behalve de woorden 'voor de opbouw van nieuwe productiecapaciteit en.
2de deel: deze woorden
Diversen
De PPE-DE-Fractie heeft haar amendementen 17 en 18 ingetrokken.
3. Noordelijke dimensie
Ontwerpresoluties: B6-0584/2005, 0586/2005, 0587/2005, 0588/2005, 0589/2005 en 0590/2005
Betreft |
Am. nr. |
van |
HS, enz. |
Stemming |
HS/ES — opmerkingen |
Gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B6-0584/2005 (PPE-DE, PSE, ALDE, Verts/ALE, GUE/NGL en UEN) |
|||||
na § 7 |
1 |
UEN |
|
+ |
|
overw H |
§ |
oorspronkelijke tekst |
|
+ |
mondeling gewijzigd |
stemming: resolutie (als geheel) |
HS |
+ |
634, 17, 18 |
||
Ontwerpresoluties van de fracties |
|||||
B6-0584/2005 |
|
ALDE |
|
↓ |
|
B6-0586/2005 |
|
PPE-DE |
|
↓ |
|
B6-0587/2005 |
|
Verts/ALE |
|
↓ |
|
B6-0588/2005 |
|
GUE/NGL |
|
↓ |
|
B6-0589/2005 |
|
PSE |
|
↓ |
|
B6-0590/2005 |
|
UEN |
|
↓ |
|
Verzoeken om hoofdelijke stemming
PPE-DE eindstemming
Diversen
Hendrik Lax diende een mondeling amendement in op overweging H:
H. |
overwegende dat de noordelijke dimensie grote waarde en positieve gevolgen heeft voor het milieubeleid in de gehele regio, zoals tot uiting komt bij de waterzuiveringsinstallaties van Sint-Petersburg, maar dat het noodzakelijk is de samenwerking tussen de lidstaten van de EU, in het bijzonder om eutrofiëring te beperken, en tussen de EU en Rusland te versterken om het gevaar van ongelukken met olietankers en bij de exploitatie van olievelden te verminderen en de nucleaire veiligheid en het beheer van kernafval te verbeteren, voorts overwegende dat de Oostzee al ernstig verontreinigd is en als binnenzee bijzonder groot gevaar loopt; |
4. Digitale omschakeling
Ontwerpresolutie: B6-0583/2005
Betreft |
Am. nr. |
van |
HS, enz. |
Stemming |
HS/ES — opmerkingen |
Ontwerpresolutie (B6-0583/2005) van de Commissie ITRE |
|||||
stemming: resolutie (als geheel) |
|
+ |
|
5. Ontmanteling van kerncentrales *
Verslag: Rebecca HARMS (A6-0279/2005)
Betreft |
Am. nr. |
van |
HS, enz. |
Stemming |
HS/ES — opmerkingen |
na § 4 |
1 |
Verts/ALE |
|
+ |
|
2 |
Verts/ALE |
so |
|
|
|
1 |
+ |
|
|||
2/ES |
+ |
375, 253, 23 |
|||
§ 5 |
5 |
PPE-DE |
|
- |
|
3 |
Verts/ALE |
so |
|
|
|
1 |
+ |
|
|||
2/ES |
+ |
336, 305, 19 |
|||
§ 6 |
6 |
PPE-DE |
|
- |
|
§ 9 |
7 |
PPE-DE |
ES |
- |
316, 344, 5 |
§ 16 |
4S |
Verts/ALE |
ES |
- |
172, 478, 9 |
stemming: resolutie (als geheel) |
|
+ |
|
Amendement 8 is ingetrokken.
Verzoeken om stemming in onderdelen
PPE-DE
am 2
1ste deel: De hele tekst, behalve de woorden „en wetgevingsinitiatieven”.
2de deel: deze woorden
am 3
1ste deel: De hele tekst, behalve de woorden „en om te voorkomen dat een beroep wordt gedaan op overheidssteun”.
2de deel: deze woorden
6. Zege in de strijd tegen de wereldwijde klimaatverandering *
Verslag: Anders WIJKMAN (A6-0312/2005)
Betreft |
Am. nr. |
van |
HS, enz. |
Stemming |
HS/ES — opmerkingen |
§ 1, streepje 2 |
14/rev |
PPE-DE |
|
+ |
|
na § 1 |
6 |
Verts/ALE |
so |
|
|
1 |
+ |
|
|||
2 |
- |
|
|||
na § 4 |
7 |
Verts/ALE |
ES |
+ |
339, 302, 12 |
§ 5 |
3 |
REUL e.a. |
|
- |
|
§ |
oorspronke-lijke tekst |
as |
+ |
|
|
§ 6 |
4 |
REUL e.a. |
|
- |
|
§ |
oorspronke-lijke tekst |
as |
+ |
|
|
na § 7 |
13 |
GUE/NGL |
|
+ |
|
§ 8 |
1 |
VIDAL-QUADRAS e.a. |
ES |
+ |
453, 204, 12 |
§ |
oorspronke-lijke tekst |
|
↓ |
|
|
§ 11 |
§ |
oorspronke-lijke tekst |
so |
|
|
1 |
+ |
|
|||
2 |
+ |
|
|||
3 |
+ |
|
|||
§ 13 |
2 |
PSE |
|
- |
|
na § 16 |
18 |
ALDE |
|
+ |
|
§ 18 |
§ |
oorspronke-lijke tekst |
so |
|
|
1 |
+ |
|
|||
2 |
+ |
|
|||
§ 21 |
5S |
REUL e.a. |
ES |
- |
306, 340, 15 |
§ |
oorspronke-lijke tekst |
so |
|
|
|
1/ES |
+ |
349, 304, 7 |
|||
2 |
+ |
|
|||
§ 24 |
§ |
oorspronke-lijke tekst |
|
+ |
mondeling gewijzigd |
na § 27 |
15 |
PPE-DE |
so |
|
|
1 |
+ |
|
|||
2 |
+ |
|
|||
16 |
PPE-DE |
|
+ |
|
|
§ 28 |
17 |
PPE-DE |
so |
|
|
1 |
+ |
|
|||
2 |
+ |
|
|||
§ 41 |
§ |
oorspronke-lijke tekst |
so |
|
|
1 |
+ |
|
|||
2 |
+ |
|
|||
na overw C |
9 |
GUE/NGL |
|
- |
|
10 |
GUE/NGL |
|
- |
|
|
na overw E |
8 |
GUE/NGL |
so |
|
|
1 |
- |
|
|||
2 |
↓ |
|
|||
Na overw. I |
11 |
GUE/NGL |
|
- |
|
12 |
GUE/NGL |
|
+ |
|
|
stemming: resolutie (als geheel) |
HS |
+ |
450, 66, 143 |
Verzoeken om stemming in onderdelen
IND/DEM
§ 18
1ste deel: De hele tekst, behalve de woorden „zoals snelheidsbeperkingen in de hele EU”.
2de deel: deze woorden
§ 21
1ste deel:„steunt de invoering ... om de milieuvervuiling te verminderen”
2de deel:„roept de Commissie op ... aan te nemen”
amendement 17
1ste deel:„is van oordeel ... in te dienen”
2de deel:„en verzoekt de Commissie ... op te nemen”
Verts/ALE
am 6
1ste deel: De hele tekst, behalve de woorden „formeel mandaat en”
2de deel: deze woorden
am 8
1ste deel: De hele tekst, behalve de woorden „enerzijds een”„propere” energie is omdat ze geen broeikasgassen uitstoot, maar anderzijds
2de deel: deze woorden
am 15
1ste deel:„benadrukt dat ... van de productiviteit”
2de deel:„wijst er in dit verband op ... markttoegang”
PPE-DE
§ 11
1ste deel: De hele tekst, behalve de woorden „niet in de laatste plaats door averechtse prikkels, zoals subsidies voor fossiele brandstoffen” en „een wetgeving voor te stellen om dergelijke subsidies integraal af te schaffen en om in de plaats daarvan”
2de deel:„niet in de laatste plaats door averechtse prikkels, zoals subsidies voor fossiele brandstoffen”
3de deel:„een wetgeving voor te stellen om dergelijke subsidies integraal af te schaffen en om in de plaats daarvan”
§ 41
1ste deel: De hele tekst, behalve de woorden „een heroverweging van de dubbele locatie van het EP”
2de deel: deze woorden
Verzoeken om hoofdelijke stemming
Verts/ALE eindstemming
Verzoeken om aparte stemming
PPE-DE: §§ 5, 6
Diversen
Anders Wijkman (PPE-DE) diende een mondeling amendement in op § 24:
24. |
roept de Commissie op, teneinde vóór de onderhandelingen van 2012 een duidelijk EU-leiderschap aan te tonen, specifieke wetgevingsvoorstellen in te dienen om het toepassingsgebied van de richtlijn betreffende de energieprestatie van gebouwen uit te breiden, en om de nieuwste biologische flexi-brandstoffen op te nemen in de richtlijn ter bevordering van de biobrandstoffen (zoals MTHF, ethyllevulinaat, enz.), om in de hele EU verplichte gemeenschappelijke normen voor deze nieuwe brandstoffen in te voeren, om stimulansen te creëren voor captive fleets die met biobrandstoffen rijden en om minimum mee- en bijstookpercentages in te voeren, waarbij de milieuefficiëntie wordt onderzocht van het opleggen van een minimum van 10 % biobrandstof in brandstoffen voor voertuigen, als onderdeel van haar herziening van het ECCP; |
BIJLAGE II
UITSLAG VAN DE HOOFDELIJKE STEMMINGEN
1. Verslag De Veyrac A6-0310/2005
Voor: 577
ALDE: Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Birutis, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Carlshamre, Cavada, Chatzimarkakis, Chiesa, Cocilovo, Cornillet, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Karim, Klinz, Koch-Mehrin, Krahmer, Kułakowski, Laperrouze, Lax, Lehideux, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Onyszkiewicz, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Procacci, Prodi, Resetarits, Ries, Riis-Jørgensen, Savi, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Virrankoski, Wallis
GUE/NGL: Adamou, Bertinotti, Brie, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Liotard, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Remek, Rizzo, Seppänen, Sjöstedt, Strož, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Verges, Wagenknecht, Wurtz, Zimmer
IND/DEM: Belder, Blokland, Bonde, Borghezio, Chruszcz, Coûteaux, Giertych, Karatzaferis, Krupa, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Salvini, Sinnott, Speroni, Tomczak, de Villiers, Wojciechowski Bernard, Železný
NI: Baco, Battilocchio, Belohorská, Bobošíková, Claeys, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Dillen, Gollnisch, Kozlík, Lang, Le Pen Jean-Marie, Le Pen Marine, Le Rachinel, Martin Hans-Peter, Martinez, Masiel, Mölzer, Mussolini, Rivera, Romagnoli, Rutowicz, Schenardi, Vanhecke
PPE-DE: Albertini, Antoniozzi, Audy, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bonsignore, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Busuttil, Buzek, Carollo, Casa, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Cesa, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Dehaene, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doorn, Doyle, Duka-Zólyomi, Ehler, Esteves, Eurlings, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gewalt, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Gräßle, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hatzidakis, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Kuźmiuk, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Langendries, Lauk, Lechner, Lewandowski, Liese, Lombardo, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Matsis, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Pack, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Pieper, Pīks, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Poettering, Pomés Ruiz, Posdorf, Posselt, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Seeber, Seeberg, Siekierski, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stubb, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Ventre, Vernola, Vlasák, Vlasto, Weisgerber, Wieland, von Wogau, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina, Zwiefka
PSE: Andersson, Arif, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Batzeli, Beglitis, Beňová, van den Berg, Berger, Berlinguer, Bösch, Bono, Bourzai, Bozkurt, Bullmann, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, D'Alema, De Keyser, De Rossa, Désir, De Vits, Dobolyi, Douay, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Groote, Guy-Quint, Hänsch, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kristensen, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lavarra, Lehtinen, Leichtfried, Liberadzki, Lienemann, McAvan, McCarthy, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Navarro, Obiols i Germà, Paasilinna, Pahor, Paleckis, Panzeri, Patrie, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Schapira, Segelström, Sifunakis, Siwiec, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Weber Henri, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zingaretti
UEN: Aylward, Bielan, Camre, Didžiokas, Foglietta, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, La Russa, Libicki, Muscardini, Ó Neachtain, Pavilionis, Pirilli, Roszkowski, Ryan, Szymański, Tatarella, Vaidere
Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, van Buitenen, Buitenweg, Cohn-Bendit, Cramer, Evans Jillian, Frassoni, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Voggenhuber, Ždanoka
Tegen: 16
IND/DEM: Batten, Bloom, Booth, Clark, Farage, Goudin, Knapman, Lundgren, Nattrass, Titford, Whittaker, Wise, Wohlin
NI: Mote
PPE-DE: Purvis
Verts/ALE: Hammerstein Mintz
Onthoudingen: 31
GUE/NGL: Guidoni
NI: Allister, Helmer
PPE-DE: Atkins, Bowis, Bradbourn, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Deva, Duchoň, Elles, Evans Jonathan, Fajmon, Hannan, Heaton-Harris, Jackson, Kamall, Kirkhope, McMillan-Scott, Nicholson, Ouzký, Parish, Škottová, Stevenson, Strejček, Sturdy, Sumberg, Tannock, Van Orden, Zahradil
Rectificaties stemgedrag
Voor: Gérard Onesta
2. Verslag Harms A6-0282/2005
Voor: 441
ALDE: Beaupuy, Birutis, Bourlanges, Budreikaitė, Cavada, Chatzimarkakis, Cornillet, Degutis, Deprez, De Sarnez, Fourtou, Gentvilas, Griesbeck, Juknevičienė, Klinz, Koch-Mehrin, Krahmer, Laperrouze, Lehideux, Manders, Mulder, Procacci, Ries, Schuth
GUE/NGL: Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Kohlíček, Maštálka, Ransdorf, Remek, Strož
IND/DEM: Belder, Blokland, Bonde, Chruszcz, Giertych, Grabowski, Krupa, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Tomczak, Wojciechowski Bernard, Železný
NI: Allister, Baco, Battilocchio, Belohorská, Bobošíková, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Dillen, Gollnisch, Helmer, Kozlík, Lang, Le Pen Jean-Marie, Le Pen Marine, Le Rachinel, Martinez, Masiel, Mussolini, Rivera, Romagnoli, Rutowicz, Schenardi, Vanhecke
PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Atkins, Audy, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Bonsignore, Bowis, Bradbourn, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Callanan, Carollo, Casa, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Cesa, Chichester, Chmielewski, Coveney, Daul, Dehaene, Demetriou, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doorn, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gewalt, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Gräßle, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hannan, Heaton-Harris, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Korhola, Kudrycka, Kušķis, Kuźmiuk, Landsbergis, Langen, Langendries, Lauk, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, Lombardo, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Matsis, Mauro, Mayer, Mayor Oreja, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pieper, Pīks, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Poettering, Pomés Ruiz, Posdorf, Posselt, Purvis, Queiró, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Salafranca Sánchez-Neyra, Sartori, Saryusz-Wolski, Schmitt, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Siekierski, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Strejček, Sturdy, Sudre, Sumberg, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, Ventre, Vernola, Vidal-Quadras Roca, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Wieland, von Wogau, Wortmann-Kool, Záborská, Zahradil, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina, Zwiefka
PSE: Arif, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Batzeli, Beglitis, Beňová, Berger, Berlinguer, Berman, Bourzai, Bozkurt, Calabuig Rull, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, D'Alema, De Keyser, De Rossa, Désir, De Vits, Dobolyi, Douay, El Khadraoui, Estrela, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Groote, Hänsch, Harangozó, Hasse Ferreira, Hegyi, Herczog, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Kuc, Laignel, Lambrinidis, Lavarra, Lehtinen, Leinen, Liberadzki, McAvan, McCarthy, Madeira, Maňka, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Navarro, Obiols i Germà, Paasilinna, Pahor, Paleckis, Panzeri, Patrie, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Rapkay, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Roth-Behrendt, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Schapira, Sifunakis, Siwiec, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Titley, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Weber Henri, Whitehead, Wiersma, Wynn, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zingaretti
UEN: Camre, Didžiokas, Foglietta, Libicki, Pavilionis
Tegen: 184
ALDE: Andrejevs, Andria, Attwooll, Bowles, Busk, Carlshamre, Chiesa, Cocilovo, Davies, Di Pietro, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Geremek, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Kacin, Karim, Kułakowski, Lambsdorff, Lax, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Matsakis, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Onyszkiewicz, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Prodi, Resetarits, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Staniszewska, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Virrankoski, Wallis, Watson
GUE/NGL: Adamou, Bertinotti, Brie, Catania, de Brún, Guidoni, Henin, Kaufmann, Liotard, McDonald, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Rizzo, Seppänen, Sjöstedt, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Verges, Wagenknecht, Wurtz
IND/DEM: Batten, Bloom, Booth, Borghezio, Clark, Coûteaux, Farage, Goudin, Knapman, Lundgren, Nattrass, Salvini, Sinnott, Speroni, Titford, de Villiers, Whittaker, Wise, Wohlin
NI: Martin Hans-Peter
PPE-DE: Belet, Berend, Böge, Coelho, Gklavakis, Hatzidakis, Karas, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Mavrommatis, Rack, Rübig, Saïfi, Samaras, Schierhuber, Seeber, Seeberg, Varvitsiotis, Wuermeling
PSE: Andersson, van den Berg, Bösch, Bono, Christensen, Ettl, Guy-Quint, Haug, Hazan, Hedh, Hedkvist Petersen, Jørgensen, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kristensen, Kuhne, Leichtfried, Lienemann, Prets, Rasmussen, Reynaud, Rothe, Scheele, Segelström, Thomsen, Weiler, Westlund
Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, van Buitenen, Buitenweg, Cohn-Bendit, Cramer, Evans Jillian, Frassoni, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka
Onthoudingen: 22
ALDE: Starkevičiūtė
GUE/NGL: Markov
IND/DEM: Karatzaferis
NI: Mote
PPE-DE: Stubb
PSE: Bullmann, Mann Erika
UEN: Aylward, Bielan, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, La Russa, Muscardini, Ó Neachtain, Pirilli, Roszkowski, Ryan, Szymański, Tatarella, Vaidere
Rectificaties stemgedrag
Tegen: Ursula Stenzel, Ville Itälä
3. Verslag Harms A6-0282/2005
Voor: 436
ALDE: Beaupuy, Birutis, Bourlanges, Budreikaitė, Cavada, Chatzimarkakis, Chiesa, Cornillet, Degutis, Deprez, De Sarnez, Fourtou, Gentvilas, Griesbeck, Jäätteenmäki, Juknevičienė, Klinz, Koch-Mehrin, Krahmer, Lambsdorff, Laperrouze, Lehideux, Manders, Mulder, Ries, Schuth, Starkevičiūtė
GUE/NGL: Adamou, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Kohlíček, Maštálka, Ransdorf, Remek, Strož
