Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document JOC_2006_033_E_0018_01

NOTULEN
Dinsdag, 12 april 2005

PB C 33E van 9.2.2006, p. 18–319 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

9.2.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 33/18


NOTULEN

(2006/C 33 E/02)

VERLOOP VAN DE VERGADERING

VOORZITTER: Josep BORRELL FONTELLES

Voorzitter

1.   Opening van de vergadering

De vergadering wordt om 09.05 uur geopend.

2.   Samenstelling Parlement

De bevoegde Portugese autoriteiten hebben kennis gegeven van de benoeming van Joel Hasse Ferreira tot lid van het Parlement, in de plaats van António Costa, met ingang van 12.03.2005.

Josep Borrell Fontelles (Voorzitter) verwijst naar het bepaalde in artikel 3, lid 5 van het Reglement.

3.   Agenda en indieningstermijn amendementen

Onderstaand verslag is in de commissie goedgekeurd en wordt bijgevolg ingeschreven op de agenda van deze vergadering (punt 32 van de OJ):

Verslag over de financiële gevolgen van de toetreding van Roemenië en Bulgarije [2005/2031(INI)] — Begrotingscommissie. Co-rapporteurs: Reimer Böge en Bárbara Dührkop Dührkop (A6-0090/2005).

De indieningstermijn voor amendementen wordt vastgesteld op 12 april 2005, 12.00 uur.

4.   Ingekomen stukken

De volgende stukken zijn ontvangen:

1)

Raad en Commissie:

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake de rechten van luchtreizigers met beperkte mobiliteit (voor de EER relevante tekst) (COM(2005)0047 — C6-0045/2005 — 2005/0007(COD)).

verwezen naar:

ten principale: TRAN

advies: LIBE

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het informeren van luchtreizigers over de identiteit van de exploiterende luchtvaartmaatschappij en het mededelen van veiligheidsinformatie door de lidstaten (voor de EER relevante tekst) (COM(2005)0048 — C6-0046/2005 — 2005/0008(COD)).

verwezen naar:

ten principale: TRAN

advies: IMCO

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van regels inzake klein grensverkeer aan de landbuitengrenzen van de lidstaten en tot wijziging van de Schengenuitvoeringsovereenkomst en de Gemeenschappelijke Visuminstructies (COM(2005)0056 — C6-0049/2005 — 2005/0006(COD)).

verwezen naar:

ten principale: LIBE

advies: AFET

Ontwerp voor een interinstitutioneel akkoord betreffende een kader voor Europese regelgevende agentschappen (COM(2005)0059 — C6-0050/2005 — 2005/2035(ACI)).

verwezen naar:

ten principale: AFCO

advies: BUDG, ENVI, JURI

Voorstel voor een besluit van de Raad inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Libanon inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten (COM(2005)0062 — C6-0059/2005 — 2005/0012(CNS)).

verwezen naar:

ten principale: TRAN

Voorstel voor een besluit van de Raad inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Georgië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten (COM(2005)0061 — C6-0060/2005 — 2005/0009(CNS)).

verwezen naar:

ten principale: TRAN

Voorstel voor een kaderbesluit van de Raad ter bestrijding van georganiseerde criminaliteit (COM(2005)0006 — C6-0061/2005 — 2005/0003(CNS)).

verwezen naar:

ten principale: LIBE

advies: AFET, JURI

Voorstel voor een besluit van de Raad inzake de sluiting, namens de Europese Gemeenschap, van het VN-EEG-Protocol betreffende registers inzake de uitstoot en overbrenging van verontreinigende stoffen (COM(2004)0635 — C6-0062/2005 — 2004/0232(CNS)).

verwezen naar:

ten principale: ENVI

advies: ITRE, JURI

Aanbeveling van de Raad van 8 maart 2005 inzake de aan de administratief directeur van Eurojust te verlenen kwijting voor de uitvoering van de begroting van Eurojust voor het begrotingsjaar 2003 (06856/2005 — C6-0063/2005 — 2004/2063(DEC)).

verwezen naar:

ten principale: CONT

advies: LIBE

Aanbeveling van de Raad van 8 maart 2005 inzake de aan de uitvoerend directeur van het agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart te verlenen kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart voor het begrotingsjaar 2003 (06863/2005 — C6-0064/2005 — 2004/2052(DEC)).

verwezen naar:

ten principale: CONT

advies: TRAN

Aanbeveling van de Raad van 8 maart 2005 inzake de aan de uitvoerend directeur van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid te verlenen kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid voor het begrotingsjaar 2003 (06855/2005 — C6-0065/2005 — 2004/2057(DEC)).

verwezen naar:

ten principale: CONT

advies: TRAN

Aanbeveling van de Raad van 8 maart 2005 inzake de aan de uitvoerend directeur van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid te verlenen kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid voor het begrotingsjaar 2003 (06857/2005 — C6-0066/2005 — 2004/2054(DEC)).

verwezen naar:

ten principale: CONT

advies: ENVI

Aanbeveling van de Raad van 8 maart 2005 inzake de aan de directeur van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving te verlenen kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving voor het begrotingsjaar 2003 (06861/2005 — C6-0067/2005 — 2004/2059(DEC)).

verwezen naar:

ten principale: CONT

advies: LIBE

Aanbeveling van de Raad van 8 maart 2005 inzake de aan de directeur van het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie te verlenen kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003 (06859/2005 — C6-0068/2005 — 2004/2062(DEC)).

verwezen naar:

ten principale: CONT

Aanbeveling van de Raad van 8 maart 2005 inzake de aan de directeur van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk te verlenen kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk voor het begrotingsjaar 2003 (06851/2005 — C6-0069/2005 — 2004/2061(DEC)).

verwezen naar:

ten principale: CONT

advies: EMPL

Aanbeveling van de Raad van 8 maart 2005 inzake de aan de directeur van het Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling te verlenen kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling voor het begrotingsjaar 2003 (06860/2005 — C6-0070/2005 — 2004/2056(DEC)).

verwezen naar:

ten principale: CONT

advies: ENVI

Aanbeveling van de Raad van 8 maart 2005 inzake de aan de directeur van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving te verlenen kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving voor het begrotingsjaar 2003 (06862/2005 — C6-0071/2005 — 2004/2055(DEC)).

verwezen naar:

ten principale: CONT

advies: LIBE

Aanbeveling van de Raad van 8 maart 2005 inzake de aan de directeur van de Europese Stichting voor opleiding te verlenen kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese Stichting voor Opleiding voor het begrotingsjaar 2003 (06853/2005 — C6-0072/2005 — 2004/2058(DEC)).

verwezen naar:

ten principale: CONT

advies: EMPL

Aanbeveling van de Raad van 8 maart 2005 inzake de aan de uitvoerend directeur van het Europees Milieuagentschap te verlenen kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Milieuagentschap voor het begrotingsjaar 2003 (06852/2005 — C6-0073/2005 — 2004/2053(DEC)).

verwezen naar:

ten principale: CONT

advies: ENVI

Aanbeveling van de Raad van 8 maart 2005 inzake de aan de directeur van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden te verlenen kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden voor het begrotingsjaar 2003 (06854/2005 — C6-0074/2005 — 2004/2060(DEC)).

verwezen naar:

ten principale: CONT

advies: EMPL

Aanbeveling van de Raad van 8 maart 2005 inzake de aan de directeur van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding te verlenen kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding voor het begrotingsjaar 2003 (06858/2005 — C6-0075/2005 — 2004/2050(DEC)).

verwezen naar:

ten principale: CONT

advies: EMPL

Aanbeveling van de Raad van 8 maart 2005 inzake de aan de Directeur van het Europees bureau voor Wederopbouw te verlenen kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Bureau voor Wederopbouw voor het Begrotingsjaar 2003 (06864/2005 — C6-0076/2005 — 2004/2051(DEC)).

verwezen naar:

ten principale: CONT

advies: AFET

Aanbeveling van de Raad van 8 maart 2005 inzake de aan de Commissie te verlenen kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003 (06850/2005 — C6-0077/2005 — 2004/2040(DEC)).

verwezen naar:

ten principale: CONT

advies: AFET, DEVE, INTA, BUDG, ECON, EMPL, ENVI, ITRE, IMCO, TRAN, REGI, AGRI, PECH, CULT, JURI, LIBE, AFCO, FEMM, PETI

Aanbeveling van de Raad van 8 maart 2005 inzake de aan de Commissie te verlenen kwijting voor de uitvoering van de verrichtingen van het Europees Ontwikkelingsfonds (6e EOF) voor het begrotingsjaar 2003 (06865/2005 — C6-0078/2005 — 2004/2049(DEC)).

verwezen naar:

ten principale: CONT

advies: DEVE, BUDG

Aanbeveling van de Raad van 8 maart 2005 inzake de aan de Commissie te verlenen kwijting voor de uitvoering van de verrichtingen van het Europees Ontwikkelingsfonds (7e EOF) voor het begrotingsjaar 2003 (06866/2005 — C6-0079/2005 — 2004/2049(DEC)).

verwezen naar:

ten principale: CONT

advies: DEVE, BUDG

Aanbeveling van de Raad van 8 maart 2005 inzake de aan de Commissie te verlenen kwijting voor de uitvoering van de verrichtingen van het Europees Ontwikkelingsfonds (8e EOF)voor het begrotingsjaar 2003 (06867/2005 — C6-0080/2005 — 2004/2049(DEC)).

verwezen naar:

ten principale: CONT

advies: DEVE, BUDG

Aanbeveling van de Raad van 8 maart 2005 inzake de aan de Commissie te verlenen kwijting voor de uitvoering van de verrichtingen van het Europees Ontwikkelingsfonds (9e EOF) voor het begrotingsjaar 2003 (06868/2005 — C6-0081/2005 — 2004/2049(DEC)).

verwezen naar:

ten principale: CONT

advies: DEVE, BUDG

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een Europese procedure voor geringe vorderingen (COM(2005)0087 — C6-0082/2005 — 2005/0020(COD)).

verwezen naar:

ten principale: JURI

advies: LIBE

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van een Europees Genderinstituut (voor de EER relevante tekst) (COM(2005)0081 — C6-0083/2005 — 2005/0017(COD)).

verwezen naar:

ten principale: FEMM

advies: BUDG, LIBE, AFCO

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de communautaire statistiek van de structuur en de activiteit van buitenlandse filialen (COM(2005)0088 — C6-0084/2005 — 2005/0016(COD)).

verwezen naar:

ten principale: ECON

advies: EMPL, ITRE

Verdrag betreffende de toetreding van Bulgarije tot de Europese Unie (AA1/2/2005 [01] — C6-0085/2005 — 2005/0901(AVC)).

verwezen naar:

ten principale: AFET

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van trans-Europese netwerken voor vervoer en energie en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2236/95 van de Raad (COM(2004)0475 — C6-0086/2004 — 2004/0154(COD)).

verwezen naar:

ten principale: BUDG

advies: ITRE, TRAN

Verdrag betreffende de toetreding van Roemenië tot de Europese Unie (AA1/2/2005 [02] — C6-0086/2005 — 2005/0902(AVC)).

verwezen naar:

ten principale: AFET

2)

parlementaire commissie, verslag:

Verslag over de financiële gevolgen van de toetreding van Bulgarije en Roemenië (2005/2031(INI)) — Begrotingscommissie — Co-rapporteurs: Böge Reimer, Dührkop Dührkop Bárbara (A6-0090/2005).

5.   Debat over gevallen van schending van de mensenrechten, de democratie en de rechtsstaat (bekendmaking van de ingediende ontwerpresoluties)

De navolgende leden of fracties hebben overeenkomstig artikel 115 van het Reglement voor de hiernavolgende ontwerpresoluties verzoeken ingediend om het houden van een debat:

I.

BANGLADESH

Johan Van Hecke, namens de ALDE-Fractie, over Bangladesh (B6-0252/2005);

Gérard Onesta, Jean Lambert, Jillian Evans, Hélène Flautre en Raül Romeva i Rueda, namens de Verts/ALE-Fractie, over Bangladesh (B6-0256/2005);

Pasqualina Napoletano en Glyn Ford, namens de PSE-Fractie, over Bangladesh (B6-0265/2005);

Anna Elzbieta Fotyga, namens de UEN-Fractie, over politiek geweld en terrorisme in Bangladesh (B6-0266/2005);

Thomas Mann en Charles Tannock, namens de PPE-DE-Fractie, over Bangladesh (B6-0268/2005);

Vittorio Agnoletto en Giusto Catania, namens de GUE/NGL-Fractie, over Bangladesh (B6-0270/2005);

II.

HUMANITAIRE STEUN AAN DE VLUCHTELINGEN VAN DE WESTELIJKE SAHARA

José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra, José Javier Pomés Ruiz, Bernd Posselt en Thomas Mann, namens de PPE-DE-Fractie, over humanitaire steun aan de vluchtelingen van de Westelijke Sahara (B6-0250/2005);

Philippe Morillon, namens de ALDE-Fractie, over humanitaire steun aan de vluchtelingen van de Westelijke Sahara (B6-0253/2005);

Raül Romeva i Rueda en Bernat Joan i Marí, namens de Verts/ALE-Fractie, over humanitaire steun aan de vluchtelingen van de Westelijke Sahara (B6-0257/2005);

Francis Wurtz, Willy Meyer Pleite, Jonas Sjöstedt, Vittorio Agnoletto, Marco Rizzo en Feleknas Uca, namens de GUE/NGL-Fractie, over de Westelijke Sahara (B6-0261/2005);

Pasqualina Napoletano, Karin Scheele en Carlos Carnero González, namens de PSE-Fractie, over humanitaire steun aan de vluchtelingen in de Westelijke Sahara (B6-0264/2005);

III.

LAMPEDUSA

Monica Frassoni, Hélène Flautre, Kathalijne Maria Buitenweg en Jean Lambert, namens de Verts/ALE-Fractie, over de collectieve uitzetting van de vluchtelingen van het eiland Lampedusa in Italië (B6-0251/2005);

Sarah Ludford, Alexander Nuno Alvaro en Lapo Pistelli, namens de ALDE-Fractie, over de situatie op Lampedusa (B6-0254/2005);

Giusto Catania, Fausto Bertinotti, Marco Rizzo, Roberto Musacchio, Umberto Guidoni, Luisa Morgantini, Vittorio Agnoletto en André Brie, namens de GUE/NGL-Fractie, over de collectieve uitzetting van de vluchtelingen van het eiland Lampedusa in Italië (B6-0262/2005);

Pasqualina Napoletano, Martine Roure en Giovanni Claudio Fava, namens de PSE-Fractie, over de collectieve uitzetting van onderdanen uit derde landen van het eiland Lampedusa (B6-0263/2005);

Stefano Zappalà, Lorenzo Cesa en Amalia Sartori, namens de PPE-DE-Fractie, Cristiana Muscardini, Roberta Angelilli en Romano Maria La Russa, namens de UEN-Fractie, over Lampedusa (B6-0267/2005).

De spreektijd zal worden verdeeld overeenkomstig artikel 142 van het Reglement.

6.   Kwijting 2003: Afdeling III van de algemene begroting — Kwijting 2003: Afdeling I van de algemene begroting — Kwijting 2003: Afdelingen II, IV, V, VI, VII, VIII van de algemene begroting — Kwijting 2003: Gedecentraliseerde agentschappen — Kwijting 2003: zesde, zevende, achtste en negende Europees Ontwikkelingsfonds (debat)

Verslag over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003, Afdeling III, Commissie [SEC(2004)1181 — C6-0012/2005 — 2004/2040(DEC) — SEC(2004)1182 — C6-0013/2005 — 2004/2040(DEC)] — Commissie begrotingscontrole.

Rapporteur: Terence Wynn (A6-0070/2005)

Verslag over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003, Afdeling I, Europees Parlement [C6-0015/2005 — 2004/2041(DEC)] — Commissie begrotingscontrole.

Rapporteur: Ona Juknevičienė (A6-0063/2005)

Verslag over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003, Afdeling II, Raad [C6-0016/2005 — 2004/2042(DEC)], Afdeling IV, Hof van Justitie [C6-0017/2005 — 2004/2043(DEC)], Afdeling V, Rekenkamer [C6-0018/2005 — 2004/2044(DEC)], Afdeling VI, Europees Economisch en Sociaal Comité [C6-0019/2005 — 2004/2045(DEC)], Afdeling VII — Comité van de regio's [C6-0020/2005 — 2004/2046(DEC)], Afdeling VIII, Europese Ombudsman [C6-0021/2005 — 2004/2047(DEC)] — Commissie begrotingscontrole.

Rapporteur: Alexander Stubb (A6-0066/2005)

Verslag over het verlenen van kwijting:

1.

aan het Europees Bureau voor wederopbouw [N6-0216/2004 — C6-0235/2004 — 2004/2051(DEC)]

2.

aan het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding [N6-0207/2004 — C6-0226/2004 — 2004/2050(DEC)]

3.

aan de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden [N6-0208/2004 — C6-0227/2004 — 2004/2060(DEC)]

4.

aan het Europees Milieuagentschap [CN6-0209/2004 — C6-0228/2004 — 2004/2053(DEC)]

5.

aan het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk [N6-0213/2004 — C6-0232/2004 — 2004/2061(DEC)]

6.

aan het Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling [N6-0212/2004 — C6-0231/2004 — 2004/2056(DEC)]

7.

aan het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie [N6-0214/2004 — C6-0233/2004 — 2004/2062(DEC)]

8.

aan Eurojust [N6-0220/2004 — C6-0239/2004 — 2004/2063(DEC)]

9.

aan de Europese Stichting voor Opleiding [N6-0210/2004 — C6-0229/2004 — 2004/2058(DEC)]

10.

aan het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving [N6-0211/2004 — C6-0230/2004 — 2004/2055(DEC)]

11.

aan het Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat [N6-0215/2004 — C6-0234/2004 — 2004/2059(DEC)]

12.

aan de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid [N6-0217/2004 — C6-0236/2004 — 2004/2054(DEC)]

13.

aan het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid [N6-0218/2004 — C6-0237/2004 — 2004/2057(DEC)]

14.

aan het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart [N6-0219/2004 — C6-0238/2004 — 2004/2052(DEC)]

voor het begrotingsjaar 2003 — Commissie begrotingscontrole.

Co-rapporteurs: Inés Ayala Sender en Carl Schlyter (A6-0074/2005)

Verslag over het verlenen van kwijting aan de Commissie voor het financieel beheer van het zesde, zevende, achtste en negende Europees Ontwikkelingsfonds in het begrotingsjaar 2003 [COM(2004)0667 — C6-0165/2004 — 2004/2049(DEC)] — Commissie begrotingscontrole.

Rapporteur: Marilisa Xenogiannakopoulou (A6-0069/2005)

Terence Wynn leidt het verslag in.

Ona Juknevičienė leidt het verslag in.

Alexander Stubb leidt het verslag in.

Inés Ayala Sender en Carl Schlyter leiden het verslag in.

Marilisa Xenogiannakopoulou leidt het verslag in.

Het woord wordt gevoerd door Siim Kallas (vice-voorzitter van de Commissie).

Het woord wordt gevoerd door Danutė Budreikaitė (rapporteur voor advies van de Commissie DEVE), Jutta D. Haug (rapporteur voor advies van de Commissie ENVI), Gérard Deprez (rapporteur voor advies van de Commissie LIBE), Simon Busuttil, namens de PPE-DE-Fractie, Szabolcs Fazakas, namens de PSE-Fractie, Jan Mulder, namens de ALDE-Fractie, Bart Staes, namens de Verts/ALE-Fractie, Nils Lundgren, namens de IND/DEM-Fractie, Mogens N.J. Camre, namens de UEN-Fractie, Hans-Peter Martin, niet-ingeschrevene, en José Javier Pomés Ruiz.

VOORZITTER: Edward McMILLAN-SCOTT

Ondervoorzitter

Het woord wordt gevoerd door Edith Mastenbroek, Chris Davies, Paul van Buitenen, Godfrey Bloom, Ashley Mote, Rodi Kratsa-Tsagaropoulou, Paulo Casaca, Carl Schlyter, Christofer Fjellner, Herbert Bösch, Markus Ferber, Manuel António dos Santos, James Elles, Véronique Mathieu, Eluned Morgan en Siim Kallas.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 9.10 van de notulen van 12.04.2005, punt 9.11 van de notulen van 12.04.2005, punt 9.12 van de notulen van 12.04.2005, punt 9.13 van de notulen van 12.04.2005 en punt 9.14 van de notulen van 12.04.2005.

7.   Millennium-ontwikkelingsdoelstellingen (MOD) (debat)

Verslag over de rol van de EU bij het bereiken van de millennium-ontwikkelingsdoelstellingen (MOD) [2004/2252(INI)] — Commissie ontwikkelingssamenwerking.

Rapporteur: Glenys Kinnock (A6-0075/2005).

Glenys Kinnock leidt het verslag in.

Het woord wordt gevoerd door Louis Michel (lid van de Commissie).

VOORZITTER: Janusz ONYSZKIEWICZ

Ondervoorzitter

Het woord wordt gevoerd door Maria Martens, namens de PPE-DE-Fractie, Margrietus van den Berg, namens de PSE-Fractie, Thierry Cornillet, namens de ALDE-Fractie, Bernat Joan i Marí, namens de Verts/ALE-Fractie, Luisa Morgantini, namens de GUE/NGL-Fractie, Mieczysław Edmund Janowski, namens de UEN-Fractie, Frank Vanhecke, niet-ingeschrevene, Anna Záborská, Karin Scheele, Danutė Budreikaitė, Margrete Auken, Gabriele Zimmer, Anders Wijkman, Proinsias De Rossa, Johan Van Hecke, Caroline Lucas en Louis Michel.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 9.15 van de notulen van 12.04.2005.

8.   Strijd tegen malaria (debat)

Verklaring van de Commissie: Strijd tegen malaria

Louis Michel (lid van de Commissie) legt de verklaring af.

Het woord wordt gevoerd door Fernando Fernández Martín, namens de PPE-DE-Fractie, Margrietus van den Berg, namens de PSE-Fractie, Toomas Savi, namens de ALDE-Fractie, Satu Hassi, namens de Verts/ALEFractie, Miguel Angel Martínez Martínez, Ana Maria Gomes, Giovanni Berlinguer, Thierry Cornillet en Louis Michel.

Het debat wordt gesloten.

(In afwachting van de stemmingen wordt de vergadering om 12.00 uur onderbroken en om 12.05 uur hervat.)

VOORZITTER: Ingo FRIEDRICH

Ondervoorzitter

9.   Stemmingen

Nadere bijzonderheden betreffende de uitslagen van de stemmingen (amendementen, aparte stemmingen, stemmingen in onderdelen) zijn opgenomen in bijlage I bij de notulen.

9.1.   Verkiezing van een ondervoorzitter van het Europees Parlement

Aan de orde is de verkiezing van een ondervoorzitter voor de zetel die vacant is geworden door de benoeming van de heer António Costa in de Portugese regering.

De Voorzitter deelt mede dat de PSE-Fractie Manuel António dos Santos heeft voorgedragen.

Aangezien Manuel António dos Santos de enige kandidaat is, stelt de Voorzitter het Parlement voor over te gaan tot verkiezing bij acclamatie.

Het Parlement kiest Manuel António dos Santos bij acclamatie.

De Voorzitter deelt mede dat Manuel António dos Santos tot ondervoorzitter van het Europees Parlement is gekozen en feliciteert hem met zijn verkiezing. Overeenkomstig artikel 17, lid 1 van het Reglement neemt hij de rangorde van zijn voorganger over.

9.2.   Staatssteun met regionaal oogmerk (artikel 131 van het Reglement) (stemming)

Verzoek om raadpleging van het Comité van de regio's: Staatssteun met regionaal oogmerk.

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage I, punt 1)

Goedgekeurd

9.3.   Gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS) vanwege de toetreding *** I (artikel 131 van het Reglement) (stemming)

Verslag over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de opstelling van een gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS) vanwege de toetreding van de Tsjechische Republiek, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie [COM(2004)0592 — C6-0118/2004 — 2004/0202(COD)] — Commissie regionale ontwikkeling.

Rapporteur: Gerardo Galeote Quecedo (A6-0067/2005).

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage I, punt 2)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen bij één enkele stemming (P6_TA(2005)0083)

9.4.   Aanwijzing van Europol als het centraal orgaan voor de bestrijding van euro-valsemunterij * (artikel 131 van het Reglement) (stemming)

Verslag over het initiatief van de Bondsrepubliek Duitsland, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland met het oog op de aanneming van een besluit van de Raad over de bescherming van de euro tegen valsemunterij middels de aanwijzing van Europol als het centraal orgaan voor de bestrijding van euro-valsemunterij [14811/2004 — C6-0221/2004 — 2004/0817(CNS)] — Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken.

Rapporteur: Agustín Díaz de Mera García Consuegra (A6-0079/2005)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage I, punt 3)

INITIATIEF VAN DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, HET KONINKRIJK SPANJE, DE FRANSE REPUBLIEK, DE ITALIAANSE REPUBLIEK EN HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORDIERLAND, AMENDEMENTEN en ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen bij één enkele stemming (P6_TA(2005)0084)

9.5.   Europese Politieacademie (EPA) * (artikel 131 van het Reglement) (stemming)

Verslag over het voorstel voor een besluit van de Raad tot oprichting van de Europese Politieacademie (EPA) als orgaan van de Europese Unie [COM(2004)0623 — C6-0203/2004 — 2004/0215(CNS)] — Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken.

Rapporteur: Panayiotis Demetriou (A6-0059/2005)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage I, punt 4)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE, AMENDEMENTEN en ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen bij één enkele stemming (P6_TA(2005)0085)

9.6.   Korte vaart (artikel 131 van het Reglement) (stemming)

Verslag over de korte vaart [2004/2161(INI)] — Commissie vervoer en toerisme.

Rapporteur: Robert Navarro (A6-0055/2005)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage I, punt 5)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen bij één enkele stemming (P6_TA(2005)0086)

Opmerkingen in het kader van de stemming:

In afwezigheid van de rapporteur, indiener van een mondeling amendement op overweging C, las de Voorzitter het mondeling amendement voor dat door Georg Jarzembowski was overgenomen. Dit mondeling amendement werd in aanmerking genomen.

9.7.   Toelatingsprocedures voor onderzoekers van derde landen: specifieke procedure — vergemakkelijking van de toelating — eenvormige visa *** I (stemming)

Verslag over

1.

* het voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende een specifieke procedure voor de toelating van onderdanen van derde landen met het oog op wetenschappelijk onderzoek [COM(2004)0178 — C6-0011/2004 — 2004/0061(CNS)]

2.

* het voorstel voor een aanbeveling van de Raad tot vergemakkelijking van de toelating van onderdanen van derde landen voor wetenschappelijk onderzoek in de Gemeenschap [COM(2004)0178 — C6-0012/2004 — 2004/0062(CNS)]

3.

*** I het voorstel voor een aanbeveling van de Raad tot vergemakkelijking van de afgifte van eenvormige visa voor kort verblijf aan onderzoekers die onderdaan zijn van een derde land en die zich met het oog op wetenschappelijk onderzoek verplaatsen in de Europese Gemeenschap [COM(2004)0178 — C6-0013/2004 — 2004/0063(COD)] — Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken.

Rapporteur: Vincent Peillon (A6-0054/2005)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage I, punt 6)

1.   VOORSTEL VAN DE COMMISSIE

Als geamendeerd goedgekeurd (P6_TA(2005)0087)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen (P6_TA(2005)0087)

2.   VOORSTEL VOOR EEN AANBEVELING 1

Als geamendeerd goedgekeurd (P6_TA(2005)0088)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen (P6_TA(2005)0088)

3.   VOORSTEL VOOR EEN AANBEVELING 2

Als geamendeerd goedgekeurd (P6_TA(2005)0089)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen (P6_TA(2005)0089)

9.8.   Gevaarlijke stoffen (artikel 81 van het Reglement) (stemming)

Ontwerpresolutie over de ontwerpbeschikking van de Commissie houdende aanpassing aan de vooruitgang van de techniek van de bijlage bij Richtlijn 2002/95/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur (CMT-2005-151 en CMT-2005-642) — Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid. (B6-0218/2005)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage I, punt 7)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P6_TA(2005)0090)

9.9.   Procedurele rechten in strafprocedures * (stemming)

Verslag over het voorstel voor een kaderbesluit van de Raad over bepaalde procedurele rechten in strafprocedures binnen de gehele Europese Unie [COM(2004)0328 — C6-0071/2004 — 2004/0113(CNS)] — Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken.

Rapporteur: Kathalijne Maria Buitenweg (A6-0064/2005).

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage I, punt 8)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE

Als geamendeerd goedgekeurd (P6_TA(2005)0091)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen (P6_TA(2005)0091)

Opmerkingen in het kader van de stemming:

Kathalijne Maria Buitenweg (rapporteur) diende een mondeling amendement op amendement 51 in en verzocht amendement 51 als compromisamendement vóór amendement 4 in stemming te brengen. De Voorzitter stelde vast dat geen bezwaar werd gemaakt tegen dit verzoek noch tegen het mondeling amendement dat in aanmerking werd genomen.

9.10.   Kwijting 2003: Afdeling III van de algemene begroting (stemming)

Verslag over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003, Afdeling III, Commissie [SEC(2004)1181 — C6-0012/2005 — 2004/2040(DEC) — SEC(2004)1182 — C6-0013/2005 — 2004/2040(DEC)] — Commissie begrotingscontrole.

Rapporteur: Terence Wynn (A6-0070/2005).

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage I, punt 9)

VOORSTEL VOOR EEN BESLUIT (kwijting)

Goedgekeurd (P6_TA(2005)0092)

VOORSTEL VOOR EEN BESLUIT (afsluiting van de rekeningen)

Goedgekeurd (P6_TA(2005)0092)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P6_TA(2005)0092)

9.11.   Kwijting 2003: Afdeling I van de algemene begroting (stemming)

Verslag over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003, Afdeling I, Europees Parlement [C6-0015/2005 — 2004/2041(DEC)] — Commissie begrotingscontrole.

Rapporteur: Ona Juknevičienė (A6-0063/2005).

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage I, punt 10)

VOORSTEL VOOR EEN BESLUIT

Goedgekeurd (P6_TA(2005)0093)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P6_TA(2005)0093)

Opmerkingen in het kader van de stemming:

Bart Staes stelde voor amendement 9 als een aanvulling te beschouwen, voorstel waartegen meer dan 37 leden bezwaar aantekenden.

9.12.   Kwijting 2003: Afdelingen II, IV, V, VI, VII, VIII van de algemene begroting (stemming)

Verslag over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003, Afdeling II, Raad [C6-0016/2005 — 2004/2042(DEC)], Afdeling IV, Hof van Justitie [C6-0017/2005 — 2004/2043(DEC)], Afdeling V, Rekenkamer [C6-0018/2005 — 2004/2044(DEC)], Afdeling VI — Europees Economisch en Sociaal Comité [C6-0019/2005 — 2004/2045(DEC)], Afdeling VII — Comité van de regio's [C6-0020/2005 — 2004/2046(DEC)], Afdeling VIII, Europese Ombudsman [C6-0021/2005 — 2004/2047(DEC)] — Commissie begrotingscontrole.

Rapporteur: Alexander Stubb (A6-0066/2005).

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage I, punt 11)

1.   Afdeling II, Raad

VOORSTEL VOOR EEN BESLUIT

Goedgekeurd (P6_TA(2005)0094)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P6_TA(2005)0094)

2.   Afdeling IV, Hof van Justitie

VOORSTEL VOOR EEN BESLUIT

Goedgekeurd (P6_TA(2005)0095)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P6_TA(2005)0095)

3.   Afdeling V, Rekenkamer

VOORSTEL VOOR EEN BESLUIT

Goedgekeurd (P6_TA(2005)0096)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P6_TA(2005)0096)

4.   Afdeling VI, Economisch en Sociaal Comité

VOORSTEL VOOR EEN BESLUIT

Goedgekeurd (P6_TA(2005)0097)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P6_TA(2005)0097)

5.   Afdeling VII, Comité van de regio's

VOORSTEL VOOR EEN BESLUIT

Goedgekeurd (P6_TA(2005)0098)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P6_TA(2005)0098)

6.   Afdeling VIII, Ombudsman

VOORSTEL VOOR EEN BESLUIT

Goedgekeurd (P6_TA(2005)0099)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P6_TA(2005)0099)

9.13.   Kwijting 2003: Gedecentraliseerde agentschappen (stemming)

Verslag over het verlenen van kwijtingen:

1.

aan het Europees Bureau voor wederopbouw [N6-0216/2004 — C6-0235/2004 — 2004/2051(DEC)]

2.

aan het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding [N6-0207/2004 — C6-0226/2004 — 2004/2050(DEC)]

3.

aan de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden [N6-0208/2004 — C6-0227/2004 — 2004/2060(DEC)]

4.

aan het Europees Milieuagentschap [CN6-0209/2004 — C6-0228/2004 — 2004/2053(DEC)]

5.

aan het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk [N6-0213/2004 — C6-0232/2004 — 2004/2061(DEC)]

6.

aan het Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling [N6-0212/2004 — C6-0231/2004 — 2004/2056(DEC)]

7.

aan het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie [N6-0214/2004 — C6-0233/2004 — 2004/2062(DEC)]

8.

aan Eurojust [N6-0220/2004 — C6-0239/2004 — 2004/2063(DEC)]

9.

aan de Europese Stichting voor Opleiding [N6-0210/2004 — C6-0229/2004 — 2004/2058(DEC)]

10.

aan het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving [N6-0211/2004 — C6-0230/2004 — 2004/2055(DEC)]

11.

aan het Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat [N6-0215/2004 — C6-0234/2004 — 2004/2059(DEC)]

12.

aan de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid [N6-0217/2004 — C6-0236/2004 — 2004/2054(DEC)]

13.

aan het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid [N6-0218/2004 — C6-0237/2004 — 2004/2057(DEC)]

14.

aan het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart [N6-0219/2004 — C6-0238/2004 — 2004/2052(DEC)]

voor het begrotingsjaar 2003 — Commissie begrotingscontrole.

Co-rapporteurs: Inés Ayala Sender en Carl Schlyter (A6-0074/2005).

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage I, punt 12)

1.   Europees Bureau voor wederopbouw

VOORSTEL VOOR EEN BESLUIT

Goedgekeurd (P6_TA(2005)0100)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P6_TA(2005)0100)

2.   Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding

VOORSTEL VOOR EEN BESLUIT

Goedgekeurd (P6_TA(2005)0101)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P6_TA(2005)0101)

3.   Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden

VOORSTEL VOOR EEN BESLUIT

Goedgekeurd (P6_TA(2005)0102)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P6_TA(2005)0102)

4.   Europees Milieuagentschap

VOORSTEL VOOR EEN BESLUIT

Goedgekeurd (P6_TA(2005)0103)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P6_TA(2005)0103)

5.   Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk

VOORSTEL VOOR EEN BESLUIT

Goedgekeurd (P6_TA(2005)0104)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P6_TA(2005)0104)

6.   Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling

VOORSTEL VOOR EEN BESLUIT

Goedgekeurd (P6_TA(2005)0105)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P6_TA(2005)0105)

7.   Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie

VOORSTEL VOOR EEN BESLUIT

Goedgekeurd (P6_TA(2005)0106)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P6_TA(2005)0106)

8.   Eurojust

VOORSTEL VOOR EEN BESLUIT

Goedgekeurd (P6_TA(2005)0107)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P6_TA(2005)0107)

9.   Europese Stichting voor Opleiding

VOORSTEL VOOR EEN BESLUIT

Goedgekeurd (P6_TA(2005)0108)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P6_TA(2005)0108)

10.   Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving

VOORSTEL VOOR EEN BESLUIT

Goedgekeurd (P6_TA(2005)0109)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P6_TA(2005)0109)

11.   Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat

VOORSTEL VOOR EEN BESLUIT

Goedgekeurd (P6_TA(2005)0110)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P6_TA(2005)0110)

12.   Europese Autoriteit voor voedselveiligheid

VOORSTEL VOOR EEN BESLUIT

Goedgekeurd (P6_TA(2005)0111)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P6_TA(2005)0111)

13.   Europees Agentschap voor maritieme veiligheid

VOORSTEL VOOR EEN BESLUIT

Goedgekeurd (P6_TA(2005)0112)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P6_TA(2005)0112)

14.   Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart

VOORSTEL VOOR EEN BESLUIT

Goedgekeurd (P6_TA(2005)0113)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P6_TA(2005)0113)

9.14.   Kwijting 2003: zesde, zevende, achtste en negende Europees Ontwikkelingsfonds (stemming)

Verslag over het verlenen van kwijting aan de Commissie voor het financieel beheer van het zesde, zevende, achtste en negende Europees Ontwikkelingsfonds in het begrotingsjaar 2003 [COM(2004)0667 — C6-0165/2004 — 2004/2049(DEC)] — Commissie begrotingscontrole.

Rapporteur: Marilisa Xenogiannakopoulou (A6-0069/2005).

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage I, punt 13)

VOORSTEL VOOR EEN BESLUIT (kwijting)

Goedgekeurd (P6_TA(2005)0114)

VOORSTEL VOOR EEN BESLUIT (afsluiting van de rekeningen)

Goedgekeurd (P6_TA(2005)0114)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P6_TA(2005)0114)

9.15.   Millennium-ontwikkelingsdoelstellingen (MOD) (stemming)

Verslag over de rol van de EU bij het bereiken van de Millennium-ontwikkelingsdoelstellingen (MOD) [2004/2252(INI)] — Commissie ontwikkelingssamenwerking.

Rapporteur: Glenys Kinnock (A6-0075/2005)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage I, punt 14)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P6_TA(2005)0115)

*

* *

Reinhard Rack voert het woord over de organisatie van de werkzaamheden.

10.   Stemverklaringen

Schriftelijke stemverklaringen:

De schriftelijke stemverklaringen in de zin van artikel 163, lid 3 van het Reglement zijn opgenomen in het volledig verslag van deze vergadering.

Mondelinge stemverklaringen:

Verslag Panayiotis Demetriou — A6-0059/2005

Sophia in 't Veld en Bernd Posselt

Verslag Kathalijne Maria Buitenweg — A6-0064/2005

Bruno Gollnisch

Verslag Terence Wynn — A6-0070/2005

Christopher Heaton-Harris

Verslag Ona Juknevičienė — A6-0063/2005

Richard Howitt en Ursula Stenzel

Verslag Inés Ayala Sender/Carl Schlyter — A6-0074/2005

Vytautas Landsbergis

11.   Rectificaties stemgedrag

De volgende leden hebben hun stemgedrag als volgt gerectificeerd:

Verslag Panayiotis Demetriou — A6-0059/2005

één enkele stemming

vóór: Gérard Onesta

Verslag Kathalijne Maria Buitenweg — A6-0064/2005

voorstel van de Commissie

vóór: Carlos Coelho

wetgevingsresolutie (als geheel)

vóór: Angelika Niebler, Sophia in 't Veld

Verslag Terence Wynn — A6-0070/2005

kwijtingsbesluit(als geheel)

tegen: Caroline Jackson

paragraaf 79

vóór: Dan Jørgensen

paragraaf 107

vóór: Glyn Ford

tegen: Paul Marie Coûteaux, Patrick Louis

Verslag Ona Juknevičienė — A6-0063/2005

amendement 1

vóór: Philip Claeys, Koenraad Dillen en Frank Vanhecke

amendement 2

vóór: Philip Claeys, Koenraad Dillen en Frank Vanhecke

amendement 4

vóór: Philip Claeys, Koenraad Dillen, Godelieve Quisthoudt-Rowohl, Jürgen Schröder en Frank Vanhecke

tegen: Rodi Kratsa-Tsagaropoulou en Georgios Papastamkos

amendement 5

vóór: Philip Claeys, Koenraad Dillen, Eluned Morgan en Frank Vanhecke

amendement 9

vóór: Philip Claeys, Koenraad Dillen, Ursula Stenzel en Frank Vanhecke

tegen: Jan Andersson, Bairbre de Brún, Maria da Assunção Esteves, Ewa Hedkvist Petersen, Gunnar Hökmark, Jas Gawronski, Anna Ibrisagic, Carl Lang, Jörg Leichtfried, Mary Lou McDonald, Jean-Claude Martinez, Borut Pahor, Lydia Schenardi, Inger Segelström, Ursula Stenzel, Ari Vatanen, Margrietus van den Berg, Marios Matsakis

amendement 10

tegen: Paul van Buitenen, Bairbre de Brún, Maria da Assunção Esteves, Jas Gawronski, Carl Lang, Jörg Leichtfried, Fernand Le Rachinel, Mary Lou McDonald, Borut Pahor, Alyn Smith, Bart Staes, Margrietus van den Berg, Marios Matsakis

onthouding: Koenraad Dillen

amendement 11

vóór: Margrietus van den Berg, Daniel Caspary, Philip Claeys, Koenraad Dillen, Eluned Morgan en Frank Vanhecke

onthouding: Alexander Radwan

resolutie (als geheel)

vóór: Fausto Bertinotti en Roberto Musacchio

Verslag Alexander Stubb — A6-0066/2005

amendement 1

tegen: Pervenche Berès en Anders Wijkman

Verslag Glenys Kinnock — A6-0075/2005

amendement 7

tegen: Linda McAvan

amendement 11

vóór: Françoise Grossetête

tegen: Anders Wijkman

amendement 12

tegen: Marianne Thyssen

amendement 14

tegen: Marie Panayotopoulos-Cassiotou

amendement 15

tegen: Marie Panayotopoulos-Cassiotou

onthouding: Geoffrey Van Orden

amendement 16

tegen: Marie Panayotopoulos-Cassiotou

resolutie (als geheel)

vóór: Robert Goebbels

(De vergadering wordt om 13.05 uur onderbroken en om 15.00 uur hervat.)

VOORZITTER: Josep BORRELL FONTELLES

Voorzitter

12.   Goedkeuring van de notulen van de vorige vergadering

Pervenche Berès heeft laten weten dat zij weliswaar aanwezig was, maar dat haar naam niet op de presentielijst staat.

*

* *

De notulen van de vorige vergadering worden goedgekeurd.

13.   Verzoek om toetreding tot de EU van de Republiek Bulgarije *** — Verzoek van de Republiek Bulgarije om het lidmaatschap van de EU — Verzoek van Roemenië om toetreding tot de Europese Unie *** — Verzoek van de Republiek Roemenië om het lidmaatschap van de Europese Unie — Financiële gevolgen van de toetreding van Roemenië en Bulgarije (debat)

Aanbeveling betreffende het verzoek van de Republiek Bulgarije om toetreding tot de Europese Unie [AA1/2/2005 — C6-0085/2005 — 2005/0901(AVC)] — Commissie buitenlandse zaken.

Rapporteur: Geoffrey Van Orden (A6-0082/2005).

Verslag over de aanvraag van het lidmaatschap van de Europese Unie door de Republiek Bulgarije [2005/2029(INI)] — Commissie buitenlandse zaken.

Rapporteur: Geoffrey Van Orden (A6-0078/2005).

Aanbeveling betreffende het verzoek van Roemenië om toetreding tot de Europese Unie [AA1/2/2005 — C6-0086/2005 — 2005/0902(AVC)] — Commissie buitenlandse zaken.

Rapporteur: Pierre Moscovici (A6-0083/2005).

Verslag over het verzoek van Roemenië inzake toetreding tot de Europese Unie [2005/2028(INI)] — Commissie buitenlandse zaken.

Rapporteur: Pierre Moscovici (A6-0077/2005).

Verslag over de financiële gevolgen van de toetreding van Roemenië en Bulgarije [2005/2031(INI)] — Begrotingscommissie. Co-rapporteurs: Reimer Böge en Bárbara Dührkop Dührkop (A6-0090/2005)

Geoffrey Van Orden leidt het verslag in en licht de aanbeveling toe.

Pierre Moscovici leidt het verslag in en licht de aanbeveling toe.

Bárbara Dührkop Dührkop en Reimer Böge leiden het verslag in.

Het woord wordt gevoerd door Nicolas Schmit (fungerend voorzitter van de Raad) en Olli Rehn (lid van de Commissie).

Het woord wordt gevoerd door Albert Jan Maat (rapporteur voor advies van de Commissie AGRI), Francisco José Millán Mon, namens de PPE-DE-Fractie, Jan Marinus Wiersma, namens de PSE-Fractie, Alexander Lambsdorff, namens de ALDE-Fractie, en Joost Lagendijk, namens de Verts/ALE-Fractie.

VOORZITTER: Antonios TRAKATELLIS

Ondervoorzitter

Het woord wordt gevoerd door Erik Meijer, namens de GUE/NGL-Fractie, Bastiaan Belder, namens de IND/DEM-Fractie, Inese Vaidere, namens de UEN-Fractie, Alessandro Battilocchio, niet-ingeschrevene, José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra, Alexandra Dobolyi, Annemie Neyts-Uyttebroeck, Milan Horáček, Vladimír Remek, Mirosław Mariusz Piotrowski, Marcin Libicki, Hans-Peter Martin, Markus Ferber, Hannes Swoboda, Anne E. Jensen, Rebecca Harms, Georgios Karatzaferis, Salvatore Tatarella, Jan Tadeusz Masiel, Guido Podestà, Klaus Hänsch, Nicholson of Winterbourne, Mario Borghezio, Andreas Mölzer, Kinga Gál, Libor Rouček, Ioannis Varvitsiotis, Csaba Sándor Tabajdi, Christopher Beazley, Jo Leinen, Mairead McGuinness, María Isabel Salinas García, Ville Itälä, Teresa Riera Madurell en Ole Christensen.

VOORZITTER: Luigi COCILOVO

Ondervoorzitter

Het woord wordt gevoerd door Nicolas Schmit en Olli Rehn

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 4.2 van de notulen van 13.04.2005, punt 4.3 van de notulen van 13.04.2005, punt 4.4 van de notulen van 13.04.2005, punt 4.5 van de notulen van 13.04.2005 en punt 4.6 van de notulen van 13.04.2005.

(In afwachting van het volgende punt dat op een vast tijdstip moet beginnen, wordt de vergadering om 17.20 uur onderbroken en om 17.30 uur hervat)

14.   Geïntegreerd pakket van globale richtsnoeren voor het economisch beleid en van richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid (debat)

Mededeling van de Commissie: Geïntegreerd pakket van globale richtsnoeren voor het economisch beleid en van richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid.

Günther Verheugen (vice-voorzitter van de Commissie), Joaquín Almunia (lid van de Commissie) en Vladimír Špidla (lid van de Commissie) lichten de mededeling toe.

Het woord wordt gevoerd door Jan Andersson, Carlo Fatuzzo, Anne Van Lancker, Piia-Noora Kauppi, Elisabeth Schroedter en Robert Goebbels die vragen aan de Commissie stellen waarvan Günther Verheugen, Vladimír Špidla en Joaquín Almunia de voor hen bestemde vragen beantwoorden.

VOORZITTER: Sylvia-Yvonne KAUFMANN

Ondervoorzitter

Het debat wordt gesloten.

15.   Vragenuur (vragen aan de Commissie)

Het Parlement behandelt een reeks vragen aan de Commissie (B6-0163/2005).

Eerste deel

Vraag 42 (Enrique Barón Crespo): Onderzoek naar de moord op de journalist José Couso, Europees burger in Irak.

Vraag 76 (Willy Meyer Pleite): Onderzoek naar de moord op de journalist José Couso in Irak.

Vraag 77 (David Hammerstein Mintz): Onderzoek naar de moord op de Europese journalist José Couso in Irak.

Vraag 78 (Josu Ortuondo Larrea): Onderzoek naar de dood van de journalist José Couso in Irak.

Vraag 79 (Jean-Marie Cavada): Onderzoek naar de dood van de journalist José Couso.

Benita Ferrero-Waldner (lid van de Commissie) beantwoordt de vragen alsmede de aanvullende vragen van Enrique Barón Crespo.

Vraag 43 (Philip Bushill-Matthews): Geïmmigreerde Britten staan 'buitenspel' bij referenda over het Grondwettelijk Verdrag.

Neelie Kroes (lid van de Commissie) beantwoordt de vraag alsmede de aanvullende vragen van Philip Bushill-Matthews en David Martin.

Vraag 44 (Liam Aylward): Bio-ethanol uit suiker.

Neelie Kroes beantwoordt de vraag alsmede een aanvullende vraag van Liam Aylward.

Tweede deel

Vraag 45 (Bart Staes): Mededingingsregels en staatssteun aan de nucleaire sector.

Neelie Kroes beantwoordt de vraag alsmede een aanvullende vraag van Bart Staes.

Vraag 46 (Katerina Batzeli): Fusies in de sector van de audiovisuele middelen.

Neelie Kroes beantwoordt de vraag.

Vraag 47 (Gay Mitchell): Staatssteun.

Neelie Kroes beantwoordt de vraag alsmede de aanvullende vragen van Gay Mitchell en Avril Doyle.

Vraag 48 (Glyn Ford): WK-kaartjes.

Neelie Kroes beantwoordt de vraag alsmede een aanvullende vraag van Glyn Ford.

Vraag 49 (Dimitrios Papadimoulis): Verwerking toxische en gevaarlijke afvalstoffen in Griekenland.

Stavros Dimas (lid van de Commissie) beantwoordt de vraag alsmede een aanvullende vraag van Dimitrios Papadimoulis.

Vraag 50 (Mairead McGuinness): Naleving van de nitratenrichtlijn.

Stavros Dimas beantwoordt de vraag alsmede de aanvullende vragen van Mairead McGuinness, James Hugh Allister en Proinsias De Rossa.

De vragen 51 t/m 58 zullen schriftelijk worden beantwoord.

Vraag 59 (Bernd Posselt): Status van Kosovo.

Olli Rehn (lid van de Commissie) beantwoordt de vraag alsmede een aanvullende vraag van Bernd Posselt.

Vraag 60 (David Martin): Hervormingen van de rechtspraak in Bulgarije.

Olli Rehn beantwoordt de vraag alsmede de aanvullende vragen van David Martin en Panagiotis Beglitis.

Vraag 61 (Anna Hedh): Recht van vrouwen op werk in Turkije.

Olli Rehn beantwoordt de vraag alsmede een aanvullende vraag van Ewa Hedkvist Petersen (ter vervanging van de auteur).

Vraag 62 (Panagiotis Beglitis): Bouw en openstelling van drie kerncentrales in Turkije.

Olli Rehn beantwoordt de vraag alsmede een aanvullende vraag van Panagiotis Beglitis.

Het woord wordt gevoerd door Marios Matsakis over de organisatie van het vragenuur.

De vragen die wegens tijdgebrek niet zijn beantwoord, zullen schriftelijk worden beantwoord.

Het vragenuur aan de Commissie wordt gesloten.

(De vergadering wordt om 19.40 uur onderbroken en om 21.00 uur hervat.)

VOORZITTER: Dagmar ROTH-BEHRENDT

Ondervoorzitter

16.   Dreigende grieppandemie (debat)

Verklaring van de Commissie: Dreigende grieppandemie

Markos Kyprianou (lid van de Commissie) legt de verklaring af.

Het woord wordt gevoerd door John Bowis, namens de PPE-DE-Fractie, Linda McAvan, namens de PSEFractie, Jules Maaten, namens de ALDE-Fractie, Kathy Sinnott, namens de IND/DEM-Fractie, Irena Belohorská, niet-ingeschrevene, Françoise Grossetête, John Attard-Montalto, Milan Gaľa en Markos Kyprianou.

Het debat wordt gesloten.

17.   Jaarlijkse beleidsstrategie van de Commissie (2006) (debat)

Verslag over de begroting 2006: jaarlijkse beleidsstrategie van de Commissie (JBS) [2004/2270(BUD)] — Begrotingscommissie.

Rapporteur: Giovanni Pittella (A6-0071/2005)

Giovanni Pittella leidt het verslag in.

Het woord wordt gevoerd door Dalia Grybauskaitė (lid van de Commissie).

Het woord wordt gevoerd door Nirj Deva (rapporteur voor advies van de Commissie DEVE), David Martin (rapporteur voor advies van de commissie INTA), Rosa Miguélez Ramos (rapporteur voor advies van de Commissie PECH), Laima Liucija Andrikienė, namens de PPE-DE-Fractie, Catherine Guy-Quint, namens de PSE-Fractie, Anne E. Jensen, namens de ALDE-Fractie, Esko Seppänen, namens de GUE/NGL-Fractie, en Nils Lundgren, namens de IND/DEM-Fractie.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 4.12 van de notulen van 13.04.2005.

18.   De nieuwe uitdagingen voor het regionaal beleid — De uitdagingen voor het regionaal beleid in het kader van de financiële vooruitzichten 2007-2013 (debat)

Mondelinge vraag van Gerardo Galeote Quecedo, Konstantinos Hatzidakis, Sérgio Marques, namens de PPEDE-Fractie, Constanze Angela Krehl, Bárbara Dührkop Dührkop, Marilisa Xenogiannakopoulou en António Costa, namens de PSE-Fractie, aan de Commissie: De nieuwe uitdagingen voor het regionaal beleid (B6-0161/2005).

Mondelinge vraag van Pedro Guerreiro, Bairbre de Brún en Kyriacos Triantaphyllides, namens de GUE/NGLFractie, aan de Commissie: De uitdagingen voor het regionaal beleid in het kader van de financiële vooruitzichten 2007-2013 (B6-0170/2005).

Gerardo Galeote Quecedo, Constanze Angela Krehl en Pedro Guerreiro lichten de mondelinge vraag toe.

Danuta Hübner (lid van de Commissie) beantwoordt de mondelinge vragen.

Het woord wordt gevoerd door Konstantinos Hatzidakis, namens de PPE-DE-Fractie, Bárbara Dührkop Dührkop, namens de PSE-Fractie, Kyösti Tapio Virrankoski, namens de ALDE-Fractie, Elisabeth Schroedter, namens de Verts/ALE-Fractie, Bairbre de Brún, namens de GUE/NGL-Fractie (laatstgenoemde spreker spreekt ten dele in het Iers; de Voorzitter wijst erop dat deze taal niet ter plenaire vergadering wordt vertaald), Mirosław Mariusz Piotrowski, namens de IND/DEM-Fractie, Adam Jerzy Bielan, namens de UEN-Fractie, Sérgio Marques, Marilisa Xenogiannakopoulou, Alyn Smith, Dimitrios Papadimoulis, Rolf Berend, Jamila Madeira, Jan Olbrycht, Tunne Kelam en Danuta Hübner.

Het debat wordt gesloten.

19.   Ecologisch ontwerp voor energieverbruikende producten *** II (debat)

Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor energieverbruikende producten en tot wijziging van Richtlijn 92/42/EEG van de Raad en Richtlijnen 96/57/EG en 2000/55/EG van het Europees Parlement en de Raad [11414/1/2004 — C6-0246/2004 — 2003/0172(COD)] — Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid.

Rapporteur: Frédérique Ries (A6-0057/2005).

Frédérique Ries licht de aanbeveling voor de tweede lezing toe.

Het woord wordt gevoerd door Andris Piebalgs (lid van de Commissie).

Het woord wordt gevoerd door Peter Liese, namens de PPE-DE-Fractie, Karin Scheele, namens de PSE-Fractie, Holger Krahmer, namens de ALDE-Fractie, Claude Turmes, namens de Verts/ALE-Fractie, Johannes Blokland, namens de IND/DEM-Fractie, Evangelia Tzampazi, Eija-Riitta Korhola en Andris Piebalgs.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 4.9 van de notulen van 13.04.2005.

20.   Zwavelgehalte van scheepsbrandstoffen *** II (debat)

Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 1999/32/EG wat het zwavelgehalte van scheepsbrandstoffen betreft [12891/2/2004 — C6-0248/2004 — 2002/0259(COD)] — Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid.

Rapporteur: Satu Hassi (A6-0056/2005).

Satu Hassi licht de aanbeveling voor de tweede lezing toe.

Het woord wordt gevoerd door Stavros Dimas (lid van de Commissie).

Het woord wordt gevoerd door Aldis Kušķis, namens de PPE-DE-Fractie, Linda McAvan, namens de PSEFractie, Jonas Sjöstedt, namens de GUE/NGL-Fractie, Johannes Blokland, namens de IND/DEM-Fractie, Åsa Westlund en Stavros Dimas.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 4.10 van de notulen van 13.04.2005.

21.   Agenda van de volgende vergadering

De agenda voor de vergadering van morgen is vastgesteld (PE 356.376/OJME).

22.   Sluiting van de vergadering

De vergadering wordt om 23.40 uur gesloten.

Julian Priestley

Secretaris-generaal

Miroslav Ouzký

Ondervoorzitter


PRESENTIELIJST

Ondertekend door:

Adamou, Adwent, Agnoletto, Albertini, Allister, Alvaro, Andersson, Andrejevs, Andria, Andrikienė, Antoniozzi, Arif, Arnaoutakis, Ashworth, Assis, Attard-Montalto, Attwooll, Aubert, Auken, Ayala Sender, Aylward, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Baco, Badía i Cutchet, Barón Crespo, Barsi-Pataky, Batten, Battilocchio, Bauer, Beaupuy, Beazley, Becsey, Beer, Beglitis, Belder, Belet, Belohorská, Bennahmias, Beňová, Berend, Berès, van den Berg, Berger, Berlato, Berlinguer, Berman, Bersani, Bertinotti, Bielan, Birutis, Blokland, Bloom, Bobošíková, Böge, Bösch, Bonde, Bonino, Bono, Bonsignore, Booth, Borghezio, Borrell Fontelles, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Mihael Brejc, Brepoels, Bresso, Breyer, Březina, Brie, Brunetta, Budreikaitė, van Buitenen, Bullmann, van den Burg, Bushill-Matthews, Busk, Busquin, Busuttil, Buzek, Cabrnoch, Calabuig Rull, Callanan, Camre, Capoulas Santos, Carlotti, Carlshamre, Carollo, Casa, Casaca, Cashman, Caspary, Castex, Castiglione, del Castillo Vera, Catania, Cavada, Cederschiöld, Cercas, Cesa, Chatzimarkakis, Chiesa, Chmielewski, Christensen, Chruszcz, Claeys, Clark, Cocilovo, Coelho, Cohn-Bendit, Corbett, Corbey, Cornillet, Correia, Costa, Cottigny, Coûteaux, Coveney, Cramer, Crowley, Marek Aleksander Czarnecki, Ryszard Czarnecki, Daul, Davies, de Brún, Degutis, De Keyser, Demetriou, De Poli, Deprez, De Rossa, De Sarnez, Descamps, Désir, Deß, Deva, De Veyrac, De Vits, Díaz de Mera García Consuegra, Didžiokas, Díez González, Dillen, Dimitrakopoulos, Dionisi, Di Pietro, Dobolyi, Dombrovskis, Doorn, Douay, Dover, Doyle, Drčar Murko, Duchoň, Dührkop Dührkop, Duff, Duin, Duka-Zólyomi, Duquesne, Ebner, Ek, El Khadraoui, Elles, Esteves, Estrela, Ettl, Eurlings, Robert Evans, Fajmon, Falbr, Farage, Fatuzzo, Fava, Fazakas, Ferber, Fernandes, Fernández Martín, Anne Ferreira, Elisa Ferreira, Figueiredo, Fjellner, Flasarová, Flautre, Florenz, Foglietta, Fontaine, Ford, Fourtou, Fraga Estévez, Frassoni, Freitas, Friedrich, Fruteau, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García Pérez, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gebhardt, Gentvilas, Geremek, Geringer de Oedenberg, Gierek, Giertych, Gill, Gklavakis, Glante, Glattfelder, Goebbels, Goepel, Golik, Gollnisch, Gomes, Gomolka, Goudin, Genowefa Grabowska, Grabowski, Graça Moura, Graefe zu Baringdorf, Gräßle, de Grandes Pascual, Grech, Griesbeck, Gröner, de Groen-Kouwenhoven, Grosch, Grossetête, Gruber, Guardans Cambó, Guellec, Guerreiro, Guidoni, Gurmai, Gutiérrez-Cortines, Guy-Quint, Gyürk, Hänsch, Hall, Hammerstein Mintz, Hamon, Handzlik, Hannan, Harbour, Harkin, Harms, Hasse Ferreira, Hassi, Hatzidakis, Haug, Hazan, Heaton-Harris, Hedkvist Petersen, Helmer, Henin, Hennicot-Schoepges, Hennis-Plasschaert, Herczog, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Honeyball, Hoppenstedt, Horáček, Hortefeux, Howitt, Hudacký, Hudghton, Hughes, Hutchinson, Hybášková, Ibrisagic, in 't Veld, Isler Béguin, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jäätteenmäki, Jałowiecki, Janowski, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jensen, Joan i Marí, Jöns, Jørgensen, Jonckheer, Jordan Cizelj, Juknevičienė, Jelko Kacin, Kaczmarek, Kallenbach, Kamiński, Karas, Karatzaferis, Karim, Kasoulides, Kaufmann, Kauppi, Tunne Kelam, Kilroy-Silk, Kindermann, Kinnock, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Klinz, Koch, Kohlíček, Konrad, Korhola, Kósáné Kovács, Koterec, Kozlík, Krahmer, Krarup, Krasts, Kratsa-Tsagaropoulou, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kristovskis, Krupa, Kuc, Kuhne, Kułakowski, Kušķis, Kusstatscher, Kuźmiuk, Lagendijk, Laignel, Lamassoure, Lambert, Lambrinidis, Lambsdorff, Landsbergis, Lang, Langen, Laperrouze, La Russa, Laschet, Lax, Lehideux, Lehne, Lehtinen, Leichtfried, Leinen, Jean-Marie Le Pen, Fernand Le Rachinel, Letta, Lévai, Janusz Lewandowski, Liberadzki, Libicki, Lichtenberger, Lienemann, Liese, Lombardo, López-Istúriz White, Louis, Lucas, Ludford, Lulling, Lundgren, Lynne, Maat, Maaten, McAvan, McDonald, McGuinness, McMillan-Scott, Madeira, Malmström, Manders, Maňka, Erika Mann, Thomas Mann, Mantovani, Markov, Marques, Martens, David Martin, Hans-Peter Martin, Martinez, Martínez Martínez, Masiel, Maštálka, Mastenbroek, Mathieu, Mato Adrover, Matsakis, Matsouka, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Medina Ortega, Meijer, Méndez de Vigo, Menéndez del Valle, Meyer Pleite, Miguélez Ramos, Mikko, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Mölzer, Mohácsi, Montoro Romero, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Morgantini, Morillon, Moscovici, Mote, Mulder, Musacchio, Muscardini, Muscat, Musotto, Musumeci, Myller, Napoletano, Nattrass, Navarro, Newton Dunn, Annemie Neyts-Uyttebroeck, Nicholson, Nicholson of Winterbourne, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Obiols i Germà, Öger, Özdemir, Olajos, Olbrycht, Ó Neachtain, Onesta, Onyszkiewicz, Oomen-Ruijten, Ortuondo Larrea, Őry, Ouzký, Oviir, Paasilinna, Pack, Pafilis, Borut Pahor, Paleckis, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papadimoulis, Papastamkos, Parish, Patrie, Peillon, Pęk, Pflüger, Piecyk, Pieper, Pīks, Pinheiro, Pinior, Piotrowski, Pirilli, Piskorski, Pistelli, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Pleštinská, Podestà, Podkański, Poettering, Poignant, Polfer, Pomés Ruiz, Portas, Posselt, Prets, Prodi, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Ransdorf, Rapkay, Rasmussen, Remek, Resetarits, Reul, Reynaud, Ribeiro e Castro, Riera Madurell, Ries, Riis-Jørgensen, Rizzo, Rocard, Rogalski, Roithová, Romagnoli, Romeva i Rueda, Rosati, Roszkowski, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Rudi Ubeda, Rübig, Rühle, Rutowicz, Sacconi, Saïfi, Sakalas, Salafranca Sánchez-Neyra, Salinas García, Salvini, Samaras, Samuelsen, Sánchez Presedo, dos Santos, Sartori, Saryusz-Wolski, Savary, Savi, Schapira, Scheele, Schenardi, Schierhuber, Schlyter, Schmidt, Ingo Schmitt, Pál Schmitt, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schroedter, Schulz, Schuth, Schwab, Seeber, Seeberg, Segelström, Seppänen, Siekierski, Sifunakis, Silva Peneda, Sinnott, Siwiec, Sjöstedt, Škottová, Smith, Sommer, Sonik, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Spautz, Speroni, Staes, Staniszewska, Starkevičiūtė, Šťastný, Stenzel, Sterckx, Stevenson, Stihler, Stockmann, Strejček, Strož, Stubb, Sturdy, Sudre, Surján, Svensson, Swoboda, Szájer, Szejna, Szent-Iványi, Szymański, Tabajdi, Tajani, Takkula, Tannock, Tarabella, Tarand, Tatarella, Thomsen, Thyssen, Titley, Toia, Tomczak, Toubon, Trakatellis, Trautmann, Triantaphyllides, Trüpel, Turmes, Tzampazi, Uca, Ulmer, Väyrynen, Vaidere, Vakalis, Valenciano Martínez-Orozco, Vanhecke, Van Hecke, Van Lancker, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Vaugrenard, Vergnaud, Vernola, Vidal-Quadras Roca, de Villiers, Vincenzi, Virrankoski, Vlasák, Vlasto, Voggenhuber, Wagenknecht, Wallis, Walter, Watson, Henri Weber, Manfred Weber, Weiler, Weisgerber, Westlund, Whitehead, Wieland, Wiersma, Wierzejski, Wijkman, Wise, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Wurtz, Wynn, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Záborská, Zahradil, Zaleski, Zani, Zappalà, Zatloukal, Ždanoka, Železný, Zieleniec, Zīle, Zimmer, Zingaretti, Zvěřina


BIJLAGE 1I

STEMMINGSUITSLAGEN

Afkortingen en tekens

+

aangenomen

-

verworpen

vervallen

Ing.

ingetrokken

HS (..., ..., ...)

hoofdelijke stemming (aantal stemmen vóór, aantal stemmen tegen, onthoudingen)

ES (..., ..., ...)

elektronische stemming (aantal stemmen vóór, aantal stemmen tegen, onthoudingen)

so

stemming in onderdelen

as

aparte stemming

am

amendement

CA

compromisamendement

DD

desbetreffend deel

S

amendement tot schrapping

=

gelijkluidende amendementen

§

paragraaf

art

artikel

overw

overweging

OR

ontwerpresolutie

GOR

gezamenlijke ontwerpresolutie

Geh. S

geheime stemming

1.   Staatssteun met regionaal oogmerk

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

 

+

 

2.   Gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS) vanwege de toetreding *** I

Verslag: GALEOTE QUECEDO (A6-0067/2005)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

 

+

 

3.   Aanwijzing van Europol als het centraal orgaan voor de bestrijding van euro-valsemunterij *

Verslag: DIAZ DE MERA GARCIA CONSUEGRA (A6-0079/2005)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

 

+

 

4.   Europese Politieacademie (EPA) *

Verslag: DEMETRIOU (A6-0059/2005)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

HS

+

479, 43, 27

Verzoeken om hoofdelijke stemming

IND/DEM: eindstemming

5.   Korte vaart

Verslag: NAVARRO (A6-0055/2005)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

HS

+

589, 7, 13

M. De rapporteur stelde het volgende mondeling amendement voor:

C. overwegende dat de korte vaart, die meer dan 40 % van het intracommunautaire verkeer vertegenwoordigt, een integraal onderdeel van het Europese vervoerssysteem vormt omdat het gaat om transport van goederen en passagiers over zee of via de binnenwateren tussen Europese havens onderling of tussen Europese havens en havens in niet-Europese landen met een kustlijn langs omsloten zeeën die aan Europa grenzen,

Verzoeken om hoofdelijke stemming

PPE-DE: eindstemming

6.   Toelatingsprocedures voor onderzoekers van derde landen: specifieke procedure — vergemakkelijking van de toelating — eenvormige visa *** I

Verslag: PEILLON (A6-0054/2005)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

Voorstel voor een verordening

Amendementen van de commissie ten principale — stemming en bloc

1-14

16-24

commissie

 

+

 

Na overweging 12

32

PSE

 

+

 

stemming: gewijzigd voorstel

 

+

 

stemming: wetgevingsresolutie

 

+

 

Aanbeveling nr. 1

Amendementen van de commissie ten principale — stemming en bloc

25-28

commissie

 

+

 

stemming: gewijzigd voorstel

 

+

 

stemming: wetgevingsresolutie

 

+

 

Aanbeveling nr. 2

Amendementen van de commissie ten principale — stemming en bloc

29-31

commissie

 

+

 

stemming: gewijzigd voorstel

 

+

 

stemming: wetgevingsresolutie

 

+

 

Amendement 15 betreft niet alle talen en wordt niet in stemming gebracht (artikel 151, lid 1 van het Reglement)

7.   Gevaarlijke stoffen

Ontwerpresoluties B6-0218/2005

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

Ontwerpresolutie van de Commissie milieubeheer

(B6-0218/2005)

stemming: resolutie (als geheel)

 

+

 

8.   Procedurele rechten in strafprocedures *

Verslag: BUITENWEG (A6-0064/2005)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

Amendementen van de commissie ten principale — stemming en bloc

1-3

5

6

8-42

44-50

commissie

 

+

 

Overweging 8

51

Verts/ALE

 

+

mondeling amendement

4

commissie

 

 

stemming: gewijzigd voorstel

HS

+

558, 70, 12

stemming: wetgevingsresolutie

HS

+

523, 68, 13

Amendementen 7 en 43 betreffen niet alle talen en worden niet in stemming gebracht (artikel 151, lid 1 van het Reglement)

Verzoeken om hoofdelijke stemming

PPE-DE: eindstemming

Verts/ALE: gewijzigd voorstel

Diversen

De rapporteur heeft het volgende mondelinge amendement op amendement 51 ingediend: niet van toepassing op de Nederlandse tekst.

9.   Kwijting 2003: Afdeling III van de algemene begroting

Verslag: WYNN (A6-0070/2005)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

Kwijtingsbesluit

stemming: besluit (als geheel)

HS

+

542, 71, 10

Besluit afsluiting van de rekeningen

stemming: besluit (als geheel)

HS

+

546, 72, 14

Ontwerpresolutie

§ 1

1

PSE

 

+

 

§ 2

2

PSE

 

+

 

§ 3

3

PSE

 

+

 

Na § 8

4

PSE

ES

+

385, 244, 12

§ 17

§

originele tekst

HS

+

606, 14, 16

§ 24

§

originele tekst

HS

+

605, 11, 10

§ 60

§

originele tekst

HS

+

608, 10, 14

§ 64

§

originele tekst

HS

+

615, 9, 6

§ 67

§

originele tekst

as/ES

+

384, 234, 22

§ 70

§

originele tekst

HS

+

622, 12, 5

§ 71

§

originele tekst

HS

+

598, 25, 5

§ 79

§

originele tekst

HS

+

620, 10, 9

§ 97

§

originele tekst

as

+

 

§ 107

§

originele tekst

HS

+

605, 18, 8

stemming: resolutie (als geheel)

HS

+

563, 40, 38

Verzoeken om hoofdelijke stemming

PPE-DE: kwijtingsbesluit, besluit afsluiting van de rekeningen, §§ 17, 24, 60, 64, 70, 71, 79, 107 van de resolutie en eindstemming

Verzoeken om aparte stemming

PPE-DE: §§ 67 en 97

10.   Kwijting 2003: Afdeling I van de algemene begroting

Verslag: JUKNEVIČIENĖ (A6-0063/2005)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

Kwijtingsbesluit

stemming: besluit (als geheel)

HS

+

551, 80, 7

Ontwerpresolutie

Na § 48

6

ALDE

ES

-

257, 353, 26

§ 50

§

originele tekst

so

 

 

1

+

 

2

+

 

Na § 52

11

IND/DEM

so/HS

 

 

1

-

259, 345, 32

2

 

Na § 53

3

ALDE

 

-

 

§ 54

8D

PPE-DE

ES

+

386, 211, 35

Na § 54

1

ALDE

so/HS

 

 

1

-

266, 340, 28

2

 

Na § 60

4

ALDE

HS

-

264, 354, 23

§ 63

5

ALDE + Verts/ALE

HS

-

248, 351, 39

12

IND/DEM

 

-

 

Na § 63

2

ALDE

HS

-

248, 349, 45

§ 76

9

PPE-DE

HS

+

333, 227, 82

§

originele tekst

 

 

§ 77

10D

PPE-DE

HS

+

350, 208, 61

Na § 81

7

ALDE

 

+

 

stemming: resolutie (als geheel)

HS

+

483, 69, 78

Verzoeken om stemming in onderdelen

PPE-DE

§ 50

deel 1: t/m „statuut van de leden”

deel 2: rest

ALDE

am 11

deel 1: t/m „werkelijk gemaakte kosten”

deel 2: rest

GUE/NGL

am 11

deel 1: t/m „werkelijk gemaakte kosten”

deel 2: rest

am 1

deel 1: t/m „parlementaire vergoedingen”

deel 2: rest

Verzoeken om hoofdelijke stemming

PPE-DE: § 76, am 9 en eindstemming resolutie

ALDE: amendement 1, 2, 4, 9 en eindstemming resolutie

Verts/ALE: am 5, §, am 10D

IND/DEM: am 11

GUE/NGL: § 76

11.   Kwijting 2003: Afdelingen II, IV, V, VI, VII en VIII van de algemene begroting

Verslag: STUBB (A6-0066/2005)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

1. Afdeling II — Raad

Kwijtingsbesluit

stemming: besluit (als geheel)

 

+

 

Ontwerpresolutie

stemming: resolutie (als geheel)

 

+

 

2. Afdeling IV — Hof van Justitie

Kwijtingsbesluit

stemming: besluit (als geheel)

 

+

 

Ontwerpresolutie

stemming: resolutie (als geheel)

 

+

 

3. Afdeling V — Rekenkamer

Kwijtingsbesluit

stemming: besluit (als geheel)

 

+

 

Ontwerpresolutie

stemming: resolutie (als geheel)

 

+

 

4. Afdeling VI — Economisch en Sociaal Comité

Kwijtingsbesluit

stemming: besluit (als geheel)

HS

+

554, 58, 22

Ontwerpresolutie

stemming: resolutie (als geheel)

HS

+

547, 55, 23

5. Afdeling VII — Comité van de regio's

Kwijtingsbesluit

stemming: besluit (als geheel)

HS

+

541, 64, 21

Ontwerpresolutie

§ 10

1

IND/DEM

HS

-

127, 500, 14

§ 12

2

IND/DEM

HS

-

113, 509, 13

§ 13

3

IND/DEM

HS

 

111, 502, 16

stemming: resolutie (als geheel)

HS

+

570, 56, 10

6. Afdeling VIII — Ombudsman

Kwijtingsbesluit

stemming: besluit (als geheel)

 

+

 

Ontwerpresolutie

stemming: resolutie (als geheel)

 

+

 

Verzoeken om hoofdelijke stemming

PPE-DE: kwijtingsbesluit en resolutie [Economisch en Sociaal Comité, Comité van de regio's]

IND/DEM: kwijtingsbesluit en amendement 1, 2 en 3 [Comité van de regio's]

12.   Kwijting 2003: Gedecentraliseerde agentschappen

Verslag: AYALA SENDER/SCHLYTER (A6-0074/2005)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

1. Europees Bureau voor wederopbouw

Kwijtingsbesluit

stemming: besluit (als geheel)

 

+

 

Ontwerpresolutie

stemming: resolutie (als geheel)

 

+

 

2. Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding

Kwijtingsbesluit

stemming: besluit (als geheel)

 

+

 

Ontwerpresolutie

stemming: resolutie (als geheel)

 

+

 

3. Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden

Kwijtingsbesluit

stemming: besluit (als geheel)

 

+

 

Ontwerpresolutie

stemming: resolutie (als geheel)

 

+

 

4. Europees Milieuagentschap

Kwijtingsbesluit

stemming: besluit (als geheel)

 

+

 

Ontwerpresolutie

stemming: resolutie (als geheel)

 

+

 

5. Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk

Kwijtingsbesluit

stemming: besluit (als geheel)

 

+

 

Ontwerpresolutie

stemming: resolutie (als geheel)

 

+

 

6. Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling

Kwijtingsbesluit

stemming: besluit (als geheel)

 

+

 

Ontwerpresolutie

stemming: resolutie (als geheel)

 

+

 

7. Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie

Kwijtingsbesluit

stemming: besluit (als geheel)

 

+

 

Ontwerpresolutie

stemming: resolutie (als geheel)

 

+

 

8. Eurojust

Kwijtingsbesluit

stemming: besluit (als geheel)

HS

+

557, 47, 30

Ontwerpresolutie

stemming: resolutie (als geheel)

 

+

 

9. Europese Stichting voor Opleiding

Kwijtingsbesluit

stemming: besluit (als geheel)

 

+

 

Ontwerpresolutie

stemming: resolutie (als geheel)

 

+

 

10. Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving

Kwijtingsbesluit

stemming: besluit (als geheel)

 

+

 

Ontwerpresolutie

stemming: resolutie (als geheel)

 

+

 

11. Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat

Kwijtingsbesluit

stemming: besluit (als geheel)

HS

+

556, 55, 26

Ontwerpresolutie

stemming: resolutie (als geheel)

 

+

 

12. Europese Autoriteit voor voedselveiligheid

Kwijtingsbesluit

stemming: besluit (als geheel)

 

+

 

Ontwerpresolutie

stemming: resolutie (als geheel)

 

+

 

13. Europees Agentschap voor maritieme veiligheid

Kwijtingsbesluit

stemming: besluit (als geheel)

HS

+

563, 49, 26

Ontwerpresolutie

stemming: resolutie (als geheel)

 

+

 

14. Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart

Kwijtingsbesluit

stemming: besluit (als geheel)

HS

+

565, 47, 26

Ontwerpresolutie

stemming: resolutie (als geheel)

 

+

 

Verzoeken om hoofdelijke stemming

PPE-DE: kwijtingsbesluit voor Eurojust, Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat, Europees Agentschap voor maritieme veiligheid en Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart

13.   Kwijting 2003: zesde, zevende, achtste en negende Europees Ontwikkelingsfonds

Verslag: XENOGIANNAKOPOULOU (A6-0069/2005)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

Kwijtingsbesluit

stemming: besluit (als geheel)

HS

+

553, 52, 25

Besluit afsluiting van de rekeningen

stemming: besluit (als geheel)

HS

+

554, 55, 23

Ontwerpresolutie

§ 19

 

originele tekst

HS

+

573, 38, 26

§ 25

 

originele tekst

HS

+

571, 33, 28

stemming: resolutie (als geheel)

HS

+

556, 70, 10

Verzoeken om hoofdelijke stemming

PPE-DE: kwijtingsbesluit, besluit afsluiting van de rekeningen, §§ 19, 25 en eindstemming resolutie

14.   Millennium-ontwikkelingsdoelstellingen (MOD)

Verslag: KINNOCK (A6-0075/2005)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

Na § 19

17

GUE/NGL

 

-

 

Na § 21

3

Verts/ALE

 

+

 

§ 37

11

IND/DEM

HS

-

272, 360, 8

§ 41

§

originele tekst

so

 

 

1

+

 

2

+

 

§ 47

12D

IND/DEM

HS

-

256, 364, 11

14

PPE-DE

HS

-

262, 355, 19

§ 48

15D

PPE-DE

HS

-

262, 364, 14

13

IND/DEM

HS

-

262, 351, 20

Na § 53

4

Verts/ALE

ES

+

336, 266, 17

Na § 55

5

Verts/ALE

 

+

 

§ 57

6

Verts/ALE

 

-

 

Na § 60

9

GUE/NGL

ES

+

357, 257, 15

Na § 67

7

Verts/ALE

HS

-

79, 506, 40

8

Verts/ALE

HS

-

126, 474, 29

§ 79

1

PSE

 

+

 

Overweging O

10

IND/DEM

HS

-

245, 359, 21

16

PPE-DE

HS

-

267, 346, 17

Na overweging P

2

Verts/ALE

 

+

 

stemming: resolutie (als geheel)

HS

+

539, 52, 19

Verzoeken om hoofdelijke stemming

Verts/ALE: amendement 7 en 8

IND/DEM: eindstemming, amendement 13 en 14

PPE-DE: amendement 12, 14, 15 en 16

PSE: amendement 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16 en eindstemming

Verzoeken om stemming in onderdelen

GUE/NGL

§ 41

deel 1: t/m „betaalbare geneesmiddelen”

deel 2: rest

Diversen

Op het Nederlands niet van toepassing.