IND/DEM: Belder, Blokland, Bonde, Chruszcz, Giertych, Krupa, Pęk, Piotrowski, Wojciechowski Bernard, Železný
NI: Allister, Baco, Battilocchio, Belohorská, Bobošíková, Claeys, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Dillen, Gollnisch, Helmer, Kozlík, Lang, Le Pen Jean-Marie, Le Pen Marine, Le Rachinel, Martinez, Masiel, Mölzer, Mussolini, Rivera, Romagnoli, Rutowicz, Schenardi, Vanhecke
PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Atkins, Audy, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Bowis, Bradbourn, Braghetto, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Callanan, Carollo, Casa, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Cesa, Chichester, Chmielewski, Cirino Pomicino, Coveney, Daul, Dehaene, Demetriou, Descamps, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doorn, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gewalt, Glattfelder, Graça Moura, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hannan, Heaton-Harris, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Korhola, Kudrycka, Kušķis, Kuźmiuk, Landsbergis, Langendries, Lehne, Lewandowski, Lombardo, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mayer, Mayor Oreja, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pieper, Pīks, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Poettering, Pomés Ruiz, Posdorf, Purvis, Queiró, Radwan, Ribeiro e Castro, Roithová, Salafranca Sánchez-Neyra, Sartori, Saryusz-Wolski, Schmitt, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Siekierski, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Strejček, Stubb, Sturdy, Sudre, Sumberg, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, Ventre, Vernola, Vidal-Quadras Roca, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wortmann-Kool, Záborská, Zahradil, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina, Zwiefka
PSE: Arif, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Batzeli, Beglitis, Beňová, Berger, Berlinguer, Berman, Bono, Bozkurt, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, D'Alema, De Keyser, De Rossa, Désir, De Vits, Dobolyi, El Khadraoui, Estrela, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Grabowska, Gröner, Groote, Hänsch, Hazan, Hegyi, Herczog, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Kuc, Laignel, Lambrinidis, Lavarra, Lehtinen, Leinen, Liberadzki, Lienemann, McAvan, McCarthy, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Navarro, Paasilinna, Pahor, Paleckis, Panzeri, Patrie, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Rapkay, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Roth-Behrendt, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Schapira, Scheele, Sifunakis, Siwiec, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Tzampazi, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Weber Henri, Whitehead, Wiersma, Wynn, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zingaretti
UEN: Camre, Didžiokas, Foglietta, Pavilionis
Tegen: 190
ALDE: Andrejevs, Andria, Attwooll, Bowles, Busk, Carlshamre, Cocilovo, Davies, Di Pietro, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Geremek, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jensen, Kacin, Karim, Kułakowski, Lax, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Matsakis, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Onyszkiewicz, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Procacci, Prodi, Resetarits, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Staniszewska, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Väyrynen, Virrankoski, Wallis, Watson
GUE/NGL: Bertinotti, Brie, Catania, de Brún, Guidoni, Henin, Kaufmann, Liotard, McDonald, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Seppänen, Sjöstedt, Svensson, Triantaphyllides, Verges, Wagenknecht, Wurtz, Zimmer
IND/DEM: Batten, Bloom, Booth, Clark, Coûteaux, Farage, Goudin, Grabowski, Knapman, Lundgren, Nattrass, Rogalski, Salvini, Sinnott, Titford, Tomczak, de Villiers, Whittaker, Wise, Wohlin
NI: Martin Hans-Peter
PPE-DE: Belet, Berend, Böge, Bonsignore, Coelho, Deß, Gklavakis, Goepel, Gomolka, Gräßle, Hatzidakis, Itälä, Jarzembowski, Karas, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Lauk, Lechner, Liese, Matsis, Mavrommatis, Posselt, Rack, Reul, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Samaras, Schierhuber, Seeber, Seeberg, Thyssen, Varvitsiotis
PSE: Andersson, van den Berg, Bösch, Christensen, Ettl, Guy-Quint, Haug, Hedh, Hedkvist Petersen, Jørgensen, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kristensen, Kuhne, Obiols i Germà, Prets, Rasmussen, Reynaud, Rothe, Segelström, Weiler, Westlund
Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, van Buitenen, Buitenweg, Cohn-Bendit, Cramer, Evans Jillian, Frassoni, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka
Onthoudingen: 25
ALDE: Toia
GUE/NGL: Markov
IND/DEM: Borghezio, Karatzaferis, Speroni
NI: Mote
PSE: Bullmann, Leichtfried
UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, La Russa, Libicki, Muscardini, Ó Neachtain, Pirilli, Roszkowski, Ryan, Szymański, Tatarella, Vaidere
Rectificaties stemgedrag
Voor: Inés Ayala Sender
Tegen: Ursula Stenzel, Britta Thomsen
4. Gemeenschappelijke resolutie B6-0584/2005 — Noordelijke dimensie
Voor: 634
ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Birutis, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Carlshamre, Cavada, Chatzimarkakis, Chiesa, Cocilovo, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Di Pietro, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Klinz, Koch-Mehrin, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Onyszkiewicz, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Pistelli, Procacci, Prodi, Resetarits, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Sbarbati, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Virrankoski, Wallis, Watson
GUE/NGL: Adamou, Bertinotti, Brie, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Liotard, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Remek, Rizzo, Seppänen, Sjöstedt, Strož, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Verges, Wagenknecht, Wurtz, Zimmer
IND/DEM: Belder, Blokland, Bonde, Borghezio, Chruszcz, Giertych, Goudin, Karatzaferis, Lundgren, Salvini, Sinnott, Speroni, Wohlin, Wojciechowski Bernard, Zapałowski
NI: Battilocchio, Belohorská, Bobošíková, Claeys, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Dillen, Helmer, Martin Hans-Peter, Masiel, Mölzer, Mussolini, Rivera, Romagnoli, Rutowicz, Vanhecke
PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Atkins, Audy, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bonsignore, Bowis, Bradbourn, Braghetto, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Callanan, Carollo, Casa, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Cesa, Chichester, Chmielewski, Cirino Pomicino, Coelho, Coveney, Daul, Dehaene, Demetriou, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doorn, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gewalt, Gklavakis, Glattfelder, Gomolka, Graça Moura, Gräßle, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hannan, Hatzidakis, Heaton-Harris, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Kuźmiuk, Lamassoure, Langen, Langendries, Lauk, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, Lombardo, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Matsis, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pīks, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Poettering, Pomés Ruiz, Posdorf, Posselt, Purvis, Queiró, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Seeberg, Siekierski, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Strejček, Stubb, Sturdy, Sudre, Sumberg, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Ventre, Vernola, Vidal-Quadras Roca, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wojciechowski Janusz, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zahradil, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina, Zwiefka
PSE: Andersson, Arif, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Batzeli, Beglitis, Beňová, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bersani, Bösch, Bono, Bourzai, Bozkurt, Bullmann, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, D'Alema, De Keyser, De Rossa, Désir, De Vits, Dobolyi, Douay, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Groote, Gruber, Guy-Quint, Hänsch, Harangozó, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kristensen, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lavarra, Lehtinen, Leichtfried, Leinen, Liberadzki, Lienemann, McAvan, McCarthy, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Navarro, Obiols i Germà, Paasilinna, Pahor, Paleckis, Panzeri, Patrie, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Schapira, Scheele, Segelström, Sifunakis, Siwiec, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Tzampazi, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Weber Henri, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zingaretti
UEN: Angelilli, Aylward, Berlato, Bielan, Camre, Didžiokas, Foglietta, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, La Russa, Libicki, Muscardini, Ó Neachtain, Pavilionis, Pirilli, Roszkowski, Ryan, Szymański, Tatarella, Vaidere, Zīle
Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Cramer, Evans Jillian, Flautre, Frassoni, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber
Tegen: 17
IND/DEM: Batten, Bloom, Booth, Clark, Farage, Grabowski, Knapman, Krupa, Nattrass, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Titford, Tomczak, Whittaker, Wise
NI: Mote
Onthoudingen: 18
IND/DEM: Coûteaux, de Villiers, Železný
NI: Allister, Baco, Gollnisch, Kozlík, Lang, Le Pen Jean-Marie, Le Pen Marine, Le Rachinel, Martinez, Schenardi
PPE-DE: Goepel, Landsbergis, Pieper
Verts/ALE: van Buitenen, Ždanoka
5. Verslag Wijkman A6-0312/2005
Voor: 450
ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Birutis, Bonino, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Carlshamre, Cavada, Chatzimarkakis, Chiesa, Cocilovo, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Di Pietro, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Klinz, Koch-Mehrin, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Onyszkiewicz, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Pistelli, Polfer, Procacci, Prodi, Resetarits, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Sbarbati, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Virrankoski, Wallis, Watson
GUE/NGL: Henin, Kohlíček, Meijer, Ransdorf, Remek, Strož, Verges, Wurtz
IND/DEM: Belder, Blokland, Bonde, Borghezio, Coûteaux, Karatzaferis, Salvini, Sinnott, de Villiers
NI: Baco, Battilocchio, Belohorská, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, Kozlík, Masiel, Rivera, Rutowicz
PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ayuso González, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Braghetto, Brepoels, Březina, Brunetta, Busuttil, Buzek, Carollo, Casa, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Cesa, Chmielewski, Cirino Pomicino, Coelho, Demetriou, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doyle, Duka-Zólyomi, Ebner, Esteves, Fatuzzo, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fraga Estévez, Freitas, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gewalt, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Graça Moura, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hatzidakis, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hudacký, Ibrisagic, Itälä, Jałowiecki, Járóka, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kauppi, Kelam, Klaß, Klich, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Kuźmiuk, Landsbergis, Langendries, Lewandowski, Liese, Lombardo, López-Istúriz White, McGuinness, Mann Thomas, Marques, Mato Adrover, Matsis, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Novak, Olajos, Olbrycht, Őry, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Pīks, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posdorf, Queiró, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schmitt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeberg, Siekierski, Spautz, Šťastný, Stubb, Surján, Szájer, Tajani, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Ventre, Vernola, Vidal-Quadras Roca, Weisgerber, Wieland, Wijkman, Wojciechowski Janusz, Wuermeling, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zwiefka
PSE: Andersson, Arif, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Batzeli, Beglitis, Beňová, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bourzai, Bozkurt, Bullmann, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, D'Alema, De Keyser, De Rossa, Désir, De Vits, Dobolyi, Douay, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Groote, Gruber, Guy-Quint, Hänsch, Harangozó, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lavarra, Lehtinen, Leichtfried, Leinen, Liberadzki, Lienemann, McAvan, McCarthy, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Navarro, Obiols i Germà, Paasilinna, Pahor, Paleckis, Panzeri, Patrie, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Roth-Behrendt, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Schapira, Scheele, Segelström, Sifunakis, Siwiec, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Tzampazi, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Weber Henri, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zingaretti
UEN: Angelilli, Aylward, Berlato, Bielan, Crowley, Didžiokas, Foglietta, Janowski, Krasts, Kristovskis, La Russa, Muscardini, Ó Neachtain, Pavilionis, Pirilli, Ryan, Tatarella, Vaidere, Zīle
Verts/ALE: Smith
Tegen: 66
GUE/NGL: Pflüger
IND/DEM: Batten, Bloom, Booth, Chruszcz, Clark, Farage, Giertych, Goudin, Grabowski, Knapman, Krupa, Lundgren, Nattrass, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Titford, Tomczak, Whittaker, Wise, Wohlin, Wojciechowski Bernard, Zapałowski
NI: Allister, Helmer, Mote, Mussolini, Romagnoli
PPE-DE: Berend, Böge, Deß, Ehler, Fajmon, Gomolka, Gräßle, Hoppenstedt, Jarzembowski, Karas, Koch, Konrad, Korhola, Langen, Lauk, Lechner, Lulling, Ouzký, Pieper, Posselt, Rack, Reul, Rübig, Schierhuber, Schnellhardt, Seeber, Škottová, Sommer, Stenzel, Strejček, Ulmer, Zahradil
UEN: Kamiński, Libicki, Roszkowski, Szymański
Verts/ALE: Voggenhuber
Onthoudingen: 143
ALDE: Lynne
GUE/NGL: Adamou, Bertinotti, Brie, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Kaufmann, Liotard, McDonald, Maštálka, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Portas, Seppänen, Sjöstedt, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer
IND/DEM: Železný
NI: Bobošíková, Claeys, Dillen, Gollnisch, Le Pen Jean-Marie, Le Pen Marine, Le Rachinel, Martin Hans-Peter, Martinez, Mölzer, Schenardi, Vanhecke
PPE-DE: Atkins, Audy, Bachelot-Narquin, Bonsignore, Bowis, Bradbourn, Brejc, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Coveney, Daul, Descamps, Deva, De Veyrac, Doorn, Duchoň, Elles, Eurlings, Evans Jonathan, Ferber, Fontaine, Friedrich, Grossetête, Guellec, Hannan, Heaton-Harris, Jackson, Jeggle, Kamall, Kasoulides, Kirkhope, Lamassoure, Lehne, Maat, McMillan-Scott, Martens, Mathieu, Nassauer, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Oomen-Ruijten, Pack, Parish, Podkański, Purvis, Radwan, Saïfi, Sonik, Stevenson, Sturdy, Sudre, Sumberg, Tannock, Van Orden, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, von Wogau, Wortmann-Kool, Záborská, Zvěřina
PSE: Rothe
UEN: Camre
Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, van Buitenen, Buitenweg, Cohn-Bendit, Cramer, Evans Jillian, Flautre, Frassoni, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Staes, Trüpel, Turmes, Ždanoka
Rectificaties stemgedrag
Voor: Elisabeth Schroedter, Bart Staes, Heide Rühle, Caroline Lucas, Margrete Auken, Eva Lichtenberger, Johannes Voggenhuber, Satu Hassi, Hans-Peter Martin, Alain Lipietz, Cem Özdemir, Kathalijne Maria Buitenweg, Elly de Groen-Kouwenhoven, Claude Turmes, Gisela Kallenbach, Jean Lambert, Raül Romeva i Rueda, Hiltrud Breyer, Pierre Jonckheer, Michael Cramer, Rebecca Harms, Sepp Kusstatscher, Friedrich-Wilhelm Graefe zu Baringdorf, Mechtild Rothe
Tegen: Antonio Masip Hidalgo
Onthoudingen: Jacques Toubon, Cristina Gutiérrez-Cortines
AANGENOMEN TEKSTEN
P6_TA(2005)0428
Informatie over identiteit van de exploiterende luchtvaartmaatschappij *** I
Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het informeren van luchtreizigers over de identiteit van de exploiterende luchtvaartmaatschappij en het mededelen van veiligheidsinformatie door de lidstaten (COM(2005)0048 — C6-0046/2005 — 2005/0008(COD))
(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
— |
gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2005)0048) (1), |
— |
gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 80, lid 2 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C6-0046/2005), |
— |
gelet op artikel 51 van zijn Reglement, |
— |
gezien het verslag van de Commissie vervoer en toerisme (A6-0310/2005), |
1. |
hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement; |
2. |
verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen; |
3. |
verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie. |
(1) Nog niet in het PB gepubliceerd.