BIJLAGE II

UITSLAG VAN DE HOOFDELIJKE STEMMINGEN

1.   Verslag Demetriou A6-0059/2005

Voor: 479

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Birutis, Budreikaitë, Busk, Chatzimarkakis, Cocilovo, Cornillet, Davies, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienë, Kacin, Karim, Klinz, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Letta, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pistelli, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Staniszewska, Starkevièiûtë, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Brie, Kaufmann, Maštálka, Portas, Stroz, Triantaphyllides

IND/DEM: Belder, Blokland, Karatzaferis, Sinnott

NI: Battilocchio, Czarnecki Ryszard, Martin Hans-Peter, Resetarits, Rutowicz

PPE-DE: Andrikienë, Antoniozzi, Ashworth, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Berend, Böge, Bowis, Bradbourn, Brejc, Bøezina, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Cabrnoch, Callanan, Carollo, Casa, Castiglione, Cesa, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doorn, Dover, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Eurlings, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Fontaine, Fraga Estévez, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gyürk, Handzlik, Hatzidakis, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušíis, Kuźmiuk, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Laschet, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Nicholson, Niebler, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Pálfi, Papastamkos, Pieper, Pîks, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkañski, Posselt, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rübig, Saïfi, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Seeberg, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Strejèek, Stubb, Sturdy, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Vidal-Quadras Roca, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina

PSE: Andersson, Arif, Arnaoutakis, Attard-Montalto, Badía i Cutchet, Barón Crespo, Beglitis, Beňová, van den Berg, Berger, Bösch, Bresso, Bullmann, van den Burg, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Cottigny, De Keyser, De Rossa, Dobolyi, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Hasse Ferreira, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Leichtfried, Leinen, Lévai, Liberadzki, Lienemann, McAvan, Madeira, Maòka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Paasilinna, Pahor, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Roth-Behrendt, Rouèek, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Titley, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Westlund, Wiersma, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zingaretti

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Crowley, Didžiokas, Fotyga, Janowski, Kamiñski, Krasts, Kristovskis, Libicki, Muscardini, Ó Neachtain, Pirilli, Roszkowski, Szymański, Zîle

Verts/ALE: Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Cramer, Flautre, Graefe zu Baringdorf, Hammerstein Mintz, Hassi, Horáček, Hudghton, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lucas, Özdemir, Romeva i Rueda, Rühle, Schmidt, Schroedter, Smith, Trüpel, Voggenhuber

Tegen: 43

GUE/NGL: de Brún, Krarup, McDonald, Pafilis, Pflüger, Sjöstedt, Svensson, Wagenknecht

IND/DEM: Adwent, Batten, Bloom, Bonde, Borghezio, Chruszcz, Clark, Farage, Giertych, Goudin, Grabowski, Krupa, Louis, Lundgren, Pêk, Piotrowski, Rogalski, Salvini, Tomczak, Wierzejski, Wise, Železný

NI: Allister, Bobošíková, Gollnisch, Kilroy-Silk, Lang, Le Pen Jean-Marie, Le Rachinel, Martinez, Mölzer, Mote, Schenardi

PPE-DE: Hannan

Verts/ALE: Schlyter

Onthoudingen: 27

GUE/NGL: Agnoletto, Bertinotti, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kohlíèek, Markov, Meijer, Meyer Pleite, Musacchio, Papadimoulis, Remek, Rizzo, Seppänen, Wurtz, Zimmer

NI: Belohorská, Dillen, Kozlík, Vanhecke

PPE-DE: Heaton-Harris, Helmer, Panayotopoulos-Cassiotou

UEN: Camre

Verts/ALE: van Buitenen

2.   Verslag Navarro A6-0055/2005

Voor: 589

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Birutis, Bourlanges, Budreikaitë, Busk, Chatzimarkakis, Chiesa, Cocilovo, Cornillet, Davies, Deprez, De Sarnez, Drèar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevièienë, Kacin, Karim, Klinz, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Letta, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pistelli, Polfer, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Staniszewska, Starkevièiûtë, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Bertinotti, Brie, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíèek, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Remek, Rizzo, Seppänen, Sjöstedt, Stroz, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Wurtz, Zimmer

IND/DEM: Adwent, Belder, Blokland, Bonde, Borghezio, Chruszcz, Giertych, Grabowski, Karatzaferis, Krupa, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Salvini, Sinnott, Speroni, Tomczak, Wierzejski, Železný

NI: Battilocchio, Belohorská, Bobošíková, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, Gollnisch, Lang, Le Pen Jean-Marie, Martin Hans-Peter, Masiel, Resetarits, Rutowicz, Schenardi

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Ashworth, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bowis, Bradbourn, Brejc, Brepoels, Březina, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Cabrnoch, Callanan, Casa, Caspary, Castiglione, Cesa, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doorn, Dover, Duchoò, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Eurlings, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gyürk, Handzlik, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušíis, KuŸmiuk, Lamassoure, Langen, Laschet, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, McMillan-Scott, Mann Thomas, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Nicholson, Niebler, Novak, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pieper, Piks, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Pomés Ruiz, Posselt, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Seeberg, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Strejèek, Stubb, Sturdy, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Vidal-Quadras Roca, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvìøina

PSE: Andersson, Arif, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Badía i Cutchet, Barón Crespo, Beglitis, Beòová, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bresso, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Duin, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lehtinen, Leichtfried, Leinen, Lévai, Liberadzki, Lienemann, McAvan, Madeira, Maòka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Öger, Paasilinna, Pahor, Paleckis, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouèek, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Camre, Crowley, Didžiokas, Kamiñski, Krasts, Kristovskis, Libicki, Muscardini, Ó Neachtain, Pirilli, Roszkowski, Szymański, Zîle

Verts/ALE: Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 7

IND/DEM: Batten, Bloom, Clark, Farage, Wise

NI: Kilroy-Silk, Mote

Onthoudingen: 13

GUE/NGL: Krarup, Pafilis

IND/DEM: Goudin, Lundgren

NI: Allister, Kozlík, Le Rachinel, Martinez, Romagnoli

PPE-DE: Landsbergis

UEN: Fotyga, Janowski

Verts/ALE: van Buitenen

3.   Verslag Buitenweg A6-0064/2005

Voor: 558

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Birutis, Bourlanges, Budreikaitė, Busk, Cavada, Chatzimarkakis, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Klinz, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Letta, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pistelli, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Bertinotti, Brie, Catania, de Brún, Flasarová, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Remek, Rizzo, Seppänen, Sjöstedt, Stroz, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Wurtz, Zimmer

IND/DEM: Belder, Blokland, Bonde, Sinnott

NI: Battilocchio, Bobošíková, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, Martin Hans-Peter, Masiel, Resetarits, Rutowicz

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Belet, Berend, Böge, Brejc, Brepoels, Březina, Brunetta, Busuttil, Buzek, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, Cederschiöld, Cesa, Chmielewski, Coveney, Daul, Demetriou, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doorn, Doyle, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Esteves, Eurlings, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hatzidakis, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Kuźmiuk, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Laschet, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Pieper, Pīks, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Pomés Ruiz, Posselt, Protasiewicz, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Seeberg, Siekierski, Silva Peneda, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stubb, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Thyssen, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Vernola, Vidal-Quadras Roca, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina

PSE: Andersson, Arif, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Badía i Cutchet, Barón Crespo, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bresso, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lehtinen, Leichtfried, Leinen, Lévai, Liberadzki, Lienemann, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Navarro, Obiols i Germà, Öger, Paasilinna, Pahor, Paleckis, Patrie, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Crowley, Didžiokas, Fotyga, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Libicki, Muscardini, Ó Neachtain, Pirilli, Roszkowski, Tatarella, Zīle

Verts/ALE: Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 70

IND/DEM: Adwent, Batten, Bloom, Borghezio, Chruszcz, Clark, Coûteaux, Farage, Giertych, Goudin, Grabowski, Karatzaferis, Krupa, Lundgren, Nattrass, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Salvini, Speroni, Tomczak, Wierzejski, Wise, Železný

NI: Allister, Claeys, Dillen, Gollnisch, Kilroy-Silk, Lang, Le Pen Jean-Marie, Le Rachinel, Martinez, Mölzer, Mote, Romagnoli, Schenardi, Vanhecke

PPE-DE: Ashworth, Beazley, Becsey, Bowis, Bradbourn, Bushill-Matthews, Cabrnoch, Callanan, Coelho, Descamps, Dover, Duchoň, Elles, Fajmon, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Hudacký, Jackson, Kirkhope, Nicholson, Ouzký, Parish, Purvis, Škottová, Stevenson, Strejček, Sturdy, Tannock, Van Orden

UEN: Camre

Onthoudingen: 12

GUE/NGL: Figueiredo, Guerreiro, Krarup, Pafilis

IND/DEM: Louis

NI: Belohorská, Kozlík

PPE-DE: McMillan-Scott, Reul

UEN: Janowski, Szymański

Verts/ALE: van Buitenen

4.   Verslag Buitenweg A6-0064/2005

Voor: 523

ALDE: Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Birutis, Bourlanges, Budreikaitė, Busk, Cavada, Chiesa, Cocilovo, Cornillet, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Klinz, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Letta, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pistelli, Polfer, Prodi, Ries, Samuelsen, Savi, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Bertinotti, Brie, Catania, de Brún, Flasarová, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Remek, Rizzo, Seppänen, Stroz, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Wurtz, Zimmer

IND/DEM: Belder, Blokland, Sinnott

NI: Battilocchio, Belohorská, Bobošíková, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, Martin Hans-Peter, Masiel, Resetarits, Rutowicz

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Becsey, Belet, Berend, Böge, Brejc, Brepoels, Březina, Brunetta, Busuttil, Buzek, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, Cederschiöld, Cesa, Chmielewski, Coelho, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doorn, Duka-Zólyomi, Ehler, Eurlings, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, Gargani, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hatzidakis, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Ibrisagic, Itälä, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Kuźmiuk, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Laschet, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Oomen-Ruijten, Őry, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Pieper, Pīks, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Pomés Ruiz, Posselt, Protasiewicz, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Seeberg, Siekierski, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stubb, Sudre, Surján, Szájer, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Vernola, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec

PSE: Andersson, Arif, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Badía i Cutchet, Barón Crespo, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bresso, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Duin, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lehtinen, Leichtfried, Leinen, Lévai, Liberadzki, Lienemann, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Moscovici, Muscat, Myller, Navarro, Obiols i Germà, Öger, Paasilinna, Pahor, Paleckis, Patrie, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Prets, Rapkay, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Trautmann, Tzampazi, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Crowley, Didžiokas, Fotyga, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Libicki, Muscardini, Ó Neachtain, Pirilli, Roszkowski, Tatarella, Zīle

Verts/ALE: Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Cramer, Flautre, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 68

ALDE: Riis-Jørgensen

GUE/NGL: Sjöstedt

IND/DEM: Adwent, Batten, Bloom, Borghezio, Chruszcz, Clark, Coûteaux, Farage, Giertych, Goudin, Grabowski, Karatzaferis, Krupa, Louis, Lundgren, Nattrass, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Salvini, Speroni, Tomczak, Wierzejski, Wise, Železný

NI: Allister, Claeys, Dillen, Gollnisch, Kilroy-Silk, Lang, Le Pen Jean-Marie, Le Rachinel, Mölzer, Mote, Romagnoli, Schenardi, Vanhecke

PPE-DE: Ashworth, Beazley, Bowis, Bradbourn, Bushill-Matthews, Cabrnoch, Callanan, Dover, Duchoň, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Jackson, Kirkhope, McMillan-Scott, Mantovani, Nicholson, Ouzký, Parish, Purvis, Škottová, Stevenson, Strejček, Sturdy, Tannock, Van Orden

UEN: Camre

Onthoudingen: 13

ALDE: Takkula

GUE/NGL: Figueiredo, Guerreiro, Krarup, Pafilis, Svensson

NI: Kozlík, Martinez

PPE-DE: Reul, Vlasák

UEN: Szymański

Verts/ALE: van Buitenen, Schlyter

5.   Verslag Wynn A6-0070/2005

Voor: 542

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Birutis, Budreikaitė, Busk, Cavada, Chatzimarkakis, Chiesa, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Klinz, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Letta, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pistelli, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Bertinotti, Brie, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Henin, Kaufmann, Kohlíček, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Remek, Stroz, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

NI: Battilocchio, Belohorská, Bobošíková, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, Masiel, Rutowicz

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Becsey, Belet, Berend, Böge, Brejc, Brepoels, Březina, Brunetta, Busuttil, Buzek, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, Cederschiöld, Cesa, Chmielewski, Coveney, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doorn, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Esteves, Eurlings, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hatzidakis, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hoppenstedt, Hudacký, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Kuźmiuk, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Laschet, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Pieper, Pīks, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Pomés Ruiz, Posselt, Protasiewicz, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Seeberg, Siekierski, Silva Peneda, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stubb, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Vernola, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec

PSE: Andersson, Arif, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Badía i Cutchet, Barón Crespo, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bono, Bresso, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Duin, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lehtinen, Leichtfried, Leinen, Lévai, Liberadzki, Lienemann, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Navarro, Obiols i Germà, Öger, Paasilinna, Pahor, Paleckis, Patrie, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Crowley, Didžiokas, Fotyga, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Libicki, Muscardini, Ó Neachtain, Roszkowski, Szymański, Tatarella, Zīle

Verts/ALE: Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes

Tegen: 71

ALDE: Takkula

GUE/NGL: Krarup, Seppänen, Sjöstedt, Svensson

IND/DEM: Adwent, Batten, Bonde, Borghezio, Chruszcz, Clark, Coûteaux, Farage, Giertych, Goudin, Grabowski, Karatzaferis, Krupa, Louis, Lundgren, Nattrass, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Salvini, Speroni, Tomczak, Wierzejski, Wise, Železný

NI: Allister, Claeys, Dillen, Kilroy-Silk, Martin Hans-Peter, Mote, Resetarits, Romagnoli, Vanhecke

PPE-DE: Ashworth, Beazley, Bowis, Bradbourn, Bushill-Matthews, Cabrnoch, Callanan, Dover, Duchoň, Elles, Fajmon, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Kirkhope, McMillan-Scott, Nicholson, Ouzký, Parish, Purvis, Škottová, Stevenson, Strejček, Sturdy, Tannock, Van Orden, Vlasák, Zvěřina

UEN: Camre

Verts/ALE: van Buitenen, Schlyter

Onthoudingen: 10

GUE/NGL: Pafilis

IND/DEM: Belder, Sinnott

NI: Gollnisch, Kozlík, Lang, Le Pen Jean-Marie, Mölzer, Schenardi

PPE-DE: Konrad

6.   Verslag Wynn A6-0070/2005

Voor: 546

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Birutis, Bourlanges, Budreikaitė, Busk, Cavada, Chatzimarkakis, Chiesa, Cocilovo, Costa, Davies, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Klinz, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Letta, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pistelli, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Brie, Catania, de Brún, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Remek, Rizzo, Seppänen, Stroz, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

NI: Battilocchio, Belohorská, Bobošíková, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, Masiel, Rutowicz

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Becsey, Belet, Berend, Böge, Brejc, Brepoels, Březina, Brunetta, Busuttil, Buzek, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, Cederschiöld, Cesa, Chmielewski, Coveney, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doorn, Doyle, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Eurlings, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gyürk, Handzlik, Hatzidakis, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Kuźmiuk, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Laschet, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Pieper, Pīks, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Pomés Ruiz, Posselt, Protasiewicz, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Seeberg, Siekierski, Silva Peneda, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stubb, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Vernola, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec

PSE: Andersson, Arif, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Badía i Cutchet, Barón Crespo, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bono, Bresso, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Duin, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lehtinen, Leichtfried, Leinen, Lévai, Liberadzki, Lienemann, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Navarro, Obiols i Germà, Öger, Paasilinna, Pahor, Paleckis, Patrie, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Crowley, Didžiokas, Fotyga, Janowski, Kamiński, Kristovskis, Libicki, Muscardini, Ó Neachtain, Pirilli, Roszkowski, Tatarella, Zīle

Verts/ALE: Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 72

GUE/NGL: Krarup, Sjöstedt, Svensson

IND/DEM: Adwent, Batten, Bloom, Bonde, Borghezio, Chruszcz, Clark, Coûteaux, Farage, Giertych, Goudin, Grabowski, Karatzaferis, Krupa, Louis, Lundgren, Nattrass, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Salvini, Speroni, Tomczak, Wierzejski, Wise, Železný

NI: Allister, Claeys, Dillen, Kilroy-Silk, Martin Hans-Peter, Mölzer, Mote, Resetarits, Romagnoli, Vanhecke

PPE-DE: Ashworth, Beazley, Bowis, Bradbourn, Bushill-Matthews, Cabrnoch, Callanan, Dover, Duchoň, Elles, Fajmon, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Jackson, Kirkhope, McMillan-Scott, Nicholson, Ouzký, Parish, Purvis, Škottová, Stevenson, Strejček, Sturdy, Tannock, Van Orden, Vlasák, Zvěřina

UEN: Camre

Verts/ALE: van Buitenen, Schlyter

Onthoudingen: 14

GUE/NGL: Pafilis

IND/DEM: Belder, Blokland, Sinnott

NI: Gollnisch, Kozlík, Lang, Le Pen Jean-Marie, Le Rachinel, Martinez, Schenardi

PPE-DE: Podkański

UEN: Krasts

Verts/ALE: Lucas

7.   Verslag Wynn A6-0070/2005

Voor: 606

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Attwooll, Beaupuy, Birutis, Bourlanges, Budreikaitė, Busk, Cavada, Chatzimarkakis, Chiesa, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Klinz, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Letta, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pistelli, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Bertinotti, Brie, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Krarup, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Remek, Rizzo, Seppänen, Sjöstedt, Stroz, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Adwent, Belder, Blokland, Bonde, Borghezio, Chruszcz, Coûteaux, Giertych, Goudin, Grabowski, Karatzaferis, Krupa, Louis, Lundgren, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Sinnott, Tomczak, Wierzejski, Železný

NI: Battilocchio, Czarnecki Marek Aleksander, Martin Hans-Peter, Masiel, Resetarits

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Berend, Bowis, Bradbourn, Brejc, Brepoels, Březina, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Cabrnoch, Callanan, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, Cederschiöld, Cesa, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Fontaine, Fraga Estévez, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Kuźmiuk, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Laschet, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, McMillan-Scott, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pieper, Pīks, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Pomés Ruiz, Posselt, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Seeberg, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Strejček, Stubb, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Vernola, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina

PSE: Andersson, Arif, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Badía i Cutchet, Barón Crespo, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bresso, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Duin, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lehtinen, Leichtfried, Leinen, Lévai, Liberadzki, Lienemann, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Navarro, Obiols i Germà, Öger, Paasilinna, Pahor, Paleckis, Patrie, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Camre, Crowley, Didžiokas, Fotyga, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Libicki, Muscardini, Ó Neachtain, Pirilli, Roszkowski, Szymański, Tatarella, Zīle

Verts/ALE: Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Cramer, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 14

GUE/NGL: Pafilis

NI: Bobošíková, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, Le Pen Jean-Marie, Le Rachinel, Martinez, Mölzer, Romagnoli, Schenardi, Vanhecke

PPE-DE: Vlasák

Onthoudingen: 16

IND/DEM: Batten, Bloom, Clark, Farage, Nattrass, Wise

NI: Allister, Belohorská, Czarnecki Ryszard, Kilroy-Silk, Kozlík, Mote, Rutowicz

PSE: Skinner

Verts/ALE: van Buitenen, Schlyter

8.   Verslag Wynn A6-0070/2005

Voor: 605

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Birutis, Bourlanges, Budreikaitė, Busk, Cavada, Chatzimarkakis, Chiesa, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Klinz, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Letta, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pistelli, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Bertinotti, Brie, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Krarup, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Remek, Rizzo, Seppänen, Sjöstedt, Stroz, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Adwent, Batten, Belder, Blokland, Bloom, Bonde, Borghezio, Chruszcz, Clark, Farage, Giertych, Goudin, Grabowski, Karatzaferis, Krupa, Louis, Lundgren, Nattrass, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Salvini, Tomczak, Wierzejski, Wise, Železný

NI: Bobošíková, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, Martin Hans-Peter, Masiel, Resetarits, Rutowicz

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bowis, Bradbourn, Brejc, Brepoels, Březina, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Cabrnoch, Callanan, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, Cederschiöld, Cesa, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Kuźmiuk, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, McMillan-Scott, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pieper, Pīks, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Pomés Ruiz, Posselt, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Seeberg, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Strejček, Stubb, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vernola, Vidal-Quadras Roca, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina

PSE: Andersson, Arif, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Badía i Cutchet, Barón Crespo, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bresso, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Cottigny, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Duin, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lehtinen, Leichtfried, Leinen, Lévai, Liberadzki, Lienemann, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Navarro, Obiols i Germà, Öger, Paasilinna, Pahor, Paleckis, Patrie, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Titley, Trautmann, Tzampazi, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Camre, Crowley, Didžiokas, Fotyga, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Libicki, Muscardini, Ó Neachtain, Pirilli, Roszkowski, Szymański, Tatarella, Zīle

Verts/ALE: Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Cramer, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Kallenbach, Kusstatscher, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 11

NI: Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, Le Pen Jean-Marie, Le Rachinel, Martinez, Mölzer, Romagnoli, Schenardi, Vanhecke

Onthoudingen: 10

GUE/NGL: Pafilis

IND/DEM: Coûteaux, Speroni

NI: Allister, Battilocchio, Belohorská, Kilroy-Silk, Kozlík, Mote

Verts/ALE: van Buitenen

9.   Verslag Wynn A6-0070/2005

Voor: 608

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Birutis, Bourlanges, Budreikaitė, Cavada, Chatzimarkakis, Chiesa, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Karim, Klinz, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Letta, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pistelli, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Bertinotti, Brie, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Krarup, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Remek, Rizzo, Seppänen, Sjöstedt, Stroz, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Adwent, Belder, Blokland, Bonde, Borghezio, Chruszcz, Coûteaux, Giertych, Goudin, Grabowski, Karatzaferis, Krupa, Lundgren, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Salvini, Sinnott, Speroni, Tomczak, Wierzejski, Železný

NI: Battilocchio, Belohorská, Bobošíková, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, Martin Hans-Peter, Masiel, Resetarits, Rutowicz

PPE-DE: Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bowis, Bradbourn, Brejc, Brepoels, Březina, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Cabrnoch, Callanan, Carollo, Casa, Caspary, Cederschiöld, Cesa, Chmielewski, Coveney, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, Gargani, Garriga Polledo, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gyürk, Handzlik, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Kuźmiuk, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Laschet, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, McMillan-Scott, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pieper, Pīks, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Pomés Ruiz, Posselt, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Seeberg, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Strejček, Stubb, Sturdy, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Vernola, Vidal-Quadras Roca, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina

PSE: Andersson, Arif, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Badía i Cutchet, Barón Crespo, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bresso, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Duin, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lehtinen, Leichtfried, Leinen, Lévai, Liberadzki, Lienemann, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Navarro, Obiols i Germà, Öger, Paasilinna, Pahor, Paleckis, Patrie, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Camre, Crowley, Didžiokas, Fotyga, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Libicki, Muscardini, Ó Neachtain, Pirilli, Roszkowski, Tatarella, Zīle

Verts/ALE: Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 10

NI: Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, Le Pen Jean-Marie, Le Rachinel, Mölzer, Romagnoli, Schenardi, Vanhecke

Onthoudingen: 14

GUE/NGL: Pafilis

IND/DEM: Batten, Bloom, Clark, Farage, Louis, Nattrass, Wise

NI: Allister, Kilroy-Silk, Kozlík, Martinez, Mote

Verts/ALE: van Buitenen

10.   Verslag Wynn A6-0070/2005

Voor: 615

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Birutis, Bourlanges, Budreikaitė, Busk, Cavada, Chatzimarkakis, Chiesa, Cocilovo, Costa, Davies, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Klinz, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Letta, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pistelli, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Bertinotti, Brie, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Krarup, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Pafilis, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Remek, Rizzo, Seppänen, Sjöstedt, Stroz, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Adwent, Batten, Belder, Blokland, Bloom, Bonde, Borghezio, Chruszcz, Clark, Farage, Giertych, Goudin, Grabowski, Karatzaferis, Krupa, Louis, Lundgren, Nattrass, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Salvini, Speroni, Tomczak, Wierzejski, Wise, Železný

NI: Battilocchio, Belohorská, Bobošíková, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, Martin Hans-Peter, Masiel, Resetarits, Rutowicz

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bowis, Bradbourn, Brejc, Brepoels, Březina, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Cabrnoch, Callanan, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, Cederschiöld, Cesa, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fraga Estévez, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Kuźmiuk, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Laschet, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Maat, McGuinness, McMillan-Scott, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pieper, Pīks, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Pomés Ruiz, Posselt, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Seeberg, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Strejček, Stubb, Sturdy, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Vernola, Vidal-Quadras Roca, Vlasák, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina

PSE: Andersson, Arif, Arnaoutakis, Assis, Badía i Cutchet, Barón Crespo, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bresso, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Duin, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Guy-Quint, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lehtinen, Leichtfried, Leinen, Lévai, Liberadzki, Lienemann, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Navarro, Obiols i Germà, Öger, Paasilinna, Pahor, Paleckis, Patrie, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Camre, Crowley, Didžiokas, Fotyga, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Libicki, Muscardini, Ó Neachtain, Pirilli, Roszkowski, Szymański, Tatarella, Zīle

Verts/ALE: Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 9

NI: Claeys, Gollnisch, Lang, Le Pen Jean-Marie, Le Rachinel, Martinez, Mölzer, Romagnoli, Schenardi

Onthoudingen: 6

IND/DEM: Coûteaux

NI: Allister, Kilroy-Silk, Kozlík, Mote

Verts/ALE: van Buitenen

11.   Verslag Wynn A6-0070/2005

Voor: 622

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Birutis, Bourlanges, Budreikaitė, Busk, Cavada, Chatzimarkakis, Chiesa, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Klinz, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Letta, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pistelli, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Bertinotti, Brie, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Krarup, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Pafilis, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Remek, Rizzo, Seppänen, Sjöstedt, Stroz, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Adwent, Batten, Belder, Blokland, Bloom, Bonde, Borghezio, Chruszcz, Clark, Coûteaux, Farage, Giertych, Goudin, Grabowski, Karatzaferis, Krupa, Louis, Lundgren, Nattrass, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Salvini, Sinnott, Speroni, Tomczak, Wierzejski, Wise, Železný

NI: Battilocchio, Belohorská, Bobošíková, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, Martin Hans-Peter, Masiel, Resetarits, Rutowicz

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bowis, Bradbourn, Brejc, Brepoels, Březina, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Cabrnoch, Callanan, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, Cederschiöld, Cesa, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Fontaine, Fraga Estévez, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gyürk, Handzlik, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Kuźmiuk, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Laschet, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, McMillan-Scott, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pieper, Pīks, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Pomés Ruiz, Posselt, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Seeberg, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Strejček, Stubb, Sturdy, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Vernola, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina

PSE: Andersson, Arif, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Badía i Cutchet, Barón Crespo, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bresso, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Duin, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lehtinen, Leichtfried, Leinen, Lévai, Liberadzki, Lienemann, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Navarro, Obiols i Germà, Öger, Paasilinna, Pahor, Paleckis, Patrie, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Camre, Crowley, Didžiokas, Fotyga, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Muscardini, Ó Neachtain, Pirilli, Roszkowski, Szymański, Tatarella

Verts/ALE: Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 12

NI: Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, Le Pen Jean-Marie, Le Rachinel, Martinez, Mölzer, Romagnoli, Schenardi, Vanhecke

PPE-DE: Vlasák

Onthoudingen: 5

NI: Allister, Kilroy-Silk, Kozlík, Mote

Verts/ALE: van Buitenen

12.   Verslag Wynn A6-0070/2005

Voor: 598

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Birutis, Budreikaitė, Busk, Cavada, Chatzimarkakis, Chiesa, Cocilovo, Costa, Davies, De Sarnez, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Klinz, Krahmer, Kułakowski, Laperrouze, Lax, Lehideux, Letta, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Pistelli, Polfer, Prodi, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Bertinotti, Brie, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Krarup, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Remek, Rizzo, Seppänen, Sjöstedt, Stroz, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Adwent, Batten, Bloom, Chruszcz, Clark, Farage, Giertych, Goudin, Grabowski, Krupa, Lundgren, Nattrass, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Tomczak, Wierzejski, Wise

NI: Belohorská, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, Martin Hans-Peter, Masiel, Resetarits, Rutowicz

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bowis, Bradbourn, Brejc, Brepoels, Březina, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Cabrnoch, Callanan, Carollo, Casa, Castiglione, Cederschiöld, Cesa, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fraga Estévez, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Kuźmiuk, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Laschet, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, McMillan-Scott, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pieper, Pīks, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Pomés Ruiz, Posselt, Protasiewicz, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Seeber, Seeberg, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Strejček, Stubb, Sturdy, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Vernola, Vidal-Quadras Roca, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina

PSE: Andersson, Arif, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Badía i Cutchet, Barón Crespo, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bresso, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Duin, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lehtinen, Leichtfried, Leinen, Lévai, Liberadzki, Lienemann, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Navarro, Öger, Paasilinna, Pahor, Paleckis, Patrie, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Camre, Crowley, Didžiokas, Fotyga, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Libicki, Muscardini, Ó Neachtain, Pirilli, Roszkowski, Szymański, Tatarella

Verts/ALE: Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Cramer, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 25

GUE/NGL: Pafilis

IND/DEM: Belder, Blokland, Bonde, Borghezio, Coûteaux, Karatzaferis, Louis, Salvini, Sinnott, Speroni, Železný

NI: Battilocchio, Bobošíková, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, Le Pen Jean-Marie, Le Rachinel, Martinez, Mölzer, Romagnoli, Schenardi, Vanhecke

Onthoudingen: 5

NI: Allister, Kilroy-Silk, Kozlík, Mote

Verts/ALE: van Buitenen

13.   Verslag Wynn A6-0070/2005

Voor: 620

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Birutis, Bourlanges, Budreikaitė, Busk, Cavada, Chatzimarkakis, Chiesa, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Klinz, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Letta, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pistelli, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Bertinotti, Brie, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Krarup, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Remek, Rizzo, Seppänen, Sjöstedt, Stroz, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Adwent, Batten, Belder, Blokland, Bloom, Bonde, Borghezio, Chruszcz, Clark, Farage, Giertych, Goudin, Grabowski, Karatzaferis, Krupa, Louis, Lundgren, Nattrass, Pêk, Piotrowski, Rogalski, Salvini, Sinnott, Speroni, Tomczak, Wierzejski, Wise, Železný

NI: Battilocchio, Belohorská, Bobošíková, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, Martin Hans-Peter, Masiel, Resetarits, Rutowicz

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bowis, Bradbourn, Brejc, Brepoels, Březina, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Cabrnoch, Callanan, Carollo, Casa, Castiglione, Cederschiöld, Cesa, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Friedrich, Gahler, Gál, Gal'a, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gyürk, Handzlik, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Kuźmiuk, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Laschet, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, McMillan-Scott, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pieper, Pīks, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Pomés Ruiz, Posselt, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Seeberg, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Strejček, Stubb, Sturdy, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Vernola, Vidal-Quadras Roca, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina

PSE: Andersson, Arif, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Badía i Cutchet, Barón Crespo, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bresso, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Duin, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lehtinen, Leichtfried, Leinen, Lévai, Liberadzki, Lienemann, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Navarro, Obiols i Germà, Öger, Paasilinna, Pahor, Paleckis, Patrie, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Camre, Crowley, Didžiokas, Fotyga, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Libicki, Muscardini, Ó Neachtain, Pirilli, Roszkowski, Szymański, Tatarella

Verts/ALE: Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 10

NI: Gollnisch, Lang, Le Pen Jean-Marie, Le Rachinel, Martinez, Mölzer, Romagnoli, Schenardi, Vanhecke

PSE: Jørgensen

Onthoudingen: 9

GUE/NGL: Pafilis

IND/DEM: Coûteaux

NI: Allister, Claeys, Dillen, Kilroy-Silk, Kozlík, Mote

Verts/ALE: van Buitenen

14.   Verslag Wynn A6-0070/2005

Voor: 605

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Birutis, Bourlanges, Budreikaitė, Busk, Cavada, Chatzimarkakis, Chiesa, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Klinz, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Letta, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pistelli, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Bertinotti, Brie, Catania, de Brún, Flasarová, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Krarup, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Ransdorf, Remek, Rizzo, Seppänen, Sjöstedt, Stroz, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Batten, Belder, Blokland, Bloom, Bonde, Borghezio, Clark, Coûteaux, Farage, Goudin, Karatzaferis, Louis, Lundgren, Nattrass, Salvini, Sinnott, Speroni, Wise, Železný

NI: Allister, Battilocchio, Belohorská, Bobošíková, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, Martin Hans-Peter, Masiel, Resetarits, Rutowicz

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bowis, Bradbourn, Brejc, Brepoels, Březina, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Cabrnoch, Callanan, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, Cederschiöld, Cesa, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Gräßle, de Grandes Pascual, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Kuźmiuk, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Laschet, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, McMillan-Scott, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pieper, Pīks, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Pomés Ruiz, Posselt, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Seeberg, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Strejček, Stubb, Sturdy, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Vernola, Vidal-Quadras Roca, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina

PSE: Andersson, Arif, Arnaoutakis, Attard-Montalto, Badía i Cutchet, Barón Crespo, Beglitis, Beňová, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Duin, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lehtinen, Leichtfried, Leinen, Lévai, Liberadzki, Lienemann, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Navarro, Obiols i Germà, Öger, Paasilinna, Paleckis, Patrie, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Camre, Crowley, Didžiokas, Fotyga, Janowski, Kamiński, Krasts, Libicki, Muscardini, Ó Neachtain, Pirilli, Roszkowski, Szymański, Tatarella, Zīle

Verts/ALE: Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 18

GUE/NGL: Figueiredo, Guerreiro, Pafilis

IND/DEM: Adwent, Chruszcz, Giertych, Grabowski, Krupa, Piotrowski, Rogalski, Tomczak, Wierzejski

NI: Gollnisch, Lang, Le Pen Jean-Marie, Martinez, Mölzer, Schenardi

Onthoudingen: 8

NI: Claeys, Dillen, Kilroy-Silk, Kozlík, Mote, Romagnoli, Vanhecke

Verts/ALE: van Buitenen

15.   Verslag Wynn A6-0070/2005

Voor: 563

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Birutis, Bourlanges, Budreikaitė, Busk, Cavada, Chatzimarkakis, Chiesa, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Klinz, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Letta, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pistelli, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Bertinotti, Brie, Catania, de Brún, Flasarová, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Krarup, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Remek, Rizzo, Seppänen, Sjöstedt, Stroz, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

NI: Belohorská, Bobošíková, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, Kozlík, Masiel, Rutowicz

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Becsey, Belet, Berend, Böge, Brejc, Brepoels, Březina, Brunetta, Busuttil, Buzek, Cabrnoch, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, Cederschiöld, Cesa, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doorn, Doyle, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Esteves, Eurlings, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hatzidakis, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Kuźmiuk, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Laschet, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Pieper, Pīks, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Pomés Ruiz, Posselt, Protasiewicz, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Seeberg, Siekierski, Silva Peneda, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stubb, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Vidal-Quadras Roca, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina

PSE: Andersson, Arif, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Badía i Cutchet, Barón Crespo, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bresso, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Duin, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lehtinen, Leichtfried, Leinen, Lévai, Liberadzki, Lienemann, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Navarro, Obiols i Germà, Öger, Paasilinna, Pahor, Paleckis, Patrie, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Crowley, Didžiokas, Fotyga, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Libicki, Muscardini, Ó Neachtain, Pirilli, Roszkowski, Tatarella, Zīle

Verts/ALE: Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 40

IND/DEM: Adwent, Batten, Bloom, Chruszcz, Clark, Farage, Giertych, Goudin, Grabowski, Krupa, Louis, Lundgren, Nattrass, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Salvini, Speroni, Tomczak, Wierzejski, Wise

NI: Allister, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, Le Pen Jean-Marie, Le Rachinel, Martin Hans-Peter, Martinez, Mölzer, Resetarits, Romagnoli, Schenardi, Vanhecke

PPE-DE: Callanan, Hannan, Heaton-Harris, Helmer

UEN: Camre

Onthoudingen: 38

GUE/NGL: Figueiredo, Guerreiro, Pafilis

IND/DEM: Belder, Blokland, Bonde, Borghezio, Coûteaux, Karatzaferis, Sinnott, Železný

NI: Battilocchio, Kilroy-Silk, Mote

PPE-DE: Ashworth, Beazley, Bowis, Bradbourn, Bushill-Matthews, Dover, Duchoň, Elles, Fajmon, Harbour, Jackson, Kirkhope, Nicholson, Ouzký, Parish, Podkański, Purvis, Škottová, Stevenson, Strejček, Sturdy, Tannock, Van Orden

Verts/ALE: van Buitenen

16.   Verslag Juknevičiene A6-0063/2005

Voor: 551

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Birutis, Bourlanges, Budreikaitė, Busk, Cavada, Chatzimarkakis, Chiesa, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Klinz, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Letta, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pistelli, Polfer, Prodi, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Bertinotti, Brie, Catania, de Brún, Figueiredo, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, McDonald, Markov, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Rizzo, Seppänen, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Goudin, Lundgren

NI: Battilocchio, Belohorská, Bobošíková, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, Masiel, Rutowicz

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Becsey, Belet, Berend, Böge, Brejc, Brepoels, Březina, Brunetta, Busuttil, Buzek, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, Cederschiöld, Cesa, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doorn, Doyle, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Esteves, Eurlings, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hatzidakis, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Kuźmiuk, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Laschet, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Pieper, Pīks, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Pomés Ruiz, Posselt, Protasiewicz, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Seeberg, Siekierski, Silva Peneda, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stubb, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Vernola, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zaleski, Zappalà, Zatloukal

PSE: Andersson, Arif, Arnaoutakis, Attard-Montalto, Badía i Cutchet, Barón Crespo, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bresso, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Duin, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lehtinen, Leichtfried, Leinen, Lévai, Liberadzki, Lienemann, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Navarro, Obiols i Germà, Öger, Paasilinna, Pahor, Paleckis, Patrie, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Camre, Crowley, Didžiokas, Fotyga, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Libicki, Muscardini, Ó Neachtain, Pirilli, Roszkowski, Szymański, Tatarella, Zīle

Verts/ALE: Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 80

GUE/NGL: Flasarová, Kohlíček, Krarup, Maštálka, Meijer, Ransdorf, Remek, Sjöstedt, Stroz

IND/DEM: Adwent, Batten, Bloom, Bonde, Borghezio, Chruszcz, Clark, Coûteaux, Farage, Giertych, Grabowski, Karatzaferis, Krupa, Louis, Nattrass, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Salvini, Speroni, Tomczak, Wierzejski, Wise, Železný

NI: Allister, Claeys, Dillen, Gollnisch, Kilroy-Silk, Le Pen Jean-Marie, Le Rachinel, Martin Hans-Peter, Martinez, Mölzer, Mote, Resetarits, Romagnoli, Schenardi, Vanhecke

PPE-DE: Ashworth, Beazley, Bowis, Bradbourn, Bushill-Matthews, Cabrnoch, Callanan, Dover, Duchoň, Elles, Fajmon, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Jackson, Kirkhope, McMillan-Scott, Nicholson, Ouzký, Parish, Purvis, Škottová, Stevenson, Strejček, Sturdy, Tannock, Van Orden, Vlasák, Zvěřina

PSE: Tarand

Verts/ALE: van Buitenen

Onthoudingen: 7

GUE/NGL: Pafilis, Portas

IND/DEM: Belder, Blokland, Sinnott

NI: Kozlík

PSE: Skinner

17.   Verslag Juknevičiene A6-0063/2005

Voor: 259

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Attwooll, Beaupuy, Birutis, Bourlanges, Budreikaitė, Busk, Chatzimarkakis, Chiesa, Cornillet, Davies, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Klinz, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lehideux, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Polfer, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Brie, de Brún, Figueiredo, Guerreiro, Kaufmann, Krarup, McDonald, Markov, Meijer, Meyer Pleite, Pafilis, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Remek, Seppänen, Sjöstedt, Svensson, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Adwent, Batten, Belder, Blokland, Bloom, Bonde, Borghezio, Chruszcz, Clark, Coûteaux, Farage, Giertych, Goudin, Grabowski, Karatzaferis, Krupa, Louis, Lundgren, Nattrass, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Sinnott, Tomczak, Wierzejski, Wise, Železný

NI: Allister, Battilocchio, Belohorská, Bobošíková, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, Martin Hans-Peter, Masiel, Resetarits, Rutowicz

PPE-DE: Ashworth, Beazley, Bowis, Bradbourn, Brepoels, Brunetta, Bushill-Matthews, Cabrnoch, Callanan, Cederschiöld, Doorn, Dover, Duchoň, Elles, Eurlings, Fajmon, Fjellner, Gawronski, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Hökmark, Ibrisagic, Jackson, Kauppi, Kirkhope, Korhola, Liese, Maat, McGuinness, McMillan-Scott, Martens, Nicholson, van Nistelrooij, Oomen-Ruijten, Ouzký, Parish, Podkański, Purvis, Seeberg, Škottová, Stevenson, Strejček, Stubb, Sturdy, Tannock, Van Orden, Wijkman, Wortmann-Kool, Zvěřina

PSE: Andersson, Attard-Montalto, Berger, Berman, Bösch, Bullmann, Cashman, Christensen, Corbett, De Rossa, Dührkop Dührkop, Duin, Ettl, Evans Robert, Ford, Gebhardt, Gill, Haug, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Jöns, Jørgensen, Kinnock, Lehtinen, Leichtfried, McAvan, Mann Erika, Martin David, Mastenbroek, Moraes, Myller, Paasilinna, Pahor, Piecyk, Prets, Rasmussen, Roth-Behrendt, Rothe, Scheele, Segelström, Stihler, Stockmann, Swoboda, Thomsen, Titley, Van Lancker, Walter, Weiler, Westlund, Whitehead, Wynn

UEN: Szymański

Verts/ALE: Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, van Buitenen, Buitenweg, Cohn-Bendit, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 345

ALDE: Andria, Cocilovo, Costa, Fourtou, Letta, Onyszkiewicz, Pistelli, Prodi, Toia

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Bertinotti, Catania, Guidoni, Henin, Kohlíček, Musacchio, Ransdorf, Rizzo, Stroz, Triantaphyllides

IND/DEM: Salvini, Speroni

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Becsey, Belet, Berend, Böge, Brejc, Březina, Buzek, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, Cesa, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doyle, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Esteves, Fatuzzo, Fernández Martín, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gyürk, Handzlik, Hatzidakis, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kelam, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Kuźmiuk, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Laschet, Lehne, Lewandowski, López-Istúriz White, Lulling, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Niebler, Novak, Olajos, Olbrycht, Őry, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Pieper, Pīks, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Pomés Ruiz, Posselt, Protasiewicz, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Siekierski, Silva Peneda, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Vernola, Vidal-Quadras Roca, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, von Wogau, Wojciechowski, Wuermeling, Záborská, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec

PSE: Arif, Arnaoutakis, Assis, Badía i Cutchet, Barón Crespo, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Bono, Bresso, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Castex, Cercas, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Estrela, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Fruteau, García Pérez, Geringer de Oedenberg, Gierek, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Hazan, Hughes, Hutchinson, Ilves, Kindermann, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Laignel, Leinen, Lévai, Liberadzki, Lienemann, Madeira, Maňka, Martínez Martínez, Matsouka, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Mikko, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Napoletano, Navarro, Obiols i Germà, Öger, Paleckis, Patrie, Peillon, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Rapkay, Reynaud, Rocard, Rosati, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Schulz, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Trautmann, Tzampazi, Valenciano Martínez-Orozco, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Wiersma, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Berlato, Bielan, Camre, Didžiokas, Fotyga, Janowski, Kamiński, Kristovskis, Libicki, Muscardini, Pirilli, Roszkowski, Tatarella

Onthoudingen: 32

ALDE: Jäätteenmäki, Lax, Matsakis, Oviir, Takkula, Väyrynen

GUE/NGL: Flasarová, Maštálka, Morgantini

NI: Claeys, Dillen, Gollnisch, Kilroy-Silk, Kozlík, Lang, Le Pen Jean-Marie, Le Rachinel, Martinez, Mölzer, Mote, Schenardi, Vanhecke

PPE-DE: Busuttil, Ferber, Schmitt Ingo

PSE: El Khadraoui, Gruber

UEN: Aylward, Crowley, Krasts, Ó Neachtain, Zīle

18.   Verslag Juknevičiene A6-0063/2005

Voor: 266

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Birutis, Bourlanges, Budreikaitė, Busk, Cavada, Chatzimarkakis, Chiesa, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Klinz, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Letta, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pistelli, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Agnoletto, Bertinotti, Brie, Catania, de Brún, Figueiredo, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Krarup, McDonald, Markov, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Pafilis, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Rizzo, Seppänen, Sjöstedt, Svensson, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Adwent, Batten, Belder, Blokland, Bloom, Bonde, Borghezio, Chruszcz, Clark, Farage, Giertych, Goudin, Grabowski, Karatzaferis, Krupa, Louis, Lundgren, Nattrass, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Salvini, Sinnott, Speroni, Tomczak, Wierzejski, Wise, Železný

NI: Allister, Battilocchio, Belohorská, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, Martin Hans-Peter, Masiel, Resetarits, Rutowicz

PPE-DE: Ashworth, Beazley, Bowis, Bradbourn, Bushill-Matthews, Cabrnoch, Callanan, Caspary, Cederschiöld, Doorn, Dover, Duchoň, Elles, Eurlings, Fajmon, Fjellner, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Hökmark, Ibrisagic, Jackson, Karas, Kirkhope, Maat, McGuinness, McMillan-Scott, Martens, Nicholson, van Nistelrooij, Oomen-Ruijten, Ouzký, Parish, Purvis, Rack, Rübig, Schierhuber, Seeber, Seeberg, Siekierski, Škottová, Stenzel, Stevenson, Strejček, Sturdy, Tannock, Van Orden, Vlasák, Wijkman, Wortmann-Kool, Zvěřina

PSE: Attard-Montalto, Berman, Cashman, Christensen, Corbett, De Rossa, Dührkop Dührkop, Duin, El Khadraoui, Evans Robert, Falbr, Ford, Gebhardt, Gill, Grech, Honeyball, Howitt, Hughes, Jørgensen, Kinnock, McAvan, Mann Erika, Martin David, Mastenbroek, Moraes, Morgan, Muscat, Piecyk, Roth-Behrendt, Stihler, Stockmann, Thomsen, Titley, Van Lancker, Whitehead, Wynn

UEN: Kristovskis, Szymański, Zīle

Verts/ALE: Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 340

ALDE: Fourtou, Matsakis

GUE/NGL: Adamou, Stroz, Triantaphyllides

NI: Bobošíková, Dillen, Gollnisch, Le Pen Jean-Marie, Martinez, Mölzer, Romagnoli, Schenardi

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Becsey, Belet, Berend, Böge, Brejc, Březina, Brunetta, Buzek, Carollo, Castiglione, Cesa, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doyle, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Esteves, Fatuzzo, Fernández Martín, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hatzidakis, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Kuźmiuk, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Laschet, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Niebler, Novak, Olajos, Olbrycht, Őry, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Pieper, Pīks, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Pomés Ruiz, Posselt, Protasiewicz, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Silva Peneda, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stubb, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Vernola, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, von Wogau, Wojciechowski, Wuermeling, Záborská, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec

PSE: Andersson, Arif, Arnaoutakis, Assis, Badía i Cutchet, Barón Crespo, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berlinguer, Bösch, Bono, Bresso, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Castex, Cercas, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Estrela, Ettl, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Fruteau, García Pérez, Geringer de Oedenberg, Gierek, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Grabowska, Gröner, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Hutchinson, Ilves, Jöns, Kindermann, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kuc, Laignel, Lambrinidis, Lehtinen, Leichtfried, Leinen, Lévai, Liberadzki, Lienemann, Madeira, Maňka, Martínez Martínez, Matsouka, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Mikko, Moreno Sánchez, Moscovici, Myller, Napoletano, Navarro, Obiols i Germà, Öger, Paasilinna, Patrie, Peillon, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Tzampazi, Valenciano Martínez-Orozco, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weiler, Westlund, Wiersma, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Berlato, Camre, Kamiński, Libicki, Muscardini, Pirilli, Roszkowski, Tatarella

Onthoudingen: 28

ALDE: Neyts-Uyttebroeck, Polfer

GUE/NGL: Flasarová, Kohlíček, Maštálka, Ransdorf, Remek

NI: Claeys, Kilroy-Silk, Kozlík, Mote, Vanhecke

PPE-DE: Brepoels, Busuttil, Casa, Ferber, Podkański, Radwan, Schmitt Ingo

UEN: Aylward, Bielan, Crowley, Didžiokas, Fotyga, Janowski, Krasts, Ó Neachtain

Verts/ALE: van Buitenen

19.   Verslag Juknevičiene A6-0063/2005

Voor: 264

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Attwooll, Beaupuy, Birutis, Bourlanges, Budreikaitė, Busk, Cavada, Chatzimarkakis, Chiesa, Cornillet, Davies, Deprez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Klinz, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lehideux, Letta, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Polfer, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Brie, Kaufmann, Krarup, Markov, Meijer, Seppänen, Sjöstedt, Svensson, Uca, Zimmer

IND/DEM: Batten, Belder, Blokland, Bloom, Bonde, Borghezio, Clark, Farage, Goudin, Karatzaferis, Louis, Lundgren, Nattrass, Sinnott, Wise, Železný

NI: Allister, Belohorská, Bobošíková, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, Martin Hans-Peter, Masiel, Resetarits, Rutowicz

PPE-DE: Ashworth, Beazley, Berend, Böge, Bowis, Bradbourn, Bushill-Matthews, Cabrnoch, Callanan, Caspary, Cederschiöld, Deß, Doorn, Dover, Duchoň, Elles, Eurlings, Fajmon, Ferber, Fjellner, Florenz, Friedrich, Gahler, Gál, Gawronski, Goepel, Gyürk, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Hökmark, Ibrisagic, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kauppi, Kirkhope, Klamt, Klaß, Koch, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Langen, Lehne, Maat, McGuinness, McMillan-Scott, Martens, Nassauer, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Oomen-Ruijten, Ouzký, Pack, Pálfi, Papastamkos, Parish, Pieper, Purvis, Radwan, Reul, Schwab, Seeberg, Siekierski, Škottová, Sommer, Stevenson, Strejček, Stubb, Sturdy, Tannock, Van Orden, Vlasák, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Záborská, Zvěřina

PSE: van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bullmann, Cashman, Christensen, Corbett, De Vits, Dührkop Dührkop, Duin, El Khadraoui, Ettl, Evans Robert, Falbr, Ford, Gebhardt, Gill, Hänsch, Honeyball, Howitt, Hughes, Jørgensen, Kinnock, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lehtinen, Leichtfried, Leinen, Mann Erika, Martin David, Mastenbroek, Moraes, Myller, Piecyk, Prets, Roth-Behrendt, Rothe, Scheele, Stihler, Stockmann, Thomsen, Titley, Van Lancker, Walter, Weiler, Whitehead, Wynn

Verts/ALE: Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 354

ALDE: Andria, Cocilovo, Costa, De Sarnez, Fourtou, Jäätteenmäki, Lax, Matsakis, Oviir, Pistelli, Prodi, Savi, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Bertinotti, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kohlíček, McDonald, Maštálka, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Portas, Ransdorf, Remek, Rizzo, Stroz, Triantaphyllides

IND/DEM: Adwent, Chruszcz, Giertych, Grabowski, Krupa, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Salvini, Speroni, Tomczak, Wierzejski

NI: Battilocchio, Claeys, Dillen, Le Rachinel, Mölzer, Romagnoli, Vanhecke

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Becsey, Belet, Brejc, Březina, Brunetta, Buzek, Carollo, Castiglione, Cesa, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Demetriou, Descamps, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doyle, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Fatuzzo, Fernández Martín, Fontaine, Fraga Estévez, Gaľa, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gklavakis, Glattfelder, Gomolka, Graça Moura, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Handzlik, Hatzidakis, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jałowiecki, Járóka, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kelam, Klich, Konrad, Kušķis, Kuźmiuk, Lamassoure, Landsbergis, Laschet, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Novak, Olajos, Olbrycht, Őry, Panayotopoulos-Cassiotou, Pīks, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Pomés Ruiz, Posselt, Protasiewicz, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Silva Peneda, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Vernola, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Wuermeling, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec

PSE: Arif, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Badía i Cutchet, Barón Crespo, Beglitis, Beňová, Berès, Bono, Bresso, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Castex, Cercas, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, Díez González, Dobolyi, Douay, Estrela, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Fruteau, García Pérez, Geringer de Oedenberg, Gierek, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Hutchinson, Ilves, Kindermann, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kuc, Laignel, Lambrinidis, Lévai, Liberadzki, Lienemann, Madeira, Maňka, Martínez Martínez, Matsouka, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Mikko, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Napoletano, Navarro, Obiols i Germà, Öger, Paasilinna, Pahor, Paleckis, Patrie, Peillon, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Trautmann, Tzampazi, Valenciano Martínez-Orozco, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Westlund, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Camre, Crowley, Didžiokas, Fotyga, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Libicki, Muscardini, Ó Neachtain, Pirilli, Roszkowski, Szymański, Tatarella, Zīle

Onthoudingen: 23

ALDE: Gentvilas, Neyts-Uyttebroeck

GUE/NGL: Pafilis, Pflüger, Wagenknecht

IND/DEM: Coûteaux

NI: Gollnisch, Kilroy-Silk, Kozlík, Lang, Le Pen Jean-Marie, Martinez, Mote, Schenardi

PPE-DE: Brepoels, Busuttil, Casa, Esteves, Schmitt Ingo

PSE: Andersson, Swoboda, Wiersma

Verts/ALE: van Buitenen

20.   Verslag Juknevičiene A6-0063/2005

Voor: 248

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Attwooll, Birutis, Budreikaitė, Busk, Chatzimarkakis, Chiesa, Davies, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Gentvilas, Geremek, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Klinz, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Lax, Letta, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Polfer, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Bertinotti, Brie, Catania, de Brún, Henin, Kaufmann, Krarup, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Pafilis, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Remek, Seppänen, Sjöstedt, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Adwent, Batten, Belder, Blokland, Bloom, Bonde, Borghezio, Chruszcz, Clark, Farage, Giertych, Goudin, Grabowski, Karatzaferis, Krupa, Louis, Lundgren, Nattrass, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Sinnott, Tomczak, Wierzejski, Wise, Železný

NI: Allister, Belohorská, Bobošíková, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, Martin Hans-Peter, Masiel, Resetarits, Rutowicz

PPE-DE: Ashworth, Beazley, Bowis, Bradbourn, Bushill-Matthews, Buzek, Cabrnoch, Callanan, Cederschiöld, Doorn, Dover, Duchoň, Elles, Eurlings, Fajmon, Fjellner, Gawronski, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Hökmark, Ibrisagic, Jackson, Kauppi, Kirkhope, Korhola, Maat, McGuinness, McMillan-Scott, Martens, Nicholson, van Nistelrooij, Oomen-Ruijten, Ouzký, Parish, Purvis, Seeberg, Škottová, Stevenson, Strejček, Stubb, Sturdy, Tannock, Van Orden, Vlasák, Wijkman, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Zvěřina

PSE: Andersson, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bullmann, Christensen, De Vits, Duin, El Khadraoui, Evans Robert, Gebhardt, Grech, Hänsch, Hedkvist Petersen, Jöns, Jørgensen, Leichtfried, McAvan, Mann Erika, Mastenbroek, Muscat, Myller, Piecyk, Roth-Behrendt, Rothe, Scheele, Segelström, Stihler, Stockmann, Swoboda, Thomsen, Van Lancker, Weiler, Westlund

UEN: Camre, Krasts, Kristovskis, Szymański, Zīle

Verts/ALE: Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 351

ALDE: Andria, Bourlanges, Cocilovo, Cornillet, Costa, Deprez, Fourtou, Griesbeck, Matsakis, Pistelli, Prodi, Toia

GUE/NGL: Guidoni, Rizzo

IND/DEM: Salvini, Speroni

NI: Battilocchio, Romagnoli

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Becsey, Berend, Böge, Brejc, Březina, Brunetta, Carollo, Caspary, Castiglione, Cesa, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doyle, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Esteves, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fontaine, Fraga Estévez, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hatzidakis, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kelam, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Kuźmiuk, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Laschet, Lehne, Lewandowski, López-Istúriz White, Lulling, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Niebler, Novak, Olajos, Olbrycht, Őry, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Pieper, Pīks, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Pomés Ruiz, Posselt, Protasiewicz, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Siekierski, Silva Peneda, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Vernola, Vidal-Quadras Roca, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, von Wogau, Wuermeling, Záborská, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec

PSE: Arif, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Badía i Cutchet, Barón Crespo, Beglitis, Beňová, Berès, Bono, Bresso, Busquin, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Estrela, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Grabowska, Gröner, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lehtinen, Leinen, Lévai, Liberadzki, Lienemann, Madeira, Maňka, Martin David, Martínez Martínez, Matsouka, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Napoletano, Navarro, Obiols i Germà, Öger, Paasilinna, Pahor, Paleckis, Patrie, Peillon, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Schulz, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Titley, Trautmann, Tzampazi, Valenciano Martínez-Orozco, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Whitehead, Wynn, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Crowley, Didžiokas, Fotyga, Janowski, Kamiński, Libicki, Muscardini, Ó Neachtain, Pirilli, Roszkowski, Tatarella

Onthoudingen: 39

ALDE: Beaupuy, Cavada, De Sarnez, Laperrouze, Lehideux, Morillon, Ries

GUE/NGL: Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Kohlíček, Ransdorf, Stroz

IND/DEM: Coûteaux

NI: Claeys, Dillen, Gollnisch, Kilroy-Silk, Kozlík, Lang, Le Pen Jean-Marie, Le Rachinel, Martinez, Mölzer, Mote, Schenardi, Vanhecke

PPE-DE: Belet, Brepoels, Busuttil, Casa, Liese

PSE: Bösch, Ettl, Falbr, Ilves, Prets, Wiersma

Verts/ALE: van Buitenen

21.   Verslag Juknevičiene A6-0063/2005

Voor: 248

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Birutis, Budreikaitė, Busk, Chatzimarkakis, Chiesa, Cornillet, Costa, Davies, Deprez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Klinz, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Lax, Letta, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pistelli, Polfer, Prodi, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Bertinotti, Brie, Catania, de Brún, Figueiredo, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Krarup, McDonald, Markov, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Pafilis, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Remek, Rizzo, Seppänen, Sjöstedt, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Batten, Belder, Blokland, Bloom, Bonde, Borghezio, Clark, Coûteaux, Farage, Goudin, Karatzaferis, Louis, Lundgren, Nattrass, Sinnott, Wise, Železný

NI: Allister, Belohorská, Bobošíková, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, Martin Hans-Peter, Masiel, Resetarits, Rutowicz

PPE-DE: Ashworth, Beazley, Bowis, Bradbourn, Bushill-Matthews, Cabrnoch, Callanan, Doorn, Dover, Duchoň, Elles, Eurlings, Fajmon, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Jackson, Kirkhope, Korhola, Maat, McGuinness, McMillan-Scott, Martens, Nicholson, van Nistelrooij, Oomen-Ruijten, Ouzký, Parish, Purvis, Seeberg, Škottová, Stevenson, Strejček, Stubb, Sturdy, Tannock, Van Orden, Vlasák, Wijkman, Wortmann-Kool, Zvěřina

PSE: Andersson, van den Berg, Berger, Berman, Cashman, Christensen, Corbett, De Vits, Dührkop Dührkop, El Khadraoui, Evans Robert, Ford, Gill, Grech, Hedkvist Petersen, Honeyball, Hughes, Jöns, Jørgensen, Kinnock, Leichtfried, Lévai, McAvan, Martin David, Mastenbroek, Moraes, Morgan, Muscat, Myller, Prets, Roth-Behrendt, Scheele, Segelström, Stihler, Swoboda, Thomsen, Titley, Van Lancker, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn

UEN: Camre, Krasts, Kristovskis, Szymański, Zīle

Verts/ALE: Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Cramer, Flautre, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 349

ALDE: Cocilovo, Matsakis

IND/DEM: Adwent, Chruszcz, Giertych, Grabowski, Krupa, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Salvini, Speroni, Tomczak, Wierzejski

NI: Battilocchio

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Becsey, Belet, Berend, Böge, Brejc, Březina, Brunetta, Buzek, Carollo, Caspary, Castiglione, Cederschiöld, Cesa, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doyle, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Esteves, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hatzidakis, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Kuźmiuk, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Laschet, Lehne, Lewandowski, López-Istúriz White, Lulling, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Niebler, Novak, Olajos, Olbrycht, Őry, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Pieper, Pīks, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Pomés Ruiz, Posselt, Protasiewicz, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Siekierski, Silva Peneda, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Vernola, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, von Wogau, Wojciechowski, Wuermeling, Záborská, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec

PSE: Arif, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Badía i Cutchet, Barón Crespo, Beglitis, Beňová, Berès, Berlinguer, Bösch, Bono, Bresso, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Castex, Cercas, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, Díez González, Dobolyi, Douay, Estrela, Ettl, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Fruteau, García Pérez, Geringer de Oedenberg, Gierek, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Grabowska, Gröner, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hutchinson, Ilves, Kindermann, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lehtinen, Leinen, Liberadzki, Lienemann, Madeira, Maňka, Martínez Martínez, Matsouka, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Mikko, Moreno Sánchez, Moscovici, Napoletano, Navarro, Obiols i Germà, Öger, Paasilinna, Pahor, Paleckis, Patrie, Peillon, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Schulz, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Trautmann, Tzampazi, Valenciano Martínez-Orozco, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weiler, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Aylward, Berlato, Crowley, Didžiokas, Muscardini, Ó Neachtain, Pirilli, Tatarella

Onthoudingen: 45

ALDE: Beaupuy, Bourlanges, Cavada, De Sarnez, Fourtou, Laperrouze, Lehideux, Morillon, Ries

GUE/NGL: Flasarová, Kohlíček, Maštálka, Ransdorf, Stroz

NI: Claeys, Dillen, Gollnisch, Kilroy-Silk, Kozlík, Lang, Le Pen Jean-Marie, Le Rachinel, Mölzer, Mote, Romagnoli, Schenardi, Vanhecke

PPE-DE: Brepoels, Busuttil, Casa, Liese

PSE: Duin, Falbr, Gebhardt, Mann Erika, Piecyk, Stockmann

UEN: Bielan, Fotyga, Janowski, Kamiński, Libicki, Roszkowski

Verts/ALE: van Buitenen, Frassoni

22.   Verslag Juknevičiene A6-0063/2005

Voor: 333

ALDE: Andrejevs, Birutis, Davies, Duquesne, Gentvilas, Geremek, Guardans Cambó, Harkin, in 't Veld, Jäätteenmäki, Juknevičienė, Kacin, Karim, Klinz, Lambsdorff, Lax, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Matsakis, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Oviir, Samuelsen, Savi, Staniszewska, Starkevičiūtė, Szent-Iványi, Takkula, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Brie, de Brún, Guidoni, Kaufmann, Krarup, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Pafilis, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Remek, Rizzo, Seppänen, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Adwent, Batten, Bloom, Bonde, Borghezio, Chruszcz, Clark, Farage, Giertych, Goudin, Grabowski, Karatzaferis, Krupa, Lundgren, Nattrass, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Salvini, Sinnott, Tomczak, Wierzejski, Wise, Železný

NI: Allister, Battilocchio, Belohorská, Kilroy-Silk, Mote

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Berend, Böge, Bowis, Bradbourn, Brejc, Brepoels, Březina, Brunetta, Bushill-Matthews, Buzek, Cabrnoch, Callanan, Carollo, Caspary, Castiglione, Cederschiöld, Cesa, Chmielewski, Coelho, Coveney, Demetriou, Deß, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fraga Estévez, Freitas, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Gräßle, de Grandes Pascual, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Herranz García, Herrero-Tejedor, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kelam, Kirkhope, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Kuźmiuk, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Laschet, Liese, López-Istúriz White, McMillan-Scott, Mann Thomas, Mantovani, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Nicholson, Niebler, Novak, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pieper, Pīks, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Pomés Ruiz, Posselt, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schnellhardt, Seeber, Seeberg, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Šťastný, Stevenson, Strejček, Sturdy, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Vernola, Vidal-Quadras Roca, Vlasák, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, von Wogau, Wojciechowski, Wuermeling, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina

PSE: Andersson, van den Berg, Berger, Bösch, Bullmann, Busquin, Christensen, Correia, De Vits, Duin, Ettl, Fazakas, Glante, Golik, Grech, Haug, Hedkvist Petersen, Jöns, Jørgensen, Kósáné Kovács, Lehtinen, Leichtfried, Leinen, Mann Erika, Muscat, Myller, Pahor, Prets, Rasmussen, Roth-Behrendt, Scheele, Segelström, Sousa Pinto, Stockmann, Swoboda, Szejna, Thomsen, Wiersma

UEN: Bielan, Camre, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Libicki, Szymański, Zīle

Verts/ALE: Frassoni

Tegen: 227

ALDE: Alvaro, Andria, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Busk, Cavada, Chatzimarkakis, Chiesa, Cocilovo, Cornillet, Costa, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Ek, Fourtou, Griesbeck, Hennis-Plasschaert, Jensen, Kułakowski, Laperrouze, Lehideux, Letta, Malmström, Morillon, Onyszkiewicz, Pistelli, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Toia

GUE/NGL: Henin

IND/DEM: Belder, Blokland, Coûteaux, Louis

NI: Gollnisch, Le Pen Jean-Marie

PPE-DE: Belet, Daul, Descamps, De Veyrac, Doorn, Eurlings, Fjellner, Florenz, Fontaine, Gaubert, Gauzès, Grosch, Grossetête, Guellec, Hennicot-Schoepges, Hieronymi, Kauppi, Lehne, Lulling, Maat, McGuinness, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, van Nistelrooij, Pack, Saïfi, Schmitt Pál, Schwab, Spautz, Stenzel, Stubb, Sudre, Thyssen, Vlasto, Wijkman, Wortmann-Kool, Záborská

PSE: Arif, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Barón Crespo, Beglitis, Beňová, Berès, Berlinguer, Berman, Bresso, van den Burg, Capoulas Santos, Carlotti, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Corbett, Corbey, Cottigny, De Keyser, De Rossa, Douay, Dührkop Dührkop, Evans Robert, Fava, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, Gebhardt, Gill, Goebbels, Gomes, Gröner, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hazan, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Kindermann, Kinnock, Koterec, Kuc, Laignel, Lambrinidis, Lévai, Liberadzki, Lienemann, Madeira, Maňka, Martin David, Mastenbroek, Matsouka, Mikko, Moraes, Morgan, Moscovici, Navarro, Obiols i Germà, Öger, Paasilinna, Paleckis, Patrie, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Roure, Sacconi, Sakalas, dos Santos, Savary, Schulz, Sifunakis, Stihler, Tarabella, Titley, Trautmann, Tzampazi, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Weiler, Westlund, Whitehead, Wynn, Zingaretti

UEN: Aylward, Berlato, Crowley, Muscardini, Ó Neachtain, Pirilli, Roszkowski, Tatarella

Verts/ALE: Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, van Buitenen, Buitenweg, Cohn-Bendit, Cramer, Flautre, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Onthoudingen: 82

ALDE: Budreikaitė, Hall, Krahmer, Sterckx

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Bertinotti, Catania, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Kohlíček, Morgantini, Musacchio, Ransdorf, Sjöstedt, Stroz

IND/DEM: Speroni

NI: Bobošíková, Claeys, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, Dillen, Kozlík, Lang, Martin Hans-Peter, Martinez, Masiel, Mölzer, Resetarits, Romagnoli, Rutowicz, Schenardi, Vanhecke

PPE-DE: Busuttil, Casa, Friedrich, Klamt, Lewandowski, Schöpflin, Schröder

PSE: Badía i Cutchet, Bono, Calabuig Rull, Carnero González, Díez González, Dobolyi, El Khadraoui, Estrela, García Pérez, Geringer de Oedenberg, Gierek, Grabowska, Gruber, Krehl, Kreissl-Dörfler, McAvan, Martínez Martínez, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Moreno Sánchez, Napoletano, Rapkay, Rosati, Rothe, Rouček, Salinas García, Sánchez Presedo, Skinner, Sornosa Martínez, Tabajdi, Tarand, Valenciano Martínez-Orozco, Walter, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zani

UEN: Didžiokas, Fotyga, Janowski

Verts/ALE: Schlyter

23.   Verslag Juknevičiene A6-0063/2005

Voor: 350

ALDE: Beaupuy, Birutis, Bourlanges, Budreikaitė, Cavada, Cocilovo, Cornillet, Costa, De Sarnez, Fourtou, Griesbeck, Hall, Hennis-Plasschaert, Jäätteenmäki, Laperrouze, Lax, Lehideux, Letta, Matsakis, Morillon, Onyszkiewicz, Oviir, Pistelli, Polfer, Savi, Staniszewska, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Virrankoski, Wallis

GUE/NGL: Adamou, Kaufmann, Kohlíček, Krarup, Markov, Maštálka, Portas, Ransdorf, Remek, Seppänen, Sjöstedt, Stroz, Svensson, Triantaphyllides

IND/DEM: Batten, Bloom, Clark, Farage, Lundgren, Nattrass, Wise

NI: Bobošíková, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, Martin Hans-Peter, Masiel, Resetarits, Rutowicz

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Becsey, Berend, Böge, Brejc, Březina, Brunetta, Buzek, Carollo, Caspary, Castiglione, Cederschiöld, Cesa, Chmielewski, Coelho, Coveney, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doyle, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Esteves, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, Gargani, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, de Grandes Pascual, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hatzidakis, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kelam, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Kuźmiuk, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Laschet, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Olbrycht, Őry, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Pieper, Pīks, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Pomés Ruiz, Posselt, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Siekierski, Silva Peneda, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Vernola, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, von Wogau, Wojciechowski, Wuermeling, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec

PSE: Arif, Arnaoutakis, Attard-Montalto, Badía i Cutchet, Barón Crespo, Beglitis, Beňová, Berlinguer, Bono, Bresso, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Castex, Cercas, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, De Vits, Douay, Falbr, Fava, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Fruteau, García Pérez, Glante, Golik, Grabowska, Grech, Gurmai, Guy-Quint, Hamon, Haug, Hazan, Hutchinson, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Laignel, Lehtinen, Leichtfried, Leinen, Lévai, Liberadzki, Lienemann, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Navarro, Obiols i Germà, Paasilinna, Pahor, Peillon, Pittella, Poignant, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rouček, Roure, Sakalas, Savary, Skinner, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Trautmann, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Whitehead, Zani

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Crowley, Didžiokas, Fotyga, Janowski, Krasts, Muscardini, Ó Neachtain, Pirilli, Roszkowski, Tatarella, Zīle

Verts/ALE: Graefe zu Baringdorf, Hassi, Jonckheer, Kallenbach, Lichtenberger, Lipietz, Rühle, Smith, Staes

Tegen: 208

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Busk, Chatzimarkakis, Chiesa, Davies, Deprez, Drčar Murko, Duff, Ek, Geremek, Guardans Cambó, in 't Veld, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Klinz, Krahmer, Lambsdorff, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Newton Dunn, Nicholson of Winterbourne, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Sterckx, Van Hecke, Watson

GUE/NGL: Agnoletto, Brie, Catania, de Brún, Guidoni, Henin, McDonald, Meijer, Morgantini, Musacchio, Pafilis, Pflüger, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Adwent, Belder, Blokland, Bonde, Chruszcz, Giertych, Goudin, Grabowski, Krupa, Louis, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Salvini, Sinnott, Speroni, Tomczak, Wierzejski

NI: Battilocchio, Gollnisch, Le Pen Jean-Marie, Martinez, Mölzer, Schenardi

PPE-DE: Ashworth, Beazley, Bowis, Bradbourn, Bushill-Matthews, Cabrnoch, Callanan, Daul, Doorn, Dover, Duchoň, Elles, Eurlings, Fajmon, Florenz, García-Margallo y Marfil, Garriga Polledo, Graça Moura, Grosch, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Jackson, Kauppi, Kirkhope, Korhola, Maat, McGuinness, McMillan-Scott, Martens, Mikolášik, Nicholson, Oomen-Ruijten, Ouzký, Parish, Protasiewicz, Purvis, Schmitt Ingo, Seeberg, Škottová, Stevenson, Strejček, Stubb, Sturdy, Tannock, Thyssen, Van Orden, Vlasák, Wijkman, Wortmann-Kool, Záborská, Zvěřina

PSE: Andersson, van den Berg, Berger, Berman, Bullmann, van den Burg, Casaca, Cashman, Christensen, Dobolyi, Dührkop Dührkop, Duin, El Khadraoui, Evans Robert, Fazakas, Ford, Gebhardt, Gill, Gröner, Gruber, Hänsch, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Koterec, Madeira, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Mikko, Moraes, Morgan, Öger, Paleckis, Piecyk, Pinior, Pleguezuelos Aguilar, Prets, Roth-Behrendt, Rothe, Sacconi, dos Santos, Scheele, Segelström, Sifunakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Tarand, Thomsen, Titley, Van Lancker, Weiler, Westlund, Wiersma, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zingaretti

UEN: Camre, Kamiński, Kristovskis, Libicki, Szymański

Verts/ALE: Auken, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Lagendijk, Lambert, Lucas, Schlyter

Onthoudingen: 61

ALDE: Duquesne, Gentvilas, Harkin, Kułakowski, Neyts-Uyttebroeck, Starkevičiūtė

GUE/NGL: Bertinotti, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Meyer Pleite, Papadimoulis

IND/DEM: Borghezio, Karatzaferis, Železný

NI: Allister, Belohorská, Claeys, Kilroy-Silk, Kozlík, Lang, Le Rachinel, Mote, Romagnoli, Vanhecke

PPE-DE: Belet, Brepoels, Busuttil, Casa

PSE: Assis, Carnero González, Díez González, Estrela, Gierek, Lambrinidis, McAvan, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Rosati, Salinas García, Sánchez Presedo, Schulz, Walter

Verts/ALE: van Buitenen, Cramer, Flautre, Frassoni, de Groen-Kouwenhoven, Harms, Horáček, Isler Béguin, Joan i Marí, Kusstatscher, Özdemir, Onesta, Schmidt, Schroedter, Trüpel, Voggenhuber, Ždanoka

24.   Verslag Juknevičiene A6-0063/2005

Voor: 483

ALDE: Andrejevs, Andria, Attwooll, Birutis, Budreikaitė, Busk, Chiesa, Cocilovo, Costa, Davies, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duquesne, Gentvilas, Geremek, Guardans Cambó, Hall, Harkin, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Kułakowski, Lax, Letta, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Matsakis, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pistelli, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Staniszewska, Starkevičiūtė, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Catania, de Brún, Guidoni, Kaufmann, Krarup, McDonald, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Rizzo, Sjöstedt, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Goudin, Lundgren

NI: Battilocchio, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, Kozlík, Masiel, Rutowicz

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Becsey, Berend, Böge, Brejc, Brepoels, Březina, Brunetta, Busuttil, Buzek, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, Cederschiöld, Cesa, Chmielewski, Coelho, Coveney, Demetriou, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doyle, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Esteves, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hatzidakis, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jałowiecki, Járóka, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kelam, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Kuźmiuk, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Laschet, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Pieper, Pīks, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Pomés Ruiz, Posselt, Protasiewicz, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeberg, Siekierski, Silva Peneda, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stubb, Surján, Szájer, Tajani, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Vernola, Vidal-Quadras Roca, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, von Wogau, Wojciechowski, Wuermeling, Zaleski, Zappalà, Zieleniec

PSE: Andersson, Arif, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Badía i Cutchet, Barón Crespo, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bresso, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Lambrinidis, Leichtfried, Leinen, Lévai, Liberadzki, Lienemann, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Navarro, Obiols i Germà, Öger, Paasilinna, Pahor, Paleckis, Patrie, Peillon, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Aylward, Bielan, Crowley, Didžiokas, Fotyga, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Libicki, Ó Neachtain, Roszkowski, Tatarella, Zīle

Verts/ALE: Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Cohn-Bendit, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hassi, Horáček, Isler Béguin, Joan i Marí, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Ždanoka

Tegen: 69

ALDE: Alvaro, Beaupuy, Bourlanges, Cavada, Chatzimarkakis, Cornillet, Fourtou, Griesbeck, Klinz, Krahmer, Laperrouze, Lehideux

GUE/NGL: Figueiredo, Guerreiro

IND/DEM: Adwent, Batten, Bloom, Bonde, Borghezio, Chruszcz, Clark, Coûteaux, Farage, Giertych, Grabowski, Karatzaferis, Krupa, Louis, Nattrass, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Salvini, Tomczak, Wierzejski, Wise, Železný

NI: Gollnisch, Kilroy-Silk, Lang, Le Pen Jean-Marie, Martin Hans-Peter, Martinez, Mölzer, Mote, Resetarits, Schenardi

PPE-DE: Callanan, Daul, Doorn, Eurlings, Florenz, Graça Moura, Hannan, Heaton-Harris, Helmer, Maat, McGuinness, Martens, Mathieu, Pack, Vlasák, Vlasto, Wijkman, Wortmann-Kool, Záborská

PSE: Castex, Ferreira Anne, Laignel

Onthoudingen: 78

ALDE: Duff, Ek, Hennis-Plasschaert, Lambsdorff, Malmström, Morillon, Polfer, Sterckx

GUE/NGL: Bertinotti, Brie, Flasarová, Henin, Kohlíček, Markov, Maštálka, Musacchio, Pafilis, Ransdorf, Remek, Seppänen, Stroz

IND/DEM: Belder, Blokland, Sinnott, Speroni

NI: Allister, Belohorská, Claeys, Dillen, Le Rachinel, Romagnoli, Vanhecke

PPE-DE: Ashworth, Beazley, Belet, Bowis, Bradbourn, Bushill-Matthews, Cabrnoch, Descamps, Dover, Duchoň, Elles, Fajmon, Harbour, Jackson, Jarzembowski, Kauppi, Kirkhope, Lulling, McMillan-Scott, Nicholson, Ouzký, Parish, Purvis, Škottová, Stevenson, Strejček, Sturdy, Tannock, Van Orden, Zatloukal, Zvěřina

PSE: Duin, Gebhardt, Piecyk, Roth-Behrendt, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Tarand

UEN: Berlato, Camre, Szymański

Verts/ALE: van Buitenen, Jonckheer, Voggenhuber

25.   Verslag Stubb A6-0066/2005 — Afdeling VI

Voor: 554

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Birutis, Bourlanges, Budreikaitė, Busk, Cavada, Chatzimarkakis, Chiesa, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Klinz, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pistelli, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Bertinotti, Brie, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Krarup, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Remek, Rizzo, Seppänen, Sjöstedt, Stroz, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

NI: Battilocchio, Belohorská, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, Masiel, Rutowicz

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Becsey, Belet, Berend, Böge, Brejc, Brepoels, Březina, Brunetta, Busuttil, Buzek, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, Cederschiöld, Cesa, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Demetriou, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doorn, Doyle, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Esteves, Eurlings, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gyürk, Handzlik, Hatzidakis, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Kuźmiuk, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Laschet, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Oomen-Ruijten, Őry, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Pieper, Pīks, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Pomés Ruiz, Posselt, Protasiewicz, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Seeberg, Siekierski, Silva Peneda, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stubb, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Vernola, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec

PSE: Andersson, Arif, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Badía i Cutchet, Barón Crespo, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bono, Bresso, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Duin, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lehtinen, Leichtfried, Leinen, Lévai, Liberadzki, Lienemann, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Navarro, Obiols i Germà, Öger, Pahor, Paleckis, Patrie, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Crowley, Didžiokas, Fotyga, Janowski, Kamiński, Kristovskis, Muscardini, Ó Neachtain, Pirilli, Szymański, Zīle

Verts/ALE: Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 58

IND/DEM: Batten, Belder, Blokland, Bloom, Bonde, Borghezio, Clark, Coûteaux, Farage, Goudin, Louis, Lundgren, Nattrass, Salvini, Speroni, Tomczak, Wierzejski, Wise, Železný

NI: Allister, Bobošíková, Kilroy-Silk, Le Rachinel, Martin Hans-Peter, Mote, Resetarits

PPE-DE: Ashworth, Beazley, Bowis, Bradbourn, Bushill-Matthews, Cabrnoch, Callanan, Dover, Duchoň, Elles, Fajmon, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Jackson, Kirkhope, McMillan-Scott, Nicholson, Ouzký, Parish, Purvis, Škottová, Stevenson, Strejček, Sturdy, Tannock, Van Orden, Vlasák, Zvěřina

UEN: Camre, Krasts

Onthoudingen: 22

ALDE: Krahmer

GUE/NGL: Pafilis

IND/DEM: Adwent, Chruszcz, Giertych, Grabowski, Karatzaferis, Pęk, Piotrowski, Rogalski

NI: Claeys, Dillen, Gollnisch, Kozlík, Lang, Le Pen Jean-Marie, Martinez, Mölzer, Romagnoli, Schenardi, Vanhecke

Verts/ALE: van Buitenen

26.   Verslag Stubb A6-0066/2005 — Afdeling VI

Voor: 547

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Birutis, Bourlanges, Budreikaitė, Busk, Cavada, Chatzimarkakis, Chiesa, Cocilovo, Costa, Davies, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Klinz, Kułakowski, Laperrouze, Lax, Lehideux, Letta, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pistelli, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Staniszewska, Starkevičiūtė, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Bertinotti, Brie, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Remek, Rizzo, Seppänen, Sjöstedt, Stroz, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

NI: Battilocchio, Belohorská, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, Masiel, Rutowicz

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Becsey, Belet, Berend, Böge, Brejc, Brepoels, Březina, Brunetta, Busuttil, Buzek, Casa, Caspary, Castiglione, Cederschiöld, Cesa, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doorn, Doyle, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Esteves, Eurlings, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hatzidakis, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Kuźmiuk, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Laschet, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Pieper, Pīks, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Pomés Ruiz, Posselt, Protasiewicz, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Seeberg, Siekierski, Silva Peneda, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stubb, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec

PSE: Andersson, Arif, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Badía i Cutchet, Barón Crespo, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Duin, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lehtinen, Leichtfried, Leinen, Lévai, Liberadzki, Lienemann, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Navarro, Obiols i Germà, Öger, Paasilinna, Pahor, Patrie, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Titley, Trautmann, Tzampazi, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Crowley, Didžiokas, Fotyga, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Libicki, Muscardini, Ó Neachtain, Pirilli, Roszkowski, Szymański, Tatarella, Zīle

Verts/ALE: Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Cramer, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 55

IND/DEM: Batten, Belder, Blokland, Bloom, Bonde, Borghezio, Clark, Coûteaux, Farage, Goudin, Louis, Lundgren, Nattrass, Rogalski, Salvini, Speroni, Tomczak, Wierzejski, Wise, Železný

NI: Allister, Kilroy-Silk, Martin Hans-Peter, Mote, Resetarits

PPE-DE: Ashworth, Beazley, Bradbourn, Bushill-Matthews, Cabrnoch, Callanan, Dover, Duchoň, Elles, Fajmon, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Kirkhope, McMillan-Scott, Nicholson, Ouzký, Parish, Purvis, Škottová, Stevenson, Strejček, Sturdy, Tannock, Van Orden, Vlasák, Zvěřina

PSE: Bresso

UEN: Camre

Onthoudingen: 23

ALDE: in 't Veld, Krahmer

GUE/NGL: Krarup, Pafilis

IND/DEM: Adwent, Chruszcz, Giertych, Grabowski, Karatzaferis, Krupa, Pęk, Piotrowski

NI: Bobošíková, Gollnisch, Kozlík, Lang, Le Pen Jean-Marie, Le Rachinel, Martinez, Romagnoli, Schenardi, Vanhecke

Verts/ALE: van Buitenen

27.   Verslag Stubb A6-0066/2005 — Afdeling VII

Voor: 541

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Birutis, Bourlanges, Budreikaitė, Busk, Cavada, Chatzimarkakis, Chiesa, Cornillet, Costa, Davies, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Klinz, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Letta, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pistelli, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Bertinotti, Brie, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kohlíček, McDonald, Markov, Maštálka, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Remek, Rizzo, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Sinnott

NI: Battilocchio, Belohorská, Bobošíková, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Becsey, Belet, Berend, Böge, Brejc, Brepoels, Březina, Brunetta, Busuttil, Buzek, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, Cederschiöld, Cesa, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doorn, Doyle, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Esteves, Eurlings, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hatzidakis, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Kuźmiuk, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Laschet, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Pieper, Pīks, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Pomés Ruiz, Posselt, Protasiewicz, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Seeberg, Siekierski, Silva Peneda, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stubb, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Vernola, Vidal-Quadras Roca, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec

PSE: Andersson, Arif, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Badía i Cutchet, Barón Crespo, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bresso, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Duin, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lehtinen, Leichtfried, Leinen, Lévai, Liberadzki, Lienemann, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Navarro, Obiols i Germà, Öger, Paasilinna, Paleckis, Patrie, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Crowley, Didžiokas, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Libicki, Muscardini, Ó Neachtain, Pirilli, Roszkowski, Szymański, Tatarella, Zīle

Verts/ALE: Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Cohn-Bendit, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 64

GUE/NGL: Krarup, Meijer, Seppänen, Sjöstedt, Stroz

IND/DEM: Batten, Belder, Blokland, Bloom, Bonde, Clark, Coûteaux, Farage, Goudin, Karatzaferis, Louis, Lundgren, Nattrass, Salvini, Speroni, Tomczak, Wierzejski, Wise, Železný

NI: Allister, Gollnisch, Kilroy-Silk, Le Pen Jean-Marie, Martin Hans-Peter, Mote, Resetarits, Schenardi

PPE-DE: Ashworth, Beazley, Bowis, Bradbourn, Bushill-Matthews, Cabrnoch, Callanan, Dover, Duchoň, Elles, Fajmon, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Jackson, Kirkhope, McMillan-Scott, Nicholson, Ouzký, Parish, Purvis, Škottová, Stevenson, Strejček, Sturdy, Tannock, Van Orden, Zvěřina

UEN: Camre

Verts/ALE: van Buitenen, Schlyter

Onthoudingen: 21

ALDE: in 't Veld, Krahmer

GUE/NGL: Pafilis

IND/DEM: Adwent, Borghezio, Chruszcz, Giertych, Grabowski, Pęk, Piotrowski, Rogalski

NI: Claeys, Dillen, Kozlík, Lang, Mölzer, Romagnoli, Rutowicz, Vanhecke

PSE: Evans Robert

UEN: Fotyga

28.   Verslag Stubb A6-0066/2005

Voor: 127

ALDE: Chatzimarkakis, Lambsdorff, Polfer

GUE/NGL: de Brún, Krarup, McDonald, Meijer, Seppänen, Sjöstedt, Svensson

IND/DEM: Adwent, Batten, Belder, Blokland, Bloom, Bonde, Borghezio, Chruszcz, Clark, Coûteaux, Farage, Giertych, Goudin, Grabowski, Karatzaferis, Krupa, Louis, Lundgren, Nattrass, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Salvini, Sinnott, Speroni, Tomczak, Wierzejski, Wise, Železný

NI: Allister, Bobošíková, Czarnecki Marek Aleksander, Kilroy-Silk, Martin Hans-Peter, Mote, Resetarits

PPE-DE: Ashworth, Beazley, Bowis, Bradbourn, Bushill-Matthews, Cabrnoch, Callanan, Dionisi, Dover, Duchoň, Elles, Fajmon, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Jackson, Kirkhope, Korhola, Maat, McMillan-Scott, Mauro, Nicholson, Ouzký, Parish, Podkański, Purvis, Roithová, Škottová, Stevenson, Strejček, Sturdy, Tannock, Van Orden, Wijkman, Zvěřina

PSE: Berès, Kindermann, Krehl, Lehtinen, Prets

UEN: Camre

Verts/ALE: Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, van Buitenen, Buitenweg, Cohn-Bendit, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 500

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Birutis, Bourlanges, Budreikaitė, Busk, Cavada, Chiesa, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Klinz, Krahmer, Kułakowski, Laperrouze, Lax, Lehideux, Letta, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pistelli, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Bertinotti, Brie, Catania, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Markov, Maštálka, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Remek, Rizzo, Stroz, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

NI: Battilocchio, Czarnecki Ryszard, Masiel, Rutowicz

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Becsey, Belet, Berend, Böge, Brejc, Brepoels, Březina, Brunetta, Busuttil, Buzek, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, Cederschiöld, Cesa, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Doyle, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Esteves, Eurlings, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hatzidakis, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Kuźmiuk, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Laschet, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Pieper, Pīks, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Pomés Ruiz, Posselt, Protasiewicz, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Seeberg, Siekierski, Silva Peneda, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stubb, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Vernola, Vidal-Quadras Roca, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec

PSE: Andersson, Arif, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Badía i Cutchet, Barón Crespo, Beglitis, Beňová, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bresso, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Duin, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Leichtfried, Leinen, Lévai, Liberadzki, Lienemann, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Navarro, Obiols i Germà, Öger, Paasilinna, Paleckis, Patrie, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Tzampazi, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Crowley, Didžiokas, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Libicki, Muscardini, Ó Neachtain, Pirilli, Roszkowski, Szymański, Tatarella, Zīle

Onthoudingen: 14

NI: Belohorská, Claeys, Dillen, Gollnisch, Kozlík, Lang, Le Pen Jean-Marie, Le Rachinel, Martinez, Mölzer, Romagnoli, Schenardi, Vanhecke

UEN: Fotyga

29.   Verslag Stubb A6-0066/2005

Voor: 113

ALDE: Lambsdorff

GUE/NGL: de Brún, Krarup, McDonald, Meijer, Seppänen, Sjöstedt, Svensson

IND/DEM: Adwent, Batten, Belder, Blokland, Bloom, Bonde, Borghezio, Chruszcz, Clark, Coûteaux, Farage, Giertych, Goudin, Grabowski, Karatzaferis, Krupa, Louis, Lundgren, Nattrass, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Salvini, Sinnott, Speroni, Tomczak, Wierzejski, Wise, Železný

NI: Allister, Bobošíková, Czarnecki Marek Aleksander, Kilroy-Silk, Martin Hans-Peter, Mote, Resetarits

PPE-DE: Ashworth, Beazley, Bowis, Bradbourn, Bushill-Matthews, Cabrnoch, Callanan, Dover, Duchoň, Elles, Fajmon, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Jackson, Kirkhope, McMillan-Scott, Mauro, Nicholson, Ouzký, Parish, Purvis, Škottová, Stevenson, Strejček, Sturdy, Tannock, Van Orden, Zvěřina

UEN: Camre

Verts/ALE: Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, van Buitenen, Buitenweg, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 509

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Birutis, Bourlanges, Budreikaitė, Busk, Cavada, Chatzimarkakis, Chiesa, Cornillet, Costa, Davies, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Klinz, Kułakowski, Laperrouze, Lax, Lehideux, Letta, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pistelli, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Bertinotti, Brie, Catania, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Markov, Maštálka, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Remek, Rizzo, Stroz, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

NI: Battilocchio, Czarnecki Ryszard, Masiel, Rutowicz

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Becsey, Belet, Berend, Böge, Brejc, Brepoels, Březina, Brunetta, Busuttil, Buzek, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, Cederschiöld, Cesa, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doorn, Doyle, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Esteves, Eurlings, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hatzidakis, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kelam, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Kuźmiuk, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Laschet, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Pieper, Pīks, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Pomés Ruiz, Posselt, Protasiewicz, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Seeberg, Siekierski, Silva Peneda, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stubb, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Vernola, Vidal-Quadras Roca, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec

PSE: Andersson, Arif, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Badía i Cutchet, Barón Crespo, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bresso, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Duin, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lehtinen, Leichtfried, Leinen, Lévai, Liberadzki, Lienemann, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Navarro, Obiols i Germà, Öger, Paasilinna, Patrie, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Crowley, Didžiokas, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Libicki, Muscardini, Ó Neachtain, Pirilli, Roszkowski, Szymański, Tatarella, Zīle

Onthoudingen: 13

NI: Belohorská, Claeys, Gollnisch, Kozlík, Lang, Le Pen Jean-Marie, Le Rachinel, Martinez, Mölzer, Romagnoli, Schenardi, Vanhecke

UEN: Fotyga

30.   Verslag Stubb A6-0066/2005

Voor: 111

GUE/NGL: de Brún, Krarup, McDonald, Meijer, Seppänen, Sjöstedt, Svensson

IND/DEM: Adwent, Belder, Blokland, Bloom, Bonde, Borghezio, Chruszcz, Clark, Coûteaux, Farage, Giertych, Goudin, Grabowski, Karatzaferis, Krupa, Louis, Lundgren, Nattrass, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Salvini, Sinnott, Speroni, Tomczak, Wierzejski, Železný

NI: Allister, Bobošíková, Czarnecki Marek Aleksander, Kilroy-Silk, Martin Hans-Peter, Mote, Resetarits

PPE-DE: Ashworth, Beazley, Bowis, Bradbourn, Bushill-Matthews, Cabrnoch, Callanan, Dover, Duchoň, Elles, Fajmon, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Jackson, Kirkhope, McMillan-Scott, Mauro, Nicholson, Ouzký, Parish, Purvis, Škottová, Stevenson, Strejček, Sturdy, Tannock, Van Orden, Vlasák, Zvěřina

UEN: Camre

Verts/ALE: Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, van Buitenen, Buitenweg, Cohn-Bendit, Cramer, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 502

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Birutis, Bourlanges, Budreikaitė, Busk, Cavada, Chatzimarkakis, Chiesa, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Klinz, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Letta, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pistelli, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Bertinotti, Brie, Catania, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Markov, Maštálka, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Remek, Rizzo, Stroz, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

NI: Battilocchio, Czarnecki Ryszard, Masiel, Rutowicz

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Becsey, Belet, Berend, Böge, Brejc, Brepoels, Březina, Brunetta, Busuttil, Buzek, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, Cederschiöld, Cesa, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doorn, Doyle, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Esteves, Eurlings, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hatzidakis, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Kuźmiuk, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Niebler, van Nistelrooij, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Pieper, Pīks, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Pomés Ruiz, Posselt, Protasiewicz, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Seeberg, Siekierski, Silva Peneda, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stubb, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Vernola, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec

PSE: Andersson, Arif, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Badía i Cutchet, Barón Crespo, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bono, Bresso, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Douay, Dührkop Dührkop, Duin, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lehtinen, Leichtfried, Leinen, Lévai, Liberadzki, Lienemann, McAvan, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Navarro, Obiols i Germà, Öger, Paasilinna, Paleckis, Patrie, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Crowley, Didžiokas, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Libicki, Ó Neachtain, Pirilli, Roszkowski, Szymański, Zīle

Onthoudingen: 16

NI: Belohorská, Claeys, Dillen, Gollnisch, Kozlík, Lang, Le Pen Jean-Marie, Le Rachinel, Martinez, Mölzer, Romagnoli, Schenardi, Vanhecke

PPE-DE: Podkański

PSE: Berlinguer

UEN: Fotyga

31.   Verslag Stubb A6-0066/2005

Voor: 570

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Birutis, Bourlanges, Budreikaitė, Busk, Chatzimarkakis, Chiesa, Cocilovo, Costa, Davies, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Klinz, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Letta, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pistelli, Polfer, Prodi, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Bertinotti, Brie, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Krarup, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Remek, Rizzo, Sjöstedt, Stroz, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

NI: Battilocchio, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, Masiel, Rutowicz

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bradbourn, Brejc, Brepoels, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, Cederschiöld, Cesa, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Harbour, Hatzidakis, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Kuźmiuk, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Laschet, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, McMillan-Scott, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pieper, Pīks, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podkański, Pomés Ruiz, Posselt, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Seeberg, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Strejček, Stubb, Sturdy, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Vernola, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina

PSE: Andersson, Arif, Arnaoutakis, Assis, Badía i Cutchet, Barón Crespo, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bresso, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Duin, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lehtinen, Leichtfried, Leinen, Lévai, Liberadzki, Lienemann, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Navarro, Obiols i Germà, Öger, Paasilinna, Pahor, Paleckis, Patrie, Peillon, Piecyk, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Crowley, Didžiokas, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Libicki, Muscardini, Ó Neachtain, Pirilli, Roszkowski, Szymański, Zīle

Verts/ALE: Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Cramer, Flautre, Frassoni, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 56

ALDE: Ries

IND/DEM: Adwent, Belder, Blokland, Bloom, Bonde, Borghezio, Chruszcz, Clark, Coûteaux, Farage, Giertych, Goudin, Grabowski, Karatzaferis, Krupa, Louis, Lundgren, Nattrass, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Salvini, Sinnott, Speroni, Tomczak, Wierzejski, Wise, Železný

NI: Bobošíková, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, Le Pen Jean-Marie, Le Rachinel, Martin Hans-Peter, Martinez, Mölzer, Resetarits, Schenardi, Vanhecke

PPE-DE: Bowis, Cabrnoch, Callanan, Fajmon, Hannan, Heaton-Harris, Helmer, Ouzký, Stevenson, Vlasák

PSE: Attard-Montalto, Pinior

UEN: Camre

Verts/ALE: van Buitenen

Onthoudingen: 10

ALDE: Krahmer

GUE/NGL: Pafilis, Seppänen

NI: Allister, Belohorská, Kilroy-Silk, Kozlík, Mote, Romagnoli

UEN: Fotyga

32.   Verslag Ayala Sender/Schlyter A6-0074/2005

Voor: 557

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Birutis, Bourlanges, Budreikaitė, Busk, Cavada, Chatzimarkakis, Chiesa, Cornillet, Costa, Davies, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Klinz, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Letta, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pistelli, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Staniszewska, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Bertinotti, Brie, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Remek, Rizzo, Seppänen, Sjöstedt, Stroz, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Goudin, Lundgren

NI: Battilocchio, Belohorská, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, Masiel, Rutowicz

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Becsey, Belet, Berend, Böge, Brejc, Brepoels, Březina, Brunetta, Busuttil, Buzek, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, Cederschiöld, Cesa, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doorn, Doyle, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Esteves, Eurlings, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hatzidakis, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Kuźmiuk, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Lehne, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Pieper, Pīks, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Pomés Ruiz, Posselt, Protasiewicz, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schwab, Seeber, Seeberg, Siekierski, Silva Peneda, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stubb, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Thyssen, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Vernola, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec

PSE: Andersson, Arif, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Badía i Cutchet, Barón Crespo, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bresso, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Duin, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lehtinen, Leichtfried, Leinen, Lévai, Liberadzki, Lienemann, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Navarro, Obiols i Germà, Öger, Paasilinna, Pahor, Paleckis, Patrie, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Stihler, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Camre, Crowley, Didžiokas, Fotyga, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Libicki, Muscardini, Ó Neachtain, Pirilli, Roszkowski, Szymański, Tatarella, Zīle

Verts/ALE: Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Ždanoka

Tegen: 47

GUE/NGL: Krarup

IND/DEM: Batten, Belder, Blokland, Clark, Nattrass, Rogalski, Salvini, Sinnott, Tomczak, Wierzejski, Wise

NI: Allister, Kilroy-Silk, Martin Hans-Peter, Mote

PPE-DE: Ashworth, Beazley, Bowis, Bradbourn, Bushill-Matthews, Cabrnoch, Callanan, Dover, Duchoň, Elles, Fajmon, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Jackson, Kirkhope, McMillan-Scott, Mauro, Nicholson, Ouzký, Parish, Purvis, Škottová, Stevenson, Strejček, Sturdy, Tannock, Van Orden, Vlasák, Zvěřina

Onthoudingen: 30

ALDE: Starkevičiūtė

GUE/NGL: Pafilis

IND/DEM: Adwent, Borghezio, Chruszcz, Coûteaux, Giertych, Grabowski, Karatzaferis, Krupa, Louis, Pęk, Piotrowski, Speroni, Železný

NI: Bobošíková, Claeys, Dillen, Kozlík, Lang, Le Rachinel, Martinez, Mölzer, Resetarits, Romagnoli, Schenardi, Vanhecke

Verts/ALE: van Buitenen, Lichtenberger, Voggenhuber

33.   Verslag Ayala Sender/Schlyter A6-0074/2005

Voor: 556

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Birutis, Bourlanges, Budreikaitė, Busk, Cavada, Chatzimarkakis, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Klinz, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Letta, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pistelli, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Staniszewska, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Bertinotti, Brie, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Krarup, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Remek, Rizzo, Seppänen, Sjöstedt, Stroz, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Goudin, Lundgren, Sinnott

NI: Battilocchio, Belohorská, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, Masiel, Rutowicz