P6_TC1-COD(2005)0008
Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 16 november 2005 met het oog op de aanneming van Verordening (EG) nr. .../2005 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de vaststelling van een communautaire lijst van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod binnen de Gemeenschap is opgelegd en het informeren van luchtreizigers over de identiteit van de exploiterende luchtvaartmaatschappij, en tot intrekking van artikel 9 van Richtlijn 2004/36/EG
(Voor de EER relevante tekst)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid artikel 80, lid 2,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Na raadpleging van het Comité van de Regio's,
Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (2),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Communautaire maatregelen op het gebied van het luchtvervoer moeten bij voorrang tot doel hebben de passagiers een hoog niveau van bescherming tegen veiligheidsrisico's te bieden. Bovendien moet ten volle rekening worden gehouden met de vereisten van consumentenbescherming in het algemeen. |
(2) |
Een communautaire lijst van luchtvaartmaatschapppijen die niet aan de geldende veiligheidseisen voldoen moet omwille van een maximale transparantie ter kennis van de luchtreizigers worden gebracht. De communautaire lijst moet berusten op gemeenschappelijke criteria die op communautair niveau vastgesteld zijn. |
(3) |
Luchtvaartmaatschappijen die op de communautaire lijst staan, moeten een exploitatieverbod opgelegd krijgen. De exploitatieverboden die op de communautaire lijst staan, gelden overal op het grondgebied van de lidstaten waarop het Verdrag van toepassing is. |
(4) |
Luchtvaartmaatschappijen die in een of meer lidstaten geen verkeersrechten genieten, mogen niettemin naar en vanuit de Gemeenschap vliegen wanneer hun vliegtuigen met of zonder bemanning (respectievelijk „wet-leased” of „dry-leased”) gehuurd zijn van maatschappijen welke die rechten wel genieten. Het is zaak ervoor te zorgen dat een op de communautaire lijst vermeld exploitatieverbod eveneens voor dergelijke luchtvaartmaatschappijen geldt, omdat deze anders binnen de Gemeenschap zouden kunnen opereren zonder aan de geldende veriligheidseisen te voldoen. |
(5) |
Een luchtvaartmaatschappij die een exploitatieverbod opgelegd heeft gekregen, kan toestemming krijgen verkeersrechten te gebruiken door te vliegen met een „wet leased” gehuurd vliegtuig van een andere maatschappij waarvoor geen exploitatieverbod geldt, mits aan de geldende veiligheidseisen voldaan is. |
(6) |
De procedure voor het bijwerken van de communautaire lijst moet een vlotte besluitvorming mogelijk maken, zodat de luchtreizigers over juiste en recente informatie beschikken en luchtvaartmaatschappijen die veiligheidstekortkomingen ongedaan hebben gemaakt, zo spoedig mogelijk van de lijst worden afgevoerd. Tevens moeten de procedures het recht van verweer van de luchtvaartmaatschappijen onverlet laten en mogen ze geen inbreuk maken op de internationale overeenkomsten waarbij de lidstaten of de Gemeenschap als zodanig partij zijn, met name het Verdrag van Chicago inzake de internationale burgerluchtvaart van 1944. Deze vereisten gelden met name voor de procedurele uitvoeringsvoorschriften die de Commissie zal vaststellen. |
(7) |
Wanneer een luchtvaartmaatschapppij een exploitatieverbod opgelegd heeft gekregen, dienen stappen te worden genomen om de maatschappij te helpen de tekortkomingen die aan het verbod ten grondslag liggen ongedaan te maken. |
(8) |
De lidstaten moeten de mogelijkheid krijgen om in uitzonderingsgevallen eenzijdig maatregelen te nemen. In spoedeisende gevallen en wanneer zich een onvoorzienbaar veiligheidsprobleem voordoet, moeten de lidstaat de mogelijkheid hebben om met onmiddellijke ingang een exploitatieverbod voor hun eigen grondgebied op te leggen. Ook in het geval dat de Commissie heeft besloten een maatschappij niet op de communautaire lijst te plaatsen, moeten de lidstaten de mogelijkheid hebben om wegens een veiligheidsprobleem dat zich in de andere lidstaten niet voordoet, een exploitaieverbod op te leggen of te handhaven. De lidstaten moeten met terughoudendheid van deze mogelijkheden gebruik maken, uitgaande van het communautaire belang en van het streven naar een gemeenschappelijke aanpak op het gebied van de veiligheid van de luchtvaart. Hierbij mag geen inbreuk worden gemaakt op artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 3922/91 van de Raad van 16 december 1991 inzake de harmonisatie van technische voorschriften en administratieve procedures op het gebied van de burgerluchtvaart (3) en artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1592/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2002 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (4). |
(9) |
Informatie over de veiligheid van luchtvaartmaatschappijen moet op doeltreffende wijze openbaar worden gemaakt, bijvoorbeeld via internet. |
(10) |
Wil men bereiken dat het concurrentiekader in de luchtvaartsector voor luchtvervoersondernemingen en passagiers de grootst mogelijke voordelen oplevert, dan is het belangrijk dat de consument alle nodige informatie krijgt om met kennis van zaken een keuze te maken. |
(11) |
De identiteit van de luchtvaartmaatschappij(en) die de vlucht de facto uitvoert/uitvoeren is essentiële informatie. In de praktijk worden consumenten die een vervoerscontract sluiten, dat zowel een heenals een retourvlucht kan omvatten, niet altijd ingelicht over de identiteit van de maatschappij(en) die de vlucht feitelijk verzorgt/verzorgen. |
(12) |
Richtlijn 90/314/EEG van de Raad van 13 juni 1990 betreffende pakketreizen, met inbegrip van vakantiepakketten en rondreispakketten (5) schrijft voor welke informatie aan de consument moet worden verstrekt, maar de identiteit van de exploiterende luchtvaartmaatschappij maakt geen deel uit van deze informatie. |
(13) |
Verordening (EEG) nr. 2299/89 van de Raad van 24 juli 1989 betreffende gedragsregels voor geautomatiseerde boekingssystemen (CRS) (6) geeft consumenten die via een geautomatiseerd boekingssysteem een vlucht reserveren het recht te worden geïnformeerd over de identiteit van de exploiterende luchtvaartmaatschappij. Niettemin zijn er, zelfs in het geregelde luchtvervoer, praktijken zoals wet lease of code-sharing waarbij, indien de vlucht zonder CRS is geboekt, de luchtvaartmaatschappij die de vlucht onder haar naam heeft verkocht, deze niet zelf verzorgt en waarbij de passagier momenteel niet wettelijk het recht heeft te worden geïnformeerd over de identiteit van de luchtvervoerder die de dienst de facto verstrekt. |
(14) |
Deze praktijken vergroten de flexibiliteit en maken een betere dienstverlening aan de passagiers mogelijk. Bovendien zijn wijzigingen op het laatste ogenblik, met name om technische redenen, onvermijdelijk en noodzakelijk om de veiligheid van het luchtvervoer te garanderen. Tegenover deze flexibiliteit moet echter wel staan dat wordt geverifieerd of de maatschappijen die de vluchten feitelijk uitvoeren voldoen aan de veiligheidsvoorschriften, alsmede transparantie voor de consumenten opdat hun recht op een gefundeerde keuze gegarandeerd is. Gestreefd moet worden naar een goed evenwicht tussen commerciële levensvatbaarheid van luchtvaartmaatschappijen en de toegang voor passagiers tot informatie. |
(15) |
De luchtvaartmaatschappijen moeten jegens de luchtreizigers een beleid van transparantie op het gebied van veiligheid voeren. Openbaarmaking van dat soort informatie moet een bijdrage leveren tot het inzicht van de reizigers in de betrouwbaarheid van de maatschappijen op veiligheidsgebied. |
(16) |
De luchtvaartmaatschappijen behoren tekortkomingen op veiligheidsgebied aan de nationale luchtvaartinspectie te melden en tekortkomingen onverwijld aan te pakken. Lucht- en grondpersoneel worden geacht adequate maatregelen te nemen als zij tekortkomingen ontdekken. Het zou niet bevorderlijk voor de veiligheid van de luchtvaart zijn als personeelsleden daarvoor gestraft zouden worden, zoals ook voortvloeit uit artikel 8, lid 4 van Richtlijn 2003/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juni 2003 inzake de melding van voorvallen in de burgerluchtvaart (7). |
(17) |
Afgezien van situaties als bedoeld in Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten (8), hebben de betrokken reizigers recht op terugbetaling of een andere vlucht in bepaalde andere gevallen die onder deze verordening vallen, indien er sprake is van een voldoende nauwe relatie tot de Gemeenschap. |
(18) |
Naast de bepalingen van deze verordening moeten de consequenties van veranderingen in de identiteit van de luchtvaartmaatschappij die het vervoerscontract uitvoert, geregeld worden door het nationale contractenrecht en de toepasselijke communautaire regelgeving, met name Richtlijn 90/314/EEG en Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (9). |
(19) |
Deze verordening maakt deel uit van een wetgevingsproces dat is gericht op een doelmatige en coherente aanpak van de verbetering van de veiligheid van de luchtvaart in de Gemeenschap, waarin het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart een belangrijke rol speelt. Verruiming van de bevoegdheden van dit agentschap, bijvoorbeeld met betrekking tot vliegtuigen uit derde landen, kan zijn rol in het kader van deze verordening versterken. Bijzondere aandacht moet worden geschonken aan verdere verbetering van de kwaliteit en aan intensivering van de inspecties van vliegtuigen en aan harmonisatie van de inspecties. |
(20) |
In geval van een veiligheidsrisico dat niet door de betrokken lidstaat/lidstaten is opgelost, moet de Commissie de mogelijkheid hebben om voorlopige spoedmaatregelen te nemen. In dat geval moet het comité dat de Commisie bij haar werkzaamheden uit hoofde van deze verordening bijstaat, te werk gaan volgens de procedure van artikel 3 van Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (10). |
(21) |
In alle overige gevallen gaat het comité dat de Commisie bij haar werkzaamheden uit hoofde van deze verordening bijstaat, te werk volgens de regelgevinsprocedure van artikel 5 van Besluit 1999/468/EG. |
(22) |
Aangezien de verhouding tussen deze verordening en artikel 9 van Richtlijn 2004/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 inzake de veiligheid van luchtvaartuigen uit derde landen die gebruik maken van luchthavens in de Gemeenschap (11) anders onduidelijk zou zijn, moet dat artikel omwille van de rechtszekerheid ingetrokken worden. |
(23) |
De lidstaten moeten regels vaststellen inzake sancties in geval van overtreding van de bepalingen van hoofdstuk III van deze verordening en erop toezien dat de sancties worden toegepast. De sancties, die van civiel- of bestuursrechtelijke aard kunnen zijn, moeten doeltreffend en evenredig zijn en een afschrikkende werking hebben. |
(24) |
De Commissie moet de toepassing van deze verordening aan een analyse onderwerpen en, na verloop van een toereikende periode, verslag uitbrengen over de doeltreffendheid van de hierin vervatte bepalingen. |
(25) |
Elke bevoegde burgerluchtvaartautoriteit in de Gemeenschap kan besluiten dat een luchtvaartmaatschappij, ook als die niet opereert op het grondgebied van de lidstaten waarop het Verdrag van toepassing is, een verzoek tot die autoriteit mag richten om de betrokken maatschappij aan systematische inspectie te onderwerpen om na te gaan of zij aan de geldende veiligheidsnorm voldoet. |
(26) |
Deze verordening belet de lidstaten niet om op nationaal niveau een systeem van kwaliteitslabels voor luchtvaartmaatschappijen in te voeren waarvan de criteria, in overeenstemming met het Gemeenschapsrecht, ook andere aspecten dan de minimale veiligheidsvereisten kunnen omvatten. |
(27) |
Het Koninkrijk Spanje en het Verenigd Koninkrijk hebben op 2 december 1987 in Londen afspraken over nauwere samenwerking betreffende het gebruik van de luchthaven van Gibraltar neergelegd in een gezamenlijke verklaring van de ministers van Buitenlandse Zaken van de beide landen. Deze afspraken zijn nog steeds niet ten uitvoer gelegd. |
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
HOOFDSTUK I
Algemene bepalingen
Artikel 1
Onderwerp
1. Met deze verordening worden regels vastgesteld inzake:
a) |
het opstellen en openbaarmaken van een op gemeenschappelijke criteria communautaire lijst van luchtvaartmaatschappijen die om veiligheidsredenen een exploitatieverbod in de Gemeenschap opgelegd hebben gekregen, en |
b) |
het informeren van luchtreizigers over de identiteit van de luchtvaartmaatschappij die hun vlucht verzorgt. |
2. De toepassing van deze verordening op de luchthaven van Gibraltar wordt geacht geen afbreuk te doen aan de respectieve juridische standpunten van het Koninkrijk Spanje en het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot het geschil over de soevereiniteit over het grondgebied waarop de luchthaven gelegen is.
3. De toepassing van deze verordening op de luchthaven van Gibraltar wordt opgeschort totdat de afspraken neergelegd in de gezamenlijke verklaring van de ministers van Buitenlandse Zaken van Spanje en het Verenigd Koninkrijk van 2 december 1987 ten uitvoer zijn gelegd. De regeringen van de beide landen stellen de Raad in kennis van de tenuitvoerlegging van de afspraken.
Artikel 2
Definities
In deze verordening wordt verstaan onder:
a) |
„luchtvaartmaatschappij”: een luchtvervoersonderneming met een geldige exploitatievergunning of een gelijkwaardig document; |
b) |
„vervoerscontract”: een contract voor of met inbegrip van luchtvervoersdiensten, waaronder begrepen vervoer middels twee of meer vluchten die door dezelfde of verschillende luchtvaartmaatschappijen worden verzorgd; |
c) |
„luchtvervoerscontractant”: een luchtvaartmaatschappij die een vervoerscontract met een passagier sluit of, indien het contract een pakket omvat, de touroperator. Elke ticketverkoper wordt eveneens als een luchtvervoerscontractant beschouwd; |
d) |
„ticketverkoper”: een verkoper van een vliegticket die geen luchtvaartmaatschappij of touroperator is en die, hetzij voor een afzonderlijke vlucht of als onderdeel van een pakket, een vervoerscontract met een reiziger tot stand brengt; |
e) |
„exploiterende luchtvaartmaatschappij”: een luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert of voornemens is uit te voeren uit hoofde van een met een passagier gesloten vervoerscontract, dan wel namens een andere natuurlijke of rechtspersoon, die een vervoerscontract met die passagier heeft; |
f) |
„exploitatievergunning of technische toestemming”: elke wettelijke of bestuursrechtelijke maatregel van een lidstaat die een luchtvaartmaatschappij toestaat luchtvervoersdiensten naar en vanuit de luchthavens van die lidstaat te exploiteren dan wel in het luchtruim van die lidstaat te opereren of verkeersrechten te gebruiken; |
g) |
„exploitatieverbod”: afwijzing, opschorting, intrekking of inperking van de exploitatievergunning of technische toestemming van een luchtvaartmaatschappij om veiligheidsredenen, of gelijkwaardige veiligheidsmaatregelen jegens een luchtvaartmaatschappij die geen verkeersrechten in de Gemeenschap geniet maar waarvan de vliegtuigen anders via een leaseovereenkomst in de Gemeenschap geëxploiteerd zouden kunnen worden; |
h) |
„pakket”: de diensten gedefinieerd in artikel 2, lid 1, van Richtlijn 90/314/EEG; |
i) |
„reservatie”: het feit dat de passagier over een ticket of ander bewijsmiddel beschikt waaruit blijkt dat zijn reservatie is aanvaard en geregistreerd door de luchtvervoerscontractant; |
j) |
„geldende veiligheidsnormen”: de internationale veiligheidsnormen neergelegd in het Verdrag van Chicago en de bijlagen daarbij alsmede, voorzover van toepassing, die in de desbetreffende communautaire wetgeving. |
HOOFDSTUK II
Communautaire lijst
Artikel 3
Vaststelling van de communautaire lijst
1. Ter verhoging van de veiligheid van de luchtvaart wordt er een lijst vastgesteld van luchtvaartmaatschappijen die een exploitatieverbod opgelegd hebben gekregen („communautaire lijst”). Elke lidstaat past op zijn grondgebied de exploitatieverboden toe die door middel van de lijst aan luchtvaartmaatschappijen opgelegd zijn.
2. De gemeenschappelijke criteria voor het opleggen van een exploitatieverbod aan een luchtvaartmaatschappij, waaraan de geldende veiligheidsnormen ten grondslag liggen, staan vermeld in de bijlage. De Commissie kan de bijlage wijzigen, met name op grond van wetenschappelijke en technische ontwikkelingen, overeenkomstig de procedure als bedoeld in artikel 15, lid 3.
3. Elke lidstaat deelt de Commissie... (12) mede voor welke luchtvaartmaatschappijen een explitatieverbod op het nationale grondgebied geldt, en geeft daarbij de redenen aan waarom het verbod is opgelegd en andere relevante informatie. De Commissie stelt de overige lidstaten in kennis van de nationale exploitatieverboden.
4. Uiterlijk één maand na de ontvangst van de informatie van de lidstaten besluit de Commissie aan de hand van de gemeenschappelijke criteria of er een exploitatieverbod aan de desbetreffende luchtvaartmaatschappijen wordt opgelegd en stelt zij overeenkomstig de procedure als bedoeld in artikel 15, lid 3 de communautaire lijst van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod is opgelegd vast.