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Becsey, Belet, Berend, Brejc, Brepoels, Březina, Brunetta, Busuttil, Buzek, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, Cederschiöld, Cesa, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doorn, Doyle, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Esteves, Eurlings, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hatzidakis, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Kuźmiuk, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Pieper, Pīks, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Pomés Ruiz, Posselt, Protasiewicz, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schwab, Seeber, Seeberg, Siekierski, Silva Peneda, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stubb, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Vernola, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Záborská, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec

PSE: Andersson, Arif, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Badía i Cutchet, Barón Crespo, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bresso, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Duin, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lehtinen, Leichtfried, Leinen, Lévai, Liberadzki, Lienemann, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Navarro, Obiols i Germà, Öger, Paasilinna, Pahor, Paleckis, Patrie, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Stihler, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Crowley, Didžiokas, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Libicki, Muscardini, Ó Neachtain, Pirilli, Roszkowski, Szymański, Tatarella, Zīle

Verts/ALE: Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 55

ALDE: Chiesa

IND/DEM: Batten, Clark, Nattrass, Rogalski, Tomczak, Wierzejski, Wise

NI: Allister, Claeys, Dillen, Gollnisch, Kilroy-Silk, Lang, Le Pen Jean-Marie, Le Rachinel, Martin Hans-Peter, Mölzer, Mote, Romagnoli, Schenardi, Vanhecke

PPE-DE: Ashworth, Beazley, Böge, Bowis, Bradbourn, Bushill-Matthews, Cabrnoch, Callanan, Dover, Duchoň, Elles, Fajmon, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Jackson, Kirkhope, McMillan-Scott, Nicholson, Ouzký, Parish, Purvis, Škottová, Stevenson, Strejček, Sturdy, Tannock, Van Orden, Vlasák, Wuermeling, Zvěřina

UEN: Camre

Onthoudingen: 26

ALDE: Starkevičiūtė

GUE/NGL: Pafilis

IND/DEM: Adwent, Belder, Blokland, Bonde, Borghezio, Chruszcz, Coûteaux, Giertych, Grabowski, Karatzaferis, Krupa, Louis, Pęk, Piotrowski, Salvini, Speroni, Železný

NI: Bobošíková, Martinez, Resetarits

PPE-DE: Nassauer, Reul

UEN: Fotyga

Verts/ALE: van Buitenen

34.   Verslag Ayala Sender/Schlyter A6-0074/2005

Voor: 563

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Birutis, Bourlanges, Budreikaitė, Busk, Cavada, Chatzimarkakis, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Klinz, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Letta, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pistelli, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Staniszewska, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Bertinotti, Brie, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Remek, Rizzo, Seppänen, Sjöstedt, Stroz, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Goudin, Lundgren, Sinnott

NI: Battilocchio, Belohorská, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, Masiel, Rutowicz

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bowis, Brejc, Brepoels, Březina, Brunetta, Busuttil, Buzek, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, Cederschiöld, Cesa, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doorn, Doyle, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Esteves, Eurlings, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hatzidakis, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Kuźmiuk, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Pieper, Pīks, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Pomés Ruiz, Posselt, Protasiewicz, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Seeberg, Siekierski, Silva Peneda, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stubb, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Thyssen, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, Vernola, Vidal-Quadras Roca, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec

PSE: Andersson, Arif, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Badía i Cutchet, Barón Crespo, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bresso, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Duin, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lehtinen, Leichtfried, Leinen, Lévai, Liberadzki, Lienemann, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Navarro, Obiols i Germà, Öger, Paasilinna, Pahor, Paleckis, Patrie, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Stihler, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Camre, Crowley, Fotyga, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Libicki, Muscardini, Ó Neachtain, Pirilli, Roszkowski, Szymański, Tatarella, Zīle

Verts/ALE: Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 49

IND/DEM: Batten, Belder, Blokland, Bloom, Bonde, Borghezio, Clark, Coûteaux, Farage, Louis, Nattrass, Salvini, Speroni, Wise, Železný

NI: Allister, Dillen, Kilroy-Silk, Martin Hans-Peter, Mote, Romagnoli, Vanhecke

PPE-DE: Ashworth, Beazley, Bradbourn, Bushill-Matthews, Callanan, Dover, Duchoň, Elles, Fajmon, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Jackson, Kirkhope, McMillan-Scott, Nicholson, Ouzký, Parish, Purvis, Škottová, Stevenson, Strejček, Sturdy, Van Orden, Varvitsiotis, Zvěřina

Onthoudingen: 26

ALDE: Starkevičiūtė

GUE/NGL: Krarup, Pafilis

IND/DEM: Adwent, Chruszcz, Giertych, Grabowski, Karatzaferis, Krupa, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Tomczak, Wierzejski

NI: Bobošíková, Claeys, Gollnisch, Kozlík, Lang, Le Pen Jean-Marie, Le Rachinel, Martinez, Mölzer, Resetarits, Schenardi

Verts/ALE: van Buitenen

35.   Verslag Ayala Sender/Schlyter A6-0074/2005

Voor: 565

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Birutis, Bourlanges, Budreikaitė, Busk, Cavada, Chatzimarkakis, Chiesa, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Klinz, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Letta, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pistelli, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Staniszewska, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Bertinotti, Brie, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Krarup, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Remek, Rizzo, Seppänen, Sjöstedt, Stroz, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Goudin, Lundgren, Pęk, Sinnott, Speroni

NI: Battilocchio, Belohorská, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, Masiel, Romagnoli, Rutowicz

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Becsey, Belet, Berend, Böge, Brejc, Brepoels, Březina, Brunetta, Busuttil, Buzek, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, Cederschiöld, Cesa, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doorn, Doyle, Duka-Zólyomi, Ebner, Esteves, Eurlings, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hatzidakis, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Kuźmiuk, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Pieper, Pīks, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Pomés Ruiz, Posselt, Protasiewicz, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Seeberg, Siekierski, Silva Peneda, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stubb, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Vernola, Vidal-Quadras Roca, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec

PSE: Andersson, Arif, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Badía i Cutchet, Barón Crespo, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bresso, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Duin, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lehtinen, Leichtfried, Leinen, Lévai, Liberadzki, Lienemann, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Navarro, Obiols i Germà, Öger, Paasilinna, Pahor, Paleckis, Patrie, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Stihler, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weiler, Westlund, Whitehead, Wynn, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Camre, Crowley, Didžiokas, Fotyga, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Libicki, Muscardini, Ó Neachtain, Pirilli, Roszkowski, Szymański, Tatarella, Zīle

Verts/ALE: Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Cramer, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 47

IND/DEM: Batten, Belder, Blokland, Bloom, Bonde, Borghezio, Clark, Coûteaux, Farage, Louis, Nattrass, Tomczak, Wise, Železný

NI: Allister, Kilroy-Silk, Martin Hans-Peter, Mote

PPE-DE: Ashworth, Beazley, Bowis, Bradbourn, Bushill-Matthews, Cabrnoch, Callanan, Dover, Duchoň, Ehler, Elles, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Jackson, Kirkhope, Nicholson, Ouzký, Parish, Purvis, Škottová, Stevenson, Strejček, Sturdy, Tannock, Van Orden, Varvitsiotis, Zvěřina

Onthoudingen: 26

ALDE: Starkevičiūtė

GUE/NGL: Pafilis

IND/DEM: Adwent, Chruszcz, Giertych, Grabowski, Karatzaferis, Krupa, Piotrowski, Rogalski, Salvini, Wierzejski

NI: Bobošíková, Claeys, Dillen, Gollnisch, Kozlík, Lang, Le Pen Jean-Marie, Le Rachinel, Martinez, Mölzer, Resetarits, Schenardi, Vanhecke

Verts/ALE: van Buitenen

36.   Verslag Xenogiannakopoulou A6-0069/2005

Voor: 553

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Birutis, Bourlanges, Budreikaitė, Busk, Cavada, Chatzimarkakis, Chiesa, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Klinz, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Letta, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pistelli, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Bertinotti, Brie, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Krarup, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Remek, Rizzo, Seppänen, Sjöstedt, Stroz, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Goudin, Lundgren

NI: Battilocchio, Bobošíková, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, Masiel, Rutowicz

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Becsey, Belet, Berend, Böge, Brejc, Brepoels, Březina, Brunetta, Busuttil, Buzek, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, Cederschiöld, Cesa, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doorn, Doyle, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Esteves, Eurlings, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hatzidakis, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Kuźmiuk, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Pīks, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Posselt, Protasiewicz, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Seeberg, Siekierski, Silva Peneda, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stubb, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Vernola, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec

PSE: Andersson, Arif, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Badía i Cutchet, Barón Crespo, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bresso, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Duin, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lehtinen, Leichtfried, Leinen, Lévai, Liberadzki, Lienemann, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Navarro, Obiols i Germà, Öger, Paasilinna, Paleckis, Patrie, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Stihler, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Walter, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zani

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Crowley, Didžiokas, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Libicki, Muscardini, Ó Neachtain, Pirilli, Roszkowski, Szymański, Tatarella, Zīle

Verts/ALE: Auken, Beer, Bennahmias, Buitenweg, Cohn-Bendit, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 52

IND/DEM: Batten, Bloom, Clark, Farage, Giertych, Krupa, Nattrass, Tomczak, Wise

NI: Allister, Claeys, Dillen, Gollnisch, Kilroy-Silk, Lang, Le Rachinel, Martinez, Mote, Romagnoli, Schenardi, Vanhecke

PPE-DE: Ashworth, Beazley, Bowis, Bradbourn, Bushill-Matthews, Cabrnoch, Callanan, Dover, Duchoň, Elles, Fajmon, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Jackson, Kirkhope, McMillan-Scott, Nicholson, Ouzký, Parish, Purvis, Škottová, Stevenson, Strejček, Sturdy, Tannock, Van Orden, Vlasák, Zvěřina

UEN: Camre

Onthoudingen: 25

GUE/NGL: Pafilis

IND/DEM: Adwent, Belder, Blokland, Borghezio, Chruszcz, Coûteaux, Grabowski, Karatzaferis, Louis, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Salvini, Sinnott, Speroni, Wierzejski, Železný

NI: Belohorská, Kozlík, Martin Hans-Peter, Mölzer, Resetarits

UEN: Fotyga

Verts/ALE: van Buitenen

37.   Verslag Xenogiannakopoulou A6-0069/2005

Voor: 554

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Birutis, Bourlanges, Budreikaitė, Cavada, Chatzimarkakis, Chiesa, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Karim, Klinz, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Letta, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pistelli, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Savi, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Bertinotti, Brie, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Krarup, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Remek, Rizzo, Seppänen, Sjöstedt, Stroz, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Goudin, Lundgren

NI: Belohorská, Bobošíková, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, Masiel, Rutowicz

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Becsey, Belet, Berend, Böge, Brejc, Brepoels, Březina, Brunetta, Busuttil, Buzek, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, Cederschiöld, Cesa, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doorn, Doyle, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Esteves, Eurlings, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hatzidakis, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Kuźmiuk, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Pieper, Pīks, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Posselt, Protasiewicz, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Seeberg, Siekierski, Silva Peneda, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stubb, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec

PSE: Andersson, Arif, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Badía i Cutchet, Barón Crespo, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bresso, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Duin, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lehtinen, Leichtfried, Leinen, Lévai, Liberadzki, Lienemann, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Navarro, Obiols i Germà, Öger, Paasilinna, Pahor, Paleckis, Patrie, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Stihler, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Crowley, Didžiokas, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Libicki, Muscardini, Ó Neachtain, Pirilli, Roszkowski, Szymański, Tatarella, Zīle

Verts/ALE: Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Cramer, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 55

IND/DEM: Batten, Bloom, Clark, Farage, Giertych, Nattrass, Pęk, Piotrowski, Tomczak, Wise

NI: Allister, Claeys, Dillen, Gollnisch, Kilroy-Silk, Lang, Le Pen Jean-Marie, Le Rachinel, Martinez, Mölzer, Mote, Romagnoli, Schenardi, Vanhecke

PPE-DE: Ashworth, Beazley, Bowis, Bradbourn, Bushill-Matthews, Cabrnoch, Callanan, Dover, Duchoň, Elles, Fajmon, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Jackson, Kirkhope, McMillan-Scott, Nicholson, Ouzký, Parish, Purvis, Škottová, Stevenson, Strejček, Sturdy, Tannock, Van Orden, Vlasák, Zvěřina

UEN: Camre

Onthoudingen: 23

GUE/NGL: Pafilis

IND/DEM: Adwent, Belder, Blokland, Bonde, Borghezio, Chruszcz, Coûteaux, Grabowski, Karatzaferis, Krupa, Louis, Rogalski, Salvini, Sinnott, Speroni, Wierzejski, Železný

NI: Kozlík, Martin Hans-Peter, Resetarits

UEN: Fotyga

Verts/ALE: van Buitenen

38.   Verslag Xenogiannakopoulou A6-0069/2005

Voor: 573

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Birutis, Bourlanges, Budreikaitė, Busk, Cavada, Chatzimarkakis, Chiesa, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Deprez, De Sarnez, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Klinz, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Letta, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pistelli, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Staniszewska, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Bertinotti, Brie, Catania, de Brún, Flasarová, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Krarup, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Remek, Rizzo, Seppänen, Sjöstedt, Stroz, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Belder, Blokland, Sinnott

NI: Battilocchio, Belohorská, Bobošíková, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, Martin Hans-Peter, Masiel, Resetarits, Rutowicz

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bowis, Bradbourn, Brejc, Brepoels, Březina, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Cabrnoch, Callanan, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, Cederschiöld, Cesa, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Kuźmiuk, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, McMillan-Scott, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pieper, Pīks, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Posselt, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Seeberg, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Strejček, Stubb, Sturdy, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Thyssen, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Vernola, Vidal-Quadras Roca, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina

PSE: Andersson, Arif, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Badía i Cutchet, Barón Crespo, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bresso, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Duin, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lehtinen, Leichtfried, Leinen, Lévai, Liberadzki, Lienemann, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Navarro, Obiols i Germà, Öger, Paasilinna, Pahor, Paleckis, Patrie, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Stihler, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zani

Verts/ALE: Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 38

GUE/NGL: Figueiredo, Guerreiro

IND/DEM: Bonde, Borghezio, Coûteaux, Goudin, Louis, Lundgren, Salvini, Speroni, Tomczak, Železný

NI: Gollnisch, Lang, Le Pen Jean-Marie, Le Rachinel, Martinez, Mölzer, Romagnoli, Schenardi

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Crowley, Didžiokas, Fotyga, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Libicki, Muscardini, Ó Neachtain, Pirilli, Roszkowski, Szymański, Tatarella, Zīle

Onthoudingen: 26

GUE/NGL: Pafilis

IND/DEM: Adwent, Batten, Bloom, Chruszcz, Clark, Farage, Giertych, Grabowski, Karatzaferis, Krupa, Nattrass, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Wierzejski, Wise

NI: Allister, Claeys, Dillen, Kilroy-Silk, Kozlík, Mote, Vanhecke

UEN: Camre

Verts/ALE: van Buitenen

39.   Verslag Xenogiannakopoulou A6-0069/2005

Voor: 571

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Birutis, Bourlanges, Budreikaitė, Busk, Cavada, Chatzimarkakis, Chiesa, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Kacin, Karim, Klinz, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Letta, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pistelli, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Bertinotti, Brie, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Krarup, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Pafilis, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Remek, Rizzo, Seppänen, Sjöstedt, Stroz, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Goudin, Lundgren

NI: Battilocchio, Belohorská, Bobošíková, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, Martin Hans-Peter, Masiel, Resetarits, Rutowicz

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bowis, Bradbourn, Brejc, Brepoels, Březina, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Cabrnoch, Callanan, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, Cederschiöld, Cesa, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Graça Moura, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gyürk, Handzlik, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Kuźmiuk, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, McMillan-Scott, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pieper, Pīks, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Posselt, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Seeber, Seeberg, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Strejček, Stubb, Sturdy, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Vernola, Vidal-Quadras Roca, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina

PSE: Andersson, Arif, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Badía i Cutchet, Barón Crespo, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bresso, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Duin, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lehtinen, Leichtfried, Leinen, Lévai, Liberadzki, Lienemann, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Navarro, Obiols i Germà, Öger, Paasilinna, Pahor, Paleckis, Patrie, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Stihler, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zani

Verts/ALE: Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cramer, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 33

IND/DEM: Bonde, Borghezio, Coûteaux, Salvini, Speroni, Tomczak, Železný

NI: Claeys, Gollnisch, Lang, Le Pen Jean-Marie, Le Rachinel, Martinez, Mölzer, Romagnoli, Schenardi

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Crowley, Didžiokas, Fotyga, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Libicki, Muscardini, Ó Neachtain, Roszkowski, Szymański, Tatarella, Zīle

Onthoudingen: 28

IND/DEM: Adwent, Batten, Belder, Blokland, Bloom, Chruszcz, Clark, Farage, Giertych, Grabowski, Karatzaferis, Krupa, Louis, Nattrass, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Sinnott, Wierzejski, Wise

NI: Allister, Dillen, Kilroy-Silk, Kozlík, Mote, Vanhecke

UEN: Camre

Verts/ALE: van Buitenen

40.   Verslag Xenogiannakopoulou A6-0069/2005

Voor: 556

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Birutis, Bourlanges, Budreikaitė, Busk, Cavada, Chatzimarkakis, Chiesa, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Klinz, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Letta, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pistelli, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Bertinotti, Brie, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Krarup, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Remek, Rizzo, Seppänen, Sjöstedt, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

NI: Battilocchio, Belohorská, Bobošíková, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, Masiel, Rutowicz

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Becsey, Belet, Berend, Böge, Brejc, Brepoels, Březina, Brunetta, Busuttil, Buzek, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, Cederschiöld, Cesa, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doorn, Doyle, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Esteves, Eurlings, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hatzidakis, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Kuźmiuk, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Pieper, Pīks, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Posselt, Protasiewicz, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Seeberg, Siekierski, Silva Peneda, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stubb, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Vernola, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec

PSE: Andersson, Arif, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Badía i Cutchet, Barón Crespo, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bresso, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Duin, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lehtinen, Leichtfried, Leinen, Lévai, Liberadzki, Lienemann, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Navarro, Obiols i Germà, Öger, Paasilinna, Pahor, Paleckis, Patrie, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Stihler, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Titley, Trautmann, Tzampazi, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Crowley, Didžiokas, Fotyga, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Libicki, Muscardini, Ó Neachtain, Szymański, Tatarella, Zīle

Verts/ALE: Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 70

IND/DEM: Adwent, Batten, Bloom, Bonde, Borghezio, Clark, Coûteaux, Farage, Giertych, Goudin, Grabowski, Krupa, Louis, Lundgren, Nattrass, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Salvini, Speroni, Tomczak, Wierzejski, Wise, Železný

NI: Allister, Claeys, Dillen, Gollnisch, Kilroy-Silk, Lang, Le Pen Jean-Marie, Le Rachinel, Martinez, Mölzer, Mote, Romagnoli, Schenardi, Vanhecke

PPE-DE: Ashworth, Beazley, Bowis, Bradbourn, Bushill-Matthews, Cabrnoch, Callanan, Dover, Duchoň, Elles, Fajmon, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Jackson, Kirkhope, McMillan-Scott, Nicholson, Ouzký, Parish, Purvis, Škottová, Stevenson, Strejček, Sturdy, Tannock, Van Orden, Vlasák, Zvěřina

UEN: Camre, Roszkowski

Onthoudingen: 10

GUE/NGL: Pafilis

IND/DEM: Belder, Blokland, Chruszcz, Karatzaferis, Sinnott

NI: Kozlík, Martin Hans-Peter, Resetarits

Verts/ALE: van Buitenen

41.   Verslag Kinnock A6-0075/2005

Voor: 272

ALDE: Sterckx

IND/DEM: Adwent, Belder, Blokland, Chruszcz, Coûteaux, Giertych, Grabowski, Karatzaferis, Krupa, Louis, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Salvini, Sinnott, Tomczak, Wierzejski, Železný

NI: Battilocchio, Belohorská, Bobošíková, Claeys, Czarnecki Marek Aleksander, Gollnisch, Lang, Le Pen Jean-Marie, Le Rachinel, Martinez, Masiel, Mölzer, Romagnoli, Schenardi

PPE-DE: Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Ayuso González, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bowis, Bradbourn, Brejc, Brepoels, Březina, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Cabrnoch, Callanan, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, Cesa, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Kuźmiuk, Lamassoure, Landsbergis, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, McMillan-Scott, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pieper, Pīks, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Posselt, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Strejček, Sturdy, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Vernola, Vidal-Quadras Roca, Vlasák, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Záborská, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina

PSE: Berès, Berlinguer, Cottigny, Medina Ortega, Stockmann

UEN: Berlato, Camre, Krasts, Kristovskis, Muscardini, Pirilli, Tatarella, Vaidere, Zīle

Verts/ALE: Isler Béguin

Tegen: 360

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Birutis, Bourlanges, Budreikaitė, Busk, Cavada, Chatzimarkakis, Chiesa, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Klinz, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Letta, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pistelli, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Staniszewska, Starkevičiūtė, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Bertinotti, Brie, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Krarup, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Pafilis, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Remek, Rizzo, Seppänen, Sjöstedt, Stroz, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Batten, Bonde, Borghezio, Clark, Goudin, Lundgren, Nattrass, Speroni, Wise

NI: Allister, Czarnecki Ryszard, Kilroy-Silk, Martin Hans-Peter, Mote, Resetarits, Rutowicz

PPE-DE: Albertini, Bachelot-Narquin, Cederschiöld, Fjellner, Grossetête, Ibrisagic, Itälä, Kauppi, Langen, Mathieu, Saïfi, Seeberg, Stubb, Vlasto

PSE: Andersson, Arif, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Badía i Cutchet, Barón Crespo, Beglitis, Beňová, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bono, Bresso, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Duin, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lehtinen, Leichtfried, Leinen, Lévai, Liberadzki, Lienemann, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Myller, Napoletano, Navarro, Obiols i Germà, Öger, Paasilinna, Pahor, Paleckis, Patrie, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Bielan, Crowley, Didžiokas, Kamiński, Libicki, Ó Neachtain, Roszkowski, Szymański

Verts/ALE: Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Onthoudingen: 8

NI: Dillen, Kozlík, Vanhecke

PSE: Muscat

UEN: Aylward, Fotyga, Janowski

Verts/ALE: van Buitenen

42.   Verslag Kinnock A6-0075/2005

Voor: 256

ALDE: Guardans Cambó, Harkin, Toia

IND/DEM: Adwent, Batten, Belder, Blokland, Borghezio, Chruszcz, Clark, Giertych, Goudin, Grabowski, Krupa, Lundgren, Nattrass, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Salvini, Sinnott, Speroni, Tomczak, Wierzejski, Wise, Železný

NI: Claeys, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, Dillen, Gollnisch, Lang, Le Pen Jean-Marie, Le Rachinel, Martinez, Masiel, Mölzer, Romagnoli, Schenardi, Vanhecke

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Berend, Böge, Bradbourn, Brejc, Brepoels, Březina, Brunetta, Busuttil, Buzek, Cabrnoch, Callanan, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, Cesa, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Dover, Doyle, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Florenz, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Kuźmiuk, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Olbrycht, Őry, Ouzký, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pieper, Pīks, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Posselt, Protasiewicz, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Siekierski, Silva Peneda, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Strejček, Sturdy, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, Vernola, Vidal-Quadras Roca, Vlasák, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, von Wogau, Wojciechowski, Záborská, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina

PSE: Berlinguer

UEN: Bielan, Camre, Crowley, Didžiokas, Fotyga, Janowski, Kamiński, Krasts, Libicki, Ó Neachtain, Roszkowski, Szymański

Tegen: 364

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Birutis, Bourlanges, Budreikaitė, Busk, Cavada, Chatzimarkakis, Chiesa, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Hall, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Klinz, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Letta, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pistelli, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Bertinotti, Brie, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Krarup, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Pafilis, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Remek, Rizzo, Seppänen, Sjöstedt, Stroz, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Bonde

NI: Kilroy-Silk, Martin Hans-Peter, Mote, Resetarits, Rutowicz

PPE-DE: Bachelot-Narquin, Bowis, Cederschiöld, Doorn, Eurlings, Fjellner, Fontaine, Gaubert, Gauzès, Grossetête, Ibrisagic, Jackson, Kasoulides, Kauppi, Martens, Mathieu, Oomen-Ruijten, Purvis, Saïfi, Seeberg, Stubb, Sudre, Toubon, Vlasto, Wijkman, Wortmann-Kool

PSE: Andersson, Arif, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Badía i Cutchet, Barón Crespo, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bono, Bresso, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Duin, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lehtinen, Leichtfried, Leinen, Lévai, Liberadzki, Lienemann, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Navarro, Obiols i Germà, Öger, Paasilinna, Pahor, Paleckis, Patrie, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Berlato, Kristovskis, Muscardini, Pirilli, Tatarella, Vaidere, Zīle

Verts/ALE: Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Onthoudingen: 11

NI: Allister, Battilocchio, Belohorská, Bobošíková, Kozlík

PPE-DE: Fajmon, McMillan-Scott, Škottová, Van Orden

UEN: Aylward

Verts/ALE: van Buitenen

43.   Verslag Kinnock A6-0075/2005

Voor: 262

ALDE: Harkin

IND/DEM: Adwent, Belder, Blokland, Chruszcz, Coûteaux, Giertych, Grabowski, Karatzaferis, Krupa, Louis, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Sinnott, Tomczak, Wierzejski, Železný

NI: Allister, Battilocchio, Belohorská, Bobošíková, Claeys, Czarnecki Marek Aleksander, Gollnisch, Lang, Le Pen Jean-Marie, Le Rachinel, Martinez, Masiel, Mölzer, Romagnoli, Rutowicz, Schenardi, Vanhecke

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bradbourn, Brejc, Brepoels, Březina, Brunetta, Buzek, Cabrnoch, Callanan, Carollo, Caspary, Castiglione, Cesa, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Dover, Doyle, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Kuźmiuk, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Niebler, Novak, Olajos, Olbrycht, Őry, Ouzký, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pieper, Pīks, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Posselt, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Strejček, Sturdy, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, Vernola, Vidal-Quadras Roca, Vlasák, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, von Wogau, Wojciechowski, Zaleski, Zappalà, Zieleniec, Zvěřina

PSE: Grech, Muscat, Zingaretti

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Crowley, Didžiokas, Fotyga, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Libicki, Muscardini, Ó Neachtain, Pirilli, Roszkowski, Szymański, Tatarella, Vaidere, Zīle

Tegen: 355

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Birutis, Bourlanges, Budreikaitė, Busk, Cavada, Chatzimarkakis, Chiesa, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Klinz, Krahmer, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Letta, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pistelli, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Bertinotti, Brie, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Krarup, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Pafilis, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Remek, Rizzo, Seppänen, Sjöstedt, Stroz, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Bonde

NI: Czarnecki Ryszard, Kilroy-Silk, Martin Hans-Peter, Mote, Resetarits

PPE-DE: Bowis, Busuttil, Casa, Cederschiöld, Doorn, Esteves, Eurlings, Fjellner, Gaubert, Gauzès, Grossetête, Ibrisagic, Jackson, Kauppi, Martens, Mathieu, van Nistelrooij, Oomen-Ruijten, Saïfi, Seeberg, Stubb, Sudre, Toubon, Vlasto, Wijkman, Wortmann-Kool, Záborská

PSE: Andersson, Arif, Arnaoutakis, Assis, Badía i Cutchet, Barón Crespo, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bresso, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Duin, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Grabowska, Gröner, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lehtinen, Leichtfried, Leinen, Lévai, Liberadzki, Lienemann, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Myller, Napoletano, Navarro, Obiols i Germà, Öger, Paasilinna, Pahor, Paleckis, Patrie, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zani

Verts/ALE: Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Cramer, Flautre, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Onthoudingen: 19

ALDE: Kułakowski

IND/DEM: Batten, Bloom, Borghezio, Clark, Goudin, Lundgren, Nattrass, Salvini, Speroni, Wise

NI: Kozlík

PPE-DE: Fajmon, McMillan-Scott, Van Orden, Varvitsiotis

PSE: Attard-Montalto

UEN: Camre

Verts/ALE: van Buitenen

44.   Verslag Kinnock A6-0075/2005

Voor: 262

IND/DEM: Adwent, Batten, Belder, Blokland, Bloom, Borghezio, Chruszcz, Clark, Coûteaux, Giertych, Grabowski, Karatzaferis, Krupa, Louis, Nattrass, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Sinnott, Tomczak, Wierzejski, Wise, Železný

NI: Battilocchio, Belohorská, Bobošíková, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, Dillen, Gollnisch, Lang, Le Pen Jean-Marie, Le Rachinel, Martinez, Masiel, Mölzer, Romagnoli, Rutowicz, Schenardi, Vanhecke

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Ayuso González, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Berend, Böge, Bradbourn, Brejc, Brepoels, Březina, Brunetta, Bushill-Matthews, Buzek, Cabrnoch, Callanan, Carollo, Caspary, Castiglione, Cederschiöld, Cesa, Chmielewski, Coelho, Coveney, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Dover, Doyle, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Florenz, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Kuźmiuk, Landsbergis, Langen, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Niebler, Novak, Olajos, Olbrycht, Őry, Ouzký, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pieper, Pīks, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Posselt, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Sturdy, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, Vernola, Vidal-Quadras Roca, Vlasák, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, von Wogau, Wojciechowski, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Camre, Crowley, Didžiokas, Fotyga, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Libicki, Muscardini, Ó Neachtain, Pirilli, Roszkowski, Szymański, Tatarella, Vaidere, Zīle

Tegen: 364

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Birutis, Bourlanges, Budreikaitė, Busk, Cavada, Chatzimarkakis, Chiesa, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Klinz, Krahmer, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Letta, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pistelli, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Bertinotti, Brie, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Krarup, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Pafilis, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Remek, Rizzo, Seppänen, Sjöstedt, Stroz, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Bonde

NI: Kilroy-Silk, Martin Hans-Peter, Mote, Resetarits

PPE-DE: Bachelot-Narquin, Bowis, Busuttil, Casa, Daul, Doorn, Esteves, Eurlings, Fjellner, Fontaine, Gaubert, Gauzès, Grossetête, Ibrisagic, Itälä, Kasoulides, Kauppi, Lamassoure, Martens, Mathieu, Nicholson, van Nistelrooij, Oomen-Ruijten, Saïfi, Seeberg, Strejček, Stubb, Sudre, Toubon, Vlasto, Wijkman, Wortmann-Kool, Záborská

PSE: Andersson, Arif, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Badía i Cutchet, Barón Crespo, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bresso, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Duin, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Grabowska, Gröner, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lehtinen, Leichtfried, Leinen, Lévai, Liberadzki, Lienemann, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Myller, Napoletano, Navarro, Obiols i Germà, Öger, Paasilinna, Pahor, Paleckis, Patrie, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

Verts/ALE: Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Onthoudingen: 14

ALDE: Kułakowski

IND/DEM: Goudin, Lundgren, Salvini, Speroni

NI: Allister, Kozlík

PPE-DE: Belet, Fajmon, McMillan-Scott, Varvitsiotis

PSE: Grech, Muscat

Verts/ALE: van Buitenen

45.   Verslag Kinnock A6-0075/2005

Voor: 262

IND/DEM: Adwent, Belder, Blokland, Chruszcz, Coûteaux, Giertych, Grabowski, Karatzaferis, Krupa, Louis, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Salvini, Sinnott, Tomczak, Wierzejski, Železný

NI: Bobošíková, Claeys, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, Dillen, Gollnisch, Lang, Le Pen Jean-Marie, Le Rachinel, Martinez, Masiel, Mölzer, Romagnoli, Schenardi, Vanhecke

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Ayuso González, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Berend, Böge, Bowis, Bradbourn, Brejc, Brepoels, Březina, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Cabrnoch, Callanan, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, Cesa, Chmielewski, Coelho, Coveney, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Dover, Doyle, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Kuźmiuk, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, McMillan-Scott, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Nicholson, Niebler, Novak, Olajos, Olbrycht, Őry, Ouzký, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pieper, Pīks, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Posselt, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Strejček, Sturdy, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, Vernola, Vidal-Quadras Roca, Vlasák, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, von Wogau, Wojciechowski, Záborská, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Camre, Crowley, Didžiokas, Fotyga, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Libicki, Muscardini, Ó Neachtain, Pirilli, Roszkowski, Szymański, Tatarella, Vaidere, Zīle

Tegen: 351

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Birutis, Bourlanges, Budreikaitė, Busk, Cavada, Chatzimarkakis, Chiesa, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Klinz, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Letta, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pistelli, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Bertinotti, Brie, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Krarup, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Pafilis, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Remek, Rizzo, Seppänen, Sjöstedt, Stroz, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Bonde

NI: Martin Hans-Peter, Resetarits, Rutowicz

PPE-DE: Bachelot-Narquin, Cederschiöld, Daul, Doorn, Eurlings, Fjellner, Fontaine, Gaubert, Gauzès, Grossetête, Ibrisagic, Itälä, Kasoulides, Kauppi, Martens, Mathieu, van Nistelrooij, Oomen-Ruijten, Saïfi, Seeberg, Stubb, Sudre, Toubon, Vlasto, Wijkman, Wortmann-Kool

PSE: Andersson, Arif, Arnaoutakis, Assis, Badía i Cutchet, Barón Crespo, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bresso, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Duin, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lehtinen, Leichtfried, Leinen, Lévai, Liberadzki, Lienemann, McAvan, Madeira, Maňka, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Myller, Napoletano, Navarro, Obiols i Germà, Öger, Paasilinna, Pahor, Paleckis, Patrie, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Stihler, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

Verts/ALE: Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Onthoudingen: 20

IND/DEM: Batten, Bloom, Borghezio, Clark, Goudin, Lundgren, Nattrass, Speroni, Wise

NI: Allister, Battilocchio, Belohorská, Kilroy-Silk, Kozlík, Mote

PPE-DE: Belet, Guellec, Varvitsiotis

PSE: Muscat

Verts/ALE: van Buitenen

46.   Verslag Kinnock A6-0075/2005

Voor: 79

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Bertinotti, Brie, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Pafilis, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Remek, Rizzo, Seppänen, Sjöstedt, Stroz, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Bonde

NI: Battilocchio, Belohorská, Resetarits

PSE: McAvan

UEN: Camre

Verts/ALE: Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Cramer, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 506

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Birutis, Bourlanges, Budreikaitė, Busk, Cavada, Chatzimarkakis, Chiesa, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Klinz, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Letta, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pistelli, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

IND/DEM: Batten, Belder, Blokland, Bloom, Borghezio, Clark, Goudin, Lundgren, Nattrass, Salvini, Sinnott, Speroni, Wise, Železný

NI: Allister, Bobošíková, Masiel

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bowis, Bradbourn, Brejc, Brepoels, Březina, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Cabrnoch, Callanan, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, Cederschiöld, Cesa, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Fajmon, Fatuzzo, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Gomolka, Graça Moura, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Kuźmiuk, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pieper, Pīks, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Posselt, Protasiewicz, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schwab, Seeber, Seeberg, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Strejček, Stubb, Sturdy, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, Vernola, Vidal-Quadras Roca, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Záborská, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina

PSE: Andersson, Arif, Assis, Attard-Montalto, Badía i Cutchet, Barón Crespo, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berlinguer, Berman, Bono, Bresso, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Duin, El Khadraoui, Estrela, Evans Robert, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lehtinen, Leinen, Lévai, Liberadzki, Lienemann, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Napoletano, Navarro, Obiols i Germà, Öger, Paasilinna, Pahor, Paleckis, Patrie, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Valenciano Martínez-Orozco, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Crowley, Didžiokas, Fotyga, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Libicki, Muscardini, Ó Neachtain, Pirilli, Roszkowski, Szymański, Vaidere, Zīle

Verts/ALE: Flautre

Onthoudingen: 40

IND/DEM: Adwent, Chruszcz, Coûteaux, Giertych, Grabowski, Karatzaferis, Krupa, Louis, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Tomczak, Wierzejski

NI: Claeys, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, Dillen, Kilroy-Silk, Kozlík, Lang, Le Rachinel, Martin Hans-Peter, Martinez, Mölzer, Mote, Romagnoli, Rutowicz, Schenardi, Vanhecke

PSE: Berger, Bösch, Castex, Ettl, Haug, Leichtfried, Prets, Scheele, Swoboda, Van Lancker

Verts/ALE: van Buitenen

47.   Verslag Kinnock A6-0075/2005

Voor: 126

ALDE: Andria, Attwooll, Chiesa, Davies, Duff, Hall, in 't Veld, Jensen, Karim, Ludford, Lynne, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Starkevičiūtė, Väyrynen, Wallis

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Bertinotti, Brie, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Pafilis, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Remek, Rizzo, Seppänen, Sjöstedt, Stroz, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Bonde

NI: Battilocchio, Belohorská, Dillen, Resetarits

PSE: Arif, Berès, Berger, Bösch, Bono, Carlotti, Castex, Cottigny, De Vits, Douay, El Khadraoui, Ettl, Ferreira Anne, Fruteau, Gomes, Guy-Quint, Hamon, Haug, Hazan, Laignel, Leichtfried, Moscovici, Reynaud, Rocard, Roure, Scheele, Sornosa Martínez, Trautmann, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Whitehead

Verts/ALE: Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 474

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Beaupuy, Birutis, Bourlanges, Budreikaitė, Busk, Cavada, Chatzimarkakis, Cocilovo, Cornillet, Costa, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Harkin, Jäätteenmäki, Juknevičienė, Kacin, Klinz, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Letta, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Oviir, Pistelli, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Staniszewska, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Van Hecke, Virrankoski, Watson

IND/DEM: Adwent, Belder, Blokland, Borghezio, Chruszcz, Giertych, Grabowski, Karatzaferis, Krupa, Lundgren, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Salvini, Sinnott, Speroni, Tomczak, Wierzejski, Železný

NI: Bobošíková, Masiel

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bowis, Bradbourn, Brejc, Brepoels, Březina, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Cabrnoch, Callanan, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, Cederschiöld, Cesa, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Fajmon, Fatuzzo, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Gomolka, Graça Moura, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Kuźmiuk, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pieper, Pīks, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Posselt, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schwab, Seeber, Seeberg, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Strejček, Stubb, Sturdy, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Vernola, Vidal-Quadras Roca, Vlasák, Vlasto, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Záborská, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Badía i Cutchet, Barón Crespo, Beglitis, Beňová, van den Berg, Berlinguer, Berman, Bresso, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, De Keyser, De Rossa, Díez González, Dobolyi, Dührkop Dührkop, Duin, Estrela, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Elisa, Ford, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Hänsch, Hasse Ferreira, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Lambrinidis, Lehtinen, Leinen, Lévai, Liberadzki, Lienemann, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Muscat, Myller, Napoletano, Navarro, Obiols i Germà, Öger, Paasilinna, Paleckis, Patrie, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Rapkay, Rasmussen, Riera Madurell, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Thomsen, Titley, Tzampazi, Valenciano Martínez-Orozco, Vincenzi, Walter, Weiler, Westlund, Wiersma, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Camre, Crowley, Didžiokas, Fotyga, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Libicki, Muscardini, Ó Neachtain, Pirilli, Roszkowski, Szymański, Vaidere, Zīle

Onthoudingen: 29

ALDE: Hennis-Plasschaert

IND/DEM: Batten, Bloom, Clark, Coûteaux, Goudin, Louis, Nattrass, Wise

NI: Allister, Claeys, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, Gollnisch, Kilroy-Silk, Kozlík, Lang, Le Pen Jean-Marie, Le Rachinel, Martin Hans-Peter, Martinez, Mölzer, Mote, Romagnoli, Rutowicz, Schenardi, Vanhecke

PSE: Prets

Verts/ALE: van Buitenen

48.   Verslag Kinnock A6-0075/2005

Voor: 245

IND/DEM: Adwent, Belder, Blokland, Chruszcz, Giertych, Grabowski, Karatzaferis, Krupa, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Salvini, Sinnott, Tomczak, Wierzejski, Železný

NI: Bobošíková, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, Le Pen Jean-Marie, Le Rachinel, Masiel, Mölzer, Romagnoli, Schenardi, Vanhecke

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Berend, Böge, Bradbourn, Brejc, Brepoels, Březina, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Cabrnoch, Callanan, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, Cesa, Chmielewski, Coelho, Coveney, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Fajmon, Fatuzzo, Fernández Martín, Florenz, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Gomolka, Graça Moura, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Iturgaiz Angulo, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Kuźmiuk, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Olbrycht, Őry, Ouzký, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pieper, Pīks, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Posselt, Protasiewicz, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schwab, Seeber, Siekierski, Silva Peneda, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Strejček, Sturdy, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Vidal-Quadras Roca, Vlasák, Weber Manfred, Wieland, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Záborská, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec

UEN: Aylward, Berlato, Bielan, Camre, Crowley, Didžiokas, Fotyga, Janowski, Kamiński, Libicki, Muscardini, Ó Neachtain, Pirilli, Roszkowski, Szymański

Tegen: 359

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Birutis, Bourlanges, Budreikaitė, Busk, Cavada, Chatzimarkakis, Chiesa, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Klinz, Krahmer, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Letta, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pistelli, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Bertinotti, Brie, Catania, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Pafilis, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Remek, Rizzo, Seppänen, Sjöstedt, Stroz, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Bonde, Goudin, Lundgren

NI: Battilocchio, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, Martin Hans-Peter, Resetarits, Rutowicz

PPE-DE: Ayuso González, Bachelot-Narquin, Bowis, Cederschiöld, Daul, Fjellner, Gaubert, Gauzès, Grossetête, Ibrisagic, Itälä, Jackson, Kauppi, Mathieu, Oomen-Ruijten, Purvis, Saïfi, Seeberg, Stubb, Sudre, Vlasto, Wijkman

PSE: Andersson, Arif, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Badía i Cutchet, Barón Crespo, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bresso, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Duin, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lehtinen, Leichtfried, Leinen, Lévai, Liberadzki, Lienemann, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Navarro, Obiols i Germà, Öger, Paasilinna, Pahor, Paleckis, Patrie, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Krasts, Kristovskis, Vaidere, Zīle

Verts/ALE: Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Onthoudingen: 21

ALDE: Kułakowski

IND/DEM: Batten, Bloom, Borghezio, Clark, Nattrass, Speroni, Wise

NI: Allister, Belohorská, Kilroy-Silk, Kozlík, Martinez, Mote

PPE-DE: Fontaine, Samaras, Škottová, Thyssen, Van Orden, Zvěřina

Verts/ALE: van Buitenen

49.   Verslag Kinnock A6-0075/2005

Voor: 267

ALDE: Toia, Van Hecke

IND/DEM: Adwent, Belder, Blokland, Chruszcz, Coûteaux, Giertych, Grabowski, Krupa, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Sinnott, Tomczak, Wierzejski, Železný

NI: Allister, Belohorská, Bobošíková, Claeys, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, Dillen, Gollnisch, Lang, Le Pen Jean-Marie, Le Rachinel, Martinez, Masiel, Mölzer, Romagnoli, Rutowicz, Schenardi, Vanhecke

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Ayuso González, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bradbourn, Brejc, Brepoels, Březina, Brunetta, Bushill-Matthews, Buzek, Cabrnoch, Callanan, Carollo, Caspary, Castiglione, Cederschiöld, Cesa, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Fatuzzo, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Gomolka, Graça Moura, Gräßle, de Grandes Pascual, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Higgins, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Kuźmiuk, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pieper, Pīks, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Posselt, Protasiewicz, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schwab, Seeber, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Strejček, Sturdy, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Vernola, Vidal-Quadras Roca, Vlasák, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec

PSE: Grech, Muscat

UEN: Berlato, Bielan, Fotyga, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Libicki, Muscardini, Pirilli, Roszkowski, Szymański, Vaidere, Zīle

Verts/ALE: Turmes

Tegen: 346

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Birutis, Bourlanges, Budreikaitė, Busk, Cavada, Chatzimarkakis, Chiesa, Cocilovo, Cornillet, Costa, Davies, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Klinz, Krahmer, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Letta, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pistelli, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Väyrynen, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Bertinotti, Brie, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Pafilis, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Remek, Rizzo, Seppänen, Sjöstedt, Stroz, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Bonde, Borghezio, Goudin, Lundgren, Salvini, Speroni

NI: Battilocchio, Martin Hans-Peter, Resetarits

PPE-DE: Bachelot-Narquin, Bowis, Busuttil, Casa, Kauppi, Mathieu, Purvis, Saïfi, Samaras, Seeberg, Stubb, Vlasto, Záborská

PSE: Andersson, Arif, Arnaoutakis, Assis, Badía i Cutchet, Barón Crespo, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bresso, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Duin, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Gomes, Grabowska, Gröner, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lehtinen, Leichtfried, Leinen, Lévai, Liberadzki, Lienemann, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Myller, Napoletano, Navarro, Obiols i Germà, Öger, Paasilinna, Pahor, Paleckis, Patrie, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Aylward, Camre, Crowley, Didžiokas, Ó Neachtain

Verts/ALE: Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Ždanoka

Onthoudingen: 17

ALDE: Kułakowski

IND/DEM: Batten, Bloom, Clark, Karatzaferis, Louis, Nattrass, Wise

NI: Kilroy-Silk, Kozlík, Mote

PPE-DE: Fajmon, Nicholson, Van Orden, Zvěřina

PSE: Attard-Montalto

Verts/ALE: van Buitenen

50.   Verslag Kinnock A6-0075/2005

Voor: 539

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Birutis, Bourlanges, Busk, Cavada, Chatzimarkakis, Chiesa, Cocilovo, Cornillet, Costa, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Geremek, Griesbeck, Guardans Cambó, Hall, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Klinz, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Letta, Ludford, Lynne, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pistelli, Polfer, Prodi, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Bertinotti, Brie, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Remek, Sjöstedt, Stroz, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Bonde

NI: Battilocchio, Belohorská, Bobošíková, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, Martin Hans-Peter, Masiel, Resetarits, Rutowicz

PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bowis, Bradbourn, Brejc, Březina, Brunetta, Bushill-Matthews, Buzek, Cabrnoch, Callanan, Carollo, Caspary, Castiglione, Cederschiöld, Cesa, Chmielewski, Coelho, Coveney, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Eurlings, Fatuzzo, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Graça Moura, Gräßle, de Grandes Pascual, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Hoppenstedt, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jeggle, Jordan Cizelj, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Kuźmiuk, Lamassoure, Langen, Lehne, Liese, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Pálfi, Papastamkos, Parish, Pieper, Pīks, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schwab, Seeber, Seeberg, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Strejček, Stubb, Sturdy, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Vernola, Vidal-Quadras Roca, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina

PSE: Andersson, Arif, Arnaoutakis, Assis, Badía i Cutchet, Barón Crespo, Beglitis, Beňová, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bresso, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Duin, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Golik, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Laignel, Lambrinidis, Lehtinen, Leichtfried, Leinen, Lévai, Liberadzki, Lienemann, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Myller, Napoletano, Navarro, Obiols i Germà, Öger, Paasilinna, Pahor, Piecyk, Pinior, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rocard, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Segelström, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarabella, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Berlato, Krasts, Kristovskis, Pirilli, Zīle

Verts/ALE: Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lipietz, Lucas, Özdemir, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Ždanoka

Tegen: 52

IND/DEM: Adwent, Batten, Belder, Blokland, Bloom, Borghezio, Chruszcz, Clark, Coûteaux, Giertych, Goudin, Grabowski, Karatzaferis, Krupa, Louis, Lundgren, Nattrass, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Salvini, Sinnott, Speroni, Tomczak, Wierzejski, Wise, Železný

NI: Claeys, Dillen, Gollnisch, Kilroy-Silk, Lang, Le Pen Jean-Marie, Le Rachinel, Martinez, Mölzer, Mote, Romagnoli, Schenardi, Vanhecke

PPE-DE: Kaczmarek, Klich, Mantovani, Panayotopoulos-Cassiotou, Posselt

UEN: Bielan, Fotyga, Janowski, Kamiński, Libicki, Roszkowski, Szymański

Onthoudingen: 19

ALDE: Budreikaitė, Harkin

GUE/NGL: Pafilis

NI: Allister, Kozlík

PPE-DE: Busuttil, Casa, Helmer, Jarzembowski, Záborská

PSE: Goebbels, Muscat

UEN: Aylward, Camre, Crowley, Didžiokas, Ó Neachtain, Vaidere

Verts/ALE: van Buitenen


AANGENOMEN TEKSTEN

 

P6_TA(2005)0083

Gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS) vanwege de toetreding *** I

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de opstelling van een gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS) vanwege de toetreding van de Tsjechische Republiek, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie (COM(2004)0592 — C6-0118/2004 — 2004/0202(COD))

(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2004)0592) (1),

gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 285 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C6-0118/2004),

gelet op artikel 51 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie regionale ontwikkeling (A6-0067/2005),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het voorstel van de Commissie;

2.

verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.

ondersteunt de Commissie bij het voorleggen aan het Europees Parlement en de Raad van een mededeling over de wenselijkheid om voor heel Europa voorschriften voor meer gedetailleerde niveaus in de NUTS-nomenclatuur vast te stellen, als bepaald in artikel 2, lid 5 van Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 betreffende de opstelling van een gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS) (2);

4.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

(2)  PB L 154 van 21.6.2003, blz. 1.

P6_TA(2005)0084

Aanwijzing van Europol als het centraal orgaan voor de bestrijding van eurovalsemunterij *

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het initiatief van de Bondsrepubliek Duitsland, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland met het oog op de aanneming van een besluit van de Raad over de bescherming van de euro tegen valsemunterij middels de aanwijzing van Europol als het centraal orgaan voor de bestrijding van euro-valsemunterij (14811/2004 — C6-0221/2004 — 2004/0817(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

gezien het initiatief van de Bondsrepubliek Duitsland, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (14811/2004) (1),

gelet op artikel 30, lid 1, onder c) en artikel 34, lid 2, onder c) van het EU-Verdrag,

gelet op artikel 39, lid 1 van het EU-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C6-0221/2004),

gelet op de artikelen 93 en 51 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken en het advies van de Commissie economische en monetaire zaken (A6-0079/2005),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het initiatief van de Bondsrepubliek Duitsland, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt de Raad de tekst van het initiatief dienovereenkomstig te wijzigen;

3.

verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

4.

wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het initiatief van de Bondsrepubliek Duitsland, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland;

5.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regeringen van de Bondsrepubliek Duitsland, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland.

DOOR DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, HET KONINKRIJK SPANJE, DE FRANSE REPUBLIEK, DE ITALIAANSE REPUBLIEK EN HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND VOORGESTELDE TEKST

AMENDEMENTEN VAN HET PARLEMENT

Amendement 1

Overweging 1

(1) De euro is, als wettig betaalmiddel van 12 lidstaten, steeds meer een wereldwijd gebruikte munt en is daarom een doelwit bij uitstek geworden van internationale organisaties van valsemunters .

(1) De euro is, als wettig betaalmiddel van 12 lidstaten, wereldwijd een uiterst belangrijke munt geworden, en de valsemunterij ervan is daarom een doelwit bij uitstek geworden van nationale en internationale misdadige organisaties , die zowel binnen als buiten de Europese Unie opereren .

Amendement 2

Overweging 2

(2) De euro is ook doelwit geworden van valsemunters in derde landen.

Schrappen.

Amendement 3

Overweging 3 bis (nieuw)

 

(3 bis) De lidstaten kunnen niet individueel zorgen voor een adequate bescherming van de euro, aangezien de biljetten en munten ook buiten het grondgebied van de aan de monetaire unie deelnemende lidstaten in omloop zijn.

Amendement 4

Overweging 3 ter (nieuw)

 

(3 ter) Het is tevens noodzakelijk de samenwerking tussen de lidstaten onderling en met Europol te versterken, teneinde het systeem van bescherming van de euro buiten het grondgebied van de Europese Unie te verbeteren.

Amendement 5

Overweging 4

(4) Het Verdrag ter bestrijding van de valsemunterij, dat op 20 april 1929 in Genève is gesloten („het Verdrag van Genève”) moet doeltreffender worden toegepast volgens de voorwaarden van de Europese integratie .

(4) Het Internationaal Verdrag ter bestrijding van de valsemunterij, dat op 20 april 1929 in Genève is gesloten („het Verdrag van Genève”) en het protocol daarbij moeten doeltreffender worden toegepast , teneinde een omvattende, effectieve en homogene bescherming van de euro te garanderen .

Amendement 6

Overweging 5

(5) Derde landen hebben een centraal contactpunt nodig voor informatie over valse euro's en alle informatie over valse euro's moet voor analyse bij Europol bijeen worden gebracht.

(5) Derde landen hebben een centraal contactpunt nodig voor informatie over valse euro's en alle informatie over valse euro's moet voor analyse bij Europol bijeen worden gebracht , parallel aan en in nauwe samenwerking met de nationale centrale bureaus van de lidstaten .

Amendement 7

Overweging 6

(6) Gezien Verordening (EG) nr. 1338/2001 van de Raad van 28 juni 2001 tot vaststelling van maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij is de Raad van oordeel dat alle lidstaten partij moeten worden bij het Verdrag van Genève en centrale bureaus moeten opzetten in de zin van artikel 12 van het Verdrag van Genève.

(6) Gezien het Kaderbesluit van de Raad van 29 mei 2000 tot versterking, door middel van strafrechtelijke en andere sancties, van de bescherming tegen valsemunterij in verband met het in omloop brengen van de euro (2) en gezien Verordening (EG) nr. 1338/2001 van de Raad van 28 juni 2001 tot vaststelling van maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij is de Raad van oordeel dat alle lidstaten partij moeten worden bij het Verdrag van Genève en centrale bureaus moeten opzetten in de zin van artikel 12 van het Verdrag van Genève.

Amendement 8

Overweging 7

(7) De Raad acht het zinvol dat Europol wordt aangewezen als het centrale bureau voor de bestrijding van euro-valsemunterij in de zin van artikel 12 van het Verdrag van Genève,

(7) De Raad acht het zinvol dat Europol wordt aangewezen als het centrale bureau voor de bestrijding van euro-valsemunterij in de zin van artikel 12 van het Verdrag van Genève , een taak die het in nauwe samenwerking met de nationale centrale bureaus van de lidstaten zal vervullen .

Amendement 9

Artikel 1, lid 1

1. Voor de lidstaten die partij zijn bij het Verdrag ter bestrijding van de valsemunterij, dat op 20 april 1929 in Genève is gesloten („het Verdrag van Genève”), te weten Oostenrijk, België, de Tsjechische Republiek, Denemarken, Finland, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Polen, Portugal, Spanje, Zweden en het Verenigd Koninkrijk, treedt Europol, overeenkomstig de aan dit besluit gehechte verklaring („de Verklaring”), op als het centrale bureau voor de bestrijding van euro-valsemunterij in de betekenis van artikel 12, eerste zin, van het Verdrag van Genève. Wat betreft de valsemunterij van alle andere muntsoorten en de functies van het centrale bureau die niet overeenkomstig de Verklaring aan Europol zijn gedelegeerd, blijven de bestaande bevoegdheden van de nationale centrale bureaus van kracht.

1. Voor alle lidstaten treedt Europol, overeenkomstig de aan dit besluit gehechte verklaring („de Verklaring”), op als het centrale bureau van de Europese Unie voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij in de betekenis van artikel 12, eerste zin, van het Verdrag van Genève , parallel aan en in nauwe samenwerking met de nationale centrale bureaus van de lidstaten . Wat betreft de valsemunterij van alle andere muntsoorten en de functies van het centrale bureau die al dan niet overeenkomstig de Verklaring aan Europol zijn gedelegeerd, blijven de bestaande bevoegdheden van de nationale centrale bureaus van kracht.

Amendement 10

Artikel 1, lid 2

2. De lidstaten die nog geen partij zijn bij het Verdrag van Genève, te weten Cyprus, Estland, Letland, Litouwen, Malta, Slowakije en Slovenië, treden toe tot dit verdrag. Op het moment dat zij toetreden tot het Verdrag van Genève, wijzen zij Europol overeenkomstig de aangehechte verklaring aan als centraal bureau voor de bestrijding van euro-valsemunterij, overeenkomstig artikel 12, eerste zin, van het Verdrag van Genève.

Schrappen.

Amendement 11

Artikel 2, lid 1

1. De regeringen van de lidstaten die partij zijn bij het Verdrag van Genève, dienen de Verklaring in en dragen de vertegenwoordiger van de Bondsrepubliek Duitsland op de verklaringen te doen toekomen aan de secretaris-generaal van de Verenigde Naties.

1. De regeringen van de lidstaten dienen de Verklaring in en dragen de vertegenwoordiger van de Bondsrepubliek Duitsland op de verklaringen te doen toekomen aan de secretaris-generaal van de Verenigde Naties.

Amendement 12

Artikel 2, lid 2

2. De regeringen van de lidstaten die nog geen partij zijn bij het Verdrag van Genève dienen, indien zij tot het Verdrag toetreden, de Verklaring onverwijld in en dragen de vertegenwoordiger van de Bondsrepubliek Duitsland op de Verklaring te doen toekomen aan de secretaris-generaal van de Verenigde Naties.

Schrappen.

Amendement 13

Bijlage, inleidende formule, eerste zin

..., lidstaat van de Europese Unie, heeft de Europese politiedienst („Europol”) een mandaat gegeven om valsemunterij met de euro te bestrijden .

..., lidstaat van de Europese Unie, heeft de Europese politiedienst („Europol”) een mandaat gegeven om als centraal bureau van de Europese Unie voor de bestrijding van valsemunterij met de euro in de zin van het Verdrag van Genève op te treden, parallel aan en in nauwe samenwerking met de nationale centrale bureaus van de lidstaten .

Amendement 14

Bijlage, punt 1.1

1.1.

Europol centraliseert en verwerkt, overeenkomstig de Europol-Overeenkomst, alle inlichtingen die de opsporing, voorkoming en bestrijding van valsemunterij met de euro kunnen vergemakkelijken en zendt deze onverwijld naar de nationale centrale bureaus van de lidstaten van de EU .

1.1.

Europol centraliseert en verwerkt, overeenkomstig de Europol-Overeenkomst, in nauwe samenwerking met de nationale centrale bureaus van de lidstaten , alle inlichtingen die de opsporing, voorkoming en bestrijding van valsemunterij met de euro kunnen vergemakkelijken.

Amendement 15

Bijlage, punt 1.5, inleidende zin

1.5.

Behalve in gevallen van louter plaatselijk belang geeft Europol, voor zover Europol zulks doelmatig acht, aan de centrale bureaus van derde landen kennis van:

1.5.

Behalve in gevallen van louter plaatselijk belang geeft Europol, voor zover Europol zulks doelmatig acht en rekening houdende met het voorbehoud dat wordt gemaakt in het Besluit van de Raad van 12 maart 1999 houdende vaststelling van de regels betreffende de verstrekking van persoonsgegevens door Europol aan derde staten en instanties (3), aan de centrale bureaus van derde landen kennis van:

Amendement 16

Bijlage, punt 1.7

1.7.

Indien Europol niet bij machte is de in de punten 1.1 tot en met 1.6 genoemde taken uit te voeren overeenkomstig de Europol-Overeenkomst, behouden de nationale centrale bureaus van de lidstaten hun bevoegdheid.

Schrappen.

Amendement 17

Bijlage, punt 1 bis (nieuw)

 

1 bis.

De in het kader van het Verdrag van Genève aan Europol toegewezen bevoegdheden ter bescherming van de euro tegen valsemunterij zullen worden uitgeoefend parallel aan en in nauwe samenwerking met de nationale centrale bureaus van de lidstaten.

Amendement 18

Bijlage, punt 2

2.

Wat betreft de valsemunterij met alle andere munten en de functies van het centrale bureau die niet overeenkomstig punt 1 van deze Verklaring aan Europol zijn gedelegeerd, blijven de bestaande bevoegdheden van de nationale centrale bureaus van kracht.

2.

Wat betreft de maatregelen ter bescherming van alle andere munten tegen valsemunterij blijven de bestaande bevoegdheden van de nationale centrale bureaus van kracht.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

(2)   PB L 140 van 14.6.2000, blz. 1.

(3)   PB C 88 van 30.3.1999, blz. 1.

P6_TA(2005)0085

Europese Politieacademie (EPA) *

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een besluit van de Raad tot oprichting van de Europese Politieacademie (EPA) als orgaan van de Europese Unie (COM(2004)0623 — C6-0203/2004 — 2004/0215(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie (COM(2004)0623) (1),

gelet op de artikelen 30, lid 1, onder c) en 34, lid 2, onder c) van het EU-Verdrag,

gelet op artikel 39, lid 1 van het EU-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C6-0203/2004),

gelet op de artikelen 93 en 51 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken en het advies van de Begrotingscommissie (A6-0059/2005),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.

is van mening dat het financieel memorandum in het Commissievoorstel voor de periode 2005-2006 verenigbaar is met het plafond van titel 3 van de huidige financiële vooruitzichten zonder dat ander beleid hierdoor wordt beperkt; wijst er nogmaals op dat op de kredieten voor de periode na 2006 het besluit over het nieuwe financiële kader van toepassing is; verzoekt de Commissie zo nodig aangepaste bedragen voor te stellen voor de periode na 2006 om te zorgen voor logische aansluiting op de nieuwe plafonds;

3.

verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 250, lid 2 van het EG-Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;

4.

verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

5.

wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

6.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

DOOR DE COMMISSIE VOORGESTELDE TEKST

AMENDEMENTEN VAN HET PARLEMENT

Amendement 1

Artikel 4

De zetel van de EPA is gevestigd in Bramshill in het Verenigd Koninkrijk.

De zetel van de EPA is gevestigd in Bramshill in het Verenigd Koninkrijk. De ontvangende lidstaat levert een bijdrage aan de vestiging van de EPA.

Amendement 3

Artikel 5, lid 1

1. Onverminderd de bevoegdheden van de instituten die in de lidstaten voor de opleiding van rechtshandhavingsfunctionarissen bevoegd zijn, is het doel van de EPA bij te dragen aan de opleiding van leidinggevende politiefunctionarissen van de lidstaten die een sleutelrol spelen in de strijd tegen grensoverschrijdende criminaliteit in de Europese Unie, met het oog op het intensiveren en verbeteren van de samenwerking op de gebieden die het relevantst zijn voor de verwezenlijking van een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid in de zin van artikel 29 van het Verdrag betreffende de Europese Unie. Daarbij spant de EPA zich in om een Europese benadering te ondersteunen van de voornaamste problemen waar de lidstaten mee te kampen hebben bij de preventie en de bestrijding van al dan niet georganiseerde criminaliteit, in het bijzonder wat het grensoverschrijdende aspect ervan betreft, door bij te dragen aan de opleiding van leidinggevende en andere rechtshandhavingsfunctionarissen van de lidstaten.

1. Onverminderd de bevoegdheden van de instituten die in de lidstaten voor de opleiding van rechtshandhavingsfunctionarissen bevoegd zijn, is het doel van de EPA bij te dragen aan de opleiding van politiefunctionarissen van de lidstaten die een sleutelrol spelen in de strijd tegen grensoverschrijdende criminaliteit in de Europese Unie, met het oog op het intensiveren en verbeteren van de samenwerking op de gebieden die het relevantst zijn voor de verwezenlijking van een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid in de zin van artikel 29 van het Verdrag betreffende de Europese Unie. Daarbij spant de EPA zich in om een Europese benadering te ondersteunen van de voornaamste problemen waar de lidstaten mee te kampen hebben bij de preventie en de bestrijding van al dan niet georganiseerde criminaliteit, in het bijzonder wat het grensoverschrijdende aspect ervan betreft, door bij te dragen aan de opleiding van rechtshandhavingsfunctionarissen van de lidstaten.

(Dit amendement geldt voor de gehele tekst.)

Amendement 4

Artikel 5, lid 2

2. De cursussen en opleidingsmodules van de EPA spitsen zich toe op manieren om de samenwerking tussen de rechtshandhavingsdiensten van lidstaten op prioritaire gebieden zoals de preventie en bestrijding van zware en/of georganiseerde criminaliteit en terrorisme te verbeteren. Daarbij wordt bijzondere aandacht besteed aan de ethische en mensenrechtenaspecten van de rechtshandhaving op basis van de relevante instrumenten. De opleidingen en opleidingsinstrumenten zijn gericht op politie- en andere rechtshandhavingsfunctionarissen die actief zijn op het gebied van samenwerking binnen de Europese Unie en/of internationale samenwerking bij de preventie en de bestrijding van criminaliteit.

2. De cursussen en opleidingsmodules van de EPA spitsen zich toe op manieren om de samenwerking tussen de rechtshandhavingsdiensten van lidstaten op prioritaire gebieden zoals de preventie en bestrijding van zware en/of georganiseerde criminaliteit en terrorisme te verbeteren. Daarbij wordt bijzondere aandacht besteed aan de mensenrechten, de behandeling van bijzonder kwetsbare groepen, zoals vrouwen, minderjarigen en minderheden, en aan de ethische aspecten van de rechtshandhaving op basis van de relevante instrumenten. De opleidingen en opleidingsinstrumenten zijn gericht op politie- en andere rechtshandhavingsfunctionarissen die actief zijn op het gebied van samenwerking binnen de Europese Unie en/of internationale samenwerking bij de preventie en de bestrijding van criminaliteit.

Amendement 5

Artikel 7, punt 8

8. Opleidingen ontwikkelen en verzorgen die erop gericht zijn de politiediensten van de Europese Unie op deelname aan niet-militaire crisisbeheersing voor te bereiden;

8. Opleidingen ontwikkelen en verzorgen die erop gericht zijn de politiediensten van de Europese Unie op deelname aan niet-militaire crisispreventie en -beheersing voor te bereiden;

Amendement 2

Hoofdstuk III, titel

Organen, nationale eenheden en samenwerking met andere instanties

Organen, verbindings eenheden en samenwerking met andere instanties

(Dit amendement is van toepassing op de gehele tekst.)

Amendement 6

Artikel 9, lid 1

1. De raad van bestuur bestaat uit één vertegenwoordiger per lidstaat en een vertegenwoordiger van de Europese Commissie. Iedere lidstaat beslist zelf over zijn vertegenwoordiging in de raad van bestuur van de EPA. Elk lid beschikt over één stem.

1. De raad van bestuur bestaat uit één vertegenwoordiger per lidstaat en een vertegenwoordiger van de Europese Commissie. Iedere lidstaat beslist zelf over zijn vertegenwoordiging in de raad van bestuur van de EPA. Elk lid beschikt over één stem. Het Europees Parlement kan worden vertegenwoordigd door een waarnemer als het zulks noodzakelijk acht.

Amendement 7

Artikel 9, lid 2

2. De leden van de raad van bestuur zijn bij voorkeur directeuren van nationale instituten voor opleidingen op het gebied van rechtshandhaving van de lidstaten. Indien er in een lidstaat meerdere directeuren zijn, kiest de lidstaat zijn vertegenwoordiger in de raad van bestuur overeenkomstig lid 1 van dit artikel. De raad van bestuur wordt voorgezeten door de vertegenwoordiger van de lidstaat die het voorzitterschap van de raad bekleedt.

2. De leden van de raad van bestuur zijn directeuren van nationale instituten voor opleidingen op het gebied van rechtshandhaving van de lidstaten. Indien er in een lidstaat meerdere directeuren zijn, kiest de lidstaat zijn vertegenwoordiger in de raad van bestuur overeenkomstig lid 1 van dit artikel. De raad van bestuur wordt voorgezeten door de vertegenwoordiger van de lidstaat die het voorzitterschap van de raad bekleedt.

Amendement 8

Artikel 10, lid 2

2. De directeur wordt door de Raad aangesteld voor een periode van vijf jaar, op basis van een door de raad van bestuur opgestelde lijst met ten minste drie kandidaten.

2. De directeur wordt door de Raad aangesteld voor een periode van vijf jaar, op basis van een door de raad van bestuur opgestelde lijst met ten minste drie kandidaten. De Raad kan, naar aanleiding van een demarche van de raad van bestuur, de ambtstermijn van de directeur zonder opzegtermijn beëindigen bij wangedrag of met een redelijke opzegtermijn bij onbevredigende uitvoering van de taken.

Amendement 9

Artikel 10, lid 4, inleidende formule

4. De directeur heeft de dagelijkse leiding over de EPA-werkzaamheden. Hij of zij ondersteunt de werkzaamheden van de raad van bestuur en fungeert als tussenschakel tussen de raad van bestuur en de nationale eenheden waarvan sprake in artikel 12. Hij of zij is in het bijzonder verantwoordelijk voor:

4. De directeur heeft de dagelijkse leiding over de EPA-werkzaamheden. Hij of zij ondersteunt de werkzaamheden van de raad van bestuur en fungeert als tussenschakel tuisen de raad van bestuur en de verbindings eenheden waarvan sprake in artikel 12. Hij of zij is in het bijzonder verantwoordelijk voor:

(Dit amendement is van toepassing op de gehele tekst.)

Amendement 10

Artikel 11, lid 1

1. De directeur wordt in de uitvoering van zijn taken door personeel bijgestaan.

Schrappen.

Amendement 11

Artikel 11, lid 2

2. Het personeel en de directeur van de EPA vallen onder de verordeningen en regelingen die van toepassing zijn op de ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen.

2. Het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, de arbeidsvoorwaarden van andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen en de voorschriften die gezamenlijk door de instellingen van de Europese Gemeenschappen worden vastgesteld voor de toepassing van dit statuut en de arbeidsvoorwaarden zijn toepasselijk op de directeur van de EPA en het personeel van de EPA.

Amendement 12

Artikel 11, lid 3 bis (nieuw)

 

3 bis. Onverminderd het in artikel 10 bepaalde, zullen de bevoegdheden waarover het tot aanstelling bevoegde gezag op grond van het Statuut van de ambtenaren en de arbeidsvoorwaarden voor andere personeelsleden beschikt door de EPA tegenover haar eigen personeel worden uitgeoefend.

Amendement 13

Artikel 11, lid 3 ter (nieuw)

 

3 ter. Het personeel van de EPA bestaat uit functionarissen die door een instelling in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen of door lidstaten zijn gedetacheerd, en uit andere personeelsleden die door de EPA worden aangeworven naargelang de uitvoering van haar taken dit vereisen. Het personeel wordt op tijdelijke basis aangeworven.

Amendement 14

Artikel 11, lid 4

4. De raad van bestuur kan regelingen vaststellen om de detachering van nationale deskundigen uit de lidstaten bij de EPA toe te laten.

4. De raad van bestuur kan regelingen vaststellen om de detachering van nationale deskundigen uit de lidstaten bij de EPA toe te laten. Dergelijke regelingen worden door de Raad aangenomen alvorens in werking te treden.

Amendement 15

Artikel 12, lid 1

1. In de nationale instituten voor opleidingen op het gebied van rechtshandhaving van de lidstaten worden nationale eenheden van de EPA opgericht. Indien er meerdere instituten binnen eenzelfde lidstaat zijn, beslist de lidstaat over de oprichting van één of meer nationale eenheden, alsook over waar ze gevestigd worden .

1. Elke lidstaat wijst één of meer personen aan, maar niet meer dan drie voor elk nationaal instituut voor opleidingen op het gebied van rechtshandhaving, hierna „verbindingseenheden” genoemd, die moeten verzekeren dat de EPA-opleidingsprogramma's worden uitgevoerd op nationaal niveau. Indien er meerdere verbindingseenheden binnen een lidstaat zijn, wijst die lidstaat één van die eenheden aan als centrale coördinatie-eenheid .

Amendement 16

Artikel 12, lid 2

2. De nationale eenheden staan bij voorkeur onder leiding van degene die rechtstreeks verantwoordelijk is voor de ontwikkeling en de uitvoering van de opleidingsprogramma's op nationaal niveau, of van een persoon met vergelijkbare bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Elke lidstaat beslist over de organisatie en de personeelsbezetting van zijn nationale eenheden, overeenkomstig zijn nationale wetgeving. De nationale EPA-eenheden mogen zo nodig uit één persoon bestaan, zolang hun behoorlijke werking overeenkomstig dit besluit gewaarborgd is.

Schrappen.

Amendement 17

Artikel 12, lid 3

3. De lidstaten stemmen ermee in om alle nodige maatregelen te nemen voor een goede communicatie en samenwerking tussen alle betrokken opleidingsinstituten, met inbegrip van de betrokken onderzoeksinstituten, en de nationale EPA-eenheid/eenheden. Wanneer in een lidstaat meer dan één nationale eenheid is, wijst de lidstaat één ervan aan als centrale coördinatie-eenheid die verantwoordelijk is voor de noodzakelijke communicatie en coördinatie met de andere nationale eenheden op zijn grondgebied en met die in andere lidstaten.

Schrappen.

Amendement 18

Artikel 12, lid 3 bis (nieuw)

 

3 bis. De verbindingseenheden ondersteunen het werk van de nationale instituten voor opleidingen op het gebied van rechtshandhaving bij de bestrijding van transnationale criminaliteit in de Europese Unie.

Amendement 19

Artikel 12, lid 3 ter (nieuw)

 

3 ter. De door de verbindingseenheden voorgestelde opleidingsmodules mogen niet in de plaats komen van activiteiten die reeds worden uitgevoerd door de nationale opleidingsinstituten voor leden van de rechtshandhavingsdiensten van de lidstaten.

Amendement 20

Artikel 12, lid 4, inleidende formule

4. De nationale EPA -eenheden zijn op nationaal niveau verantwoordelijk voor de toepassing van de door de raad van bestuur goedgekeurde opleidings-, onderwijs- en leerinstrumenten en zijn actief betrokken bij de ontwikkeling en de beoordeling van het gebruik ervan . Iedere nationale EPA -eenheid is in het bijzonder verantwoordelijk voor de volgende taken:

4. De verbindings eenheden werken nauw samen met de directeur van de EPA en brengen de EPA verslag uit over de uitvoering van de opleidingsprogramma's op nationaal niveau . Iedere verbindings eenheid is in het bijzonder verantwoordelijk voor de volgende taken:

Amendement 21

Artikel 14, lid 3

3. De directeur raamt de ontvangsten en uitgaven van de EPA voor het volgende begrotingsjaar en stuurt deze samen met een personeelsformatie naar de raad van bestuur.

3. De directeur raamt de ontvangsten en uitgaven van de EPA voor het volgende begrotingsjaar en stuurt deze samen met een voorlopige personeelsformatie naar de raad van bestuur.

Amendement 22

Artikel 15, lid 3

3. Na ontvangst van de opmerkingen van de Rekenkamer over de voorlopige rekeningen van de EPA overeenkomstig artikel 129 van het algemeen Financieel Reglement maakt de directeur onder zijn eigen verantwoordelijkheid de definitieve rekeningen van de EPA op en legt deze voor advies voor aan de raad van bestuur .

3. Na ontvangst van de opmerkingen van de Rekenkamer over de voorlopige rekeningen van de EPA overeenkomstig artikel 129 van het algemeen Financieel Reglement maakt de raad van bestuur op basis van de door de directeur voorbereide ontwerprekeningen de definitieve rekeningen van de EPA op.

Amendement 23

Artikel 16

De financiële regeling die op de EPA van toepassing is wordt door de raad van bestuur vastgesteld na raadpleging van de Commissie. Deze financiële regeling mag slechts afwijken van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 23 december 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, indien de specifieke vereisten van de werking van de EPA dit noodzakelijk maken en mits de Commissie hiermee van tevoren heeft ingestemd.

De financiële regeling die op de EPA van toepassing is wordt door de raad van bestuur vastgesteld na raadpleging van de Commissie. Deze financiële regeling mag slechts afwijken van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 23 december 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, indien de specifieke vereisten van de werking van de EPA dit noodzakelijk maken en mits de Commissie hiermee van tevoren heeft ingestemd. De begrotingsautoriteit wordt van deze uitzonderingsregelingen op de hoogte gesteld.

Amendement 24

Artikel 21

De lidstaten richten uiterlijk zes maanden na de inwerkingtreding van dit besluit hun nationale eenheden van de EPA op en sturen alle relevante informatie door naar het secretariaatgeneraal van de Raad en de Commissie .

De lidstaten wijzen binnen zes maanden na de inwerkingtreding van dit besluit hun verbindings eenheden als bedoeld in artikel 12 aan en sturen alle relevante informatie door naar de directeur en de raad van bestuur van de EPA .

Amendement 25

Artikel 22, lid 1

1. Op het einde van ieder jaar legt de raad van bestuur een jaarverslag voor aan de Commissie, de Raad en het Europees Parlement, zoals bepaald in artikel 9, lid 7, onder d), van dit besluit.

1. Op het einde van ieder jaar legt de raad van bestuur een jaarverslag voor aan de Commissie, de Raad en het Europees Parlement, zoals bepaald in artikel 9, lid 7, onder d), van dit besluit. De raad van bestuur legt ook verslagen voor, of eventuele nadere informatie die het Europees Parlement of de Raad opvragen.

Amendement 26

Artikel 22, lid 2

2. Uiterlijk vijf jaar na de inwerkingtreding van dit besluit en vervolgens iedere vijf jaar geeft de raad van bestuur opdracht tot een onafhankelijke externe evaluatie van de uitvoering van dit besluit en van de door de EPA uitgevoerde activiteiten.

2. Uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding van dit besluit en vervolgens iedere drie jaar geeft de raad van bestuur opdracht tot een onafhankelijke externe evaluatie van de uitvoering van dit besluit en van de door de EPA uitgevoerde activiteiten.

Amendement 27

Artikel 22 bis (nieuw)

 

Artikel 22 bis

De bij dit besluit opgerichte Europese Politieacademie is de opvolger van de bij Besluit 2000/820/JBZ opgerichte Europese Politieacademie en er wordt zorg gedragen voor continuïteit van de administratieve en wettelijke procedures die reeds vóór de datum van inwerkingtreding van onderhavig besluit zijn ingeleid.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P6_TA(2005)0086

Korte vaart

Resolutie van het Europees Parlement over de korte vaart (2004/2161(INI))

Het Europees Parlement,

gezien de resolutie van 7 juli 2000 over de mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio's „De ontwikkeling van de korte vaart in Europa: een dynamisch alternatief in een duurzame vervoersketen — tweede tweejaarlijks voortgangsrapport” (1),

gezien de resolutie van 12 februari 2003 over het Witboek van de Commissie „Het Europese vervoersbeleid tot het jaar 2010: tijd om te kiezen” (2),

gezien het Witboek van de Commissie „Het Europese vervoersbeleid tot het jaar 2010: tijd om te kiezen” (COM(2001)0370 — C5-0658/2001),

gezien de mededeling van de Commissie — „Programma voor de bevordering van de korte vaart” (COM(2003)0155),

gezien de mededeling van de Commissie over de korte vaart (COM(2004)0453),

gezien de mededeling van de Commissie — „Communautaire richtsnoeren betreffende staatssteun voor zeevervoer” (C(2004)0043),

gezien de resultaten van de informele Raad van Ministers van Vervoer op 9 en 10 juli 2004,

gelet op artikel 45 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie vervoer en toerisme (A6-0055/2005),

A.

overwegende dat de korte vaart het vervoer over water van vracht en passagiers over zee of over de binnenwateren is en deel uitmaakt van de logistieke vervoersketen in Europa en de regio's die zijn verbonden met Europa, en overwegende dat de korte vaart integraal deel uitmaakt van de logistieke vervoersketen tussen leverancier en gebruiker, en een middel van vervoer over water is in geografisch Europa, hetzij intracommunautair, hetzij tussen de Europese Unie en derde landen, zoals landen aan de Middellandse Zee of aan de Zwarte Zee,

B.

overwegende dat het pas in het leven geroepen trans-Europees netwerk van snelwegen op zee, met name de 'snelwegen' in de Oostzee, West-Europa, Zuid-Oost-Europa en Zuid-West-Europa, tot doel moet hebben het vervoer van goederen op maritieme logistieke routes op zodanige wijze te concentreren dat de bestaande diensten op het gebied van de korte vaart worden verbeterd of nieuwe, leefbare, regelmatige en frequente diensten op het gebied van de korte vaart in het leven worden geroepen voor het vervoer van goederen en passagiers tussen de lidstaten, teneinde de verstopping op de wegen te verminderen en verbindingen met perifere of eilandregio's en -landen te verbeteren,

C.

overwegende dat de korte vaart, die meer dan 40 % van het intracommunautaire verkeer vertegenwoordigt, een integraal onderdeel van het Europese vervoerssysteem vormt omdat het gaat om transport van goederen en personen over zee of via de binnenwateren tussen Europese havens onderling of tussen Europese havens en havens in niet-Europese landen met een kustlijn langs omsloten zeeën die aan Europa grenzen,

D.

overwegende dat de korte vaart ook een groot potentieel biedt voor het passagiersvervoer,

E.

overwegende dat de korte vaart moet worden ontwikkeld, zodat zij haar economische, commerciële, sociale en ecologische rol kan vervullen; overwegende dat de nationale regeringen en de regionale en plaatselijke overheden de nodige politieke, economische en financiële steun moeten verlenen om deze doelstelling te realiseren, in samenwerking met de betrokken bedrijfstakken;

F.

onderstrepende dat de korte vaart dankzij haar milieuvriendelijk potentieel, de strijd tegen de congestie van tal van verkeersaders en de kostenreductie een nog belangrijker element met perspectieven kan worden in de keten van het intermodale vervoerssysteem in Europa, op voorwaarde dat met het oog op de volledige ontwikkeling hiervan een reeks communautaire, nationale, regionale en lokale maatregelen wordt genomen door de overheid en de particuliere sector,

G.

gezien het belang van de korte vaart voor de economische en maatschappelijke ontwikkeling van alle Europese regio's, en meer in het bijzonder van de kustgebieden en perifere maritieme regio's, en daarmee voor de cohesie van de Gemeenschap,

H.

overwegende dat de ontwikkeling van de korte vaart ook een unieke kans biedt om de komende jaren honderdduizenden banen te creëren in de maritieme sector,

I.

overwegende dat de korte vaart, door de handel te stimuleren, ook de sociale en economische groei van derde landen bevordert die grenzen aan de perifere maritieme regio's en belangstelling hebben voor verbindingen met de infrastructuur van het Europees vervoersnet,

J.

het idee herhalend dat, hoewel de ontwikkeling van de korte vaart voornamelijk tot de verantwoordelijkheid van de maritieme en logistieke sector behoort, overheidsinterventies op Europees, nationaal en regionaal niveau eveneens essentieel zijn bij het scheppen van voorwaarden die deze evolutie kunnen bevorderen; overwegende dat er positieve initiatieven zijn genomen, zoals het vastleggen van nationale ’focal points’, de akkoorden die zijn gesloten op het gebied van communautaire wetgeving betreffende het Marco Polo-programma en het vereenvoudigde gebruik van de IMO FAL-formulieren (Internationale scheepvaartorganisatie — Vereenvoudiging van het internationaal vervoer),

K.

zijn waardering uitsprekend over de regionale initiatieven ter bevordering van de korte vaart en het instellen van kortevaartverbindingen, zoals het initiatief voor het Middellandse Zeegebied waaraan Spanje, Italië, Frankrijk, Portugal en Griekenland deelnemen, evenals de initiatieven van lidstaten die het concept „snelwegen op zee” bevorderen en aanwenden in de vier zones die worden gedefinieerd in Beschikking nr. 884/2004/EG (3), en meer in het bijzonder de initiatieven in het Oostzeegebied, de initiatieven geleid door de landen van het Middellandse Zeegebied waaronder Frankrijk, Spanje, Griekenland en Italië, en de Commissie Atlantische boog,

1.

verzoekt om een grotere bevordering van de korte vaart als geloofwaardige, duurzame en veilige schakel van het Europees vervoersnet, die goed in de vervoersketen is geïntegreerd dankzij bijvoorbeeld de binnenscheepvaart en de spoorwegverbindingen, om de congestie te verminderen; verzoekt de modale verschuiving van het wegvervoer naar de korte vaart aan te moedigen en de verbindingen te verbeteren met perifere en eilandgebieden, met de landen die afhankelijk zijn van scheepvaart en tussen de regio's die door natuurlijke grenzen van elkaar worden gescheiden, om zodoende de cohesie binnen de Europese Unie en de cohesie tussen de Unie en haar buren te versterken;

2.

verzoekt om in de mate van het mogelijke de administratieve procedures te beperken die de ontwikkeling van de korte vaart in de weg staan, zonder daarbij de veiligheid in het gedrang te brengen, meer in het bijzonder de procedures die het logistieke proces verstoren en de concurrentiepositie van deze vervoersvorm ten opzichte van het wegvervoer verzwakken; is van oordeel dat de procedures eenvoudiger en vlotter zouden moeten verlopen, met name door de mogelijkheden van de elektronische communicatie ten volle te benutten;

3.

verzoekt om ten behoeve van de korte vaart corridors van hoge kwaliteit tussen de lidstaten van de Europese Unie te ontwikkelen, met de volledige medewerking van alle belanghebbende partijen, zowel openbaar als privé, daar waar het mogelijk is om passend gebruik te maken van de instrumenten die onlangs door de Europese Unie in het leven werden geroepen, meer bepaald die welke verband houden met het Trans-Europese vervoersnet en het Marco Polo-programma;

4.

wenst dat er voorrang wordt verleend aan investeringen in infrastructuur teneinde de toegang tot havens te verbeteren, zowel vanuit het land als vanaf de zee, inclusief bijvoorbeeld grensoverschrijdende projecten in het kader van het Trans-Europese vervoersnet;

5.

ondersteunt in dit verband programma's van de Commissie die bedoeld zijn om het juridisch kader te vereenvoudigen dat op de korte vaart en de binnenscheepvaart van toepassing is door de invoering aan te moedigen van „one-stop shops” die krachtens het privaat- of publiekrecht overeenkomstig de juridische situatie in elke lidstaat worden georganiseerd via de vereenvoudiging van de administratieve en douaneformaliteiten, en via de oprichting van multimodale partnerschappen, bijvoorbeeld tussen wegvervoerders en scheepsvervoerders, zodat ook de kleine en middelgrote ondernemingen ten volle van intermodaal vervoer kunnen profiteren;

6.

onderstreept de noodzaak van samenwerking tussen alle belanghebbende partijen, zowel openbaar als particulier, voor de bevordering en ontwikkeling van de kwaliteit van de kortevaartactiviteiten op regionaal, nationaal en Europees niveau;

7.

onderstreept het potentieel van de korte vaart als aanvullende vervoerswijze die zeer snel en voor weinig geld beschikbaar is, in afwachting van de voltooiing van bepaalde Trans-Europese spoorwegnetinfrastructuren binnen Europa; onderstreept bijvoorbeeld de dringende behoefte aan alternatieve vervoersmiddelen tussen Frankrijk en Spanje in afwachting van de opening van een verbinding tussen Montpellier en Figueras tegen 2020;

8.

verzoekt om de bevordering van de korte vaart als een milieuvriendelijke vervoersvorm en bijgevolg om het opzetten van de „snelwegen op zee” met degelijke milieuvereisten;

Geharmoniseerde Europese aansprakelijkheidsregeling:

9.

verzoekt om een nieuwe communautaire reflectie over de uniformering van de wettelijke aansprakelijkheidsregeling voor de multimodale keten, meer in het bijzonder door de verschillende mogelijke modellen van burgerlijke aansprakelijkheid te onderzoeken en door actief deel te nemen aan de werkzaamheden die op internationaal niveau worden verricht — met name in de Commissie van de Verenigde Naties voor internationaal handelsrecht (UNCITRAL) — met als doel een wereldwijd en/of Europese uniforme aansprakelijkheidsregeling die aangepast is aan de behoeften van het intermodale transport in Europa en dat een uniformere, eenvoudiger en voordeliger stelsel vormt;

Intermodale laadeenheden (ILE):

10.

dringt aan op de noodzaak om de kwestie van de normalisering van de ILE te regelen, en daarbij te zorgen voor de ontwikkeling van een aanvaardbaar normaliseringsysteem dat het mogelijk maakt om de wijdst verbreide en meest doeltreffende laadeenheden te gebruiken die interoperabel zijn tussen alle soorten vervoer en dan meer in het bijzonder tussen het zee-, binnenwater-, spoor- en wegvervoer;

11.

herinnert in dit verband aan zijn standpunt van 12 februari 2004 (4) in het kader van de eerste lezing over een voorstel voor een richtlijn betreffende intermodale laadeenheden waarmee een Europese intermodale laadeenheid in het leven moet worden geroepen die de voordelen van een container combineert met die van een wissellaadbak, waardoor de intermodaliteit wordt geoptimaliseerd; spoort de Raad ertoe aan om een gemeenschappelijk standpunt over het voorstel goed te keuren, zodat de wetgevingsprocedure zo snel mogelijk kan worden voltooid;

Douane:

12.

herinnert eraan dat de korte vaart, als transportmiddel van goederen over zee, valt onder de douanewetgeving van de Gemeenschap;

13.

spreekt zich uit voor een optimaal gebruik van de vrijstellingen die door de gemeenschapsdouanewetgeving worden toegekend, en de bevordering van douanefaciliteiten middels vereenvoudigde regelingen voor goederen die vrij worden verhandeld in het kader van erkende regelmatige lijndiensten;

14.

nodigt in dat verband alle betrokken partijen uit om het nieuw geautomatiseerd systeem voor douanevervoer (NCTS) te ontwikkelen en te gebruiken, dat door de douaneinstanties werd ingevoerd en waarmee de douaneformaliteiten voor de korte vaart doeltreffender kunnen worden gemaakt en ingekort;

Elektronische communicatie:

15.

verzoekt om de voortzetting van de installatie van elektronische loketten in zeehavens, waar alle verplichte formaliteiten met één enkele handeling kunnen worden uitgevoerd;

16.

verzoekt de lidstaten de mogelijkheid te onderzoeken om met de noodzakelijke middelen van de Gemeenschap elektronische communicatie-uitrusting aan te bieden in hun havens door, waar dat mogelijk is, een gecentraliseerd elektronisch communicatiesysteem („one-stop-shop”) in te voeren;

17.

onderstreept dat, om de ontwikkeling van de elektronische communicatie te versnellen, de instelling van elektronische havengemeenschappen en van hun netwerken binnen de Unie, en indien mogelijk, ook met de aangrenzende landen van de Unie, dient te worden voorgesteld en bevorderd, rekening houdend met de beste werkwijzen die in tal van lidstaten reeds bestaan;

Structuren voor steun aan de korte vaart:

18.

verwelkomt het actieplan van het ESN (Europees netwerk voor de korte vaart) en vraagt aan de bevorderingsbureaus om dit zo snel mogelijk uit te voeren;

19.

waardeert het belangrijke werk dat verricht is door de nationale bureaus ter bevordering van de korte vaart en het Europees netwerk voor de korte vaart en vraagt aan de lidstaten om deze bureaus in voorkomend geval te ondersteunen overeenkomstig het Gemeenschapsrecht;

20.

onderstreept dat een strategische milieueffectbeoordeling van de geplande snelwegen op zee, gezamenlijk uitgevoerd door lidstaten en de Europese Commissie, noodzakelijk is; deze MER dient naar de milieu-impact niet alleen van de route zelf, maar ook van de havenontwikkelingen te kijken en naar de gevolgen voor de transportstromen in het hinterland;

21.

roept de Commissie op om haar bevordering van de korte vaart te laten samengaan met het voorstellen van verbeteringen in de sociale normen voor werknemers in deze sector;

Milieuaspecten:

22.

herinnert aan de noodzaak om het milieuvriendelijke imago van de korte vaart te bevorderen, meer bepaald op het gebied van water- en luchtvervuiling, en daarom minimummilieuvereisten vast te leggen, zoals het gebruik van brandstof met een laag zwavelgehalte en grenzen voor de emissie in lucht (SOX, NOX, CO2, ...) en water; verder moet meer aandacht geschonken worden aan de promotie van het 'Clean Ship Concept', zoals aangenomen tijdens de vijfde Noordzeeconferentie in 2002;

23.

onderstreept niettemin de noodzaak van strengere communautaire wetgeving inzake gashoudende emissies en watervervuiling veroorzaakt door de korte vaart;

24.

herhaalt de noodzaak om onderzoek naar minder vervuilende brandstoffen aan te moedigen en verder te zetten;

25.

herhaalt de noodzaak om statistische gegevens over de groei van de verschillende vervoerswijzen in Europa te actualiseren, vooral gegevens over oorsprong en bestemming van goederen die over land worden vervoerd, teneinde de intermodale verschuiving naar het zeevervoer te ondersteunen;

Snelwegen op zee:

26.

erkent het grote belang van het concept „snelwegen op zee” en de mogelijkheid dat dit een nuttig instrument wordt voor de bevordering van de korte vaart door in voorkomend geval een modale verschuiving van het wegvervoer naar het zeevervoer, in de eerste plaats dankzij de medefinanciering van infrastructuurmaatregelen, aan te moedigen, en de toegankelijkheid tussen de perifere en eilandregio's en centrale zones van de markt op gepaste wijze te verbeteren;

27.

neemt nota van de huidige debatten over „het kwaliteitslabel voor snelwegen op zee” dat zou kunnen worden ingevoerd voor intermodale activiteiten waarbij een beroep wordt gedaan op de korte vaart en die voldoen aan een bepaald aantal kwaliteitscriteria; constateert dat het „kwaliteitslabel voor snelwegen op zee” zou kunnen worden toegekend aan bestaande activiteiten van hoge kwaliteit en aan activiteiten waarvoor men heeft toegezegd een bepaald kwaliteitsniveau te zullen bereiken, met of zonder overheidssteun die conform de communautaire voorschriften met name ten aanzien van de mededinging wordt toegekend;

28.

dringt erop aan doeltreffende, duidelijke en voldoende financieringsmodaliteiten aan te nemen ten behoeve van maatregelen in verband met „snelwegen op zee” en kortevaartverbindingen, die een optimale complementariteit, en zelfs een additionaliteit van de financieringen mogelijk maken om nieuwe duurzame en uitvoerbare routes te starten — die echter onder geen beding nadelig mogen zijn voor reeds bestaande kortevaartdiensten ö, indien nodig verbonden met routes voor de openbaredienstverlening, conform de communautaire voorschriften;

29.

dringt erop aan dat de samenvoeging van de vraag als prioritair criterium wordt opgenomen in de voorwaarden, zoals opgenomen in de communautaire richtsnoeren betreffende staatssteun voor het zeevervoer;

30.

dringt erop aan de communautaire regeling te verduidelijken die van toepassing is op de procedures inzake het sluiten van overeenkomsten betreffende de exploitatie van activiteiten in verband met „snelwegen op zee” en het opleggen van conformiteitsvoorwaarden inzake mededinging van nationale overheidsfinancieringen van projecten voor de korte vaart en de „snelwegen op zee”;

*

* *

31.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie


(1)  PB C 121 van 24.4.2001, blz. 489.