Artikel 4
Bijwerking van de communautaire lijst
1. De communautaire lijst wordt bijgewerkt wanneer
a) |
er aan een luchtvaartmaatschappij op grond van de gemeenschappelijke criteria een exploitaieverbod wordt opgelegd en de maatschappij op de lijst wordt geplaatst; |
b) |
er een luchtvaartmaatschappij van de lijst wordt afgevoerd omdat zij de veiligheidstekortkoming(en) die tot opneming op de lijst aanleiding gaven ongedaan heeft gemaakt en er op grond van de gemeenschappelijke criteria geen andere reden is om de maatschappij op de lijst te handhaven; |
c) |
de voorwaarden van het expoitatieverbod voor een luchtvaartmaatschappij die op de communautaire lijst staat gewijzigd worden. |
2. De Commissie past de communautaire lijst eigener beweging of op verzoek van een lidstaat aan zodra zulks op grond van lid 1 vereist is, volgens de procedure van artikel 15, lid 3 en aan de hand van de gemeenschappelijke criteria. De Commissie gaat ten minste eens in de drie maanden na of de communautaire lijst aanpassing behoeft.
3. Alle lidstaten en het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart stellen de Commissie in kennis van alle informatie die van belang kan zijn voor het bijwerken van de communautaire lijst. De Commissie geeft dergelijke informatie aan alle lidstaten door.
Artikel 5
Tijdelijke maatregelen voor het bijwerken van de communautaire lijst
1. Wanneer het duidelijk is dat een luchtvaartmaatschappij in de Gemeenschap een ernstig veiligheidsrisico oplevert en dat noodmaatregelen van de betrokken lidstaat/lidstaten overeenkomstig artikel 6, lid 1 geen bevredigende oplossing voor het risico hebben geboden, kan de Commissie tijdelijk de in artikel 4, lid 1, onder (a) of (c) bedoelde maatregelen nemen overeenkomstig de procedure van artikel 15, lid 2.
2. Zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen 10 werkdagen legt de Commissie de zaak aan het comité bedoeld in artikel 15, lid 1, voor en besluit zij de krachtens lid 1 van dit artikel aangenomen maatregel te bekrachtigen, te wijzigen, in te trekken of uit te breiden, waarbij zij te werk gaat overeenkomstig de procedure van artikel 15, lid 3.
Artikel 6
Uitzonderingsmaatregelen
1. Deze verordening staat er niet aan in de weg dat een lidstaat in noodgevallen een onvoorzien veiligheidsprobleem aanpakt door op grond van de gemeenschappelijke criteria een onmiddellijk exploitatieverbod voor het eigen grondgebied op te leggen.
2. Wanneer de Commissie overeenkomstig de procedure van artikel 3, lid 4, of artikel 4, lid 2, besluit een luchtvaartmaatschappij niet op de communautaire lijst te plaatsen, kan een lidstaat niettemin besluiten de betrokken luchtvaartmaatschappij een exploitatieverbod op te leggen of het verbod te handhaven wegens een veiligheidsprobleem dat specifiek zijn grondgebied betreft.
3. In gevallen als bedoeld in lid 1 en 2 stelt de betrokken lidstaat de Commissie onverwijld van zijn besluit in kennis. De Commissie geeft deze informatie door aan de overige lidstaten. In gevallen als bedoeld in lid 1 verzoekt de betrokken lidstaat de Commissie onverwijld de communautaire lijst aan te passen overeenkomstig artikel 4, lid 2.
Artikel 7
Recht van verweer
De Commissie zorgt ervoor dat bij besluiten als bedoeld in artikel 3, lid 4, artikel 4, lid 2 en artikel 5 de betrokken luchtvaartmaatschappij de gelegenheid krijgt gehoord te worden, rekening houdend met het spoedeisend karakter van sommige situaties.
Artikel 8
Uitvoeringsmaatregelen
1. De Commissie stelt overeenkomstig de procedure van artikel 15, lid 3, uitvoeringsmaatregelen vast om gedetailleerde voorschriften met betrekking tot de in dit hoofdstuk vermelde procedures te geven.
2. Bij de vaststelling van deze maatregelen houdt de Commissie terdege rekening met de noodzaak van snelle besluitvorming bij de aanpassing van de communautaire lijst en voorziet zij in de mogelijkheid van een spoedprocedure waar zulks dienstig is.
Artikel 9
Openbaarmaking
1. De communautaire lijst en elke wijziging daarvan worden onmiddellijk in het Publicatieblad van de Europese Unie gepubliceerd.
2. De Commissie en de lidstaten nemen de nodige maatregelen om de toegang van het publiek tot de meest recente versie van de communautaire lijst te vergemakkelijken, met name door gebruik te maken van internet.
3. De contractanten van het luchtvervoer, nationale luchtvaartinspecties, het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart en de luchthavens op het grondgebied van de lidstaten brengen de communautaire lijst onder de aandacht van de reizigers, zowel via hun websites als, voorzover zinvol, in hun gebouwen.
HOOFDSTUK III
Informatie aan de reizigers
Artikel 10
Toepassingsgebied
1. De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing op het reizigersvervoer door de lucht wanneer de vlucht deel uitmaakt van een vervoerscontract en het vervoer in de Gemeenschap is aangevangen en
a) |
de vlucht vertrekt vanaf een luchthaven op het grondgebied van een lidstaat waarop het Verdrag van toepassing is, of |
b) |
de vlucht vertrekt vanaf een luchthaven in een derde land met als bestemming een luchthaven op het grondgebied van een lidstaat waarop het Verdrag van toepassing is, of |
c) |
de vlucht vertrekt vanaf een luchthaven in een derde land met als bestemming een luchthaven in een derde land. |
2. De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing ongeacht of het een geregelde of ongeregelde vlucht betreft, en ongeacht of de vlucht deel uitmaakt van een pakket of niet.
3. De bepalingen van dit hoofdstuk gelden onverminderd de rechten van passagiers uit hoofde van Richtlijn 90/314/EEG en van Verordening (EEG) nr. 2299/89.
Artikel 11
Informatie over de identiteit van de exploiterende luchtvaartmaatschappij
1. Bij de reservatie licht de luchtvervoerscontractant de passagiers die een vervoerscontract met hem sluiten in over de identiteit van de exploiterende luchtvaartmaatschappij(en), ongeacht de vorm van de reservering.
2. Indien de identiteit van de exploiterende luchtvaartmaatschappij(en) op het moment van de reservatie nog niet bekend is, zorgt de luchtvervoerscontractant ervoor dat de reiziger in kennis wordt gesteld van de naam van de maatschappij(en) die waarschijnlijk als exploiterende luchtvaartmaatschappij voor de betrokken vlucht(en) zal/zullen optreden. In dat geval zorgt de luchtvervoerscontractant ervoor dat de reiziger wordt ingelicht over de identiteit van de exploiterende luchtvaartmaatschappij(en) zodra deze bekend is.
3. Wanneer zich na de reservatie een verandering voordoet in de identiteit van de exploiterende luchtvaartmaatschappij(en) — ongeacht de reden voor deze verandering — neemt de luchtvervoerscontractant alle nodige maatregelen om de reizigers zo spoedig mogelijk van de verandering in kennis te stellen. De reizigers moeten hoe dan ook worden ingelicht bij de check-in of, als er bij overstappen op een aansluitende vlucht geen check-in meer plaatsvindt, bij het instappen.
4. De luchtvaartmaatschappij of de touroperator zorgt ervoor dat de betrokken luchtvervoerscontractant ingelicht wordt over de identiteit van de exploiterende luchtvaartmaatschappij(en) zodra die bekend is, met name indien zich in de identiteit een verandering voordoet.
5. Indien een ticketverkoper niet is ingelicht over de identiteit van de exploiterende luchtvaartmaatschappij, kan hij niet aansprakelijk worden geacht voor niet-naleving van de verplichtingen van dit artikel.
6. De verplichting van de luchtvervoerscontractant om de reiziger in te lichten over de identiteit van de exploiterende luchtvaartmaatschappij wordt vermeld in de algemene verkoopvoorwaarden die voor het vervoerscontract gelden.
Artikel 12
Recht op terugbetaling of een andere vlucht
1. Deze verordening doet geen afbreuk aan het recht op terugbetaling of een andere vlucht uit hoofde van Verordening (EG) nr. 261/2004.
2. In gevallen waarop Verordening (EG) nr. 261/2004 niet van toepassing is, en
a) |
de aangegeven luchtvaartmaatschappij op de communautaire lijst is geplaatst en een exploitatieverbod opgelegd heeft gekregen waardoor de betrokken vlucht geannuleerd is of geannuleerd zou zijn indien de vlucht in de Gemeenschap zou hebben plaatsgevonden, of |
b) |
de aangegeven luchtvaartmaatschappij is vervangen door een andere luchtvaartmaatschappij die op de communautaire lijst is geplaatst en een exploitatieverbod opgelegd heeft gekregen waardoor de betrokken vlucht geannuleerd is of geannuleerd zou zijn indien de vlucht in de Gemeenschap zou hebben plaatsgevonden, |
biedt de luchtvervoerscontractant die het vervoerscontract is aangegaan de reiziger het recht op terugbetaling of een andere vlucht overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EG) nr. 261/2004, indien de reiziger, wanneer de vlucht niet geannuleerd werd, besloten heeft van de vlucht af te zien.
3. Lid 2 van dit artikel laat artikel 13 van Verordening (EG) nr. 261/2004 onverlet.
Artikel 13
Sancties
De lidstaten zien toe op de naleving van de bepalingen van dit hoofdstuk en voorzien in sancties voor overtreding. De sancties moeten doeltreffend en evenredig zijn en een afschrikkende werking hebben.
HOOFDSTUK IV
Slotbepalingen
Artikel 14
Informatie en herziening
Uiterlijk ... (13) brengt de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de toepassing van de verordening. Het verslag gaat indien nodig vergezeld van voorstellen voor herziening van de verordening.
Artikel 15
Comité
1. De Commissie wordt bijgestaan door het in artikel 12 van Verordening (EEG) 3922/91 bedoelde comité („het comité”).
2. Wanneer er naar onderhavig lid wordt verwezen, zijn de artikelen 3 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, gelet op de bepalingen van artikel 8 daarvan.
3. Wanneer er naar onderhavig lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, gelet op de bepalingen van artikel 8 daarvan.
De termijn bedoeld in artikel 5, lid 6 van Besluit 1999/468/EG wordt vastgesteld op drie maanden.
4. De Commissie kan het comité voor elke andere vraag in verband met de toepassing van deze verordening raadplegen.
5. Het comité stelt zijn reglement van orde vast.
Artikel 16
Intrekking
Artikel 9 van Richtlijn 2004/36/EG wordt ingetrokken.
Artikel 17
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
De artikelen 10, 11 en 12 zijn van toepassing vanaf... (14) en artikel 13 vanaf... (15).
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te...
Voor het Europees Parlement
De Voorzitter
Voor de Raad
De Voorzitter
(1) Advies van 28 september 2005 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
(2) Standpunt van het Europees Parlement van 16 november 2005.
(3) PB L 373 van 31.12.1991, blz. 4. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2871/2000 van de Commissie (PB L 333 van 29.12.2000, blz. 47).
(4) PB L 240 van 7.9.2002, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1701/2003 van de Commissie (PB L 243 van 27.9.2003, blz. 5).
(5) PB L 158 van 23.6.1990, blz. 59.
(6) PB L 220 van 29.7.1989, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 323/1999 (PB L 40 van 13.2.1999, blz. 1).
(7) PB L 167 van 4.7.2003, blz. 23.
(8) PB L 46 van 17.2.2004, blz. 1.
(9) PB L 95 van 21.4.1993, blz. 29.
(10) PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.
(11) PB L 143 van 30.4.2004, blz. 76.
(12) één maand na de datum van inwerkingtreding van de verordening.
(13) Drie jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening.
(14) Zes maanden na de datum van inwerkingtreding van de verordening.
(15) Een jaar na de datum van inwerkingtreding van de verordening.
BIJLAGE
Gemeenschappelijke criteria voor een eventueel communautair exploitatieverbod om veiligheidsredenen
Bij besluiten over maatregelen op communautair niveau wordt elk individueel geval op zijn merites beoordeeld. Afhankelijk van de beoordeling van elk geval kan/kunnen een of alle in eenzelfde staat geregistreerde luchtvaartmaatschappij(en) voor communautaire maatregelen in aamerking komen.