(2)  PB C 43 E van 19.2.2004, blz. 250.

(3)  Beschikking nr. 884/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende wijziging van Beschikking nr. 1692/96/EG betreffende communautaire richtsnoeren voor de ontwikkeling van een Trans-Europees vervoersnet (PB L 167 van 30.4.2004, blz. 1).

(4)  PB C 97 E van 22.4.2004, blz. 612.

P6_TA(2005)0087

Toelatingsprocedures voor onderzoekers van derde landen: specifieke procedure *

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende een specifieke procedure voor de toelating van onderdanen van derde landen met het oog op wetenschappelijk onderzoek (COM(2004)0178 — C6-0011/2004 — 2004/0061(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2004)0178) (1),

gelet op artikel 63, lid 3, letter a) en lid 4 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 67 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C6-0011/2004),

gelet op artikel 51 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken en het advies van de Commissie industrie, onderzoek en energie (A6-0054/2005),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 250, lid 2 van het EG-Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;

3.

verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

4.

wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

5.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

DOOR DE COMMISSIE VOORGESTELDE TEKST

AMENDEMENTEN VAN HET PARLEMENT

Amendement 1

Overweging 4

(4) De Gemeenschap heeft naar schatting 700 000 onderzoekers nodig om de doelstelling van de Europese Raad van Barcelona om 3 % van het BBP te investeren in onderzoek, te verwezenlijken. Deze doelstelling moet worden verwezenlijkt door middel van een aantal samenhangende maatregelen, zoals het aantrekkelijker maken van wetenschappelijke loopbanen voor jongeren, het vergroten van de opleidings- en mobiliteitsmogelijkheden in de onderzoeksector, het verbeteren van de loopbaanperspectieven voor onderzoekers in de Gemeenschap en het toegankelijker maken van de Gemeenschap voor onderdanen van derde landen die in aanmerking komen om te worden toegelaten met het oog op onderzoek.

(4) De Gemeenschap heeft tegen 2010 naar schatting 700 000 onderzoekers nodig om de doelstelling van de Europese Raad van Barcelona om 3 % van het BBP te investeren in onderzoek, te verwezenlijken. Deze doelstelling moet worden verwezenlijkt door middel van een aantal samenhangende maatregelen, zoals het aantrekkelijker maken van wetenschappelijke loopbanen voor jongeren, het bevorderen van de deelneming van vrouwen aan het wetenschappelijk onderzoek, het vergroten van de opleidings- en mobiliteitsmogelijkheden in de onderzoeksector, het verbeteren van de loopbaanperspectieven voor onderzoekers in de Gemeenschap en het toegankelijker maken van de Gemeenschap voor onderdanen van derde landen die in aanmerking komen om te worden toegelaten met het oog op onderzoek.

Amendement 2

Overweging 5

(5) Met deze richtlijn wordt beoogd bij te dragen tot de verwezenlijking van deze doelstellingen door de toelating en de mobiliteit van onderdanen van derde landen voor een verblijf van meer dan drie maanden voor het verrichten van onderzoek te vergemakkelijken, zodat de Gemeenschap voor onderzoekers uit de hele wereld aantrekkelijker wordt en haar mogelijkheden als mondiaal centrum van onderzoek worden vergroot.

(5) Met deze richtlijn wordt beoogd bij te dragen tot de verwezenlijking van deze doelstellingen door de toelating en de mobiliteit van onderdanen van derde landen voor een verblijf van meer dan drie maanden voor het verrichten van onderzoek te vergemakkelijken, zodat de Gemeenschap voor onderzoekers uit de hele wereld , met name de onderzoekers met de hoogste kwalificaties, aantrekkelijker wordt en haar mogelijkheden als mondiaal centrum van onderzoek worden vergroot.

Amendement 3

Overweging 12

(12) De mobiliteit van onderzoekers moet worden bevorderd, want daardoor kunnen de contacten en onderzoeksnetwerken wereldwijd verder worden uitgebouwd en ten volle worden benut.

(12) De mobiliteit van onderdanen van derde landen die met het oog op het verrichten van wetenschappelijk onderzoek in de Europese Unie zijn toegelaten, moet worden bevorderd, want daardoor kunnen de contacten en onderzoeksnetwerken wereldwijd verder worden uitgebouwd en ten volle worden benut, en kan de rol van de Europese onderzoekruimte in de wereld worden verankerd

Amendement 4

Overweging 12 bis (nieuw)

 

(12 bis) Daar gezinshereniging een wezenlijk aspect van de mobiliteit van onderzoekers en zelfs een voorafgaande voorwaarde daarvoor is, moet de overkomst van hun gezin gemakkelijker worden gemaakt om de eenheid van het gezin te bewaren.

Amendement 32

Overweging 12 ter (nieuw)

 

(12 ter) De familieleden van een onderzoeker zouden zich dan ook bij deze laatste in het gastland moeten kunnen vervoegen op dezelfde voorwaarden als die welke zijn bepaald in Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden (2).

Amendement 5

Overweging 14 bis (nieuw)

 

(14 bis) gezien de beperkte toegang tot de arbeidsmarkt voor bepaalde categorieën Europese burgers op grond van de bestaande overgangstermijnen dient ernaar gestreefd te worden onderzoekers die zich naar een andere lidstaat van de Europese Unie begeven om wetenschappelijk onderzoek te verrichten, volledige vrijstelling van deze beperkingen te verlenen.

Amendement 6

Artikel 1

In deze richtlijn worden de voorwaarden vastgesteld voor de toelating van onderzoekers uit derde landen tot de lidstaten voor een periode van meer dan drie maanden om een onderzoeksproject uit te voeren in het kader van een gastovereenkomst met een onderzoeksinstelling .

In deze richtlijn worden de voorwaarden vastgesteld voor de toelating van onderzoekers uit derde landen tot de Europese Unie voor een periode van meer dan drie maanden om een onderzoeksproject uit te voeren in het kader van gastovereenkomsten met een of meer erkende onderzoeksinstellingen in een of meer lidstaten .

Amendement 7

Artikel 2, letter b)

b)

„onderzoeker”: een onderdaan van een derde land die in het bezit is van een universitair diploma van de tweede cyclus en die is toegelaten tot een lidstaat van de Europese Unie om bij een onderzoeksinstelling een onderzoeksproject uit te voeren;

b)

„onderzoeker”: een onderdaan van een derde land die in het bezit is van minstens een universitair diploma van de tweede cyclus en die is toegelaten tot een lidstaat van de Europese Unie om bij een onderzoeksinstelling een onderzoeksproject uit te voeren;

Amendement 8

Artikel 4, lid 2, alinea 1 bis (nieuw)

 

De aan een onderzoeksinstelling verleende erkenning geldt voor een periode van vijf jaar, die kan worden verlengd. De lidstaten kunnen de erkenning verlenen voor een langere periode. Onderzoeksinstellingen waarvoor een erkenning wordt geweigerd, ontvangen een volledige motivering voor deze weigering.

Amendement 9

Artikel 4, lid 3

3. Openbare en particuliere instellingen die zich hoofdzakelijk met onderzoek bezighouden, alsmede instellingen voor hoger onderwijs in de zin van de nationale voorschriften of gebruiken, worden door de lidstaten voor onbepaalde tijd erkend.

3. De lidstaten kunnen overeenkomstig hun nationale wetgeving van de onderzoeksinstelling eisen dat deze schriftelijk verklaart dat zij zich, in het geval dat de onderzoeker illegaal op het grondgebied van de betrokken lidstaat verblijft, aansprakelijk stelt voor de terugbetaling van de kosten van verblijf, de ziektekosten en de kosten van de repatriëring van de onderzoeker die zijn bekostigd uit openbare middelen. De financiële aansprakelijkheid van de onderzoeksinstelling eindigt uiterlijk zes maanden na het aflopen van de gastovereenkomst.

Amendement 10

Artikel 4, lid 4

4. Openbare instellingen die naast hun hoofdtaak aanvullend onderzoek verrichten, worden door de lidstaten voor onbepaalde tijd erkend.

Schrappen.

Amendement 11

Artikel 4, lid 5

5. Particuliere instellingen die naast hun maatschappelijk doel aanvullend onderzoek verrichten, worden door de lidstaten voor vijf jaar erkend. Deze erkenning kan worden vernieuwd.

Schrappen.

Amendement 12

Artikel 4, lid 6

6. Bij het indienen van het verzoek om erkenning verbindt de onderzoeksinstelling zich er jegens de lidstaat toe de aansprakelijkheid voor de verblijfs-, ziekte- en terugreiskosten van de onderzoekers die bij haar te gast zijn, op zich te nemen en deze onderzoekers de in artikel 5, lid 3, bedoelde verklaring te verstrekken. Zolang de onderzoeker de Europese Unie niet heeft verlaten, blijft de onderzoeksinstelling aansprakelijk tot een jaar na de datum waarop de in artikel 5 bedoelde gastovereenkomst afloopt of na de datum waarop de onderzoeksinstelling de lidstaat overeenkomstig artikel 5, lid 4, in kennis heeft gesteld van een gebeurtenis die de tenuitvoerlegging van de gastovereenkomst verhindert.

Schrappen.

Amendement 13

Artikel 4, lid 7

7. Uiterlijk twee maanden nadat een gastovereenkomst afloopt, bevestigen de erkende onderzoeksinstellingen bij de daartoe door de lidstaat aangewezen instantie dat de werkzaamheden in het kader van het onderzoeksproject waarvoor op grond van artikel 5 een gastovereenkomst werd gesloten, daadwerkelijk werden verricht.

7. Lidstaten mogen bepalen dat uiterlijk twee maanden nadat een gastovereenkomst afloopt, de erkende onderzoeksinstellingen bij de daartoe door de lidstaat aangewezen bevoegde instanties bevestigen dat de werkzaamheden in het kader van het onderzoeksproject waarvoor op grond van artikel 5 een gastovereenkomst werd gesloten, daadwerkelijk werden verricht.

Amendement 14

Artikel 4, lid 9

9. De lidstaten kunnen weigeren de erkenning van een onderzoeksinstelling te verlengen of deze intrekken indien de instelling niet langer voldoet aan de in de leden 2 tot 7 gestelde voorwaarden of een onderzoeksovereenkomst heeft gesloten met een onderdaan van een derde land op wie zij artikel 8, lid 1, hebben toegepast. Indien de erkenning is ingetrokken of niet is verlengd op grond van de toepassing van artikel 8, lid 1, kan de betrokken onderzoeksinstelling niet eerder dan vijf jaar na de bekendmaking van de beslissing tot intrekking of nietverlenging opnieuw erkenning aanvragen.

9. De lidstaten kunnen weigeren de erkenning van een onderzoeksinstelling te verlengen of deze intrekken indien de instelling niet langer voldoet aan de in de leden 2 tot 7 gestelde voorwaarden of een onderzoeksovereenkomst heeft gesloten met een onderdaan van een derde land op wie zij artikel 8, lid 1, hebben toegepast. Indien de erkenning is ingetrokken of niet is verlengd op grond van de toepassing van artikel 8, lid 1, kan de betrokken onderzoeksinstelling niet eerder dan vijf jaar na de bekendmaking van de beslissing tot intrekking of nietverlenging opnieuw erkenning aanvragen. Onderzoeksinstellingen worden niet verantwoordelijk gesteld voor schendingen van de in artikel 6, letter a) en letter d) genoemde voorwaarden tenzij er een gegrond vermoeden bestaat dat er een stilzwijgende verstandhouding was tussen de onderzoeksinstelling en de onderzoeker bij het begaan van de onrechtmatige handelingen.

Amendement 16

Artikel 7

De lidstaten verstrekken een verblijfstitel met een geldigheidsduur van tenminste een jaar, die jaarlijks wordt verlengd zolang aan de in de artikelen 5 en 6 gestelde voorwaarden wordt voldaan. Indien de onderzoekswerkzaamheden minder dan een jaar in beslag nemen, wordt een verblijfstitel verstrekt voor de duur van het onderzoek .

De lidstaten verstrekken een verblijfstitel met een geldigheidsduur die gelijk is aan de duur van de gastovereenkomst. Op verzoek van de betrokkene kan deze periode met dertig dagen worden verlengd .

Amendement 17

Artikel 7 bis (nieuw)

 

Artikel 7 bis

Familieleden

1.

De lidstaten verlenen de familieleden van de onderzoeker toestemming om zich naar het gastland te begeven en er te verblijven.

2.

Onder „familielid” wordt verstaan:

a)

de echtgenoot;

b)

de partner, met wie de onderzoeker van een derde land een geregistreerd partnerschap heeft gesloten, voor zover dat de wetgeving van het gastland geregistreerd partnerschap gelijk stelt met het huwelijk en dat aan de voorwaarden van de relevante wetgeving van het gastland is voldaan;

c)

de rechtstreekse bloedverwanten in neergaande lijn beneden de leeftijd van 21 jaar of die te hunnen laste zijn, alsmede die van de echtgenoot of partner als bedoeld onder b);

d)

de rechtstreekse bloedverwanten in opgaande lijn die te hunnen laste zijn, alsmede die van de echtgenoot of partner als bedoeld onder b);

Het staat de lidstaten vrij gunstigere voorwaarden te hanteren.

Amendement 18

Artikel 8, lid 2

2. De lidstaten kunnen een verblijfstitel intrekken of weigeren te verlengen om redenen die verband houden met de openbare orde, de openbare veiligheid of de volksgezondheid. Indien zij daartoe besluiten, houden zij rekening met de ernst en de aard van de schending van de openbare orde of de openbare veiligheid door de betrokkene of met het gevaar dat deze persoon kan veroorzaken. Het ontstaan van ziekten of gebreken na afgifte van de verblijfstitel is geen grond voor het niet verlengen van de verblijfstitel, het intrekken van de verblijfstitel of het verwijderen van de betrokkene van het grondgebied door de bevoegde instantie van de betrokken lidstaat.

2. De lidstaten kunnen een verblijfstitel intrekken of weigeren te verlengen om redenen die verband houden met de openbare veiligheid of de volksgezondheid. Indien zij daartoe besluiten, houden zij rekening met de ernst en de aard van de schending van de openbare veiligheid of de volksgezondheid door de betrokkene of met het gevaar dat deze persoon kan veroorzaken. Het ontstaan van ziekten of gebreken na afgifte van de verblijfstitel is geen grond voor het niet verlengen van de verblijfstitel, het intrekken van de verblijfstitel of het verwijderen van de betrokkene van het grondgebied door de bevoegde instantie van de betrokken lidstaat.

Amendement 19

Artikel 11

Onderzoekers die op grond van deze richtlijn zijn toegelaten mogen les geven aan een instelling voor hoger onderwijs in de zin van de voorschriften of gebruiken van de lidstaten, gedurende een maximumaantal uren dat per lidstaat wordt vastgesteld.

Onderzoekers die op grond van deze richtlijn zijn toegelaten mogen les geven in overeenstemming met de nationale wetgeving. Lidstaten mogen een maximumaantal uren of dagen vaststellen dat onderzoekers mogen lesgeven, als de bestaande nationale wetgeving een dergelijke beperking bevat.

Amendement 20

Artikel 13

1. De houder van een verblijfstitel die is verstrekt op grond van deze richtlijn kan op vertoon van deze verblijfstitel en een geldig paspoort of gelijkwaardig reisdocument een deel van zijn onderzoek verrichten op het grondgebied van een andere lidstaat, voor zover hij door die lidstaat niet wordt beschouwd als een bedreiging van de openbare orde, de openbare veiligheid of de volksgezondheid. Zo nodig wordt, afhankelijk van de tijd die nodig is voor dat deel van het onderzoek, een nieuwe gastovereenkomst gesloten, op basis waarvan een verblijfstitel in de tweede lidstaat wordt verstrekt.

1. Onderdanen van derde landen die uit hoofde van deze richtlijn zijn toegelaten als onderzoeker, mogen een deel van hun onderzoekswerkzaamheden in een andere lidstaat verrichten op de voorwaarden die worden genoemd in dit artikel.

2. Lid 1 laat onverlet dat de lidstaten onderdanen van derde landen op wie de gelijkwaardigheidsregeling van artikel 21 van de Overeenkomst ter uitvoering van het akkoord van Schengen niet van toepassing is, kunnen verplichten in het bezit te zijn van een visum voor kort verblijf.

2. Als de onderzoeker niet langer dan drie maanden in een andere lidstaat verblijft, kan hij zijn onderzoekswerkzaamheden verrichten op basis van een in de eerste lidstaat gesloten gastovereenkomst, mits hij in deze andere lidstaat voldoende middelen heeft en door deze niet wordt beschouwd als een bedreiging voor de openbare orde, de openbare veiligheid of de volksgezondheid.

2 bis. Als de onderzoeker langer dan drie maanden in een andere lidstaat verblijft, kunnen de lidstaten eisen dat een nieuwe gastovereenkomst voor zijn onderzoekwerk in de betrokken lidstaat wordt gesloten. Aan de in de artikelen 5 en 6 genoemde voorwaarden moet ten aanzien van de andere lidstaat in elk geval zijn voldaan.

2 ter. Indien de desbetreffende wetgeving voor het verblijf in een ander land een visum of verblijfstitel verplicht stelt, dan wordt dit visum of deze verblijfstitel onverwijld afgegeven binnen een termijn die geen belemmering vormt voor de voortzetting van het onderzoek en de bevoegde instanties voldoende tijd laat om het verzoek te behandelen.

De lidstaten eisen van de onderzoeker niet dat hij hun grondgebied moet verlaten om een visum of verblijfstitel aan te vragen.

Amendement 21

Artikel 13, lid 2 quater (nieuw)

 

2 quater. Tijdens de geldigheidsduur van zijn verblijfstitel kan de onderzoeker een aanvraag doen voor een nieuwe gastovereenkomst in dezelfde of een andere lidstaat. De nieuwe aanvraag wordt behandeld met een vereenvoudigde procedure, waarbij het toetsen van de in artikel 5, lid 2, letter a), punt ii) genoemde voorwaarde vervalt, op voorwaarde dat de initiële onderzoeksinstelling een schriftelijke verklaring aflevert dat de werkzaamheden tot op het tijdstip van de indiening van de nieuwe aanvraag naar voldoening zijn verricht.

Amendement 22

Artikel 15, lid 1

1. Uiterlijk 30 dagen na de indiening van een aanvraag voor de afgifte of verlenging van een verblijfstitel stellen de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat de aanvrager, overeenkomstig de mededelingsprocedures van het nationale recht terzake, schriftelijk in kennis van het besluit betreffende zijn aanvraag. Alle gevolgen die het uitblijven van een besluit binnen deze termijn met zich brengt voor de bevoegde autoriteiten, dienen te worden geregeld in de nationale wetgeving van de betrokken lidstaat. In uitzonderlijke gevallen kan in verband met de complexiteit van de aanvraag de termijn worden verlengd.

1. Na de indiening van een aanvraag voor de afgifte of verlenging van een verblijfstitel stellen de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat de aanvrager, overeenkomstig de mededelingsprocedures van het nationale recht terzake, onverwijld en uiterlijk na 30 dagen, schriftelijk in kennis van het besluit betreffende zijn aanvraag. Alle gevolgen die het uitblijven van een besluit binnen deze termijn met zich brengt voor de bevoegde autoriteiten, dienen te worden geregeld in de nationale wetgeving van de betrokken lidstaat. In uitzonderlijke gevallen kan in verband met de complexiteit van de aanvraag de termijn worden verlengd, maar in geen geval met meer dan 30 bijkomende dagen. De aanvrager krijgt een volledige motivering voor elke dergelijke verlenging .

Amendement 23

Artikel 16, alinea 1 bis (nieuw)

 

Deze vergoeding mag ten laste komen van de onderzoeksinstelling waarmee de betrokkene een onderzoeksovereenkomst heeft ondertekend.

Amendement 24

Artikel 18

Periodiek, en voor het eerst uiterlijk op [... (3)], dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de toepassing van deze richtlijn in de lidstaten en stelt in voorkomend geval de nodige wijzigingen voor. De lidstaten zenden hiertoe de Commissie de statistische gegevens toe die betrekking hebben op de toepassing van deze richtlijn.

Periodiek, en voor het eerst twee jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn, dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de toepassing van deze richtlijn in de lidstaten en de stand van toepassing van de maatregelen waarin is voorzien door de Aanbeveling van de Raad tot vergemakkelijking van de toelating van onderdanen van derde landen voor wetenschappelijk onderzoek in de Gemeenschap en de Aanbeveling van het Europees Parlement en de Raad tot vergemakkelijking van de afgifte van eenvormige visa voor kort verblijf aan onderzoekers die onderdaan zijn van een derde land en die zich met het oog op wetenschappelijk onderzoek verplaatsen in de Europese Gemeenschap en stelt in voorkomend geval de nodige wijzigingen en aanvullingen op deze richtlijn en de eventuele omzetting van de tweede aanbeveling in een verordening voor. De lidstaten zenden hiertoe de Commissie de statistische gegevens toe die betrekking hebben op de toepassing van deze richtlijn.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

(2)   PB L 158 van 30.4.2004, blz. 77.

(3)   Drie jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn.

P6_TA(2005)0088

Toelatingsprocedures voor onderzoekers van derde landen: vergemakkelijking van de toelating *

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een aanbeveling van de Raad tot vergemakkelijking van de toelating van onderdanen van derde landen voor wetenschappelijk onderzoek in de Gemeenschap (COM(2004)0178 — C6-0012/2004 — 2004/0062(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2004)0178) (1),

gelet op artikel 63 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 67 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C6-0012/2004),

gelet op artikel 51 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken en het advies van de Commissie industrie, onderzoek en energie (A6-0054/2005),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 250, lid 2 van het EG-Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;

3.

verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

4.

wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

5.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

DOOR DE COMMISSIE VOORGESTELDE TEKST

AMENDEMENTEN VAN HET PARLEMENT

Amendement 25

Overweging 4

(4) De Gemeenschap heeft naar schatting 700 000 onderzoekers nodig om de doelstelling van de Europese Raad van Barcelona om 3 % van het BBP te investeren in onderzoek, te verwezenlijken. Deze doelstelling moet worden verwezenlijkt door middel van een aantal samenhangende maatregelen, zoals het aantrekkelijker maken van wetenschappelijke loopbanen voor jongeren, het vergroten van de opleidings- en mobiliteitsmogelijkheden in de onderzoeksector, het verbeteren van de loopbaanperspectieven voor onderzoekers in de Gemeenschap en het toegankelijker maken van de Gemeenschap voor onderdanen van derde landen die in aanmerking komen om te worden toegelaten met het oog op onderzoek.

(4) De Gemeenschap heeft naar schatting 700 000 onderzoekers nodig om de doelstelling van de Europese Raad van Barcelona om 3 % van het BBP te investeren in onderzoek, te verwezenlijken. Deze doelstelling moet worden verwezenlijkt door middel van een aantal samenhangende maatregelen, zoals het aantrekkelijker maken van wetenschappelijke loopbanen voor jongeren, het bevorderen van de deelneming van vrouwen aan het wetenschappelijk onderzoek, het vergroten van de opleidings- en mobiliteitsmogelijkheden in de onderzoeksector, het verbeteren van de loopbaanperspectieven voor onderzoekers in de Gemeenschap en het toegankelijker maken van de Gemeenschap voor onderdanen van derde landen die in aanmerking komen om te worden toegelaten met het oog op onderzoek.

Amendement 26

Punt 1, letter c)

c)

onderdanen van derde landen te waarborgen dat zij voor onbepaalde tijd als onderzoeker kunnen werken, behalve in uitzonderingsgevallen die verband houden met de behoeften van het land van herkomst van de onderzoekers ;

c)

onderdanen van derde landen te waarborgen dat zij voor onbepaalde tijd als onderzoeker kunnen werken, behalve wanneer de betrokkene niet in het bezit is van een geldig paspoort of gelijkwaardig reisdocument of een bedreiging vormt voor de openbare orde, de openbare veiligheid of de volksgezondheid ;

Amendement 27

Punt 2, letter b)

b)

onderdanen van derde landen die als onderzoeker werken, waarborgen dat zij hun verblijfstitel onbeperkt kunnen verlengen, behalve in uitzonderingsgevallen die verband houden met de behoeften van het land van herkomst van de onderzoekers ;

b)

onderdanen van derde landen die als onderzoeker werken, waarborgen dat zij hun verblijfstitel onbeperkt kunnen verlengen, behalve wanneer de betrokkene niet in het bezit is van een geldig paspoort of gelijkwaardig reisdocument of een bedreiging vormt voor de openbare orde, de openbare veiligheid of de volksgezondheid ;

Amendement 28

Punt 4, letter d)

d)

binnen hun voor onderzoek bevoegde ministerie een contactpersoon aan te wijzen voor de toelating van onderzoekers uit derde landen;

d)

binnen hun voor onderzoek en innovatie bevoegde ministerie een contactpersoon aan te wijzen voor de toelating van onderzoekers uit derde landen;


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P6_TA(2005)0089

Toelatingsprocedures voor onderzoekers van derde landen: eenvormige visa *** I

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een aanbeveling van het Europees Parlement en de Raad tot vergemakkelijking van de afgifte van eenvormige visa voor kortverblijf aan onderzoekers die onderdaan zijn van een derde land en die zich met het oog op wetenschappelijk onderzoek verplaatsen in de Europese Gemeenschap (COM(2004)0178 — C6-0013/2004 — 2004/0063(COD))

(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2004)0178) (1),

gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 62, lid 2, letter b), punt ii) van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C6-0013/2004),

gelet op artikel 51 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken en het advies van de Commissie industrie, onderzoek en energie (A6-0054/2005),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P6_TC1-COD(2004)0063

Standpunt van het Europees Parlement, in eerste lezing vastgesteld op 12 april 2005, met het oog op de aanneming van Aanbeveling 2005/.../EG van het Europees Parlement en de Raad tot vergemakkelijking van de afgifte van eenvormige visa voor kortverblijf aan onderzoekers die onderdaan zijn van een derde land en die zich met het oog op wetenschappelijk onderzoek verplaatsen in de Europese Gemeenschap

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 62, lid 2, onder b), punt ii),

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (2),

overwegende hetgeen volgt:

(1)

Om het Europees onderzoeksbeleid te versterken en meer structuur te geven achtte de Commissie het in januari 2000 noodzakelijk de Europese onderzoekruimte in te stellen als uitgangspunt van de toekomstige maatregelen van de Gemeenschap op dit gebied.

(2)

De Europese Raad van Lissabon heeft ingestemd met de Europese onderzoekruimte en de Gemeenschap ten doel gesteld vóór 2010 de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie van de wereld te worden.

(3)

Door de mondialisering van de economie moeten onderzoekers mobieler worden. Het zesde kaderprogramma voor onderzoek van de Europese Gemeenschap komt hieraan tegemoet door de communautaire programma's meer open te stellen voor onderzoekers uit derde landen.

(4)

De Gemeenschap heeft naar schatting 700 000 onderzoekers nodig om de doelstelling van de Europese Raad van Barcelona om 3% van het BBP te investeren in onderzoek, te verwezenlijken. Deze doelstelling moet worden verwezenlijkt door middel van een aantal samenhangende maatregelen, zoals het aantrekkelijker maken van wetenschappelijke loopbanen voor jongeren, het bevorderen van de deelneming van vrouwen aan het wetenschappelijk onderzoek, het vergroten van de opleidings- en mobiliteitsmogelijkheden in de onderzoeksector, het verbeteren van de loopbaanperspectieven voor onderzoekers in de Gemeenschap en het toegankelijker maken van de Gemeenschap voor onderdanen van derde landen die in aanmerking komen om te worden toegelaten met het oog op onderzoek.

(5)

Om met de rest van de wereld te kunnen concurreren en onderzoekers te kunnen aantrekken, zouden de lidstaten de nodige maatregelen moeten nemen om de toegang van onderzoekers tot en hun verplaatsingen binnen de Gemeenschap te vergemakkelijken voor verblijven van korte duur.

(6)

Voor verblijven van korte duur verbinden de lidstaten zich ertoe onderzoekers uit derde landen die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 539/2001 (3) aan de visumplicht zijn onderworpen, te beschouwen als bonafide personen en hun de faciliteiten toe te staan die in het acquis zijn bepaald in verband met de procedures voor de afgifte van visa voor kort verblijf.

(7)

De uitwisseling van gegevens en goede praktijken moet worden aangemoedigd om de procedures voor de afgifte van visa voor kort verblijf van onderzoekers te verbeteren.

(8)

In deze aanbeveling worden de grondrechten en de beginselen die met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie worden erkend, in acht genomen.

(9)

Denemarken neemt krachtens de artikelen 1 en 2 van het aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de positie van Denemarken, niet deel aan de goedkeuring van deze aanbeveling, die dus niet van toepassing is op Denemarken. Aangezien deze aanbeveling beoogt het Schengenacquis te ontwikkelen op grond van de bepalingen van Titel IV van het derde deel van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, is artikel 5 van het vermelde protocol van toepassing.

(10)

Deze aanbeveling vormt een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan het Verenigd Koninkrijk overeenkomstig de artikelen 4 en 5 van het aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol tot opneming van het Schengenacquis in het kader van de Europese Unie niet deelneemt; het Verenigd Koninkrijk neemt derhalve niet deel aan de aanneming van deze aanbeveling en deze is dus niet van toepassing op deze lidstaat.

(11)

Deze aanbeveling vormt een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengen-acquis waaraan Ierland overeenkomstig artikelen 4 en 5 van het aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol tot opneming van het Schengenacquis in het kader van de Europese Unie niet deelneemt; Ierland neemt derhalve niet deel aan de aanneming van deze aanbeveling en deze is dus niet van toepassing voor deze lidstaat.

(12)

Wat de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreft, vormt deze aanbeveling een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis, die betrekking heeft op het gebied, genoemd in artikel 1, punt B, van Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (4).

(13)

Deze aanbeveling vormt een rechtsbesluit dat voortbouwt op het Schengenacquis of anderszins daarmee verband houdt in de zin van artikel 3, lid 2, van de Toetredingsakte van 2003.

(14)

De aanbeveling biedt ook een flexibele formule voor onderzoekers die een professionele band willen onderhouden met een instelling in hun land van herkomst (bijvoorbeeld door elk semester periodes van maximum drie maanden door te brengen als gast in een Europese onderzoeksinstelling in de gemeenschappelijke ruimte, en voor de rest van de tijd de werkzaamheden voort te zetten in de onderzoeksinstelling van het land van herkomst),

BEVELEN DE LIDSTATEN AAN:

1. de afgifte van visa te vergemakkelijken door zich ertoe te verbinden visumaanvragen van onderzoekers uit derde landen die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 539/2001 zijn onderworpen aan de visumplicht, snel te behandelen;

2. de internationale mobiliteit van onderzoekers uit derde landen die vaak naar de Europese Unie komen, te verbeteren door hun meervoudige visa te verstrekken. Voor de geldigheidsduur van de visa baseren de lidstaten zich op de duur van de onderzoeksprogramma's waaraan de onderzoekers deelnemen;

3. zich ertoe te verbinden te streven naar een geharmoniseerde aanpak ten aanzien van de bewijsstukken die onderzoekers bij hun visumaanvraag moeten voegen. Daarbij plegen zij overleg met de erkende onderzoeksinstellingen;

4. de afgifte van visa aan onderzoekers zonder aanrekening van dossierkosten te begunstigen overeenkomstig de in het acquis vastgestelde regels;

5. in het kader van de plaatselijke consulaire samenwerking rekening te houden met de doelstelling om de afgifte van visa aan onderzoekers uit derde landen te vergemakkelijken, met het oog op de uitwisseling van goede praktijken;

6. zich ertoe te verbinden de Commissie uiterlijk ... (5) informatie te verstrekken met betrekking tot de ten uitvoer gelegde beste praktijken voor de vergemakkelijking van de afgifte van visa aan onderzoekers uit derde landen, zodat zij de vorderingen kan evalueren. Rekening houdend met het feit of het voorstel voor een richtlijn betreffende een specifieke procedure voor de toelating van onderdanen van derde landen met het oog op wetenschappelijk onderzoek, al dan niet goedgekeurd is en met de resultaten van de evaluatie, zal worden nagegaan of de bepalingen van deze aanbeveling kunnen worden opgenomen in een juridisch bindend instrument.

Gedaan te ..., op ...

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

Voor de Raad

De voorzitter


(1)  PB C [...] van [...], blz. [...].

(2)  Standpunt van het Europees Parlement van 12 april 2005.

(3)  Verordening (EG) nr. 539/2001 van de Raad van 15 maart 2001 tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld (PB L 81 van 21.3.2001, blz. 1). Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 453/2003 (PB L 69 van 13.3.2003, blz. 10).

(4)  PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31.

(5)  Één jaar na de goedkeuring van de aanbeveling.

P6_TA(2005)0090

Gevaarlijke stoffen

Resolutie van het Europees Parlement over de ontwerpbeschikking van de Commissie houdende aanpassing aan de vooruitgang van de techniek van de bijlage bij Richtlijn 2002/95/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur (CMT-2005-151 en CMT-2005-642)

Het Europees Parlement,

gelet op Richtlijn 2002/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 2003 betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur (1),

gezien de ontwerpbeschikking van de Commissie houdende aanpassing aan de vooruitgang van de techniek van de bijlage bij Richtlijn 2002/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 2003 betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur (CMT-2005-151 en CMT-2005-642),

gezien het advies van 16 maart 2005 van het in artikel 7 van Richtlijn 2002/95/EG bedoelde comité,

gelet op artikel 8 van Besluit 1999/468/CE van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (2), en het Akkoord tussen het Europees Parlement en de Commissie over de wijze van toepassing van Besluit 1999/468/EG (3),

gelet op artikel 95, lid 3 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 81 van zijn Reglement,

A.

overwegende dat artikel 4, lid 1 van Richtlijn 2002/95/EG het gebruik van lood, kwik, cadmium, zeswaardig chroom, polybroombifenylen (PBB's) en polybroomdifenylethers (PBDE's) in nieuwe elektrische en elektronische apparatuur die op de markt wordt gebracht vanaf 1 juli 2006 beperkt, tenzij de bijlage in een vrijstelling voorziet,

B.

overwegende dat het op grond van artikel 7 van Richtlijn 2002/95/EG ingestelde comité op 10 december 2004 voor een ontwerpbeschikking van de Commissie heeft gestemd tot wijziging van de bijlage bij Richtlijn 2002/95/EG door middel van toevoeging van nieuwe en wijziging van bestaande vrijstellingen,

C.

overwegende dat artikel 7, lid 3 van Besluit 1999/468/EG en punt 1 van het akkoord bepalen dat „het Parlement, tegelijk met de leden van de comités en onder dezelfde voorwaarden, de ontwerpagenda's van de vergaderingen en de ontwerpen van uitvoeringsmaatregelen die deze comités worden voorgelegd (...) [ontvangt] alsmede de uitslagen van de stemmingen, beknopte verslagen van de vergaderingen en de lijsten van de instanties en organisaties waartoe de personen behoren die door de lidstaten zijn aangewezen om hen te vertegenwoordigen”,

D.

overwegende dat het Europees Parlement de ontwerpbeschikking, ten aanzien waarvan het overeenkomstig Besluit 1999/468/EG een controlerecht heeft, pas op 28 januari 2005 en slechts op verzoek heeft ontvangen,

E.

overwegende dat het Europees Parlement op die datum vrijwel geen van de documenten had ontvangen die het had moeten krijgen met betrekking tot de vergaderingen die het comité voor de aanpassing van de afvalwetgeving van de EG aan de vooruitgang van wetenschap en techniek in de loop van 2004 heeft gehouden,

F.

overwegende dat de bevoegde parlementaire commissie de Commissie er op 3 februari 2005 op heeft gewezen dat zij Besluit 1999/468/EG en het akkoord niet naleeft; dat de Commissie zich ertoe verplicht heeft een nieuwe comitologieprocedure op te starten en alle ontbrekende stukken op 16 februari 2005 te overhandigen,

G.

overwegende dat het Europees Parlement op 25 februari 2005 een nieuwe ontwerpbeschikking heeft ontvangen,

H.

overwegende dat op grond van artikel 5, lid 1 van Richtlijn 2002/95/EG amendementen zijn toegestaan die nodig zijn om de bijlage aan te passen aan de vooruitgang van wetenschap en techniek,

I.

overwegende dat er veiliger alternatieven voor de in artikel 4, lid 1 van Richtlijn 2002/95/EG vermelde gevaarlijke stoffen beschikbaar zijn of worden ontwikkeld voor toepassingen waarvoor momenteel een vrijstelling geldt,

J.

overwegende dat artikel 5, lid 1, onder b) van Richtlijn 2002/95/EG voorziet in „de vrijstelling van materialen en onderdelen van elektrische en elektronische apparatuur van artikel 4, lid 1, indien de verwijdering of vervanging ervan door middel van ontwerpwijzigingen of door middel van materialen en onderdelen waarvoor geen gebruik hoeft te worden gemaakt van de in dat lid genoemde stoffen of materialen, om technische of wetenschappelijke redenen onmogelijk is of indien vervanging voor het milieu, de gezondheid en/of de veiligheid van de consument waarschijnlijk meer nadelen dan voordelen inhoudt”,

K.

overwegende dat artikel 5, lid 1, onder b) van Richtlijn 2002/95/EG de enige criteria bevat die in aanmerking kunnen worden genomen bij de opstelling van een ontwerpbeschikking met bijkomende vrijstellingen,

L.

overwegende dat de Commissie in overweging 2 van haar ontwerpbeschikking stelt dat het gebruik van deze gevaarlijke stoffen in deze specifieke materialen en onderdelen nog steeds onvermijdelijk is,

M.

overwegende dat de Commissie overeenkomstig artikel 5, lid 2 van Richtlijn 2002/95/EG o.a. de belanghebbenden raadpleegt, alvorens de bijlage te wijzigen, en „verslag uit[brengt] van de informatie die zij heeft ontvangen”,

N.

overwegende dat bij nadere beschouwing van de raadpleging van belanghebbenden de volgende problemen naar voren zijn gekomen:

de bewijslast inzake de geldigheid of ongeldigheid van de gevraagde vrijstellingen is bij de belanghebbenden gelegd en niet bij de aanvrager,

de vrijstellingsaanvragen zijn beschikbaar voor het publiek gemaakt, waardoor het gevaar ontstaat dat het Parlement geen doeltreffende controle kan uitoefenen, en met name niet kan beoordelen of de verklaring in overweging 2 van de ontwerpbeschikking gerechtvaardigd is,

bij de raadpleging van belanghebbenden zijn ook de kosten bekeken, hoewel in Richtlijn 2002/95/EG geen sprake is van kostenoverwegingen; het ten onrechte raadplegen over de kosten doet twijfels rijzen omtrent de grondslag van de ontwerpbeschikking,

O.

overwegende dat bij nadere beschouwing van het rapport dat de Commissie heeft laten opstellen om de geldigheid van de aanvragen te beoordelen, de volgende problemen naar voren zijn gekomen:

de kosten worden uitdrukkelijk beschouwd als criterium voor het toekennen van vrijstellingen, hetgeen indruist tegen de bepalingen van Richtlijn 2002/95/EG; het ten onrechte in aanmerking nemen van de kosten doet twijfels rijzen omtrent de geldigheid van het rapport,

het belangrijke verschil tussen einddata, waarvan een duidelijk signaal uitgaat naar de economische actoren, en een algemene herzieningsclausule, die van nature open is, wordt niet begrepen; een algemene herzieningsclausule kan niet gelijk worden gesteld aan duidelijke einddata,

de informatie over momenteel beschikbare substituten is niet volledig in overeenstemming met de feitelijke situatie; hiermee komt de geldigheid van het rapport met betrekking tot de beoordeling van de in artikel 5, lid 1, onder b) genoemde criteria op losse schroeven te staan,

P.

overwegende dat bij nadere beschouwing van de ontwerpbeschikking in het licht van de beperkte beschikbare informatie uit de raadpleging van belanghebbenden en het rapport dat de Commissie heeft laten opstellen, de volgende problemen, met name in verband met de bijlage, naar voren zijn gekomen:

er zijn vrijstellingen toegekend, terwijl er substituten beschikbaar zijn (punt 7 (tweede streepje), 10, 12, 13 en 14), dit in strijd met artikel 5, lid 1, onder b),

één vrijstelling is verlengd zonder enige raadpleging van belanghebbenden (punt 8, cadmium in elektrische contacten), dit in strijd met artikel 5, lid 2,

de einddatum voor punt 7 (tweede streepje) — 2010 — is zonder rechtvaardiging geschrapt,

er zijn in de beschikking geen andere einddata vastgesteld — zelfs niet voor punt 7 (derde streepje), dit in strijd met het duidelijke mandaat in punt 10 van de bijlage bij Richtlijn 2002/95/EG,

de einddata die de aanvragers zelf voor een aantal punten hebben voorgesteld, zijn niet opgenomen (punten 10, 11, 13, 14),

aan sommige vrijstellingen is een breder toepassingsgebied gegeven dan gevraagd en/of gerechtvaardigd (punten 10, 12), dit in strijd met artikel 5, lid 1, onder b),

er zijn vrijstellingen toegekend op basis van niet onderbouwd of niet gekwantificeerd technisch overleg (punten 7 (tweede streepje), 10, 14), dit in strijd met artikel 5, lid 1, onder b),

de onjuiste nummering van punt 10 van de bijlage is opnieuw opgenomen, hoewel de Commissie had toegezegd dit te zullen corrigeren, nadat als gevolg van deze nummering een misleidende interpretatie aan de richtlijn was gegeven,

Q.

overwegende dat artikel 8 van Besluit 1999/468/EG bepaalt dat het Parlement het recht heeft een resolutie aan te nemen om te kennen te geven dat het ontwerp van uitvoeringsmaatregelen „de bij het basisbesluit verleende uitvoeringsbevoegdheden overschrijdt”,

1.

is op basis van de beperkte beschikbare informatie van mening dat de Commissie niet in overeenstemming met artikel 5, lid 1, lid 1, onder b) en lid 2 van Richtlijn 2002/95/EG heeft gehandeld en daarmee de bij deze richtlijn verleende uitvoeringsbevoegdheden heeft overschreden;

2.

verzoekt de Commissie haar ontwerpbeschikking houdende aanpassing aan de vooruitgang van de techniek van de bijlage bij Richtlijn 2002/95/EG in het licht van deze resolutie opnieuw te behandelen en te waarborgen dat bij elke wijziging van de bijlage de bepalingen van deze richtlijn volledig in acht worden genomen;

3.

bevestigt dat later onderzoek van andere comitologiedossiers heeft uitgewezen dat het bij de nietnaleving door de Commissie van de procedurevoorschriften in Besluit 1999/468/EG en het akkoord niet om een op zichzelf staand geval gaat;

4.

verzoekt de Commissie een gedetailleerd overzicht op te stellen van alle gevallen van niet-naleving van Besluit 1999/468/EG en het akkoord die zich sinds de wijziging van de procedures eind 2003 hebben voorgedaan, met opgave van de rechtshandeling en de precieze vorm van niet-naleving, en het volledige overzicht binnen drie maanden aan het Parlement te doen toekomen;

5.

verzoekt de Commissie het recht van het Parlement op informatie en controle uit hoofde van Besluit 1999/468/EG en het akkoord te respecteren;

6.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de parlementen en de regeringen van de lidstaten.


(1)  PB L 37 van 13.2.2003, blz. 19.

(2)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(3)  PB L 256 van 10.10.2000, blz. 19.

P6_TA(2005)0091

Procedurele rechten in strafprocedures *

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een kaderbesluit van de Raad over bepaalde procedurele rechten in strafprocedures binnen de gehele Europese Unie (COM(2004)0328 — C6-0071/2004 — 2004/0113(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie (COM(2004)0328) (1),

gelet op artikel 31, lid 1, onder c) van het EU-Verdrag,

gelet op artikel 39, lid 1 van het EU-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C6-0071/2004),

gelet op de artikelen 93 en 51 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken en het advies van de Commissie juridische zaken (A6-0064/2005),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 250, lid 2 van het EG-Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;

3.

verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

4.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

DOOR DE COMMISSIE VOORGESTELDE TEKST

AMENDEMENTEN VAN HET PARLEMENT

Amendement 1

Gehele tekst

 

De woorden „zo spoedig mogelijk” worden vervangen door „zonder onnodige vertraging”

(Dit amendement geldt voor de gehele tekst.)

Amendement 2

Overweging 5 bis (nieuw)

 

(5 bis) De rechten die zijn neergelegd in het EVRM zijn te beschouwen als minimumnormen die de lidstaten in ieder geval moeten eerbiedigen, zoals zij ook de rechtspraak van het Europees Hof voor de rechten van de mens moeten eerbiedigen.

Amendement 3

Overweging 7

(7) Het beginsel van wederzijdse erkenning is gebaseerd op een hoge mate van vertrouwen tussen de lidstaten. Om dit vertrouwen te versterken, bevat dit kaderbesluit bepaalde waarborgen ter bescherming van grondrechten. Deze waarborgen zijn in overeenstemming met de bepalingen van het EVRM en weerspiegelen aldus de tradities van de lidstaten.

(7) Het beginsel van wederzijdse erkenning is gebaseerd op een hoge mate van vertrouwen tussen de lidstaten. Om dit vertrouwen te versterken, bevat dit kaderbesluit bepaalde waarborgen ter bescherming van grondrechten. Deze waarborgen zijn in overeenstemming met de bepalingen van het EVRM en het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en weerspiegelen aldus de tradities van de lidstaten.

Amendement 51

Overweging 8

(8) De voorgestelde bepalingen hebben niet tot doel afbreuk te doen aan de bijzondere maatregelen die in de nationale wetgevingen van toepassing zijn in het kader van de bestrijding van bepaalde ernstige en complexe vormen van criminaliteit, in het bijzonder het terrorisme.

(8) De voorgestelde bepalingen hebben niet tot doel afbreuk te doen aan de bijzondere maatregelen die in de nationale wetgevingen van toepassing zijn in het kader van de bestrijding van bepaalde ernstige en complexe vormen van criminaliteit, in het bijzonder het terrorisme. Alle maatregelen moeten in overeenstemming zijn met het EVRM en het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

Amendement 5

Overweging 10

(10) Vijf gebieden zijn aangeduid als geschikte gebieden waarop de gemeenschappelijke normen voor het eerst kunnen worden toegepast. Het betreft: toegang tot vertegenwoordiging door een advocaat, toegang tot vertolking en vertaling, ervoor zorgen dat personen die bijzondere aandacht nodig hebben omdat zij de procedure niet kunnen volgen, deze aandacht krijgen, consulaire bijstand voor buitenlandse gedetineerden en schriftelijke kennisgeving aan verdachten van hun rechten.

(10) Ter bevordering van het wederzijds vertrouwen tussen de lidstaten moeten waarborgen worden ingevoerd om de grondrechten te beschermen van niet alleen verdachten, maar ook van slachtoffers en getuigen van een misdrijf. In dit kaderbesluit staat het waarborgen van de rechten van de verdachte evenwel centraal. Vijf gebieden zijn aangeduid als geschikte gebieden waarop de gemeenschappelijke normen voor het eerst kunnen worden toegepast. Het betreft: toegang tot vertegenwoordiging door een advocaat, toegang tot vertolking en vertaling, ervoor zorgen dat personen die bijzondere aandacht nodig hebben omdat zij de procedure niet kunnen volgen, deze aandacht krijgen, consulaire bijstand voor buitenlandse gedetineerden en schriftelijke kennisgeving aan verdachten van hun rechten.

Amendement 6

Overweging 10 bis (nieuw)

 

(10 bis) Dit kaderbesluit moet binnen twee jaar na zijn inwerkingtreding worden geëvalueerd aan de hand van de opgedane ervaringen. Zo nodig moet het worden gewijzigd om de hierin vervatte waarborgen te verbeteren.

Amendement 8

Overweging 16

(16) Het recht op consulaire bijstand vloeit voort uit artikel 36 van het verdrag van Wenen inzake consulaire betrekkingen van 1963, waarin aan staten het recht op toegang tot hun onderdanen wordt toegekend. De bepalingen van dit kaderbesluit verlenen dit recht aan de Europese burger in plaats van aan de staat. Zij vergroten de zichtbaarheid van dit recht en daardoor ook de doeltreffendheid ervan. Op langere termijn zou door de totstandbrenging van een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid waarin er wederzijds vertrouwen is tussen de lidstaten, de behoefte aan consulaire bijstand evenwel moeten verminderen en uiteindelijk verdwijnen.

(16) Het recht op consulaire bijstand vloeit voort uit artikel 36 van het verdrag van Wenen inzake consulaire betrekkingen van 1963, waarin aan staten het recht op toegang tot hun onderdanen wordt toegekend. De bepalingen van dit kaderbesluit verlenen dit recht aan de Europese burger in plaats van aan de staat. Zij vergroten de zichtbaarheid van dit recht en daardoor ook de doeltreffendheid ervan.

Amendement 9

Overweging 17

(17) De verdachten schriftelijk in kennis stellen van hun grondrechten is een maatregel die het eerlijke karakter van de procedure vergroot en moet waarborgen dat eenieder die van een strafbaar feit wordt verdacht of hiervoor wordt vervolgd, op de hoogte is van zijn rechten. Indien verdachten niet op de hoogte zijn van hun rechten, is het voor hen moeilijker om te eisen dat deze hen worden toegekend. Door verdachten schriftelijk van hun rechten in kennis te stellen door hen een eenvoudige „verklaring van rechten” (Letter of Rights) te overhandigen, wordt dit probleem verholpen.

(17) De verdachten schriftelijk in kennis stellen van hun grondrechten is een maatregel die het eerlijke karakter van de procedure vergroot en moet waarborgen dat eenieder die van een strafbaar feit wordt verdacht of hiervoor wordt vervolgd, op de hoogte is van zijn rechten. Indien verdachten niet op de hoogte zijn van hun rechten, is het voor hen moeilijker om te eisen dat deze hen worden toegekend. Door verdachten schriftelijk van hun rechten in kennis te stellen door hen een eenvoudige „verklaring van rechten” (Letter of Rights) te overhandigen, wordt dit probleem verholpen. Verdachten met een visuele handicap of leesproblemen moeten mondeling op hun rechten worden gewezen.

Amendement 10

Overweging 18

(18) Er moet een mechanisme worden ingevoerd om de doeltreffendheid van dit kaderbesluit te beoordelen. De lidstaten dienen bijgevolg informatie te verzamelen en te registreren met het oog op evaluatie en controle. De verzamelde informatie zal door de Commissie worden gebruikt voor het opstellen van verslagen die openbaar zullen worden gemaakt. Dit zal het wederzijds vertrouwen versterken aangezien elke lidstaat zal weten dat de andere lidstaten de rechten inzake een eerlijk proces naleven.

(18) Er moet een mechanisme worden ingevoerd om de doeltreffendheid van dit kaderbesluit te beoordelen. De lidstaten dienen bijgevolg informatie te verzamelen en te registreren, waaronder informatie van NGO's, intergouvernementele organisaties, en beroepsorganisaties van advocaten, tolken, en vertalers, met het oog op evaluatie en controle. De verzamelde informatie zal door de Commissie worden gebruikt voor het opstellen van verslagen die openbaar zullen worden gemaakt. Dit zal het wederzijds vertrouwen versterken aangezien elke lidstaat zal weten dat de andere lidstaten de rechten inzake een eerlijk proces naleven.

Amendement 11

Artikel 1, lid 1, alinea 2

Deze procedures worden hierna aangeduid als „strafprocedures”.

Schrappen.

Amendement 12

Artikel 1, lid 2

2. De rechten gelden voor eenieder die ervan wordt verdacht een strafbaar feit te hebben gepleegd („verdachte”), vanaf het ogenblik waarop de bevoegde autoriteiten van een lidstaat hem ervan in kennis stellen dat hij ervan wordt verdacht een strafbaar feit te hebben gepleegd tot de definitieve uitspraak van de rechter.

2. De rechten gelden voor eenieder die ervan wordt verdacht een strafbaar feit te hebben gepleegd („verdachte”), of, indien de verdachte een rechtspersoon is, voor de vertegenwoordiger van die rechtspersoon, vanaf het ogenblik waarop de bevoegde autoriteiten van een lidstaat hem benaderen tot de definitieve uitspraak van de rechter , waaronder begrepen de vonniswijzing en de beslissing in eventueel hoger beroep.

Amendement 13

Artikel 1 bis (nieuw)

 

Artikel 1 bis

Definities

In dit kaderbesluit wordt verstaan onder:

a)

„rechtsbijstand”:

de bijstand verleend door een advocaat of een andere gekwalificeerde persoon in de zin van artikel 4 lid 1 aan een verdachte voor en tijdens het politieverhoor in verband met het feit waarvan die persoon wordt verdacht;

de bijstand aan en het optreden voor een verdachte door een advocaat of een andere gekwalificeerde persoon in de zin van artikel 4 lid 1 gedurende de strafprocedure;

b)

„strafprocedure”:

i)

een procedure gericht op de vaststelling van de schuld of onschuld van een verdachte of op de vaststelling van de straf voor die persoon;

ii)

een hoger beroep van een procedure als bedoeld onder i), of

iii)

een procedure die wordt ingesteld door administratieve instanties wegens feiten die strafbaar zijn ingevolge het recht van een lidstaat, en waarin de beslissing kan leiden tot een procedure voor een rechterlijke instantie die met name bevoegd is in strafzaken.

c)

met familie gelijkgestelde personen:

personen die volgens het recht van een lidstaat met de verdachte in een geregistreerde of anderszins gelegaliseerde gelijkslachtige relatie samenleven,

personen die met de verdachte permanent in een nietechtelijke relatie samenleven.

Amendement 14

Artikel 1 ter (nieuw)

 

Artikel 1 ter

Recht van verdediging

Alvorens verklaringen af te leggen of zodra zij aan vrijheidsbeperkende maatregelen worden onderworpen, afhankelijk van wat eerder gebeurt, hebben verdachten het recht van de autoriteiten te vernemen welke feiten hun ten laste worden gelegd en waarop de verdenking is gebaseerd.

Amendement 15

Artikel 2

1. Verdachten hebben zo snel mogelijk en gedurende de gehele strafprocedure recht op rechtsbijstand , indien zij daarvan gebruik wensen te maken .

1. Verdachten hebben recht op rechtsbijstand zonder onnodige vertraging. (binnen ten hoogste 24 uur na aanhouding).

2. Een verdachte heeft het recht om rechtsbijstand te krijgen vooraleer hij vragen in verband met de tenlastelegging beantwoordt .

2. Een verdachte heeft het recht om rechtsbijstand te krijgen in alle gevallen vóór elke ondervraging, in elke stand en aanleg van de strafprocedure en gedurende elk soort van verhoor .

Amendement 16

Artikel 2, lid 2 bis (nieuw)

 

2 bis. Verdachten hebben het recht:

om alleen met hun advocaat te overleggen (ook wanneer zij zich in verzekerde bewaring bevinden), waarbij het vertrouwelijke karakter van het gesprek met de advocaat moet worden gewaarborgd;

om, mede via hun advocaat, toegang te krijgen tot al het materiaal in verband met de strafprocedure;

dat hun advocaat op de hoogte wordt gesteld van het verloop van de strafprocedure en gedurende het verhoor aanwezig is;

dat hun advocaat in de rechtszaal aanwezig is en daar vragen stelt, hetzij tijdens het vooronderzoek, hetzij op de terechtzitting zelf.

Amendement 17

Artikel 2, lid 2 ter (nieuw)

 

2 ter. Niet-eerbiediging van het recht op rechtsbijstand leidt tot nietigheid van alle nadien in de loop van de strafprocedure verrichte handelingen en daaruit voortvloeiende handelingen.

Amendement 18

Artikel 2, lid 2 quater (nieuw)

 

2 quater. De lidstaten zorgen ervoor dat de advocaat met het oog op de voorbereiding van de verdediging over een redelijke termijn beschikt om alle processtukken in te zien.

Amendement 19

Artikel 3, inleidende formule

Ondanks het recht van een verdachte in elke procedure rechtsbijstand te weigeren of zichzelf te vertegenwoordigen, dienen bepaalde verdachten rechtsbijstand te krijgen om het eerlijk verloop van de procedure te waarborgen. De lidstaten dienen er bijgevolg voor te zorgen dat rechtsbijstand beschikbaar is voor verdachten die:

Ondanks het recht van een verdachte in elke procedure rechtsbijstand te weigeren of zichzelf te vertegenwoordigen, dienen verdachten rechtsbijstand te krijgen om het eerlijk verloop van de procedure te waarborgen. De lidstaten dienen er bijgevolg voor te zorgen dat rechtsbijstand beschikbaar is voor elke verdachte , en met name voor eenieder die:

Amendement 20

Artikel 3, streepje 2

er formeel van worden beschuldigd een strafbaar feit te hebben gepleegd dat een ingewikkelde feitelijke of juridische situatie betreft of waarop een strenge straf staat, met name wanneer een lidstaat een verplichte gevangenisstraf van meer dan één jaar voor het misdrijf oplegt, of

er formeel van worden beschuldigd een strafbaar feit te hebben gepleegd dat een ingewikkelde feitelijke of juridische situatie betreft of waarop een strenge straf staat, met name wanneer een lidstaat een verplichte gevangenisstraf voor het misdrijf oplegt, of

Amendement 21

Artikel 3, streepje 5

de inhoud of de betekenis van de procedure blijkbaar niet kunnen begrijpen of volgen vanwege hun leeftijd of hun mentale, fysieke of emotionele toestand.

de inhoud of de betekenis van de procedure waarschijnlijk of blijkbaar niet kunnen begrijpen of volgen vanwege hun leeftijd of hun mentale, fysieke of emotionele toestand.

Amendement 22

Artikel 3, streepje 5 bis (nieuw)

 

zijn aangehouden om in een strafprocedure een verklaring af te leggen;

Amendement 23

Artikel 4, lid 1

1. De lidstaten zorgen ervoor dat enkel de in artikel 1, lid 2, onder a), van Richtlijn 98/5/EG bedoelde advocaten gerechtigd zijn om rechtsbijstand overeenkomstig dit kaderbesluit te verlenen.

1. De lidstaten zorgen ervoor dat de in artikel 1, lid 2, onder a), van Richtlijn 98/5/EG bedoelde advocaten of andere volgens de toepasselijke nationale bepalingen daartoe gekwalificeerde personen gerechtigd zijn om rechtsbijstand overeenkomstig dit kaderbesluit te verlenen.

Amendement 24

Artikel 4, lid 2

2. De lidstaten voorzien in een mechanisme op grond waarvan een advocaat kan worden vervangen indien de verleende rechtsbijstand niet doeltreffend blijkt te zijn .

2. De lidstaten voorzien in een onafhankelijk orgaan dat kennis neemt van klachten over de doeltreffendheid van de advocaat. Indien daartoe aanleiding bestaat, kan dat orgaan een advocaat vervangen.

Amendement 25

Artikel 4, lid 2 bis (nieuw)

 

2 bis. De in dit kaderbesluit vastgestelde procedurele termijnen beginnen pas te lopen wanneer de advocaat op de hoogte is gesteld, ongeacht of de verdachte eerder werd geïnformeerd.

Amendement 26

Artikel 5, lid 1

1. Wanneer artikel 3 van toepassing is, worden de kosten van de rechtsbijstand geheel of gedeeltelijk door de lidstaten gedragen indien deze kosten voor de verdachte of de personen te zijnen laste een te zware financiële last zouden vormen.

1. De lidstaten zorgen ervoor dat de verdachte kosteloze rechtsbijstand en de proceskosten zelf (honoraria of onkosten) worden aangeboden of dat de kosten van de rechtsbijstand geheel of gedeeltelijk worden gedragen door de lidstaat waar de strafprocedure plaatsvindt indien deze kosten voor de verdachte of de personen te zijnen laste of voor degene die voor zijn levensonderhoud verantwoordelijk is, een te zware financiële last zouden vormen.

Amendement 27

Artikel 6, lid 1

1. De lidstaten zorgen ervoor dat kosteloze vertolking ter beschikking wordt gesteld van verdachten die de proceduretaal niet begrijpen, om het eerlijk verloop van de procedure te waarborgen .

1. De lidstaten dienen ervoor te zorgen dat een verdachte die de proceduretaal niet begrijpt of niet spreekt, in elke stand en instantie van de procedure alsmede, indien die verdachte dat wenst, bij de gesprekken met zijn advocaat, kosteloos wordt bijgestaan door een tolk .

Amendement 28

Artikel 6, lid 2

2. De lidstaten zorgen waar nodig voor kosteloze vertolking van de tijdens de gehele duur van de strafprocedure verstrekte rechtsbijstand.

2. De lidstaten zorgen ervoor dat wanneer een verdachte de proceduretaal niet begrijpt of spreekt, een tolk aanwezig is:

bij alle besprekingen tussen de verdachte en zijn advocaat, indien de advocaat of de verdachte dat nodig achten,

steeds wanneer de verdachte door wetshandhavingsambtenaren wordt ondervraagd over het feit waarvan hij wordt verdacht,

steeds wanneer de verdachte in verband met het strafbaar feit in de rechtszaal moet verschijnen.

Amendement 29

Artikel 6, lid 3 bis (nieuw)

 

3 bis. De bij de bevoegde rechterlijke instanties toegelaten tolken worden ingeschreven in een nationaal tolkenregister.

Amendement 30

Artikel 7, lid 1

1. De lidstaten zorgen ervoor dat verdachten die de proceduretaal niet verstaan een kosteloze vertaling ontvangen van alle relevante documenten, om het eerlijk verloop van de procedure te waarborgen.

1. De lidstaten zorgen ervoor dat verdachten die de proceduretaal of de taal waarin de op de zaak betrekking hebbende documenten zijn gesteld voorzover dat niet de proceduretaal is, niet verstaan of lezen, een kosteloze vertaling ontvangen van alle relevante documenten in een van de officiële talen van de Europese Unie of, al naar het geval, in een andere taal die de verdachte verstaat, om het eerlijk verloop van de procedure te waarborgen.

Amendement 31

Artikel 7, lid 2

2. De bevoegde autoriteiten beslissen welke documenten dienen te worden vertaald. De advocaat van de verdachte kan om de vertaling van andere documenten verzoeken.

Schrappen.

Amendement 32

Artikel 8, lid 1

1. De lidstaten zorgen ervoor dat de aangestelde vertalers en tolken over de nodige kwalificaties beschikken om nauwkeurige vertalingen en vertolkingen te leveren .

1. De lidstaten zorgen ervoor dat een nationaal register van beëdigde vertalers en tolken wordt ingevoerd waarin professionele linguïsten uit alle lidstaten kunnen worden ingeschreven die over een voor de gehele Unie gelijkwaardig kwalificatieniveau beschikken. Degenen die in dat register zijn ingeschreven zijn verplicht een nationale of communautaire gedragscode na te leven die een onpartijdige en getrouwe vertaling en vertolking moet verzekeren .

Amendement 33

Artikel 9

Wanneer een tolk tussenkomt in de procedure, zorgen de lidstaten voor een geluids- of beeldopname om kwaliteitscontrole mogelijk te maken. In geval van geschil ontvangt elke partij een transcriptie van de opname. Deze transcriptie mag enkel worden gebruikt om de nauwkeurigheid van de vertolking te controleren.

Wanneer een tolk tussenkomt in de procedure, zorgen de lidstaten voor een geluids- of beeldopname om kwaliteitscontrole mogelijk te maken. In geval van geschil ontvangt elke partij een transcriptie van de opname.

Amendement 34

Artikel 10, lid 1

1. De lidstaten zorgen ervoor dat bijzondere aandacht wordt besteed aan verdachten die de inhoud of de betekenis van de procedure niet kunnen begrijpen of volgen wegens hun leeftijd of hun mentale, fysieke of emotionele toestand, teneinde het eerlijk verloop van de procedure te waarborgen.

1. De lidstaten zorgen ervoor dat bijzondere aandacht wordt besteed aan verdachten die de inhoud of de betekenis van de procedure niet kunnen begrijpen of volgen wegens hun leeftijd, hun gezondheidstoestand, een fysieke of psychische handicap, analfabetisme of bijzondere emotionele toestand, teneinde het eerlijk verloop van de procedure te waarborgen.

Amendement 35

Artikel 10, lid 3 bis (nieuw)

 

3 bis. Het verzuim van een beoordeling van en mededeling omtrent de kwetsbaarheid van de verdachte zal, indien niet aangezuiverd, de nietigheid van elke nadien verrichte handeling van het strafproces tot gevolg hebben.

Amendement 36

Artikel 11, lid 2

2. De lidstaten zorgen ervoor dat indien nodig medische bijstand wordt verstrekt.

2. De lidstaten zorgen ervoor dat indien nodig , en zodra de verdachte of diens advocaat dat noodzakelijk acht, medische en psychologische bijstand wordt verstrekt.

Amendement 37

Artikel 11, lid 3

3. In voorkomend geval kan de bijzondere aandacht ook het recht op aanwezigheid van een derde persoon tijdens elk verhoor door de politie of de gerechtelijke autoriteiten omvatten .

3. Een verdachte die recht heeft op bijzondere aandacht , of diens advocaat, heeft het recht de aanwezigheid te verlangen van een derde persoon tijdens elk verhoor door de politie of de gerechtelijke autoriteiten.

Amendement 38

Artikel 12, lid 1

1. In hechtenis genomen verdachten hebben het recht dat hun familie, met familie gelijkgestelde personen of hun plaats van arbeid zo snel mogelijk in kennis worden gesteld van hun hechtenis.

1. In hechtenis genomen of naar een andere plaats van bewaring overgebrachte verdachten hebben het recht dat hun familie, met familie gelijkgestelde personen of hun plaats van arbeid z onder onnodige vertraging in kennis worden gesteld van hun hechtenis of overbrenging .

Amendement 39

Artikel 12, lid 1 bis (nieuw)

 

1 bis. Een verdachte die in voorlopige hechtenis wordt genomen, heeft het recht om zijn werkgever zonder onnodige vertraging van zijn aanhouding op de hoogte te laten brengen.

Amendement 40

Artikel 13, lid 2

2. De lidstaten zorgen ervoor, dat indien een in hechtenis genomen verdachte geen bijstand van de consulaire autoriteiten van zijn land van herkomst wenst, de bijstand van een erkende internationale humanitaire organisatie als alternatief wordt geboden.

2. De lidstaten zorgen ervoor, dat indien een in hechtenis genomen verdachte geen bijstand van de consulaire autoriteiten van zijn land van herkomst wenst, z onder onnodige vertraging de bijstand van een erkende internationale humanitaire organisatie als alternatief wordt geboden.

Amendement 41

Artikel 14, lid 1

1. De lidstaten zorgen ervoor dat alle verdachten schriftelijk in kennis worden gesteld van de procedurele rechten die voor hen rechtstreeks relevant zijn. Deze informatie bevat onder meer, maar is niet beperkt tot, de in dit kaderbesluit vastgelegde rechten.

1. De lidstaten zorgen ervoor dat alle verdachten schriftelijk in kennis worden gesteld van de procedurele rechten die voor hen rechtstreeks relevant zijn. Deze informatie bevat onder meer, maar is niet beperkt tot, de in dit kaderbesluit vastgelegde rechten. De schriftelijke verklaring van rechten wordt aan de verdachte overhandigd wanneer hij voor het eerst wordt ondervraagd, ongeacht of dit op het politiebureau gebeurt of elders.

Amendement 42

Artikel 14, lid 1, alinea 1 bis (nieuw)

 

De lidstaten zorgen ervoor dat de verklaring van rechten on line toegankelijk is voor gemakkelijke raadpleging. De lidstaten zorgen ervoor dat wanneer een verdachte een visuele handicap of leesproblemen heeft, de verklaring van rechten aan hem wordt voorgelezen.

Amendement 44

Artikel 14, lid 3 bis (nieuw)

 

3 bis. De lidstaten bepalen in welke andere talen de verklaring van rechten moet worden vertaald, rekening houdende met de talen die in de Unie het meest worden gesproken als gevolg van immigratie of permanente aanwezigheid in de Unie van burgers uit derde landen. De leden 2 en 3 zijn van toepassing.

Amendement 45

Artikel 14, lid 4

4. De lidstaten dienen zowel de rechtshandhavingsambtenaar als de verdachte, wanneer deze laatste hiertoe bereid is, de verplichting op te leggen de verklaring van rechten te ondertekenen, als bewijs dat deze is overhandigd en aanvaard. De verklaring van rechten moet in tweevoud worden voorgelegd; één (ondertekend) exemplaar dient te worden bewaard door de rechtshandhavingsambtenaar en één (ondertekend) exemplaar door de verdachte. In het dossier dient te worden vermeld dat de verklaring van rechten werd aangeboden en of de verdachte ze al dan niet heeft willen ondertekenen .

4. De vervolgende autoriteit maakt proces-verbaal op van de overhandiging van de verklaring van rechten aan de verdachte, met vermelding van het tijdstip daarvan en eventueel van de daarbij aanwezige personen .

Amendement 46

Artikel 14 bis (nieuw)

 

Artikel 14 bis

Verbod van discriminatie

De lidstaten treffen preventieve maatregelen om erop toe te zien dat elke verdachte ongeacht zijn of haar ras, etnische afstamming of seksuele geaardheid, in iedere stand van de strafprocedures gelijke toegang tot rechtsbijstand krijgt en gelijk behandeld wordt.

Amendement 47

Artikel 15, lid 1

1. De lidstaten bevorderen het verzamelen van de informatie die nodig is voor de evaluatie en controle van dit kaderbesluit.

1. Jaarlijks verzamelen de lidstaten bij onder meer NGO's, intergouvernementele organisaties, beroepsverenigingen van advocaten, tolken en vertalers de informatie die nodig is voor de evaluatie en controle van dit kaderbesluit , en zenden deze door naar de Commissie .

Amendement 48

Artikel 15, lid 2

2. De evaluatie en controle worden verricht onder toezicht van de Europese Commissie, die de verslagen over de verrichte evaluatie en controle zal coördineren. Deze verslagen kunnen worden gepubliceerd.

2. De evaluatie en controle worden jaarlijks verricht onder toezicht van de Commissie, die de verslagen over de verrichte evaluatie en controle zal coördineren. Deze verslagen worden gepubliceerd.

Amendement 49

Artikel 16, lid 1, inleidende formule

1. Om de evaluatie en controle van de bepalingen van dit kaderbesluit mogelijk te maken, dienen de lidstaten ervoor te zorgen dat gegevens, zoals relevante statistieken, worden verzameld en ter beschikking gesteld , welke onder meer betrekking hebben op de volgende punten:

1. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat per 31 maart van elk jaar de volgende informatie omtrent het voorafgaande kalenderjaar wordt verzameld en ter beschikking gesteld:

Amendement 50

Artikel 16, lid 2

2. De evaluatie en controle worden met regelmatige tussenpozen verricht op grond van een analyse van de overeenkomstig dit artikel door de lidstaten verzamelde en ter beschikking gestelde gegevens.

Schrappen.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P6_TA(2005)0092

Kwijting 2003: Afdeling III van de algemene begroting

 

1.

Besluit van het Europees Parlement over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003, Afdeling III — Commissie (SEC(2004)1181 — C6-0012/2005 — 2004/2040(DEC) — SEC(2004)1182 — C6-0013/2005 — 2004/2040 (DEC))

Het Europees Parlement,

gezien de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen voor het begrotingsjaar 2003 (1),

gezien de definitieve jaarrekeningen van de Europese Gemeenschappen — Begrotingsjaar 2003 — Deel I — Geconsolideerde verslagen over de uitvoering van de begroting en geconsolideerde financiële staten (SEC(2004)1181 — C6-0012/2005, SEC(2004)1182 — C6-0013/2005) (2),

gezien het verslag van de Commissie over de follow-up van de kwijtingen 2002 (COM(2004)0648 — C6-0126/2004),

gezien het jaarverslag aan de kwijtingsautoriteit over de in 2003 uitgevoerde interne controles (COM(2004)0740),

gezien het jaarverslag van de Rekenkamer over het begrotingsjaar 2003 (3) alsmede de speciale verslagen van de Rekenkamer, vergezeld van de antwoorden van de gecontroleerde instellingen,

gezien de verklaring over de betrouwbaarheid van de rekeningen en de wettigheid en de regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, afgegeven door de Rekenkamer overeenkomstig artikel 248 van het EG-Verdrag (4),

gezien de aanbeveling van de Raad van 8 maart 2005 (C6-0077/2005),

gelet op de artikelen 274, 275 en 276 van het EG-Verdrag en de artikelen 179 bis en 180 ter van het Euratom-Verdrag,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (5), inzonderheid de artikelen 145, 146 en 147,

gelet op het Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (6),

gelet op artikel 70 en bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en de adviezen van de overige betrokken commissies (A6-0070/2005),

A.

overwegende dat de Commissie, overeenkomstig artikel 274 van het EG-Verdrag, de begroting uitvoert onder eigen verantwoordelijkheid en overeenkomstig het beginsel van goed financieel beheer,

1.

verleent de Commissie kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen voor het begrotingsjaar 2003;

2.

geeft zijn opmerkingen in de begeleidende resolutie;

3.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel uitmaakt te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, de Europese Investeringsbank alsmede de nationale en regionale controle-instanties van de lidstaten, en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).


(1)  PB L 54 van 28.2.2003.

(2)  PB C 294 van 30.11.2004, blz. 1.

(3)  PB C 293 van 30.11.2004, blz. 1.

(4)  PB C 294 van 30.11.2004, blz. 99.

(5)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(6)  PB L 356 van 31.12.1977, blz. 1.

2.

Besluit van het Europees Parlement tot afsluiting van de rekeningen betreffende de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen voor het begrotingsjaar 2003, Afdeling III — Commissie (SEC(2004)1181 — C6-0012/2005 — 2004/2040(DEC) — SEC(2004)1182 — C6-0013/2005 — 2004/2040(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen voor het begrotingsjaar 2003 (1),

gezien de definitieve jaarrekeningen van de Europese Gemeenschappen — Begrotingsjaar 2003 — Deel I — Geconsolideerde verslagen over de uitvoering van de begroting en geconsolideerde financiële staten (SEC(2004)1181 — C6-0012/2005, SEC(2004)1182 — C6-0013/2005) (2),

gezien het verslag van de Commissie over de follow-up van de kwijtingen 2002 (COM(2004)0648 — C6-0126/2004),

gezien het Jaarverslag aan de kwijtingsautoriteit over de in 2003 uitgevoerde interne controles (COM(2004)0740),

gezien het jaarverslag van de Rekenkamer over het begrotingsjaar 2003 (3) alsmede de speciale verslagen van de Rekenkamer, vergezeld van de antwoorden van de gecontroleerde instellingen,

gezien de verklaring over de betrouwbaarheid van de rekeningen en de wettigheid en de regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, afgegeven door de Rekenkamer overeenkomstig artikel 248 van het EG-Verdrag (4),

gezien de aanbeveling van de Raad van 8 maart 2005 (C6-0077/2005),

gelet op de artikelen 274, 275 en 276 van het EG-Verdrag en de artikelen 179 bis en 180 ter van het Euratom-Verdrag,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (5), inzonderheid de artikelen 145, 146 en 147,

gelet op het Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (6),

gelet op artikel 70 en bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en de adviezen van de overige betrokken commissies (A6-0070/2005),

A.

overwegende dat de Commissie, overeenkomstig artikel 275 van het EG-Verdrag, verantwoordelijk is voor het opstellen van de jaarrekening,

1.

hecht zijn goedkeuring aan de afsluiting van de rekeningen betreffende de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen voor het begrotingsjaar 2003;

2.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel uitmaakt te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Europese Rekenkamer, de Europese Investeringsbank alsmede de nationale en regionale controle-instanties van de lidstaten, en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).


(1)  PB L 54 van 28.2.2003.

(2)  PB C 294 van 30.11.2004, blz. 1.

(3)  PB C 293 van 30.11.2004, blz. 1.

(4)  PB C 294 van 30.11.04, blz. 99.

(5)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(6)  PB L 356 van 31.12.1977, blz. 1.

3.

Resolutie van het Europees Parlement met de opmerkingen die integrerend deel uitmaken van het besluit tot het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen voor het begrotingsjaar 2003, Afdeling III — Commissie (SEC(2004)1181 — C6-0012/2005 — 2004/2040(DEC) — SEC(2004)1182 — C6-0013/2005 — 2004/2040(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen voor het begrotingsjaar 2003 (1),

gezien de definitieve jaarrekeningen van de Europese Gemeenschappen — Begrotingsjaar 2003 — Deel I — Geconsolideerde verslagen over de uitvoering van de begroting en geconsolideerde financiële staten (SEC(2004)1181 — C6-0012/2005, SEC(2004)1182 — C6-0013/2005) (2),

gezien het verslag van de Commissie over de follow-up van de kwijtingen 2002 (COM(2004)0648 — C6-0126/2004),

gezien het jaarverslag aan de kwijtingsautoriteit over de in 2003 uitgevoerde interne controles (COM(2004)0740),

gezien het Jaarverslag van de Rekenkamer over het begrotingsjaar 2003 (3) alsmede de speciale verslagen van de Rekenkamer, vergezeld van de antwoorden van de gecontroleerde instellingen,

gezien de verklaring over de betrouwbaarheid van de rekeningen en de wettigheid en de regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, afgegeven door de Rekenkamer overeenkomstig artikel 248 van het EG-Verdrag (4),

gezien de aanbeveling van de Raad van 8 maart 2005 (C6-0077/2005),

gelet op de artikelen 274, 275 en 276 van het EG-Verdrag en de artikelen 179 bis en 180 ter van het Euratom-Verdrag,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (5), inzonderheid de artikelen 145, 146 en 147,

gelet op het Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (6),

gelet op artikel 70 en bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en de adviezen van de overige betrokken commissies (A6-0070/2005),

A.

overwegende dat de tenuitvoerlegging van het EU-beleid voornamelijk wordt gekenmerkt door „gedeeld beheer” door de Europese Commissie en de lidstaten,

B.

overwegende dat overeenkomstig artikel 53, lid 3, van het Financieel Reglement „de taken tot uitvoering van de begroting aan de lidstaten [worden] gedelegeerd” wanneer de Commissie de begroting onder gedeeld beheer uitvoert, en dat deze dient te handelen in overeenstemming met de door de Unie vastgestelde richtlijnen,

C.

andermaal benadrukkend (7) dat de kwijtingsprocedure een proces is dat, onder meer, wordt uitgevoerd om het financieel beheer in de EU te verbeteren door de basis voor de besluitvorming te verbeteren naar aanleiding van de verslagen van de Europese Rekenkamer en de antwoorden en adviezen van de instellingen,

D.

overwegende dat de Commissie overeenkomstig het Verdrag over het recht van initiatief beschikt en dat de financiële eindverantwoordelijkheid voor de uitvoering van de begroting — met inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel zoals bedoeld in het Verdrag van Maastricht — ondeelbaar is en uitsluitend bij de Commissie berust, zoals vastgelegd in artikel 274 van het Verdrag, volgens hetwelk er adequate controles moeten worden ingesteld op de communautaire middelen,

E.

overwegende dat de Commissie er het meeste belang bij heeft dat de bepalingen inzake controle volledig worden nagekomen,

A.   HORIZONTALE KWESTIES

1.

betreurt de misleidende verklaring van de Rekenkamer over de niet afgewikkelde verplichtingen, die eind 2003 het equivalent bedroegen van „vijf jaar betalingen in het huidige bestedingstempo...” (0.6.), daar dit cijfer ook de jaren 2004-2006 omvat die in 2003 niet vastgelegd konden worden; herinnert eraan dat niet-bestede middelen aan het eind van de periode worden terugbetaald aan de lidstaten;

2.

is ingenomen met het feit dat de invoering van de n + 2-regel (jaar van vastlegging + 2) een grote bijdrage heeft geleverd tot de oplossing van dit probleem, waardoor er de afgelopen twee jaar een absorptie is geweest van meer dan 99 % van de structuurfondsen;

3.

verzoekt de Commissie, mede met het oog op de financiële perspectieven na 2006, een evenwicht te vinden tussen het formuleren van beleid en het proces van verslaglegging over haar eigen beleidsuitvoering; roept de Commissie ertoe op een kritische analyse te maken door de verdeling van de bevoegdheden binnen de Commissie (bestuursstructuur), alsook de administratieve processen te heroverwegen;

4.

verzoekt de Commissie voorts de uitvoeringskosten en administratieve lasten voor lidstaten en eindbegunstigden op te nemen in de uitgebreide effectbeoordeling van nieuwe verordeningen, teneinde controles en tegenwichten te creëren om de uitvoeringskosten en de administratieve lasten binnen aanvaardbare grenzen te houden;

Betrouwbaarheid van de rekeningen — voorbehouden

5.

stelt vast dat de Rekenkamer, afgezien van de gevolgen van het ontbreken van effectieve interne-controleprocedures voor diverse uitgaven en betaalde voorschotten, van oordeel is dat de geconsolideerde jaarrekening van de Europese Gemeenschappen en de toelichting daarbij een getrouw beeld geven van de ontvangsten en de uitgaven van de Gemeenschappen gedurende het jaar 2003 en van de financiële situatie aan het einde van dat jaar (Betrouwbaarheidsverklaring van de Rekenkamer, paragrafen II en III);

6.

vestigt de aandacht op de volgende citaten uit het Jaarverslag aan de kwijtingsautoriteit over de in 2003 uitgevoerde interne controles (8) met betrekking tot de boekhoud- en beheersinformatiesystemen:

 

„... de boekhoudfunctie binnen de DG's moet worden versterkt en geprofessionaliseerd, zodat de Commissie en haar management voor alle DG's de verzekering krijgen dat het systeem waarborgt dat de rekeningen volledig, nauwkeurig en relevant zijn.” (blz. 5),

 

„De systemen moeten waarborgen dat in de rekeningen alle relevante informatie is opgenomen...” (blz. 6),

 

„Het management en de externe betrokkenen moeten de verzekering krijgen dat de gegevens in overeenstemming zijn met de werkelijkheid...” (blz. 6);

concludeert dat uit de formuleringen blijkt dat:

er geen systematische verzekering wordt verkregen dat de rekeningen volledig, nauwkeurig en relevant zijn,

de systemen niet waarborgen dat in de rekeningen alle relevante informatie is opgenomen,

het management en externe betrokkenen niet de verzekering krijgen dat de cijfers in overeenstemming zijn met de werkelijkheid;

7.

betreurt dat door de verdeling van de bevoegdheden in de bestuursstructuur van de Commissie de rol van de rekenplichtige wordt verkleind tot het inzamelen van de informatie over de rekeningen die hij ontvangt van de ordonnateurs; is van opvatting dat de rekenplichtige de algehele verantwoordelijkheid op zich dient te nemen voor de juistheid van de rekeningen van de instelling als geheel en niet uitsluitend dient te steunen op meer dan dertig individuele gedelegeerde ordonnateurs;

8.

verwacht dat de rekenplichtige de rekeningen — niet de nota bij de rekeningen — ondertekent en aldus persoonlijke verantwoordelijkheid op zich neemt voor de daarin opgenomen cijfers en, in het geval van voorbehouden, nauwgezette uitleg verschaft over de aard en de reikwijdte van de gemaakte voorbehouden; benadrukt het verschil tussen de formele goedkeuring van de rekeningen door het college van Commissarissen en de certificatie door de rekenplichtige van de rekeningen als een waarachtig en eerlijk verslag door de rekenplichtige; verzoekt de Commissie — andermaal (9) — te komen met de gevraagde wetgevingsvoorstellen voor wijziging van het Financieel Reglement en/of de daarmee samenhangende uitvoeringsbepalingen;

9.

betreurt de tegenstand van de Commissie tegen een opwaardering van de rol van de rekenplichtige; benadrukt dat de certificatie van de rekeningen een fundamenteel element in de controlestructuur is en dat andere elementen in de algehele controlestructuur ernstig worden verzwakt zolang dit element ontbreekt; stemt in met het streven achter de recente hervorming van het financieel beheer bij de Commissie, dat erop was gericht iedere directeur-generaal verantwoordelijkheid te geven; is er echter van overtuigd dat de zekerheid die door de directeuren-generaal kan worden gegeven, dient te worden ondersteund door een algehele zekerheid die wordt gegeven door de rekenplichtige, die een volledige verantwoordingsplicht heeft en over de noodzakelijke middelen beschikt om aan zijn verantwoordelijkheid te voldoen;

10.

verwacht dat de Commissie in haar voorstel voor herziening van het Financieel Reglement bepalingen opneemt waarin wordt vereist dat de rekenplichtige de rekeningen certificeert, bijvoorbeeld op basis van systematische valideringen of steekproeven; is van mening dat de rekenplichtige moet worden opgewaardeerd tot financieel directeur (FD) en een rol dient te krijgen als institutioneel tegenwicht van het management tegenover de 39 diensten, en dat zijn huidige rol, waarin hij slechts een zeer formalistische validatie geeft van de gegevens die hij ontvangt van de directeuren-generaal zonder dat hij indien nodig zijn eigen opmerkingen daarover kan geven (art. 61 van het Financieel Reglement), strijdig is met het doel van de hervorming van het financieel beheer;

11.

benadrukt dat opwaardering van de rekenplichtige geen stap terug is naar het oude systeem, waarin de toenmalige „Financieel Controleur” goedkeuring moest verlenen voor betalingen en vastleggingen en exante controles uitvoerde van de verrichtingen; benadrukt het verschil tussen het oude systeem en het verzoek om opwaardering van de rekenplichtige zodat hij ex-ante systeemcontroles en ex-post steekproeven van de verrichtingen kan uitvoeren; betreurt dat de Commissie gebruik blijft maken van het misleidende en verkeerde argument dat een versterkte rol voor de rekenplichtige in de controlestructuur een stap terug is naar het oude systeem en dat de ondertekening van de rekeningen door de rekenplichtige een pure formaliteit is;

12.

deelt de Commissie mede dat een puur cosmetische verbetering van de rol van de rekenplichtige niet aanvaard kan worden; verwacht dat in het Financieel Reglement een vereiste zal worden opgenomen met betrekking tot een verklaring van de financieel directeur, waarin deze op eigen verantwoordelijkheid — en niet op basis van gegevens die hij heeft ontvangen van de directeuren-generaal — verklaart dat de rekeningen een waarachtig en eerlijk beeld geven en dat de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn;

13.

begrijpt niet hoe de Rekenkamer al 10 jaar lang een negatieve betrouwbaarheidsverklaring ten aanzien van de betalingskredieten heeft kunnen afgeven terwijl zij tegelijkertijd een de facto voorbehoudsloos advies verstrekte over de algemene rekeningen van de Commissie; zou een korte schriftelijke uitleg van de Rekenkamer over deze kwestie op prijs stellen;

14.

herinnert eraan dat de Commissie op 17 december 2002 een actieplan heeft goedgekeurd voor de modernisering van het boekhoudsysteem van de Europese Gemeenschappen, dat op 1 januari 2005 operationeel diende te zijn; benadrukt dat de opstelling van de openingsbalans van essentieel belang is voor een geslaagde omschakeling van een boekhouding op kasbasis naar een boekhouding op basis van het batenlastenstelsel;

Algehele beoordeling 2003 van de Rekenkamer — geen redelijke zekerheid

15.

constateert met teleurstelling dat de Rekenkamer, eens te meer, „geen redelijke zekerheid [heeft] verkregen dat de toezichtsystemen en -controles van belangrijke begrotingssectoren doeltreffend worden toegepast (door de lidstaten) zodat de risico's met betrekking tot de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen worden beheerst” (paragraaf 0.4);

Specifieke beoordeling van de Rekenkamer

16.

wijst op de specifieke conclusies van de Rekenkamer ten aanzien van betalingen:

Landbouw:„Bij alle landbouwuitgaven moesten nog vorderingen worden gemaakt om de geconstateerde ernstige gebreken in de toezichtsystemen en -controles te verhelpen (Betrouwbaarheidsverklaring, paragraaf VI a)),”

Structuurfondsen:... bij de structurele acties blijven gebreken bestaan in de systemen die op het niveau van de lidstaten moeten zorgen voor toezicht en controle op de uitvoering van de communautaire begroting...” (Betrouwbaarheidsverklaring, paragraaf VI b)),

Intern beleid:„... de geconstateerde verbeteringen in de toezichtsystemen en -controles [zijn] nog ontoereikend om significante fouten [...] te voorkomen...” (Betrouwbaarheidsverklaring, paragraaf VI c)),

Externe maatregelen:„[het] is van belang dat de instrumenten die vereist zijn voor toezicht en controle op de systemen en de uitgaven, worden ingezet ten behoeve van de nog steeds noodzakelijke verbetering” (Betrouwbaarheidsverklaring, paragraaf VI d)),

Pre-toetredingssteun:„... de reeds in 2002 gesignaleerde gebreken in de toezichtsystemen en -controles gaven aanleiding tot meer fouten en risico's, die van invloed waren op de wettigheid en regelmatigheid van de verrichtingen” (Betrouwbaarheidsverklaring, paragraaf VI e)),

Gedeeld beheer:„Op het gebied van gedeeld beheer [...] moet een grotere inspanning worden geleverd om te komen tot een doeltreffende toepassing van de toezichtsystemen en -controles, zodat de risico's daarvan beter beheersbaar zijn” (Betrouwbaarheidsverklaring, paragraaf VIII);

17.

stelt vast dat de bevindingen van de Rekenkamer een duidelijke weergave zijn van de belangrijkste problemen met betrekking tot de wettigheid en de regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen en dat deze in de eerste plaats te vinden zijn op het niveau van de lidstaten en in mindere mate op het niveau van de Commissie;

18.

is van mening dat de Commissie in gevallen waarbij sprake is van gedeeld beheer van Gemeenschapsgelden met spoed wegen dient te vinden om de verantwoordingsplicht op lidstaatniveau te verbeteren door een efficiënte aanpak van het „risico door delegatie”, dat het gevolg is van het feit dat de Commissie niet de eindverantwoordelijke is voor alle begrotingsuitgaven, maar ook de eindverantwoordelijkheid draagt wanneer EU-middelen in gedeeld beheer met lidstaten worden besteed;

Risico door delegatie

19.

stelt vast dat, hoewel de lidstaten zijn belast met de daadwerkelijke uitvoering van het grootste deel van de Gemeenschapsbegroting, de Commissie de eindverantwoordelijkheid draagt voor de uitvoering ervan en — met inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel zoals vastgelegd in het Verdrag van Maastricht — daarmee ook voor de controlemaatregelen in de lidstaten en binnen de Commissie;

20.

merkt op dat het verschil tussen het financieren en het uitvoeren van Gemeenschapsbeleid leidt tot het zogeheten „risico door delegatie”, waarbij het gaat om kwesties zoals:

a)

erkenning van het feit dat lidstaten en begunstigden niet altijd evenveel aandacht besteden aan het besteden van Europees geld dan aan de besteding van nationale gelden,

b)

de heterogene kwaliteit van de controlenormen van de lidstaten en het opvallende ontbreken van betrokkenheid van de meeste nationale controle-instanties bij het verkrijgen van zekerheid dat de Europese middelen op wettige en regelmatige wijze worden gebruikt voor de vastgestelde doeleinden,

c)

het buitensporige vertrouwen dat wordt gesteld in wettelijke en contractuele beschrijvingen van controlemechanismen zonder dat voldoende pogingen worden ondernomen om de verhouding tussen de Commissie en de bestuurlijke autoriteiten van de lidstaten te baseren op beginselen van goed bestuur en een goede verantwoordingsplicht,

d)

het ex-postkarakter van terugvorderingsmechanismen, dat de aandacht afleidt van de noodzaak om zo vroeg mogelijk in te grijpen en er in veel gevallen toe leidt dat fouten gedurende een te lange periode gemaakt blijven worden,

e)

de lange keten van stappen tussen de vastlegging en de ontvangst van gelden door de uiteindelijke begunstigden, waardoor grote inspanningen moeten worden verricht om te waarborgen dat het controlespoor te volgen is,

f)

het beperkte aantal gegevensgerichte controles dat om praktische redenen kan worden uitgevoerd in vergelijking met het totale aantal verrichtingen;

21.

is van opvatting dat deze problemen niet uitsluitend kunnen worden opgelost met centraal opgelegde controles en dat de huidige situatie duidelijk aantoont dat er behoefte is aan nieuwe instrumenten om het inzicht van de Commissie in de beheers- en controlesystemen van de lidstaten te verbeteren; is van mening dat alleen voldoende omvattende openbaarmakingen ex ante in een officiële openbaarmakingsverklaring en een jaarlijkse betrouwbaarheidsverklaring ex post betreffende de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen door de hoogste politieke en beheersautoriteit (minister van Financiën) van elke lidstaat, zoals diverse malen voorgesteld de interne-auditdienst van de Commissie (10), de Commissie in staat zal stellen te voldoen aan haar verplichtingen krachtens artikel 274 van het Verdrag;

22.

verzoekt de Commissie vóór 1 oktober 2005 een eerste verslag voor te leggen met een verkenning van het traject naar een gezamenlijk protocol met de lidstaten, waarin de beheersautoriteit (minister van Financiën) voorafgaand aan de uitgifte van middelen en jaarlijks verklaart te beschikken over goede controlesystemen die adequate waarborgen bieden voor de verantwoordingsdoeleinden van de Commissie;

23.

beveelt aan dat in dit verslag vereist gesteld wordt dat de jaarlijkse openbaarmakingsverklaring onder meer de volgende elementen bevat:

a)

een beschrijving van de controlesystemen door de beheersautoriteit van de lidstaat,

b)

een beoordeling van de effectiviteit van deze controlesystemen,

c)

indien noodzakelijk, een actieplan voor verbeteringen opgesteld door de beheersautoriteit van de lidstaat in overleg met de Commissie,

d)

een bevestiging van de beschrijving door een nationale controle-instantie of een andere externe auditor; en

beveelt daarnaast aan dat in dit verslag nader wordt beschreven wat de rechten van de Commissie zijn met betrekking tot de controle van de openbaarmakingsverklaring en dat duidelijk wordt vastgelegd waar de wettelijke bevoegdheid berust voor het opleggen van sancties die van invloed zijn op algehele middelenverstrekking aan de betrokken lidstaat in het geval van ontoereikende openbaarmaking;

24.

acht het niet passend een besluit te nemen over kredieten voor een beleid van gedeeld beheer voor de periode na 2007 zonder een concreet antwoord te geven op de opmerkingen van de Rekenkamer en substantiële verbeteringen aan te brengen in de controlemechanismen in de lidstaten;

25.

stelt de Commissie en de Raad op de hoogte van de moeilijkheden bij het sluiten van een Interinstitutioneel Akkoord over de nieuwe financiële vooruitzichten zolang het beginsel van openbaarmakingsverklaringen door de hoogste politieke en beheersautoriteit (minister van Financiën) van elk van de lidstaten, zoals beschreven in de paragrafen 21-23, niet volledig is aanvaard en aan de tenuitvoerlegging ervan geen prioritaire status is gegeven;

26.

is van opvatting dat vooruitgang in het financieel beheer van de Europese Unie niet mogelijk is zonder de actieve participatie van de lidstaten, en dat deze „participatie” op politiek niveau moet worden verankerd;

27.

is ervan overtuigd dat een minister van Financiën de voorkeur geeft aan goed werkende toezicht- en controlesystemen boven het risico aan zijn/haar parlement te moeten uitleggen waarom aanzienlijke bedragen uit de nationale schatkist aan de Europese Unie moeten worden terugbetaald;

28.

roept de Commissie ertoe op strenger te zijn in haar toezicht op tot betaling gemachtigde agentschappen en minder tolerantie te tonen voor incompetentie, door te onderzoeken of het haalbaar is:

alle tot betaling gemachtigde agentschappen jaarlijks door een externe auditor te laten controleren,

prestatiedoelen vast te stellen,

betalingen op te schorten wanneer duidelijk omschreven prestatiedoelen niet worden gehaald en de agentschappen er van tevoren op waren gewezen dat dit het onvermijdelijke gevolg zou zijn van slechte prestaties,

agentschappen die geregeld hun prestatiedoelen niet halen, op te heffen,

agentschappen financieel aansprakelijk te maken voor hun fouten;

De betrouwbaarheidsverklaring van de Rekenkamer ...