Om vast te stellen of een luchtvaartmaatschappij een volledig of gedeeltelijk verbod opgelegd moet krijgen, wordt nagegaan of zij aan de geldende veiligheidsnormen voldoet, waarbij de volgende factoren meespelen:
1. |
Geverifieerde aanwijzingen voor ernstige veiligheidstekortkomingen bij de luchtvaartmaatschappij:
|
2. |
Gebrek aan vermogen en/of bereidheid bij de luchtvaartmaatschappij om veiligheidstekortkomingen aan te pakken, hetgeen blijkt uit:
|
3. |
Gebrek aan vermogen en/of bereidheid bij het lichaam dat toezicht houdt op de luchtvaartmaatschappij om veiligheidstekortkomingen aan te pakken, hetgeen blijkt uit:
|
P6_TA(2005)0429
Kerncentrale van Bohunice V1 in Slowakije *
Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een verordening van de Raad inzake de tenuitvoerlegging van Protocol nr. 9 bij de Akte betreffende de voorwaarden voor toetreding tot de Europese Unie van Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië met betrekking tot de V1-kerncentrale van Bohunice in Slowakije (COM(2004)0624 — C6-0205/2004 — 2004/0221(CNS))
(Raadplegingsprocedure)
Het Europees Parlement,
— |
gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2004)0624) (1), |
— |
gelet op artikel 203 van het Euratom-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C6-0205/2004), |
— |
gelet op artikel 51 van zijn Reglement, |
— |
gezien het verslag van de Commissie industrie, onderzoek en energie en het advies van de Begrotingscommissie (A6-0282/2005), |
1. |
hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement; |
2. |
wijst erop dat de in het voorstel voor een verordening genoemde kredieten van louter informatieve aard zijn totdat een akkoord is bereikt over de financiële vooruitzichten voor de periode 2007 en de daarop volgende jaren; |
3. |
3 verzoekt de Commissie, zodra een akkoord is bereikt over de nieuwe financiële vooruitzichten, de in het voorstel voor een verordening genoemde bedragen te bevestigen of, in voorkomend geval, aangepaste bedragen aan het Europees Parlement en de Raad ter goedkeuring voor te leggen en er daarbij voor te zorgen dat deze bedragen verenigbaar zijn met de geldende maxima; |
4. |
verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 119, tweede alinea van het Euratom-Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen; |
5. |
verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen; |
6. |
wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie; |
7. |
verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie. |
DOOR DE COMMISSIE VOORGESTELDE TEKST |
AMENDEMENTEN VAN HET PARLEMENT |
||||||
Amendement 1 |
|||||||
Overweging 3 |
|||||||
(3) In dit protocol erkent de Europese Unie tevens dat de werkzaamheden voor de ontmanteling van de V1-kerncentrale van Bohunice ook na afloop van de huidige financiële vooruitzichten zullen voortduren en dat deze inspanning een aanzienlijke financiële last vormt voor Slowakije. Bij besluiten over de voortzetting van desbetreffende EU-steun na 2006 zal met deze situatie rekening worden gehouden. |
(3) In dit protocol erkent de Europese Unie tevens dat de werkzaamheden voor de ontmanteling van de V1-kerncentrale van Bohunice ook na afloop van de huidige financiële vooruitzichten zullen voortduren en dat deze inspanning een aanzienlijke financiële last vormt voor Slowakije. Voorts houdt de Europese Unie er rekening mee dat als gevolg van de aard en de omvang van de ontmanteling de inspanningen in dat opzicht gedurende enkele jaren na de financiële vooruitzichten 2007-2013 zullen worden voortgezet. Bij besluiten over de voortzetting van desbetreffende EU-steun na 2006 zal met deze situatie rekening worden gehouden. |
||||||
Amendement 2 |
|||||||
Overweging 4 bis (nieuw) |
|||||||
|
(4 bis) Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie erkennen de door Slowakije verrichte inspanningen om de veiligheid van de kerncentrale van Bohunice V1 voor de toetreding te verbeteren en het feit dat Slowakije tussen 1993 en 2000 ongeveer 250 miljoen EUR in veiligheidsmaatregelen heeft geïnvesteerd en zij zullen hiermee bij de besluitvorming over de hoogte van de aan Slowakije toe te kennen financiële steun rekening houden. |
||||||
Amendement 3 |
|||||||
Overweging 4 ter (nieuw) |
|||||||
|
(4 ter) Ook na 31 december 2013 moeten ten laste van de communautaire begroting middelen voor de verlening van steun van de Unie worden vastgelegd. |
||||||
Amendement 4 |
|||||||
Overweging 4 quater (nieuw) |
|||||||
|
(4 quater) Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie erkennen en houden ook rekening met het feit dat Slowakije tengevolge van de vervroegde sluiting van de kerncentrale van Bohunice V1 niet in staat zal zijn het totaal van de vereiste ontmantelingsfondsen waarvan de geleidelijke beschikbaarstelling was gepland in overeenstemming met de oorspronkelijke levensduur van de centrale te ontvangen. |
||||||
Amendement 5 |
|||||||
Overweging 5 |
|||||||
(5) Het is bijgevolg passend om ten laste van de communautaire begroting een bedrag vast te leggen van tweehonderd zevenendertig miljoen euro voor de financiering van de ontmanteling van de kerncentrale Bohunice V1 gedurende de periode 2007 tot en met 2013. |
(5) Het is bijgevolg passend om ten laste van de communautaire begroting een bedrag vast te leggen van vierhonderd miljoen EUR voor de financiering van de ontmanteling van de kerncentrale Bohunice V1 gedurende de periode 2007 tot en met 2013. |
||||||
Amendement 6 |
|||||||
Overweging 5 bis (nieuw) |
|||||||
|
(5 bis) De jongste voorstellen van de Slowaakse autoriteiten om de staatssteun voor de Slowaakse nucleaire sector te verhogen door middel van het nationale ontmantelingsfonds moeten door de Commissie overeenkomstig de communautaire wetgeving worden bestudeerd. |
||||||
Amendement 7 |
|||||||
Overweging 5 ter (nieuw) |
|||||||
|
(5 ter) De begrotingskredieten van de Gemeenschap voor de ontmanteling mogen niet leiden tot een concurrentieverstoring voor energiebedrijven op de energiemarkt in de Europese Unie. Deze kredieten moeten ook worden gebruikt voor de financiering van maatregelen ter compensatie van de weggevallen productiecapaciteit conform het relevante acquis op het gebied van:
|
||||||
Amendement 16 |
|||||||
Overweging 5 quater (nieuw) |
|||||||
|
(5 quater) De Europese Unie, en in het bijzonder die lidstaten die zullen profiteren van de sluiting van de kerncentrale Bohunice V1, dienen in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure het extra bedrag van 163 miljoen EUR ter beschikking te stellen. |
||||||
Amendement 8 |
|||||||
Overweging 8 bis (nieuw) |
|||||||
|
(8 bis) Ter compensatie van de gevolgen van een vervroegde sluiting, moet de kerncentrale van Bohunice V1 zodanig worden ontmanteld dat, in overeenstemming met de strategie van Lissabon, een optimale bijdrage wordt geleverd tot duurzame ontwikkeling en groei in Slowakije. |
||||||
Amendement 9 |
|||||||
Overweging 8 ter (nieuw) |
|||||||
|
(8 ter) Om te zorgen voor een zo groot mogelijke efficiency moet de ontmanteling van de kerncentrale van Bohunice V1 worden uitgevoerd met behulp van de beste technische expertise die beschikbaar is, waarbij in voldoende mate wordt gelet op de aard en de technologische specificaties van de te sluiten reactoren. |
||||||
Amendement 10 |
|||||||
Artikel 2 |
|||||||
De krachtens deze verordening verleende communautaire bijdrage wordt toegekend met het doel een financiële ondersteuning te leveren voor de maatregelen in verband met de ontmanteling van de kerncentrale Bohunice V1, maatregelen voor aanpassing aan de milieueisen overeenkomstig het acquis en voor de modernisering van de conventionele elektriciteitsopwekkingscapaciteit ter vervanging van de productiecapaciteit van de twee reactoren van de kerncentrale Bohunice V1 en andere maatregelen die voortvloeien uit het besluit tot sluiting en ontmanteling van deze centrale en die bijdragen tot de noodzakelijke herstructurering, aanpassing aan de milieueisen en modernisering van de sectoren voor de productie, het transport en de distributie van energie in Slowakije, alsook tot de verbetering van de energievoorzieningszekerheid en van de energie-efficiëntie in Slowakije. |
De krachtens deze verordening verleende communautaire bijdrage wordt toegekend met het doel een financiële ondersteuning te leveren voor de maatregelen in verband met de ontmanteling van de kerncentrale Bohunice V1, met inbegrip van: |
||||||
|
|
||||||
Amendement 11 |
|||||||
Artikel 2, alinea 1 bis (nieuw) |
|||||||
|
De met behulp van de communautaire begroting te steunen maatregelen worden door de Commissie in 2006 uitgebreider gedefinieerd, nadat zij het relevante ontmantelingsplan met alle noodzakelijke informatie over het ontmantelingsproces van de Slowaakse autoriteiten heeft ontvangen. Op basis van dit plan neemt de Commissie haar jaarlijkse besluit inzake de goedkeuring van de te financieren maatregelen. |
||||||
Amendement 12 |
|||||||
Artikel 3, alinea 1 |
|||||||
Voor de periode die loopt van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2013 belopen de financiële middelen voor de uitvoering van de in artikel 2 bedoelde acties 237 miljoen EUR . |
Voor de periode die loopt van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2013 belopen de financiële middelen voor de uitvoering van de in artikel 2 bedoelde acties 400 miljoen EUR . |
||||||
Amendement 13 |
|||||||
Artikel 3, alinea 3 |
|||||||
Het bedrag van de aan het Bohunice-programma toegekende kredieten kan in de loop van de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2013 worden herzien om rekening te houden met de voortgang bij de tenuitvoerlegging van het programma en te waarborgen dat bij de programmering van de financiële middelen wordt uitgegaan van de feitelijke betalingsbehoeften en opnamecapaciteit. |
Het bedrag van de jaarlijks aan het Bohunice-programma toegekende kredieten kan in de loop van de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2013 variëren om rekening te houden met de voortgang bij de tenuitvoerlegging van het programma en te waarborgen dat bij de programmering van de financiële middelen wordt uitgegaan van de feitelijke betalingsbehoeften en opnamecapaciteit. |
||||||
Amendement 14 |
|||||||
Artikel 3, alinea 3 bis (nieuw) |
|||||||
|
Middelen ten laste van de communautaire begroting voor financiële steun voor het in artikel 2 van de onderhavige verordening genoemde doel zullen ook na 31 december 2013 worden vastgelegd. |
||||||
Amendement 15 |
|||||||
Artikel 4 |
|||||||
De bijdrage in het kader van het Bohunice-programma kan voor bepaalde maatregelen tot 100 % van de totale uitgaven belopen. Alles moet in het werk worden gesteld om, enerzijds, de medefinanciering in het kader van de pretoetredingssteun en de bijstand die in de periode 2004-2006 is verleend voor de ontmantelingswerkzaamheden van Slowakije voort te zetten, en om, anderzijds en waar nodig, medefinanciering uit andere bronnen aan te trekken. |
De bijdrage van de Gemeenschap in het kader van het Bohunice-programma kan voor bepaalde maatregelen tot 100 % van de totale uitgaven belopen. Alles moet in het werk worden gesteld om, enerzijds, de medefinanciering in het kader van de pretoetredingssteun en de bijstand die in de periode 2004-2006 is verleend voor de ontmantelingswerkzaamheden van Slowakije voort te zetten, en om, anderzijds en waar nodig, medefinanciering uit andere bronnen aan te trekken. |
(1) Nog niet in het PB gepubliceerd.
P6_TA(2005)0430
Noordelijke dimensie
Resolutie van het Europees Parlement over de toekomst van de Noordelijke dimensie
Het Europees Parlement,
— |
gezien het tweede actieplan voor de noordelijke dimensie 2004 — 2006, zoals dat werd bekrachtigd door de Europese Raad van Brussel op 16 en 17 oktober 2003, |
— |
gezien de mededeling van de Commissie van 11 maart 2003 aan de Raad en het Europees Parlement over de grotere Europese nabuurschap: een nieuw kader voor de betrekkingen met de oostelijke en zuidelijke buurlanden (COM(2003)0104), |
— |
gezien de rol die de noordelijke dimensie speelt bij de uitvoering van de routekaarten van de EU en Rusland voor de verwezenlijking van de vier gemeenschappelijke ruimten (gemeenschappelijk economische ruimte, gemeenschappelijke ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid, gemeenschappelijke ruimte van externe veiligheid en de gemeenschappelijke ruimte van onderzoek, onderwijs en cultuur), die op de vijftiende topconferentie EU-Rusland op 10 mei 2005 in Moskou werden goedgekeurd, |
— |
onder verwijzing naar zijn vroegere resoluties over de noordelijke dimensie, met name die van 16 januari 2003 (1) en 20 november 2003 (2) over het tweede actieplan voor de noordelijke dimensie, |
— |
gezien het jaarverslag van de Commissie over de voortgang bij de uitvoering van het actieplan voor de noordelijke dimensie van 20 mei 2005 en het debat in het Europees Parlement op 8 september 2005, |
— |
gelet op artikel 103, lid 4 van zijn Reglement, |
A. |
overwegende dat het fungerend voorzitterschap heeft opgeroepen tot een ministersvergadering over de noordelijke dimensie op 21 november 2005 in Brussel om een plan op te stellen voor de toekomst van de noordelijke dimensie na afloop van het bestaande actieplan in 2006, |
B. |
overwegende dat de Commissie momenteel bezig is met het concipiëren van haar voorstellen voor de toekomst van de noordelijke dimensie, die in 2006 moeten worden goedgekeurd en in 2007 in werking moeten treden, |
C. |
overwegende dat de Europese Raad herhaaldelijk het belang van de noordelijke dimensie in zowel het interne als het externe beleid van de Europese Unie heeft beklemtoond, en dat de Europese Unie haar nabuurschaps- en partnerschapsbeleid en de instrumenten daarvoor verder dient te ontwikkelen om de verschillende dimensies van de Unie op een samenhangende wijze met elkaar te verbinden, |
D. |
overwegende dat de uitbreiding van de EU de geopolitieke kaart van Noord-Europa heeft veranderd en de geografische gerichtheid van de EU heeft verlegd naar het noordoosten en dat de noordelijke dimensie mogelijkheden schept maar ook opdrachten heeft, met name om te voorkomen dat nieuwe barrières ontstaan tussen de EU en haar noordelijke buren; overwegende dat door de uitbreiding opnieuw de klemtoon is komen te liggen op samenwerking rond de Oostzee aangezien alle Oostzeelanden behalve Rusland lidstaten van de Europese Unie zijn, wat de opstelling nodig maakt van een aparte Oostzeestrategie binnen de noordelijke dimensie, |
E. |
overwegende dat de eerder geformuleerde beleidsdoeleinden van het Europees Parlement inzake de noordelijke dimensie slechts gedeeltelijk zijn bereikt en dat met name zijn pleidooi voor een grotere betrokkenheid van parlementariërs en andere gekozen vertegenwoordigers nog moet worden geconcretiseerd door de oprichting van het forum van de noordelijke dimensie en dat het beleid binnen de noordelijke dimensie weinig zichtbaar blijft en gebukt gaat onder een gebrek aan coördinatie tussen de diverse belanghebbenden; dat het ingenomen is met de activiteiten van zijn interfractiewerkgroep Oostzee die richtsnoeren heeft geconcipieerd voor een verdergaande integratie in het Oostzeegebied en het initiatief tot het ontwerpen van een Europese strategie voor de Oostzeeregio, met name als interne pijler van de noordelijke dimensie, |
F. |
overwegende dat het toekomstige beleid binnen de noordelijke dimensie vooral de instelling ten doel heeft van een kader ter bevordering van de dialoog en de samenwerking om de stabiliteit, het welzijn en de duurzame ontwikkeling in Noord-Europa en het Arctische gebied te bevorderen en handel, investeringen en infrastructuur te stimuleren, energiebronnen te ontginnen, het verkeer van mensen en goederen over de grenzen te vergemakkelijken en nauwe samenwerking tot stand te brengen bij de bestrijding van de georganiseerde misdaad, en productieve werkgelegenheid en maatschappelijke en culturele uitwisseling te stimuleren, |
G. |
overwegende dat na de oprichting in 1999 de noordelijke dimensie haar effectiviteit en politieke, economische en sociale waarde heeft bewezen, en dat zij één van de kwetsbaarste regio's van Europa omvat die echter geweldige mogelijkheden biedt voor toekomstige samenwerking met Rusland, IJsland en Noorwegen, |
H. |
overwegende dat de noordelijke dimensie grote waarde en positieve gevolgen heeft voor het milieubeleid in de gehele regio, zoals tot uiting komt bij de waterzuiveringsinstallaties van Sint Petersburg, maar dat het noodzakelijk is de samenwerking tussen de lidstaten van de EU, in het bijzonder om eutrofiëring te beperken, en tussen de EU en Rusland te versterken om het gevaar van ongelukken met olietankers en bij de exploitatie van olievelden te verminderen en de nucleaire veiligheid en het beheer van kernafval te verbeteren, voorts overwegende dat de Oostzee al ernstig verontreinigd is en als binnenzee bijzonder groot gevaar loopt; |
1. |
beklemtoont dat de noordelijke dimensie een duidelijker gezicht moet krijgen om haar doelstellingen te bereiken; dat versterkte coördinatie tussen de diverse belanghebbenden één van de belangrijkste opgaven is; dat de noordelijke dimensie dezelfde aandacht dient te krijgen als andere regionale samenwerkingsmodellen; dringt er bij de Commissie, het huidige Voorzitterschap en de komende Voorzitterschappen op aan borg te staan voor de succesvolle voortzetting van de lopende onderhandelingen over de toekomst van de noordelijke dimensie en het Europees Parlement volledig te betrekken bij deze werkzaamheden; |
2. |
dringt er bij de Commissie op aan te zorgen voor een alomvattende aanpak in het externe beleid in het kader van de noordelijke dimensie, zowel bilateraal als multilateraal, die zowel het Oostzeegebied, als het gebied van de Barentszee en het Arctisch gebied als geheel omvat; beklemtoont de bijzondere positie van Rusland als belangrijkste partner maar ook de belangrijke rol van de andere noordelijke buren, IJsland en Noorwegen en de andere Arctische partners, Canada en de Verenigde Staten; acht het voorts van belang dat de noordelijke buurlanden volledig betrokken worden bij het nieuwe nabuurschapsbeleid en dat in de verordening inzake een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument, rekening wordt gehouden met hun belangen; |
3. |
onderstreept dat de geslaagde toetreding van tien nieuwe landen, waaronder landen die betrokken zijn bij de noordelijke dimensie, de noordelijke dimensie een nieuwe fase heeft binnengevoerd; verzoekt de Commissie voldoende financiële middelen voor het beleid in het kader van de noordelijke dimensie beschikbaar te stellen teneinde nieuwe toekomstige partnerschappen te overwegen, o.a. op het gebied van vervoer, logistiek, energie en cultuur; is voorts van mening dat het partnerschap op sociaal terrein en op dat van de gezondheid adequater dient te worden gesteund; dringt er derhalve bij de Commissie op aan om bij haar huidige werkzaamheden over de toekomst van de noordelijke dimensie ernstig te overwegen of een eigen begrotingslijn voor de noordelijke dimensie een bijdrage zou leveren aan een duidelijker gezicht, terwijl toch haar karakter van kaderbeleid voor de noordelijke regio bewaard blijft; merkt op dat in een dergelijk voorstel rekening moet worden gehouden met de diverse financieringsbronnen en de doorzichtigheid daarvan moet worden vergroot, met inbegrip van de medefinanciering door derden; dringt erop aan dat in de werkzaamheden van alle directoraten-generaal en in alle onderdelen van de EU-begroting rekening wordt gehouden met de speciale behoeften van de noordelijke regio's; |
4. |
herinnert de Commissie, de Raad en de lidstaten aan zijn eerdere pleidooi voor een grotere rol voor gekozen vertegenwoordigers en parlementariërs binnen de noordelijke dimensie, ter bevordering van de integratie van diverse fora van regionale samenwerking; verwacht in dit opzicht concrete voorstellen van de Commissie en herinnert aan zijn steun voor de oprichting van een forum voor de noordelijke dimensie, en zijn bereidheid daarin een volwaardige rol te spelen en als gastheer van de eerste vergadering op te treden; dringt er voorts op aan dat volwaardige participatie van de inheemse volkeren in de regio gewaarborgd moet zijn; |
5. |