29.

herinnert eraan dat de Rekenkamer sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Maastricht verplicht is het Parlement en de Raad jaarlijks een verklaring voor te leggen over de betrouwbaarheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen (ook wel „DAS”, de Franse afkorting van Déclaration d'Assurance, genoemd);

30.

benadrukt dat de besluitvorming over de criteria en de methode volgens welke de Rekenkamer de DAS opstelt, is overgelaten aan de Rekenkamer en door de wetgever niet is voorgeschreven;

31.

herinnert eraan dat de auditadviezen van de Rekenkamer aanvankelijk volledig waren gebaseerd op een statistische methode die bestond in een rechtstreekse gegevensgerichte controle van een globale steekproef en de extrapolatie van het meest waarschijnlijke foutenpercentage;

... en de daarmee gepaard gaande problemen

32.

noemt een aantal beperkingen die inherent zijn aan de DAS, en de aard ervan, daar deze elementen in de overwegingen moeten worden betrokken bij de beoordeling van de resultaten van de DAS-analyse en de gevolgen van deze resultaten voor het besluit om al dan niet kwijting te verlenen, alsook van mogelijke verbeteringen van de DAS-methodologie in de toekomst:

a)

de DAS is een onderdeel van de financiële controle die door de Rekenkamer wordt uitgevoerd; als zodanig heeft de DAS tot doel zekerheid te verkrijgen over regelmatigheid en de wettigheid van de onderliggende verrichtingen; typische financiële-controlevragen zijn: „geven de rekeningen een waarheidsgetrouw en eerlijk beeld?” en „hoeveel fouten zijn er gevonden in de verrichtingen?”,

b)

de DAS is slechts indirect onderdeel van de prestatiecontrole (11), die breder is, omdat in het kader daarvan wordt onderzocht of middelen optimaal zijn benut; de typische vraag bij prestatiecontrole is: „zijn de middelen op verstandige wijze besteed en op economische, efficiënte en effectieve wijze gebruikt?”,

c)

zelfs als uit de DAS blijkt dat de wijze waarop middelen zijn gebruikt voor 100 % regelmatig en wettig was, geeft dit geen enkele indicatie over de vraag of met de uitgaven waar voor het geld is gekregen, want deze vraag wordt in het kader van de DAS niet gesteld noch beantwoord; met andere woorden: geld kan op volstrekt regelmatige en wettige wijze volledig verkwist worden,

d)

de nadruk die momenteel wordt gelegd op de wettigheid en de regelmatigheid van bestedingen draagt niet bij tot een antwoord voor de wetgever en de burger op de vraag of het geld op doeltreffende wijze is besteed,

e)

de DAS-aanpak is een uitvloeisel van de politieke aandacht die wordt geschonken aan de „noodzaak” om fraude en onregelmatigheden te bestrijden, maar draagt niet op significante wijze bij tot enige vermindering van verspilling,

f)

in de media wordt de huidige betrouwbaarheidsverklaring vaak verkeerd uitgelegd en wordt een negatieve DAS gepresenteerd als een bewijs dat er bij vrijwel alle EU-bestedingen sprake is van fraude; dit misleidende beeld kan een negatieve invloed hebben op de houding van burgers ten opzichte van andere EU-kwesties, zoals de Grondwet of de nieuwe financiële vooruitzichten,

g)

met de DAS-aanpak kan vooruitgang nog onvoldoende worden aangetoond: de DAS is positief of negatief; de methodologie dient verder ontwikkeld te worden, teneinde voldoende informatie te verkrijgen waaruit blijkt welke verbeteringen er van jaar tot jaar in elke sector in de verschillende lidstaten zijn doorgevoerd;

De huidige hervorming van de DAS ...

33.

erkent dat de Rekenkamer er de afgelopen jaren blijk van heeft gegeven zich bewust te zijn van de geuite kritiek en heeft getracht de DAS-methodologie te hervormen door middel van verbreding van de basis van haar evaluatie;

34.

stelt vast dat de globale DAS momenteel het resultaat is van een consolidatie van specifieke beoordelingen van de eigen middelen en elk van de operationele hoofdstukken van de financiële vooruitzichten, en dat de sectorale beoordelingen nu worden gebaseerd op vier informatiebronnen:

a)

een beoordeling van de toezichtsystemen en -controles,

b)

een gegevensgerichte controle van de verrichtingen,

c)

bestudering van de jaarlijkse activiteitenverslagen en verklaringen van de directeuren-generaal van de Commissie, en

d)

een evaluatie van de relevante resultaten van andere controleurs;

... is een stap in de goede richting, maar lijkt te bescheiden

35.

merkt op dat de centrale vraag in verband met de DAS zou moeten zijn of de toezichtsystemen en -controles die op communautair en nationaal niveau zijn ingevoerd de Commissie redelijke zekerheid verschaffen over de wettigheid en de regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen;

36.

verzoekt de Rekenkamer de presentatie van de globale DAS en de specifieke beoordelingen verder te verbeteren door middel van voortzetting van de tendens in de richting van een meer omvattende beschrijving van de voorbehouden en door meer expliciete en specifieke informatie te verstrekken over zwakke punten in de diverse sectoren en lidstaten met het oog op de opstelling van een operationele lijst, opgesteld op basis van een risicoanalyse, van de voorbehouden die in de loop van de tijd nauwlettend gevolgd kunnen worden;

37.

beseft dat het doel van het analyseren van een steekproef van verrichtingen niet langer is gelegen in het berekenen van het meest waarschijnlijke foutenpercentage en dat de resultaten van de analyses volgens de nieuwe aanpak samen met de in de andere drie pijlers gevonden resultaten worden beoordeeld;

38.

verzoekt de Rekenkamer — teneinde te kunnen beoordelen of de nieuwe aanpak fundamenteel verschilt van de oude — nadere informatie te verschaffen over de verhouding tussen de vier informatiebronnen bij de samenstelling van de sectorale beoordelingen;

39.

verzoekt de Rekenkamer gedetailleerd uiteen te zetten in welke mate zij controleresultaten heeft kunnen verkrijgen van „andere controleurs” en welke rol deze resultaten hebben gespeeld in haar oordelen; stelt vast dat het jaarverslag geen verwijzingen bevat naar resultaten van andere controleurs; stelt met name prijs op informatie over resultaten en moeilijkheden die verband houden met de samenwerking met „andere controleurs” in de verschillende lidstaten, daar zich onder deze „andere controleurs” ook nationale controleinstanties bevinden die volledige autonomie genieten tegenover de Europese instellingen;

40.

is van mening dat de huidige hervorming van de DAS, hoewel een stap in de goede richting, ontoereikend is om de hierboven genoemde beperkingen en tekortkomingen te corrigeren; is verheugd dat de nieuwe aanpak enig inzicht biedt in de regelmatigheid per sector, maar betreurt dat er nog onvoldoende inzicht is in de regelmatigheid van uitgaven per lidstaat; is van opvatting dat de DAS nog steeds een instrument is dat in te hoge mate is gebaseerd op de analyse van verrichtingen en individuele fouten; is derhalve van mening dat onderzoek naar de werking van toezicht- en controlesystemen dient te worden geïntensiveerd met het oog op voorstellen voor concrete verbeteringen van dergelijke systemen en het opsporen van de oorzaken van de vastgestelde tekortkomingen;

41.

verzoekt de Rekenkamer haar kwalitatieve DAS-aanpak verder te ontwikkelen, zodat voldoende rekening kan worden gehouden met de meerjarigheid van veel programma's en de daarmee samenhangende compenserende controles, zoals ex-postcontroles en correcties op de goedkeuring van rekeningen, die tot doel hebben de EU-begroting te beschermen, doordat zij voorzien in terugvordering van onterechte betalingen; zou het op prijs stellen indien de Rekenkamer een speciaal verslag zou opstellen over deze cruciale kwestie en daarin duidelijkheid zou verschaffen over de verhouding tussen ex-antecontroles en ex-postverificatie;

42.

benadrukt dat hoewel compenserende controles een belangrijk element zijn van de toezichtsystemen en -controles, zij geen compensatie zijn voor tekortkomingen in toezichtsystemen en -controles, noch voor de formulering van beleid als zodanig;

43.

betreurt in dit verband het toenemende aantal verwijzingen ten behoeve van prejudiciële beslissingen over de interpretatie en de validiteit van het Gemeenschapsrecht; benadrukt dat het belangrijk is slechte communautaire wetgeving te voorkomen, daar dit negatieve gevolgen heeft voor de prestaties van de Unie en leidt tot onzekerheid bij personen, instellingen en ondernemingen in de lidstaten die van deze wetgeving afhankelijk zijn; wijst op de ondubbelzinnige opmerking van de Rekenkamer over de kaderprogramma's voor onderzoek, waarbij „significante fouten inzake wettigheid en regelmatigheid op het niveau van de betalingen [...] dreigen [...] te blijven optreden indien de regels voor de programma's niet worden herzien.” (Betrouwbaarheidsverklaring, paragraaf VI 6 c));

44.

verzoekt de Commissie het gevaar van fouten in de aanspraken op financiering door de Gemeenschap te verkleinen door ervoor te zorgen dat de communautaire regelgeving duidelijke, werkbare regels voor in aanmerking komende kosten bevat en dat ontmoedigende en proportionele administratieve straffen moeten worden opgelegd wanneer wordt vastgesteld dat de opgave van in aanmerking komende kosten te hoog is;

Single audit

45.

herinnert aan zijn in paragraaf 48 van zijn besluit van 10 april 2002 over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2000 (12) gedane verzoek aan de Rekenkamer om een advies over de invoering van „één enkel auditmodel voor de EU-begroting, waarbij elk controleniveau voortbouwt op het voorgaande met als doel de last voor de gecontroleerde te verminderen en de kwaliteit van de audit op te voeren, maar zonder de onafhankelijkheid van de betrokken auditorganen te ondergraven”;

46.

herinnert er voorts aan dat de Commissie in dit besluit werd verzocht een verslag op te stellen over hetzelfde onderwerp; stelt vast dat de Commissie dit nog niet heeft gedaan;

47.

is ingenomen met advies nr. 2/2004 (13) van de Rekenkamer over het „single audit”-model, dat een zeer belangrijke bijdrage vormt tot het debat over de DAS en het derhalve verdient om door alle betrokkenen te worden bestudeerd; merkt op dat het advies niet alleen gaat over een „single audit”-model in de beperkte zin van het begrip, maar in de eerste plaats over de totstandbrenging van een „communautair interne-controlekader (CICK) (paragraaf 3);”

48.

wijst met bijzondere belangstelling op de aanbevelingen van de Rekenkamer voor een effectief en efficiënt interne-controlekader:

a)

„gemeenschappelijke beginselen en normen ... [die] zowel bij de instellingen als in de lidstaten op alle administratieve niveaus [worden] toegepast” (paragraaf 57),

b)

de interne controle moet „redelijke zekerheid [...] bieden dat de verrichtingen wettig en regelmatig zijn en voldoen aan de beginselen van zuinigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid” (paragraaf 57),

c)

„De kosten van de controles moeten in verhouding staan tot de voordelen op financieel en beleidsgebied.”,

d)

„Het systeem moet worden opgebouwd rond een logische geschakelde structuur waarin de verificaties worden verricht, geregistreerd en gerapporteerd volgens een gemeenschappelijke norm, zodat alle deelnemers erop kunnen vertrouwen.” (paragraaf 57) (14);

49.

vraagt zich, in het licht van de constante kritiek op de traditionele DAS-aanpak in de afgelopen tien jaar, af waarom deze aanbevelingen niet veel eerder zijn gepubliceerd;

50.

is van mening dat de voorgestelde structuur voor een communautair interne-controlekader een belangrijk instrument zou kunnen zijn om te komen tot betere en efficiëntere toezicht- en controlesystemen en aldus zou kunnen bijdragen tot de hoognodige modernisering van de DAS-methodologie;

51.

benadrukt dat de verantwoordingsplicht voor de besteding van EU-middelen begint in de lidstaten en dat openbaarmakingsverklaringen, zoals beschreven in de paragrafen 21-23, door de hoogste politieke en beheersautoriteit (minister van Financiën) van elk van de lidstaten dientengevolge integrerend deel moeten uitmaken van het interne-controlekader van de Gemeenschap;

52.

merkt op dat het communautaire interne-controlekader — zoals de naam aanduidt — gesitueerd is op het „interne controle”-gebied en derhalve niet gericht is op de deelnemers op het „externe audit”-gebied;

53.

betreurt dat de Rekenkamer geen ambitieuze voorstellen heeft gepresenteerd met betrekking tot de deelname van nationale controle-instanties aan de verbetering van transparantie en verantwoording (kernelementen van goed openbaar bestuur) op lidstaatniveau, met name daar uit de auditresultaten van de Rekenkamer duidelijk blijkt dat zulks juist op dat niveau het hardst nodig is;

54.

wijst op en is ingenomen met het initiatief van de Nederlandse Nationale Rekenkamer om elk jaar een EU-trendverslag te publiceren dat een onderzoek naar het financieel beheer in de Europese Unie bevat, alsmede haar mening over het toezicht en de controle op de besteding van EU-middelen in Nederland (15); moedigt andere nationale controle-instanties ertoe aan dit initiatief over te nemen;

55.

verzoekt de Commissie besprekingen te beginnen met de kwijtingsautoriteit, de Raad en — onder eerbiediging van haar onafhankelijkheid — de Europese Rekenkamer als waarnemer en een actieplan op te stellen voor de zo spoedig mogelijke implementatie van een communautair interne-controlekader;

56.

verzoekt de Commissie voorts ervoor te zorgen dat in de gedetailleerde voorstellen voor het juridische kader voor haar beleidsvoorstellen die deel uitmaken van het politieke project voor de Unie tot 2013, ten volle rekening wordt gehouden met de elementen van het „Communautair interne-controlekader” en met het beginsel van jaarlijkse openbaarmakingsverklaringen door de hoogste politieke en beheersautoriteit (minister van Financiën) van elke lidstaat, zoals beschreven in de paragrafen 21-23;

57.

verzoekt de Rekenkamer de bevoegde commissie van het Europees Parlement mee te delen of de voorstellen van de Commissie in overeenstemming zijn met het „Communautair interne-controlekader” en het beginsel van jaarlijkse openbaarmakingsverklaringen;

Verbetering van de jaarlijkse activiteitenverslagen en verklaringen van directeuren-generaal

58.

is verheugd over het feit dat de Rekenkamer vaststelt „dat de Commissie voor het eerst een analyse heeft uitgebracht over de vraag welke mate van zekerheid de toezichtsystemen en -controles bieden aangaande de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen” en dat de Commissie aldus „als instelling de verantwoordelijkheid [draagt] voor de begrotingsuitvoering [...] en de standpunten van de gedelegeerde ordonnateurs [overneemt].” (paragraaf 1.58 van het Jaarverslag 2003 van de Rekenkamer);

59.

merkt echter op dat de Rekenkamer (zie paragraaf 1.69, tabel 1.2 en de paragrafen 5.57-5.62, 7.48, 8.36 en 8.38) vaststelt dat „de omvang van het door sommige diensten gemaakte voorbehoud slecht verenigbaar met of onvoldoende onderbouwd [is] voor de in de verklaringen verschafte zekerheid” en dat zij ondanks verbeteringen van oordeel is dat „de jaarlijkse activiteitenverslagen en verklaringen van de directeuren- generaal nog niet systematisch bruikbaar zijn als grondslag voor haar controlebevindingen in de verschillende sectoren van de financiële vooruitzichten” (zie paragraaf 1.71 en tabel 1.2);

60.

verzoekt de Commissie rekening te houden met bovenstaande opmerkingen van de Rekenkamer en in elk jaarlijks activiteitenverslag de maatregelen op te nemen die zijn genomen om het risico van fouten in de onderliggende verrichtingen te beperken en een beoordeling te geven van de effectiviteit ervan; verwacht dat dergelijke maatregelen zullen leiden tot een beter algemeen inzicht in de risico's en een versterking van de risicobeheerscultuur bij de directoraten-generaal van de Commissie; merkt echter op dat dit moet worden geschraagd en gesteund door een gemeenschappelijke, centraal aangestuurde risicobeheersmethodologie;

61.

verzoekt de Commissie voorts de processen van het jaarlijkse activiteitenverslag en het samenvattend verslag te versterken, evenals haar uitspraken over de zekerheden waarop de Rekenkamer de formulering van haar betrouwbaarheidsverklaring kan baseren; erkent dat er stappen zijn ondernomen om het inzicht in dit proces te verbeteren en de jaarlijkse activiteitenverslagen, voorbehouden en verklaringen betekenisvoller te maken; verzoekt de Commissie nauwlettende aandacht te besteden aan verdere verbetering van de verslagen en de follow-up van daarin opgenomen opmerkingen te versterken; verzoekt de Commissie met name om verduidelijking van de omschrijvingen van restricties, voorbehouden en andere opmerkingen in de jaarlijkse activiteitenverslagen die zouden kunnen wijzen op uitzonderingen op de regels;

62.

verzoekt de Commissie het jaarlijkse Samenvattend verslag om te zetten in een geconsolideerde betrouwbaarheidsverklaring over het algehele beheer en de algehele financiële controle van de Commissie;

63.

verzoekt de Rekenkamer aan te geven onder welke voorwaarden zij in staat zou zijn beter rekening te houden met de jaarlijkse activiteitenverslagen en verklaringen bij de formulering van haar betrouwbaarheidsverklaring;

64.

verzoekt de Commissie er met behulp van scholing en voorlichtingsprogramma's voor te zorgen dat alle ambtenaren op de hoogte zijn van de manieren waarop zij verdenkingen van overtredingen of wanbeheer kunnen melden via de normale hiërarchische processen of, indien noodzakelijk, de procedure voor klokkenluiders;

Verdere aanbevelingen

65.

verzoekt de Commissie schattingen te geven van foutenpercentages per sector en per lidstaat aan de hand van de resultaten van de controlewerkzaamheden die zij reeds uitvoert en de controles die door de lidstaten worden uitgevoerd, alsook om een analyse te maken van de kwaliteit van de door lidstaten verstrekte gegevens en de resultaten alsmede de samenvatting van de jaarlijkse activiteitenverslagen op zodanige wijze te publiceren dat een duidelijk beeld wordt verkregen van de kwaliteit van de administratieve systemen van de lidstaten op het punt van de verantwoording jegens de EU;

66.

verzoekt de Rekenkamer aan haar opmerkingen bij de DAS een evaluatie toe te voegen van de juistheid van de door de Commissie en de afzonderlijke lidstaten verstrekte gegevens, alsmede een evaluatie van de geboekte vooruitgang;

67.

verzoekt de Commissie het Financieel Reglement te herzien, teneinde de toepassing en de begrijpelijkheid ervan te verbeteren en de efficiëntie van controles te verhogen door een kritische analyse te maken van de kwantiteit en de kwaliteit van geplande controles;

68.

herinnert de individuele Commissarissen aan de politieke verantwoordelijkheid die zij hebben om ervoor te zorgen dat de onder hun bevoegdheid vallende directoraten-generaal goed worden beheerd; herhaalt zijn suggestie om in elk kabinet een adviseur onder andere de specifieke verantwoordelijkheid te geven om toe te zien op alle auditverslagen (zoals voorgesteld in zijn resolutie over Eurostat van 22 april 2004) (16), aangezien in het verleden vroegtijdige meldingen van problemen zijn genegeerd;

69.

stelt vast dat het systematisch opleggen van straffen aan lidstaten heeft geleid tot onwil van de zijde van de lidstaten om uitvoeringsproblemen te melden; verzoekt de Commissie het leerelement van financiële controle te bevorderen en tot speerpunt te maken via bevordering van de uitwisseling van informatie tussen lidstaten, benchmarking, deelname van nationale controleurs in auditteams en gedeelde investeringen in betere IT-systemen, alsook via het uitvoeren van preventieve controles die veeleer gericht zijn op het geven van advies dan op het opleggen van straffen;

70.

verwacht van de Commissie dat zij in haar follow-up-verslag alle bijzonderheden vermeldt van de acties die zijn goedgekeurd en uitgevoerd in verband met de opmerkingen en de aanbevelingen van de Rekenkamer in haar jaarverslag over 2003 en in haar drie eerdere jaarverslagen (2002, 2001 en 2000); verzoekt de Commissie in haar follow-up-verslag een gedetailleerde lijst en een schema op te nemen van de maatregelen die zijn gepland voor de gevallen waarvoor geen actie is goedgekeurd en/of uitgevoerd;

71.

verzoekt de Rekenkamer een jaarverslag op te stellen over haar eigen activiteiten, haar vermogen productiedoelen te halen, de kosten per eenheid, de belangrijkste terreinen voor ontwikkeling en andere factoren die relevant zijn voor het presteren van de instelling; merkt op dat een dergelijk prestatieverslag ook een uitstekende manier zou zijn om informatie te verspreiden over de modernisering van de DAS en andere ontwikkelingen in de auditaanpak van de Rekenkamer;

72.

verzoekt de Rekenkamer voorts de mogelijkheid te bestuderen om haar audithandboek en informatie over de DAS-aanpak te publiceren op haar website;

73.

is ingenomen met het voornemen van de Raad om „vraagstukken in verband met audit en financiële controle op een nog rigoureuzere manier te behandelen, om het toezicht op de aanbeveling van de Raad over de kwijting regelmatiger en efficiënter te maken” (17);

74.

verzoekt de Rekenkamer jaarlijks een aantal „ijkcontroles” te organiseren van gedelegeerde uitgaven, en te publiceren in speciale verslagen, waarbij:

alle 25 lidstaten worden gecontroleerd op hetzelfde programma of dezelfde activiteit, en

de resultaten van elk van de lidstaten open en transparant worden gepubliceerd, zodat er vergelijkingen kunnen worden gemaakt;

verzoekt de Rekenkamer voorts follow-up-controles te organiseren op latere tijdstippen in de toekomst, zodat de voortgang kan worden gevolgd;

75.

roept de Raad ertoe op samen te werken met het Parlement en de Commissie om de totstandbrenging van een alomvattend audit- en controlekader de prioriteit en het politieke momentum te geven die het behoeft, door middel van de instelling van een panel van deskundigen op hoog niveau, dat:

i)

een aantal vooraanstaande personen omvat die ervaring hebben met de EU-instellingen, nationale controle-instanties en ministeries van Financiën, alsmede deskundigen van internationale controle-organen,

ii)

een ontwerp opstelt voor een actieplan voor de totstandbrenging van een coherente omgeving voor interne controle en externe audits, waarin speciale aandacht wordt besteed aan de uitdaging van gedeeld beheer,

iii)

mogelijke constitutionele, politieke en administratieve belemmeringen in kaart brengt die zouden moten worden opgeheven om nationale controle-instanties in staat te stellen een actieve rol te vervullen in het proces van het beschermen van geld van de belastingbetalers dat via de EU-begroting wordt besteed,

iv)

zo snel mogelijk verslag uitbrengt aan de Raad, de Commissie en het Parlement;

76.

zal eenmaal per jaar een vertegenwoordiger van de Raad verzoeken zijn bevoegde commissie op de hoogte te brengen van de vooruitgang bij de werkzaamheden van de groep van deskundigen, zodat het „permanente” karakter van deze activiteit is gewaarborgd;

77.

acht het van essentieel belang te onderzoeken hoe nationale controle-instanties een grotere uitvoerende rol in het proces kunnen spelen, daarbij rekening houdend met het feit dat het onafhankelijke instellingen betreft en dat zij niet altijd beschikken over voldoende deskundigheid met betrekking tot EU-wetgeving; verzoekt de Rekenkamer om een evaluatie (met inbegrip van waar-voor-het-geld) van de resultaten van de werkzaamheden van de Contactcommissie van voorzitters van de hoge controle-instanties van de Europese Unie en de Europese Rekenkamer, alsook om haar standpunt met betrekking tot de vraag of de gevolgen van de uitbreiding deze contactcommissie nieuwe levenskracht kunnen geven;

78.

is voorts van opvatting dat het nodig zou kunnen zijn te onderzoeken of de huidige structuur en werking van de „topzware” Rekenkamer dient te worden hervormd; herinnert eraan dat de Rekenkamer momenteel 25 leden en 736 medewerkers telt, waaronder 325 professionele controleurs (A- en B-rangen), waarvan er 275 (A- en B-rangen) werkzaam zijn in de controlegroepen en 50 (rang A) bij de kabinetten van de leden;

79.

betreurt als gevolg van tijdsbeperkingen niet in staat te zijn de aanbeveling van de Raad de aandacht te geven die zij verdient; verzoekt om toezending door de Commissie — en goedkeuring door de Raad — van het volgende voorstel voor wijziging van artikel 145, lid 1, van het Financieel Reglement:

„Vóór 30 juni van het jaar n + 2 verleent het Europees Parlement op aanbeveling van de Raad, die bij gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluit, de Commissie kwijting voor de uitvoering van de begroting van het begrotingsjaar n”

80.

verzoekt zijn Voorzitter in zijn toespraak tot de volgende Europese Raad de noodzaak van verbetering van het financieel beheer van middelen de Europese Unie door de lidstaten aan de orde te stellen;

B.   SECTORALE KWESTIES

Eigen middelen

81.

wijst erop dat het aandeel van de op basis van het bruto nationaal inkomen berekende eigen middelen voortdurend groter wordt en binnenkort twee derde van de eigen middelen zal uitmaken; spreekt derhalve zijn nadrukkelijke steun uit voor de aanbeveling van de Rekenkamer (punt 3.48) dat de Commissie meer rechtstreekse verificaties dient uit te voeren van de cijfers uit de onderliggende nationale rekeningen;

Landbouw, dierenwelzijn en fraudebestrijdingsmaatregelen

Terugvordering van onregelmatige betalingen

82.

verzoekt de lidstaten gevallen van onregelmatigheden tijdig elke drie maanden te melden en aanvaardt dat lidstaten in uitzonderlijke gevallen kunnen verzoeken om derogatie van deze regel; verwacht dat de bevoegde diensten van de lidstaten over voldoende mankracht en opleiding beschikken en verwacht dat alle lidstaten, met inbegrip van Duitsland, Griekenland en Spanje, vóór juli 2005 gebruikmaken van elektronische verslaglegging; roept de Commissie ertoe op zijn bevoegde commissie vóór september 2005 op de hoogte te stellen van de voortgang op dit gebied;

83.

constateert dat de Commissie ervoor verantwoordelijk is dat in de periode tussen 1971 en september 2004 ten minste 1120 miljoen EUR niet is teruggevorderd; acht dit een onaanvaardbare situatie en is van oordeel dat de lidstaten en de Commissie een gebrek aan passende ijver aan de dag hebben gelegd; verwacht tijdig vóór de kwijtingsprocedure 2004 een verslag te ontvangen over de wijze en het tijdstip waarop deze gelden teruggevorderd zullen worden; merkt op dat een bedrag van 812 miljoen EUR momenteel onderwerp is van geschillen bij rechtbanken en mogelijk eveneens teruggevorderd kan worden; verwacht voorts een evaluatie van de doelmatigheid van de „premie” van 20 % die aan het tot betaling gemachtigde agentschap moet worden betaald bij een geslaagde terugvordering;

84.

verzoekt de Commissie om ter voorbereiding op de herziening van het Financieel Reglement te komen met een voorstel voor eenvoudigere en coherentere regels voor terugvorderingen; verwacht voor de afronding van dit voorstel te worden geraadpleegd over dit aspect;

85.

stelt vast dat de Commissie vóór maart 2005 alle circa 4000 gevallen van onregelmatigheden (442 substantiële en 3500 kleinere gevallen) die zich in de referentieperiode hebben voorgedaan, zal hebben onderzocht;

86.

is verheugd over het voornemen van de Commissie om de „zwarte lijst” met gevallen van onregelmatigheden met bedragen van meer dan 100 000 EUR, te verfijnen;

87.

verlangt dat de Commissie meetbare vooruitgang boekt door toekomstige verbeteringen op realistische wijze te toetsen en regelmatig aan zijn bevoegde commissie verslag uit te brengen van de voortgang;

88.

verzoekt de Commissie het toezicht op de tot betaling gemachtigde agentschappen die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, te verbeteren; wijst erop dat de tot betaling gemachtigde agentschappen in de nieuwe lidstaten voor de toetreding onderhevig waren aan goedkeuring door de Commissie; verzoekt de Commissie deze praktijk op te volgen, alsook om een verslag over de mogelijkheid van goedkeuring door de Commissie voor tot betaling gemachtigde agentschappen in de huidige lidstaten;

De identificatie- en registratieregeling voor runderen

89.

stelt vast dat, als gevolg van het ontbreken van gemeenschappelijke standaarden, de nationale databanken die de lidstaten in het kader van het identificatie- en registratiesysteem hebben opgezet geen uitwisselingsfaciliteiten bevatten; betreurt dit, daar de grensoverschrijdende traceerbaarheid van dieren hierdoor in gevaar kan komen;

90.

erkent dat de huidige verordening de Commissie niet de mogelijkheid biedt bindende regels te ontwikkelen voor faciliteiten om nationale databanken met elkaar te verbinden; verzoekt de Commissie, gezien de bevindingen in het speciale verslag van de Rekenkamer, te komen met een voorstel voor wetgeving om haar uitvoerende bevoegdheden uit te breiden, teneinde te zorgen voor compatibiliteit van de nationale databanken;

91.

verzoekt de Commissie om binnen het bestaande wetgevingskader richtsnoeren en adviezen te geven over de uitwisseling van gegevens, met name aan nieuwe lidstaten die momenteel hun nationale databank opzetten;

92.

is van mening dat vervanging van het huidige oormerksysteem door een elektronisch identificatiesysteem niet alleen beter is voor het welzijn van dieren, maar ook de traceerbaarheid van dieren tussen lidstaten zal vergroten als de gegevens op deze elektronische gegevensdragers worden geharmoniseerd; verzoekt de Commissie een concreet voorstel in te dienen voor de toepassing van elektronische identificatievoorzieningen ter vervanging van de oormerken; wijst erop dat in dit voorstel uitvoerende bevoegdheden dienen te worden overgedragen aan de Commissie, teneinde het opstellen van gemeenschappelijke normen voor de gegevens op de elektronische gegevensdragers te vergemakkelijken; is van mening dat de technologie voor de invoering van een elektronisch identificatiesysteem op een passend niveau dient te zijn voordat een dergelijk systeem kan worden geïmplementeerd;

Beheer van en toezicht op de maatregelen ter bestrijding van mond- en klauwzeer

93.

wijst erop op dat de Commissie er krachtens de communautaire wetgeving toe is gehouden het Parlement en de Raad om de drie jaar een verslag voor te leggen over de uitvoering van de maatregelen om mond- en klauwzeer uit te bannen, alsook over de daarmee samenhangende uitgaven; betreurt dat de Commissie tot dusver nog geen uitvoering heeft gegeven aan deze verplichting; verzoekt de Commissie om met ingang van 2006 om de drie jaar een dergelijke alomvattende evaluatie voor te leggen; is van mening dat in deze evaluatie rekening dient te worden gehouden met kosten-batenanalyses van de communautaire strategie;

94.

wijst erop dat niet alleen de formele omzetting, maar ook de daadwerkelijke uitvoering door de lidstaten nauwlettend dient te worden gevolgd; verzoekt de Commissie het onderzoek naar vaccins en testmethodes verder te stimuleren en het onderzoek naar het vermogen van de veterinaire diensten van de lidstaten om een tijdige effectieve ziektebestrijding te waarborgen, te actualiseren;

95.

merkt op dat het vervoer van dieren in de interne markt in de afgelopen tien jaar is verveelvoudigd en dat de problemen in verband met de traceerbaarheid van diertransporten en het welzijn van dieren tijdens transport nog niet op bevredigende wijze zijn opgelost; verzoekt de Commissie nadere aandacht te schenken aan de mogelijkheid transporten te beperken door meer gebruik te maken van lokale slachthuizen; roept de Commissie er voorts toe op onmiddellijk actie te ondernemen om het vervoeren van zieke of gewonde dieren te beperken;

96.

acht het van essentieel belang de rol van boeren in de communautaire strategie voor het voorkomen en bestrijden van de ziekte te onderstrepen; verzoekt de Commissie de Raad en het Parlement een wetgevingsvoorstel voor te leggen waarin terugbetaling door de Gemeenschap van door lidstaten aan boeren uitgekeerde vergoedingen voor ziektebestrijdingsmaatregelen afhankelijk wordt gesteld van de nakoming door boeren van hun verplichting tot het onverwijld melden van een ziekteuitbraak;

97.

is van mening dat verdere verduidelijking van het financiële kader noodzakelijk is, teneinde gelijke behandeling van boeren en transparantie bij de berekening van de vergoeding te waarborgen; wijst erop dat het Parlement in zijn resolutie van 17 december 2002 over mond- en klauwzeerbestrijding in 2001 (18) heeft erkend dat de afwikkeling van schadeclaims op een billijke en doordachte manier dient te geschieden om fraude te voorkomen; verzoekt de Commissie de terugbetalingsniveaus voor de verschillende dierziektes op één lijn te brengen en werkbare criteria, zoals de huidige marktwaarde van een dier, vast te stellen voor de berekening ervan; erkent dat in het geval van een ziekteuitbraak er geen duidelijk omschreven marktwaarde is voor fokvee, fok- en stamboekdieren, maar alleen voor marktrijp vee;

98.

benadrukt dat, daar de volksgezondheid in het belang is van de gehele samenleving, publieke middelen de belangrijkste bron moeten blijven voor de betaling van de communautaire bestrijdingskosten en dat boeren ook belastingbetalers zijn; merkt op dat boeren in sommige lidstaten financieel bijdragen aan de nationale bestrijdingskosten (noodzakelijk voor de co-financiering van de totale kosten), terwijl andere lidstaten geen bijdragen van de agrarische sector verlangen, waardoor de gelijke voorwaarden voor boeren in de EU worden verstoord; herinnert eraan dat de Tijdelijke commissie mond- en klauwzeer de Commissie heeft verzocht te komen met oplossingen voor de kwestie van de bijdrage van boeren in de kosten van de Gemeenschap; neemt kennis van de inspanningen die in verschillende lidstaten worden verricht, alsook van het onderzoek dat de Commissie in 2003 heeft uitgevoerd naar wegen om boeren financieel te laten bijdragen;

De gemeenschappelijke marktordening (GMO) voor ruwe tabak

99.

is verheugd over de hervorming van de GLB-steun voor tabak waartoe de Raad in 2004 heeft besloten en die gericht is op het loskoppelen van de steun voor tabak via een gefaseerde integratie ervan in bedrijfstoeslagen voor individuele bedrijven gedurende een overgangsperiode van vier jaar;

100.

onderschrijft de aanbeveling van de Europese Rekenkamer dat de Commissie ervoor dient te zorgen dat haar hervormingsvoorstellen worden ondersteund door voldoende gegevens en effectbeoordelingen; verzoekt de Commissie speciale aandacht te besteden aan het belang van de tabaksteelt voor de werkgelegenheid en de economie van probleemgebieden;

101.

merkt op dat de communautaire tabaksteelt slechts voorziet in 30 % van de behoeften van de sector; wijst erop dat bij de laatste hervorming van de gemeenschappelijke marktordening reeds mechanismen zijn ingevoerd om de Europese tabaksproductie in overeenstemming te brengen met de vraag in de EU;

102.

stelt vast dat, als gevolg van de huidige wanverhouding tussen vraag en aanbod, het merendeel van de in de EU geproduceerde tabak wordt geëxporteerd; betreurt dat dit beleid niet in overeenstemming is met de ontwikkelingshulp die de Gemeenschap verleent aan kleine tabakstelers in ontwikkelingslanden die afhankelijk zijn van export, daar de uitvoer van tabak uit de EU de exportmogelijkheden van ontwikkelingslanden aanzienlijk beperkt; verlangt dat het landbouwbeleid en het ontwikkelingsbeleid van de Gemeenschap op één lijn worden gebracht;

103.

wijst erop dat zelfs wanneer andere gewassen kunnen worden verbouwd op plaatsen waar momenteel tabak wordt geteeld, het economisch evenwicht van de agrarische bedrijven voor een groot deel afhangt van tabak; herinnert eraan dat het Parlement in zijn verslag over de laatste hervorming van de GMO erkent „dat het uiterst moeilijk is om economische alternatieven te vinden die in staat zijn hetzelfde aantal arbeidsplaatsen te genereren als de tabaksteelt”; verzoekt de Commissie haar beleid tot bevordering van het verbouwen van andere gewassen voort te zetten en het Gemeenschappelijk Fonds voor tabak te gebruiken als instrument voor zowel verbetering van de kwaliteit van tabak uit de EU als onderzoek naar andere gewassen;

104.

wijst erop dat het onderzoek naar alternatieve gewassen is verwaarloosd en dat de telers niet zijn aangemoedigd om over te stappen op andere economische activiteiten; wijst erop dat het Gemeenschappelijk Fonds voor tabak, dat wordt gefinancierd uit een heffing op de tabakssubsidie en wordt beheerd door DG AGRI (50 %) en DG SANCO (50 %), niet volledig is benut en dat het leeuwendeel van de niet-benutte 68 miljoen EUR toegeschreven kan worden aan de voorlichtingscampagnes van DG SANCO; wijst er voorts op dat met ingang van 2006 maatregelen ter bevordering van productie-omschakeling niet meer worden gefinancierd; verzoekt om een consequentere aanpak;

105.

is van mening dat nakoming door de lidstaten van hun meldingsplicht, zoals vastgelegd in de van toepassing zijnde communautaire verordeningen, van essentieel belang is voor een effectief toezicht op de markt voor tabak en de daarmee samenhangende uitgaven van de Gemeenschap; verlangt dat financiële sancties worden opgelegd aan lidstaten die deze verplichtingen niet zijn nagekomen;

106.

is van mening dat, daar boeren geconfronteerd kunnen worden met het vooruitzicht om bij nietnakoming minder of geen betalingen te ontvangen, het van essentieel belang is dat zij van tevoren op de hoogte worden gesteld van hun nieuwe verplichtingen in verband met de inachtneming van milieunormen na de hervorming in 2006; verzoekt de Commissie en de lidstaten hun plicht te vervullen en deze criteria tijdig vóór de hervorming in werking treedt nauwgezet vast te leggen, teneinde boeren in staat te stellen hun activiteiten in overeenstemming te brengen met de nieuwe regels;

107.

merkt op dat de Commissie de Raad uiterlijk op 31 december 2009 een verslag dient voor te leggen over de tenuitvoerlegging van de hervorming van 2006; geeft uiting aan zijn belangstelling voor dit verslag en verzoekt om voorlegging ervan aan het Parlement;

Structurele acties

108.

betreurt dat bepaalde lidstaten niet in staat zijn het geld van de belastingbetaler waarvoor zij verantwoordelijk zijn, te controleren en te beheren; wijst op de hypocriete houding van sommige lidstaten die de Commissie verwijten dat zij er niet in slaagt controle uit te oefenen op uitgaven waarvoor deze lidstaten zelf verantwoordelijk zijn;

109.

merkt op dat de Rekenkamer geen tekortkomingen heeft ontdekt in de interne-controlemechanismen van de Commissie en verbeteringen heeft geconstateerd; betreurt dat vanwege een gebrek aan middelen slechts een beperkt aantal systemen van lidstaten aan controles ter plaatse is onderworpen;

110.

verzoekt de Commissie het Parlement mede te delen welke landen verzuimd hebben overeengekomen verbeteringen snel door te voeren in hun controlesystemen en nog steeds onvolledige verklaringen uit hoofde van artikel 8 afgeven;

111.

moedigt de Commissie ertoe aan tussentijdse betalingen aan lidstaten op te schorten in gevallen van ernstige onregelmatigheden of wanneer er ernstige tekortkomingen in de beheerscontrolesystemen van de lidstaten zijn vastgesteld;

Interreg III

112.

is van mening dat het ontbreken van meetbare doelstellingen en duidelijk omschreven indicatoren het moeilijk maakt te beoordelen in hoeverre de doelstelling van het Interreg III-programma — versterking van de economische en sociale samenhang in de Gemeenschap door bevordering van grensoverschrijdende, transnationale en interregionale samenwerking en een evenwichtige ontwikkeling van het grondgebied van de Gemeenschap — is behaald; vindt het derhalve moeilijk te beoordelen of voor het behalen van deze doelstelling de meest efficiënte middelen zijn gebruikt;

113.

dringt bij de Commissie aan op grotere inspanningen om duidelijk omschreven doelstellingen en indicatoren te formuleren waarmee de effecten van dit programma kunnen worden gemeten en de toegevoegde waarde van Europese bestedingen kan worden beoordeeld; benadrukt de behoefte aan een duidelijke en deskundige analyse waarin de verschillen tussen particuliere en sociale kosten en baten of tussen kosten en baten op lokaal en Gemeenschapsniveau duidelijk worden gemaakt, omdat juist deze verschillen de rechtvaardiging voor het programma vormen;

Interne beleidsmaatregelen

Milieu, volksgezondheid en veiligheid

114.

acht de algemene uitvoeringspercentages van de begrotingslijnen voor milieu, volksgezondheid en voedselveiligheid bevredigend;

115.

is ingenomen met de maatregelen gericht op verbetering van de uitvoeringscyclus van meerjarenprogramma's; verzoekt de Commissie aanbestedingen beter te specificeren en indieners meer hulp te bieden, teneinde te voorkomen dat er grote aantallen projectaanvragen worden ingediend die duidelijk niet in aanmerking komen voor financiering;

116.

wijst erop dat naleving van de administratieve en financiële bepalingen van het Financieel Reglement niet tot onnodige vertragingen mag leiden bij de toekenning van subsidies of de selectie van te financieren projecten;

Onderzoek

117.

stelt vast dat de regels voor deelname aan het Europese kaderprogramma voor onderzoek veel te complex zijn; is het met de Rekenkamer eens dat dit een ernstig probleem is voor zowel de Commissie als de deelnemers; betreurt dat met name kleine organisaties met minder ontwikkelde administratieve structuren, alsmede KMO's, problemen hebben met de buitensporige hoeveelheid regels en vereisten;

118.

herinnert eraan dat het zesde kaderprogramma voor onderzoek (KP6) gezamenlijk wordt beheerd door diverse directoraten-generaal; merkt op dat de Rekenkamer van oordeel is dat deze fragmentatie leidt tot verwatering van de verantwoordelijkheden, vermenigvuldiging van functies en een grotere behoefte aan coördinatie;

119.

neemt kennis van de aanbeveling van de Rekenkamer voor een herziening van „de regels tot vaststelling van de financiële participatie van de Gemeenschap, waarbij een adequate controle op de uitgaven mogelijk is”; verwacht dat het Parlement, gezien zijn rol als medewetgever voor het juridisch kader en de regels betreffende de deelname aan kaderprogramma's, vanaf het vroegste stadium volledig bij een dergelijke herziening wordt betrokken;

120.

merkt op dat de „Lissabon-agenda” waarschijnlijk tot uiting komt in meer begrotingskredieten voor het zevende kaderprogramma voor onderzoek (KP7); wijst er met nadruk op dat een dergelijke aanzienlijke verhoging van de begroting een doeltreffende vereenvoudiging vereist van de administratieve procedures voor zowel de deelnemers als de Commissie;

121.

wijst met bezorgdheid op de conclusie van de Rekenkamer dat financiële controles ex post opnieuw wijzen op „een aanzienlijk aantal fouten, hoofdzakelijk als gevolg van te hoge kostenverklaringen ..., die bij de interne controles van de Commissie niet werden ontdekt”; verwacht dat de invoering van controlecertificaten, mogelijk met verbeteringen zoals door Rekenkamer aanbevolen, er uiteindelijk toe zal leiden dat er minder uitgebreide financiële controles ex post nodig zijn;

122.

verzoekt de Commissie met klem de juiste lessen te trekken uit het gebrek aan transparantie van de boekhouding in verband met het vijfde kaderprogramma als gevolg van het grote aantal kostencategorieën, en ervoor te zorgen dat dit in volgende programma's niet meer voorkomt;

123.

verzoekt de Commissie haar voorstel voor het KP7 te baseren op doeltreffende vereenvoudigingen zoals:

concentratie op minder interventiemechanismen,

vermindering van het grote aantal verschillende contractmodellen,

invoering van één kostenstelsel om het probleem van „overvragen” door deelnemers aan te pakken;

124.

benadrukt dat het niet voldoende is dat deelnemers de formele regels en procedures volgen, maar dat het ook belangrijk is ervoor te zorgen dat er waar voor het geld wordt geboden; moedigt de Commissie ertoe aan kwalitatieve ex-postevaluaties van de wetenschappelijke resultaten en gevolgen uit te voeren;

125.

roept de Commissie ertoe op haar procedures zodanig op te zetten dat de kosten van het opstellen van projectaanvragen tot een aanvaardbaar niveau worden beperkt;

126.

verzoekt de Commissie de regels voor deelname te herschrijven en toegang tot tussentijdse wetenschappelijke en technische evaluaties van lopende projecten als standaardprocedure in te voeren; verzoekt de Commissie een passende raad voor tussentijdse evaluaties aan te wijzen; verzoekt de Rekenkamer een advies uit te brengen over deze nieuwe regels;

127.

neemt met bezorgdheid kennis van de door de Rekenkamer geconstateerde vertragingen bij de goedkeuring door de Commissie van de modelcontracten en financiële richtsnoeren voor KP6, alsook bij de toepassing van de interne-controlenormen van de Commissie en de invoering van het gemeenschappelijke IT-systeem, die tot op zekere hoogte de „verbeteringen als gevolg van de eerdere goedkeuring van het rechtskader en de vereenvoudiging van de contractuele structuur” tenietdoen; verwacht dat de Commissie profijt trekt uit deze ervaring, teneinde soortgelijke vertragingen in de toekomst te vermijden;

128.

moedigt de Commissie er voorts toe aan efficiëntere beheersstructuren op te nemen in het KP7:

door de voorwaarden te scheppen voor een betere verhouding tussen de hulpbronnen van de Commissie (bijv. projectfunctionarissen, IT-instrumenten) en het aantal gefinancierde projecten, teneinde te zorgen voor adequaat wetenschappelijk toezicht, dat momenteel beperkt blijft tot enkele dagen per project,

door een passende toezichthoudende raad voor wetenschappelijke evaluatie aan te wijzen en in te schakelen,

door een geïntegreerde databank, met inbegrip van een gemeenschappelijk IT-systeem voor voorstellen, contracten en projectbeheer, te ontwikkelen;

129.

is verheugd over het voornemen van de Commissie om in het zevende kaderprogramma een garantieregeling in te voeren om een groter hefboomeffect te bereiken bij de financiering van leningen voor Europese onderzoeksprojecten en infrastructuur, in het bijzonder door de EIB; moedigt de Commissie ertoe aan om in de context van de voorgestelde regeling rekening te houden met de specifieke behoeften van KMO's en de mogelijkheid te overwegen deze regeling uit te breiden tot EUREKA-projecten;

Interne markt

130.

stelt vast dat volgens informatie van het DG Interne markt en diensten als gevolg van interne herstructureringen mogelijk niet alle beschikbaar middelen zijn benut en een aantal externe studies zelfs niet in opdracht kon worden gegeven;

131.

spreekt, in het algemeen, zijn tevredenheid uit over het hoge uitvoeringspercentage van de begrotingslijnen op het werkterrein van het DG Gezondheid en consumentenbescherming, waarop 99,3% van de in de begroting 2003 beschikbaar gestelde middelen is benut;

132.

merkt op dat de benutting van de kredieten op de begrotingsposten voor het beleidsterrein van het DG Belasting en douane-unie met 86,61% weliswaar op een bevredigend niveau ligt, maar zeker niet uitstekend kan worden genoemd;

133.

geeft uiting aan zijn bezorgdheid over de algemene tendens dat de toekenningsprocedures voor consumentenprogramma's als gevolg van de te restrictieve voorschriften van het nieuwe Financieel Reglement vertraging oplopen, alsook over het feit dat de belangstelling van potentiële aanvragers aanzienlijk afneemt vanwege de bureaucratische procedures;

Vervoer

134.

stelt vast dat op de begroting voor 2003, zoals uiteindelijk goedgekeurd en gewijzigd, in de loop van het jaar voor het vervoersbeleid een totaalbedrag van 661,8 miljoen EUR aan vastleggingskredieten is opgenomen en 609,3 miljoen EUR aan betalingskredieten beschikbaar was; stelt voorts vast dat van deze totaalbedragen:

voor trans-Europese vervoersnetwerken (TEN-T) 610,6 miljoen EUR aan vastleggingskredieten en 572 miljoen EUR aan betalingskredieten beschikbaar was,

voor vervoersveiligheid 16,6 miljoen EUR aan vastleggingskredieten en 13,3 miljoen EUR aan betalingskredieten beschikbaar was,

voor het Marco Polo-programma 15,0 miljoen EUR alleen aan vastleggingskredieten beschikbaar was,

voor duurzame mobiliteit 8,4 miljoen euro aan vastleggingskredieten en 9,55 miljoen EUR aan betalingskredieten beschikbaar was, en

voor vervoersagentschappen 7,4 miljoen euro aan vastleggingskredieten en 6,35 miljoen EUR aan betalingskredieten beschikbaar was;

135.

is ingenomen met de gestegen bestedingspercentages voor zowel de vastleggings- als de betalingskredieten ten behoeve van trans-Europese vervoersnetwerkprojecten (TEN-T), die beide bijna 100 % bedroegen; verwacht dat dit ertoe zal leiden dat lidstaten zowel uit de openbare als de particuliere sector middelen zullen betrekken om de voltooiing van deze projecten te versnellen;

136.

geeft uiting aan zijn bezorgdheid over het feit dat tussentijdse en eindbetalingen voor trans-Europese vervoersnetwerkprojecten in 2003 vaak door de Commissie werden goedgekeurd zonder dat was voldaan aan specifieke randvoorwaarden in de financiële uitvoeringsbepalingen; herinnert eraan dat de Rekenkamer in haar jaarverslagen over 2001 en 2002 de aandacht van de Commissie reeds heeft gevestigd op deze tekortkoming;

137.

stelt vast dat ondanks dit hoge bestedingspercentage van de betalingskredieten het volume van de uitstaande verplichtingen (RAL's — nog betaalbaar te stellen bedragen) niet is verminderd en in de loop van 2003 licht is gestegen tot 1154 miljoen EUR voor TEN-T;

138.

stelt met bezorgdheid vast dat bij de overige vervoerslijnen op de begroting het bestedingspercentage van de vastleggingskredieten is gedaald van 93 % naar 83 % en dat met name het percentage van de vastleggingskredieten voor de verkeersveiligheid bijzonder laag was, te weten 65 % van de beschikbare kredieten bij een betalingenpercentage van 72 %, terwijl deze percentages in 2002 respectievelijk 99 % en 58 % bedroegen; acht deze bestedingscijfers voor een hoofddoelstelling van het witboek over vervoer volstrekt onaanvaardbaar, in het bijzonder de scherpe daling van de besteding van de betalingskredieten;

Cultuur en onderwijs

139.

is ingenomen met de stappen die de Commissie tot dusver heeft ondernomen om de gebreken in de programmaopzet en het programmabeheer waar de eerste generatie van de programma's Socrates en Jeugd onder leed, te corrigeren; is ingenomen met de verbeterde structuur en de beheersprocedures die zijn opgenomen in de recentelijk goedgekeurde voorstellen voor de volgende generatie van de programma's Levenslang Leren en Jeugd;

140.

stelt vast dat de Commissie de moeilijk taak heeft het vereiste van zo gering mogelijke administratieve lasten voor subsidie-aanvragers voor dit soort programma's te verenigen met de voor haar uit het Financieel Reglement voortvloeiende verplichting om een goed financieel beheer te waarborgen;

141.

beklemtoont ervan overtuigd te zijn dat proportionaliteit het leidende beginsel dient te zijn voor de bestuurlijke en boekhoudkundige vereisten in de volgende generatie van de programma's Levenslang Leren en Jeugd; onderstreept de voordelen van gerichte afwijkingen van de uitvoeringsbepalingen van het Financieel Reglement, zodat er ruimte ontstaat voor:

een groter gebruik van forfaitaire subsidies, waardoor eenvoudigere aanvraagformulieren en contracten mogelijk zijn,

meer mogelijkheden voor medefinanciering via bijdragen in natura en minder omslachtige boekhoudkundige verplichtingen voor begunstigden van dergelijke financiering,

eenvoudigere documentatie betreffende de financiële en operationele capaciteit van begunstigden;

142.

benadrukt het belang dat gehecht zal worden aan de stipte publicatie van tussentijdse en ex-post evaluatieverslagen van de programma's Levenslang Leren en Jeugd in de toekomst;

Ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid

143.

is verheugd dat er enige vooruitgang is geboekt bij de uitvoering van de begrotingslijnen voor de ruimte van vrijheid, veiligheid en justitie (begrotingstitel B5-8) in vergelijking met het begrotingsjaar 2002; stelt evenwel vast dat het uitvoeringsniveau van met name de betalingen een van de laagste is dat de Commissie kent (68 % in 2003 en 79 % voor het gehele beleidsterrein Intern beleid), terwijl het uitvoeringsniveau van de verplichtingen nu op het gemiddelde niveau van het interne beleid ligt; verzoekt het directoraat- generaal Justitie, vrijheid en veiligheid de uitvoering van de begroting de komende begrotingsjaren verder te blijven verbeteren;

144.

neemt kennis van de opmerkingen die de Rekenkamer in haar jaarverslag 2003 maakt over de interne-controleomgeving bij de Commissie; stelt vast dat deze opmerkingen zijn gebaseerd op een analyse van vier van de 14 directoraten-generaal die het interne beleid uitvoeren, waaronder het directoraat-generaal Justitie en binnenlandse zaken, zoals de naam destijds luidde; roept het directoraat-generaal Justitie, vrijheid en veiligheid ertoe op de aanbevelingen van de Rekenkamer op te volgen;

145.

neemt met verontrusting en spijt kennis van de opmerkingen van de Rekenkamer in haar jaarverslag 2003 over de uitvoering van het Vluchtelingenfonds; verzoekt de Commissie, tegen de achtergrond van de herstructurering van de uitgavenprogramma's op dit beleidsterrein in de context van de nieuwe financiële vooruitzichten, die tot meer gedeeld beheer zal leiden, te zorgen voor een adequate controle-omgeving op nationaal en Europees niveau;

146.

spreekt zijn verontrusting uit over het feit dat de Commissie nog geen advies heeft uitgebracht over het ontwerp van financieel reglement voor Eurojust, zoals vereist in het Eurojust-besluit, hoewel dit door Eurojust in november 2003 aan de Commissie is toegezonden;

Gendergelijkheid

147.

stemt in met de beleidsprioriteiten van de Commissie voor de begroting van 2003 voor wat betreft de opvatting dat de uitbreiding en de voorbereidingen van de administratie daarop als absolute prioriteiten voor de Unie moeten worden beschouwd; wijst op het belang dat hij, in het licht van de doelstellingen van de topconferenties van Lissabon en Barcelona, hecht aan de noodzaak van bevordering van de participatie van vrouwen op de grotere arbeidsmarkt van Unie, teneinde met name de sociaal-economische status van vrouwen in de nieuwe lidstaten te verhogen, alsook aan de noodzaak daarvoor bij de opstelling van de begroting de noodzakelijke financiële middelen uit te trekken;

148.

wijst erop dat, overeenkomstig artikel 3, lid 2, van het EG-Verdrag, bevordering van gelijkheid van mannen en vrouwen een grondbeginsel van de Unie is en een doelstelling die moet worden nagestreefd in het gehele spectrum van activiteiten en beleidsterreinen van de Gemeenschap; herhaalt zijn eis dat bij de begrotingsplanning op passende wijze rekening moet worden gehouden met gendergelijkheid als permanente prioriteit, in overeenstemming met het beginsel van genderbudgettering;

149.

is ingenomen met de aanzienlijke vooruitgang die geboekt is bij de uitvoering van de begroting voor 2003 met betrekking tot alle doelstellingen, alsmede de programmeringsperiode voor de structuurfondsen, hetgeen blijkt uit het uitvoeringspercentage van de betalingen van 89 %, dat ruimschoots hoger is dan in 2002 (71 %); vestigt echter prioritair de aandacht op het volkomen ontbreken van gegevens over activiteiten ter bevordering van de gendergelijkheid waarvoor steun uit de structuurfondsen in verstrekt; verzoekt de Commissie deze situatie zo spoedig mogelijk te corrigeren;

150.

is van opvatting dat de besteding van begrotingsmiddelen voor mannen en vrouwen verschillende gevolgen heeft vanwege de aanhoudende genderongelijkheid; wijst erop dat de begrotingsgegevens voor het begrotingsjaar 2003 nauwelijks informatie verschaffen over de omvang en de effecten van de middelen die zijn toegewezen voor bevordering van gendergelijkheid in het kader van gender mainstreaming; verzoekt de Commissie het Parlement onverwijld de desbetreffende informatie voor te leggen;

Externe maatregelen

Hervorming van het systeem voor het beheer van externe steun

151.

wijst erop dat de Commissie hoge verwachtingen had van de hervorming toen deze in 2000 werd gestart en verklaarde dat zij een succes was; neemt kennis van en onderschrijft de conclusies van de Raad van 22-23 november 2004, waarin de Raad de Commissie feliciteert met de geboekte vooruitgang bij de verbetering van het beheer en de tijdige verstrekking van bijstand van de Gemeenschap en haar aanbeveelt de inspanningen gericht op verbetering van de kwaliteit en de efficiëntie van de tenuitvoerlegging voort te zetten; geeft zijn volledige steun aan decentralisatie, maar wijst erop dat de aanzienlijke extra kosten hiervan moeten worden gevolgd door tastbare resultaten; is derhalve ingenomen met de ophanden zijnde evaluatie door de Rekenkamer van de gevolgen van de decentralisatie in de delegaties, zoals aangekondigd in het werkprogramma voor 2004 van de Rekenkamer en gevraagd door de Commissie buitenlandse zaken in haar advies over de kwijting voor 2002; vertrouwt erop dat het verslag ten minste een kosten-batenanalyse van de decentralisatie zal bevatten;

152.

stelt vast dat, hoewel in het activiteitenverslag 2003 van DG RELEX wordt gesproken over de behoefte aan nadere evaluatie van de decentralisatie, deze evaluatie kennelijk alleen betrekking heeft op personeelsbehoeften; vestigt derhalve in het bijzonder de aandacht op het verzoek van de Raad aan de Commissie „om naast het jaarverslag een kwalitatieve beoordeling van de externe steun van de EG te verrichten” en deze vóór juli 2005 voor te leggen;

153.

vestigt de aandacht op het ontbreken van goede informatiebeheerssystemen en een toezichtsysteem voor de werkzaamheden van de delegaties met betrekking tot de evaluatie van financiële risico's, een situatie die door DG RELEX zelf wordt onderkend in zijn jaarlijks activiteitenverslag 2003 en wordt toegeschreven aan een tekort aan personeel; wijst erop dat de openhartigheid van de Commissie en haar voorstellen om de situatie te verbeteren, moeten worden toegejuicht en dat zij zo snel mogelijk moeten worden uitgevoerd; verzoekt de Commissie vóór juli 2005 een tussentijds verslag over de voortgang voor te leggen;

154.

uit zijn bezorgdheid over het feit dat de Rekenkamer bij haar controle van de uitvoerende organisaties op projectniveau een aanzienlijk aantal onregelmatigheden heeft vastgesteld (punten 7.38 en 7.39 van het jaarverslag); stelt vast dat de Commissie het in haar antwoord eens is met de Rekenkamer dat de naleving van de aanbestedings- en aankoopprocedures door de projectbeheeerseenheden en NGO's te wensen blijft overlaten; verwacht van de voor externe steun verantwoordelijke Commissarissen dat zij vóór 1 september 2005 een actieplan voorleggen om deze problemen onder controle te brengen;

155.

vestigt de aandacht op het feit dat meer samenhang tussen de verschillende EU-beleidslijnen de efficiëntie van de EU-uitgaven kunnen vergroten;

Jaarverslag van de Rekenkamer

156.

acht het, met betrekking tot het jaarverslag van de Rekenkamer in het algemeen, dienstig indien de Rekenkamer een duidelijker beeld zou geven van de feitelijke schade die is veroorzaakt door de vastgestelde onregelmatigheden;

157.

erkent de noodzaak een evenwicht te vinden tussen procedurele en rapportagevereisten voor NGO's enerzijds en de haalbaarheid voor NGO's om op regelmatige basis aan deze eisen te voldoen anderzijds; ziet met belangstelling uit naar de gedachten van de Rekenkamer over de vraag hoe deze belangen beter verenigd zouden kunnen worden;

158.

vraagt de Commissie of zij pogingen heeft ondernomen om de efficiëntie van diverse internationale steundonoren te vergelijken; stelt voor, indien dit niet het geval is, dit alsnog zo spoedig mogelijk te doen;

Solidariteitsfonds voor Latijns-Amerika

159.

vestigt de aandacht op de steun die het Parlement bij herhaling heeft gegeven aan het idee van een solidariteitsfonds voor Latijns-Amerika; stelt vast dat, hoewel er aanzienlijke steun is voor een dergelijk fonds, deze gepaard zou moeten gaan met een grotere sociale betrokkenheid van het politieke en economische leiderschap van de betrokken landen; vestigt met name de aandacht op de verantwoordelijkheid van landen met een bijzonder slechte staat van dienst op het gebied van inkomensverdeling om deze situatie te verbeteren; is van opvatting dat de EU dient te streven naar verwezenlijking van sociale doelstellingen in deze landen door zowel steun te verlenen als deze landen ervan te overtuigen zelf meer te doen, en dat een bevredigend evenwicht tussen deze twee elementen dient te worden gevonden;

160.

verwacht van de Commissie dat zij telkens wanneer zij een bepaling in een begrotingsopmerking niet uitvoert, daarover (schriftelijk) uitleg verschaft aan het Parlement;

Ontwikkeling

161.

is van opvatting dat ontwikkelingsbeleid een essentieel onderdeel is van de externe maatregelen van de Unie en tot doel heeft armoede uit te bannen door middel van verbetering van de sociale infrastructuur, onderwijs en volksgezondheid, verhoging van de productiecapaciteit van arme bevolkingsgroepen en het verlenen van steun aan de betrokken landen, zodat zij hun groei en lokale potentieel kunnen ontwikkelen; benadrukt dat het behalen van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling (MDG's) een grote stap voorwaarts zou zijn op weg naar verwezenlijking van dit doel;

162.

erkent de inspanningen van de Commissie om haar ontwikkelingsoperaties te richten op het behalen van de MDG's, inclusief de vaststelling van tien sleutelindicatoren; roept de Commissie ertoe op haar inspanningen terzake te verhogen en beveelt aan 35 % van de uitgaven van de Europese Unie voor ontwikkelingssamenwerking te besteden aan het behalen van de millenniumdoelstellingen;

163.

erkent de problemen met het meten van de effecten die de communautaire hulp heeft op het behalen van de MDG's in omgevingen met meerdere donoren; betreurt dat de Commissie geen pogingen heeft gedaan om een passend mechanisme op te zetten voor het meten van dergelijke effecten en zichzelf daardoor beperkt tot het meten van de voortgang van de ontwikkelingslanden op weg naar de MDG's; betreurt voorts dat de antwoorden van de Commissie op de vragenlijst van de Commissie ontwikkelingssamenwerking bijzonder vaag zijn waar het gaat om de implementatie van de MDG's in de ontwikkelingsacties van de Commissie;

164.

is ingenomen met de verbeteringen die de Commissie heeft aangebracht in haar verslagleggingssysteem; erkent de betere kwaliteit van het Jaarverslag 2004 over het ontwikkelingsbeleid en de externe bijstand van de EG (COM(2004)0536 en SEC(2004)1027);

165.

besluit een jaarlijks plenair debat te voeren over het jaarverslag van de Commissie over het ontwikkelingsbeleid en de externe bijstand;

166.

is ingenomen met het feit dat het aandeel van de uitgaven voor sociale infrastructuur en diensten in het kader van de officiële ontwikkelingshulp (ODA) uit de algemene begroting en het EOF, dat in 2003 in totaal 8 269 miljoen EUR bedroeg, is gestegen van 31,4% in 2002 tot 34,7% in 2003;

167.

betreurt en acht het onaanvaardbaar dat slechts 198 miljoen EUR (2,4 %) is bestemd voor basisonderwijs en 310 miljoen EUR (3,8 %) voor basisgezondheidszorg; dringt er bij de Commissie op aan de middelen voor deze sectoren te verhogen; verlangt dat 20 % van de uitgaven van de Europese Unie voor ontwikkelingssamenwerking wordt bestemd voor basisonderwijs en basisgezondheidszorg in de ontwikkelingslanden;

168.

is ingenomen met de rol van de Commissie in het debat over donorcoördinatie en harmonisatie van procedures; betreurt het gebrek aan vooruitgang op internationaal niveau, alsmede de onwillige houding van de lidstaten; dringt er bij de Commissie op aan de inspanningen ter vermijding van duplicatie van ontwikkelingsacties te verhogen en vooruitgang te boeken met betrekking tot complementariteit;

169.

is van mening dat de ondersteuning van de Commissie bij het voorbereiden van de nieuwe lidstaten op hun deelname aan het ontwikkelingsbeleid van de EU onvoldoende is geweest; dringt er bij de Commissie op aan de nieuwe en de kandidaat-lidstaten te ondersteunen bij het opzetten van hun ontwikkelingsbeleid en in het proces van bewustmaking ten aanzien van ontwikkelingskwesties;

Pre-toetredingssteun

Phare

170.

prijst de Commissie voor de inspanningen die zij tot dusver in het kader van het Phare-programma heeft verricht bij het voorbereiden van de kandidaat-lidstaten op het beheren van de structuurfondsen;

171.

maakt zich niettemin zorgen over het feit dat het niet is gelukt het accrediteringsproces voor een groot aantal agentschappen van Phare en ISPA in de nieuwe lidstaten vóór de toetreding af te ronden; dringt er bij de Commissie op aan zich in te spannen om ervoor te zorgen dat een dergelijke situatie zich in het geval van Roemenië, Bulgarije en de andere toekomstige toetredingslanden niet nogmaals voordoet;

172.

stelt echter vast dat de waarde van het Phare-programma op het punt van „al doende leren” beperkt is, daar de beheerde programma's aanzienlijk verschillen van de EFRO- en ESF-programma's waarop deze landen zich dienen voor te bereiden, en dat er nog een aanzienlijke behoefte is aan meer steun voor institutionele opbouw met het oog op het beheer van de structuurfondsen na toetreding; geeft uiting aan zijn zorgen over het vermogen van de kandidaat-lidstaten om de structuurfondsen op te nemen na toetreding;

173.

is derhalve, in beginsel, ingenomen met het voorstel voor één nieuw instrument voor de voorbereiding op de structuurfondsen, mits dit niet te gecompliceerd wordt opgezet; onderstreept de noodzaak van een passend controlekader; dringt er derhalve bij de Commissie op aan ervoor te zorgen dat het nieuwe instrument zo eenvoudig mogelijk wordt gehouden, teneinde de uitvoering niet te belemmeren;

SAPARD

174.

stelt vast dat de doelen en doelstellingen van SAPARD, als eerste volledig gedecentraliseerde programma voor pre-toetredingssteun, uitmuntend waren, ook al zijn zij niet volledig gehaald; erkent het nut van het SAPARD-programma, waarmee niet alleen de economische ontwikkeling in kandidaat-lidstaten werd bevorderd, maar mensen ook werden gestimuleerd om op een nieuwe, rationelere en projectgerichte manier te denken; erkent het nut van het programma ten aanzien van „al doende leren”, doordat het nationale bestuurlijke instanties in de toetredingslanden rechtstreekse ervaring verschafte in het beheren van Gemeenschapsfondsen; is van mening dat de algehele ervaring die met dit programma is opgedaan zeker van toegevoegde waarde zal zijn bij de tenuitvoerlegging van toekomstige communautaire programma's; dringt er bij de Commissie op aan haar ex-anteanalyse van behoeften te verbeteren, teneinde de toevoegde waarde verder te verhogen;

175.

erkent dat het gedecentraliseerde beheerssysteem voor de uitvoering van het programma in het algemeen goed werkt; dringt er echter bij de Commissie op aan het systeem verder te verbeteren door lering te trekken uit de problemen waarmee zij tot dusver is geconfronteerd, meer steun te verlenen aan toetredingslanden bij problemen, en meer te doen in het kader van de follow-up van het programma;

176.

stelt vast dat, onder andere, complexe procedures en juridische onzekerheden leiden tot aanzienlijke onderbenutting van middelen; is teleurgesteld dat volgens de stand van de gegevens op 15 december 2004 na vijf jaar van uitvoering slechts de helft van de middelen is ontvangen door de (eind)begunstigden; is echter verheugd dat er geen SAPARD-middelen verloren gaan als gevolg van vertragingen; wijst de Commissie er niettemin op dat de wenselijke versnelling van de betalingen onder geen enkele omstandigheid ten koste mag gaan van de regulering en het toezicht op het programma;

177.

stelt vast dat het merendeel van de SAPARD-middelen is besteed aan projecten ter verhoging van productie; verlangt dat in de nieuwe programma's meer nadruk wordt gelegd op kwaliteit en milieu- en gezondheidsnormen;

178.

erkent dat de goedkeuring van de rekeningen beter is beheerd dan in het geval van Phare; dringt niettemin aan op verdere verbeteringen om het verlies van EU-gelden te beperken;

179.

prijst de Commissie voor haar inspanningen om via de specifieke financiële bijstand in het kader van de pre-toetredingsstrategie voor Malta en Cyprus deze twee landen te helpen bij hun voorbereiding op het lidmaatschap; betreurt echter dat zowel Malta als Cyprus werd uitgesloten van de belangrijkste financiële pre-toetredingsinstrumenten, Phare, SAPARD en ISPA, en dat zij daardoor over minder mogelijkheden beschikten om zich voor te bereiden op het beheer van communautaire fondsen.


(1)  PB L 54 van 28.2.2003.

(2)  PB C 294 van 30.11.2004, blz. 1.

(3)  PB C 293 van 30.11.2004, blz. 1.

(4)  PB C 294 van 30.11.04, blz. 99.

(5)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(6)  PB L 356 van 31.12.1977, blz. 1.

(7)  PB L 330 van 4.11.2004, blz. 82.

(8)  COM(2004)0740.

(9)  Zie paragraaf 21 van zijn resolutie van 4 december 2003 (PB C 89 E van 14.4.2004, blz. 153) en paragraaf 68 van zijn resolutie van 21 april 2004 over de kwijting voor 2002 (PB L 330 van 4.11.2004, blz. 82).

(10)  Zie het „Jaarverslag aan de kwijtingsautoriteit over de in 2003 uitgevoerde interne controles (COM(2004)0740), blz. 6”.

(11)  Ook wel „goed financieel beheer”-audit of „waar-voor-het-geld”-audit genoemd.

(12)  PB L 158 van 17.6.2002, blz. 1.

(13)  PB C 107 van 30.4.2004, blz. 1.

(14)  Zie advies nr. 2/2004 van de Rekenkamer.

(15)  http://www.rekenkamer.nl/9282200/v/index.htm.

(16)  PB C 104 E van 30.4.2004, blz. 1021.

(17)  Punt 8 van de aanbeveling van de Raad van 9 maart 2004 (Doc 6185/04 Budget 1). Zie http://register.consilium.eu. int/pdf/nl/04/st06/st06185.nl04.pdf.

(18)  PB C 31 E van 5.2.2004, blz. 137.

P6_TA(2005)0093

Kwijting 2003: Afdeling I van de algemene begroting

 

1.

Besluit van het Europees Parlement over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003, Afdeling I — Europees Parlement (C6-0015/2005 — 2004/2041(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003 (1),

gezien de jaarrekening en de financiële balans voor het begrotingsjaar 2003 (C6-0015/2005),

gezien het verslag van de Rekenkamer over het begrotingsjaar 2003 en de antwoorden van de instellingen (2),

gezien de verklaring van betrouwbaarheid inzake de betrouwbaarheid van de rekeningen en de regelmatigheid en wettigheid van de onderliggende verrichtingen, opgesteld door de Rekenkamer overeenkomstig artikel 248 van het EG-Verdrag (3),

gelet op artikel 275 van het EG-Verdrag en artikel 179 bis van het Euratom-Verdrag,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid de artikelen 145, 146 en 147 hiervan,

gelet op artikel 147, lid 1 van het Financieel Reglement van 25 juni 2002, volgens welk elke communautaire instelling alles in het werk moet stellen om gevolg te geven aan de opmerkingen waarvan het kwijtingsbesluit van het Europees Parlement vergezeld gaat,

verwijzend naar het Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (5),

gelet op de artikelen 71 en 74, lid 3 van het Reglement, alsmede bijlage V bij het Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A6-0063/2005),

A.

overwegende dat de Rekenkamer in paragraaf 9.15 van zijn jaarverslag over het begrotingsjaar 2003 met betrekking tot het Europees Parlement opmerkt dat „de gecontroleerde verrichtingen over het geheel genomen wettig en regelmatig waren”,

B.

overwegende dat het Financieel Reglement van 25 juni 2002 en het Reglement van het Parlement, zoals gewijzigd op 23 oktober 2002, met ingang van 1 januari 2003 van toepassing zijn op de procedurele voorschriften met betrekking tot de kwijtingsprocedure,

C.

overwegende dat het Reglement van het Parlement op 23 oktober 2002 zo werd gewijzigd dat kwijting voortaan moet worden verleend aan de Voorzitter en niet langer aan de secretaris-generaal,

1.

verleent zijn Voorzitter kwijting over de uitvoering van de begroting voor het begrotingsjaar 2005;

2.

geeft zijn opmerkingen in de begeleidende resolutie;

3.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de begeleidende resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer en de ombudsman en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (L-reeks).


(1)  PB L 54 van 28.2.2003.

(2)  PB C 293 van 30.11.2004, blz. 1.

(3)  PB C 294 van 30.11.2004, blz. 99.

(4)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(5)  PB L 356 van 31.12.1977, blz. 1.

2.

Resolutie van het Europees Parlement met opmerkingen dat integraal deel uitmaakt van het besluit tot kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003, Afdeling I — Europees Parlement (C6-0015/2005 — 2004/2041(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003 (1),

gezien de jaarrekening en de financiële balans voor het begrotingsjaar 2003 (C6-0015/2005),

gezien het verslag van de Rekenkamer over het begrotingsjaar 2003 en de antwoorden van de instellingen (2),

gezien de verklaring van betrouwbaarheid inzake de betrouwbaarheid van de rekeningen en de regelmatigheid en wettigheid van de onderliggende verrichtingen, opgesteld door de Rekenkamer overeenkomstig artikel 248 van het EG-Verdrag (3),

gelet op artikel 275 van het EG-Verdrag en artikel 179 bis van het Euratom-Verdrag,

gelet op Vrordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid de artikelen 145, 146 en 147 hiervan,

gelet op artikel 147, lid 1 van het Financieel Reglement van 25 juni 2002, volgens welk elke communautaire instelling alles in het werk moet stellen om gevolg te geven aan de opmerkingen waarvan het kwijtingsbesluit van het Europees Parlement vergezeld gaat,

verwijzend naar het Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (5),

gelet op de artikelen 71 en 74, lid 3 van het Reglement, alsmede bijlage V van het Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A6-0063/2005),

A.

overwegende dat de Rekenkamer in paragraaf 9.15 van zijn jaarverslag over het begrotingsjaar 2003 met betrekking tot het Europees Parlement opmerkt dat „de gecontroleerde verrichtingen over het geheel genomen wettig en regelmatig waren”,

B.

overwegende dat het Financieel Reglement van 25 juni 2002 en het Reglement van het Parlement, zoals gewijzigd op 23 oktober 2002, met ingang van 1 januari 2003 van toepassing zijn op de procedurele voorschriften met betrekking tot de kwijtingsprocedure,

C.

overwegende dat het Reglement van het Parlement op 23 oktober 2002 zo werd gewijzigd dat kwijting voortaan moet worden verleend aan de Voorzitter en niet langer aan de secretaris-generaal,

D.

overwegende dat de kwijtingsresolutie voor 2002, goedgekeurd op 21 april 2004 (6), een vervolg moet krijgen en dat de vorderingen met betrekking tot de tenuitvoerlegging van de aanbevelingen van deze resolutie dienen te worden beoordeeld,

1.

neemt kennis van de cijfers waarmee de jaarrekening voor het begrotingsjaar 2003 van het Europees Parlement worden afgesloten, te weten:

(in EUR)

 

Kredieten voor het begrotingsjaar 2003

Uit het begrotingsjaar 2001 overgeboekte kredieten

Besteding kredieten

Kredieten 2003

Vooraf toegewezen ontvangsten

Art. 9 (leden 1 en 4) van het Financieel Reglement (7)

Art. 9 (leden 2 en 5) van het Financieel Reglement (7)

Beschikbare kredieten

1 086 644 375

34 878 401

100 300 973

3 302 900

Aangegane betalingsverplichtingen

1 075 556 058

29 685 828

Verrichte betalingen

862 078 203

3 248 540

88 288 685

3 302 900

Naar 2004 overgeboekte kredieten

 

 

 

 

Artikel 9 van het Financieel Reglement (8)

213 477 855

Artikel 10 van het Financieel Reglement (7)

5 192 573

Vervallen kredieten

11 088 317

12 012 288

Balans per 31 december 2003: 1 407 572 773

2.

stelt vast dat in 2003 98,98 % van de in de begroting van het Parlement opgevoerde kredieten zijn omgezet in betalingsverplichtingen, met een vervalpercentage van 1,02 % en dat evenals in de vorige jaren een zeer hoog uitvoeringspercentage van de begroting is gerealiseerd;

3.

wijst er echter op (zonder het vaste beleid van het Parlement van aankoop van zijn gebouwen in plaats van huur ter discussie te willen stellen) dat dit hoge bestedingspercentage deels terug is te voeren tot de sinds 1992 consistente praktijk van „ramassage” (collectieve overschrijvingen) volgens welk aan het einde van het jaar nog beschikbare kredieten worden overgemaakt naar begrotingslijnen voor gebouwenbeleid en, in het bijzonder, voor versnelde kapitaalaflossingen ten einde toekomstige rentebetalingen te verminderen;

4.

stelt vast dat het programma van aankoop van onroerend goed van het Parlement grotendeels is afgerond maar dringt er bij de begrotingsautoriteit niettemin op aan zorg te dragen voor optimale begrotingsprognoses, en ervoor te zorgen dat de in de ontwerpbegroting opgevoerde bedragen de reële behoeften van het Parlement weerspiegelen, zodat in de toekomst niet meer systematisch gebruik wordt gemaakt van aanzienlijke kredietovermakingen vanuit niet met het onroerendgoedbeleid verband houdende begrotingslijnen;

5.

is van oordeel dat overeenkomst moet worden bereikt over kapitaalaflossingen op gebouwen, als onderdeel van de begrotingsstrategie, met een afzonderlijke begrotingslijn, en wel wanneer de begroting wordt vastgesteld in het jaar N - 1;

6.

meent dat de gedelegeerde ordonnateurs moeten worden verzocht om in hun jaarlijkse activiteitenverslagen de redenen uit te leggen voor de beschikbaarheid van kredieten op hun respectieve begrotingen met het oog op „ramassage”;

7.

stelt vast dat de ontvangsten van het Europees Parlement in 2003 98 545 334 EUR bedroegen (2002: 67 256 006 EUR);

Presentatie en inhoud van de rekeningen en de begeleidende analyse van het financieel beheer

8.

stelt vast dat de analyse van het begrotingsbeheer, in bijlage bij de rekeningen over 2003, een nuttig overzicht bevat van de belangrijkste financiële gebeurtenissen van het betrokken begrotingsjaar, alsmede een beknopt overzicht van de activiteitenverslagen van de directeuren-generaal;

9.

verwelkomt de publicatie op de intranetsite van het DG Financiën van het verslag over het begrotingsen financieel beheer over het begrotingsjaar 2003; verwelkomt voorts het voorstel van de secretaris-generaal om elk jaar een kort, toegankelijk en leesbaar document op te stellen om het publiek meer informatie te verstrekken over het begrotingsbeheer binnen het Parlement (9);

Vervolg op de kwijtingsresolutie van 2002

10.

complimenteert de secretaris-generaal met de tijdige overlegging van de verslagen waarom was gevraagd in de resolutie van 21 april 2004 over de kwijting 2002, oftewel vóór het begin van de volgende kwijtingscyclus;

11.

wijst erop dat artikel 147, lid 1 van het Financieel Reglement de instellingen verplicht alles in het werk te stellen om gevolg te geven aan de opmerkingen waarvan het kwijtingsbesluit van het Europees Parlement vergezeld gaat; concludeert dat deze verplichting ook geldt voor het Parlement zelf en a fortiori voor de parlementaire organen;

12.

verklaart nogmaals groot belang te hechten aan toepassing van de beginselen van good governance op zowel politiek als administratief niveau;

Tenuitvoerlegging van het nieuwe Financieel Reglement

13.

wijst erop dat de beheersactiviteiten van de instelling in 2003 in het teken hebben gestaan van aanpassing aan de nieuwe eisen van het Financieel Reglement, het opzetten van nieuwe systemen, methodologieën en werkmethoden, het ontwerpen van opleidingsprogramma's en het vaststellen van nieuwe begrotingslijnen; stelt vast dat de Rekenkamer het Parlement heeft geprezen om de doelmatige wijze waarop deze nieuwe structuren zijn geïntroduceerd;

14.

verwijst naar de hoofdbeginselen van de financiële hervormingen van 2003, namelijk decentralisering en de aanvaarding van volledige verantwoordelijkheid door de ordonnateurs, enerzijds, en de ontmanteling van de gecentraliseerde financiële controlefunctie en het opzetten van een centrale financiële dienst en een interne auditeur, anderzijds;

15.

stelt vast dat de eerste ervaringen met een strikte toepassing van de bepalingen van het nieuwe Financieel Reglement op een instelling als het Parlement, dat uitsluitend een administratieve begroting heeft te beheren, volgens velen hebben uitgewezen dat dit in sommige gevallen leidt tot te complexe systemen en geldcircuits;

16.

is van oordeel dat deze opvatting aantoont dat verder moet worden gewerkt aan een controlekader dat is gebaseerd op het vaststellen van doelstellingen, het identificeren van risico's voor de verwezenlijking van deze doelstellingen en de ontwikkeling van controlemechanismen om deze risico's in te dammen; beveelt aan dat de autoriteiten van het Parlement bij de volgende herziening van het Financieel Reglement de tekortkomingen hiervan aangeven en corrigeren;

17.

wijst erop dat het Parlement in december 2002 de basisdocumenten heeft goedgekeurd die noodzakelijk zijn voor de tenuitvoerlegging van het nieuwe Financieel Reglement, met inbegrip van de nieuw interne voorschriften voor de uitvoering van de begroting, dienstorders voor de interne auditdiensten, de ordonnateurs en de rekenplichtige, minimumnormen voor de interne controle en een specifieke code met beroepsnormen voor personeel dat zich bezighoudt met ex ante-verificatie; wijst er voorts op dat het EP ook het gecomputeriseerde systeem dat wordt gebruikt voor het beheer van begrotingsontvangsten en -uitgaven (FINORD) heeft aangepast aan de nieuwe voorschriften;

18.

verwijst echter naar de opmerkingen van de Rekenkamer dat, ofschoon de ordonnateurs geen volledig operationele controlesystemen hebben kunnen invoeren vanaf de inwerkingtreding van het Financieel Reglement (1 januari 2003), het Parlement niettemin in staat is geweest om in de loop van 2003 een begin te maken met de invoering van de „minimale normen voor interne controle” (MSIC), een „centrale financiële dienst” en een interne auditfunctie (10);

19.

verwijst naar het antwoord van het Parlement — in reactie op de kritiek van de Rekenkamer op het ontbreken van ex post-controles ö, volgens welk de behoefte aan een volledig ontwikkelde ex post-controle geëvalueerd zal worden aan de hand van een verder ontwikkelde zelfevaluatie van risico's en controles door de betrokken ordonnateurs (11);

20.

neemt met bezorgdheid kennis van de bevinding van de Rekenkamer dat de tenuitvoerlegging van bepaalde interne controlevoorschriften, met inbegrip van de identificatie van gevoelige posten en het melden van onjuistheden, zich nog slechts in een eerste stadium bevond (12);

21.

merkt op dat sinds de overgang naar gedecentraliseerde financiële controles, de noodzaak om de continuïteit van de verrichtingen en een adequaat toezicht op de ex ante-controlefunctie te waarborgen, geleid heeft tot een aanzienlijke uitbreiding van het aantal personeelsleden dat zich bezighoudt met ex ante-controletaken;

22.

beseft, kortom, dat de overgang, binnen een korte tijdspanne, van een sterk gecentraliseerde naar een gedecentraliseerde benadering van interne controleprocedures een belangrijke uitdaging vormde in het begrotingsjaar 2003; stelt met tevredenheid vast dat het Parlement — dankzij de inspanningen van zijn Administratie — als enige van de kleinere instellingen erin is geslaagd om tijdig, d.w.z. vóór de inwerkingtreding van het nieuwe Financieel Reglement op 1 januari 2003, de noodzakelijke subsidiaire teksten goed te keuren;

Jaarlijkse activiteitenverslagen

23.

wijst erop dat 2003 het eerste begrotingsjaar was waarin van de directeuren-generaal jaarlijkse activiteitenverslagen werden verlangd en dat de secretaris-generaal deze verslagen heeft toegestuurd aan de Voorzitter en de Commissie begrotingscontrole, vergezeld van een ondertekende verklaring; merkt op dat de secretaris-generaal in deze verklaring redelijke waarborgen biedt dat de parlementaire begroting is uitgevoerd in overeenstemming met de beginselen van goed financieel beheer en dat het gecreëerde controlekader de noodzakelijke waarborgen bood voor wat betreft de wettigheid en de regelmatigheid van de verrichtingen;

24.

merkt op dat geen enkele gedelegeerde ordonnateur in zijn verklaring een voorbehoud heeft gemaakt, doch dat twee activiteitenverslagen opmerkingen bevatten met betrekking tot

i)

het tekort aan gekwalificeerd personeel op het gebied van financieel beheer (DG Informatie) en

ii)

de noodzaak de regels te veranderen om bepaalde aspecten van de vergoedingen van de leden in overeenstemming te brengen met het Financieel Reglement en de noodzaak een oplossing te vinden voor de status van fractiefinanciering (DG Financiën);

25.

neemt voorts kennis van de erkenning van de secretaris-generaal in zijn verklaring dat de tot nog toe (i.e. 16 maart 2004) van de interne auditeur ontvangen verslagen over zijn herziening van het interne controlekader, erop wijzen dat er nog zwakke punten zijn die op korte termijn moeten worden gecorrigeerd;

26.

stelt met tevredenheid dat de verklaring van de secretaris-generaal vergezeld gaat van een gedetailleerd actieplan dat tot doel heeft de in de activiteitenverslagen vastgestelde tekortkomingen te verhelpen;

27.

verzoekt de secretaris-generaal om als onderdeel van de follow-up van deze resolutie verslag uit te brengen aan de Commissie begrotingscontrole over de voortgang die is gemaakt bij de tenuitvoerlegging van de maatregelen die uiteen zijn gezet in het actieplan in bijlage bij zijn verklaring over het begrotingsjaar 2003;

28.

merkt op dat de verschillende activiteitenverslagen sterk uiteenlopen wat betreft inhoud, lengte, vorm en de mate waarin de gegevens van de samenstellende diensten hierin zijn geïntegreerd; nodigt de secretarisgeneraal uit om, overeenkomstig het voorstel van de Rekenkamer in paragraaf 9.16 van haar jaarverslag 2003 de indeling en de structuur van de jaarverslagen in de toekomst te harmoniseren met het oog op een betere vergelijkbaarheid tussen directoraten-generaal; merkt echter op dat de moeilijkheid om voldoende gekwalificeerd financieel personeel aan te werven een terugkerend thema is in verscheidene activiteitenverslagen;

29.

neemt kennis van de opmerking van de Rekenkamer (paragraaf 9.16 van haar jaarverslag 2003) dat de jaarlijkse activiteitenverslagen meer gedetailleerde informatie dienen te bevatten over de resultaten van de uitgevoerde controles;

30.

merkt op basis van de activiteitenverslagen 2003 op dat het omwille van een beter begrip omtrent de werkelijke waarde van door de ordonnateurs ondertekende verklaringen, wenselijk is om voor de volgende begrotingsjaren een gestandaardiseerd model te hanteren, waarin een duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen zaken die vragen om „commentaar” van de directeur-generaal (zonder zijn verklaring van betrouwbaarheid ter discussie te stellen), en andere, ernstiger zaken die een „voorbehoud” rechtvaardigen;

Interne audit

31.

wijst erop dat het jaarverslag van de intern controleur en de verklaring en activiteitenverslagen van de secretaris-generaal en de directeuren-generaal een belangrijk element vormen van de beoordeling door zowel de Rekenkamer als het Parlement als kwijtingsautoriteit;

32.

merkt op dat de idee van interne controle voortaan geacht wordt tot doel te hebben een redelijke waarborg te bieden voor het bereiken van de belangrijkste controledoelstellingen, namelijk:

inachtneming van desbetreffende voorschriften, verordeningen en besluiten,

streven naar zuinigheid, doelmatigheid en efficiency van de verrichtingen,

risicovaststelling en -management,

het voorkomen en opsporen van fraude en fouten,

het voeren van een kwalitatief goede boekhouding en het bijhouden van relevante databestanden;

33.

is van oordeel dat de Administratie prioriteit dient te geven aan de tenuitvoerlegging van de aanbevelingen van de intern controleur op de volgende terreinen, zoals die naar voren komen in zijn onderzoek naar het interne controlekader in 2003:

de noodzaak van waarborging van voldoende personeel en adequate vaardigheden van personeel dat verantwoordelijk is voor het aangaan van betalingsverplichtingen en ex ante-controles,

het bijzonder benadrukken op opleidingsvereisten van personeel met verantwoordelijkheden op het gebied van financieel beheer en controle in alle diensten,

programmering van activiteiten en risicomanagement,

instrumenten voor monitoring en rapportage,

de aanduiding van één centrale gesprekspartner waartoe ordonnateursafdelingen zich zo nodig kunnen wenden met verzoeken om raad en advies, met name inzake aanbestedingskwesties,

documentatie van procedures voor interne controle en management van alle afdelingen, en informatieverstrekking hierover aan het personeel,

maatregelen gericht op waarborging van de inachtneming van de regels voor aanbestedingen en subsidies,

een gedragscode voor een beroep op externe consultants en verbeteringen in de omschrijving van de aard van contractuele taken,

het opstellen van lijsten van gevoelige posten (bijv. ambtenaren die nauw samenwerken met leveranciers), in combinatie met nauwkeurige richtsnoeren voor de definitie en de vaststelling van dergelijke posten,

modelcontracten waarin waarborgen zijn opgenomen voor de juridische en financiële positie van het Parlement, dienen centraal te worden opgesteld door de diensten van het Parlement en regelmatig te worden geactualiseerd voor gebruik bij transacties met leveranciers;

Goed bestuur en regelgevend kader

34.

herhaalt het standpunt neergelegd in zijn resoluties van 8 april 2003 (13) en 21 april 2004, volgens welk „de kwijtingsprocedure niet alleen het management van de secretaris-generaal van het Parlement en de Administratie moet omvatten, maar ook de besluiten die door de bestuurlijke organen van de instelling, d.w.z. de Voorzitter, het Bureau en de Conferentie van voorzitters, zijn genomen”;

35.

verzoekt zijn Bureau en zijn bevoegde commissie tegemoet te komen aan het in de paragrafen 16 en 17 van zijn resolutie van 21 april 2004 geformuleerde verzoek om voorstellen die een nauwkeurige praktische betekenis moeten geven aan de politieke verantwoordelijkheid van de organen van het Parlement met betrekking tot de uitoefening van bevoegdheden en het nemen van besluiten die belangrijke financiële gevolgen hebben;

36.

verwijst naar de paragrafen 11 t/m 17 van zijn resolutie van 21 april 2004 betreffende de verantwoordingsplicht van de bestuurlijke organen van het Parlement; wijst er voorts op dat dit verslag, overeenkomstig het nieuwe Reglement, het eerste kwijtingsverslag is dat gericht is aan de politieke autoriteit en niet aan de administratieve autoriteit; besluit in de toekomst de communicatie en de dialoog tussen de Commissie begrotingscontrole en de leden van het Bureau en de Quaestoren te verbeteren;

37.

wijst erop dat het financieel beheer van het Parlement nu onder de loep wordt genomen in het kader van een steeds groter aantal controle-instanties, -procedures en -mechanismen die verband houden met het EP-kwijtingsverslag, verslagen van de Administratie in antwoord hierop, de jaarlijkse begrotingsprocedure, de jaarlijkse en sectorale verslagen van de intern controleur, het auditpanel, de Rekenkamer, het panel voor financiële onregelmatigheden, OLAF-verslagen (het Europese fraudebestrijdingsbureau) en de activiteitenverslagen van de directeuren-generaal, met alle risico van overlapping en herhaling van dien;

38.

vraagt zich af of de mate van toezicht en de complexiteit van het controleapparaat zoals dit momenteel bestaat niet iets te ver is doorgeschoten, mede gezien het oordeel van de Rekenkamer dat het algemene risico vrij gering is als het gaat om administratieve uitgaven (14);

39.

is van oordeel dat het goed zou zijn als te zijner tijd de controleprocedures worden geconsolideerd en gestroomlijnd; verzoekt zijn secretaris-generaal een verslag in te dienen over de mogelijke manieren waarop de verschillende inputs inzake controlevraagstukken kunnen worden samengevat teneinde duidelijke conclusies mogelijk te maken;

40.

verzoekt de secretaris-generaal te zorgen voor de implementatie van een integrale benadering van risicobeheersing en risicoanalyse, om een deugdelijk financieel en administratief beheer te waarborgen;

Fracties (overzicht van rekeningen en procedures — begrotingslijn 3701)

41.

wijst erop dat paragraaf 2.7.3 van de voorschriften (15) voor het beheer van begrotingslijn 3701 bepaalt dat het Bureau en de Commissie begrotingscontrole de gecontroleerde jaarrekeningen van de fracties moeten onderzoeken overeenkomstig de bevoegdheden die hun in het Reglement worden gegeven;

42.

herhaalt dat de fracties onafhankelijk verantwoordelijk zijn voor het beheer en het gebruik van hun quota van de parlementaire begroting en dat de taakstelling van de interne controledienst van de instelling zich niet uitstrekt tot de wijze waarop gebruik is gemaakt van de kredieten uit begrotingslijn 3701 (ongeveer 3 % van de totale begroting van het Parlement);

43.

neemt kennis van de moeilijkheden die het Parlement heeft ondervonden bij de toepassing van sommige van de nieuwe bepalingen van het Financieel Reglement op een hoofdzakelijk administratieve begroting, en merkt op dat deze moeilijkheden ook terug te vinden zijn op het niveau van de fracties; erkent echter dat pogingen in het werk zijn gesteld om de regels betreffende begrotingslijn 3701 zo nauw als mogelijk is af te stemmen op de vereisten van het Financieel Reglement;

44.

merkt op dat de fracties en de Administratie een werkgroep hebben opgezet om de specifieke status van de fractiebegrotingen te onderzoeken tegen de achtergrond van de bepalingen van het Financieel Reglement en de uitvoeringsbepalingen hiervan; moedigt hen aan om deze werkgroep desgewenst te gebruiken als een regulier forum voor overleg met de Administratie ten einde altijd goed op de hoogte te zijn van financiële en boekhoudkundige hervormingen;

45.

verwelkomt het besluit van de fracties om hun interne financiële voorschriften op de website van het Parlement te publiceren en dringt erop aan dit besluit zo spoedig mogelijk uit te voeren; roept het Bureau op een passende oplossing te vinden om de verslagen en rekeningen van niet-aangesloten leden beschikbaar te stellen voor transparant onderzoek, min of meer naar het voorbeeld van de procedure die nu wordt gevolgd voor fracties;

46.

stelt vast dat in 2003 de kredieten van begrotingslijn 3701 overeenkomstig het besluit van het Bureau van 10 februari 2003 als volgt werden toegewezen:

(in EUR)

Totaal beschikbaar

37 948 000

Niet-aangesloten leden

1 224 035

Bedrag beschikbaar voor fracties

36 723 965


Fractie

Aantal leden

Totaal toegewezen 1.1.2003

Overgedragen van 2002

Uitgaven in 2003

Bestedings-percentage

Overgedragen naar 2004

PPE

232

13 966 693

4 775 841

16 245 714

116,32

2 726 654

PSE

175

10 666 548

4 573 736

12 540 087

117,56

3 154 599

ELDR

54

3 348 157

1 079 435

3 354 625

100,19

1 088 560

Verts/ALE

45

2 881 352

952 607

2 945 673

102,23

980 067

GUE/NGL

50

3 234 999

1 081 653

3 583 515

110,77

1 093 911

UEN

22

1 443 719

383 067

1 459 137

101,07

369 109

EDD

17

1 182 497

465 517

1 225 090

103,60

533 015

TOTAAL

595

36 723 965

13 311 856

41 353 841

112,61

9 945 915

47.

neemt kennis van het voorstel van de secretaris-generaal om in eerste instantie standaardformulieren te ontwikkelen voor de opdrachtbevestiging aan de externe auditeurs van de fracties en vervolgens voor de brief van de fractievoorzitter ter begeleiding van de boekhoudstukken van elke fractie, en wel zo dat aanvullende informatie hierin wordt opgenomen die de vorm zou kunnen aannemen van een gestandaardiseerd jaarlijks activiteitenverslag betreffende de uitvoering van de fractiebegroting in het onderzochte begrotingsjaar; nodigt het Bureau uit deze suggesties mee te nemen bij zijn herziening van de 3701-regels (16);

Vergoedingen van de leden

48.

herinnert eraan dat alle leden, in afwachting van de goedkeuring van een algemeen statuut voor leden van het Europees Parlement, ontvangen:

een basissalaris, betaald door hun nationale parlementen of regeringen, dat even hoog is als dat van hun nationale parlementsleden en waarop de belastingwetgeving van het land in kwestie van toepassing is,

rechtstreeks door het Europees Parlement op basis van de door de Quaestoren en het Bureau goedgekeurde regels betaalde vergoedingen ter dekking van de kosten voortvloeiend uit hun parlementaire werkzaamheden;

49.

vestigt de aandacht op het feit dat sinds de uitbreiding de discrepantie tussen salarissen is toegenomen, en op de dringende noodzaak een oplossing te vinden die ertoe leidt dat alle leden van het Europees Parlement eerlijk worden behandeld en op een wijze die in overeenstemming is met hun nationale wetten en voorschriften;

50.

steunt in dit verband het initiatief van het huidige voorzitterschap van de Europese Unie om overeenstemming te bereiken over het statuut van de leden ter invoering van een enkele bezoldiging voor de leden van het Europees Parlement;

51.

neemt kennis van het voornemen van het Bureau van het Parlement om de contacten met de Raad voort te zetten ten einde overeenstemming te bereiken over de voorwaarden voor een gemeenschappelijk statuut voor de leden; dringt er bij alle partijen op aan om deze kwestie zo spoedig mogelijk af te ronden en zo een einde te maken aan de speculatie en de onzekerheid waarmee de parlementaire vergoedingen zijn omschreven;

52.

betreurt het dat sinds het laatste kwijtingsverslag weinig vorderingen zijn geboekt met betrekking tot de herziening en de hervorming van het systeem van vergoedingen van de leden; verwijst naar een eerder besluit van het Bureau van 28 mei 2003 waarin deze kwestie voor een gedeelte werd geregeld met dien verstande dat deze regeling werd gekoppeld aan de vaststelling van een gemeenschappelijk statuut voor de leden; is van oordeel dat, ook al ontbreekt vooralsnog een gemeenschappelijk statuut, het mogelijk zou moeten zijn om een duidelijk, transparant en eerlijk systeem te ontwerpen;

53.

is van oordeel dat leden die vrijwillig het gedeelte van hun vergoedingen dat meer bedraagt dan de werkelijk gemaakte kosten, aan de Administratie terugbetalen, of slechts de feitelijke kosten, zoals bijvoorbeeld reiskosten, vergoed willen krijgen, dit dienen te doen op basis van bepalingen die duidelijk zijn vastgelegd in de Regeling kosten en vergoedingen van de leden;

Vergoeding voor algemene uitgaven

54.

verzoekt de Quaestoren te onderzoeken of het noodzakelijk is de algemene regels voor terugbetaling van vergoedingen te wijzigen teneinde de benutting van het nieuwe IT-instrumentarium te optimaliseren;

Secretariaatsvergoeding

55.

merkt op dat het Bureau op 13 december 2004 amendementen heeft goedgekeurd op de regels voor de secretariaatsvergoeding (17), die o.a. erop waren gericht deze regels beter af te stemmen op de eisen van het Financieel Reglement;

56.

benadrukt dat in artikel 79 van het financieel reglement en de artikelen 98 en 104 van de uitvoeringsvoorschriften (18) over de betaalbaarstelling van uitgaven wordt bepaald dat de ordonnateur de rechten van een schuldeiser onderzoekt op basis van bewijsstukken; herinnert de administratie aan de noodzaak om aan te dringen op de indiening van facturen of verklaringen inzake honoraria als voorwaarde voor het verrichten van betalingen in het kader van dienstverleningsovereenkomsten (artikel 14, lid 6 van de Regeling kosten en vergoedingen van de leden);

57.

verzoekt het Bureau om, rekening houdend met de resultaten van de werkzaamheden van de parlementaire werkgroepen, regelingen voor te stellen om het gebruik van de secretariaatsvergoeding door de leden transparanter te maken; benadrukt echter dat hierbij het beginsel van contractvrijheid gehandhaafd moet blijven;

58.

betreurt dat het besluit van het Bureau van 13 december 2004 wijzigingen aanbrengt in artikel 14, lid 5 en 7, letter d, van de Regeling kosten en vergoedingen van de leden (zoals vastgesteld met het besluit van het Bureau van 9 februari 2004), en wel op zodanige wijze dat de bepalingen inzake de contractuele en sociale zekerheidsverplichtingen van medewerkers en personen die onder dienstverleningscontracten staan wederom gekenmerkt worden door een gebrek aan duidelijkheid; verzoekt het Bureau de op 13 december 2004 goedgekeurde tekst te herzien;

Reisvergoeding

59.

herinnert eraan dat het Bureau op 28 mei 2003 richtsnoeren heeft goedgekeurd voor een reeks nieuwe regels voor de betaling van de kosten en vergoedingen van de leden, waarin wordt voorzien in terugbetaling van reiskosten op basis van de feitelijk gemaakte kosten, op voorwaarde echter van de inwerkingtreding van een statuut voor de leden;

60.

herinnert eraan dat op bepaalde trajecten de feitelijke kosten soms hoger zijn dan de maximumbedragen die de administratie heeft vastgesteld, vanwege een gebrek aan concurrerende luchtvaartmaatschappijen op deze trajecten, en dringt erop aan dat onder deze omstandigheden de werkelijke kosten vergoed worden;

Vrijwillig pensioenstelsel

61.

stelt vast dat, volgens de laatste herziene actuariële beoordeling van 31 december 2003, de toekomstige verplichtingen van het fonds op die datum de huidige activa met 41 795 982 EUR overschreden en dat het actuariële financieringsniveau eind 2003 76,4 % bedroeg (19);

62.

verwijst naar het standpunt van de Rekenkamer, volgens welk duidelijke regels moeten worden opgesteld in het pensioenstelsel om de aansprakelijkheid en de verantwoordelijkheid van het Europees Parlement en de deelnemers aan de regeling vast te leggen, mocht een actuariële beoordeling in de toekomst een tekort uitwijzen (20); acht het noodzakelijk de aard van de aansprakelijkheid van het Parlement met betrekking tot toekomstige financiële verplichtingen van het pensioenfonds nauwkeurig te omschrijven; is voorts van oordeel dat de bijdragen van de leden aan het fonds door de leden persoonlijk moeten worden gedragen en niet mogen worden betaald uit het vergoedingensysteem van het Parlement;

63.

neemt nota van het antwoord van de administratie dat aan het Bureau voorstellen zullen voorgelegd met het oog op de vaststelling van de respectieve bevoegdheden en verantwoordelijkheden van het Parlement en de onder het Luxemburgs recht vallende vereniging zonder winstoogmerk die wordt beheerd door een verkozen uitvoerend comité (21);

64.

merkt voorts op dat aan de hand van de resultaten van de begin 2005 uit te voeren actuariële beoordeling het vereiste financieringsniveau voor het fonds zou kunnen worden vastgesteld; is echter van mening dat, zodra het statuut van de leden is goedgekeurd, een nieuw en afzonderlijk pensioeninstrument dat voor alle leden gelijk is moet worden opgezet en dat vanaf dat moment alle bijdragen van de begroting van het Parlement aan een vrijwillig pensioenfonds stopgezet moeten worden;

65.

uit zijn bezorgdheid over het standpunt van de Rekenkamer, volgens welk het pensioenfonds in zijn huidige opzet alleen kan worden voortgezet als zo spoedig mogelijk een toereikende rechtsgrondslag (meer dan alleen een besluit van het Bureau) wordt gecreëerd, en de financiële bijdrage van het Parlement aan het vrijwillige pensioenfonds gebaseerd moet worden op een secundair wetgevingsbesluit, genomen in overeenstemming met artikel 190, lid 5 van het Verdrag (22);

Aanbesteding

66.

wijst erop dat het Financieel Reglement en de uitvoeringsbepalingen die op 1 januari 2003 van kracht werden een wijziging inhielden van de procedures voor het plannen, bekendmaken en de gunning van aanbestedingscontracten, alsmede afschaffing van het CCAM (adviescommissie aanbesteding en contracten) dat verplicht moest worden geraadpleegd voor contracten met een waarde van meer dan 50 000 EUR;

67.

stelt vast dat de ordonnateurs van het Parlement de optie hebben in plaats van het CCAM de Interdienstengroep openbare aanbestedingen (GIMP) om advies te vragen; merkt voorts op dat de secretarisgeneraal ter vervanging van het jaarlijkse CCAM-verslag over gesloten contracten — en in reactie op eerdere kwijtingsresoluties — een verslag heeft opgesteld op basis van gegevens die zijn verstrekt door de ordonnateurs en waarin de volgende informatie over in 2003 gesloten contracten is opgenomen:

Soort contract

Aantal

Percentage

Bedrag EUR

Percentage

Diensten

118

53 %

304 647 212

65 %

Goederen

57

25 %

11 810 813

2 %

Werken

41

18 %

21 502 447

5 %

Gebouwen

8

4 %

131 531 314

28 %

Totaal

224

100 %

469 491 786

100 %


Soort procedure

Aantal

Percentage

Bedrag EUR

Percentage

Gemiddeld bedrag EUR

Open

70

32 %

312 467 812

92 %

4 463 826

Beperkt

78

36 %

5 856 513

2 %

75 084

Onderhands

68

32 %

19 636 147

6 %

288 767

Totaal

216

100 %

337 960 472

100 %

1 564 632

68.

verwelkomt de bevinding dat een groot deel van de contracten in 2003 werden gesloten na een open inschrijving;

69.

merkt op dat de intern controleur momenteel bezig is met een audit van de aanbestedingsprocedures binnen de gehele instelling en dat zijn eindverslag naar verwachting in de eerste helft van 2005 zal worden ingediend; draagt de secretaris-generaal op de Commissie begrotingscontrole op passende wijze op de hoogte te stellen van de inhoud van het verslag wanneer het intern overleg hierover is afgerond;

70.

moedigt de Administratie aan in haar inspanningen een gegevensbank voor contracten op te zetten, uit hoofde van artikel 95 van het Financieel Reglement, een gegevensbank die volgens het verslag van de secretaris-generaal (23) naar verwachting eind 2005 operationeel zal zijn;

71.

stelt met tevredenheid vast dat het aantal en de waarde van onderhandelingsprocedures voor contracten met een waarde van meer van 50 000 EUR in 2003 sterk is gedaald in vergelijking met dezelfde cijfers voor het begrotingsjaar 2002;

72.

neemt kennis van de bezorgdheid van de Administratie op de volgende terreinen;

drempel van 1 050 EUR voor openbare aanbestedingen (contracten met lage waarde) die het management onevenredig belasten,

internetaanbesteding (uitwisseling van informatie over uitnodigingen tot inschrijvingen langs elektronische weg), vanwege de deadline die is vastgelegd in Richtlijn 2004/18/EG (24), enerzijds, en de noodzaak om de veiligheid, vertrouwelijkheid en integriteit van elektronische gegevens te garanderen, anderzijds;

73.

verwacht van zijn bevoegde commissies dat deze zaken worden meegewogen bij het voorstellen van amendementen waar noodzakelijk, tegen de achtergrond van de komende herzieningen van het Financieel Reglement, de uitvoeringsbepalingen en de interne voorschriften van het Parlement voor de uitvoering van zijn begroting;

Gebouwen

74.

stelt vast dat het langlopende conflict tussen het Parlement en de Franse autoriteiten over de uiteindelijke aankoopprijs van het LOW-gebouw in Straatsburg eind 2003 is opgelost en dat in 2004 de aankoop is afgerond;

75.

herinnert eraan dat het gebrek aan een enkele werklocatie aanzienlijke extra kosten voor de begroting van het Parlement met zich meebrengt; wijst erop dat de kosten van de vestiging van het Europees Parlement in drie verschillende landen geraamd worden op meer dan 200 miljoen EUR per jaar;

De zaak van de Ledenkas

76.

merkt op dat de procedure van artikel 22 van het Statuut is gestart om de verantwoordelijkheden vast te stellen in verband met de discrepantie van 4 136 125 BEF tussen de liquide middelen en de daarover gevoerde boekhouding in 1982 (25); stelt vast dat de tuchtraad voor het eerst bijeen is gekomen op 17 maart 2003 en zijn werk nu heeft voltooid, en draagt de secretaris-generaal op de bevoegde commissie op de hoogte te houden van alle verdere ontwikkelingen;

Milieu

77.

uit zijn tevredenheid over het feit dat een omvattend onderzoek naar het interne milieubeleid van het Parlement is uitgevoerd door een adviesbureau gespecialiseerd in milieumanagement (EMAS) en dat dit onderzoek binnenkort zal worden voorgelegd aan het Bureau met het uiteindelijke doel om een milieumanagementsysteem op te zetten binnen de instelling (26); draagt de secretaris-generaal op om, zodra het verslag van het adviesbureau is besproken in het Bureau, dit op de website van het Parlement te publiceren;

78.

wijst erop dat veel officiële documenten nog altijd aan de leden worden verstrekt in de vorm van papieren kopieën, ook al zijn ze online beschikbaar; verzoekt het College van quaestoren een ecologisch evenwicht te vinden voor de verstrekking van de papieren versie van documenten;

79.

verzoekt om de invoering van een systeem van elektronische handtekeningen, waarbij de handtekening van een lid kan worden gebruikt voor documenten als amendementen en parlementaire vragen, zonder dat de documenten op papier hoeven te worden toegezonden;

80.

dringt er bij het Bureau op om, ter waarborging van het recht van alle leden zich in hun moedertaal uit te drukken, alle nodige maatregelen te nemen om de aanwerving van taalkundig personeel te versnellen met het oog op de vertolking van en naar de verschillende talen;

81.

wijst erop dat de Europese ombudsman in zijn besluit van 23 januari 2004 inzake klacht nr. 260/2003 het Europees Parlement schuldig heeft bevonden aan onbehoorlijk bestuur door na te laten adequate maatregelen te treffen ter bevordering van de naleving van zijn interne voorschriften inzake roken;

82.

merkt op dat, ofschoon het Bureau op 13 juli 2004 gewijzigde voorschriften inzake roken goedkeurde, deze voorschriften niet volledig ten uitvoer zijn gelegd noch dat naleving ervan is afgedwongen, met als resultaat dat het Parlement het risico loopt weer door de Europese ombudsman op de vingers te worden getikt; verzoekt het Bureau dringend actie te ondernemen om het roken in de EP-gebouwen te verminderen en de gezondheid van alle gebruikers van de gebouwen te beschermen;

83.

benadrukt dat het de wettelijke plicht is van alle werkgevers om hun werknemers een veilige en gezonde werkomgeving te bieden; stelt vast dat de uitzondering in de voorschriften van het Bureau (27), die roken mogelijk maakt in individuele bureaus, resulteert in een onaanvaardbaar niveau van vervuiling „binnenshuis” als gevolg van tabaksrook in gebouwen en gangen waarop kantoren uitkomen, met dientengevolge een risico voor de gezondheid van de gebruikers van deze gebouwen; merkt op dat de gebouwen van de instellingen in de drie vergaderplaatsen onderworpen zijn aan de nationale voorschriften inzake gezondheid en veiligheid; dringt er bij het College van quaestoren op aan een duidelijk gemarkeerde en goed geventileerde ruimte voor rokers aan te wijzen, om de hinder voor niet-rokers zoveel mogelijk te beperken;

84.

draagt zijn secretaris-generaal op om een onderzoek te doen naar de houding van het personeel in de drie vergaderplaatsen teneinde vast te stellen of een meerderheid van de werknemers van het Parlement voorstander is van invoering van een rookverbod in alle ruimten van de gebouwen die worden ingenomen door kantoren van parlementsmedewerkers, nog vóór de deadline van 2007;

85.

neemt kennis van de informatie over de haalbaarheid van het uitrusten van de plenaire vergaderzaal en de vergaderzalen voor commissievergaderingen met draadloze technologie voor computers en andere apparatuur van het Secretariaat-generaal (28); neemt kennis van de waarschuwing in de nota van de secretaris-generaal over de mogelijke gezondheidsrisico's indien het niveau van elektromagnetische straling afkomstig van draadloze transmissieapparatuur bepaalde grenswaarden overschrijdt; verlangt dat uiterlijk 1 juli 2005 een vervolgverslag wordt gepresenteerd over de gezondheidsaspecten van draadloze technologie;

86.

is ingenomen met het bericht dat alle leden met ingang van april en mei 2005 in hun kantoren de beschikking krijgen over een extra internetaansluiting, hetgeen het probleem van toegang via Mac-computers aanzienlijk zou verlichten; benadrukt echter dat meer maatregelen moeten worden getroffen om gebruikers van andere bekende systemen in staat te stellen in te loggen in het Intranet van het Parlement;

87.

verzoekt om een regelmatige grondige veiligheidsanalyse van de computersystemen, netwerken, verbindingen, hardware en software van het Europees Parlement, om te waarborgen dat de „e-omgeving” van het Parlement veilig is.


(1)  PB L 54 van 28.2.2003.

(2)  PB C 293 van 30.11.2004, blz. 1.

(3)  PB C 294 van 30.11.2004, blz. 99.

(4)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(5)  PB L 356 van 31.12.1977, blz. 1.

(6)  PB L 330 van 4.11.2004, blz. 160.

(7)  Financieel Reglement van 21 december 1977.

(8)  Financieel Reglement van 25 juni 2002.

(9)  Antwoord van de secretaris-generaal op paragraaf 9 van de resolutie 21.4.2004.

(10)  Paragrafen 9.7 en 9.8 van het Verslag van de Rekenkamer 2003.

(11)  Antwoord op paragraaf 9.9 van het Verslag van de Rekenkamer 2003.

(12)  Paragraaf 9.8 van het Verslag van de Rekenkamer 2003.

(13)  PB L 148 van 16.6.2003, blz. 62.

(14)  Paragraaf 9.6 van het verslag 2003 van de Rekenkamer.

(15)  Besluit van het Bureau van 30.6.2003.

(16)  Antwoord van de secretaris-generaal op paragraaf 42 van de resolutie van 21 april 2004.

(17)  Artikelen 14 t/m 16 van de Regeling kosten en vergoedingen van de leden (PE 113116).

(18)  Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 (PB L 357 van 31.12.2002, blz. 1).

(19)  Bron: VZW Pensioenfonds — jaarverslag en -rekeningen 2003.

(20)  Jaarverslag 2002, paragraaf 9.20, en advies nr. 5/99, paragraaf 22.

(21)  Jaarverslag 2003, tabel 9.3.

(22)  Jaarverslag 2002, paragrafen 9.17 en 9.18.

(23)  Verslag van de secretaris-generaal over in 2003 afgesloten contracten.

(24)  PB L 134 van 30.4.2004, blz. 114.

(25)  Bron: vraag 40, vragenlijst PE 338137.

(26)  Antwoord van de secretaris-generaal op paragraaf 69 van de resolutie van 21.4.2004.

(27)  Besluit van het Bureau van 13.7.2004.

(28)  Bron: brief van 21.8.2003 in antwoord op paragraaf 22 van de begrotingsresolutie van het Parlement van 14.5.2003.

P6_TA(2005)0094

Kwijting 2003: Afdeling II van de algemene begroting

 

1.

Besluit van het Europees Parlement over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003, Afdeling II — Raad (C6-0016/2005 — 2004/2042(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003 (1),

gezien de jaarrekening en de financiële balans van ontvangsten en uitgaven betreffende het begrotingsjaar 2003 (C6-0016/2005),

gezien het verslag van de Rekenkamer over het begrotingsjaar 2003 en de antwoorden van de instellingen (2),

gelet op de betrouwbaarheidsverklaring met betrekking tot de juistheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, die door de Europese Rekenkamer is verstrekt overeenkomstig artikel 248 van het EG-Verdrag (3),

gezien het interne controleverslag van de Raad voor 2003,

gelet op de artikelen 272, lid 10, 275 en 276 van het EG-Verdrag,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), in het bijzonder de artikelen 50, 86, lid 4, 145, 146 en 147,

gelet op het Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (5),

gelet op artikel 71 van zijn Reglement en bijlage V hierbij,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A6-0066/2005),

1.

verleent kwijting aan de secretaris-generaal van de Raad voor de uitvoering van de begroting voor het begrotingsjaar 2003;

2.

geeft zijn opmerkingen in de begeleidende resolutie;

3.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de begeleidende resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de regio's en de Ombudsman, en zorg te dragen voor de publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (L-serie).


(1)  PB L 54 van 28.2.2003.

(2)  PB C 293 van 30.11.2004, blz. 1.

(3)  PB C 294 van 30.11.2004, blz. 99.

(4)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(5)  PB L 356 van 31.12.1977, blz. 1.

2.

Resolutie van het Europees Parlement houdende opmerkingen ter begeleiding van het besluit inzake kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003, Afdeling II — Raad (C6-0016/2005 — 2004/2042(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003 (1),

gezien de jaarrekening en de financiële balans van ontvangsten en uitgaven betreffende het begrotingsjaar 2003 (C6-0016/2005),

gezien het verslag van de Rekenkamer over het begrotingsjaar 2003 en de antwoorden van de instellingen (2),

gelet op de betrouwbaarheidsverklaring met betrekking tot de juistheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, die door de Europese Rekenkamer is verstrekt overeenkomstig artikel 248 van het EG-Verdrag (3),

gezien het interne controleverslag van de Raad voor 2003,

gelet op de artikelen 272, lid 10, 275 en 276 van het EG-Verdrag,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), in het bijzonder de artikelen 50, 86, lid 4, 145, 146 en 147,

gelet op het Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (5),

gelet op artikel 71 van zijn Reglement en bijlage V hierbij,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A6-0066/2005),

1.

is tevreden met de invoeging in het jaarverslag van de Rekenkamer over 2003 van een aparte afdeling betreffende de Raad; neemt nota van de samenvatting door de Raad van de in 2003 uitgevoerde interne controles; is tevreden met de intensievere uitwisseling van informatie tussen de Raad en het Parlement via de informele dialoog die de twee instellingen in het kader van de kwijtingsprocedure hebben gevoerd; stelt vast dat dit tot meer transparantie met betrekking tot de kwijting voor de uitvoering van de Raadsbegroting heeft bijgedragen;

2.

neemt nota van de intentie van de Raad om tegen eind 2004 de documentatie ter beschikking te stellen en de verrichtingen uit te voeren die nodig zijn om aan de vereisten van het nieuwe Financieel Reglement te voldoen, overeenkomstig de opmerkingen in het jaarverslag van de Rekenkamer, en verzoekt de Raad het Europees Parlement een lijst voor te leggen met de problemen die zich met de uitvoering van het Financieel Reglement voordoen;

3.

neemt nota van de opmerking van de Rekenkamer dat de juridische dienstverlening aan de Raad onder contract is genomen zonder openbare aanbesteding, al overschreed de waarde van dit contract de drempel waarboven een aanbesteding verplicht is; neemt er nota van dat de Raad volledig met deze opmerking akkoord gaat en een aanbestedingsprocedure heeft opgestart, om voor dit type van juridische dienstverlening een kadercontract op te stellen; benadrukt dat het belangrijk is dat de regels voor overheidsaankopen waarin het Financieel Reglement voorziet, in acht worden genomen;

4.

verzoekt de Raad om net als alle andere instellingen, inclusief het Europees Parlement, het in artikel 60, lid 7 van het Financieel Reglement van 25 juni 2002 bedoelde jaarlijkse activiteitenverslag aan de kwijtingsautoriteit ter beschikking te stellen;

5.

is van mening dat meer duidelijkheid over de uitgaven voor en het beheer van het GBVB in de Raad de transparantie ten goede zou komen; verzoekt de Raad de kosten van de voorbereidende werkzaamheden voor het GBVB afzonderlijk in zijn begroting op te nemen, overeenkomstig de aanbeveling van de Rekenkamer in Speciaal verslag nr. 13/2001; benadrukt dat de rol van de Commissie in de uitvoering van het GBVB moet worden verduidelijkt, overeenkomstig de aanbeveling van de Rekenkamer in Speciaal verslag nr. 13/2001; beveelt aan dat duidelijke operationele principes en regelingen betreffende de rol van de Commissie in de uitvoering van het GBVB in het nieuwe interinstitutionele akkoord over de begroting worden opgenomen;

6.

betreurt dat het door de tijdsdruk niet mogelijk is om aan de aanbeveling betreffende de kwijting aan de Raad de aandacht te geven die zij verdient en verzoekt de Commissie het volgende voorstel voor een wijziging van artikel 145, lid 1 van het Financieel Reglement in te dienen en de Raad om dit voorstel goed te keuren:

„Vóór 30 juni van het jaar n + 2 verleent het Europees Parlement op aanbeveling van de Raad, die bij gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluit, de Commissie kwijting voor de uitvoering van de begroting van het begrotingsjaar n.”


(1)  PB L 54 van 28.2.2003.

(2)  PB C 293 van 30.11.2004, blz. 1.

(3)  PB C 294 van 30.11.2004, blz. 99.

(4)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(5)  PB L 356 van 31.12.1977, blz. 1.

P6_TA(2005)0095

Kwijting 2003: Afdeling IV van de algemene begroting

 

1.

Besluit van het Europees Parlement over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003, Afdeling IV — Hof van Justitie (C6-0017/2005 — 2004/2043(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003 (1),

gezien de jaarrekening en de financiële balans van ontvangsten en uitgaven betreffende het begrotingsjaar 2003 (C6-0017/2005),

gezien het verslag van de Rekenkamer over het begrotingsjaar 2003 en de antwoorden van de instellingen (2),

gelet op de betrouwbaarheidsverklaring met betrekking tot de juistheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, die door de Europese Rekenkamer is verstrekt overeenkomstig artikel 248 van het EG-Verdrag (3),

gelet op de artikelen 272, lid 10, 275 en 276 van het EG-Verdrag,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), in het bijzonder de artikelen 50, 86, lid 4, 145, 146 en 147,

gelet op het Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (5),

gelet op artikel 71 van zijn Reglement en bijlage V hierbij,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A6-0066/2005),

1.

verleent kwijting aan de Griffier van het Hof van Justitie voor de uitvoering van de begroting voor het begrotingsjaar 2003;

2.

geeft zijn opmerkingen in de begeleidende resolutie;

3.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de begeleidende resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de regio's en de Ombudsman, en zorg te dragen voor de publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (L-serie).


(1)  PB L 54 van 28.2.2003.

(2)  PB C 293 van 30.11.2004, blz. 1.

(3)  PB C 294 van 30.11.2004, blz. 99.

(4)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(5)  PB L 356 van 31.12.1977, blz. 1.

2.

Resolutie van het Europees Parlement houdende opmerkingen ter begeleiding van het besluit inzake kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003, Afdeling IV — Hof van Justitie (C6-0017/2005 — 2004/2043(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003 (1),

gezien de jaarrekening en de financiële balans van ontvangsten en uitgaven betreffende het begrotingsjaar 2003 (C6-0017/2005),

gezien het verslag van de Rekenkamer over het begrotingsjaar 2003 en de antwoorden van de instellingen (2),

gelet op de betrouwbaarheidsverklaring met betrekking tot de juistheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, die door de Europese Rekenkamer is verstrekt overeenkomstig artikel 248 van het EG-Verdrag (3),

gelet op de artikelen 272, lid 10, 275 en 276 van het EG-Verdrag,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), in het bijzonder de artikelen 50, 86, lid 4, 145, 146 en 147,

gelet op het Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (5),

gelet op artikel 71 van zijn Reglement en bijlage V hierbij,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A6-0066/2005),

Jaarverslag van de Rekenkamer

1.

stelt vast dat het Hof van Justitie een begroting beheerde van 150 599 614 EUR, waarvan op 31 december 2003 99,34 % (149 598 960,09 EUR) was vastgelegd en 93,32 % (146 842 346,23 EUR) betaald;

2.

is tevreden dat de Rekenkamer de controleomgeving van alle instellingen voor het eerst afzonderlijk heeft geëvalueerd en de opmerkingen over de verschillende instellingen apart gepubliceerd;

3.

stelt vast dat aan een aantal van de belangrijkste vereisten van het Financieel Reglement (minimumnormen voor controle, handvesten voor de financiële actoren, reikwijdte van de opdracht van de intern controleur) in 2003 niet volledig is voldaan;

4.

erkent in deze samenhang dat het Hof van Justitie niettemin in januari 2003 zijn nieuwe interne financiële regels goedkeurde en verkoos gedetailleerde bepalingen en handvesten op te stellen, zodra enige ervaring met de werking van het nieuwe systeem zou zijn opgedaan; stelt vast dat de door de Rekenkamer vereiste documenten werden goedgekeurd in maart 2004;

5.

is bezorgd door de verklaring van het Hof van Justitie dat de instelling voor de uitvoering van de nieuwe bepalingen maar beschikte over een uiterst beperkt aantal mensen met een grondige kennis van financiële stelsels en achtergronden;

6.

is ook bezorgd doordat de intern controleur zijn werkprogramma in 2003 niet kon uitvoeren door een gebrek aan personeel; is tevreden met de bereidheid van het Hof van Justitie een exemplaar van het werkprogramma van de intern controleur voor 2004 toe te zenden; verzoekt het Hof van Justitie dit probleem van personeelstekort onverwijld en binnen de perken van de toegekende begrotingsmiddelen op te lossen; acht interne controlecapaciteit een natuurlijk en verplicht onderdeel van een gezonde administratie;

7.

stelt vast dat de verificatie- en controlefunctie in het Hof van Justitie als gevolg van de opmerkingen van de Rekenkamer zijn gescheiden;

8.

stelt vast dat het Hof van Justitie site-licenties voor het gebruik van software aankocht via de verkorte procedure, zonder voorafgaande publicatie van een mededeling, zodat het Hof geldende wetsbepalingen schond; neemt er nota van dat het Hof zijn misstap toegeeft;

Follow-up van de kwijtingsprocedure 2002

9.

blijft gealarmeerd over de toenemende achterstand van zaken in 2003, hoewel vroege indicatieve cijfers voor 2004 een lichte verbetering voor het Hof van Justitie tonen (6):

Hof van Justitie

2000

2001

2002

2003

2004

afgehandelde zaken

526

434

513

494

665

nieuwe zaken

503

504

477

561

531

lopende zaken

873

943

907

974

840

stelt vast dat het vooral ging om de volgende terreinen: milieu en consumenten, landbouw, harmonisatie van regelgeving, sociaal beleid en belastingen, en dat de behandeling van een zaak gemiddeld twee jaar duurde;


Gerecht van eerste aanleg

2000

2001

2002

2003

2004

afgehandelde zaken

344

340

331

339

361

nieuwe zaken

398

345

411

466

536

lopende zaken

786

792

872

999

1174

stelt vast dat het vooral ging om de volgende terreinen: verzoeken om annulatie, personeelszaken en intellectuele eigendom, en dat de behandeling van een zaak gemiddeld anderhalf jaar duurde;

is tevreden met de volgende verbeteringen:

kleinere kamers voor uitspraken,

minder conclusies van de advocaten-generaal,

oprichting van een Gerecht voor ambtenarenzaken (26 % van de zaken bij het Gerecht van eerste aanleg),

vereenvoudiging van de verslagen voor de hoorzitting die worden opgesteld door de rechters-rapporteurs;

verwacht dat het Hof van Justitie prestatiedoelstellingen bepaalt en actieplannen opstelt om deze te halen, opdat in de komende jaren de tijd die nodig is om hangende zaken af te handelen, wordt beperkt;

10.

zal hiervan een van de centrale punten van de kwijtingsprocedure 2004 maken;

11.

is tevreden met de maatregelen die het Hof van Justitie heeft genomen met betrekking tot het gebruik van dienstwagens door leden, uiteengezet in zijn administratief besluit van 31 maart 2004; erkent dat de nieuwe bepalingen transparant zijn en een verbetering van de situatie inhouden; stelt vast dat het Hof, om de administratieve last te verlichten, ook de kosten van 15 000 km op zich neemt, bovenop de verplaatsingen die zijn toegestaan via een dienstreisopdracht, en dat in het bestuurderslogboek wordt genoteerd dat de wagen voor beroepsdoeleinden is gebruikt;

12.

stelt vast dat in artikel 6 van het hierboven genoemde besluit wordt bepaald dat als een lid een dienstwagen gebruikt voor andere verplaatsingen dan degene die worden bedoeld in artikel 5 [namelijk verplaatsingen op basis van een dienstreisopdracht in het kader van de uitoefening van de functie of forfaitair 15 000 km per jaar], de hieruit voortvloeiende kosten (wegentol, brandstof en eventuele extra huurkosten als gevolg van de overschrijding van het in het kadercontract vastgestelde totaal van 45 000 km per jaar) ten laste komen van het lid; beschouwt het privé-gebruik van een dienstwagen als een verborgen voordeel in natura, hetgeen het ongepast acht;

Jaarlijks activiteitenverslag van de ordonnateur en jaarverslag van de intern controleur

13.

neemt nota van het antwoord van de griffier van het Hof van Justitie dat hij het verslag overeenkomstig artikel 86, lid 4 en het verslag van de intern controleur niet kan toezenden, doordat geen interncontroleverslag af is (7); zal daarom aan deze twee documenten bijzondere aandacht besteden in het kader van de kwijtingsprocedure 2004;

14.

stelt vast dat het jaarlijks activiteitenverslag 2003 van de ordonnateur pas in juli 2004 werd toegezonden en geen betrouwbaarheidsverklaring bevat; is van mening dat het jaarlijks activiteitenverslag klaar moet zijn voor de controle door de Rekenkamer en een ondertekende betrouwbaarheidsverklaring moet bevatten als visuele bevestiging van de financiële aansprakelijkheid;

Andere opmerkingen

15.

feliciteert het Hof van Justitie met het uitgebreide voorbereidende werk dat in 2003 is verricht met het oog op de uitbreiding, dat blijkt uit het verslag van de werkgroep; zal de genomen maatregelen beoordelen in zijn kwijtingsverslag 2004;

16.

verzoekt het Hof van Justitie de gevolgen van het nieuwe Financieel Reglement voor zijn administratief en gerechtelijk werk tijdig te beoordelen voor de herziening in 2005/2006 en deze aan het Europees Parlement bekend te maken, opdat dit ze kan bespreken;

17.

neemt er nota van dat het Hof van Justitie er tijdens de bespreking van 19 januari 2005 akkoord mee is gegaan tijdig schriftelijk antwoord te geven op een aantal bijkomende vragen, opdat met deze antwoorden rekening kan worden gehouden in de kwijtingsprocedure 2003.


(1)  PB L 54 van 28.2.2003.

(2)  PB C 293 van 30.11.2004, blz. 1.

(3)  PB C 294 van 30.11.2004, blz. 99.

(4)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(5)  PB L 356 van 31.12.1977, blz. 1.

(6)  Cijfers uit het jaarverslag 2003; de cijfers voor 2004 zijn voorlopig en werden door de diensten van het Hof van Justitie ter beschikking gesteld.

(7)  Antwoord op vraag 3.

P6_TA(2005)0096

Kwijting 2003: Afdeling V van de algemene begroting

 

1.

Besluit van het Europees Parlement over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003, Afdeling V — Rekenkamer (C6-0018/2005 — 2004/2044(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003 (1),

gezien de jaarrekening en de financiële balans van ontvangsten en uitgaven betreffende het begrotingsjaar 2003 (C6-0018/2005),

gezien het verslag van de Rekenkamer over het begrotingsjaar 2003 en de antwoorden van de instellingen (2),

gelet op de betrouwbaarheidsverklaring met betrekking tot de juistheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, die door de Europese Rekenkamer is verstrekt overeenkomstig artikel 248 van het EG-Verdrag (3),

gelet op de artikelen 272, lid 10, 275 en 276 van het EG-Verdrag,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), in het bijzonder de artikelen 50, 86, lid 4, 145, 146 en 147,

gelet op het Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (5),

gelet op artikel 71 van zijn Reglement en bijlage V hierbij,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A6-0066/2005),

1.

verleent de Rekenkamer kwijting voor de uitvoering van de begroting voor het begrotingsjaar 2003;

2.

geeft zijn opmerkingen in de begeleidende resolutie;

3.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de begeleidende resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de regio's en de Ombudsman, en zorg te dragen voor de publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (L-serie).


(1)  PB L 54 van 28.2.2003.

(2)  PB C 293 van 30.11.2004, blz. 1.

(3)  PB C 294 van 30.11.2004, blz. 99.

(4)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(5)  PB L 356 van 31.12.1977, blz. 1.

2.

Resolutie van het Europees Parlement houdende opmerkingen ter begeleiding van het besluit inzake kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003, Afdeling V — Rekenkamer (C6-0018/2005 — 2004/2044(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003 (1),

gezien de jaarrekening en de financiële balans van ontvangsten en uitgaven betreffende het begrotingsjaar 2003 (C6-0018/2005),

gezien het verslag van de Rekenkamer over het begrotingsjaar 2003 en de antwoorden van de instellingen (2),

gelet op de betrouwbaarheidsverklaring met betrekking tot de juistheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, die door de Europese Rekenkamer is verstrekt overeenkomstig artikel 248 van het EG-Verdrag (3),

gelet op de artikelen 272, lid 10, 275 en 276 van het EG-Verdrag,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), artikelen 50, 86, lid 4, 145, 146 en 147,

gelet op het Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (5),

gelet op artikel 71 van zijn Reglement en bijlage V hierbij,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A6-0066/2005),

Jaarverslag van de Rekenkamer

1.

stelt vast dat de Rekenkamer een begroting beheerde van 77 076 689 EUR, waarvan op 31 december 2003 96,83 % (74 634 579,94 EUR) was vastgelegd en 89,58 % (69 045 709,53 EUR) betaald;

2.

2 is tevreden dat de Rekenkamer de controleomgeving van alle instellingen voor het eerst afzonderlijk heeft geëvalueerd en de opmerkingen over de verschillende instellingen apart gepubliceerd;

3.

stelt vast dat de Rekenkamer handvesten heeft opgesteld waarin gedetailleerd de taken, rechten en plichten van de financiële actoren staan beschreven, en dat in december 2003 minimumnormen voor controle werden goedgekeurd;

4.

neemt nota van de bevindingen als resultaat van de externe controle van de Rekenkamer door KPMG, waarin wordt gesteld dat de boekhoudkundige gegevens en de financiële memoranda naar de mening van de controleurs een juist en correct beeld geven, overeenkomstig het Financieel Reglement, de uitvoeringsregels, de algemeen aanvaarde boekhoudkundige principes en de interne regels van de Rekenkamer, van de activa en de financiële toestand van de Rekenkamer op 31 december 2003 en van het economische resultaat en de inkomsten en uitgaven van het op dat ogenblik aflopende begrotingsjaar;

5.

verzoekt om een exemplaar van het evaluatieverslag over het gebouwenbeleid van de Rekenkamer, zodra dit af is;

Follow-up van de kwijtingsprocedure 2002

6.

herinnert eraan dat het kwijtingsverslag 2002 ook opmerkingen bevatte over de betrouwbaarheidsverklaring en het controlesysteem; wijst erop dat op het gevolg dat aan deze opmerkingen is gegeven, zal worden behandeld in het kwijtingsverslag 2003 voor de Commissie;

7.

wijst erop dat het onderzoek bij Eurostat door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) op dit ogenblik nog niet is beëindigd; dringt erop aan dat de Rekenkamer een grondige controle plant van de bestaande controle- en toezichtssystemen, zodra het OLAF-onderzoek is voltooid;

8.

herhaalt de aanbevelingen in de paragrafen 21 en 22 van zijn besluit van 21 april 2004 betreffende de kwijting 2002 (6) dat aansluitend op de uitbreiding van de Rekenkamer elk van de 25 leden ervan de controleverantwoordelijkheid voor op zijn minst één directoraat-generaal van de Commissie op zich neemt, om verkeerde ontwikkelingen als bij Eurostat vroeg vast te stellen en te voorkomen;

9.

is tevreden met het feit dat de Rekenkamer overeenkomstig het werkprogramma voor 2005 een controle zal uitvoeren van het Europese systeem van boekhoudkundige inventarissen, de BNI-cijfers en de kwaliteit hiervan;

10.

is tevreden dat de Rekenkamer het nieuwe statuut van de leden van het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft onderzocht, stelt vast dat de bepalingen in dit statuut zelf geen rechtstreekse financiële gevolgen hebben; heeft er vertrouwen in dat de Rekenkamer aan deze kwestie aandacht zal besteden in het kader van de controle over 2004;

11.

stelt vast dat het Europees Economisch en Sociaal Comité details en procedures met betrekking tot de inventaris goedkeurde in oktober 2003; verzoekt de Rekenkamer bijgevolg de inventaris aan een controle te onderwerpen bij de voorbereiding van het jaarverslag 2004;

12.

is tevreden dat de Rekenkamer zijn besluiten van 16 december 2004 over de regeling betreffende samenwerking met het Europees Bureau voor fraudebestrijding (met betrekking tot leden, personeel en toegang tot controle-informatie) aan het Parlement heeft toegezonden; betreurt dat deze besluiten rijkelijk laat werden genomen;

13.

is tevreden met de maatregelen die de Rekenkamer heeft genomen met betrekking tot het gebruik van dienstwagens door leden, uiteengezet in zijn administratief besluit van 15 juni 2004; erkent dat de nieuwe bepalingen transparant zijn en een verbetering van de situatie inhouden; stelt vast dat de Rekenkamer, om de administratieve last te verlichten, ook de kosten van 15 000 km op zich neemt, bovenop de verplaatsingen die zijn toegestaan via een dienstreisopdracht, en dat in het bestuurderslogboek wordt genoteerd dat de wagen voor beroepsdoeleinden is gebruikt;

14.

stelt vast dat in artikel 5 van het hierboven genoemde besluit wordt bepaald dat als een lid of de secretaris-generaal een dienstwagen gebruikt voor andere verplaatsingen dan degene die worden bedoeld in artikel 4 [namelijk verplaatsingen op basis van een dienstreisopdracht in het kader van de uitoefening van de functie of forfaitair 15 000 km per jaar], de hieruit voortvloeiende kosten (wegentol, brandstof en eventuele extra huurkosten als gevolg van de overschrijding van het in het kadercontract vastgestelde totaal van 45 000 km per jaar) ten laste komen van deze persoon; beschouwt het privé-gebruik van een dienstwagen als een verborgen voordeel in natura, hetgeen het ongepast acht;

Jaarlijks activiteitenverslag van de ordonnateur en jaarverslag van de intern controleur

15.

erkent dat de Rekenkamer een verslag van een bladzijde (overeenkomstig artikel 86, lid 4 van het Financieel Reglement) aan de Commissie begrotingscontrole heeft toegezonden; verwacht dat dit verslag een duidelijk beeld geeft van de bestaande controleomgeving en van de verbeteringen die het komende jaar moeten worden ingevoerd;

16.

verzoekt dat het jaarverslag van de ordonnateur een ondertekende betrouwbaarheidsverklaring bevat;

17.

wenst een exemplaar te ontvangen van het jaarverslag van de intern controleur; weet dat de Rekenkamer dit beschouwt als een intern document; wijst er evenwel op dat het verslag van de intern controleur de kwijtingsautoriteit gewoonlijk in staat stelt een duidelijk beeld te krijgen van de controleomgeving en de verbeteringen die zijn gepland voor het volgende jaar; benadrukt dat de meeste andere instellingen er vertrouwen in hebben dat de Commissie begrotingscontrole verantwoordelijk met dit document omspringt;

18.

stelt vast dat de Rekenkamer ter ondersteuning van de controles een geïnformatiseerd systeem heeft ingevoerd ter vergemakkelijking en verbetering van de planning en standaardisering van het controleproces, de kwaliteitscontrole in alle fasen van dit proces, de documentatie, de presentatie van de resultaten en de opstelling van de verslagen, werk op afgelegen plaatsen en de terbeschikkingstelling van beheersinformatie;

19.

stelt vast dat in 2003 maar 50 % van het geld voor de uitwisseling van ambtenaren en deskundigen is gebruikt, omdat de financiële bepalingen die hierop van toepassing zijn, werden gewijzigd; is bijgevolg van mening dat 2003 als overgangsjaar mag worden beschouwd;

20.

is van mening dat het nodig kan zijn na te gaan of de bestaande structuur en werking van de topzware Rekenkamer moeten worden herzien; herinnert eraan dat de Rekenkamer op dit ogenblik 736 medewerkers heeft, waarvan 325 professioneel controleurs (A- en B-graden), met 275 personen (A- en B-graden) werkzaam in de controleteams en 50 (A-graden) in de kabinetten van de leden;

21.

is tevreden dat de Rekenkamer het verslag van september 2003 over zijn gebouwenbeleid aan de Commissie begrotingscontrole heeft toegezonden; wenst in het kader van de kwijtingsprocedure 2004 over de vooruitgang die wordt geboekt, te worden geïnformeerd;

Andere opmerkingen

22.

feliciteert de Rekenkamer met het netwerk dat werd uitgebouwd met controle-instellingen in de lidstaten en kandidaat-landen (als voorbereiding van de uitbreiding); verzoekt de Rekenkamer tijdig voor de kwijtingsprocedure 2004 bij de bevoegde commissie van het Parlement verslag uit te brengen over de vooruitgang die is geboekt

met de instelling van een beter systeem voor de verdeling van de lasten tussen de Rekenkamer en de nationale controle-instellingen, vooral wat de toegang tot nationale controledossiers betreft en

met de stroomlijning van de controlebenaderingen, vooral wat de nationale betrouwbaarheidsverklaringen en controlesystemen betreft, met het oog op meer compatibiliteit; en

met de verbetering van de controle-efficiëntie, door een grondige evaluatie van de kwantiteit en kwaliteit van de geplande controles;

23.

is tevreden met de bereidheid van de Rekenkamer om de schriftelijke antwoorden op de vragen tijdig te verstrekken voor de kwijting 2003;

24.

verzoekt de Rekenkamer om vooraf, indien nodig vertrouwelijk, een exemplaar van het jaarverslag aan de voorzitter van de Commissie begrotingscontrole en de rapporteur voor de kwijting aan de Commissie toe te zenden; wenst bovendien in een vroeg stadium te weten welke speciale verslagen te verwachten zijn in de loop van het jaar, opdat er de gepaste aandacht aan kan worden gegeven;

25.

verzoekt de Rekenkamer de gevolgen van het nieuwe Financieel Reglement voor zijn administratief werk tijdig te beoordelen voor de herziening in 2005/2006;

26.

verzoekt de Rekenkamer in zijn jaarlijkse activiteitenverslag informatie op te nemen over de mate waarin zij productiedoelstellingen haalt, de kosten per eenheid, terreinen met significante ontwikkelingen en andere relevante elementen in verband met de prestaties van de instelling; merkt op dat dit prestatierapport ook een uitstekende manier zou zijn om informatie te publiceren over de modernisering van de betrouwbaarheidsverklaring en andere ontwikkelingen in de controleaanpak van de Rekenkamer.


(1)  PB L 54 van 28.2.2003.

(2)  PB C 293 van 30.11.2004, blz. 1.

(3)  PB C 294 van 30.11.2004, blz. 99.

(4)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(5)  PB L 356 van 31.12.1977, blz. 1.

(6)  PB L 330 van 4.11.2004, blz. 144.

P6_TA(2005)0097

Kwijting 2003: Afdeling VI van de algemene begroting

 

1.

Besluit van het Europees Parlement over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003, Afdeling VI — Europees Economisch en Sociaal Comité (C6-0019/2005 — 2004/2045(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003 (1),

gezien de jaarrekening en de financiële balans van ontvangsten en uitgaven betreffende het begrotingsjaar 2003 (C6-0019/2005),

gezien het verslag van de Rekenkamer over het begrotingsjaar 2003 en de antwoorden van de instellingen (2),

gelet op de betrouwbaarheidsverklaring met betrekking tot de juistheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, die door de Europese Rekenkamer is verstrekt overeenkomstig artikel 248 van het EG-Verdrag (3),

gelet op de artikelen 272, lid 10, 275 en 276 van het EG-Verdrag,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), artikelen 50, 86, lid 4, 145, 146 en 147,

gelet op het Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (5),

gelet op artikel 71 van zijn Reglement en bijlage V hierbij,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A6-0066/2005),

1.

verleent kwijting aan de secretaris-generaal van het Europees Economisch en Sociaal Comité voor de uitvoering van de begroting voor het begrotingsjaar 2003;

2.

geeft zijn opmerkingen in de begeleidende resolutie;

3.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de begeleidende resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de regio's en de Ombudsman, en zorg te dragen voor de publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (L-serie).


(1)  PB L 54 van 28.2.2003.

(2)  PB C 293 van 30.11.2004, blz. 1.

(3)  PB C 294 van 30.11.2004, blz. 99.

(4)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(5)  PB L 356 van 31.12.1977, blz. 1.

2.

Resolutie van het Europees Parlement houdende opmerkingen ter begeleiding van het besluit inzake kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003, Afdeling VI — Europees Economisch en Sociaal Comité (C6-0019/2005 — 2004/2045(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003 (1),

gezien de jaarrekening en de financiële balans van ontvangsten en uitgaven betreffende het begrotingsjaar 2003 (C6-0019/2005),

gezien het verslag van de Rekenkamer over het begrotingsjaar 2003 en de antwoorden van de instellingen (2),

gelet op de betrouwbaarheidsverklaring met betrekking tot de juistheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, die door de Europese Rekenkamer is verstrekt overeenkomstig artikel 248 van het EG-Verdrag (3),

gelet op de artikelen 272, lid 10, 275 en 276 van het EG-Verdrag,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), artikelen 50, 86, lid 4, 145, 146 en 147,

gelet op het Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (5),

gelet op artikel 71 van zijn Reglement en bijlage V hierbij,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A6-0066/2005),

Jaarverslag van de Rekenkamer

1.

stelt vast dat het Europees Economisch en Sociaal Comité een begroting beheerde van 81 166 960 EUR, waarvan op 31 december 2003 98,12 % (79 642 494 EUR) was vastgelegd en 92,77 % (73 889 949,11 EUR) betaald;

2.

is tevreden dat de Rekenkamer de controleomgeving van alle instellingen voor het eerst afzonderlijk heeft geëvalueerd en de opmerkingen over de verschillende instellingen apart gepubliceerd;

3.

stelt vast dat een aantal bepalingen die ervoor moeten zorgen dat de toezichts- en controleomgeving naar behoren kan functioneren, niet vóór 2004 werden ingevoerd;

4.

neemt nota van de verklaring van het Europees Economisch en Sociaal Comité dat prioriteit moest worden gegeven aan de instelling van de basiscomponenten van het regelgevingskader (bijvoorbeeld de interne financiële regels van het Europees Economisch en Sociaal Comité) en de aanstelling van de financiële actoren; stelt vast dat de interne financiële regels op 8 januari 2003 werden goedgekeurd;

5.

stelt vast dat in 2003 aan diverse vereisten van het Financieel Reglement op het gebied van aankopen niet werd voldaan; verzoekt de Rekenkamer de aangekondigde verbeteringen in zijn verslag over 2004 te controleren;

6.

is tevreden met de invoering begin 2004 van een nieuw systeem voor het personeelsbeheer en de loonlijst;

7.

is tevreden dat het Europees Economisch en Sociaal Comité begin 2004 het systeem van beheer van gelden ter goede rekening voor de betaling van de vergoedingen van de leden heeft afgeschaft, al is dit laat;

8.

herinnert het Europees Economisch en Sociaal Comité eraan dat het in de kwijtingsprocedure van vorig jaar publiekelijk verzekerde dat „bij de afrekening van de reiskostenvergoedingen geen onregelmatigheden meer zijn opgetreden” (6); bekritiseert het Europees Economisch en Sociaal Comité bijgevolg om het feit dat de Rekenkamer er bewijs van heeft gevonden dat aan leden vergoede reiskosten in drie gevallen het dubbele bedroegen van het bedrag waarin de regels van het Comité voorzien; stelt vast dat het Europees Economisch en Sociaal Comité intussen de regels voor de vergoeding van reiskosten heeft verduidelijkt; verzoekt de Rekenkamer in zijn controleverslag over 2004 te onderzoeken wat als gevolg van zijn bevindingen is ondernomen;

9.

stelt vast dat het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) een onderzoek heeft voltooid naar beschuldigingen dat het reiskostenvergoedingssysteem van het Comité mogelijk door een lid is misbruikt; stelt vast dat OLAF bewijs heeft gevonden van dubbele terugbetalingen en daarom zijn vaststellingen heeft toegezonden aan de Belgische openbaar aanklager; stelt vast dat het Europees Economisch en Sociaal Comité gedurende het onderzoek zijn volledige medewerking aan OLAF verleende; stelt vast dat OLAF geen opmerkingen over het financiële beheersysteem van het Europees Economisch en Sociaal Comité had;

Follow-up van de kwijtingsprocedure 2002

10.

neemt met betrekking tot het Belliard-gebouw nota van het feit dat overeenkomstig een verslag van de intern controleur geen frauduleuze daden aan het licht kwamen en dat in dit verslag de waarde van het bouwproject voor de Comités wordt erkend, alsmede de juistheid van de prijs waartegen het gebouw werd aangekocht (7); merkt op dat bij de controle niettemin een aantal tekortkomingen werden vastgesteld in het beheer van specifieke werkzaamheden;

11.

is tevreden met de bereidheid van het Europees Economisch en Sociaal Comité verslag uit te brengen over het gevolg dat aan de aanbevelingen van de intern controleur is gegeven; neemt er nota van dat het Comité bovendien aan de bevoegde commissie van het Parlement het negende voortgangsverslag over het Belliard-gebouw zal toezenden;

Jaarlijks activiteitenverslag van de ordonnateur en jaarverslag van de intern controleur

12.

is tevreden dat het Europees Economisch en Sociaal Comité het jaarverslag van de ordonnateur, vergezeld van een ondertekende betrouwbaarheidsverklaring, heeft toegezonden;

13.

is tevreden dat Europees Economisch en Sociaal Comité een samenvatting van het jaarverslag van de intern controleur aan de Commissie begrotingscontrole heeft toegezonden; stelt in verband hiermee vast dat de intern controleur

een controlelijst voor de uitvoering van de bepalingen van het Financieel Reglement heeft opgesteld;

aanbeveelt dat op de naleving van de procedure voor de aanstelling van de financiële actoren wordt toegezien;

de opstelling van trimestriële uitgavenplannen aanbeveelt;

de opstelling van volledige financiële en contractdossiers aanbeveelt;

de publicatie op het intranet van het volledige financiële en juridische kader aanbeveelt, om het financieel beheer te vereenvoudigen;

specifieke aanbevelingen voor sectoren met aan de begroting gerelateerde activiteiten doet, inclusief actieplannen voor 2004;

14.

zal in zijn kwijtingsverslag 2004 nagaan wat als gevolg van deze aanbevelingen is ondernomen;

Andere opmerkingen

15.

verzoekt het Europees Economisch en Sociaal Comité zijn publieke profiel als orgaan dat de civiele maatschappij vertegenwoordigt, voort te verduidelijken; verzoekt het Comité een beroep te doen op toetsing aan referenties (benchmarking), om meetbare vooruitgang te kunnen boeken;

16.

feliciteert het Europees Economisch en Sociaal Comité met het aanzienlijke voorbereidende werk dat in 2003 is ondernomen met het oog op de uitbreiding; zal in zijn kwijtingsverslag 2004 nagaan wat als vervolg van de genomen maatregelen is ondernomen;

17.

verzoekt het Europees Economisch en Sociaal Comité de gevolgen van het nieuwe Financieel Reglement voor zijn administratief en politiek werk tijdig te beoordelen voor de herziening in 2005/2006 en zijn bevindingen aan het Europees Parlement toe te zenden.


(1)  PB L 54 van 28.2.2003.

(2)  PB C 293 van 30.11.2004, blz. 1.

(3)  PB C 294 van 30.11.2004, blz. 99.

(4)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(5)  PB L 356 van 31.12.1977, blz. 1.

(6)  Aangenomen teksten van 21.4.2004, P5_TA(2004)0342.

(7)  Antwoord op schriftelijke vraag nr. 3.

P6_TA(2005)0098

Kwijting 2003: Afdeling VII van de algemene begroting

 

1.

Besluit van het Europees Parlement over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003, Afdeling VII — Comité van de regio's (C6-0020/2005 — 2004/2046(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003 (1),

gezien de jaarrekening en de financiële balans van ontvangsten en uitgaven betreffende het begrotingsjaar 2003 (C6-0020/2005),

gezien het verslag van de Rekenkamer over het begrotingsjaar 2003 en de antwoorden van de instellingen (2),

gelet op de betrouwbaarheidsverklaring met betrekking tot de juistheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, die door de Europese Rekenkamer is verstrekt overeenkomstig artikel 248 van het EG-Verdrag (3),

gelet op de artikelen 272, lid 10, 275 en 276 van het EG-Verdrag,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), in het bijzonder de artikelen 50, 86, lid 4, 145, 146 en 147,

gelet op het Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (5),

gelet op artikel 71 van zijn Reglement en bijlage V hierbij,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A6-0066/2005),

1.

verleent kwijting aan de secretaris-generaal van het Comité van de regio's voor de uitvoering van de begroting voor het begrotingsjaar 2003;

2.

geeft zijn opmerkingen in de begeleidende resolutie;

3.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de begeleidende resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de regio's en de Ombudsman, en zorg te dragen voor de publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (L-serie).


(1)  PB L 54 van 28.2.2003.

(2)  PB C 293 van 30.11.2004, blz. 1.

(3)  PB C 294 van 30.11.2004, blz. 99.

(4)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(5)  PB L 356 van 31.12.1977, blz. 1.

2.

Resolutie van het Europees Parlement houdende opmerkingen ter begeleiding van het besluit inzake kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003, Afdeling VII — Comité van de regio's (C6-0020/2005 — 2004/2046(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003 (1),

gezien de jaarrekening en de financiële balans van ontvangsten en uitgaven betreffende het begrotingsjaar 2003 (C6-0020/2005),

gezien het verslag van de Rekenkamer over het begrotingsjaar 2003 en de antwoorden van de instellingen (2),

gelet op de betrouwbaarheidsverklaring met betrekking tot de juistheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, die door de Europese Rekenkamer is verstrekt overeenkomstig artikel 248 van het EG-Verdrag (3),

gelet op de artikelen 272, lid 10, 275 en 276 van het EG-Verdrag,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), in het bijzonder de artikelen 50, 86, lid 4, 145, 146 en 147,

gelet op het Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (5),

gelet op artikel 71 van zijn Reglement en bijlage V hierbij,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A6-0066/2005),

Jaarverslag van de Rekenkamer

1.

stelt vast dat het Comité van de regio's een begroting beheerde van 38 999 436 EUR, waarvan op 31 december 2003 97,29 % (37 942 172,12 EUR) was vastgelegd en 86,58 % (32 851 597 EUR) betaald;

2.

is tevreden dat de Rekenkamer de controleomgeving van alle instellingen voor het eerst afzonderlijk heeft geëvalueerd en de opmerkingen over de verschillende instellingen apart gepubliceerd;

3.

stelt vast dat het Comité van de regio's een aantal regels betreffende het toezichtssysteem en de controles niet naleefde:

er werd geen handvest voor de boekhouders goedgekeurd;

er werden geen minimumnormen voor controle goedgekeurd;

er werd geen risicoanalyse uitgevoerd met het oog op de invoering van de meest geschikte controleprocedures;

de follow-up van het recht van ambtenaren en andere personeelleden op de diverse toeslagen en vergoedingen waarin het Statuut voorziet, was inadequaat;

stelt evenwel vast dat de interne financiële regels van het Comité op 29 januari 2003 werden goedgekeurd en het handvest voor de boekhouders in mei 2004;

4.

erkent dat enige vertraging bij de uitvoering van het Financieel Reglement kan worden verklaard doordat de financiële dienst van het Comité van de regio's het Europees Bureau voor fraudebestrijding in 2003 assisteerde bij een intern onderzoek;

5.

wijst erop dat het Comité van de regio's pas met het Verdrag van Amsterdam in 2000 financiële en budgettaire autonomie verwierf;

6.

erkent dat het Comité van de regio's in 2003 een aantal controlenormen vaststelde; stelt evenwel vast dat een gedetailleerd document met een systeem van minimumnormen voor controle nog steeds niet bestaat; verzoekt om een exemplaar van dit document, zodra het is goedgekeurd;

7.

verzoekt het Comité van de regio's de rechten van de ambtenaren stelselmatig te controleren;

8.

stelt vast dat het Comité van de regio's toegekende contracten op zijn website heeft gepubliceerd;

Follow-up van de kwijtingsprocedure 2002

9.

herinnert aan de opmerking in de kwijting 2001 dat er concreet bewijs was van „stelselmatige incompetentie en veronachtzaming van de belangrijkste regels voor aanbestedingsprocedures en financieel beheer, met inbegrip van elementen van fraude en valse offertes” (6);

10.

stelt vast dat de nieuwe secretaris-generaal aansluitend op de resultaten van een OLAF-onderzoek een administratief onderzoek liet uitvoeren, zonder dat de resultaten hiervan tijdig voor de kwijting 2002 aan de Commissie begrotingscontrole werden meegedeeld; dat de secretaris-generaal in zijn rapport concludeerde dat het onderzoek individuele tekortkomingen en een gebrek aan professionalisme aan het licht heeft gebracht, alsmede administratieve tekortkomingen, maar dat geen van de individuele tekortkomingen als ernstig genoeg kon worden beschouwd om een tuchtprocedure tegen de betrokken ambtenaren op te starten (7); stelt vast dat geen van de ambtenaren waarop het administratief onderzoek betrekking had, sinds de voltooiing van het rapport werd bevorderd;

11.

stelt vast dat de voormalige secretaris-generaal aanvankelijk onbetaald verlof kreeg en vervolgens vervroegd pensioen, met ingang van september 2004, tegen de uitdrukkelijke wens van het Europees Parlement;

12.

benadrukt nogmaals dat het zijn steun verleent aan de intern controleur, die de aandacht van de Commissie begrotingscontrole op onregelmatigheden in het Comité van de regio's heeft gevestigd, en dat het vertrouwen heeft in diens persoonlijke en professionele integriteit; is tevreden dat het Comité van de regio's het met deze zienswijze eens is, zoals blijkt uit een brief van 26 november 2003 van de Voorzitter van het Comité aan de intern controleur, waarin de Voorzitter zich tevreden verklaart met het feit dat de waarnemend secretaris-generaal heeft verzekerd in principe bereid te zijn de intern controleur te steunen, opdat deze zijn controletaak op professionele en adequate wijze kan uitvoeren, met de volledige steun en medewerking van zowel de leden als het personeel van het Comité; merkt op dat de Secretaris-generaal van het Comité van de regio's bovendien in een schriftelijke mededeling aan de rapporteur meldde dat de intern controleur een positieve rol heeft gespeeld, door op een aantal tekortkomingen in de administratie van het Comité te wijzen, en dat dit het begin was van het proces van administratieve hervorming dat het Comité in de laatste maanden van 2003 opstartte, om de vastgestelde tekortkomingen, met name op het gebied van financieel beheer, op te lossen;

13.

erkent dat het Comité van de regio's onder de leiding van de nieuwe secretaris-generaal immense inspanningen heeft geleverd om zijn administratie op snelheid te brengen, door een administratieve hervorming op te starten, en dat het Parlement regelmatig over de geboekte vooruitgang op de hoogte wordt gehouden; neemt met tevredenheid nota van de stappen die tot dusver zijn ondernomen;

Jaarlijks activiteitenverslag van de ordonnateur en jaarverslag van de intern controleur

14.

wijst erop dat het Comité van de regio's 117 693 EUR heeft uitgegeven voor 5 externe studies, is tevreden met de bijkomende informatie over het nut dat de studies voor de activiteiten van het Comité hebben;

15.

stelt vast dat het noch het verslag van het Comité van de regio's overeenkomstig artikel 86, lid 4 van het Financieel Reglement, noch het jaarverslag van de intern controleur heeft ontvangen; stelt vast dat de post van intern controleur in de tweede helft van 2004 niet was bezet en uiteindelijk tweemaal als vacature werd gepubliceerd; verzoekt over het resultaat van de aanwervingsprocedure te worden geïnformeerd;

Andere opmerkingen

16.

is tevreden dat het Comité van de regio's de impact van zijn politiek werk regelmatig evalueert; verzoekt de jaarlijkse impactrapporten ook in het kader van de kwijtingsprocedure te mogen ontvangen;

17.

blijft bezorgd over het systeem van politieke controle in het Comité van de regio's; verzoekt het Comité

de mogelijkheid te onderzoeken formeel een Conferentie van voorzitters (fractievoorzitters) op te richten als politiek stuurcomité,

de efficiëntie te evalueren van het Bureau (dat meer dan 50 leden telt),

voort te werken aan meer efficiëntie in de Commissie financiële en administratieve zaken, waarbij het vaststelt dat het gestroomlijnde formaat een significante verbetering inhoudt ten opzichte van het oorspronkelijke formaat, en op tijd voor de kwijtingsprocedure 2004 bij de bevoegde commissie van het Parlement verslag uit te brengen;

18.

feliciteert het Comité van de regio's met het aanzienlijke voorbereidende werk dat in 2003 is ondernomen met het oog op de uitbreiding; zal in zijn kwijtingsverslag 2004 nagaan wat als vervolg van de genomen maatregelen is ondernomen;

19.

verzoekt het Comité van de regio's de gevolgen van het nieuwe Financieel Reglement voor zijn administratief en politiek werk tijdig te beoordelen voor de herziening in 2005/2006 en over zijn bevindingen bij het Europees Parlement verslag uit te brengen.


(1)  PB L 54 van 28.2.2003.

(2)  PB C 293 van 30.11.2004, blz. 1.

(3)  PB C 294 van 30.11.2004, blz. 99.

(4)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(5)  PB L 356 van 31.12.1977, blz. 1.

(6)  PB L 57 van 25.2.2004, blz. 8.

(7)  Brief van de Voorzitter van het Comité van de regio's aan de voorzitter en rapporteur van de Commissie begrotingscontrole d.d. 6 mei 2004.

P6_TA(2005)0099

Kwijting 2003: Afdeling VIII van de algemene begroting

 

1.

Besluit van het Europees Parlement over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003, Afdeling VIII, Ombudsman (C6-0021/2005 — 2004/2047(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003 (1),

gezien de jaarrekening en de financiële balans van ontvangsten en uitgaven betreffende het begrotingsjaar 2003 (C6-0021/2005),

gezien het verslag van de Rekenkamer over het begrotingsjaar 2003 en de antwoorden van de instellingen (2),

gelet op de betrouwbaarheidsverklaring met betrekking tot de juistheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, die door de Europese Rekenkamer is verstrekt overeenkomstig artikel 248 van het EG-Verdrag (3),

gelet op de artikelen 272, lid 10, 275 en 276 van het EG-Verdrag,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), in het bijzonder de artikelen 50, 86, lid 4, 145, 146 en 147,

gelet op het Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (5),

gelet op artikel 71 van zijn Reglement en bijlage V hierbij,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A6-0066/2005),

1.

verleent kwijting aan de Ombudsman voor de uitvoering van de begroting voor het begrotingsjaar 2003;

2.

geeft zijn opmerkingen in de begeleidende resolutie;

3.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de begeleidende resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de regio's en de Ombudsman, en zorg te dragen voor de publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (L-serie).


(1)  PB L 54 van 28.2.2003.

(2)  PB C 293 van 30.11.2004, blz. 1.

(3)  PB C 294 van 30.11.2004, blz. 99.

(4)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(5)  PB L 356 van 31.12.1977, blz. 1.

2.

Resolutie van het Europees Parlement houdende opmerkingen ter begeleiding van het besluit inzake kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003, Afdeling VIII — Ombudsman (C6-0021/2005 — 2004/2047(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003 (1),

gezien de jaarrekening en de financiële balans van ontvangsten en uitgaven betreffende het begrotingsjaar 2003 (C6-0021/2005),

gezien het verslag van de Rekenkamer over het begrotingsjaar 2003 en de antwoorden van de instellingen (2),

gelet op de betrouwbaarheidsverklaring met betrekking tot de juistheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, die door de Europese Rekenkamer is verstrekt overeenkomstig artikel 248 van het EG-Verdrag (3),

gelet op de artikelen 272, lid 10, 275 en 276 van het EG-Verdrag,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), in het bijzonder de artikelen 50, 86, lid 4, 145, 146 en 147,

gelet op het Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (5),

gelet op artikel 71 van zijn Reglement en bijlage V hierbij,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A6-0066/2005),

Jaarverslag van de Rekenkamer

1.

stelt vast dat de Ombudsman een begroting beheerde van 4 438 653,00 EUR, waarvan 91,29 % (4 052 488 EUR) was vastgelegd en 87,65 % (3 551 999,59 EUR) betaald;

2.

neemt nota van de verklaring van de Ombudsman dat het lagere peil van de begrotingsuitvoering in 2003 het gevolg is van de overgangsperiode na de pensionering van de vorige en de verkiezing van de nieuwe Ombudsman;

3.

stelt vast dat de Rekenkamer geen opmerkingen over de begrotingsuitvoering formuleerde; vraagt bijgevolg hoe de Rekenkamer van plan is de begrotingsuitvoering van de Ombudsman in de toekomst te evalueren;

4.

stelt evenwel vast dat het Europees Parlement op basis van het jaarverslag van de Ombudsman een positief advies over diens activiteiten uitbracht (6); neemt nota van het feit dat 75 % van de ontvangen klachten buiten het bevoegdheidsterrein van de Ombudsman vielen en dat de Ombudsman maar 363 onderzoeken uitvoerde op een totaal van 2611 zaken;

Follow-up van de kwijtingsprocedure 2002

5.

is tevreden met de gedetailleerde informatie die de Ombudsman in zijn brief van 13 december 2004 aan de Commissie begrotingscontrole meedeelde;

6.

stelt vast dat hierin de documenten zijn begrepen betreffende het kaderakkoord tussen het Europees Parlement en de Ombudsman over administratieve en financiële assistentie; stelt voorts vast dat het Parlement de taak van financiële initiatie met betrekking tot titel I, in verband met personeel, verricht;

7.

herinnert eraan dat de Ombudsman een goedkope manier zocht om regelmatig naar de luchthavens van Frankfurt en Zürich te reizen; stelt vast dat het Europees Parlement en de Ombudsman zijn overeengekomen dat het Parlement een bijkomende dienstwagen zal leasen en aan de Ombudsman ter beschikking stellen, tegen de betaling van een maandelijkse vergoeding; wenst over de uiteindelijke oplossing te worden geïnformeerd;

Jaarlijks activiteitenverslag van de ordonnateur en jaarverslag van de intern controleur

8.

is tevreden dat de Ombudsman bereidwillig de jaarverslagen van de ordonnateur en de intern controleur, inclusief een betrouwbaarheidsverklaring, heeft toegezonden;

9.

stelt vast dat het kabinet van de Ombudsman software voor een dossierbeheerssysteem heeft ontwikkeld op basis van een systeem dat wordt gebruikt door een Belgische ombudsman;

10.

stelt vast dat de diensten van de Ombudsman door de uitvoering van het Financieel Reglement enorm onder druk zijn gekomen; feliciteert de Ombudsman met de vlotte uitvoering van de bepalingen van het Financieel Reglement en verzoekt de Ombudsman het Europees Parlement een lijst voor te leggen met de problemen die zich met de uitvoering van het Financieel Reglement voordoen;

11.

vraagt de Ombudsman tijdig voor de kwijtingsprocedures 2004 verslag uit te brengen over de vooruitgang die met de opleiding van de financiële actoren via bijscholingscursussen is geboekt;

12.

is tevreden met de duidelijke structuur van jaarverslag nr. 4/2002 van de intern controleur, waarin wordt gesteld dat er volgens de eerste bevindingen geen gebieden met een ernstig risico voor de begrotingsuitvoering van de Ombudsman zijn (7); stelt voorts vast dat actieplannen zijn opgesteld, om de controleomgeving voort te verstrengen


(1)  PB L 54 van 28.2.2003.

(2)  PB C 293 van 30.11.2004, blz. 1.

(3)  PB C 294 van 30.11.2004, blz. 99.

(4)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(5)  PB L 356 van 31.12.1977, blz. 1.

(6)  Aangenomen teksten van 18.11.2004, P6_TA(2004)0065.

(7)  Verslag nr. 4/2002 van de intern controleur, blz. 5.

P6_TA(2005)0100

Kwijting 2003: Europees Bureau voor wederopbouw

 

1.

Besluit van het Europees Parlement over het verlenen van kwijting aan de directeur van het Europees Bureau voor wederopbouw voor de uitvoering van de begroting van het Bureau voor het begrotingsjaar 2003 (N6-0216/2004 — C6-0235/2004 — 2004/2051(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Bureau voor wederopbouw voor het begrotingsjaar 2003, vergezeld van de antwoorden van het Bureau (1),

gezien de aanbeveling van de Raad van 8 maart 2005 (6864/2005 — C6-0076/2005),

gelet op het EG-Verdrag, inzonderheid artikel 276,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), inzonderheid artikel 185, en Verordening (EG) nr. 1646/2003 van de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2667/2000 betreffende het Europees Bureau voor wederopbouw, inzonderheid artikel 8 (3),

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid artikel 94 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002,

gelet op de artikelen 70 en 71, alsmede bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie buitenlandse zaken (A6-0074/2005),

1.

verleent kwijting aan de directeur van het Europees Bureau voor wederopbouw voor de uitvoering van de begroting van het Bureau voor het begrotingsjaar 2003;

2.

geeft zijn opmerkingen in de begeleidende resolutie;

3.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de begeleidende resolutie te doen toekomen aan de directeur van het Europees Bureau voor wederopbouw, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en zorg te dragen voor de publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).


(1)  PB C 41 van 17.2.2005, blz. 35.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 245 van 29.9.2003, blz. 16.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

2.