dringt er bij de Commissie op aan in haar nieuwe voorstel inzake de noordelijke dimensie een Oostzeestrategie op te nemen om de samenwerking rond de Oostzee te versterken en zoveel mogelijk profijt te trekken van de jongste uitbreiding van de Unie en de infrastructuur sterk met de rest van de Europese Unie te verbinden; verwacht dat deze strategie zich in de eerste plaats richt op het interne beleid van de Europese Unie, terwijl de samenwerking met Rusland onder het extern beleid van de Unie dient te vallen; is er verheugd over dat de overeenstemming met Moskou over de routekaarten voor elk van de vier gemeenschappelijke ruimtes zorgt voor een actueel kader voor de betrekkingen tussen de EU en Rusland; onderstreept dat de noordelijke dimensie het regionale aspect van deze ruimtes zou weerspiegelen en benadrukt dat dit proces in reële samenwerking met Rusland dient plaats te vinden; |
6. |
dringt aan op betere coördinatie tussen de EU, de Arctische raad en de Raad van de Oostzeelanden, de Noordse Raad, de Barents-Euro-Arctische Raad en andere organen die betrokken zijn bij samenwerking in de noordelijke regio's; is van mening dat de Commissie actiever aan hun vergadering dient deel te nemen; |
7. |
steunt de Raad en de Commissie in hun pogingen om Rusland te betrekken bij het beleid in het kader van de noordelijke dimensie, maar beklemtoont dat het Europese Ruslandbeleid in volledige solidariteit tussen de lidstaten dient te worden uitgevoerd; wijst voorts op de noodzaak om ook andere buurlanden in het noorden, met name Noorwegen en IJsland, te betrekken, vooral op het punt van maritieme ontwikkeling en energie; is dan ook ingenomen met het witboek over het hoge noorden dat door de Noorse regering is gepubliceerd; |
8. |
wijst erop dat bij omvangrijke infrastructurele projecten in het Oostzeegebied op het terrein van energie en vervoer, rekening dient te worden gehouden met gerechtvaardigde veiligheidsbekommernissen van de lidstaten alsmede met hun gevolgen voor het milieu; |
9. |
herinnert de Commissie aan het komende internationale pooljaar 2007-2008 en dringt er bij de Commissie op aan van de gelegenheid gebruik te maken om nieuwe initiatieven te ontplooien met de Arctische partners, met inbegrip van Canada en de Verenigde Staten, met name wat betreft de werkzaamheden voor een „handvest voor het beheer van de Arctische gebieden”; |
10. |
verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de regeringen van de lidstaten, Noorwegen, IJsland, Rusland, Canada en de Verenigde Staten en de organen die bij de regionale samenwerking zijn betrokken. |
P6_TA(2005)0431
Digitale omschakeling
Resolutie van het Europees Parlement over de versnelling van de overgang van analoge naar digitale omroep
Het Europees Parlement,
— |
gezien de mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's inzake de versnelling van de overgang van analoge naar digitale omroep (COM(2005)0204), |
— |
gezien het advies van de Beleidsgroep Radiospectrum van 19 november 2004 over de gevolgen van de omschakeling naar digitale omroep voor het radiospectrum (Opinion on spectrum implications of switchover to digital broadcasting, RSPG04-55 rev.), |
— |
gezien de plannen voor een omschakeling naar digitale omroep van de lidstaten die in het kader van het actieplan eEuropa 2005 zijn gepubliceerd (1), |
— |
gezien de recente in opdracht van de Commissie uitgevoerde studies over spectrumbeheer op omroepgebied en over het overheidsbeleid inzake digitale terrestrische televisie (2), |
— |
gelet op Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en -diensten (kaderrichtlijn) (3), |
— |
onder verwijzing naar zijn resolutie van 26 september 2002 houdende een verzoek tot ontwikkeling van een EU-actieplan voor de succesvolle introductie van digitale televisie in Europa (4), |
— |
gelet op artikel 108, lid 5 van zijn Reglement, |
A. |
overwegende dat de overgang van analoge naar digitale omroep op alle niveaus voordelen met zich brengt, aangezien er nieuwe en betere omroepdiensten mogelijk worden, er daardoor in de VHF- en UHF-frequentiebanden honderden megahertz voor andere toepassingen vrijkomen en de concurrentie en de innovatie in de markt toenemen, |
B. |
overwegende dat de Verenigde Staten van plan zijn per 1 januari 2009 met analoge terrestrische uitzendingen te stoppen en dat Zuid-Korea en Japan hebben aangekondigd tegen het einde van 2010, respectievelijk in 2011 met analoge terrestrische uitzendingen te willen stoppen, en het van cruciaal belang is dat de Europese Unie ten opzichte van haar belangrijkste concurrenten geen achterstand oploopt, |
C. |
overwegende dat de Commissie heeft voorgesteld dat per begin 2012 alle lidstaten met de analoge omroep gestopt moeten zijn, maar dat bepaalde lidstaten nog geen omschakelingsplannen hebben aangekondigd, |
D. |
overwegende dat het omschakelingsproces door de markt gestuurd dient te worden, maar dat tegelijk coördinatie tussen de omroepen nodig is en dat in dit verband duidelijke overheidsmaatregelen gewenst zijn, |
E. |
overwegende dat in de kaderrichtlijn weliswaar het beginsel van technologische neutraliteit is vastgelegd, maar dat dit niet wegneemt dat het nemen van redelijke stappen ter bevordering van bepaalde diensten is toegestaan, mits dit gerechtvaardigd is, |
F. |
overwegende dat de in 2006 te houden Regionale Radiocommunicatieconferentie (RRC06) bedoeld is om de in het Regionaal Akkoord voor de Europese radio-omroepzone (Stockholm, 1961) opgenomen regeling over het gebruik van de frequentiebanden 174 tot 230 MHz en 470 tot 862 MHz voor omroepdiensten te herzien, |
1. |
spoort alle lidstaten die nog geen omschakelingsplannen hebben aangekondigd aan dit vóór het eind van 2005 te doen, zodat zij voor zowel de consumenten als de omroepen een duidelijk signaal afgeven en helderheid scheppen; moedigt hen aan de periode van simultane uitzending in analoge en digitale vorm (’simulcasting’) zo kort mogelijk te houden, teneinde hoge uitzendkosten en een tijdelijk grotere schaarste aan capaciteit te vermijden, alsmede een zo spoedige mogelijke omschakeling te bewerkstelligen; |
2. |
roept de lidstaten op ervoor te zorgen dat de beleidsmaatregelen die de omschakeling naar de digitale omroep moeten waarborgen en bespoedigen transparant, gerechtvaardigd, evenredig en niet-discriminerend zijn; |
3. |
verzoekt de Commissie duidelijk omlijnde beleidsdoelstellingen op te stellen teneinde de penetratie van nieuwe en innovatieve digitale diensten op een zo groot mogelijke schaal te garanderen; |
4. |
verzoekt de Commissie er met het oog op de penetratie van nieuwe digitale diensten die niet onder de categorie omroep vallen, voor te zorgen dat de onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten ten spoedigste worden afgerond; |
5. |
verzoekt de Commissie en de lidstaten ervoor te zorgen dat aanpak en regelgeving op het gebied van de spectrumwinst zo veel mogelijk op elkaar worden afgestemd, met name om aan de toekomstige vraag naar pan-Europese diensten te kunnen voldoen; |
6. |
verzoekt de Commissie om binnen de bestaande structuur (Comité voor communicatie) een Europese werkgroep voor de digitale omschakeling op te richten en deze met de volgende taken te belasten: coördinatie van alle regelingen, doelstellingen, strategieën en tijdschema's van de lidstaten op communautair niveau; regelmatige controle op de voortgang van de lidstaten op het gebied van de digitale omschakeling; organisatie van workshops waarin de lidstaten en andere betrokkenen kunnen debatteren en met elkaar van gedachten kunnen wisselen; bijstaan bij de onderlinge afstemming van alle aanpakken van de spectrumwinst zodat pan-Europese diensten in de toekomst in alle lidstaten kunnen worden verleend; |
7. |
verzoekt de Commissie het ontstaan van verticale knelpunten en horizontale monopolies te beletten; roept de lidstaten op om in overeenstemming met het gemeenschapsrecht subsidie te verlenen voor digitale tv-ontvangers (als set top box of als onderdeel van het tv-toestel), zoals Multimedia Home Platform, die een open API (application program interface) gebruiken, teneinde het ontstaan van knelpunten te voorkomen; roept de lidstaten op interactieve diensten te bevorderen en te ontwikkelen teneinde de digitale kennis uit te bouwen en het concurrentievermogen van Europa te versterken, en tegelijkertijd de omroepen aan te moedigen technische maatregelen te nemen om geluids- en beeldmateriaal te weren dat de lichamelijke, geestelijke of morele ontwikkeling van minderjarigen kan schaden; |
8. |
verzoekt de Commissie informatie over de beste praktijken inzake financieringsaspecten te verspreiden en op het gebied van overheidssteun en mededingingsrecht duidelijke richtsnoeren op te stellen; |
9. |
roept de Commissie en de lidstaten op om in het kader van de RRC06-onderhandelingen het groot belang te onderstrepen van een ’billijke toegang’ tot de spectrumwinst en roept hen voorts op een gemeenschappelijke onderhandelingspositie te bepalen om alvast voorbereid te zijn op het scenario dat uiterlijk in 2015 de algemene bescherming tegen interferentie met analoge kanalen van buiten de Europese Unie wordt beëindigd, teneinde rond 2012 ongestoorde digitale uitzendingen veilig te kunnen stellen; |
10. |
doet een beroep op de lidstaten om de digitale tweedeling in de maatschappij niet te verergeren door zo snel mogelijk vóór de omschakeling van analoog naar digitaal afdoende voorzieningen te treffen, waaronder financiële steun en duidelijke voorlichting, om de kosten van omschakeling voor hen in de samenleving die moeite zullen hebben met de aanschaf van de noodzakelijke vervangingsapparatuur, te beperken; |
11. |
verzoekt de Commissie om in haar regelgeving betreffende digitale uitzendingen een duidelijk onderscheid te maken tussen regelgeving op het gebied van de uitzending van elektronische signalen en de infrastructuur enerzijds en de regelgeving op het gebied van het inhoudelijke (geluids- en beeld)materiaal anderzijds; verzoekt de Commissie voorts te voorkomen dat de nieuwe uitzendmogelijkheden in meerdere of mindere mate door multinationale mediaondernemingen worden gemonopoliseerd, teneinde de verscheidenheid en diversiteit op omroepgebied te beschermen; meent dat de verschillende aanvullende diensten die naast de digitale omroepdiensten via hetzelfde netwerk worden uitgezonden, gereguleerd worden door een onderscheid te maken naar hun aard: inhoudelijke diensten op omroepgebied, overige inhoudelijke diensten en telecommunicatiediensten; |
12. |
doet een beroep op de Commissie en de lidstaten om te zorgen voor volledige interoperabiliteit en technische neutraliteit ten einde dezelfde voorwaarden te scheppen voor alle economische actoren en de innovatie in Europa een stimulans te geven; |
13. |
verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regeringen van de lidstaten. |
(1) http://europa.eu.int/information_society/policy/ecomm/todays_framework/digital_broadcasting/switchover/national_swo_plans/index_en.htm.
(2) Study on spectrum management in the field of broadcasting — Implications of digital switchover for spectrum management van Aegis Systems Ltd, Indepen Consulting Ltd en IDATE, juni 2004.
Public policy treatment of digital terrestrial television (DTT) in communications markets van Analysys Limited, Hogan&Hartson en Aleph, 26 augustus 2005.
http://europa.eu.int/information_society/policy/ecomm/info_centre/documentation/studies_ext_consult/index_en.htm.
P6_TA(2005)0432
Ontmanteling van kerncentrales
Resolutie van het Europees Parlement over het gebruik van de financiële middelen voor de ontmanteling van kerncentrales (2005/2027(INI))
Het Europees Parlement,
— |
gezien de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad inzake het verslag over het gebruik van de voor de ontmanteling van kerncentrales bestemde financiële middelen (COM(2004)0719), |
— |
gezien zijn standpunt aangenomen in eerste lezing van 13 maart 2002 met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 96/92/EG betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit (1), |
— |
gezien zijn standpunt aangenomen in eerste lezing van 13 maart 2002 met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 98/30/EG betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit (2), |
— |
gezien zijn standpunt aangenomen in tweede lezing van 4 juni 2003 met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en houdende intrekking van Richtlijn 96/92/EG (3), |
— |
gezien Richtlijn 2003/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en houdende intrekking van Richtlijn 96/92/EG (4) en de daaraan verbonden Interinstitutionele verklaring en de verklaring van de Commissie met betrekking tot ontmantelings- en afvalbeheersactiviteiten, |
— |
gezien Richtlijn 96/29/Euratom van de Raad van 13 mei 1996 tot vaststelling van de basisnormen voor de bescherming van de gezondheid der bevolking en der werkers tegen de aan ioniserende straling verbonden gevaren (5), |
— |
gezien de voorstellen voor een richtlijn (Euratom) van de Raad houdende vaststelling van de fundamentele verplichtingen en algemene beginselen op het gebied van de veiligheid van nucleaire installaties en voor een ichtlijn (Euratom) van de Raad over de verwerking van verbruikte splijtstof en van radioactief afval (COM(2003)0032), |
— |
gezien de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over nucleaire veiligheid in het kader van de Europese Unie (COM(2002)0605), |
— |
gezien Beschikking 2005/407/EG van de Commissie van 22 september 2004 betreffende de steunmaatregel die het Verenigd Koninkrijk voornemens is ten uitvoer te leggen ten gunste van British Energy plc (6) , |
— |
gezien het verslag van de Franse Rekenkamer van 20 januari 2005 over de ontmanteling van kerncentrales en het beheer van radioactief afval, waarin met name werd overwogen dat gebruik van voor toekomstige ontmanteling bestemde kredieten voor andere doeleinden een vervalsing van de mededinging tussen producenten tot gevolg zou kunnen hebben, |
— |
gelet op artikel 45 van zijn Reglement, |
— |
gezien het verslag van de Commissie industrie, onderzoek en energie (A6-0279/2005), |
Belang van de ontmanteling van kerncentrales
1. |
erkent dat het voor de bescherming van mens en milieu belangrijk is dat kerncentrales na hun definitieve stillegging op een goed geregelde manier worden ontmanteld; |
2. |
wijst erop dat er een drastische reductie is in de hoeveelheid actieve stoffen door de afvoer van splijtstof na de stillegging van een kerncentrale; dat er voor de dan alsnog overblijvende reststoffen een zeer hoog niveau van nucleaire veiligheid nodig is om te voldoen aan de vereisten van Richtlijn 96/29/Euratom; |
3. |
stelt vast dat de ontmanteling van kerncentrales in sommige gevallen zou kunnen worden vertraagd worden omdat de nodige financiële middelen voor de ontmantelingsoperaties ontbreken, en dat dit laatste daarom moet worden vermeden; |
4. |
verwelkomt het voornemen van de Commissie om jaarlijks een rapport aan het Parlement te doen toekomen over het gebruik van de financiële middelen voor de ontmanteling van kerncentrales; |
5. |
neemt nota van het voornemen van de Commissie om de komende weken een niet-bindende aanbeveling over dit onderwerp aan te nemen; |
6. |
neemt tevens nota van het voornemen van de Commissie om dit onderwerp in 2006 uitvoerig te onderzoeken teneinde een basis te scheppen voor de uitwerking van communautaire beleidsmaatregelen en wetgevingsinitiatieven; |
Voor ontmanteling bestemde financiële middelen
7. |
acht het noodzakelijk ervoor te zorgen dat in iedere lidstaat voor alle nucleaire ondernemingen voldoende financiële middelen beschikbaar zijn die noodzakelijk zijn om alle kosten van ontmanteling, inclusief afvalverwerking, te dekken met het oog op handhaving van het beginsel „de vervuiler betaalt'en om te voorkomen dat een beroep wordt gedaan op overheidssteun;” |
8. |
roept de Commissie, in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel, op nauwkeurige definities vast te stellen met betrekking tot het toegelaten gebruik van financiële middelen die bestemd zijn voor de ontmanteling van kerncentrales, in elke lidstaat, rekening houdend met de ontmanteling en de hantering, conditionering en definitieve opberging van het vrijkomende radioactief afval; |
9. |
stelt vast dat het beheer van de voor ontmanteling bestemde financiële middelen in de lidstaten onderling verschilt en roept op te komen tot een verstandig beheer van deze financiële middelen; |
10. |
verlangt dat deze financiële middelen worden gebruikt voor eerlijke investeringen, geheel in overeenstemming met het communautair mededingingsrecht, teneinde concurrentievervalsing te vermijden; |
11. |
acht het noodzakelijk bij het beheer en het gebruik van deze fondsen een maximale transparantie te waarborgen, alsmede een externe controle daarvan; |
Aspecten van veiligheid en milieubescherming
12. |
wijst naar aanleiding van de bovenvermelde mededeling van de Commissie over het gebruik van de voor de ontmanteling van kerncentrales bestemde financiële middelen, met nadruk op de veiligheidsaspecten bij de ontmanteling van kerncentrales; |
13. |
wijst erop dat gedurende de verschillende fasen van ontmanteling van een kerncentrale moet worden gelet op de veiligheid van mens en milieu, waarbij zoveel mogelijk gebruik dient te worden gemaakt van reeds aanwezige ervaring; |
14. |
wijst erop dat er twee strategieën bestaan, te weten directe ontmanteling respectievelijk gefaseerde ontmanteling, waarvan de relatieve voor- en nadelen tegen de achtergrond van locatie en reactortype tegen elkaar moeten worden afgewogen; |
15. |
is van oordeel dat bij de beslissing over de te volgen strategie voor de ontmanteling voorrang moet worden gegeven aan de veiligheidsaspecten met het oog op de bescherming van mens en milieu; |
16. |
stelt vast dat de ontmanteling van kerncentrales voorwerp uitmaakt van een effectbeoordeling krachtens Richtlijn 97/11/EG van de Raad van 3 maart 1997 houdende wijziging van Richtlijn 85/337/EEG betreffende de milieu-effectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten (7); |
17. |
roept ertoe op in alle lidstaten onderzoek te doen naar het gegeven dat in de praktijk bij ontmantelingen vaak zeer grote hoeveelheden gering radioactieve stoffen uit het atomaire c.q. stralingsgebied vrijkomen; |
Economische aspecten
18. |
acht het om veiligheidsredenen toelaatbaar dat, bijvoorbeeld in de nieuwe lidstaten, uitzonderingen worden gemaakt; |
19. |
vraagt zich af of de budgettaire voorzieningen en de dienovereenkomstige financiële middelen in een aantal lidstaten wel toereikend zijn voor de werkelijke behoefte; |
20. |
verwelkomt de financiële steun die de Europese Unie onder zekere randvoorwaarden voor bepaalde ontmantelingen in de nieuwe lidstaten biedt; |
21. |
onderschrijft de mening van de Commissie dat bij de beoordeling van het economisch nut van elke energiecentrale ook rekening moet worden gehouden met de ontmantelingskosten voor kerncentrales, waaronder andere externe kosten en subsidies voor andere vormen van elektriciteitsproductie worden geacht begrepen te zijn, om concurrentievervalsing te voorkomen; |
22. |
stelt vast dat de exploitant van de kerncentrale verantwoordelijk is voor de afsluiting van een verzekering, die dekking biedt voor wettelijke aansprakelijkheid bij onvoorziene gebeurtenissen of storingen tijdens de gehele ontmantelingsperiode, in overeenstemming met de internationale verdragen inzake wettelijke aansprakelijkheid; |
23. |
stelt vast dat het Verdrag van Parijs van 29 juli 1960 inzake wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie en het Verdrag van 31 januari 1963 tot aanvulling van het verdrag van Parijs van 29 juli 1960 zoals gewijzigd bij het Aanvullend Protocol van 28 januari 1964 en het Protocol van 16 november 1982 nog steeds van kracht zijn en niet eenzijdig door de EU kunnen worden opgezegd; wijst er bovendien op dat het Parlement in zijn resolutie van 26 februari 2004 inzake wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van kernenergie (8) ingestemd heeft met het voorstel voor een besluit van de Raad waarbij de lidstaten die verdragsluitende partij zijn bij het Verdrag van Parijs van 29 juli 1960, worden gemachtigd het belang van de Europese Gemeenschap het Protocol tot wijziging van dat verdrag te bekrachtigen of daartoe toe te treden; |
*
* *
24. |
verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, evenals de regeringen van de lidstaten. |
(1) PB C 47 E van 27.2.2003, blz. 351.