Resolutie van het Europees Parlement over het verlenen van kwijting aan de directeur van het Europees Bureau voor wederopbouw voor de uitvoering van de begroting van het Bureau voor het begrotingsjaar 2003 (N6-0216/2004 — C6-0235/2004 — 2004/2051(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Bureau voor wederopbouw voor het begrotingsjaar 2003, vergezeld van de antwoorden van het Bureau (1),

gezien de aanbeveling van de Raad van 8 maart 2005 (6864/2005 — C6-0076/2005),

gelet op het EG-Verdrag, inzonderheid artikel 276,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), inzonderheid artikel 185, en Verordening (EG) nr. 1646/2003 van de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2667/2000 betreffende het Europees Bureau voor wederopbouw, inzonderheid artikel 8 (3),

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid artikel 94 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002,

gelet op de artikelen 70 en 71, alsmede bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie buitenlandse zaken (A6-0074/2005),

A.

overwegende dat de Europese Rekenkamer in haar bovengenoemde verslag verklaart van oordeel te zijn dat de jaarrekening van het Bureau geen getrouw beeld geeft van de economische en vermogenssituatie van het Bureau,

B.

overwegende dat de Rekenkamer bepaalde voorbehouden formuleert met betrekking tot de middelen die het Bureau heeft toevertrouwd aan derde nationale en internationale instanties, maar van oordeel is dat de verrichtingen die aan de jaarrekening van het Bureau ten grondslag liggen, wettig en regelmatig zijn,

C.

overwegende dat de Rekenkamer bepaalde voorbehouden maakt met betrekking tot de rechtsgeldigheid van de bewijsstukken,

D.

overwegende dat de Rekenkamer bepaalde voorbehouden maakt met betrekking tot de procedure voor de gunning van contracten,

E.

overwegende dat het Europees Parlement op 21 april 2004 op basis van het verslag van de Rekenkamer kwijting (5) heeft verleend aan de directeur van het Bureau voor de uitvoering van de begroting van het Bureau voor het begrotingsjaar 2002, waarbij het Parlement in zijn resolutie onder andere:

het Bureau ertoe opriep snel positieve follow-up te geven aan de suggestie van de Rekenkamer en het Parlement om een betrouwbaar algemeen boekhoudsysteem in te voeren in al zijn centra en het gebruik van spreadsheets voor zijn algemene rekeningen te staken;

van het Bureau een onverwijlde reactie verwachtte op het verzoek van de Rekenkamer om duidelijkheid te verschaffen over de status van middelen die aan gespecialiseerde organen worden verstrekt voor de financiering van leningsprogramma's op specifieke terreinen en dat het passende oplossingen zou aannemen voor de wijze waarop deze middelen worden opgenomen in de jaarrekening;

de interne-auditdienst van de Commissie verzocht deze kwestie te onderzoeken, teneinde mogelijke systeemfouten aan het licht te brengen en de noodzakelijke aanbevelingen te doen om deze problemen op te lossen;

1.

neemt kennis van de volgende cijfers op de winst- en verliesrekening van het Europees Bureau voor wederopbouw (EAR) over de begrotingsjaren 2003 en 2002;

Winst- en verliesrekening over de begrotingsjaren 2003 en 2002

(in EUR x 1000)

 

2003

2002

Ontvangsten

Subsidies van de Commissie

275 280

462 804

Financiele inkomsten

3 955

5 978

Diverse ontvangsten

1 517

495

Tegenwaardefondsen

379

497

Bijdragen van derden

28 034

500

Totaal van de ontvangsten (a)

309 164

470 274

Uitgaven

Personeel — Titel I van het budget

Betalingen

17 027

17 771

Overgedragen kredieten

306

206

Huishoudelijke uitgaven — Titel II van het budget

Betalingen

5 261

6 211

Overgedragen kredieten

1 215

2 037

Beleidsuitgaven — Titel III van het budget

Betalingen

69 565

138 512

Overgedragen kredieten

265 352

293 106

Totaal van de uitgaven (b)

358 725

457 844

Saldo van het begrotingsjaar (a - b)  (6)

-49 560

12 430

Uit het vorige begrotingsjaar overgedragen saldo

- 112 908

-73 127

Betalingen voor rekening van de Commissie

-5 231

-25 407

Uit te voeren betalingen voor rekening van de Commissie

- 515

0

Annuleringen van uit vorige begrotingsjaren overgedragen kredieten

30 649

5 463

Geannuleerde uit N - 1 overgedragen kredieten (Titels I en II)

146

135

Overdrachten van aanvullende kredieten 2001

0

-32 423

Terug te storten financiele inkomsten

-3 955

0

Aanpassingen van de tegenwaardefondsen

400

0

Wisselkoersverschillen

23

22

Saldo van het begrotingsjaar

- 140 951

- 112 908

NB: De totalen kunnen afwijkingen vertonen door afrondingen.

Bron: Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens van het Bureau in zijn eigen rekeningen.

2.

stelt vast dat in 2003 de totale door het EAR beheerde portefeuille 1,9 miljard EUR beliep, waarvan 81 % werd uitbesteed en 67,5 % uitgekeerd ten behoeve van bijstandsprogramma's in de vier operationele centra (Belgrado, Podgorica, Pristina en Skopje), dat de totale begroting van het EAR in 2004 358,6 miljoen EUR bedroeg, waarvan het overgrote deel bestemd was voor bijstandsprogramma's, en dat van de 327,8 miljoen EUR aan nieuwe EG-kredieten die het EAR in 2003 ontving 62,3 miljoen EUR bestemd was voor Kosovo, 200 miljoen EUR bestemd was voor Servië, 12 miljoen EUR bestemd was voor Montenegro en 33,5 miljoen EUR bestemd was voor de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië;

Uitvoering van de begroting

3.

neemt kennis van de opmerking van de Rekenkamer dat in de praktijk in de door de raad van toezicht goedgekeurde begroting het beginsel van gesplitste kredieten niet in acht wordt genomen, hetgeen ertoe leidt dat het boekhoudkundig resultaat over het begrotingsjaar losstaat van de economische realiteit en dat het gecumuleerde tekort per 31 december 2003, ten bedrage van 140,95 miljoen euro, een zeer kunstmatig bedrag is;

4.

stelt vast dat het Bureau in zijn antwoord meedeelt dat het inmiddels maatregelen heeft genomen om de financiële presentatie van zijn activiteiten doorzichtiger te maken en dat er een geconsolideerde jaarrekening voor het hele jaar 2004 zal worden opgesteld; verwacht derhalve dat dit probleem bij de kwijtingsprocedure 2004 zal zijn opgelost;

5.

moedigt de Commissie en de Rekenkamer ertoe aan hun samenwerking met het Bureau op dit gebied te versterken, teneinde de doelmatigheid van de uitvoering van de begroting van het Bureau te waarborgen;

Jaarrekening

6.

neemt kennis van de herhaalde opmerkingen van de Rekenkamer over de tekortkomingen in het boekhoudsysteem van het Bureau, in het bijzonder over het bijhouden van de algemene boekhouding volgens de enkelvoudige methode;

7.

is ingenomen met het antwoord van het Bureau, dat meedeelt dat het de door de Rekenkamer genoemde gebreken volledig heeft hersteld en nu gebruikmaakt van een dubbele boekhouding, evenals van het begrotingsinstrument SI2;

8.

verzoekt de Commissie alle noodzakelijke maatregelen te nemen om alle agentschappen in staat te stellen zo spoedig mogelijk deel te nemen aan het nieuwe boekhoudsysteem van de Commissie, dat op 1 januari 2005 is ingevoerd;

9.

is verbaasd dat de Rekenkamer nog steeds geen duidelijkheid heeft verkregen over de status van middelen die aan gespecialiseerde organen worden verstrekt voor het financieren van leningsprogramma's op specifieke terreinen; verzoekt het Bureau passende oplossingen aan te nemen voor de wijze waarop deze middelen worden opgenomen in de jaarrekening van het Bureau;

10.

begrijpt van het Bureau dat van deze middelen nog slechts een gering saldo resteert, dat eind 2004 nagenoeg volledig was geliquideerd; verzoekt de directeur van het Bureau de bevoegde commissie bij de eerst mogelijke gelegenheid een volledig verslag voor te leggen over de uitvoering en de doelmatigheid van dergelijke leningsprogramma's;

11.

stelt vast dat het Bureau inmiddels zijn boekhoudkundig personeel en administratieve instrumenten heeft versterkt; hoopt dat de in 2004 aangebrachte verbeteringen een einde zullen maken aan de herhaalde negatieve opmerkingen van de Rekenkamer over deze kwestie;

12.

stelt met genoegen vast dat de gemiddelde tijd die het EAR in 2003 nodig had voor het verrichten van betalingen ten behoeve van bijstandsprogramma's, 9 dagen bedroeg;

13.

neemt kennis van de specifieke omstandigheden waaronder het Bureau werkt; geeft uiting aan zijn erkenning voor de resultaten van het Bureau in de uitvoering van zijn mandaat; verzoekt de Commissie het Bureau de noodzakelijk ondersteuning te geven, teneinde ervoor te zorgen dat het zich volledig aanpast aan de procedures en eisen van zijn nieuwe positie binnen de Commissie (na de uitbreiding);

14.

stelt vast dat er sinds 2003 grote wijzigingen zijn aangebracht in het systeem voor aanbestedingen, waarmee wordt gewaarborgd dat elke aanbesteding op transparante wijze wordt behandeld;

15.

is in verband hiermee ingenomen met de onmiddellijke maatregelen die de directeur van het Bureau na de ontdekking van onregelmatigheden bij de afsluiting van een van de grote infrastructuurcontracten heeft genomen, waaronder automatische schorsing van de verantwoordelijke persoon en overdracht van het dossier aan het OLAF; moedigt de directeur en de Commissie, alsook de Rekenkamer, ertoe aan deze procedure van onmiddellijke maatregelen te handhaven en de vereiste risico-analyse te versterken, met name ten aanzien van sectoren met een hoog risicoprofiel;

16.

stelt vast dat het OLAF sterke bewijzen heeft gevonden dat het winnende bedrijf bij het opstellen van de documenten voor zijn offerte (7) hulp heeft gekregen van het personeelslid van het Bureau dat is geschorst in verband met het infrastructuurcontract in kwestie; wijst erop dat krachtens de op aanbestedingen van toepassing zijnde regels alleen al een poging van een inschrijver om vertrouwlijke informatie over een aanbesteding te verkrijgen, leidt tot uitsluiting van de procedure;

17.

ziet niet in waarom, volgens de door de Commissie verstrekte informatie („Vragen voor schriftelijk antwoord aan de Commissarissen Michel en Ferrero-Waldner” van 3 december 2004), het eindverslag van het OLAF over deze zaak niet aan de leden van de raad van bestuur van het Bureau kon worden voorgelegd; verwacht dat dit onverwijld gebeurt, zodat het hoogste besluitvormingsorgaan van het Bureau zich een volledig beeld van de feiten kan vormen;

18.

dringt er bij de directeur van het EAR op aan in de toekomst artikel 103 van het Financieel Reglement consequent toe te passen en de afsluiting van contracten op te schorten wanneer er in de gunningsprocedure sprake is geweest van ernstige fouten, onregelmatigheden of fraude;

19.

roept de directeur van het EAR, het verantwoordelijke lid van de Commissie, de Rekenkamer en de directeur van het OLAF ertoe op het Parlement zo spoedig mogelijk op de hoogte te stellen van dit soort maatregelen en bevindingen;

20.

neemt kennis van het verslag dat de interne-auditdienst van de Commissie, in overeenstemming met het verzoek van het Europees Parlement in de kwijtingsprocedure 2002, heeft uitgebracht over de activiteiten van het Bureau;

Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen

21.

neemt kennis van oproep van de Rekenkamer om het aantal ordonnateurs (56 eind 2003) te verminderen; erkent de inspanningen die het Bureau heeft verricht, waardoor dit aantal in februari 2004 was teruggebracht tot slechts 20 gedelegeerde en gesubdelegeerde ordonnateurs, hetgeen een goede financiële uitvoering mogelijk moet maken, terwijl tegelijkertijd wordt gezorgd voor een efficiënte uitvoering van de geplande acties op lokaal niveau;

22.

is verheugd over de deelname van de directeur van het Bureau aan de hoorzitting in het kader van de kwijtingsprocedure 2003, hetgeen heeft geresulteerd in een aantal verduidelijkingen ten aanzien van het niveau van de resultaten van het Bureau in de uitvoering van zijn mandaat; verwacht dat het Bureau alle noodzakelijke maatregelen zal nemen om te komen tot een volledig deugdelijk financieel beheer;

23.

erkent dat de aanwezigheid van de directeur van het EAR in de vergadering van de Commissie begrotingscontrole, en later bij de Commissie buitenlandse zaken, heeft bijgedragen tot verduidelijking van bepaalde kwesties en uitleg heeft opgeleverd over bepaalde situaties waarover in het Europees Parlement ernstige zorgen waren ontstaan, met name de kwestie van de verdeling van taken tussen de „gedecentraliseerde” delegaties van de Commissie en de regionale operationele centra van het EAR;

Algemene punten ten aanzien van de Commissie en de agentschappen

24.

herinnert aan zijn standpunt dat — hoewel het de inspanningen van de Commissie om te komen tot een beperkt aantal modellen, tenminste voor toekomstige „regelgevende” agentschappen, heeft gesteund — de structuur van bestaande en toekomstige agentschappen diepgaande bezinning op interinstitutioneel niveau verdient; benadrukt voorts dat alvorens de Commissie de randvoorwaarden voor het gebruik van regelgevende agentschappen formuleert, in een interinstitutioneel akkoord gemeenschappelijke richtsnoeren moeten worden vastgelegd, en dat dit dient te gebeuren voordat een geharmoniseerd kader voor de agentschappen wordt opgezet;

25.

neemt kennis van het standpunt van de Commissie (8) ten aanzien van het delegeren van verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van taken aan andere organen, met inbegrip van agentschappen, dan de eigen diensten van de Commissie; is van opvatting dat dit niet beantwoordt aan het verzoek van het Parlement om diepgaande bezinning op interinstitutioneel niveau over de structuur van bestaande agentschappen; verzoekt de Commissie derhalve duidelijkheid te verschaffen over dit punt en over het toekomstige alomvattende interinstitutionele akkoord in verband met de nieuwe regelingen die moeten worden opgezet in of parallel aan de financiële vooruitzichten (9);

26.

verzoekt de Commissie op middellange termijn, bijvoorbeeld volgens een vaste driejaarlijkse cyclus, een transversale analyse te organiseren en uit te voeren van de evaluaties die van afzonderlijke agentschappen zijn gemaakt, teneinde

a)

conclusies te trekken over de samenhang van de werkzaamheden van het agentschap met EU-beleid in het algemeen en over de synergieën die bestaan of moeten worden ontwikkeld tussen de agentschappen en de diensten van de Commissie, alsook over het vermijden van overlapping;

b)

een beoordeling te geven van de bredere Europese toegevoegde waarde van de resultaten van de agentschappen op hun afzonderlijke werkterreinen, en van de relevantie, efficiëntie en effectiviteit van het agentschapsmodel bij de uitvoering van of het leveren van een bijdrage tot beleid van de EU;

c)

de impact van de activiteiten van de agentschappen te bepalen en te versterken op het punt van de nabijheid, de toegankelijkheid en de zichtbaarheid van de EU voor haar burgers;

27.

verwacht dat een dergelijke alomvattende analyse uiterlijk eind 2005 beschikbaar is, zodat de periode van drie jaar vanaf de invoering van het Financieel Reglement en het daaruit voortvloeiende nieuwe kader in het agentschappensysteem wordt bestreken;

28.

verzoekt de agentschappen actief mee te werken aan dit proces en met de Commissie samen te werken door informatie te verstrekken over kwesties die zij van belang achten voor hun functioneren, hun rol, hun opdracht en hun behoeften, alsook over elke andere aangelegenheid die de kwijtingsprocedure zou kunnen verbeteren, teneinde bij te dragen tot het welslagen van het proces; verzoekt de agentschappen dergelijke informatie ook door te geven aan zijn bevoegde commissies;

29.

roept de Commissie ertoe op om, parallel aan dit proces, uiterlijk eind 2005 te komen met voorstellen voor wijzigingen die moeten worden aangebracht in de oprichtingsbesluiten van bestaande agentschappen, teneinde, onder andere, haar betrekkingen met de agentschappen te optimaliseren; dergelijke voorstellen dienen gericht te zijn op:

a)

verbetering van de communicatie tussen de Commissie en de agentschappen;

b)

het initiëren of uitbreiden van samenwerking bij het vastellen van behoeften waarin moet worden voorzien, bij het vaststellen van doelstellingen en resultaten die moeten worden behaald, inclusief de daarvoor noodzakelijke strategie, evenals bij het vaststellen van normen voor toezicht en evaluatie;

c)

versterking van aanvullende maatregelen, een betere organisatie van de noodzakelijke hulpbronnen en de daadwerkelijke toewijzing ervan om tot resultaten te komen, en het formuleren van voorlichtingsstrategie voor het verspreiden van deze resultaten;

30.

benadrukt dat, alvorens enig besluit over een voorstel tot oprichting van een nieuw agentschap wordt genomen, de Commissie een nauwgezette evaluatie dient te maken van de noodzaak en de toegevoegde waarde van de taken van dit agentschap, daarbij rekening houdend met bestaande structuren en de beginselen van subsidiariteit, begrotingsdiscipline en vereenvoudiging van procedures;

31.

verwacht van de Commissie dat zij spoedig de richtsnoeren voor het personeelsbeleid van de agentschappen voorlegt, die het Parlement al voor het einde van de begrotingsprocedure 2005 van de Commissie had willen ontvangen;

Algemene punten ten aanzien van de agentschappen

32.

verwacht met ingang van heden, in overeenstemming met artikel 72, lid 5, van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002, van elk van de agentschappen het verslag te ontvangen waarin melding wordt gemaakt van de audits die zijn uitgevoerd door de interne controleur, de daarbij gevoegde aanbevelingen en het gevolg dat aan deze aanbevelingen is gegeven;

33.

verzoekt de agentschappen verdere inspanningen te verrichten om het Statuut van de ambtenaren en de regeling die van toepassing is op andere personeelsleden op correcte wijze toe te passen op hun personeel (aanwervingsprocedures, besluitvorming, persoonlijke dossiers, berekening van salarissen en andere toelagen en vergoedingen, bevorderingsbeleid, vacaturepercentages, quota's in verband met de eerbiediging van de gender-gelijkheid, enz.);

34.

stelt vast dat, in het algemeen, de percentages mannen en vrouwen in de algehele personeelsbezetting bij de agentschappen laten zien dat er sprake is van een onevenwichtige verdeling van mannen en vrouwen; betreurt dat circa een derde deel van het personeel bestaat uit mannen en dat zij oververtegenwoordigd zijn op posten met een hoge rang, terwijl vrouwen in het algemeen oververtegenwoordigd zijn op posten met een lage rang; verwacht dat de agentschappen onmiddellijk doeltreffende maatregelen nemen om deze situatie te corrigeren;

35.

verzoekt de agentschappen ervoor te zorgen dat alle van toepassing zijnde bepalingen van Richtlijn 2002/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 september 2002 tot wijziging van Richtlijn 76/207/EEG van de Raad betreffende de tenuitvoerlegging van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen ten aanzien van de toegang tot het arbeidsproces, de beroepsopleiding en de promotiekansen, en ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden (10), in hun personeelsbeleid worden opgenomen;

36.

verwacht dat de agentschappen, in antwoord op de desbetreffende opmerkingen van de Rekenkamer, de begrotingsbeginselen zoals vastgelegd in het Financieel Reglement volledig zullen naleven, in het bijzonder de beginselen van eenheid en begrotingswaarachtigheid; verzoekt de agentschappen, voor zover zulks nog niet het geval is, volledig te voldoen aan de boekhoudkundige vereisten van het Financieel Reglement en hun procedures voor intern beheer en interne controle verder te versterken, teneinde verantwoording, transparantie en toegevoegde Europese waarde te vergroten;

37.

moedigt de agentschappen, met name de agentschappen wier werkzaamheden overeenkomsten vertonen met de activiteiten of taken van andere, ertoe aan hun samenwerking te vergroten, teneinde aldus mogelijkheden te creëren voor het ontwikkelen van synergieën; verzoekt deze agentschappen om, waar passend, dergelijke samenwerkingsvormen te formaliseren met behulp van specifieke overeenkomsten (gezamenlijke verklaringen, memoranda van overeenstemming, besluiten over gezamenlijke planning en gezamenlijke elkaar aanvullende acties/programma's), teneinde ervoor te zorgen dat er geen dubbel werk wordt gedaan, dat de output van elk agentschap duidelijk wordt vastgesteld en dat het resultaat van de gezamenlijke inspanningen de toegevoegde waarde en impact van hun werkzaamheden maximaliseert; verwacht regelmatig over deze kwestie te worden geïnformeerd;

38.

verzoekt de agentschappen speciale aandacht te schenken aan procedures voor het gunnen en het beheren van contracten; verzoekt hun alle passende maatregelen met betrekking tot hun administratieve structuren te nemen om hun interne-controleprocedures, kanalen en beheer te versterken; is van mening dat dergelijke maatregelen, waar nodig en uitvoerbaar, zouden kunnen bestaan in het opzetten van gespecialiseerde eenheden die tot taak hebben om, op basis van risico-analyses, advies te geven over de beste manier om gunningsprocedures op te stellen, te zorgen voor toezicht en waar nodig follow-up te geven; roept de Commissie en de Rekenkamer ertoe op de samenwerking met de agentschappen op dit punt te versterken;

39.

neemt kennis van de door enkele directeuren, met name van de „nieuw opgerichte” agentschappen, genoemde moeilijkheden die agentschappen hebben met betrekking tot het naleven van het tijdschema en de termijnen voor verslaglegging die in het Financieel Reglement zijn vastgelegd; verzoekt de directeuren van agentschappen om, met het oog op de komende herziening van het Financieel Reglement in 2005, de Begrotingscommissie en de Commissie begrotingscontrole in kennis te stellen van de moeilijkheden die zij tot dusver hebben ondervonden, zodat daarmee rekening kan worden gehouden in de overwegingen in het kader van de herziening; verwacht dat de directeuren komen met specifieke voorstellen voor andere regelingen met betrekking tot verslagleggingstermijnen die het best overeenkomen met hun wijze van werken, echter zonder te tornen aan de verslagleggingsverplichtingen die zijn vastgelegd in het Financieel Reglement;

40.

neemt kennis van de positieve reactie van de directeuren op de oproep van de voor de kwijting bevoegde commissie om een nauwkeuriger communicatiesysteem op te zetten, met name op het punt van de door de agentschappen aan deze commissie te verstrekken documenten in verband met de verslagleggingsverplichtingen van de agentschappen; is van mening dat een betere organisatie van deze communicatie de samenwerking met de agentschappen, alsook de democratische controle zal versterken;

41.

verzoekt de directeuren van de agentschappen om met ingang van heden hun jaarlijkse activiteitenverslag, dat samen met financiële en beheersgegevens wordt gepresenteerd, vergezeld te doen gaan van een betrouwbaarheidsverklaring ten aanzien van de wettigheid en de regelmatigheid van werkzaamheden, analoog aan de verklaringen die de directeuren-generaal van de Commissie ondertekenen;

42.

verzoekt de agentschappen een alomvattende voorlichtingsstrategie te ontwikkelen met het oog op de behoefte de resultaten van hun werkzaamheden, in passende vorm, beschikbaar te maken voor het grote publiek in plaats van deze alleen te presenteren aan de Europese instellingen, bevoegde instanties van de lidstaten, specialisten, partners of specifieke begunstigden; verzoekt de agentschappen om met het oog op het ontwikkelen van een dergelijke strategie hun samenwerking te intensiveren en informatie uit te wisselen over de beste methodes om dit doel te bereiken; verwacht dat de agentschappen zijn bevoegde commissies vóór de volgende kwijtingsprocedure naar behoren op de hoogte stellen van de voortgang bij de opstelling van de strategie, teneinde een doeltreffende en tijdige monitoring van hun activiteiten te waarborgen;

Algemene punten ten aanzien van de Rekenkamer en de agentschappen

43.

is ingenomen met het initiatief van de Rekenkamer om aan haar specifieke verslagen over afzonderlijke agentschappen een tabel toe te voegen die beknopte informatie bevat over de bevoegdheden, het bestuur, de beschikbare hulpbronnen en de producten/output van het desbetreffende agentschap; is van mening dat dit de duidelijkheid en de transparantie van de werkzaamheden van deze Gemeenschapsorganen ten goede komt, terwijl tegelijkertijd een nuttige basis wordt verschaft voor vergelijking, waar passend, met het oog op het creëren van het geharmoniseerde kader voor de agentschappen waar het Parlement om heeft gevraagd;

44.

verzoekt de Rekenkamer en de agentschappen hun samenwerking te versterken, teneinde de procedures en technische instrumenten voor een goed beheer van alle financiële en begrotingskwesties te verbeteren, met het oogmerk een methodologie op te stellen waarmee het pad wordt geëffend voor een positieve kwijting vanaf de start van de procedure; verwacht regelmatig te worden geïnformeerd over de geboekte vooruitgang en de toepassing van de beste praktijken;

45.

verzoekt de Rekenkamer en de agentschappen de transparantie in de procédure contradictoire die voorafgaat aan het eindverslag van de Rekenkamer te vergroten, teneinde eventuele tegenstrijdigheden en ambiguïteiten die de geloofwaardig van de gehele exercitie in gevaar zouden kunnen brengen, te vermijden; verzoekt de Rekenkamer en de Commissie in verband hiermee te komen met een voorstel voor een uitvoerbare methode om informatie over verbeteringen die zijn aangebracht en/of problemen die zijn vastgesteld in de periode tussen de eerste bespreking van het ontwerpverslag van de Rekenkamer en het uiteindelijke besluit over de kwijting te actualiseren, teneinde het meest getrouwe beeld van de situatie bij de agentschappen te kunnen geven.


(1)  PB C 41 van 17.2.2005, blz. 35.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 245 van 29.9.2003, blz. 16.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

(5)  PB L 330 van 4.11.2004, blz. 1.

(6)  Berekening volgens de beginselen van artikel 15 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van 22 mei 2000 (PB L 130 van 31.5.2000, p. 8).

(7)  Vijfde activiteitenverslag van het OLAF voor het jaar eindigend juni 2004 (Case study, blz. 34).

(8)  Zoals vastgelegd in Bijlage 1 bij de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement „Bouwen aan onze gemeenschappelijke toekomst — Beleidsuitdagingen en begrotingsmiddelen in de uitgebreide Unie 2007-2013” (COM(2004)0101, blz. 38).

(9)  Zie bijlage bij het Verslag van de Commissie over de follow-up van de kwijtingen 2002 (COM(2004)0648, blz. 108).

(10)  PB L 269 van 5.10.2002, blz. 15.

P6_TA(2005)0101

Kwijting 2003: Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding

 

1.

Besluit van het Europees Parlement over het verlenen van kwijting aan de directeur van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding voor de uitvoering van de begroting van het Centrum voor het begrotingsjaar 2003 (N6-0207/2004 — C6-0226/2004 — 2004/2050(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding voor het begrotingsjaar 2003, vergezeld van de antwoorden van het Centrum (1),

gezien de aanbeveling van de Raad van 8 maart 2005 (6858/2005 — C6-0075/2005),

gelet op het EG-Verdrag, inzonderheid artikel 276,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), inzonderheid artikel 185, en Verordening (EG) nr. 1655/2003 van de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 337/75 houdende oprichting van deen Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 1416/76 (3), inzonderheid artikel 12 bis,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid artikel 94 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002,

gelet op de artikelen 70 en 71, alsmede bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A6-0074/2005),

1.

verleent kwijting aan de directeur van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding voor de uitvoering van de begroting van het Centrum voor het begrotingsjaar 2003;

2.

geeft zijn opmerkingen in de begeleidende resolutie;

3.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de begeleidende resolutie te doen toekomen aan de directeur van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en zorg te dragen voor de publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).


(1)  PB C 324 van 30.12.2004, blz. 53.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 245 van 29.9.2003, blz. 41.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

2.

Resolutie van het Europees Parlement houdende opmerkingen bij het besluit over het verlenen van kwijting aan de directeur van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding voor de uitvoering van de begroting van het Centrum voor het begrotingsjaar 2003 (N6-0207/2004 — C6-0226/2004 — 2004/2050(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding voor het begrotingsjaar 2003, vergezeld van de antwoorden van het Centrum (1),

gezien de aanbeveling van de Raad van 8 maart 2005 (6858/2005 — C6-0075/2005),

gelet op het EG-Verdrag, inzonderheid artikel 276,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), inzonderheid artikel 185, en Verordening (EG) nr. 1655/2003 van de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 337/75 houdende oprichting van een Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 1416/76 (3), inzonderheid artikel 12 bis,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid artikel 94 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002,

gelet op de artikelen 70 en 71, alsmede bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A6-0074/2005),

A.

overwegende dat de Rekenkamer in haar bovengenoemde verslag verklaart dat zij redelijke zekerheid heeft verkregen dat de jaarrekening van het per 31 december 2003 afgesloten begrotingsjaar betrouwbaar is en dat de onderliggende verrichtingen over het geheel genomen wettig en regelmatig zijn,

B.

overwegende dat het Europees Parlement op 21 april 2004 kwijting (5) heeft verleend aan de directeur van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding voor de uitvoering van de begroting van het Centrum voor het begrotingsjaar 2002, waarbij het Parlement in zijn resolutie onder andere:

het Centrum verzocht de lopende samenwerking met de Europese Stichting voor opleiding (ETF) voort te zetten,

het Centrum ertoe aanmoedigde voort te gaan met zijn inspanningen met betrekking tot het opzetten van een interne-auditdienst en het naleven van de interne-controlenormen,

1.

neemt kennis van de volgende cijfers in de rekeningen van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding voor de begrotingsjaren 2003 en 2002;

Winst- en verliesrekening over de begrotingsjaren 2003 en 2002

(in EUR x 1000)

 

2003

2002

Ontvangsten

Subsidies van de Commissie

14 500

12 135

Ontvangsten voorgaande begrotingsjaren

0

25

Diverse ontvangsten

3

3

Bestemmingsontvangsten (Phare + derden)

792

333

Financiele inkomsten

0

50

Totaal ontvangsten (a)

15 295

12 546

Begrotingsuitgaven van het begrotingsjaar

Personeel — Titel I van de begroting

Betalingen

7 554

7 570

Overgedragen kredieten

443

298

Huishoudelijke uitgaven — Titel II van de begroting

Betalingen

778

767

Overgedragen kredieten

358

345

Beleidsuitgaven — Titel III van de begroting (buiten ontvangsten met een bestemming)

Betalingen

2 381

2 491

Overgedragen kredieten

3 138

2 189

Bestemmingsontvangsten (Phare + derden)

Betalingen

546

0

Overgedragen kredieten

246

187

Totaal uitgaven (b)

15 444

13 847

Totaal uitgaven (a - b)

- 149

- 1 301

Uit het vorige begrotingsjaar overgedragen saldo

- 545

532

Geannuleerde overgedragen kredieten

399

215

Niet-gebruikte heraanwendingen uit het vorige begrotingsjaar

10

8

Terugbetalingen aan de Commissie

- 716

0

Wisselkoersverschillen

8

1

Saldo van het begrotingsjaar

- 993

- 545

Bron: Gegevens van het centrum — Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens van het Centrum in zijn eigen rekening.

2.

neemt kennis van de opmerking van de Rekenkamer over de toepassing door het Centrum van nietopenbare procedures voor de gunning van contracten, alsook van het antwoord van het Centrum; verwacht dat het Centrum verdere inspanningen verricht om de resultaten van dergelijke procedures op transparante wijze te presenteren met inachtneming van de toepasselijke regels;

3.

neemt kennis van de opmerking van de Rekenkamer over het feit dat het Centrum de aangekondigde aanpassingen van zijn financiële organisatie niet heeft afgerond; verzoekt het Centrum deze aanpassingen in 2005 af te ronden en ten uitvoer te leggen; verwacht dat het Centrum zodra het aanpassingsproces is voltooid de bevoegde commissie van het Parlement hiervan in kennis stelt;

4.

is ingenomen met de samenwerking tussen het Centrum en de Europese Stichting voor opleiding (ETF) bij het voorbereiden van de toetredingslanden op hun deelname aan de activiteiten van het Centrum na de uitbreiding; is van opvatting dat dergelijke complementaire activiteiten waar passend moeten worden voortgezet en versterkt;

5.

verwacht dat het Centrum met ingang van heden subsidies en bijdragen van derde landen opneemt in zijn algemene begroting, in overeenstemming met de desbetreffende opmerking van de Rekenkamer;

6.

verwacht dat het Centrum de transparantie van zijn procedure voor het aanwerven van personeel verbetert, voornamelijk door de selectiecriteria voor de lijsten van gegadigden vooraf duidelijk te maken;

7.

is verheugd over de opneming van gelijke kansen in het personeelsbeleid van het Centrum; moedigt het Centrum ertoe aan het gelijke-kansenbeleid follow-up te geven en geregeld te evalueren, teneinde ervoor te zorgen dat het wordt uitgevoerd;

8.

betreurt dat de hoge bestuursfuncties door mannen worden gedomineerd; dringt er bij het Centrum op aan het evenwicht tussen de geslachten op deze posten te verbeteren;

9.

is ingenomen met de voorlichtings- en communicatiestrategie van het Centrum, in het bijzonder met de nadruk die wordt gelegd op openheid en toegankelijkheid voor burgers;

Algemene punten ten aanzien van de Commissie en de agentschappen

10.

herinnert aan zijn standpunt dat — hoewel het de inspanningen van de Commissie om te komen tot een beperkt aantal modellen, tenminste voor toekomstige „regelgevende” agentschappen, heeft gesteund — de structuur van bestaande en toekomstige agentschappen diepgaande bezinning op interinstitutioneel niveau verdient; benadrukt voorts dat alvorens de Commissie de randvoorwaarden voor het gebruik van regelgevende agentschappen formuleert, in een interinstitutioneel akkoord gemeenschappelijke richtsnoeren moeten worden vastgelegd, en dat dit dient te gebeuren voordat een geharmoniseerd kader voor de agentschappen wordt opgezet;

11.

neemt kennis van het standpunt van de Commissie (6) ten aanzien van het delegeren van verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van taken aan andere organen, met inbegrip van agentschappen, dan de eigen diensten van de Commissie; is van opvatting dat dit niet beantwoordt aan het verzoek van het Parlement om diepgaande bezinning op interinstitutioneel niveau over de structuur van bestaande agentschappen; verzoekt de Commissie derhalve duidelijkheid te verschaffen over dit punt en over het toekomstige alomvattende interinstitutionele akkoord in verband met de nieuwe regelingen die moeten worden opgezet in of parallel aan de financiële vooruitzichten (7);

12.

verzoekt de Commissie op middellange termijn, bijvoorbeeld volgens een vaste driejaarlijkse cyclus, een transversale analyse te organiseren en uit te voeren van de evaluaties die van afzonderlijke agentschappen zijn gemaakt, teneinde

a)

conclusies te trekken over de samenhang van de werkzaamheden van het agentschap met EU-beleid in het algemeen en over de synergieën die bestaan of moeten worden ontwikkeld tussen de agentschappen en de diensten van de Commissie, alsook over het vermijden van overlapping;

b)

een beoordeling te geven van de bredere Europese toegevoegde waarde van de resultaten van de agentschappen op hun afzonderlijke werkterreinen, en van de relevantie, efficiëntie en effectiviteit van het agentschapsmodel bij de uitvoering van of het leveren van een bijdrage tot beleid van de EU;

c)

de impact van de activiteiten van de agentschappen te bepalen en te versterken op het punt van de nabijheid, de toegankelijkheid en de zichtbaarheid van de EU voor haar burgers;

13.

verwacht dat een dergelijke alomvattende analyse uiterlijk eind 2005 beschikbaar is, zodat de periode van drie jaar vanaf de invoering van het Financieel Reglement en het daaruit voortvloeiende nieuwe kader in het agentschappensysteem wordt bestreken;

14.

verzoekt de agentschappen actief mee te werken aan dit proces en met de Commissie samen te werken door informatie te verstrekken over kwesties die zij van belang achten voor hun functioneren, hun rol, hun opdracht en hun behoeften, alsook over elke andere aangelegenheid die de kwijtingsprocedure zou kunnen verbeteren, teneinde bij te dragen tot het welslagen van het proces; verzoekt de agentschappen dergelijke informatie ook door te geven aan zijn bevoegde commissies;

15.

roept de Commissie ertoe op om, parallel aan dit proces, uiterlijk eind 2005 te komen met voorstellen voor wijzigingen die moeten worden aangebracht in de oprichtingsbesluiten van bestaande agentschappen, teneinde, onder andere, haar betrekkingen met de agentschappen te optimaliseren; dergelijke voorstellen dienen gericht te zijn op:

a)

verbetering van de communicatie tussen de Commissie en de agentschappen;

b)

het initiëren of uitbreiden van samenwerking bij het vastellen van behoeften waarin moet worden voorzien, bij het vaststellen van doelstellingen en resultaten die moeten worden behaald, inclusief de daarvoor noodzakelijke strategie, evenals bij het vaststellen van normen voor toezicht en evaluatie;

c)

versterking van aanvullende maatregelen, een betere organisatie van de noodzakelijke hulpbronnen en de daadwerkelijke toewijzing ervan om tot resultaten te komen, en het formuleren van voorlichtingsstrategie voor het verspreiden van deze resultaten;

16.

benadrukt dat, alvorens enig besluit over een voorstel tot oprichting van een nieuw agentschap wordt genomen, de Commissie een nauwgezette evaluatie dient te maken van de noodzaak en de toegevoegde waarde van de taken van dit agentschap, daarbij rekening houdend met bestaande structuren en de beginselen van subsidiariteit, begrotingsdiscipline en vereenvoudiging van procedures;

17.

verwacht van de Commissie dat zij spoedig de richtsnoeren voor het personeelsbeleid van de agentschappen voorlegt, die het Parlement al voor het einde van de begrotingsprocedure 2005 van de Commissie had willen ontvangen;

Algemene punten ten aanzien van de agentschappen

18.

verwacht met ingang van heden, in overeenstemming met artikel 72, lid 5, van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002, van elk van de agentschappen het verslag te ontvangen waarin melding wordt gemaakt van de audits die zijn uitgevoerd door de interne controleur, de daarbij gevoegde aanbevelingen en het gevolg dat aan deze aanbevelingen is gegeven;

19.

verzoekt de agentschappen verdere inspanningen te verrichten om het Statuut van de ambtenaren en de regeling die van toepassing is op andere personeelsleden op correcte wijze toe te passen op hun personeel (aanwervingsprocedures, besluitvorming, persoonlijke dossiers, berekening van salarissen en andere toelagen en vergoedingen, bevorderingsbeleid, vacaturepercentages, quota's in verband met de eerbiediging van de gender-gelijkheid, enz.);

20.

stelt vast dat, in het algemeen, de percentages mannen en vrouwen in de algehele personeelsbezetting bij de agentschappen laten zien dat er sprake is van een onevenwichtige verdeling van mannen en vrouwen; betreurt dat circa een derde deel van het personeel bestaat uit mannen en dat zij oververtegenwoordigd zijn op posten met een hoge rang, terwijl vrouwen in het algemeen oververtegenwoordigd zijn op posten met een lage rang; verwacht dat de agentschappen onmiddellijk doeltreffende maatregelen nemen om deze situatie te corrigeren;

21.

verzoekt de agentschappen ervoor te zorgen dat alle van toepassing zijnde bepalingen van Richtlijn 2002/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 september 2002 tot wijziging van Richtlijn 76/207/EEG van de Raad betreffende de tenuitvoerlegging van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen ten aanzien van de toegang tot het arbeidsproces, de beroepsopleiding en de promotiekansen, en ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden (8), in hun personeelsbeleid worden opgenomen;

22.

verwacht dat de agentschappen, in antwoord op de desbetreffende opmerkingen van de Rekenkamer, de begrotingsbeginselen zoals vastgelegd in het Financieel Reglement volledig zullen naleven, in het bijzonder de beginselen van eenheid en begrotingswaarachtigheid; verzoekt de agentschappen, voor zover zulks nog niet het geval is, volledig te voldoen aan de boekhoudkundige vereisten van het Financieel Reglement en hun procedures voor intern beheer en interne controle verder te versterken, teneinde verantwoording, transparantie en toegevoegde Europese waarde te vergroten;

23.

moedigt de agentschappen, met name de agentschappen wier werkzaamheden overeenkomsten vertonen met de activiteiten of taken van andere, ertoe aan hun samenwerking te vergroten, teneinde aldus mogelijkheden te creëren voor het ontwikkelen van synergieën; verzoekt deze agentschappen om, waar passend, dergelijke samenwerkingsvormen te formaliseren met behulp van specifieke overeenkomsten (gezamenlijke verklaringen, memoranda van overeenstemming, besluiten over gezamenlijke planning en gezamenlijke elkaar aanvullende acties/programma's), teneinde ervoor te zorgen dat er geen dubbel werk wordt gedaan, dat de output van elk agentschap duidelijk wordt vastgesteld en dat het resultaat van de gezamenlijke inspanningen de toegevoegde waarde en impact van hun werkzaamheden maximaliseert; verwacht regelmatig over deze kwestie te worden geïnformeerd;

24.

verzoekt de agentschappen speciale aandacht te schenken aan procedures voor het gunnen en het beheren van contracten; verzoekt hun alle passende maatregelen met betrekking tot hun administratieve structuren te nemen om hun interne-controleprocedures, kanalen en beheer te versterken; is van mening dat dergelijke maatregelen, waar nodig en uitvoerbaar, zouden kunnen bestaan in het opzetten van gespecialiseerde eenheden die tot taak hebben om, op basis van risico-analyses, advies te geven over de beste manier om gunningsprocedures op te stellen, te zorgen voor toezicht en waar nodig follow-up te geven; roept de Commissie en de Rekenkamer ertoe op de samenwerking met de agentschappen op dit punt te versterken;

25.

neemt kennis van de door enkele directeuren, met name van de „nieuw opgerichte” agentschappen, genoemde moeilijkheden die agentschappen hebben met betrekking tot het naleven van het tijdschema en de termijnen voor verslaglegging die in het Financieel Reglement zijn vastgelegd; verzoekt de directeuren van agentschappen om, met het oog op de komende herziening van het Financieel Reglement in 2005, de Begrotingscommissie en de Commissie begrotingscontrole in kennis te stellen van de moeilijkheden die zij tot dusver hebben ondervonden, zodat daarmee rekening kan worden gehouden in de overwegingen in het kader van de herziening; verwacht dat de directeuren komen met specifieke voorstellen voor andere regelingen met betrekking tot verslagleggingstermijnen die het best overeenkomen met hun wijze van werken, echter zonder te tornen aan de verslagleggingsverplichtingen die zijn vastgelegd in het Financieel Reglement;

26.

neemt kennis van de positieve reactie van de directeuren op de oproep van de voor de kwijting bevoegde commissie om een nauwkeuriger communicatiesysteem op te zetten, met name op het punt van de door de agentschappen aan deze commissie te verstrekken documenten in verband met de verslagleggingsverplichtingen van de agentschappen; is van mening dat een betere organisatie van deze communicatie de samenwerking met de agentschappen, alsook de democratische controle zal versterken;

27.

verzoekt de directeuren van de agentschappen om met ingang van heden hun jaarlijkse activiteitenverslag, dat samen met financiële en beheersgegevens wordt gepresenteerd, vergezeld te doen gaan van een betrouwbaarheidsverklaring ten aanzien van de wettigheid en de regelmatigheid van werkzaamheden, analoog aan de verklaringen die de directeuren-generaal van de Commissie ondertekenen;

28.

verzoekt de agentschappen een alomvattende voorlichtingsstrategie te ontwikkelen met het oog op de behoefte de resultaten van hun werkzaamheden, in passende vorm, beschikbaar te maken voor het grote publiek in plaats van deze alleen te presenteren aan de Europese instellingen, bevoegde instanties van de lidstaten, specialisten, partners of specifieke begunstigden; verzoekt de agentschappen om met het oog op het ontwikkelen van een dergelijke strategie hun samenwerking te intensiveren en informatie uit te wisselen over de beste methodes om dit doel te bereiken; verwacht dat de agentschappen zijn bevoegde commissies vóór de volgende kwijtingsprocedure naar behoren op de hoogte stellen van de voortgang bij de opstelling van de strategie, teneinde een doeltreffende en tijdige monitoring van hun activiteiten te waarborgen;

Algemene punten ten aanzien van de Rekenkamer en de agentschappen

29.

is ingenomen met het initiatief van de Rekenkamer om aan haar specifieke verslagen over afzonderlijke agentschappen een tabel toe te voegen die beknopte informatie bevat over de bevoegdheden, het bestuur, de beschikbare hulpbronnen en de producten/output van het desbetreffende agentschap; is van mening dat dit de duidelijkheid en de transparantie van de werkzaamheden van deze Gemeenschapsorganen ten goede komt, terwijl tegelijkertijd een nuttige basis wordt verschaft voor vergelijking, waar passend, met het oog op het creëren van het geharmoniseerde kader voor de agentschappen waar het Parlement om heeft gevraagd;

30.

verzoekt de Rekenkamer en de agentschappen hun samenwerking te versterken, teneinde de procedures en technische instrumenten voor een goed beheer van alle financiële en begrotingskwesties te verbeteren, met het oogmerk een methodologie op te stellen waarmee het pad wordt geëffend voor een positieve kwijting vanaf de start van de procedure; verwacht regelmatig te worden geïnformeerd over de geboekte vooruitgang en de toepassing van de beste praktijken;

31.

verzoekt de Rekenkamer en de agentschappen de transparantie in de procédure contradictoire die voorafgaat aan het eindverslag van de Rekenkamer te vergroten, teneinde tegenstrijdigheden en ambiguïteiten die de geloofwaardig van de gehele exercitie in gevaar zouden kunnen brengen, te vermijden; verzoekt de Rekenkamer en de Commissie in verband hiermee te komen met een voorstel voor een uitvoerbare methode om informatie over verbeteringen die zijn aangebracht en/of problemen die zijn vastgesteld in de periode tussen de eerste bespreking van het ontwerpverslag van de Rekenkamer en het uiteindelijke besluit over de kwijting te actualiseren, teneinde het meest getrouwe beeld van de situatie bij de agentschappen te kunnen geven.


(1)  PB C 324 van 30.12.2004, blz. 53.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 245 van 29.9.2003, blz... 41.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

(5)  PB L 330 van 4.11.2004, blz. 34.

(6)  Zoals vastgelegd in Bijlage 1 bij de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement „Bouwen aan onze gemeenschappelijke toekomst — Beleidsuitdagingen en begrotingsmiddelen in de uitgebreide Unie 2007-2013” (COM(2004)0101, blz. 38).

(7)  Zie bijlage bij het Verslag van de Commissie over de follow-up van de kwijtingen 2002 (COM(2004)0648, blz. 108).

(8)  PB L 269 van 5.10.2002, blz. 15.

P6_TA(2005)0102

Kwijting 2003: Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden

 

1.

Besluit van het Europees Parlement over het verlenen van kwijting aan de directeur van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden voor de uitvoering van de begroting van de Stichting voor het begrotingsjaar 2003 (N6-0208/2004 — C6-0227/2004 — 2004/2060(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden voor het begrotingsjaar 2003, vergezeld van de antwoorden van de Stichting (1),

gezien de aanbeveling van de Raad van 8 maart 2005 (6854/2005 — C6-0074/2005),

gelet op het EG-Verdrag, inzonderheid artikel 276,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), inzonderheid artikel 185, en Verordening (EG) nr. 1649/2003 van de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1365/75 betreffende de oprichting van een Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden, alsmede tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 1417/76 (3), inzonderheid artikel 16,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid artikel 94 van Verordening (EG, uratom) nr. 2343/2002,

gelet op de artikelen 70 en 71, alsmede bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A6-0074/2005),

1.

verleent kwijting aan de directeur van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden voor de uitvoering van de begroting van de Stichting voor het begrotingsjaar 2003;

2.

geeft zijn opmerkingen in de begeleidende resolutie;

3.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de begeleidende resolutie te doen toekomen aan de directeur van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en zorg te dragen voor de publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).


(1)  PB C 324 van 30.12.2004, blz. 75.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 245 van 29.9.2003, blz. 25.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

2.

Resolutie van het Europees Parlement houdende opmerkingen bij het besluit over het verlenen van kwijting aan de directeur van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden voor de uitvoering van de begroting van de Stichting voor het begrotingsjaar 2003 (N6-0208/2004 — C6-0227/2004 — 2004/2060(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden voor het begrotingsjaar 2003, vergezeld van de antwoorden van de Stichting (1),

gezien de aanbeveling van de Raad van 8 maart 2005 (6854/2005 — C6-0074/2005),

gelet op het EG-Verdrag, inzonderheid artikel 276,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), inzonderheid artikel 185, en Verordening (EG) nr. 1649/2003 van de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1365/75 betreffende de oprichting van een Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden, alsmede tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 1417/76 (3), inzonderheid artikel 16,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid artikel 94 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002,

gelet op de artikelen 70 en 71, alsmede bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A6-0074/2005),

A.

overwegende dat de Rekenkamer in haar bovengenoemde verslag verklaart dat zij redelijke zekerheid heeft verkregen dat de jaarrekening van het per 31 december 2003 afgesloten begrotingsjaar betrouwbaar is en dat de onderliggende verrichtingen over het geheel genomen wettig en regelmatig zijn,

B.

overwegende dat het Europees Parlement op 21 april 2004 kwijting (5) heeft verleend aan de directeur van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden voor de uitvoering van de begroting van de Stichting voor het begrotingsjaar 2002, waarbij het Parlement in zijn resolutie onder andere:

de Stichting verzocht de transparantie van haar aanbestedingsprocedures te verbeteren,

de Stichting complimenteerde met haar inspanningen om overdrachten van kredieten te beperken en haar ertoe aanmoedigde de positieve resultaten van deze inspanningen met andere agentschappen te delen, teneinde de beste praktijken in verband met kredietoverdrachten te verspreiden,

1.

neemt kennis van de volgende cijfers in de rekeningen van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden voor de begrotingsjaren 2003 en 2002;

Winst- en verliesrekening over de begrotingsjaren 2003 en 2002

(in EUR x 1000)

 

2003

2002

Ontvangsten

Subsidies van de Commissie

17 090

16 500

Diverse ontvangsten

47

62

Financiële inkomsten

35

57

Totaal ontvangsten (a)

17 172

16 619

Uitgaven

Personeel — Titel I van de begroting

Betalingen

8 927

9 111

Overgedragen kredieten

109

216

Huishoudelijke uitgaven — Titel II van de begroting

Betalingen

968

938

Overgedragen kredieten

224

683

Beleidsuitgaven — Titel III van de begroting

Betalingen

3 733

3 290

Overgedragen kredieten

2 817

3 105

Totaal uitgaven (b)

16 778

17 343

Resultaat van het begrotingsjaar (a - b)

394

- 724

Uit het vorige begrotingsjaar overgedragen saldo

-1 836

-1 209

Geannuleerde overgedragen kredieten

118

81

Niet-gebruikte heraanwendingen uit het begrotingsjaar

19

13

Geïnde ontvangsten Phare

639

0

Te innen ontvangsten Phare

361

0

Uitgaven Phare

-1 000

0

Wisselkoersverschillen

9

3

Saldo van het begrotingsjaar

-1 296

-1 836

Bron: Gegevens van de Stichting. Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens van de Stichting in haar eigen rekening.

2.

verwacht dat de Stichting, in overeenstemming met de desbetreffende opmerking van de Rekenkamer, met ingang van heden buiten de begroting om ontvangen subsidies of toewijzingen op correcte wijze in haar begroting opneemt;

3.

verzoekt de Stichting door te gaan met het ontwikkelen van synergieën met andere agentschappen, in het bijzonder met het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk en Eurostat, teneinde overlappingen te vermijden en voort te bouwen op complementaire elementen op het gebied van gemeenschappelijke thematische verantwoordelijkheden; verwacht dat dergelijke synergieën worden versterkt via onderlinge uitwisseling van informatie over de beste praktijken, teneinde de resultaten te verbeteren;

4.

is verheugd over het beleid inzake gelijke kansen en over de mainstreaming in de activiteiten van de Stichting; moedigt de Stichting ertoe aan deze beleidsdomeinen follow-up te geven en geregeld te evalueren, teneinde ervoor te zorgen dat het wordt uitgevoerd;

5.

is ingenomen met de inzet van de Stichting voor het verspreiden van haar bevindingen onder burgers, alsook met de maatregelen die de Stichting heeft genomen om haar voorlichtings- en communicatiestrategie verder te ontwikkelen en te versterken;

Algemene punten ten aanzien van de Commissie en de agentschappen

6.

herinnert aan zijn standpunt dat — hoewel het de inspanningen van de Commissie om te komen tot een beperkt aantal modellen, tenminste voor toekomstige „regelgevende” agentschappen, heeft gesteund — de structuur van bestaande en toekomstige agentschappen diepgaande bezinning op interinstitutioneel niveau verdient; benadrukt voorts dat alvorens de Commissie de randvoorwaarden voor het gebruik van regelgevende agentschappen formuleert, in een interinstitutioneel akkoord gemeenschappelijke richtsnoeren moeten worden vastgelegd, en dat dit dient te gebeuren voordat een geharmoniseerd kader voor de agentschappen wordt opgezet;

7.

neemt kennis van het standpunt van de Commissie (6) ten aanzien van het delegeren van verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van taken aan andere organen, met inbegrip van agentschappen, dan de eigen diensten van de Commissie; is van opvatting dat dit niet beantwoordt aan het verzoek van het Parlement om diepgaande bezinning op interinstitutioneel niveau over de structuur van bestaande agentschappen; verzoekt de Commissie derhalve duidelijkheid te verschaffen over dit punt en over het toekomstige alomvattende interinstitutionele akkoord in verband met de nieuwe regelingen die moeten worden opgezet in of parallel aan de financiële vooruitzichten (7);

8.

verzoekt de Commissie op middellange termijn, bijvoorbeeld volgens een vaste driejaarlijkse cyclus, een transversale analyse te organiseren en uit te voeren van de evaluaties die van afzonderlijke agentschappen zijn gemaakt, teneinde

a)

conclusies te trekken over de samenhang van de werkzaamheden van het agentschap met EU-beleid in het algemeen en over de synergieën die bestaan of moeten worden ontwikkeld tussen de agentschappen en de diensten van de Commissie, alsook over het vermijden van overlapping;

b)

een beoordeling te geven van de bredere Europese toegevoegde waarde van de resultaten van de agentschappen op hun afzonderlijke werkterreinen, en van de relevantie, efficiëntie en effectiviteit van het agentschapsmodel bij de uitvoering van of het leveren van een bijdrage tot beleid van de EU;

c)

de impact van de activiteiten van de agentschappen te bepalen en te versterken op het punt van de nabijheid, de toegankelijkheid en de zichtbaarheid van de EU voor haar burgers;

9.

verwacht dat een dergelijke alomvattende analyse uiterlijk eind 2005 beschikbaar is, zodat de periode van drie jaar vanaf de invoering van het Financieel Reglement en het daaruit voortvloeiende nieuwe kader in het agentschappensysteem wordt bestreken;

10.

verzoekt de agentschappen actief mee te werken aan dit proces en met de Commissie samen te werken door informatie te verstrekken over kwesties die zij van belang achten voor hun functioneren, hun rol, hun opdracht en hun behoeften, alsook over elke andere aangelegenheid die de kwijtingsprocedure zou kunnen verbeteren, teneinde bij te dragen tot het welslagen van het proces; verzoekt de agentschappen dergelijke informatie ook door te geven aan zijn bevoegde commissies;

11.

roept de Commissie ertoe op om, parallel aan dit proces, uiterlijk eind 2005 te komen met voorstellen voor wijzigingen die moeten worden aangebracht in de oprichtingsbesluiten van bestaande agentschappen, teneinde, onder andere, haar betrekkingen met de agentschappen te optimaliseren; dergelijke voorstellen dienen gericht te zijn op:

a)

verbetering van de communicatie tussen de Commissie en de agentschappen;

b)

het initiëren of uitbreiden van samenwerking bij het vastellen van behoeften waarin moet worden voorzien, bij het vaststellen van doelstellingen en resultaten die moeten worden behaald, inclusief de daarvoor noodzakelijke strategie, evenals bij het vaststellen van normen voor toezicht en evaluatie;

c)

versterking van aanvullende maatregelen, een betere organisatie van de noodzakelijke hulpbronnen en de daadwerkelijke toewijzing ervan om tot resultaten te komen, en het formuleren van voorlichtingsstrategie voor het verspreiden van deze resultaten;

12.

benadrukt dat, alvorens enig besluit over een voorstel tot oprichting van een nieuw agentschap wordt genomen, de Commissie een nauwgezette evaluatie dient te maken van de noodzaak en de toegevoegde waarde van de taken van dit agentschap, daarbij rekening houdend met bestaande structuren en de beginselen van subsidiariteit, begrotingsdiscipline en vereenvoudiging van procedures;

13.

verwacht van de Commissie dat zij spoedig de richtsnoeren voor het personeelsbeleid van de agentschappen voorlegt, die het Parlement al voor het einde van de begrotingsprocedure 2005 van de Commissie had willen ontvangen;

Algemene punten ten aanzien van de agentschappen

14.

verwacht met ingang van heden, in overeenstemming met artikel 72, lid 5, van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002, van elk van de agentschappen het verslag te ontvangen waarin melding wordt gemaakt van de audits die zijn uitgevoerd door de interne controleur, de daarbij gevoegde aanbevelingen en het gevolg dat aan deze aanbevelingen is gegeven;

15.

verzoekt de agentschappen verdere inspanningen te verrichten om het Statuut van de ambtenaren en de regeling die van toepassing is op andere personeelsleden op correcte wijze toe te passen op hun personeel (aanwervingsprocedures, besluitvorming, persoonlijke dossiers, berekening van salarissen en andere toelagen en vergoedingen, bevorderingsbeleid, vacaturepercentages, quota's in verband met de eerbiediging van de gender-gelijkheid, enz.);

16.

stelt vast dat, in het algemeen, de percentages mannen en vrouwen in de algehele personeelsbezetting bij de agentschappen laten zien dat er sprake is van een onevenwichtige verdeling van mannen en vrouwen; betreurt dat circa een derde deel van het personeel bestaat uit mannen en dat zij oververtegenwoordigd zijn op posten met een hoge rang, terwijl vrouwen in het algemeen oververtegenwoordigd zijn op posten met een lage rang; verwacht dat de agentschappen onmiddellijk doeltreffende maatregelen nemen om deze situatie te corrigeren;

17.

verzoekt de agentschappen ervoor te zorgen dat alle van toepassing zijnde bepalingen van Richtlijn 2002/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 september 2002 tot wijziging van Richtlijn 76/207/EEG van de Raad betreffende de tenuitvoerlegging van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen ten aanzien van de toegang tot het arbeidsproces, de beroepsopleiding en de promotiekansen, en ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden (8), in hun personeelsbeleid worden opgenomen;

18.

verwacht dat de agentschappen, in antwoord op de desbetreffende opmerkingen van de Rekenkamer, de begrotingsbeginselen zoals vastgelegd in het Financieel Reglement volledig zullen naleven, in het bijzonder de beginselen van eenheid en begrotingswaarachtigheid; verzoekt de agentschappen, voor zover zulks nog niet het geval is, volledig te voldoen aan de boekhoudkundige vereisten van het Financieel Reglement en hun procedures voor intern beheer en interne controle verder te versterken, teneinde verantwoording, transparantie en toegevoegde Europese waarde te vergroten;

19.

moedigt de agentschappen, met name de agentschappen wier werkzaamheden overeenkomsten vertonen met de activiteiten of taken van andere, ertoe aan hun samenwerking te vergroten, teneinde aldus mogelijkheden te creëren voor het ontwikkelen van synergieën; verzoekt deze agentschappen om, waar passend, dergelijke samenwerkingsvormen te formaliseren met behulp van specifieke overeenkomsten (gezamenlijke verklaringen, memoranda van overeenstemming, besluiten over gezamenlijke planning en gezamenlijke elkaar aanvullende acties/programma's), teneinde ervoor te zorgen dat er geen dubbel werk wordt gedaan, dat de output van elk agentschap duidelijk wordt vastgesteld en dat het resultaat van de gezamenlijke inspanningen de toegevoegde waarde en impact van hun werkzaamheden maximaliseert; verwacht regelmatig over deze kwestie te worden geïnformeerd;

20.

verzoekt de agentschappen speciale aandacht te schenken aan procedures voor het gunnen en het beheren van contracten; verzoekt hun alle passende maatregelen met betrekking tot hun administratieve structuren te nemen om hun interne-controleprocedures, kanalen en beheer te versterken; is van mening dat dergelijke maatregelen, waar nodig en uitvoerbaar, zouden kunnen bestaan in het opzetten van gespecialiseerde eenheden die tot taak hebben om, op basis van risico-analyses, advies te geven over de beste manier om gunningsprocedures op te stellen, te zorgen voor toezicht en waar nodig follow-up te geven; roept de Commissie en de Rekenkamer ertoe op de samenwerking met de agentschappen op dit punt te versterken;

21.

neemt kennis van de door enkele directeuren, met name van de „nieuw opgerichte” agentschappen, genoemde moeilijkheden die agentschappen hebben met betrekking tot het naleven van het tijdschema en de termijnen voor verslaglegging die in het Financieel Reglement zijn vastgelegd; verzoekt de directeuren van agentschappen om, met het oog op de komende herziening van het Financieel Reglement in 2005, de Begrotingscommissie en de Commissie begrotingscontrole in kennis te stellen van de moeilijkheden die zij tot dusver hebben ondervonden, zodat daarmee rekening kan worden gehouden in de overwegingen in het kader van de herziening; verwacht dat de directeuren komen met specifieke voorstellen voor andere regelingen met betrekking tot verslagleggingstermijnen die het best overeenkomen met hun wijze van werken, echter zonder te tornen aan de verslagleggingsverplichtingen die zijn vastgelegd in het Financieel Reglement;

22.

neemt kennis van de positieve reactie van de directeuren op de oproep van de voor de kwijting bevoegde commissie om een nauwkeuriger communicatiesysteem op te zetten, met name op het punt van de door de agentschappen aan deze commissie te verstrekken documenten in verband met de verslagleggingsverplichtingen van de agentschappen; is van mening dat een betere organisatie van deze communicatie de samenwerking met de agentschappen, alsook de democratische controle zal versterken;

23.

verzoekt de directeuren van de agentschappen om met ingang van heden hun jaarlijkse activiteitenverslag, dat samen met financiële en beheersgegevens wordt gepresenteerd, vergezeld te doen gaan van een betrouwbaarheidsverklaring ten aanzien van de wettigheid en de regelmatigheid van werkzaamheden, analoog aan de verklaringen die de directeuren-generaal van de Commissie ondertekenen;

24.

verzoekt de agentschappen een alomvattende voorlichtingsstrategie te ontwikkelen met het oog op de behoefte de resultaten van hun werkzaamheden, in passende vorm, beschikbaar te maken voor het grote publiek in plaats van deze alleen te presenteren aan de Europese instellingen, bevoegde instanties van de lidstaten, specialisten, partners of specifieke begunstigden; verzoekt de agentschappen om met het oog op het ontwikkelen van een dergelijke strategie hun samenwerking te intensiveren en informatie uit te wisselen over de beste methodes om dit doel te bereiken; verwacht dat de agentschappen zijn bevoegde commissies vóór de volgende kwijtingsprocedure naar behoren op de hoogte stellen van de voortgang bij de opstelling van de strategie, teneinde een doeltreffende en tijdige monitoring van hun activiteiten te waarborgen;

Algemene punten ten aanzien van de Rekenkamer en de agentschappen

25.

is ingenomen met het initiatief van de Rekenkamer om aan haar specifieke verslagen over afzonderlijke agentschappen een tabel toe te voegen die beknopte informatie bevat over de bevoegdheden, het bestuur, de beschikbare hulpbronnen en de producten/output van het desbetreffende agentschap; is van mening dat dit de duidelijkheid en de transparantie van de werkzaamheden van deze Gemeenschapsorganen ten goede komt, terwijl tegelijkertijd een nuttige basis wordt verschaft voor vergelijking, waar passend, met het oog op het creëren van het geharmoniseerde kader voor de agentschappen waar het Parlement om heeft gevraagd;

26.

verzoekt de Rekenkamer en de agentschappen hun samenwerking te versterken, teneinde de procedures en technische instrumenten voor een goed beheer van alle financiële en begrotingskwesties te verbeteren, met het oogmerk een methodologie op te stellen waarmee het pad wordt geëffend voor een positieve kwijting vanaf de start van de procedure; verwacht regelmatig te worden geïnformeerd over de geboekte vooruitgang en de toepassing van de beste praktijken;

27.

verzoekt de Rekenkamer en de agentschappen de transparantie in de procédure contradictoire die voorafgaat aan het eindverslag van de Rekenkamer te vergroten, teneinde tegenstrijdigheden en ambiguïteiten die de geloofwaardig van de gehele exercitie in gevaar zouden kunnen brengen, te vermijden; verzoekt de Rekenkamer en de Commissie in verband hiermee te komen met een voorstel voor een uitvoerbare methode om informatie over verbeteringen die zijn aangebracht en/of problemen die zijn vastgesteld in de periode tussen de eerste bespreking van het ontwerpverslag van de Rekenkamer en het uiteindelijke besluit over de kwijting te actualiseren, teneinde het meest getrouwe beeld van de situatie bij de agentschappen te kunnen geven.


(1)  PB C 324 van 30.12.2004, blz. 75.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 245 van 29.9.2003, blz. 25.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

(5)  PB L 330 van 4.11.2004, blz. 53.

(6)  Zoals vastgelegd in Bijlage 1 bij de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement „Bouwen aan onze gemeenschappelijke toekomst — Beleidsuitdagingen en begrotingsmiddelen in de uitgebreide Unie 2007-2013” (COM(2004)0101, blz. 38).

(7)  Zie bijlage bij het Verslag van de Commissie over de follow-up van de kwijtingen 2002 (COM(2004)0648, blz. 108).

(8)  PB L 269 van 5.10.2002, blz. 15.

P6_TA(2005)0103

Kwijting 2003: Europees Milieuagentschap

 

1.

Besluit van het Europees Parlement over het verlenen van kwijting aan de uitvoerend directeur van het Europees Milieuagentschap voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2003 (N6-0209/2004 — C6-0228/2004 — 2004/2053(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Milieuagentschap voor het begrotingsjaar 2003, vergezeld van de antwoorden van het Agentschap (1),

gezien de aanbeveling van de Raad van 8 maart 2005 (6852/2005 — C6-0073/2005),

gelet op het EG-Verdrag, inzonderheid artikel 276,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), inzonderheid artikel 185, en Verordening (EG) nr. 1641/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 juli 2003 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1210/90 van de Raad inzake de oprichting van het Europees Milieuagentschap en het Europees Milieuobservatie- en -informatienetwerk (3), inzonderheid artikel 13,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid artikel 94 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002,

gelet op de artikelen 70 en 71, alsmede bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A6-0074/2005),

1.

verleent kwijting aan de uitvoerend directeur van het Europees Milieuagentschap voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2003;

2.

geeft zijn opmerkingen in de begeleidende resolutie;

3.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de begeleidende resolutie te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van het Europees Milieuagentschap, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en zorg te dragen voor de publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).


(1)  PB C 324 van 30.12.2004, blz. 23.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 245 van 29.9.2003, blz. 1.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

2.

Resolutie van het Europees Parlement houdende opmerkingen bij het besluit over het verlenen van kwijting aan de uitvoerend directeur van het Europees Milieuagentschap voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2003 (N6-0209/2004 — C6-0228/2004 — 2004/2053(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Milieuagentschap voor het begrotingsjaar 2003, vergezeld van de antwoorden van het Agentschap (1),

gezien de aanbeveling van de Raad van 8 maart 2005 (6852/2005 — C6-0073/2005),

gelet op het EG-Verdrag, inzonderheid artikel 276,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), inzonderheid artikel 185, en Verordening (EG) nr. 1641/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 juli 2003 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1210/90 van de Raad inzake de oprichting van het Europees Milieuagentschap en het Europees Milieuobservatie- en -informatienetwerk (3), inzonderheid artikel 13,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid artikel 94 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002,

gelet op de artikelen 70 en 71, alsmede bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A6-0074/2005),

A.

overwegende dat de Rekenkamer in haar bovengenoemde verslag verklaart dat zij redelijke zekerheid heeft verkregen dat de jaarrekening van het per 31 december 2003 afgesloten begrotingsjaar betrouwbaar is en dat de onderliggende verrichtingen over het geheel genomen wettig en regelmatig zijn,

B.

overwegende dat het Europees Parlement op 21 april 2004 kwijting (5) heeft verleend aan de directeur van het Europees Milieuagentschap voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2002, waarbij het Parlement in zijn resolutie onder andere:

uiting gaf aan zijn tevredenheid over de instelling door het Agentschap van een interne-auditdienst,

het Agentschap verzocht zijn analyse te geven van de mogelijkheid om gesplitste kredieten te gebruiken voor het financieren van overeenkomsten met de Europese Thematische Centra, als middel om kredietoverdrachten te beperken,

het Agentschap verzocht de situatie in verband met zijn archiveringssysteem te corrigeren en de tekortkomingen met betrekking tot bewijzen van betalingen, waarop door de Rekenkamer herhaaldelijk is gewezen, te herstellen,

1.

neemt kennis van de volgende cijfers in de rekeningen van het Europees Milieuagentschap voor de begrotingsjaren 2003 en 2002;

Winst- en verliesrekening over de begrotingsjaren 2003 en 2002

(in EUR x 1000)

 

2003

2002

Ontvangsten

Communautaire subsidies

21 380

18 749

Overige subsidies

8 423

1 136

Andere ontvangsten

89

198

Totaal ontvangsten (a)

29 891

20 083

Uitgaven

Personeel — Titel I van de begroting

Betalingen

11 123

9 714

Overgedragen kredieten

315

1 018

Huishoudelijke uitgaven — Titel II van de begroting

Betalingen

2 447

2 054

Overgedragen kredieten

395

247

Beleidsuitgaven — Titel III van de begroting

Betalingen

5 997

6 493

Overgedragen kredieten

7 008

5 611

Totaal uitgaven (b)

27 284

25 136

Resultaat van het begrotingsjaar (a - b)

2 607

-5 053

Uit het vorige begrotingsjaar overgedragen saldo

-7 427

-3 275

Geannuleerde overgedragen kredieten

617

889

Niet-gebruikte heraanwendingen uit het vorige begrotingsjaar

36

8

Wisselkoersverschillen

- 4

4

Overlopend

- 18

0

Saldo van het begrotingsjaar

-4 190

-7 427

N.B.: De totalen kunnen afwijkingen vertongen door afrondingen.

Bron: Gegevens van het Agentschap — Deze tabellen vormen een samenvatting van de gegevens van het Agentschap in zijn eigen rekening.

2.

neemt kennis van de opmerking van de Rekenkamer over het feit dat het Agentschap bij de vaststelling van vorderingen niet stelselmatig invorderingsopdrachten afgeeft, alsook van het antwoord van het Agentschap dat het zich met ingang van heden strikt zal houden aan de voorschriften van het Financieel Reglement op dit gebied;

3.

is ingenomen met de maatregelen die het Agentschap heeft genomen om zijn capaciteit voor het behandelen van financiële verrichtingen te versterken, alsook met de voorbereidingen die het Agentschap treft voor de invoering van een boekhouding op transactiebasis; verwacht volledig te worden geïnformeerd over de behaalde resultaten van het Agentschap tijdens de presentatie door de directeur van het jaarlijkse activiteitenverslag voor het begrotingsjaar 2004;

4.

is verheugd over het beleide inzake gelijke kansen en over de mainstreaming in de activiteiten van het Agentschap; moedigt het Agentschap ertoe aan deze beleidsdomeinen follow-up te geven en geregeld te evalueren, teneinde ervoor te zorgen dat het wordt uitgevoerd;

5.

betreurt dat de uitsplitsing door het Agentschap van zijn personeelsbestand naar geslacht, categorie, nationaliteit en rang een evaluatie door het Europees Parlement van het evenwicht tussen vrouwen en mannen binnen en tussen categorieën en rangen onmogelijk maakt; verlangt dat dit in toekomst mogelijk wordt, daar dit een essentieel instrument is om gelijke-kansenplannen alsmede het evenwicht tussen de geslachten in een organisatie te beoordelen;

6.

beschouwt het Europees Milieuagentschap als een bron van belangrijke milieu-informatie voor alle EUinstellingen en de beleidsvorming; stelt met tevredenheid vast dat het Milieuagentschap erin is geslaagd bepaalde gecompliceerde technische gegevens om te zetten in gebruikersvriendelijke informatie en zijn conclusies bekend te maken aan het publiek;

7.

is ingenomen met de strategie van het Agentschap voor de communicatie met de burgers; moedigt het Agentschap ertoe aan deze strategie voortdurend verder te ontwikkelen en te evalueren;

8.

benadrukt dat het effect van milieuprogramma's vaak wordt belemmerd door het gebrek aan beoordelingen van de milieu-effecten van andere wetgeving en programma's van de Gemeenschap; is van mening dat het Agentschap de beleidsvorming zou kunnen ondersteunen door zijn werkzaamheden op het gebied van de milieu-effectbeoordelingen verder te ontwikkelen;

Algemene punten ten aanzien van de Commissie en de agentschappen

9.

herinnert aan zijn standpunt dat — hoewel het de inspanningen van de Commissie om te komen tot een beperkt aantal modellen, tenminste voor toekomstige „regelgevende” agentschappen, heeft gesteund — de structuur van bestaande en toekomstige agentschappen diepgaande bezinning op interinstitutioneel niveau verdient; benadrukt voorts dat alvorens de Commissie de randvoorwaarden voor het gebruik van regelgevende agentschappen formuleert, in een interinstitutioneel akkoord gemeenschappelijke richtsnoeren moeten worden vastgelegd, en dat dit dient te gebeuren voordat een geharmoniseerd kader voor de agentschappen wordt opgezet;

10.

neemt kennis van het standpunt van de Commissie (6) ten aanzien van het delegeren van verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van taken aan andere organen, met inbegrip van agentschappen, dan de eigen diensten van de Commissie; is van opvatting dat dit niet beantwoordt aan het verzoek van het Parlement om diepgaande bezinning op interinstitutioneel niveau over de structuur van bestaande agentschappen; verzoekt de Commissie derhalve duidelijkheid te verschaffen over dit punt en over het toekomstige alomvattende interinstitutionele akkoord in verband met de nieuwe regelingen die moeten worden opgezet in of parallel aan de financiële vooruitzichten (7);

11.

verzoekt de Commissie op middellange termijn, bijvoorbeeld volgens een vaste driejaarlijkse cyclus, een transversale analyse te organiseren en uit te voeren van de evaluaties die van afzonderlijke agentschappen zijn gemaakt, teneinde:

a)

conclusies te trekken over de samenhang van de werkzaamheden van het agentschap met EU-beleid in het algemeen en over de synergieën die bestaan of moeten worden ontwikkeld tussen de agentschappen en de diensten van de Commissie, alsook over het vermijden van overlapping;

b)

een beoordeling te geven van de bredere Europese toegevoegde waarde van de resultaten van de agentschappen op hun afzonderlijke werkterreinen, en van de relevantie, efficiëntie en effectiviteit van het agentschapsmodel bij de uitvoering van of het leveren van een bijdrage tot beleid van de EU;

c)

de impact van de activiteiten van de agentschappen te bepalen en te versterken op het punt van de nabijheid, de toegankelijkheid en de zichtbaarheid van de EU voor haar burgers;

12.

verwacht dat een dergelijke alomvattende analyse uiterlijk eind 2005 beschikbaar is, zodat de periode van drie jaar vanaf de invoering van het Financieel Reglement en het daaruit voortvloeiende nieuwe kader in het agentschappensysteem wordt bestreken;

13.

verzoekt de agentschappen actief mee te werken aan dit proces en met de Commissie samen te werken door informatie te verstrekken over kwesties die zij van belang achten voor hun functioneren, hun rol, hun opdracht en hun behoeften, alsook over elke andere aangelegenheid die de kwijtingsprocedure zou kunnen verbeteren, teneinde bij te dragen tot het welslagen van het proces; verzoekt de agentschappen dergelijke informatie ook door te geven aan zijn bevoegde commissies;

14.

roept de Commissie ertoe op om, parallel aan dit proces, uiterlijk eind 2005 te komen met voorstellen voor wijzigingen die moeten worden aangebracht in de oprichtingsbesluiten van bestaande agentschappen, teneinde, onder andere, haar betrekkingen met de agentschappen te optimaliseren; dergelijke voorstellen dienen gericht te zijn op:

a)

verbetering van de communicatie tussen de Commissie en de agentschappen;

b)

het initiëren of uitbreiden van samenwerking bij het vastellen van behoeften waarin moet worden voorzien, bij het vaststellen van doelstellingen en resultaten die moeten worden behaald, inclusief de daarvoor noodzakelijke strategie, evenals bij het vaststellen van normen voor toezicht en evaluatie;

c)

versterking van aanvullende maatregelen, een betere organisatie van de noodzakelijke hulpbronnen en de daadwerkelijke toewijzing ervan om tot resultaten te komen, en het formuleren van voorlichtingsstrategie voor het verspreiden van deze resultaten;

15.

benadrukt dat, alvorens enig besluit over een voorstel tot oprichting van een nieuw agentschap wordt genomen, de Commissie een nauwgezette evaluatie dient te maken van de noodzaak en de toegevoegde waarde van de taken van dit agentschap, daarbij rekening houdend met bestaande structuren en de beginselen van subsidiariteit, begrotingsdiscipline en vereenvoudiging van procedures;

16.

verwacht van de Commissie dat zij spoedig de richtsnoeren voor het personeelsbeleid van de agentschappen voorlegt, die het Parlement al voor het einde van de begrotingsprocedure 2005 van de Commissie had willen ontvangen;

Algemene punten ten aanzien van de agentschappen

17.

verwacht met ingang van heden, in overeenstemming met artikel 72, lid 5, van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002, van elk van de agentschappen het verslag te ontvangen waarin melding wordt gemaakt van de audits die zijn uitgevoerd door de interne controleur, de daarbij gevoegde aanbevelingen en het gevolg dat aan deze aanbevelingen is gegeven;

18.

verzoekt de agentschappen verdere inspanningen te verrichten om het Statuut van de ambtenaren en de regeling die van toepassing is op andere personeelsleden op correcte wijze toe te passen op hun personeel (aanwervingsprocedures, besluitvorming, persoonlijke dossiers, berekening van salarissen en andere toelagen en vergoedingen, bevorderingsbeleid, vacaturepercentages, quota's in verband met de eerbiediging van de gender-gelijkheid, enz.);

19.

stelt vast dat, in het algemeen, de percentages mannen en vrouwen in de algehele personeelsbezetting bij de agentschappen laten zien dat er sprake is van een onevenwichtige verdeling van mannen en vrouwen; betreurt dat circa een derde deel van het personeel bestaat uit mannen en dat zij oververtegenwoordigd zijn op posten met een hoge rang, terwijl vrouwen in het algemeen oververtegenwoordigd zijn op posten met een lage rang; verwacht dat de agentschappen onmiddellijk doeltreffende maatregelen nemen om deze situatie te corrigeren;

20.

verzoekt de agentschappen ervoor te zorgen dat alle van toepassing zijnde bepalingen van Richtlijn2002/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 september 2002 tot wijziging van Richtlijn76/207/EEG van de Raad betreffende de tenuitvoerlegging van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen ten aanzien van de toegang tot het arbeidsproces, de beroepsopleiding en de promotiekansen, en ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden (8), in hun personeelsbeleid worden opgenomen;

21.

verwacht dat de agentschappen, in antwoord op de desbetreffende opmerkingen van de Rekenkamer, de begrotingsbeginselen zoals vastgelegd in het Financieel Reglement volledig zullen naleven, in het bijzonder de beginselen van eenheid en begrotingswaarachtigheid; verzoekt de agentschappen, voor zover zulks nog niet het geval is, volledig te voldoen aan de boekhoudkundige vereisten van het Financieel Reglement en hun procedures voor intern beheer en interne controle verder te versterken, teneinde verantwoording, transparantie en toegevoegde Europese waarde te vergroten;

22.

moedigt de agentschappen, met name de agentschappen wier werkzaamheden overeenkomsten vertonen met de activiteiten of taken van andere, ertoe aan hun samenwerking te vergroten, teneinde aldus mogelijkheden te creëren voor het ontwikkelen van synergieën; verzoekt deze agentschappen om, waar passend, dergelijke samenwerkingsvormen te formaliseren met behulp van specifieke overeenkomsten (gezamenlijke verklaringen, memoranda van overeenstemming, besluiten over gezamenlijke planning en gezamenlijke elkaar aanvullende acties/programma's), teneinde ervoor te zorgen dat er geen dubbel werk wordt gedaan, dat de output van elk agentschap duidelijk wordt vastgesteld en dat het resultaat van de gezamenlijke inspanningen de toegevoegde waarde en impact van hun werkzaamheden maximaliseert; verwacht regelmatig over deze kwestie te worden geïnformeerd;

23.

verzoekt de agentschappen speciale aandacht te schenken aan procedures voor het gunnen en het beheren van contracten; verzoekt hun alle passende maatregelen met betrekking tot hun administratieve structuren te nemen om hun interne-controleprocedures, kanalen en beheer te versterken; is van mening dat dergelijke maatregelen, waar nodig en uitvoerbaar, zouden kunnen bestaan in het opzetten van gespecialiseerde eenheden die tot taak hebben om, op basis van risico-analyses, advies te geven over de beste manier om gunningsprocedures op te stellen, te zorgen voor toezicht en waar nodig follow-up te geven; roept de Commissie en de Rekenkamer ertoe op de samenwerking met de agentschappen op dit punt te versterken;

24.

neemt kennis van de door enkele directeuren, met name van de „nieuw opgerichte” agentschappen, genoemde moeilijkheden die agentschappen hebben met betrekking tot het naleven van het tijdschema en de termijnen voor verslaglegging die in het Financieel Reglement zijn vastgelegd; verzoekt de directeuren van agentschappen om, met het oog op de komende herziening van het Financieel Reglement in 2005, de Begrotingscommissie en de Commissie begrotingscontrole in kennis te stellen van de moeilijkheden die zij tot dusver hebben ondervonden, zodat daarmee rekening kan worden gehouden in de overwegingen in het kader van de herziening; verwacht dat de directeuren komen met specifieke voorstellen voor andere regelingen met betrekking tot verslagleggingstermijnen die het best overeenkomen met hun wijze van werken, echter zonder te tornen aan de verslagleggingsverplichtingen die zijn vastgelegd in het Financieel Reglement;

25.

neemt kennis van de positieve reactie van de directeuren op de oproep van de voor de kwijting bevoegde commissie om een nauwkeuriger communicatiesysteem op te zetten, met name op het punt van de door de agentschappen aan deze commissie te verstrekken documenten in verband met de verslagleggingsverplichtingen van de agentschappen; is van mening dat een betere organisatie van deze communicatie de samenwerking met de agentschappen, alsook de democratische controle zal versterken;

26.

verzoekt de directeuren van de agentschappen om met ingang van heden hun jaarlijkse activiteitenverslag, dat samen met financiële en beheersgegevens wordt gepresenteerd, vergezeld te doen gaan van een betrouwbaarheidsverklaring ten aanzien van de wettigheid en de regelmatigheid van werkzaamheden, analoog aan de verklaringen die de directeuren-generaal van de Commissie ondertekenen;

27.

verzoekt de agentschappen een alomvattende voorlichtingsstrategie te ontwikkelen met het oog op de behoefte de resultaten van hun werkzaamheden, in passende vorm, beschikbaar te maken voor het grote publiek in plaats van deze alleen te presenteren aan de Europese instellingen, bevoegde instanties van de lidstaten, specialisten, partners of specifieke begunstigden; verzoekt de agentschappen om met het oog op het ontwikkelen van een dergelijke strategie hun samenwerking te intensiveren en informatie uit te wisselen over de beste methodes om dit doel te bereiken; verwacht dat de agentschappen zijn bevoegde commissies vóór de volgende kwijtingsprocedure naar behoren op de hoogte stellen van de voortgang bij de opstelling van de strategie, teneinde een doeltreffende en tijdige monitoring van hun activiteiten te waarborgen;

Algemene punten ten aanzien van de Rekenkamer en de agentschappen

28.

is ingenomen met het initiatief van de Rekenkamer om aan haar specifieke verslagen over afzonderlijke agentschappen een tabel toe te voegen die beknopte informatie bevat over de bevoegdheden, het bestuur, de beschikbare hulpbronnen en de producten/output van het desbetreffende agentschap; is van mening dat dit de duidelijkheid en de transparantie van de werkzaamheden van deze Gemeenschapsorganen ten goede komt, terwijl tegelijkertijd een nuttige basis wordt verschaft voor vergelijking, waar passend, met het oog op het creëren van het geharmoniseerde kader voor de agentschappen waar het Parlement om heeft gevraagd;

29.

verzoekt de Rekenkamer en de agentschappen hun samenwerking te versterken, teneinde de procedures en technische instrumenten voor een goed beheer van alle financiële en begrotingskwesties te verbeteren, met het oogmerk een methodologie op te stellen waarmee het pad wordt geëffend voor een positieve kwijting vanaf de start van de procedure; verwacht regelmatig te worden geïnformeerd over de geboekte vooruitgang en de toepassing van de beste praktijken;

30.

verzoekt de Rekenkamer en de agentschappen de transparantie in de procédure contradictoire die voorafgaat aan het eindverslag van de Rekenkamer te vergroten, teneinde tegenstrijdigheden en ambiguïteiten die de geloofwaardig van de gehele exercitie in gevaar zouden kunnen brengen, te vermijden; verzoekt de Rekenkamer en de Commissie in verband hiermee te komen met een voorstel voor een uitvoerbare methode om informatie over verbeteringen die zijn aangebracht en/of problemen die zijn vastgesteld in de periode tussen de eerste bespreking van het ontwerpverslag van de Rekenkamer en het uiteindelijke besluit over de kwijting te actualiseren, teneinde het meest getrouwe beeld van de situatie bij de agentschappen te kunnen geven.


(1)  PB C 324 van 30.12.2004, blz. 23.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 245 van 29.9.2003, blz. 1.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

(5)  PB L 330 van 4.11.2004, blz. 14.

(6)  Zoals vastgelegd in Bijlage 1 bij de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement „Bouwen aan onze gemeenschappelijke toekomst — Beleidsuitdagingen en begrotingsmiddelen in de uitgebreide Unie 2007-2013” (COM(2004)0101, blz. 38).

(7)  Zie bijlage bij het Verslag van de Commissie over de follow-up van de kwijtingen 2002 (COM(2004)0648, blz. 108).

(8)  PB L 269 van 5.10.2002, blz. 15.

P6_TA(2005)0104

Kwijting 2003: Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk

 

1.

Besluit van het Europees Parlement over het verlenen van kwijting aan de directeur van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2003 (N6-0213/2004 — C6-0232/2004 — 2004/2061(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk, vergezeld van de antwoorden van het Agentschap (1),

gezien de aanbeveling van de Raad van 8 maart 2005 (6851/2005 — C6-0069/2005),

gelet op het EG-Verdrag, inzonderheid artikel 276,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), inzonderheid artikel 185, en Verordening (EG) nr. 1654/2003 van de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2062/94 tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk (3), inzonderheid artikel 14,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid artikel 94 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002,

gelet op de artikelen 70 en 71, alsmede bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A6-0074/2005),

1.

verleent kwijting aan de directeur van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2003;

2.

geeft zijn opmerkingen in de begeleidende resolutie;

3.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de begeleidende resolutie te doen toekomen aan de directeur van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en zorg te dragen voor de publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).


(1)  PB C 324 van 30.12.2004, blz. 1.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 245 van 29.9.2003, blz. 38.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

2.

Resolutie van het Europees Parlement houdende opmerkingen bij het besluit over het verlenen van kwijting aan de directeur van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2003 (N6-0213/2004 — C6-0232/2004 — 2004/2061(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk, vergezeld van de antwoorden van het Agentschap (1),

gezien de aanbeveling van de Raad van 8 maart 2005 (6851/2005 — C6-0069/2005),

gelet op het EG-Verdrag, inzonderheid artikel 276,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), inzonderheid artikel 185, en Verordening (EG) nr. 1654/2003 van de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2062/94 tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk (3), inzonderheid artikel 14,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid artikel 94 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002,

gelet op de artikelen 70 en 71, alsmede bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A6-0074/2005),

A.

overwegende dat de Rekenkamer in haar bovengenoemde verslag verklaart dat zij redelijke zekerheid heeft verkregen dat de jaarrekening van het per 31 december 2003 afgesloten begrotingsjaar betrouwbaar is en dat de onderliggende verrichtingen over het geheel genomen wettig en regelmatig zijn,

B.

overwegende dat het Europees Parlement op 21 april 2004 kwijting (5) heeft verleend aan de directeur van het Agentschap voor de uitvoering van de begroting van het Bureau voor het begrotingsjaar 2002, waarbij het Parlement in zijn resolutie onder andere:

aandrong op de noodzaak voor het Agentschap om de programmering van zijn activiteiten te verbeteren, teneinde het grote aantal kredietoverdrachten te verminderen,

het Agentschap verzocht gebruik te maken van de ervaringen met het beheer van de financieringsregeling voor KMO's in 2002, teneinde grotere strengheid en meer waar voor het geld in komende regelingen te waarborgen,

1.

neemt kennis van de volgende cijfers in de rekeningen van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk voor de begrotingsjaren 2003 en 2002;

Winst- en verliesrekening over de begrotingsjaren 2003 en 2002

(in EUR x 1000)

 

2003

2002

Ontvangsten

Communautaire subsidies

11 641

12 324

Overige subsidies

66

252

Andere ontvangsten

157

81

Ontvangsten Phare

824

0

Totaal ontvangsten (a)

12 688

12 657

Uitgaven

Personeel — Titel I van de begroting

Betalingen

3 245

3 024

Overgedragen kredieten

87

136

Huishoudelijke uitgaven — Titel II van de begroting

Betalingen

1 146

1 140

Overgedragen kredieten

186

247

Beleidsuitgaven — Titel III van de begroting

Betalingen

2 559

2 030

Overgedragen kredieten

5 859

5 623

Uitgaven Phare

Betalingen

548

0

Overgedragen kredieten

502

0

Totaal uitgaven (b)

14 131

12 199

Resultaat van het begrotingsjaar (c = a - b)  (6)

-1 443

458

Uit het vorige begrotingsjaar overgedragen saldo

-1 108

-2 185

Geannuleerde overgedragen kredieten

766

609

Niet-gebruikte heraanwendingen uit het vorige begrotingsjaar

1

0

Betalingen ten laste van in 2002 geannuleerde verplichting

- 191

0

Wisselkoersverschillen

4

4

Overlopend

- 16

7

Resultaat van het begrotingsjaar exclusief economische correcties (d)

-1 987

-1 108

Nog in te vorderen begrotingsontvangsten

850

0

Nog in te vorderen andere ontvangsten

3

0

Aankoop van materiele activa

207

0

Afschrijvingen (7)

- 186

0

Diverse uitgaven

- 1

0

Economische correcties (e)

873

0

Saldo van het begrotingsjaar (d + e)  (8)

-1 113

-1 108

N.B.: De totalen kunnen afwijkingen vertonen door afrondingen.