(2) PB C 47 E van 27.2.2003, blz. 367.
(3) PB C 68 E van 18.3.2004, blz. 211.
(4) PB L 176 van 15.7.2003, blz. 37.
(5) PB L 159 van 29.6.1996, blz. 1.
(6) PB L 142 van 6.6.2005, blz. 26.
P6_TA(2005)0433
Zege in de strijd tegen de wereldwijde klimaatverandering
Resolutie van het Europees Parlement over de zege in de strijd tegen de wereldwijde klimaatverandering (2005/2049(INI))
Het Europees Parlement,
— |
gezien de mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's: Naar de zege in de strijd tegen de wereldwijde klimaatverandering (COM(2005)0035), |
— |
gezien het Protocol van Kyoto bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (UNFCCC) en gezien de toepassingsprocedures voor de tenuitvoerlegging daarvan die op de Conferenties van de Partijen van Bonn (juli 2001), Marrakech (november 2001), New Delhi (oktober en november 2002), Milaan (december 2003) en Buenos Aires (december 2004) zijn goedgekeurd, |
— |
onder verwijzing naar zijn vorige resoluties inzake klimaatverandering, met name zijn resolutie van 13 januari 2005 over het resultaat van de Conferentie van Buenos Aires (1) en die van 12 mei 2005 over het seminar van regeringsdeskundigen over klimaatverandering (2), |
— |
gezien de verklaringen die op de G8-Top in Gleneagles werden overgebracht door 24 internationale bedrijfsleiders die het Economisch Wereldforum vertegenwoordigen, bijvoorbeeld over de behoefte om klimaatstabilisatiestreefdoelen voor de lange termijn vast te stellen, |
— |
gelet op artikel 45 van zijn Reglement, |
— |
gezien het verslag van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid en de adviezen van de Commissie ontwikkelingssamenwerking en de Commissie industrie, onderzoek en energie (A6-0312/2005), |
A. |
overwegende dat klimaatverandering een van de grote uitdagingen van de 21ste eeuw is met aanzienlijke, negatieve gevolgen voor de hele wereld op ecologisch, economisch en sociaal gebied die rampzalige uitwerkingen kunnen hebben, en overwegende dat de klimaatverandering verschilt van de andere milieuproblemen waarmee de wereld te kampen hebben, |
B. |
overwegende dat er aanwijzingen voor klimaatverandering zijn, bijv. het smelten van poolijs en permafrost en heel waarschijnlijk de toenemende frequentie en intensiteit van extreme weersomstandigheden, en overwegende dat de economische schade veroorzaakt door met het weer verband houdende natuurrampen in de afgelopen tien jaar met een factor zes is toegenomen ten opzichte van de jaren zestig, |
C. |
overwegende dat de industrielanden een grote verantwoordelijkheid voor de aangroei van broeikasgasemissies dragen, zowel wat betreft vroeger tijden als heden, overwegende dat de ontwikkelingslanden waarschijnlijk het zwaarst door een onstabieler klimaat zullen worden getroffen en dat de industrielanden de hoofdverantwoordelijkheid op zich moeten nemen om de armste landen te helpen zich aan de klimaatverandering aan te passen en hen bij te staan in deze ontwikkeling, zowel op technologisch als op financieel vlak, |
D. |
overwegende dat het Protocol van Kyoto op 16 februari 2005 in werking is getreden na te zijn geratificeerd door 152 landen en organisaties voor regionale economische integratie, die tezamen verantwoordelijk zijn voor 61,6 % van de broeikasgasemissies van Bijlage I in 1990 en die ongeveer 90 % van de wereldbevolking vertegenwoordigen, |
E. |
volledige uitvoering door alle partijen van het VN Raamverdrag inzake klimaatverandering en van het Kyoto-protocol fundamenteel is voor de aanpak van klimaatverandering, zelfs al zullen de maatregelen pas werkelijk effectief zijn als er een globale oplossing wordt gevonden die alle grote economische blokken omvat die voor het merendeel van de vervuilende emissies verantwoordelijk zijn, |
F. |
overwegende dat het Protocol van Kyoto bepaalt dat in 2005 de onderhandelingen moeten starten voor het initiatief tot het beoordelen van de verplichtingen inzake de reductie van de emissies voor de periode na 2012 en dat de elfde Conferentie van Partijen (COP-11) en de eerste bijeenkomst van de Partijen bij het Protocol (COP/MOP 1) in Montreal bijgevolg de hoogste prioriteit aan deze taak dienen te verlenen, |
G. |
overwegende dat spoedig andere streefdoelen moeten worden bepaald om investeringszekerheid te verschaffen voor koolstofarme energiebronnen, technologieën die weinig broeikasgas afgeven en hernieuwbare energie, en om investeringen in incompatibele energie-infrastructuur te vermijden, |
H. |
overwegende dat, om aan de voornaamste doelstelling van het UNFCCC te kunnen voldoen — het vermijden van gevaarlijke klimaatverandering -, het volgens recente wetenschappelijke berichten vereist zou kunnen zijn de concentratie van broeikasgassen op een peil beneden 500 ppm CO2-equivalent — d.w.z. op een peil dat niet veel hoger is dan het huidige — te stabiliseren en dat bijgevolg in de nabije toekomst een ingrijpende vermindering van de emissies noodzakelijk is, |
I. |
overwegende dat investeringen op het gebied van energie-efficiëntie de meest veelbelovende manier is om de koolstofuitstoot te beperken en overwegende dat er in de EU een aanzienlijk potentieel is voor kosteneffectieve energiebesparing, |
J. |
overwegende dat het klimaateffect aanzienlijk kan worden verminderd door middel van een betere communautaire planning, |
K. |
overwegende dat de uitbreiding van reeds vastgelegde mogelijkheden tot emissiehandel naar andere domeinen (bijvoorbeeld, de luchtvaart), moet voorafgegaan worden door een analyse die aantoont dat deze uitbreiding bijdraagt tot de strijd tegen klimaatverandering en dat rijke landen/gebieden niet bevoordeeld worden ten koste van landen en bedrijven in ontwikkeling; |
L. |
overwegende dat in het kader van de inspanningen om de emissies in te tomen en duurzamere levensstijlen te ontwikkelen, een veel sterkere participatie op het niveau van de burger ten zeerste geboden is, |
M. |
overwegende dat de broeikasgasemissies in vele lidstaten nog steeds toenemen, waaruit blijkt dat de EU snel maatregelen moet treffen teneinde aan haar Kyoto-verplichtingen te kunnen voldoen, |
N. |
overwegende dat de kosten van de maatregelen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, zullen worden gecompenseerd door de winsten die zullen voortvloeien uit het beperken van de stijging van de temperatuur van de aarde tot maximaal 2°C in vergelijking met niveaus tijdens het pre-industrieel tijdperk, aangezien aldus de schade en de verliezen die de klimaatverandering anders wereldwijd zou veroorzaken, worden voorkomen, |
O. |
overwegende dat er enorme ongekende zakelijke mogelijkheden bestaan als we niet langer afhankelijk zijn van de op fossiele brandstoffen gebaseerde economie; overwegende dat zich tevens grote zakelijke mogelijkheden voordoen voor ontwikkelingslanden die rijk zijn aan hernieuwbare energiebronnen, maar thans niet over de nodige technologie beschikken om van deze bronnen gebruik te maken; |
1. |
onderstreept dat de EU-strategie ter beperking van de klimaatverandering op een door zeven pijlers geschraagde aanpak moeten worden gebaseerd:
|
2. |
dringt er bij de EU op aan ervoor te zorgen dat de COP11- en COP/MOP1-bijeenkomst in Montreal een beslissing neemt over een tijdschema voor onderhandelingen over toekomstige klimaatverbintenissen, met een deadline voor het bereiken van een akkoord tegen eind 2008; |
3. |
roept de EU op om op de COP-11 en de COP/MOP1 voorstellen in te dienen voor een toekomstig klimaatbeleid dat gebaseerd is op de overkoepelende doelstelling de opwarming van de aarde te beperken tot een maximum van 2 °C boven het temperatuurpeil van voor de industrialisering; |
4. |
is van oordeel dat een toekomstig klimaatbeleid op gemeenschappelijke, maar gedifferentieerde, op contractie en convergentie gerichte verantwoordelijkheden moet zijn gebaseerd, op een continue en steeds sterkere beperking van de emissies en op het betrekken van een toenemend aantal landen bij de inspanningen daarvoor; beklemtoont dat alle streefdoelen voor emissiebeperkingen gebaseerd dienen te zijn op recent wetenschappelijk onderzoek en tot doel dienen te hebben dat een globaal gemiddelde temperatuurstijging van 2°C met redelijke zekerheid niet wordt overschreden; beklemtoont bovendien dat alle desbetreffende maatregelen kosteneffectief dienen te zijn en dat er derhalve op lange termijn naar moet worden gestreefd een mondiale, op uitstootbeperking en emissiehandel gebaseerde koolstofmarkt te ontwikkelen; merkt bovendien op dat bij het berekenen van de kosteneffectiviteit rekening moet worden gehouden met de kosten van inactiviteit en met de verwachte economische voordelen van tijdige actie en innovatie, alsook van geavanceerde leersystemen, die de kosten van het beperken van de klimaatverandering zullen drukken; |
5. |
verwelkomt de conclusies van de Europese Raad van Brussel van 23 maart 2005, met name het besluit dat tegen 2020 naar de uitstootbeperking voor ontwikkelde landen in de orde van grootte van 15 tot 30 % moet worden gestreefd; beklemtoont echter dat ook streefdoelen voor de langere termijn nodig zijn en suggereert een streefdoel van 60 tot 80 % voor 2050; |
6. |
betreurt het niet nakomen door de huidige regering van de VS van de verbintenissen in het kader van UNFCCC om terug te keren naar de emissieniveaus van 1990 en een gevaarlijke klimaatverandering te voorkomen, en betreurt het feit dat de VS hebben beslist niet door te gaan met de ratificatie van het Kyotoprotocol; roept de EU op ervoor te zorgen dat het multilaterale proces niet wordt verlamd door individuele staten; |
7. |
wijst erop dat het energiebesparingspotentieel wel 40 % is in de EU, maar dat dit alleen gehaald kan worden als er bindende doelstellingen worden vastgesteld; |
8. |
constateert dat met een systematische aanpak 25 % van het EU-energieverbruik tegen 2020 met hernieuwbare energie kan worden gedekt; |
9. |
onderstreept dat een doeltreffende beperking van de klimaatverandering een ingrijpende transformatie van het vervoers- en energiesysteem en van het thermisch ontwerp van gebouwen vergt en dat deze transformatie een drijvende kracht binnen het kader van de Lissabon-strategie dient te worden, teneinde de economische groei en het concurrentievermogen te stimuleren; roept de EU op een strategie te ontwikkelen om van Europa de meest energie-efficiënte economie ter wereld te maken, door het vastleggen van streefdoelen voor jaarlijkse beperkingen van de energie-intensiteit van 2,5-3 %; |
10. |
doet in dit verband een beroep op de lidstaten om permanente monitoringsystemen te ontwikkelen voor het beoordelen van de hoeveelheden materialen en energie die in elke economische sector worden gebruikt, voor het steunen van adequate reductiemaatregelen; |
11. |
erkent dat een vertraagd optreden het risico van nadelige milieueffecten en hogere kosten zal vergroten; beweert bovendien dat het beperken van de emissies wereldwijd niet mag leiden tot andere gevaren; |
12. |
meent dat de strijd tegen de klimaatverandering voordelen oplevert voor samenleving en milieu en bijdraagt tot het behalen van de Lissabon- en de VN-millenniumontwikkelingsdoelstellingen; meent dat de investering in en de ontwikkeling van duurzame energie leidt tot nieuwe mogelijkheden voor land- en bosbouw, meer banen, een betere gezondheid, meer regionale groei, een betere benutting van lokale en regionale middelen en van bestaande geavanceerde technologie en tot minder armoede; |
13. |
verlangt dat de EU zich samen met andere wereldwijde actoren meer inspant voor de ontwikkeling van veelbelovende technologische oplossingen; |
14. |
benadrukt dat vele van de voor de reductie van broeikasgasemissies vereiste technologieën reeds beschikbaar zijn, dat hun intrede op de markt echter door een groot aantal obstakels wordt belemmerd, niet in de laatste plaats door averechtse prikkels, zoals subsidies voor fossiele brandstoffen; verzoekt de Commissie derhalve om een wetgeving voor te stellen om dergelijke subsidies integraal af te schaffen en om in de plaats daarvan een systeem van positieve prikkels in te voeren ter bevordering van het gebruik van energie-efficiënte, koolstofarme en koolstofvrije technologieën en roept ertoe op om door middel van het proactieve gebruik van openbare overheidsopdrachten binnen de EU de kosten van dergelijke technologieën te helpen drukken; verzoekt daarenboven niet alleen dat het zevende kaderprogramma voor wetenschappelijk onderzoek wordt toegespitst op onderzoek en innovatie op terreinen die verband houden met de beperking van de klimaatverandering, ten behoeve van een spoedprogramma naar het voorbeeld van het Apolloprogramma van de jaren zestig in de VS, maar ook dat onderzoek en innovatie op het gebied van duurzame energiebronnen en duurzaam beheer van het landgebruik worden gestimuleerd; |
15. |
verzoekt de Commissie, in aanmerking genomen dat veel of zelfs alle energie-infrastructuur van de EU in de komende decennia aan vervanging toe is, om voorstellen in te dienen die moeten verzekeren dat alle investeringen in energie-infrastructuur binnen de EU de beste beschikbare technologieën voor weinig of geen emissies door fossiele brandstof toepassen; |
16. |
merkt op dat investeringen in maatregelen op het gebied van energie-efficiëntie en in technologieën voor hernieuwbare energie de belangrijkste alternatieven ten behoeve van een beperking van de klimaatverandering vormen; wijst er tegelijk op dat de ontwikkeling van technieken voor het opvangen en opslaan van koolstof van belang is — niet in de laatste plaats voor regio's met omvangrijke steenkoolreserves; |
17. |
roept de Commissie en de lidstaten op om een duidelijke en concrete inbreng te doen in een eventuele hervorming van het CDM en zijn instellingen, met het doel de tenuitvoerlegging ervan te verbeteren en een grotere betrokkenheid van de spelers uit de particuliere sector te bevorderen, om op die manier de stootkracht te creëren die nodig is voor het voortbestaan ervan na 2012; |
18. |
wijst erop dat nieuwe technologieën moeten worden aangemoedigd voor in de ruimte gebaseerde systemen om natuurrampen vanuit de ruimte te analyseren en zo hun vernietigende gevolgen te voorspellen en te beperken; |
19. |
is van oordeel dat de complexiteit van het onderzoek en de technologische ontwikkeling die door de klimaatverandering en voor rampenpreventie nodig zijn, alsook hun grensoverschrijdende dimensie, het noodzakelijk maken om Europese formules te zoeken die het beginsel van de regionale en nationale subsidiariteit te boven gaan; |
20. |
erkent dat veranderingen in benadering en fysieke aanpassingen nodig zullen zijn om de samenleving voor te bereiden op de gevolgen van klimaatverandering; |
21. |
roept de lidstaten op om, als ze dat nog niet hebben gedaan, middelen bij te dragen aan het aanvullend fonds, om op die manier te verzekeren dat de raad van bestuur van het CDM de opdracht kan vervullen om een goed functionerend en effectief mechanisme te creëren; |
22. |
onderstreept dat de ontwikkeling in de vervoerssector primordiaal is, aangezien die bijdraagt tot ruwweg 30 % van de emissie van CO2-equivalenten in de Europese Gemeenschap, waarvan ongeveer 85 % toe te schrijven is aan het wegvervoer; onderstreept dat het spoorvervoer in zeer grote mate energie-efficiënter is dan het wegvervoer; betreurt het feit dat de auto-industrie de norm van 140 gm/km, zoals deze is vastgelegd in de vrijwillige overeenkomst met de auto-industrie, naar alle waarschijnlijkheid niet tijdig kan halen; roept er derhalve toe op om op korte termijn een beleid te ontwikkelen dat sterke maatregelen omvat ter beperking van de uitstoot door het vervoer, met inbegrip van bindende doelstellingen voor de CO2-emissies van nieuwe voertuigen in de orde van grootte van 80 tot 100 gm/km die voor nieuwe voertuigen op middellange termijn met behulp van een emissiehandel tussen de autoproducenten dienen te worden bereikt, en dat overige maatregelen omvat zoals snelheidsbeperkingen in de hele EU, verkeersheffingen en belastingvoordelen, samen met een stimulering van het spoorvervoer en het openbaar vervoer in het algemeen; roept de Commissie voorts op innovatieve manieren te ontwikkelen om de CO2-belasting van transport zichtbaar te maken en voorstellen in te dienen om de verkeersvolumes in de Europese Unie tussen nu en 2010 te stabiliseren of te verminderen; |
23. |
neemt met zorg nota van het toenemende vrachttransport en verzoekt de Commissie een inschatting te maken van de CO2-uitstoot veroorzaakt door vrachttransport, en voorstellen in te dienen om een groot deel van het wegvrachtverkeer naar meer milieuvriendelijke vervoersmethodes over te brengen; roept de Commissie op om als onderdeel van haar herziening van het European Climate Change Programme (ECCP) voorstellen in te dienen voor de oprichting van een „Trans-European Fast Rail Freight Network”, dat de versplintering in het vrachtnetwerk oplost en de overblijvende infrastructuurbottlenecks wegwerkt; roept ertoe op om ook bindende doelstellingen voor de CO2-emissies van vrachtwagens in overweging te nemen; roept de Commissie op na te gaan welke voordelen voor het beperken van de klimaatverandering het zou kunnen opleveren om de lidstaten toe te staan vrachtwagens te gebruiken met de Zweedse/Finse lengte; en de bevindingen spoedig te rapporteren; |
24. |
herhaalt zijn vraag om emissies van internationale vluchten en scheepvaart op te nemen in de streefdoelen voor emissiebeperking vanaf 2012; |
25. |
steunt de invoering van ecotaksen in de Gemeenschap; beklemtoont dat deze ecotaksen, net als andere marktinstrumenten, van wezenlijk belang zijn voor een doeltreffend beleid om de milieuvervuiling te verminderen; roept de Commissie op om voorstellen in te dienen en de lidstaten om de eerste Europese ecotaks tegen uiterlijk 2009 aan te nemen; |
26. |
steunt het voorstel van de Commissie voor een thematische strategie voor de stedelijke omgeving, die tot doel heeft de kwaliteit van stedelijke gebieden te verbeteren, meer bepaald wat betreft de luchtkwaliteit; neemt in verband met de klimaatverandering het standpunt in dat er aan twee beleidsterreinen voorrang moet worden gegeven: de ontwikkeling van openbare vervoersdiensten die gebruikmaken van schone of minder verontreinigende technologieën, en de bevordering van duurzame bouwmethodes met een hoge milieukwaliteit (HEQ); |
27. |
stelt dat de EU en haar lidstaten hun communautaire planninginstrumenten moeten herzien om het klimaateffect te verminderen, vooral wat betreft de planning van een nieuwe investering in vervoerssystemen en nieuwe woon- en industriezones; |
28. |
roept de Commissie op, teneinde vóór de onderhandelingen van 2012 een duidelijk EU-leiderschap aan te tonen, specifieke wetgevingsvoorstellen in te dienen om het toepassingsgebied van de richtlijn betreffende de energieprestatie van gebouwen uit te breiden, en om de nieuwste biologische flexi-brandstoffen op te nemen in de richtlijn ter bevordering van de biobrandstoffen (zoals MTHF, ethyllevulinaat, enz.), om in de hele EU verplichte gemeenschappelijke normen voor deze nieuwe brandstoffen in te voeren, om stimulansen te creëren voor captive fleets die met biobrandstoffen rijden en om minimum mee- en bijstookpercentages in te voeren, waarbij de milieuefficiëntie wordt onderzocht van het opleggen van een minimum van 10% biobrandstof in brandstoffen voor voertuigen, als onderdeel van haar herziening van het ECCP; |
29. |
roept de EU op ervoor te zorgen dat de structuurfondsen worden behandeld als prioritair voor duurzame ontwikkeling; |
30. |
merkt op dat de luchtvaart verantwoordelijk is voor tussen 4% en 9% van alle uitstoten van broeikasgassen overal ter wereld en dat uitstoten van de luchtvaart jaarlijks toenemen met 3 %; benadrukt het belang van ernstige beperkingsstreefdoelen voor de luchtvaartsector; dringt er bij de Commissie op aan onverwijld maatregelen te treffen teneinde de gevolgen van het luchtverkeer voor het klimaat te verminderen, door voor de periode 2008-2012 een proefproject voor emissieverhandeling van luchtvaartemissies in te voeren, dat alle vluchten naar en van om het even welke luchthaven in de EU dekt, en om parallel instrumenten in te voeren om het gehele effect van de luchtvaart op het klimaat aan te pakken; roept op tot vergelijkbare inspanningen om ook de emissies van het maritiem vervoer aan te pakken; |
31. |
roept de Commissie op om duidelijk de weg te banen naar de CO2-arme economie door een scenario te ontwerpen dat onder andere meer inzicht geeft in wat mag worden verwacht van hernieuwbare en waterstofenergie; roept de Commissie tegelijkertijd op om alle bottlenecks in de ontwikkeling en toepassing van nieuwe en propere technologieën te identificeren; |
32. |
benadrukt dat, in tegenstelling tot de sectoren elektriciteit en brandstof, de Europese Unie geen systematische benadering heeft voor steun voor hernieuwbare energiebronnen in de sectoren verwarming en koeling, ondanks het feit dat de afhankelijkheid van gas- en olie-importen in deze sector bijzonder hoog is en de kosten van het verhogen van het aandeel van hernieuwbare energiebronnen relatief laag; dringt derhalve aan op een strategie om verwarmings- en koelingseenheden die hernieuwbare energiebronnen gebruiken concurrerend te maken door middel van verhoging van de productiviteit; wijst er in dit verband op dat bureaucratische verordeningen op EU-niveau voor eigenaren en bouwers van huizen niet het geëigende middel zijn, en dat de voorkeur dient te worden gegeven aan een richtlijn met realistische, maar ambitieuze doelstellingen, gericht op het coördineren van de maatregelen van de lidstaten gebaseerd op tijdelijke beperkte stimulansen voor markttoegang; |
33. |
is van mening dat de Commissie in dit verband een voorstel voor een richtlijn over verwarming en koeling moet presenteren in een formaat vergelijkbaar met dat van het voorstel voor biobrandstoffen; |
34. |
is van oordeel dat de spoedige ontwikkeling van de energieopwekking uit biomassa en de stimulering van duurzame agrarische energiebronnen, samen met een evenwichtige benadering van de voedselproductie, een hoge prioriteit dient te krijgen bij de verschuiving van de klemtoon van het communautair landbouwbeleid; benadrukt dat de energieproductie uit biomassa moet worden georganiseerd op een manier die doeltreffend is op het vlak van energieomzetting en die bovendien ecologisch duurzaam is; is in dit verband verheugd over de intentie van de Commissie om een actieplan biomassa in te dienen en verzoekt de Commissie juridisch bindende maatregelen in haar voorstel op te nemen; |
35. |
wijst op de behoefte om de onderzoekslijnen en voorzorgsmaatregelen te diversifiëren, teneinde effecten op de menselijke gezondheid en veiligheid, overstromingen, droogte, branden, — vooral in beboste en beschermde gebieden-, een afname van de biodiversiteit, en economische verliezen te vermijden; roept de lidstaten en de Commissie op rekening te houden met het belang van bossen en landbouw voor de absorptie van koolstof, het afremmen van erosie, het verschaffen van middelen en ten slotte het regelen van het klimaat; |
36. |
roept de Commissie en de lidstaten op, teneinde een speelveld op internationaal niveau te verzekeren, te overwegen om sectorale streefdoelen voor energieverslindende exportindustrieën in landen zonder bindende uitstootbeperkingen als aanvulling op de bindende emissiestreefdoelen voor de geïndustrialiseerde landen voor te stellen; verzoekt de Commissie voorts de mogelijkheid te onderzoeken het emissiehandelssysteem met derde landen te verweven; vraagt de Commissie om actief in elke sector of bedrijfstak de dialoog aan te gaan met ondernemingen om te bezien welke veranderingen in productie, consumptie en transport gestimuleerd kunnen en moeten worden om de uitstoot van broeikasgassen in de EU te verminderen; |
37. |
roept de Commissie op ernstig rekening te houden met het „free-rider”-probleem op het gebied van de beperking van klimaatverandering; roept de Commissie en de lidstaten op de mogelijkheid te onderzoeken om grensaanpassingsmaatregelen op handel in te voeren, teneinde elk mogelijk concurrentievoordeel op korte termijn voor producenten in geïndustrialiseerde landen zonder koolstofbeperkingen te neutraliseren; onderstreept dat de internationale handelspatronen van grote invloed zijn op de verandering van het klimaat; dringt er daarom bij de WTO op aan een mechanisme voor duurzame ontwikkeling in zijn werkzaamheden op te nemen; |
38. |
is van oordeel dat in het kader van de herziening en eventuele uitbreiding van het huidige emissiehandelssysteem het idee van „grandfathering” vanwege de grote tekortkomingen daarvan zorgvuldig dient te worden heroverwogen en dat alternatieven zoals veiling en benchmarking — bij invoering van een upstream-benadering — zouden moeten worden onderzocht; is bovendien van mening dat ook de nationale emissiequota vanwege de toenemende grensoverschrijdende handel, met name in elektriciteit, moeten worden heroverwogen; |
39. |
beveelt aan dat de EU een specifiek samenwerkingsbeleid inzake klimaatverandering voor ontwikkelingslanden ontwikkelt; merkt op dat het opnemen van klimaatveranderingsoverwegingen in het bredere ontwikkelingsbeleid de ontwikkeling en invoering van een aantal instrumenten vereist; prioriteiten op dit gebied zijn landbouw en voedselzekerheid, twee gebieden die het gevoeligst zijn voor klimaatfactoren; is voorts van mening dat economische diversificatie een ander belangrijk punt van zorg is, aangezien veel ontwikkelingslanden in de Alliance of Small Island States (AOSIS) in hoge mate afhankelijk zijn van toerisme; om klimaatverandering tegen te gaan moet in de eerste plaats worden gekeken naar vervoer, planning van openbare voorzieningen en energie; merkt op dat ook andere prioriteiten voorkoming van en voorbereiding op rampen zijn; |
40. |
verwelkomt de totstandbrenging van het milieu-informatiesysteem voor milieu en duurzame ontwikkeling voor Afrika van de Commissie, dat gebaseerd is op satelliet- en computercartografietechnieken en de activiteiten van het Bureau voor humanitaire hulp (ECHO) op het gebied van ontwikkeling ondersteunt; er moet onderzoek worden gedaan naar de mogelijkheid om de structuur van de Commissie te ontwikkelen en uit te breiden door daarin een netwerk voor de observatie van klimaatverandering op te nemen; |
41. |
benadrukt dat, wat betreft de deelname van ontwikkelingslanden aan het toekomstige klimaatstelsel, de EU duidelijk moet erkennen dat armoede en ontwikkeling prioriteit hebben voor deze landen; de VNmillenniumontwikkelingsdoelstellingen zullen echter nooit worden bereikt als milieukwesties zoals klimaatverandering niet naar behoren worden aangepakt; duurzame ontwikkeling en armoedebestrijding zou het algemene kader moeten blijven waarin ontwikkelingslanden zouden moeten worden aangemoedigd tot het vaststellen van beleid en het nemen van maatregelen waarin kwesties op het gebied van klimaatverandering worden geïntegreerd, of het nu gaat om aanpassing of beperking; |
42. |
steunt derhalve de totstandbrenging van een nieuwe samenhangende politieke oplossing om het welzijn van bevolkingen die al kwetsbaar zijn, te verbeteren via een mondiale ontwikkelingsstrategie met passende economische ondersteuning; beveelt aan dat deze nieuwe strategie zou zijn gebaseerd op de koppeling van klimaatverandering, beheer van natuurlijke hulpbronnen, preventie van rampen en uitroeiing van armoede; |
43. |
benadrukt dat alle ontwikkelingslanden recht hebben op economische ontwikkeling; benadrukt dat de EU en andere industrielanden de ontwikkelingslanden moeten steunen in het ontwikkelen van duurzame technologieën; meent echter dat de ontwikkelingslanden de vervuilende praktijken van de industrielanden niet noodgedwongen moeten herhalen; meent dat de regels van het Clean Development Mechanism moeten worden herzien, zodat ze voor duurzame ontwikkeling zorgen; stelt voor om de leningsprioriteiten van internationale financiële instellingen, evenals de EU-bijstand, te verschuiven naar steun voor hernieuwbare energie en energie-efficiëntie; stelt derhalve voor een multilateraal initiatief voor duurzame energie in het leven te roepen — met deelneming van de EU, landen als China, India, Brazilië, Zuid-Afrika, enz., evenals een aantal vooraanstaande ondernemingen op het gebied van energie-, dat ten doel heeft technologische samenwerking op grote schaal te bevorderen, vooral in de energie- en vervoerssector; steunend op het voorbeeld van het onlangs overeengekomen EU-China Climate Change Partnership; |
44. |
roept de Commissie op, als onderdeel van de technologische samenwerking met landen uit bijlage B en als onderdeel van haar herziening van de Overeenkomst van Cotonou, om hun regeringen te helpen bij het aannemen van nationale energiestrategieën teneinde hun afhankelijkheid van ingevoerde fossiele brandstoffen te beperken, om sprongsgewijze technologische vorderingen te bevorderen, vooral wat hernieuwbare energie betreft, meer bepaald biomassa, en om hen te helpen aan de millenniumontwikkelingsdoelstellingen van de VN te voldoen; |
45. |
onderstreept de noodzaak van meer financiële steun voor de aanpassing aan het veranderende klimaat voor de minst ontwikkelde landen; is in dit verband van oordeel dat het beheer van duurzame bosbouw, met name van tropische bossen, een belangrijk element vormt in het kader van klimaatverandering en de aanpassing daaraan, en dringt er derhalve bij de Commissie op aan om daar voorrang aan te geven bij haar ontwikkelingssamenwerkingsactiviteiten; |
46. |
roept de Commissie op de haalbaarheid en verdiensten te onderzoeken van het opzetten van een systeem van persoonlijke verhandelbare emissiequota's, om de burger te betrekken en om de particuliere consumptiepatronen te beïnvloeden; |
47. |
roept de EU-instellingen op een goed voorbeeld te geven door de uitstoot van broeikasgassen bij hun diverse activiteiten te beperken, door middel van een verhoogde energie-efficiëntie in kantoorgebouwen en van alle gebruikte apparaten, koolstofarme reizen, enz.; is van mening dat bijzondere inspanningen nodig zijn met betrekking tot reizen van leden van het Parlement, wat een heroverweging van de meerdere locaties van het Europees Parlement, koolstofarme voertuigen voor de vervoersdienst, enz. betekent; |
48. |
roept de Commissie op om, vanuit EU-initiatief, een bewustmakingscampagne op te starten naar de burgers toe over de invloed van verspillende consumptie en productie op de klimaatverandering; |
49. |
erkent en steunt oplossingen die op informatie- en communicatietechnologie (ICT) gebaseerd zijn en die economische groei loskoppelen van energie- en materiaalconsumptie, alsook vervoer en die bijdragen aan een meer duurzame maatschappij; roept de Commissie op beleidsmaatregelen voor te stellen om de aan ICT te danken efficiëntieverbeteringen vast te leggen in huisvesting, dematerialisering, vervoer, en een verschuiving van producten naar diensten; |
50. |
verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regeringen en parlementen van de lidstaten en het Secretariaat van het UNFCCC en van de WTO, met het verzoek deze onder alle verdragsluitende partijen buiten de EU te verspreiden. |
(1) PB C 247 E van 6.10.2005, blz. 144.
(2) Aangenomen teksten, P6_TA(2005)0177.