Bron: Gegevens van het Agentschap — Deze tabellen vormen een samenvatting van de gegevens van het Agentschap in zijn eigen rekening.

2.

neemt met voldoening nota van de inspanningen van het Agentschap die hebben geleid tot een aanzienlijke vermindering van de overdrachten van zijn operationele kredieten; deelt de opvatting van de Rekenkamer dat het niveau van de kredietoverdrachten nog steeds hoog is; verwacht dat het Agentschap nog meer inspanningen verricht om kredietoverdrachten te beperken;

3.

roept het Agentschap er in dit verband toe op een plan voor het beperken van kredietoverdrachten op te stellen, waarin jaarlijkse verminderingsdoelen worden vastgelegd die verenigbaar zijn met de uitvoeringscyclus van zijn werkprogramma;

4.

verzoekt het Agentschap duidelijk aan te geven welke van zijn uitvoerende activiteiten het best gediend zouden zijn met financiering door middel van gesplitste kredieten;

5.

herhaalt zijn oproep aan het Agentschap om een striktere programmering toe te passen en het toezicht op zijn operationele activiteiten te verbeteren; verzoekt het Agentschap zijn inspanningen voort te zetten om beter gerichte en realistischere doelstellingen te definiëren op operationeel gebied, zoals voorgesteld in de evaluatie van het Agentschap die de Commissie in 2003 heeft verricht;

6.

neemt kennis van de uitleg van het Agentschap met betrekking tot zijn inspanningen om zijn werkprogramma uit te voeren in samenwerking met een kleiner aantal thematische centra; verzoekt het Agentschap in zijn jaarlijks activiteitenverslag 2004 te analyseren welke lessen het heeft getrokken uit zijn samenwerking met de thematische centra, zoals bedoeld in oprichtingsverordening van het Agentschap, en daarbij de voor- en nadelen van dit soort samenwerkingsmodel toe te lichten; verzoekt het Agentschap voorts in zijn verslag de toegevoegde waarde van de tot dusver behaalde resultaten expliciet te vermelden; moedigt het Agentschap ertoe aan het toezicht en de controle op door thematische centra gedeclareerde kosten verder te versterken en te verzoeken om certificering van hun werkzaamheden door een externe auditor, zoals voorgesteld door de Rekenkamer;

7.

betreurt het ontbreken van een gelijke-kansenplan; verwacht dat het Agentschap zo spoedig mogelijk een dergelijk plan ontwikkelt, zodat het een werkgever met een gelijke-kansenbeleid wordt; verwacht dat het Agentschap niet alleen in de aanwervingsfase rekening houdt met gelijkheidskwesties, maar zich ook proactief en op de lange termijn inzet voor het bevorderen van de gelijkheid van de geslachten;

8.

is ingenomen met de inzet van het Agentschap om de burgers voor te lichten over zijn activiteiten; hoopt dat het Agentschap verdere maatregelen neemt om zijn voorlichtings- en communicatiestrategie te ontwikkelen en te versterken;

Algemene punten ten aanzien van de Commissie en de agentschappen

9.

herinnert aan zijn standpunt dat — hoewel het de inspanningen van de Commissie om te komen tot een beperkt aantal modellen, tenminste voor toekomstige „regelgevende” agentschappen, heeft gesteund — de structuur van bestaande en toekomstige agentschappen diepgaande bezinning op interinstitutioneel niveau verdient; benadrukt voorts dat alvorens de Commissie de randvoorwaarden voor het gebruik van regelgevende agentschappen formuleert, in een interinstitutioneel akkoord gemeenschappelijke richtsnoeren moeten worden vastgelegd, en dat dit dient te gebeuren voordat een geharmoniseerd kader voor de agentschappen wordt opgezet;

10.

neemt kennis van het standpunt van de Commissie (9) ten aanzien van het delegeren van verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van taken aan andere organen, met inbegrip van agentschappen, dan de eigen diensten van de Commissie; is van opvatting dat dit niet beantwoordt aan het verzoek van het Parlement om diepgaande bezinning op interinstitutioneel niveau over de structuur van bestaande agentschappen; verzoekt de Commissie derhalve duidelijkheid te verschaffen over dit punt en over het toekomstige alomvattende interinstitutionele akkoord in verband met de nieuwe regelingen die moeten worden opgezet in of parallel aan de financiële vooruitzichten (10);

11.

verzoekt de Commissie op middellange termijn, bijvoorbeeld volgens een vaste driejaarlijkse cyclus, een transversale analyse te organiseren en uit te voeren van de evaluaties die van afzonderlijke agentschappen zijn gemaakt, teneinde

a)

conclusies te trekken over de samenhang van de werkzaamheden van het agentschap met EU-beleid in het algemeen en over de synergieën die bestaan of moeten worden ontwikkeld tussen de agentschappen en de diensten van de Commissie, alsook over het vermijden van overlapping;

b)

een beoordeling te geven van de bredere Europese toegevoegde waarde van de resultaten van de agentschappen op hun afzonderlijke werkterreinen, en van de relevantie, efficiëntie en effectiviteit van het agentschapsmodel bij de uitvoering van of het leveren van een bijdrage tot beleid van de EU;

c)

de impact van de activiteiten van de agentschappen te bepalen en te versterken op het punt van de nabijheid, de toegankelijkheid en de zichtbaarheid van de EU voor haar burgers;

12.

verwacht dat een dergelijke alomvattende analyse uiterlijk eind 2005 beschikbaar is, zodat de periode van drie jaar vanaf de invoering van het Financieel Reglement en het daaruit voortvloeiende nieuwe kader in het agentschappensysteem wordt bestreken;

13.

verzoekt de agentschappen actief mee te werken aan dit proces en met de Commissie samen te werken door informatie te verstrekken over kwesties die zij van belang achten voor hun functioneren, hun rol, hun opdracht en hun behoeften, alsook over elke andere aangelegenheid die de kwijtingsprocedure zou kunnen verbeteren, teneinde bij te dragen tot het welslagen van het proces; verzoekt de agentschappen dergelijke informatie ook door te geven aan zijn bevoegde commissies;

14.

roept de Commissie ertoe op om, parallel aan dit proces, uiterlijk eind 2005 te komen met voorstellen voor wijzigingen die moeten worden aangebracht in de oprichtingsbesluiten van bestaande agentschappen, teneinde, onder andere, haar betrekkingen met de agentschappen te optimaliseren; dergelijke voorstellen dienen gericht te zijn op:

a)

verbetering van de communicatie tussen de Commissie en de agentschappen;

b)

het initiëren of uitbreiden van samenwerking bij het vastellen van behoeften waarin moet worden voorzien, bij het vaststellen van doelstellingen en resultaten die moeten worden behaald, inclusief de daarvoor noodzakelijke strategie, evenals bij het vaststellen van normen voor toezicht en evaluatie;

c)

versterking van aanvullende maatregelen, een betere organisatie van de noodzakelijke hulpbronnen en de daadwerkelijke toewijzing ervan om tot resultaten te komen, en het formuleren van voorlichtingsstrategie voor het verspreiden van deze resultaten;

15.

benadrukt dat, alvorens enig besluit over een voorstel tot oprichting van een nieuw agentschap wordt genomen, de Commissie een nauwgezette evaluatie dient te maken van de noodzaak en de toegevoegde waarde van de taken van dit agentschap, daarbij rekening houdend met bestaande structuren en de beginselen van subsidiariteit, begrotingsdiscipline en vereenvoudiging van procedures;

16.

verwacht van de Commissie dat zij spoedig de richtsnoeren voor het personeelsbeleid van de agentschappen voorlegt, die het Parlement al voor het einde van de begrotingsprocedure 2005 van de Commissie had willen ontvangen;

Algemene punten ten aanzien van de agentschappen

17.

verwacht met ingang van heden, in overeenstemming met artikel 72, lid 5, van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002, van elk van de agentschappen het verslag te ontvangen waarin melding wordt gemaakt van de audits die zijn uitgevoerd door de interne controleur, de daarbij gevoegde aanbevelingen en het gevolg dat aan deze aanbevelingen is gegeven;

18.

verzoekt de agentschappen verdere inspanningen te verrichten om het Statuut van de ambtenaren en de regeling die van toepassing is op andere personeelsleden op correcte wijze toe te passen op hun personeel (aanwervingsprocedures, besluitvorming, persoonlijke dossiers, berekening van salarissen en andere toelagen en vergoedingen, bevorderingsbeleid, vacaturepercentages, quota's in verband met de eerbiediging van de gender-gelijkheid, enz.);

19.

stelt vast dat, in het algemeen, de percentages mannen en vrouwen in de algehele personeelsbezetting bij de agentschappen laten zien dat er sprake is van een onevenwichtige verdeling van mannen en vrouwen; betreurt dat circa een derde deel van het personeel bestaat uit mannen en dat zij oververtegenwoordigd zijn op posten met een hoge rang, terwijl vrouwen in het algemeen oververtegenwoordigd zijn op posten met een lage rang; verwacht dat de agentschappen onmiddellijk doeltreffende maatregelen nemen om deze situatie te corrigeren;

20.

verzoekt de agentschappen ervoor te zorgen dat alle van toepassing zijnde bepalingen van Richtlijn 2002/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 september 2002 tot wijziging van Richtlijn 76/207/EEG van de Raad betreffende de tenuitvoerlegging van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen ten aanzien van de toegang tot het arbeidsproces, de beroepsopleiding en de promotiekansen, en ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden (11), in hun personeelsbeleid worden opgenomen;

21.

verwacht dat de agentschappen, in antwoord op de desbetreffende opmerkingen van de Rekenkamer, de begrotingsbeginselen zoals vastgelegd in het Financieel Reglement volledig zullen naleven, in het bijzonder de beginselen van eenheid en begrotingswaarachtigheid; verzoekt de agentschappen, voor zover zulks nog niet het geval is, volledig te voldoen aan de boekhoudkundige vereisten van het Financieel Reglement en hun procedures voor intern beheer en interne controle verder te versterken, teneinde verantwoording, transparantie en toegevoegde Europese waarde te vergroten;

22.

moedigt de agentschappen, met name de agentschappen wier werkzaamheden overeenkomsten vertonen met de activiteiten of taken van andere, ertoe aan hun samenwerking te vergroten, teneinde aldus mogelijkheden te creëren voor het ontwikkelen van synergieën; verzoekt deze agentschappen om, waar passend, dergelijke samenwerkingsvormen te formaliseren met behulp van specifieke overeenkomsten (gezamenlijke verklaringen, memoranda van overeenstemming, besluiten over gezamenlijke planning en gezamenlijke elkaar aanvullende acties/programma's), teneinde ervoor te zorgen dat er geen dubbel werk wordt gedaan, dat de output van elk agentschap duidelijk wordt vastgesteld en dat het resultaat van de gezamenlijke inspanningen de toegevoegde waarde en impact van hun werkzaamheden maximaliseert; verwacht regelmatig over deze kwestie te worden geïnformeerd;

23.

verzoekt de agentschappen speciale aandacht te schenken aan procedures voor het gunnen en het beheren van contracten; verzoekt hun alle passende maatregelen met betrekking tot hun administratieve structuren te nemen om hun interne-controleprocedures, kanalen en beheer te versterken; is van mening dat dergelijke maatregelen, waar nodig en uitvoerbaar, zouden kunnen bestaan in het opzetten van gespecialiseerde eenheden die tot taak hebben om, op basis van risico-analyses, advies te geven over de beste manier om gunningsprocedures op te stellen, te zorgen voor toezicht en waar nodig follow-up te geven; roept de Commissie en de Rekenkamer ertoe op de samenwerking met de agentschappen op dit punt te versterken;

24.

neemt kennis van de door enkele directeuren, met name van de «nieuw opgerichte” agentschappen, genoemde moeilijkheden die agentschappen hebben met betrekking tot het naleven van het tijdschema en de termijnen voor verslaglegging die in het Financieel Reglement zijn vastgelegd; verzoekt de directeuren van agentschappen om, met het oog op de komende herziening van het Financieel Reglement in 2005, de Begrotingscommissie en de Commissie begrotingscontrole in kennis te stellen van de moeilijkheden die zij tot dusver hebben ondervonden, zodat daarmee rekening kan worden gehouden in de overwegingen in het kader van de herziening; verwacht dat de directeuren komen met specifieke voorstellen voor andere regelingen met betrekking tot verslagleggingstermijnen die het best overeenkomen met hun wijze van werken, echter zonder te tornen aan de verslagleggingsverplichtingen die zijn vastgelegd in het Financieel Reglement;

25.

neemt kennis van de positieve reactie van de directeuren op de oproep van de voor de kwijting bevoegde commissie om een nauwkeuriger communicatiesysteem op te zetten, met name op het punt van de door de agentschappen aan deze commissie te verstrekken documenten in verband met de verslagleggingsverplichtingen van de agentschappen; is van mening dat een betere organisatie van deze communicatie de samenwerking met de agentschappen, alsook de democratische controle zal versterken;

26.

verzoekt de directeuren van de agentschappen om met ingang van heden hun jaarlijkse activiteitenverslag, dat samen met financiële en beheersgegevens wordt gepresenteerd, vergezeld te doen gaan van een betrouwbaarheidsverklaring ten aanzien van de wettigheid en de regelmatigheid van werkzaamheden, analoog aan de verklaringen die de directeuren-generaal van de Commissie ondertekenen;

27.

verzoekt de agentschappen een alomvattende voorlichtingsstrategie te ontwikkelen met het oog op de behoefte de resultaten van hun werkzaamheden, in passende vorm, beschikbaar te maken voor het grote publiek in plaats van deze alleen te presenteren aan de Europese instellingen, bevoegde instanties van de lidstaten, specialisten, partners of specifieke begunstigden; verzoekt de agentschappen om met het oog op het ontwikkelen van een dergelijke strategie hun samenwerking te intensiveren en informatie uit te wisselen over de beste methodes om dit doel te bereiken; verwacht dat de agentschappen zijn bevoegde commissies vóór de volgende kwijtingsprocedure naar behoren op de hoogte stellen van de voortgang bij de opstelling van de strategie, teneinde een doeltreffende en tijdige monitoring van hun activiteiten te waarborgen;

Algemene punten ten aanzien van de Rekenkamer en de agentschappen

28.

is ingenomen met het initiatief van de Rekenkamer om aan haar specifieke verslagen over afzonderlijke agentschappen een tabel toe te voegen die beknopte informatie bevat over de bevoegdheden, het bestuur, de beschikbare hulpbronnen en de producten/output van het desbetreffende agentschap; is van mening dat dit de duidelijkheid en de transparantie van de werkzaamheden van deze Gemeenschapsorganen ten goede komt, terwijl tegelijkertijd een nuttige basis wordt verschaft voor vergelijking, waar passend, met het oog op het creëren van het geharmoniseerde kader voor de agentschappen waar het Parlement om heeft gevraagd;

29.

verzoekt de Rekenkamer en de agentschappen hun samenwerking te versterken, teneinde de procedures en technische instrumenten voor een goed beheer van alle financiële en begrotingskwesties te verbeteren, met het oogmerk een methodologie op te stellen waarmee het pad wordt geëffend voor een positieve kwijting vanaf de start van de procedure; verwacht regelmatig te worden geïnformeerd over de geboekte vooruitgang en de toepassing van de beste praktijken;

30.

verzoekt de Rekenkamer en de agentschappen de transparantie in de procédure contradictoire die voorafgaat aan het eindverslag van de Rekenkamer te vergroten, teneinde tegenstrijdigheden en ambiguïteiten die de geloofwaardig van de gehele exercitie in gevaar zouden kunnen brengen, te vermijden; verzoekt de Rekenkamer en de Commissie in verband hiermee te komen met een voorstel voor een uitvoerbare methode om informatie over verbeteringen die zijn aangebracht en/of problemen die zijn vastgesteld in de periode tussen de eerste bespreking van het ontwerpverslag van de Rekenkamer en het uiteindelijke besluit over de kwijting te actualiseren, teneinde het meest getrouwe beeld van de situatie bij de agentschappen te kunnen geven.


(1)  PB C 324 van 30.12.2004, blz. 1.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 245 van 29.9.2003, blz. 38.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

(5)  PB L 330 van 4.11.2004, blz. 8.

(6)  Berekening volgens de beginselen van artikel 15 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 (PB L 130 du 31.5.2000, blz. 8).

(7)  Het Agentschap heeft in 2003 voor het eerst afgeschreven op zijn vaste activa.

(8)  Het negatieve boekhoudsaldo ontstaat doordat overdrachten nog steeds worden aangemerkt als uitgaven zonder dat economische correcties worden toegepast. Wordt rekening gehouden met een ruwe schatting van de aan te brengen correctie, dan bedraagt het werkelijke saldo van het jaar zo'n miljoen euro.

(9)  Zoals vastgelegd in Bijlage 1 bij de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement „Bouwen aan onze gemeenschappelijke toekomst — Beleidsuitdagingen en begrotingsmiddelen in de uitgebreide Unie 2007-2013” (COM(2004)0101, blz. 38).

(10)  Zie bijlage bij het Verslag van de Commissie over de follow-up van de kwijtingen 2002 (COM(2004)0648, blz. 108).

(11)  PB L 269 van 5.10.2002, blz. 15.

P6_TA(2005)0105

Kwijting 2003: Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling

 

1.

Besluit van het Europees Parlement over het verlenen van kwijting aan de uitvoerend directeur van het Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling voor de uitvoering van de begroting van het Bureau voor het begrotingsjaar 2003 (N6-0212/2004 — C6-0231/2004 — 2004/2056(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling voor het begrotingsjaar 2003, vergezeld van de antwoorden van het Bureau (1),

gezien de aanbeveling van de Raad van 8 maart 2005 (6860/2005 — C6-0070/2005),

gelet op het EG-Verdrag, inzonderheid artikel 276,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), inzonderheid artikel 185, en Verordening (EG) nr. 1647/2003 van de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2309/93 van de Raad tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen voor en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling (3), inzonderheid artikel 57 bis,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid artikel 94 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002,

gelet op de artikelen 70 en 71, alsmede bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A6-0074/2005),

1.

verleent kwijting aan de uitvoerend directeur van het Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling voor de uitvoering van de begroting van het Bureau voor het begrotingsjaar 2003;

2.

geeft zijn opmerkingen in de begeleidende resolutie;

3.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de begeleidende resolutie te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van het Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en zorg te dragen voor de publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).


(1)  PB C 324 van 30.12.2004, blz. 30.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 245 van 29.9.2003, blz. 19.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

2.

Resolutie van het Europees Parlement houdende opmerkingen bij het besluit over het verlenen van kwijting aan de uitvoerend directeur van het Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling voor de uitvoering van de begroting van het Bureau voor het begrotingsjaar 2003 (N6-0212/2004 — C6-0231/2004 — 2004/2056(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling voor het begrotingsjaar 2003, vergezeld van de antwoorden van het Bureau (1),

gezien de aanbeveling van de Raad van 8 maart 2005 (6860/2005 — C6-0070/2005),

gelet op het EG-Verdrag, inzonderheid artikel 276,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), inzonderheid artikel 185, en Verordening (EG) nr. 1647/2003 van de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2309/93 van de Raad tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen voor en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling (3), inzonderheid artikel 57 bis,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, zoals bedoeld in artikel 85 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid artikel 94 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002,

gelet op de artikelen 70 en 71, alsmede bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A6-0074/2005),

A.

overwegende dat de Rekenkamer in haar bovengenoemde verslag verklaart dat zij redelijke zekerheid heeft verkregen dat de jaarrekening van het per 31 december 2003 afgesloten begrotingsjaar betrouwbaar is en dat de onderliggende verrichtingen over het geheel genomen wettig en regelmatig zijn,

B.

overwegende dat het Europees Parlement op 21 april 2004 kwijting (5) heeft verleend aan de directeur van het Agentschap voor de uitvoering van de begroting van het Bureau voor het begrotingsjaar 2002, waarbij het Parlement in zijn resolutie onder andere:

uiting gaf aan zijn ingenomenheid met de overeenkomst die het Bureau en de Commissie hebben bereikt over de betaling van de communautaire subsidie in termijnen, waarbij werd benadrukt dat de situatie met betrekking tot de kredietoverdrachten diende te worden verbeterd,

opmerkte de oplossing met betrekking tot de ontvangstenzijde van de rekening, waarbij het positieve saldo werd opgevoerd als geoormerkte ontvangsten voor het volgende begrotingsjaar, als pragmatisch te beschouwen;

kennis nam van de inspanningen van het Bureau om de interne-controleprocedures te verbeteren en zich ingenomen toonde met het besluit een interne-auditdienst in te stellen,

1.

neemt kennis van de volgende cijfers in de rekeningen van het Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling voor de begrotingsjaren 2003 en 2002;

Winst- en verliesrekening over de begrotingsjaren 2003 en 2002

(in EUR x 1000)

 

2003

2002 (6)

Ontvangsten

Vergoedingen voor vergunningen voor het in de handel brengen

58 657

38 372

Subsidie van de Commissie, met inbegrip van de bijdragen uit hoofde van de EER

19 786

14 846

Communautaire subsidie voor weesgeneesmiddelen

2 814

2 407

Bijdragen voor communautaire programma's

1 208

9

Ontvangsten in verband met administratieve verrichtingen

2 153

1 688

Diverse ontvangsten

848

54

Totaal (a)

85 466

57 376

Uitgaven (7)

Personeelsuitgaven

29 663

26 216

Huishoudelijke uitgaven

10 905

10 718

Beleidsuitgaven

32 838

21 467

Toewijzing aan afschrijvingen

2 364

0

Totaal (b)

75 770

58 401

Resultaat (c = a - b)

9 696

-1 025

Andere gegevens

Geannuleerde uit het voorgaande jaar overgedragen kredieten (d)

823

1 377

Wisselkoersverschillen (e)

413

- 352

Resultaat van het begrotingsjaar (c + d + e)

10 932

0

Bron: Gegevens van het Bureau — Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens van het Bureau in zijn eigen rekening.

2.

neemt kennis van de inspanningen die het Bureau in 2004 heeft verricht om zijn inventarisatiesysteem te versterken, alsook van het feit dat alle activa van het Bureau nu zijn ingevoerd in het nieuwe systeem voor het beheer van activa, in overeenstemming met het geharmoniseerde boekhoudkundige plan van de Commissie;

3.

verzoekt het Bureau verdere stappen te ondernemen met het oog op versterking van zijn internecontrolesysteem;

4.

verwacht dat het Bureau voortbouwt op de maatregelen die reeds zijn genomen, teneinde gevolg te geven aan de opmerking van de Rekenkamer over de toepassing van procedures voor gunning via onderhandelingen bij het verlenen van opdrachten;

5.

neemt kennis van de verduidelijkingen van het Bureau met betrekking tot de genomen maatregelen voor het oplossen van door de Rekenkamer gesignaleerde problemen op het gebied van de selectieprocedures die bij de aanwerving van personeel werden gevolgd; verzoekt het Bureau deze inspanningen voort te zetten, teneinde de noodzakelijke transparantie te consolideren;

6.

is ingenomen met de inspanningen van het Bureau om de medische sector en het grote publiek bruikbare en nuttige informatie te verschaffen over medische producten en de beste toepassing ervan, alsook over de resultaten van zijn werkzaamheden in het algemeen; verwacht volledig op de hoogte te worden gehouden van de ontwikkeling van een betrouwbare en alomvattende voorlichtingsstrategie voor het Bureau;

7.

stelt vast dat het geheel Europa bestrijkende rapportagesysteem op het gebied van de geneesmiddelenbewaking (de EudraVigilance-databank) nog steeds niet volledig operationeel is; verzoekt het Bureau en de betrokken nationale autoriteiten de werkzaamheden onverwijld af te ronden;

8.

is ingenomen met de inzet van het Bureau voor gelijke kansen; betreurt echter het ontbreken van een gelijke-kansenplan; verwacht dat het Bureau zo spoedig mogelijk een dergelijk plan ontwikkelt, zodat het een werkgever met een gelijke-kansenbeleid wordt; verwacht dat het Agentschap niet alleen in de aanwervingsfase rekening houdt met gelijkheidskwesties, maar zich ook pro-actief en op de lange termijn inzet voor het bevorderen van de gelijkheid van de geslachten; moedigt het Bureau ertoe aan de maatregelen in dit verband follow-up te geven en regelmatig te evalueren, teneinde de uitvoering ervan te waarborgen.

9.

stelt vast dat het Bureau het enige agentschap is met meer vrouwen dan mannen met een A-rang;

10.

is ingenomen met de inzet van het Bureau voor transparantie en met de maatregelen die het heeft genomen om zijn voorlichtings- en communicatiestrategie voor patiënten en de medische sector te verbeteren;

Algemene punten ten aanzien van de Commissie en de agentschappen

11.

herinnert aan zijn standpunt dat — hoewel het de inspanningen van de Commissie om te komen tot een beperkt aantal modellen, tenminste voor toekomstige „regelgevende” agentschappen, heeft gesteund — de structuur van bestaande en toekomstige agentschappen diepgaande bezinning op interinstitutioneel niveau verdient; benadrukt voorts dat alvorens de Commissie de randvoorwaarden voor het gebruik van regelgevende agentschappen formuleert, in een interinstitutioneel akkoord gemeenschappelijke richtsnoeren moeten worden vastgelegd, en dat dit dient te gebeuren voordat een geharmoniseerd kader voor de agentschappen wordt opgezet;

12.

neemt kennis van het standpunt van de Commissie (8) ten aanzien van het delegeren van verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van taken aan andere organen, met inbegrip van agentschappen, dan de eigen diensten van de Commissie; is van opvatting dat dit niet beantwoordt aan het verzoek van het Parlement om diepgaande bezinning op interinstitutioneel niveau over de structuur van bestaande agentschappen; verzoekt de Commissie derhalve duidelijkheid te verschaffen over dit punt en over het toekomstige alomvattende interinstitutionele akkoord in verband met de nieuwe regelingen die moeten worden opgezet in of parallel aan de financiële vooruitzichten (9);

13.

verzoekt de Commissie op middellange termijn, bijvoorbeeld volgens een vaste driejaarlijkse cyclus, een transversale analyse te organiseren en uit te voeren van de evaluaties die van afzonderlijke agentschappen zijn gemaakt, teneinde:

a)

conclusies te trekken over de samenhang van de werkzaamheden van het agentschap met EU-beleid in het algemeen en over de synergieën die bestaan of moeten worden ontwikkeld tussen de agentschappen en de diensten van de Commissie, alsook over het vermijden van overlapping;

b)

een beoordeling te geven van de bredere Europese toegevoegde waarde van de resultaten van de agentschappen op hun afzonderlijke werkterreinen, en van de relevantie, efficiëntie en effectiviteit van het agentschapsmodel bij de uitvoering van of het leveren van een bijdrage tot beleid van de EU;

c)

de impact van de activiteiten van de agentschappen te bepalen en te versterken op het punt van de nabijheid, de toegankelijkheid en de zichtbaarheid van de EU voor haar burgers;

14.

verwacht dat een dergelijke alomvattende analyse uiterlijk eind 2005 beschikbaar is, zodat de periode van drie jaar vanaf de invoering van het Financieel Reglement en het daaruit voortvloeiende nieuwe kader in het agentschappensysteem wordt bestreken;

15.

verzoekt de agentschappen actief mee te werken aan dit proces en met de Commissie samen te werken door informatie te verstrekken over kwesties die zij van belang achten voor hun functioneren, hun rol, hun opdracht en hun behoeften, alsook over elke andere aangelegenheid die de kwijtingsprocedure zou kunnen verbeteren, teneinde bij te dragen tot het welslagen van het proces; verzoekt de agentschappen dergelijke informatie ook door te geven aan zijn bevoegde commissies;

16.

roept de Commissie ertoe op om, parallel aan dit proces, uiterlijk eind 2005 te komen met voorstellen voor wijzigingen die moeten worden aangebracht in de oprichtingsbesluiten van bestaande agentschappen, teneinde, onder andere, haar betrekkingen met de agentschappen te optimaliseren; dergelijke voorstellen dienen gericht te zijn op:

a)

verbetering van de communicatie tussen de Commissie en de agentschappen;

b)

het initiëren of uitbreiden van samenwerking bij het vastellen van behoeften waarin moet worden voorzien, bij het vaststellen van doelstellingen en resultaten die moeten worden behaald, inclusief de daarvoor noodzakelijke strategie, evenals bij het vaststellen van normen voor toezicht en evaluatie;

c)

versterking van aanvullende maatregelen, een betere organisatie van de noodzakelijke hulpbronnen en de daadwerkelijke toewijzing ervan om tot resultaten te komen, en het formuleren van voorlichtingsstrategie voor het verspreiden van deze resultaten;

17.

benadrukt dat, alvorens enig besluit over een voorstel tot oprichting van een nieuw agentschap wordt genomen, de Commissie een nauwgezette evaluatie dient te maken van de noodzaak en de toegevoegde waarde van de taken van dit agentschap, daarbij rekening houdend met bestaande structuren en de beginselen van subsidiariteit, begrotingsdiscipline en vereenvoudiging van procedures;

18.

verwacht van de Commissie dat zij spoedig de richtsnoeren voor het personeelsbeleid van de agentschappen voorlegt, die het Parlement al voor het einde van de begrotingsprocedure 2005 van de Commissie had willen ontvangen;

Algemene punten ten aanzien van de agentschappen

19.

verwacht met ingang van heden, in overeenstemming met artikel 72, lid 5, van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002, van elk van de agentschappen het verslag te ontvangen waarin melding wordt gemaakt van de audits die zijn uitgevoerd door de interne controleur, de daarbij gevoegde aanbevelingen en het gevolg dat aan deze aanbevelingen is gegeven;

20.

verzoekt de agentschappen verdere inspanningen te verrichten om het Statuut van de ambtenaren en de regeling die van toepassing is op andere personeelsleden op correcte wijze toe te passen op hun personeel (aanwervingsprocedures, besluitvorming, persoonlijke dossiers, berekening van salarissen en andere toelagen en vergoedingen, bevorderingsbeleid, vacaturepercentages, quota's in verband met de eerbiediging van de gender-gelijkheid, enz.);

21.

stelt vast dat, in het algemeen, de percentages mannen en vrouwen in de algehele personeelsbezetting bij de agentschappen laten zien dat er sprake is van een onevenwichtige verdeling van mannen en vrouwen; betreurt dat circa een derde deel van het personeel bestaat uit mannen en dat zij oververtegenwoordigd zijn op posten met een hoge rang, terwijl vrouwen in het algemeen oververtegenwoordigd zijn op posten met een lage rang; verwacht dat de agentschappen onmiddellijk doeltreffende maatregelen nemen om deze situatie te corrigeren;

22.

verzoekt de agentschappen ervoor te zorgen dat alle van toepassing zijnde bepalingen van Richtlijn 2002/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 september 2002 tot wijziging van Richtlijn 76/207/EEG van de Raad betreffende de tenuitvoerlegging van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen ten aanzien van de toegang tot het arbeidsproces, de beroepsopleiding en de promotiekansen, en ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden (10), in hun personeelsbeleid worden opgenomen;

23.

verwacht dat de agentschappen, in antwoord op de desbetreffende opmerkingen van de Rekenkamer, de begrotingsbeginselen zoals vastgelegd in het Financieel Reglement volledig zullen naleven, in het bijzonder de beginselen van eenheid en begrotingswaarachtigheid; verzoekt de agentschappen, voor zover zulks nog niet het geval is, volledig te voldoen aan de boekhoudkundige vereisten van het Financieel Reglement en hun procedures voor intern beheer en interne controle verder te versterken, teneinde verantwoording, transparantie en toegevoegde Europese waarde te vergroten;

24.

moedigt de agentschappen, met name de agentschappen wier werkzaamheden overeenkomsten vertonen met de activiteiten of taken van andere, ertoe aan hun samenwerking te vergroten, teneinde aldus mogelijkheden te creëren voor het ontwikkelen van synergieën; verzoekt deze agentschappen om, waar passend, dergelijke samenwerkingsvormen te formaliseren met behulp van specifieke overeenkomsten (gezamenlijke verklaringen, memoranda van overeenstemming, besluiten over gezamenlijke planning en gezamenlijke elkaar aanvullende acties/programma's), teneinde ervoor te zorgen dat er geen dubbel werk wordt gedaan, dat de output van elk agentschap duidelijk wordt vastgesteld en dat het resultaat van de gezamenlijke inspanningen de toegevoegde waarde en impact van hun werkzaamheden maximaliseert; verwacht regelmatig over deze kwestie te worden geïnformeerd;

25.

verzoekt de agentschappen speciale aandacht te schenken aan procedures voor het gunnen en het beheren van contracten; verzoekt hun alle passende maatregelen met betrekking tot hun administratieve structuren te nemen om hun interne-controleprocedures, kanalen en beheer te versterken; is van mening dat dergelijke maatregelen, waar nodig en uitvoerbaar, zouden kunnen bestaan in het opzetten van gespecialiseerde eenheden die tot taak hebben om, op basis van risico-analyses, advies te geven over de beste manier om gunningsprocedures op te stellen, te zorgen voor toezicht en waar nodig follow-up te geven; roept de Commissie en de Rekenkamer ertoe op de samenwerking met de agentschappen op dit punt te versterken;

26.

neemt kennis van de door enkele directeuren, met name van de „nieuw opgerichte” agentschappen, genoemde moeilijkheden die agentschappen hebben met betrekking tot het naleven van het tijdschema en de termijnen voor verslaglegging die in het Financieel Reglement zijn vastgelegd; verzoekt de directeuren van agentschappen om, met het oog op de komende herziening van het Financieel Reglement in 2005, de Begrotingscommissie en de Commissie begrotingscontrole in kennis te stellen van de moeilijkheden die zij tot dusver hebben ondervonden, zodat daarmee rekening kan worden gehouden in de overwegingen in het kader van de herziening; verwacht dat de directeuren komen met specifieke voorstellen voor andere regelingen met betrekking tot verslagleggingstermijnen die het best overeenkomen met hun wijze van werken, echter zonder te tornen aan de verslagleggingsverplichtingen die zijn vastgelegd in het Financieel Reglement;

27.

neemt kennis van de positieve reactie van de directeuren op de oproep van de voor de kwijting bevoegde commissie om een nauwkeuriger communicatiesysteem op te zetten, met name op het punt van de door de agentschappen aan deze commissie te verstrekken documenten in verband met de verslagleggingsverplichtingen van de agentschappen; is van mening dat een betere organisatie van deze communicatie de samenwerking met de agentschappen, alsook de democratische controle zal versterken;

28.

verzoekt de directeuren van de agentschappen om met ingang van heden hun jaarlijkse activiteitenverslag, dat samen met financiële en beheersgegevens wordt gepresenteerd, vergezeld te doen gaan van een betrouwbaarheidsverklaring ten aanzien van de wettigheid en de regelmatigheid van werkzaamheden, analoog aan de verklaringen die de directeuren-generaal van de Commissie ondertekenen;

29.

verzoekt de agentschappen een alomvattende voorlichtingsstrategie te ontwikkelen met het oog op de behoefte de resultaten van hun werkzaamheden, in passende vorm, beschikbaar te maken voor het grote publiek in plaats van deze alleen te presenteren aan de Europese instellingen, bevoegde instanties van de lidstaten, specialisten, partners of specifieke begunstigden; verzoekt de agentschappen om met het oog op het ontwikkelen van een dergelijke strategie hun samenwerking te intensiveren en informatie uit te wisselen over de beste methodes om dit doel te bereiken; verwacht dat de agentschappen zijn bevoegde commissies vóór de volgende kwijtingsprocedure naar behoren op de hoogte stellen van de voortgang bij de opstelling van de strategie, teneinde een doeltreffende en tijdige monitoring van hun activiteiten te waarborgen;

Algemene punten ten aanzien van de Rekenkamer en de agentschappen

30.

is ingenomen met het initiatief van de Rekenkamer om aan haar specifieke verslagen over afzonderlijke agentschappen een tabel toe te voegen die beknopte informatie bevat over de bevoegdheden, het bestuur, de beschikbare hulpbronnen en de producten/output van het desbetreffende agentschap; is van mening dat dit de duidelijkheid en de transparantie van de werkzaamheden van deze Gemeenschapsorganen ten goede komt, terwijl tegelijkertijd een nuttige basis wordt verschaft voor vergelijking, waar passend, met het oog op het creëren van het geharmoniseerde kader voor de agentschappen waar het Parlement om heeft gevraagd;

31.

verzoekt de Rekenkamer en de agentschappen hun samenwerking te versterken, teneinde de procedures en technische instrumenten voor een goed beheer van alle financiële en begrotingskwesties te verbeteren, met het oogmerk een methodologie op te stellen waarmee het pad wordt geëffend voor een positieve kwijting vanaf de start van de procedure; verwacht regelmatig te worden geïnformeerd over de geboekte vooruitgang en de toepassing van de beste praktijken;

32.

verzoekt de Rekenkamer en de agentschappen de transparantie in de procédure contradictoire die voorafgaat aan het eindverslag van de Rekenkamer te vergroten, teneinde tegenstrijdigheden en ambiguïteiten die de geloofwaardig van de gehele exercitie in gevaar zouden kunnen brengen, te vermijden; verzoekt de Rekenkamer en de Commissie in verband hiermee te komen met een voorstel voor een uitvoerbare methode om informatie over verbeteringen die zijn aangebracht en/of problemen die zijn vastgesteld in de periode tussen de eerste bespreking van het ontwerpverslag van de Rekenkamer en het uiteindelijke besluit over de kwijting te actualiseren, teneinde het meest getrouwe beeld van de situatie bij de agentschappen te kunnen geven.


(1)  PB C 324 van 30.12.2004, blz. 30.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 245 van 29.9.2003, blz. 19.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

(5)  PB L 330 van 4.11.2004, blz. 20.

(6)  De verwerking van de gegevens over het begrotingsjaar 2002 is niet overgedragen volgens de boekhoudkundige regels die voor het begrotingsjaar 2003 zijn gevolgd (zie paragraaf 8 van het verslag).

(7)  Het als uitgaven in het begrotingsjaar te beschouwen aandeel van de overgedragen kredieten is beoordeeld als geheel, en niet op basis van afzonderlijke verrichtingen.

(8)  Zoals vastgelegd in Bijlage 1 bij de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement „Bouwen aan onze gemeenschappelijke toekomst — Beleidsuitdagingen en begrotingsmiddelen in de uitgebreide Unie 2007-2013” (COM(2004)0101, blz. 38).

(9)  Zie bijlage bij het Verslag van de Commissie over de follow-up van de kwijtingen 2002 (COM(2004)0648, blz. 108).

(10)  PB L 269 van 5.10.2002, blz. 15.

P6_TA(2005)0106

Kwijting 2003: Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie

 

1.

Besluit van het Europees Parlement over het verlenen van kwijting aan de directeur van het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie voor de uitvoering van de begroting van het Bureau voor het begrotingsjaar 2003 (N6-0214/2004 — C6-0233/2004 — 2004/2062(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003, vergezeld van de antwoorden van het Bureau (1),

gezien de aanbeveling van de Raad van 8 maart 2005 (6859/2005 — C6-0068/2005),

gelet op het EG-Verdrag, inzonderheid artikel 276,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), inzonderheid artikel 185, en Verordening (EG) nr. 1645/2003 van de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2965/94 houdende oprichting van een Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (3), inzonderheid artikel 14,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid artikel 94 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002,

gelet op de artikelen 70 en 71, alsmede bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A6-0074/2005),

1.

verleent kwijting aan de directeur van het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie voor de uitvoering van de begroting van het Bureau voor het begrotingsjaar 2003;

2.

geeft zijn opmerkingen in de begeleidende resolutie;

3.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de begeleidende resolutie te doen toekomen aan de directeur van het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en zorg te dragen voor de publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).


(1)  PB C 324 van 30.12.2004, blz. 46.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 245 van 29.9.2003, blz. 13.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

2.

Resolutie van het Europees Parlement houdende opmerkingen bij het besluit over het verlenen van kwijting aan de directeur van het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie voor de uitvoering van de begroting van het Bureau voor het begrotingsjaar 2003 (N6-0214/2004 — C6-0233/2004 — 2004/2062(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003, vergezeld van de antwoorden van het Bureau (1),

gezien de aanbeveling van de Raad van 8 maart 2005 (6859/2005 — C6-0068/2005),

gelet op het EG-Verdrag, inzonderheid artikel 276,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), inzonderheid artikel 185, en Verordening (EG) nr. 1645/2003 van de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2965/94 houdende oprichting van een Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (3), inzonderheid artikel 14,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid artikel 94 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002,

gelet op de artikelen 70 en 71, alsmede bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A6-0074/2005),

A.

overwegende dat de Rekenkamer in haar bovengenoemde verslag verklaart dat zij redelijke zekerheid heeft verkregen dat de jaarrekening van het per 31 december 2003 afgesloten begrotingsjaar betrouwbaar is en dat de onderliggende verrichtingen over het geheel genomen wettig en regelmatig zijn,

B.

overwegende dat het Europees Parlement op 21 april 2004 kwijting (5) heeft verleend aan de directeur van het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie voor de uitvoering van de begroting van het Bureau voor het begrotingsjaar 2002, waarbij het Parlement in zijn resolutie onder andere:

uiting gaf aan zijn ingenomenheid met de resultaten die het Bureau had behaald bij het verminderen van kredietoverdrachten,

kennis nam van de inspanningen van het Bureau met het oog op een goede boekhoudkundige oplossing voor het opvoeren in zijn rekeningen van het positieve saldo van een begrotingsjaar als ontvangsten voor het volgende begrotingsjaar,

instemde met de inspanningen van het Bureau om een bevredigende oplossing te vinden voor de kwestie van zijn huisvesting,

1.

neemt kennis van de volgende cijfers in de rekeningen van het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie voor de begrotingsjaren 2003 en 2002;

Winst- en verliesrekening over de begrotingsjaren 2003 en 2002

(in EUR x 1000)

 

2003

2002

Exploitatieontvangsten

Gefactureerde bedragen van het begrotingsjaar

22 075

18 113

Diverse ontvangsten

223

291

Totaal (a)

22 298

18 404

Exploitatieuitgaven

Lopende lasten

18 255

18 446

Totaal (b)

18 255

18 446

Exploitatieresultaat (c = a - b)

4 043

- 42

Financiële opbrengsten

Bankrente

387

495

Koerswinst

1

2

Totaal (d)

388

497

Financiële lasten

Bankkosten

10

0

Totaal (e)

10

0

Financieel resultaat (f = d - e)

378

497

Resultaat uit gewone activiteiten (g = c + f)

4 421

455

Uitzonderlijke baten (h)

19

0

Uitzonderlijke lasten (i)

9

0

Buitengewoon resultaat (j = h - i)

10

0

Resultaat van het begrotingsjaar (g + j)

4 431

455

Bron: Gegevens van het Bureau.

2.

verzoekt het Bureau en de Commissie zich te blijven inspannen voor een bevredigende oplossing van de kwestie van de pensioenbijdragen in verband met het personeel van het Bureau;

3.

verzoekt het Bureau en de Commissie het Parlement op de hoogte te houden van de resultaten van hun pogingen een oplossing te vinden voor de kwestie van de pensioenbijdragen voor het personeel van het Bureau;

4.

is ingenomen met de ondertekening, in 2004, van een memorandum van overeenstemming tussen het Bureau en de Luxemburgse autoriteiten, waarmee het probleem van de kosten van het gebruik van het Nouvel Hémicycle-gebouw werden opgelost; verwacht volledig over deze kwestie te worden geïnformeerd in het jaarlijkse activiteitenverslag van de directeur over 2004;

5.

neemt kennis van de bezorgdheid van het Bureau over het tijdschema zoals vastgelegd in Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002, waarin is bepaald dat de Rekenkamer vóór 15 juni haar opmerkingen met betrekking tot de voorlopige rekeningen van elke instelling en elk orgaan moet formuleren (artikel 83, lid 1) en dat de directeuren de definitieve rekeningen vergezeld van het advies van de raad van bestuur vóór 1 juli aan de rekenplichtige van de Commissie moeten doen toekomen (artikel 83, lid 3); is zich bewust van het probleem dat zich hierbij voordoet, te weten het verkrijgen van het advies van de raad van bestuur van het Agentschap in de periode tussen de twee genoemde datums;

6.

neemt kennis van en betreurt het ontbreken van een gelijke-kansenplan; verwacht dat het Centrum zo spoedig mogelijk een dergelijk plan ontwikkelt, zodat het een werkgever met een gelijke-kansenbeleid wordt; verwacht dat het Agentschap niet alleen in de aanwervingsfase rekening houdt met gelijkheidskwesties, maar zich ook pro-actief en op de lange termijn inzet voor het bevorderen van de gelijkheid van de geslachten;

7.

ingenomen met de inzet van het Bureau om de burgers voor te lichten over zijn activiteiten; hoopt dat het Bureau verdere maatregelen neemt om zijn voorlichtings- en communicatiestrategie te ontwikkelen en te versterken;

8.

stelt, na een uitwisseling van informatie met het Bureau, vast dat de in de begroting voor 2003 vastgestelde en door het Bureau gefactureerde prijs per bladzijde 77,50 EURbedraagt, en dat hierin alle kosten van het Bureau zijn opgenomen (personeel, gebouwen, IT, uitrusting, freelance vertalingen, voorzieningen voor pensioenen en sociale maatregelen), alsmede de door het Bureau zelf uitgevoerde linguïstische kwaliteitscontrole, formattering, updating en alle administratieve kosten die gepaard gaan met uitbesteding; verzoekt de Commissie de prestaties en de toegevoegde waarde van de diverse vertaaldiensten en hun kostenbatenverhoudingen te evalueren;

9.

merkt op dat vertaling in eigen huis om redenen van veiligheid, vertrouwelijkheid, snelheid en specifieke kwalificaties noodzakelijk is; wijst er voorts op dat, wanneer aan de vereiste kwaliteitscriteria wordt voldaan, het Bureau samenwerkt met externe vertalers en dat in 2003 40 % van zijn totale productie werd uitbesteed;

Algemene punten ten aanzien van de Commissie en de agentschappen

10.

herinnert aan zijn standpunt dat — hoewel het de inspanningen van de Commissie om te komen tot een beperkt aantal modellen, tenminste voor toekomstige „regelgevende” agentschappen, heeft gesteund — de structuur van bestaande en toekomstige agentschappen diepgaande bezinning op interinstitutioneel niveau verdient; benadrukt voorts dat alvorens de Commissie de randvoorwaarden voor het gebruik van regelgevende agentschappen formuleert, in een interinstitutioneel akkoord gemeenschappelijke richtsnoeren moeten worden vastgelegd, en dat dit dient te gebeuren voordat een geharmoniseerd kader voor de agentschappen wordt opgezet;

11.

neemt kennis van het standpunt van de Commissie (6) ten aanzien van het delegeren van verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van taken aan andere organen, met inbegrip van agentschappen, dan de eigen diensten van de Commissie; is van opvatting dat dit niet beantwoordt aan het verzoek van het Parlement om diepgaande bezinning op interinstitutioneel niveau over de structuur van bestaande agentschappen; verzoekt de Commissie derhalve duidelijkheid te verschaffen over dit punt en over het toekomstige alomvattende interinstitutionele akkoord in verband met de nieuwe regelingen die moeten worden opgezet in of parallel aan de financiële vooruitzichten (7);

12.

verzoekt de Commissie op middellange termijn, bijvoorbeeld volgens een vaste driejaarlijkse cyclus, een transversale analyse te organiseren en uit te voeren van de evaluaties die van afzonderlijke agentschappen zijn gemaakt, teneinde:

a)

conclusies te trekken over de samenhang van de werkzaamheden van het agentschap met EU-beleid in het algemeen en over de synergieën die bestaan of moeten worden ontwikkeld tussen de agentschappen en de diensten van de Commissie, alsook over het vermijden van overlapping;

b)

een beoordeling te geven van de bredere Europese toegevoegde waarde van de resultaten van de agentschappen op hun afzonderlijke werkterreinen, en van de relevantie, efficiëntie en effectiviteit van het agentschapsmodel bij de uitvoering van of het leveren van een bijdrage tot beleid van de EU;

c)

de impact van de activiteiten van de agentschappen te bepalen en te versterken op het punt van de nabijheid, de toegankelijkheid en de zichtbaarheid van de EU voor haar burgers;

13.

verwacht dat een dergelijke alomvattende analyse uiterlijk eind 2005 beschikbaar is, zodat de periode van drie jaar vanaf de invoering van het Financieel Reglement en het daaruit voortvloeiende nieuwe kader in het agentschappensysteem wordt bestreken;

14.

verzoekt de agentschappen actief mee te werken aan dit proces en met de Commissie samen te werken door informatie te verstrekken over kwesties die zij van belang achten voor hun functioneren, hun rol, hun opdracht en hun behoeften, alsook over elke andere aangelegenheid die de kwijtingsprocedure zou kunnen verbeteren, teneinde bij te dragen tot het welslagen van het proces; verzoekt de agentschappen dergelijke informatie ook door te geven aan zijn bevoegde commissies;

15.

roept de Commissie ertoe op om, parallel aan dit proces, uiterlijk eind 2005 te komen met voorstellen voor wijzigingen die moeten worden aangebracht in de oprichtingsbesluiten van bestaande agentschappen, teneinde, onder andere, haar betrekkingen met de agentschappen te optimaliseren; dergelijke voorstellen dienen gericht te zijn op:

a)

verbetering van de communicatie tussen de Commissie en de agentschappen;

b)

het initiëren of uitbreiden van samenwerking bij het vastellen van behoeften waarin moet worden voorzien, bij het vaststellen van doelstellingen en resultaten die moeten worden behaald, inclusief de daarvoor noodzakelijke strategie, evenals bij het vaststellen

c)

versterking van aanvullende maatregelen, een betere organisatie van de noodzakelijke hulpbronnen en de daadwerkelijke toewijzing ervan om tot resultaten te komen, en het formuleren van voorlichtingsstrategie voor het verspreiden van deze resultaten;

16.

benadrukt dat, alvorens enig besluit over een voorstel tot oprichting van een nieuw agentschap wordt genomen, de Commissie een nauwgezette evaluatie dient te maken van de noodzaak en de toegevoegde waarde van de taken van dit agentschap, daarbij rekening houdend met bestaande structuren en de beginselen van subsidiariteit, begrotingsdiscipline en vereenvoudiging van procedures;

17.

verwacht van de Commissie dat zij spoedig de richtsnoeren voor het personeelsbeleid van de agentschappen voorlegt, die het Parlement al voor het einde van de begrotingsprocedure 2005 van de Commissie had willen ontvangen;

Algemene punten ten aanzien van de agentschappen

18.

verwacht met ingang van heden, in overeenstemming met artikel 72, lid 5, van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002, van elk van de agentschappen het verslag te ontvangen waarin melding wordt gemaakt van de audits die zijn uitgevoerd door de interne controleur, de daarbij gevoegde aanbevelingen en het gevolg dat aan deze aanbevelingen is gegeven;

19.

verzoekt de agentschappen verdere inspanningen te verrichten om het Statuut van de ambtenaren en de regeling die van toepassing is op andere personeelsleden op correcte wijze toe te passen op hun personeel (aanwervingsprocedures, besluitvorming, persoonlijke dossiers, berekening van salarissen en andere toelagen en vergoedingen, bevorderingsbeleid, vacaturepercentages, quota's in verband met de eerbiediging van de gender-gelijkheid, enz.);

20.

stelt vast dat, in het algemeen, de percentages mannen en vrouwen in de algehele personeelsbezetting bij de agentschappen laten zien dat er sprake is van een onevenwichtige verdeling van mannen en vrouwen; betreurt dat circa een derde deel van het personeel bestaat uit mannen en dat zij oververtegenwoordigd zijn op posten met een hoge rang, terwijl vrouwen in het algemeen oververtegenwoordigd zijn op posten met een lage rang; verwacht dat de agentschappen onmiddellijk doeltreffende maatregelen nemen om deze situatie te corrigeren;

21.

verzoekt de agentschappen ervoor te zorgen dat alle van toepassing zijnde bepalingen van Richtlijn 2002/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 september 2002 tot wijziging van Richtlijn 76/207/EEG van de Raad betreffende de tenuitvoerlegging van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen ten aanzien van de toegang tot het arbeidsproces, de beroepsopleiding en de promotiekansen, en ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden (8), in hun personeelsbeleid worden opgenomen;

22.

verwacht dat de agentschappen, in antwoord op de desbetreffende opmerkingen van de Rekenkamer, de begrotingsbeginselen zoals vastgelegd in het Financieel Reglement volledig zullen naleven, in het bijzonder de beginselen van eenheid en begrotingswaarachtigheid; verzoekt de agentschappen, voor zover zulks nog niet het geval is, volledig te voldoen aan de boekhoudkundige vereisten van het Financieel Reglement en hun procedures voor intern beheer en interne controle verder te versterken, teneinde verantwoording, transparantie en toegevoegde Europese waarde te vergroten;

23.

moedigt de agentschappen, met name de agentschappen wier werkzaamheden overeenkomsten vertonen met de activiteiten of taken van andere, ertoe aan hun samenwerking te vergroten, teneinde aldus mogelijkheden te creëren voor het ontwikkelen van synergieën; verzoekt deze agentschappen om, waar passend, dergelijke samenwerkingsvormen te formaliseren met behulp van specifieke overeenkomsten (gezamenlijke verklaringen, memoranda van overeenstemming, besluiten over gezamenlijke planning en gezamenlijke elkaar aanvullende acties/programma's), teneinde ervoor te zorgen dat er geen dubbel werk wordt gedaan, dat de output van elk agentschap duidelijk wordt vastgesteld en dat het resultaat van de gezamenlijke inspanningen de toegevoegde waarde en impact van hun werkzaamheden maximaliseert; verwacht regelmatig over deze kwestie te worden geïnformeerd;

24.

verzoekt de agentschappen speciale aandacht te schenken aan procedures voor het gunnen en het beheren van contracten; verzoekt hun alle passende maatregelen met betrekking tot hun administratieve structuren te nemen om hun interne-controleprocedures, kanalen en beheer te versterken; is van mening dat dergelijke maatregelen, waar nodig en uitvoerbaar, zouden kunnen bestaan in het opzetten van gespecialiseerde eenheden die tot taak hebben om, op basis van risico-analyses, advies te geven over de beste manier om gunningsprocedures op te stellen, te zorgen voor toezicht en waar nodig follow-up te geven; roept de Commissie en de Rekenkamer ertoe op de samenwerking met de agentschappen op dit punt te versterken;

25.

neemt kennis van de door enkele directeuren, met name van de „nieuw opgerichte” agentschappen, genoemde moeilijkheden die agentschappen hebben met betrekking tot het naleven van het tijdschema en de termijnen voor verslaglegging die in het Financieel Reglement zijn vastgelegd; verzoekt de directeuren van agentschappen om, met het oog op de komende herziening van het Financieel Reglement in 2005, de Begrotingscommissie en de Commissie begrotingscontrole in kennis te stellen van de moeilijkheden die zij tot dusver hebben ondervonden, zodat daarmee rekening kan worden gehouden in de overwegingen in het kader van de herziening; verwacht dat de directeuren komen met specifieke voorstellen voor andere regelingen met betrekking tot verslagleggingstermijnen die het best overeenkomen met hun wijze van werken, echter zonder te tornen aan de verslagleggingsverplichtingen die zijn vastgelegd in het Financieel Reglement;

26.

neemt kennis van de positieve reactie van de directeuren op de oproep van de voor de kwijting bevoegde commissie om een nauwkeuriger communicatiesysteem op te zetten, met name op het punt van de door de agentschappen aan deze commissie te verstrekken documenten in verband met de verslagleggingsverplichtingen van de agentschappen; is van mening dat een betere organisatie van deze communicatie de samenwerking met de agentschappen, alsook de democratische controle zal versterken;

27.

verzoekt de directeuren van de agentschappen om met ingang van heden hun jaarlijkse activiteitenverslag, dat samen met financiële en beheersgegevens wordt gepresenteerd, vergezeld te doen gaan van een betrouwbaarheidsverklaring ten aanzien van de wettigheid en de regelmatigheid van werkzaamheden, analoog aan de verklaringen die de directeuren-generaal van de Commissie ondertekenen;

28.

verzoekt de agentschappen een alomvattende voorlichtingsstrategie te ontwikkelen met het oog op de behoefte de resultaten van hun werkzaamheden, in passende vorm, beschikbaar te maken voor het grote publiek in plaats van deze alleen te presenteren aan de Europese instellingen, bevoegde instanties van de lidstaten, specialisten, partners of specifieke begunstigden; verzoekt de agentschappen om met het oog op het ontwikkelen van een dergelijke strategie hun samenwerking te intensiveren en informatie uit te wisselen over de beste methodes om dit doel te bereiken; verwacht dat de agentschappen zijn bevoegde commissies vóór de volgende kwijtingsprocedure naar behoren op de hoogte stellen van de voortgang bij de opstelling van de strategie, teneinde een doeltreffende en tijdige monitoring van hun activiteiten te waarborgen;

Algemene punten ten aanzien van de Rekenkamer en de agentschappen

29.

is ingenomen met het initiatief van de Rekenkamer om aan haar specifieke verslagen over afzonderlijke agentschappen een tabel toe te voegen die beknopte informatie bevat over de bevoegdheden, het bestuur, de beschikbare hulpbronnen en de producten/output van het desbetreffende agentschap; is van mening dat dit de duidelijkheid en de transparantie van de werkzaamheden van deze Gemeenschapsorganen ten goede komt, terwijl tegelijkertijd een nuttige basis wordt verschaft voor vergelijking, waar passend, met het oog op het creëren van het geharmoniseerde kader voor de agentschappen waar het Parlement om heeft gevraagd;

30.

verzoekt de Rekenkamer en de agentschappen hun samenwerking te versterken, teneinde de procedures en technische instrumenten voor een goed beheer van alle financiële en begrotingskwesties te verbeteren, met het oogmerk een methodologie op te stellen waarmee het pad wordt geëffend voor een positieve kwijting vanaf de start van de procedure; verwacht regelmatig te worden geïnformeerd over de geboekte vooruitgang en de toepassing van de beste praktijken;

31.

verzoekt de Rekenkamer en de agentschappen de transparantie in de procédure contradictoire die voorafgaat aan het eindverslag van de Rekenkamer te vergroten, teneinde tegenstrijdigheden en ambiguïteiten die de geloofwaardig van de gehele exercitie in gevaar zouden kunnen brengen, te vermijden; verzoekt de Rekenkamer en de Commissie in verband hiermee te komen met een voorstel voor een uitvoerbare methode om informatie over verbeteringen die zijn aangebracht en/of problemen die zijn vastgesteld in de periode tussen de eerste bespreking van het ontwerpverslag van de Rekenkamer en het uiteindelijke besluit over de kwijting te actualiseren, teneinde het meest getrouwe beeld van de situatie bij de agentschappen te kunnen geven.


(1)  PB C 324 van 30.12.2004, blz. 46.

(2)  PB L 248 van 16.09.2002, blz. 1.

(3)  PB L 245 van 29.9.2003, blz. 13.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

(5)  PB L 330 van 4.11.2004, blz. 27.

(6)  Zoals vastgelegd in Bijlage 1 bij de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement „Bouwen aan onze gemeenschappelijke toekomst — Beleidsuitdagingen en begrotingsmiddelen in de uitgebreide Unie 2007-2013” (COM(2004)0101, blz. 38).

(7)  Zie bijlage bij het Verslag van de Commissie over de follow-up van de kwijtingen 2002 (COM(2004)0648, blz. 108).

(8)  PB L 269 van 5.10.2002, blz. 15.

P6_TA(2005)0107

Kwijting 2003: Eurojust

 

1.

Besluit van het Europees Parlement over het verlenen van kwijting aan de administratief directeur van Eurojust voor de uitvoering van de begroting van Eurojust voor het begrotingsjaar 2003 (N6-0220/2004 — C6-0239/2004 — 2004/2063(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van Eurojust voor het begrotingsjaar 2003, vergezeld van de antwoorden van Eurojust (1),

gezien de aanbeveling van de Raad van 8 maart 2005 (6856/2005 — C6-0063/2005),

gelet op het EG-Verdrag, inzonderheid artikel 276,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), inzonderheid artikel 185, en Besluit 2003/659/JBZ van de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van Besluit 2002/187/JBZ betreffende de oprichting van Eurojust, teneinde de strijd tegen ernstige vormen van criminaliteit te versterken (3), inzonderheid artikel 36,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid artikel 94 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002,

gelet op de artikelen 70 en 71, alsmede bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken (A6-0074/2005),

1.

verleent kwijting aan de administratief directeur van Eurojust voor de uitvoering van de begroting van Eurojust voor het begrotingsjaar 2003;

2.

geeft zijn opmerkingen in de begeleidende resolutie;

3.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de begeleidende resolutie te doen toekomen aan de administratief directeur van Eurojust, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en zorg te dragen voor de publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).


(1)  PB C 324 van 30.12.2004, blz. 61.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 245 van 29.9.2003, blz. 44.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

2.

Resolutie van het Europees Parlement houdende opmerkingen bij het besluit over het verlenen van kwijting aan de administratief directeur van Eurojust voor de uitvoering van de begroting van Eurojust voor het begrotingsjaar 2003 (N6-0220/2004 — C6-0239/2004 — 2004/2063(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van Eurojust voor het begrotingsjaar 2003, vergezeld van de antwoorden van Eurojust (1),

gezien de aanbeveling van de Raad van 8 maart 2005 (6856/2005 — C6-0063/2005),

gelet op het EG-Verdrag, inzonderheid artikel 276,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), inzonderheid artikel 185, en Besluit 2003/659/JBZ van de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van Besluit 2002/187/JBZ betreffende de oprichting van Eurojust, teneinde de strijd tegen ernstige vormen van criminaliteit te versterken (3), inzonderheid artikel 36,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid artikel 94 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002,

gelet op de artikelen 70 en 71, alsmede bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken (A6-0074/2005),

A.

overwegende dat de Rekenkamer in haar bovengenoemde verslag verklaart dat zij redelijke zekerheid heeft verkregen dat de jaarrekening van het per 31 december 2003 afgesloten begrotingsjaar betrouwbaar is en dat de onderliggende verrichtingen over het geheel genomen wettig en regelmatig zijn,

B.

overwegende dat het Europees Parlement op 21 april 2004 kwijting (5) heeft verleend aan de directeur van Eurojust voor de uitvoering van de begroting van Eurojust voor het begrotingsjaar 2002, waarbij het Parlement in zijn resolutie onder andere:

erkende dat problemen in verband met de uitvoering van de begroting te wijten waren aan het feit dat Eurojust in de opstartfase verkeerde, en verwachtte dat deze problemen in het begrotingsjaar 2004 zouden worden opgelost,

uiting gaf aan zijn ingenomenheid met de bereidheid van Eurojust om lessen te trekken uit de ervaringen van bestaande instellingen op het gebied van de naleving van de nieuwe regels voor boekhouding, interne audit en controle, en deel te nemen aan interinstitutionele samenwerkingsvormen,

1.

neemt kennis van de volgende cijfers in de rekeningen van Eurojust voor de begrotingsjaren 2003 en 2002;

Winst- en verliesrekening over de begrotingsjaren 2003 en 2002

(in EUR x 1000)

 

2003

2002

Exploitatieontvangsten

Communautaire subsidies

7 125

1 478

Diverse ontvangsten

12

0

Totaal (a)

7 137

1 478

Exploitatieuitgaven

Aankopen van goederen en diensten

3 288

378

Personeelsuitgaven

2 112

256

Toewijzing aan de afschrijvingen

211

29

Totaal (b)

5 551

663

Economisch resultaat van het begrotingsjaar (a - b)

1 586

815

Bron: Gegevens van Eurojust.

2.

neemt kennis van de vooruitgang die Eurojust heeft geboekt bij het oplossen van problemen in verband met de invoering en naleving van het nieuwe Financieel Reglement; stelt voorts vast dat de opgedane ervaring is gebruikt om tekortkomingen in de controle op begrotingsverrichtingen op te heffen;

3.

verwacht dat Eurojust bij de presentatie van het jaarlijkse activiteitenverslag van de directeur over het begrotingsjaar 2004 ook verslag uitbrengt over verdere voortgang op dit terrein;

4.

neemt kennis van de uitleg van de directeur over de wijze waarop Eurojust de verzoeken om informatie die het ontvangt, behandelt;

5.

verwacht dat Eurojust zorgdraagt voor een strenge toepassing van de regels inzake gegevensbescherming, teneinde de rechten van burgers te beschermen;

6.

betreurt het ontbreken van een gelijke-kansenplan; verwacht dat het Agentschap zo spoedig mogelijk een dergelijk plan ontwikkelt, zodat het een werkgever met een gelijke-kansenbeleid wordt; verwacht dat het Agentschap niet alleen in de aanwervingsfase rekening houdt met gelijkheidskwesties, maar zich ook proactief en op de lange termijn inzet voor het bevorderen van de gelijkheid van de geslachten;

7.

verlangt, tegen de achtergrond van de ernstige moeilijkheden met betrekking tot de waarborging van passende financiering van het groeiende aantal onafhankelijke agentschappen, dat de Nederlandse autoriteiten als gastland van Eurojust de logistieke steun voor deze prestigieuze instelling aanzienlijk verhogen;

Algemene punten ten aanzien van de Commissie en de agentschappen

8.

herinnert aan zijn standpunt dat — hoewel het de inspanningen van de Commissie om te komen tot een beperkt aantal modellen, tenminste voor toekomstige „regelgevende” agentschappen, heeft gesteund — de structuur van bestaande en toekomstige agentschappen diepgaande bezinning op interinstitutioneel niveau verdient; benadrukt voorts dat alvorens de Commissie de randvoorwaarden voor het gebruik van regelgevende agentschappen formuleert, in een interinstitutioneel akkoord gemeenschappelijke richtsnoeren moeten worden vastgelegd, en dat dit dient te gebeuren voordat een geharmoniseerd kader voor de agentschappen wordt opgezet;

9.

neemt kennis van het standpunt van de Commissie (6) ten aanzien van het delegeren van verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van taken aan andere organen, met inbegrip van agentschappen, dan de eigen diensten van de Commissie; is van opvatting dat dit niet beantwoordt aan het verzoek van het Parlement om diepgaande bezinning op interinstitutioneel niveau over de structuur van bestaande agentschappen; verzoekt de Commissie derhalve duidelijkheid te verschaffen over dit punt en over het toekomstige alomvattende interinstitutionele akkoord in verband met de nieuwe regelingen die moeten worden opgezet in of parallel aan de financiële vooruitzichten (7);

10.

verzoekt de Commissie op middellange termijn, bijvoorbeeld volgens een vaste driejaarlijkse cyclus, een transversale analyse te organiseren en uit te voeren van de evaluaties die van afzonderlijke agentschappen zijn gemaakt, teneinde:

conclusies te trekken over de samenhang van de werkzaamheden van het agentschap met EU-beleid in het algemeen en over de synergieën die bestaan of moeten worden ontwikkeld tussen de agentschappen en de diensten van de Commissie, alsook over het vermijden van overlapping;

een beoordeling te geven van de bredere Europese toegevoegde waarde van de resultaten van de agentschappen op hun afzonderlijke werkterreinen, en van de relevantie, efficiëntie en effectiviteit van het agentschapsmodel bij de uitvoering van of het leveren van een bijdrage tot beleid van de EU;

de impact van de activiteiten van de agentschappen te bepalen en te versterken op het punt van de nabijheid, de toegankelijkheid en de zichtbaarheid van de EU voor haar burgers;

11.

verwacht dat een dergelijke alomvattende analyse uiterlijk eind 2005 beschikbaar is, zodat de periode van drie jaar vanaf de invoering van het Financieel Reglement en het daaruit voortvloeiende nieuwe kader in het agentschappensysteem wordt bestreken;

12.

verzoekt de agentschappen actief mee te werken aan dit proces en met de Commissie samen te werken door informatie te verstrekken over kwesties die zij van belang achten voor hun functioneren, hun rol, hun opdracht en hun behoeften, alsook over elke andere aangelegenheid die de kwijtingsprocedure zou kunnen verbeteren, teneinde bij te dragen tot het welslagen van het proces; verzoekt de agentschappen dergelijke informatie ook door te geven aan zijn bevoegde commissies;

13.

roept de Commissie ertoe op om, parallel aan dit proces, uiterlijk eind 2005 te komen met voorstellen voor wijzigingen die moeten worden aangebracht in de oprichtingsbesluiten van bestaande agentschappen, teneinde, onder andere, haar betrekkingen met de agentschappen te optimaliseren; dergelijke voorstellen dienen gericht te zijn op:

verbetering van de communicatie tussen de Commissie en de agentschappen;

het initiëren of uitbreiden van samenwerking bij het vastellen van behoeften waarin moet worden voorzien, bij het vaststellen van doelstellingen en resultaten die moeten worden behaald, inclusief de daarvoor noodzakelijke strategie, evenals bij het vaststellen van normen voor toezicht en evaluatie;

versterking van aanvullende maatregelen, een betere organisatie van de noodzakelijke hulpbronnen en de daadwerkelijke toewijzing ervan om tot resultaten te komen, en het formuleren van voorlichtingsstrategie voor het verspreiden van deze resultaten;

14.

benadrukt dat, alvorens enig besluit over een voorstel tot oprichting van een nieuw agentschap wordt genomen, de Commissie een nauwgezette evaluatie dient te maken van de noodzaak en de toegevoegde waarde van de taken van dit agentschap, daarbij rekening houdend met bestaande structuren en de beginselen van subsidiariteit, begrotingsdiscipline en vereenvoudiging van procedures;

15.

verwacht van de Commissie dat zij spoedig de richtsnoeren voor het personeelsbeleid van de agentschappen voorlegt, die het Parlement al voor het einde van de begrotingsprocedure 2005 van de Commissie had willen ontvangen;

Algemene punten ten aanzien van de agentschappen

16.

verwacht met ingang van heden, in overeenstemming met artikel 72, lid 5, van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002, van elk van de agentschappen het verslag te ontvangen waarin melding wordt gemaakt van de audits die zijn uitgevoerd door de interne controleur, de daarbij gevoegde aanbevelingen en het gevolg dat aan deze aanbevelingen is gegeven;

17.

verzoekt de agentschappen verdere inspanningen te verrichten om het Statuut van de ambtenaren en de regeling die van toepassing is op andere personeelsleden op correcte wijze toe te passen op hun personeel (aanwervingsprocedures, besluitvorming, persoonlijke dossiers, berekening van salarissen en andere toelagen en vergoedingen, bevorderingsbeleid, vacaturepercentages, quota's in verband met de eerbiediging van de gender-gelijkheid, enz.);

18.

stelt vast dat, in het algemeen, de percentages mannen en vrouwen in de algehele personeelsbezetting bij de agentschappen laten zien dat er sprake is van een onevenwichtige verdeling van mannen en vrouwen; betreurt dat circa een derde deel van het personeel bestaat uit mannen en dat zij oververtegenwoordigd zijn op posten met een hoge rang, terwijl vrouwen in het algemeen oververtegenwoordigd zijn op posten met een lage rang; verwacht dat de agentschappen onmiddellijk doeltreffende maatregelen nemen om deze situatie te corrigeren;

19.

verzoekt de agentschappen ervoor te zorgen dat alle van toepassing zijnde bepalingen van Richtlijn 2002/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 september 2002 tot wijziging van Richtlijn 76/207/EEG van de Raad betreffende de tenuitvoerlegging van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen ten aanzien van de toegang tot het arbeidsproces, de beroepsopleiding en de promotiekansen, en ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden (8), in hun personeelsbeleid worden opgenomen;

20.

verwacht dat de agentschappen, in antwoord op de desbetreffende opmerkingen van de Rekenkamer, de begrotingsbeginselen zoals vastgelegd in het Financieel Reglement volledig zullen naleven, in het bijzonder de beginselen van eenheid en begrotingswaarachtigheid; verzoekt de agentschappen, voor zover zulks nog niet het geval is, volledig te voldoen aan de boekhoudkundige vereisten van het Financieel Reglement en hun procedures voor intern beheer en interne controle verder te versterken, teneinde verantwoording, transparantie en toegevoegde Europese waarde te vergroten;

21.

moedigt de agentschappen, met name de agentschappen wier werkzaamheden overeenkomsten vertonen met de activiteiten of taken van andere, ertoe aan hun samenwerking te vergroten, teneinde aldus mogelijkheden te creëren voor het ontwikkelen van synergieën; verzoekt deze agentschappen om, waar passend, dergelijke samenwerkingsvormen te formaliseren met behulp van specifieke overeenkomsten (gezamenlijke verklaringen, memoranda van overeenstemming, besluiten over gezamenlijke planning en gezamenlijke elkaar aanvullende acties/programma's), teneinde ervoor te zorgen dat er geen dubbel werk wordt gedaan, dat de output van elk agentschap duidelijk wordt vastgesteld en dat het resultaat van de gezamenlijke inspanningen de toegevoegde waarde en impact van hun werkzaamheden maximaliseert; verwacht regelmatig over deze kwestie te worden geïnformeerd;

22.

verzoekt de agentschappen speciale aandacht te schenken aan procedures voor het gunnen en het beheren van contracten; verzoekt hun alle passende maatregelen met betrekking tot hun administratieve structuren te nemen om hun interne-controleprocedures, kanalen en beheer te versterken; is van mening dat dergelijke maatregelen, waar nodig en uitvoerbaar, zouden kunnen bestaan in het opzetten van gespecialiseerde eenheden die tot taak hebben om, op basis van risico-analyses, advies te geven over de beste manier om gunningsprocedures op te stellen, te zorgen voor toezicht en waar nodig follow-up te geven; roept de Commissie en de Rekenkamer ertoe op de samenwerking met de agentschappen op dit punt te versterken;

23.

neemt kennis van de door enkele directeuren, met name van de „nieuw opgerichte” agentschappen, genoemde moeilijkheden die agentschappen hebben met betrekking tot het naleven van het tijdschema en de termijnen voor verslaglegging die in het Financieel Reglement zijn vastgelegd; verzoekt de directeuren van agentschappen om, met het oog op de komende herziening van het Financieel Reglement in 2005, de Begrotingscommissie en de Commissie begrotingscontrole in kennis te stellen van de moeilijkheden die zij tot dusver hebben ondervonden, zodat daarmee rekening kan worden gehouden in de overwegingen in het kader van de herziening; verwacht dat de directeuren komen met specifieke voorstellen voor andere regelingen met betrekking tot verslagleggingstermijnen die het best overeenkomen met hun wijze van werken, echter zonder te tornen aan de verslagleggingsverplichtingen die zijn vastgelegd in het Financieel Reglement;

24.

neemt kennis van de positieve reactie van de directeuren op de oproep van de voor de kwijting bevoegde commissie om een nauwkeuriger communicatiesysteem op te zetten, met name op het punt van de door de agentschappen aan deze commissie te verstrekken documenten in verband met de verslagleggingsverplichtingen van de agentschappen; is van mening dat een betere organisatie van deze communicatie de samenwerking met de agentschappen, alsook de democratische controle zal versterken;

25.

verzoekt de directeuren van de agentschappen om met ingang van heden hun jaarlijkse activiteitenverslag, dat samen met financiële en beheersgegevens wordt gepresenteerd, vergezeld te doen gaan van een betrouwbaarheidsverklaring ten aanzien van de wettigheid en de regelmatigheid van werkzaamheden, analoog aan de verklaringen die de directeuren-generaal van de Commissie ondertekenen;

26.

verzoekt de agentschappen een alomvattende voorlichtingsstrategie te ontwikkelen met het oog op de behoefte de resultaten van hun werkzaamheden, in passende vorm, beschikbaar te maken voor het grote publiek in plaats van deze alleen te presenteren aan de Europese instellingen, bevoegde instanties van de lidstaten, specialisten, partners of specifieke begunstigden; verzoekt de agentschappen om met het oog op het ontwikkelen van een dergelijke strategie hun samenwerking te intensiveren en informatie uit te wisselen over de beste methodes om dit doel te bereiken; verwacht dat de agentschappen zijn bevoegde commissies vóór de volgende kwijtingsprocedure naar behoren op de hoogte stellen van de voortgang bij de opstelling van de strategie, teneinde een doeltreffende en tijdige monitoring van hun activiteiten te waarborgen;

Algemene punten ten aanzien van de Rekenkamer en de agentschappen

27.

is ingenomen met het initiatief van de Rekenkamer om aan haar specifieke verslagen over afzonderlijke agentschappen een tabel toe te voegen die beknopte informatie bevat over de bevoegdheden, het bestuur, de beschikbare hulpbronnen en de producten/output van het desbetreffende agentschap; is van mening dat dit de duidelijkheid en de transparantie van de werkzaamheden van deze Gemeenschapsorganen ten goede komt, terwijl tegelijkertijd een nuttige basis wordt verschaft voor vergelijking, waar passend, met het oog op het creëren van het geharmoniseerde kader voor de agentschappen waar het Parlement om heeft gevraagd;

28.

verzoekt de Rekenkamer en de agentschappen hun samenwerking te versterken, teneinde de procedures en technische instrumenten voor een goed beheer van alle financiële en begrotingskwesties te verbeteren, met het oogmerk een methodologie op te stellen waarmee het pad wordt geëffend voor een positieve kwijting vanaf de start van de procedure; verwacht regelmatig te worden geïnformeerd over de geboekte vooruitgang en de toepassing van de beste praktijken;

29.

verzoekt de Rekenkamer en de agentschappen de transparantie in de procédure contradictoire die voorafgaat aan het eindverslag van de Rekenkamer te vergroten, teneinde tegenstrijdigheden en ambiguïteiten die de geloofwaardig van de gehele exercitie in gevaar zouden kunnen brengen, te vermijden; verzoekt de Rekenkamer en de Commissie in verband hiermee te komen met een voorstel voor een uitvoerbare methode om informatie over verbeteringen die zijn aangebracht en/of problemen die zijn vastgesteld in de periode tussen de eerste bespreking van het ontwerpverslag van de Rekenkamer en het uiteindelijke besluit over de kwijting te actualiseren, teneinde het meest getrouwe beeld van de situatie bij de agentschappen te kunnen geven.


(1)  PB C 324 van 30.12.2004, blz. 61.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 245 van 29.9.2003, blz. 44.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

(5)  PB L 330 van 4.11.2004, blz. 40.

(6)  Zoals vastgelegd in Bijlage 1 bij de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement „Bouwen aan onze gemeenschappelijke toekomst — Beleidsuitdagingen en begrotingsmiddelen in de uitgebreide Unie 2007-2013” (COM(2004)0101, blz. 38).

(7)  Zie bijlage bij het Verslag van de Commissie over de follow-up van de kwijtingen 2002 (COM(2004)0648, blz. 108).

(8)  PB L 269 van 5.10.2002, blz. 15.

P6_TA(2005)0108

Kwijting 2003: Europese Stichting voor opleiding

 

1.

Besluit van het Europees Parlement over het verlenen van kwijting aan de directeur van de Europese Stichting voor opleiding voor de uitvoering van de begroting van de Stichting voor het begrotingsjaar 2003 (N6-0210/2004 — C6-0229/2004 — 2004/2058(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de Europese Stichting voor opleiding voor het begrotingsjaar 2003, vergezeld van de antwoorden van de Stichting (1),

gezien de aanbeveling van de Raad van 8 maart 2005 (6853/1/2005 — C6-0072/2005),

gelet op het EG-Verdrag, inzonderheid artikel 276,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), inzonderheid artikel 185, en Verordening (EG) nr. 1648/2003 van de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1360/90 tot oprichting van een Europese Stichting voor Opleiding (3), inzonderheid artikel 11,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid artikel 94 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002,

gelet op de artikelen 70 en 71, alsmede bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A6-0074/2005),

1.

verleent kwijting aan de directeur van de Europese Stichting voor opleiding voor de uitvoering van de begroting van de Stichting voor het begrotingsjaar 2003;

2.

geeft zijn opmerkingen in de begeleidende resolutie;

3.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de begeleidende resolutie te doen toekomen aan de directeur van de Europese Stichting voor opleiding, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en zorg te dragen voor de publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).


(1)  PB C 324 van 30.12.2004, blz. 68.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 245 van 29.9.2003, blz. 22.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

2.

Resolutie van het Europees Parlement houdende opmerkingen bij het besluit over het verlenen van kwijting aan de directeur van de Europese Stichting voor opleiding voor de uitvoering van de begroting van de Stichting voor het begrotingsjaar 2003 (N6-0210/2004 -C6-0229/2004 — 2004/2058(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de Europese Stichting voor opleiding voor het begrotingsjaar 2003, vergezeld van de antwoorden van de Stichting (1),

gezien de aanbeveling van de Raad van 8 maart 2005 (6853/1/2005 — C6-0072/2005),

gelet op het EG-Verdrag, inzonderheid artikel 276,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), inzonderheid artikel 185, en Verordening (EG) nr. 1648/2003 van de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1360/90 tot oprichting van een Europese Stichting voor Opleiding (3), inzonderheid artikel 11,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid artikel 94 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002,

gelet op de artikelen 70 en 71, alsmede bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A6-0074/2005),

A.

overwegende dat de Rekenkamer in haar bovengenoemde verslag verklaart dat zij redelijke zekerheid heeft verkregen dat de jaarrekening van het per 31 december 2003 afgesloten begrotingsjaar betrouwbaar is en dat de onderliggende verrichtingen over het geheel genomen wettig en regelmatig zijn,

B.

overwegende dat het Europees Parlement op 21 april 2004 kwijting (5) heeft verleend aan de directeur van de Europese Stichting voor opleiding voor de uitvoering van de begroting van de Stichting voor het begrotingsjaar 2002, waarbij het Parlement in zijn resolutie onder andere:

kennis nam van de vooruitgang die de Stichting had geboekt bij het verminderen van de kredietoverdrachten, en de Stichting verzocht de mogelijkheid van het gebruik van gesplitste kredieten te overwegen om het aantal kredietoverdrachten verder te beperken,

kennis nam van de inspanningen van de Stichting om te voldoen aan de interne-controlenormen,

uiting gaf aan zijn ingenomenheid met de betaling door de Commissie van de communautaire subsidies in termijnen, teneinde nieuwe kasstroomproblemen te vermijden,

de Stichting verzocht samen met de Commissie een oplossing te vinden voor de weergave in de rekeningen van de Stichting van communautaire middelen in verband met externe programma's die door de Stichting worden beheerd,

1.

neemt kennis van de volgende cijfers in de rekeningen van de Europese Stichting voor opleiding voor de begrotingsjaren 2003 en 2002;

Winst- en verliesrekening over de begrotingsjaren 2003 en 2002

(in EUR x 1000)

 

2003

2002

Ontvangsten

Subsidies van de Commissie

18 100

13 179

Andere donoren

523

0

Diverse ontvangsten

17

23

Financiële inkomsten

0

140

Totaal ontvangsten (a)

18 640

13 342

Uitgaven

Personeel — Titel I van de begroting

Betalingen

10 771

10 153

Overgedragen kredieten

329

215

Huishoudelijke uitgaven — Titel II van de begroting

Betalingen

1 076

805

Overgedragen kredieten

310

559

Beleidsuitgaven — Titel III van de begroting

Betalingen

3 396

2 307

Overgedragen kredieten

1 087

2 591

Bestemmingsontvangsten

Betalingen

237

0

Overgedragen kredieten

286

0

Totaal uitgaven (b)

17 492

16 631

Resultaat van het begrotingsjaar (a - b)  (6)

1 148

-3 289

Uit het vorige begrotingsjaar overgedragen saldo

-2 155

-4 055

Geannuleerde overgedragen kredieten

375

424

Terugbetalingen aan de Commissie

- 703

-3 352

Wisselkoersverschillen

17

6

Saldo van het begrotingsjaar

-1 318

-2 155

Bron: Gegevens van de Stichting — Deze tabel vormt een samenvatting van de gegevens van de Stichting in zijn eigen rekening.

2.

stelt vast dat de Rekenkamer andermaal een opmerking maakt over de correcte weergave in de rekeningen van de Stichting van communautaire middelen voor externe programma's die door de Stichting worden beheerd (Tempus-programma); neemt voorts kennis van het antwoord van de Stichting op de opmerking van de Rekenkamer; verwacht bij gelegenheid van de presentatie van het jaarlijkse activiteitenverslag van de Stichting volledig te worden geïnformeerd over de oplossing die, in overleg met de Commissie, dient te worden toegepast voor het weergeven van dergelijke middelen in de rekeningen van de Stichting over 2004;

3.

neemt voorts kennis van de vaststelling van de Rekenkamer dat als gevolg van vertragingen bij de uitbetaling van de communautaire subsidie door de Commissie het tijdelijke kasstroomprobleem moest worden opgelost met behulp van een spoedoverdracht van Tempus-middelen; herhaalt zijn oproep aan de Stichting en de Commissie om alle noodzakelijke stappen te ondernemen om te voorkomen dat dergelijke problemen zich nogmaals voordoen;

4.

neemt kennis van de inspanningen van de Stichting om problemen in verband met de selectieprocedures voor personeel te verhelpen; verwacht dat de Stichting haar inspanningen voortzet, teneinde de noodzakelijke transparantie te consolideren;

5.

is ingenomen met de resultaten van de samenwerking tussen de Stichting en het CEDEFOP; verwacht dat deze samenwerking verder wordt versterkt en ontwikkeld via het uitwisselen van informatie, met het oog op verbetering van de verspreiding van goede praktijken;

6.

betreurt het ontbreken van een gelijke-kansenplan; verwacht dat het Agentschap zo spoedig mogelijk een dergelijk plan ontwikkelt, zodat het een werkgever met een gelijke-kansenbeleid wordt; verwacht dat het Agentschap niet alleen in de aanwervingsfase rekening houdt met gelijkheidskwesties, maar zich ook proactief en op de lange termijn inzet voor het bevorderen van de gelijkheid van de geslachten;

7.

is ingenomen met de inzet van de Stichting voor een voorlichtingsstrategie om het grote publiek te informeren door middel van debatten en andere vormen van voorlichting;

Algemene punten ten aanzien van de Commissie en de agentschappen

8.

herinnert aan zijn standpunt dat — hoewel het de inspanningen van de Commissie om te komen tot een beperkt aantal modellen, tenminste voor toekomstige „regelgevende” agentschappen, heeft gesteund — de structuur van bestaande en toekomstige agentschappen diepgaande bezinning op interinstitutioneel niveau verdient; benadrukt voorts dat alvorens de Commissie de randvoorwaarden voor het gebruik van regelgevende agentschappen formuleert, in een interinstitutioneel akkoord gemeenschappelijke richtsnoeren moeten worden vastgelegd, en dat dit dient te gebeuren voordat een geharmoniseerd kader voor de agentschappen wordt opgezet;

9.

neemt kennis van het standpunt van de Commissie (7) ten aanzien van het delegeren van verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van taken aan andere organen, met inbegrip van agentschappen, dan de eigen diensten van de Commissie; is van opvatting dat dit niet beantwoordt aan het verzoek van het Parlement om diepgaande bezinning op interinstitutioneel niveau over de structuur van bestaande agentschappen; verzoekt de Commissie derhalve duidelijkheid te verschaffen over dit punt en over het toekomstige alomvattende interinstitutionele akkoord in verband met de nieuwe regelingen die moeten worden opgezet in of parallel aan de financiële vooruitzichten (8);

10.

verzoekt de Commissie op middellange termijn, bijvoorbeeld volgens een vaste driejaarlijkse cyclus, een transversale analyse te organiseren en uit te voeren van de evaluaties die van afzonderlijke agentschappen zijn gemaakt, teneinde:

a)

conclusies te trekken over de samenhang van de werkzaamheden van het agentschap met EU-beleid in het algemeen en over de synergieën die bestaan of moeten worden ontwikkeld tussen de agentschappen en de diensten van de Commissie, alsook over het vermijden van overlapping;

b)

een beoordeling te geven van de bredere Europese toegevoegde waarde van de resultaten van de agentschappen op hun afzonderlijke werkterreinen, en van de relevantie, efficiëntie en effectiviteit van het agentschapsmodel bij de uitvoering van of het leveren van een bijdrage tot beleid van de EU;

c)

de impact van de activiteiten van de agentschappen te bepalen en te versterken op het punt van de nabijheid, de toegankelijkheid en de zichtbaarheid van de EU voor haar burgers;

11.

verwacht dat een dergelijke alomvattende analyse uiterlijk eind 2005 beschikbaar is, zodat de periode van drie jaar vanaf de invoering van het Financieel Reglement en het daaruit voortvloeiende nieuwe kader in het agentschappensysteem wordt bestreken;

12.

verzoekt de agentschappen actief mee te werken aan dit proces en met de Commissie samen te werken door informatie te verstrekken over kwesties die zij van belang achten voor hun functioneren, hun rol, hun opdracht en hun behoeften, alsook over elke andere aangelegenheid die de kwijtingsprocedure zou kunnen verbeteren, teneinde bij te dragen tot het welslagen van het proces; verzoekt de agentschappen dergelijke informatie ook door te geven aan zijn bevoegde commissies;

13.

roept de Commissie ertoe op om, parallel aan dit proces, uiterlijk eind 2005 te komen met voorstellen voor wijzigingen die moeten worden aangebracht in de oprichtingsbesluiten van bestaande agentschappen, teneinde, onder andere, haar betrekkingen met de agentschappen te optimaliseren; dergelijke voorstellen dienen gericht te zijn op:

a)

verbetering van de communicatie tussen de Commissie en de agentschappen;

b)

het initiëren of uitbreiden van samenwerking bij het vastellen van behoeften waarin moet worden voorzien, bij het vaststellen van doelstellingen en resultaten die moeten worden behaald, inclusief de daarvoor noodzakelijke strategie, evenals bij het vaststellen van normen voor toezicht en evaluatie;

c)

versterking van aanvullende maatregelen, een betere organisatie van de noodzakelijke hulpbronnen en de daadwerkelijke toewijzing ervan om tot resultaten te komen, en het formuleren van voorlichtingsstrategie voor het verspreiden van deze resultaten;

14.

benadrukt dat, alvorens enig besluit over een voorstel tot oprichting van een nieuw agentschap wordt genomen, de Commissie een nauwgezette evaluatie dient te maken van de noodzaak en de toegevoegde waarde van de taken van dit agentschap, daarbij rekening houdend met bestaande structuren en de beginselen van subsidiariteit, begrotingsdiscipline en vereenvoudiging van procedures;

15.

verwacht van de Commissie dat zij spoedig de richtsnoeren voor het personeelsbeleid van de agentschappen voorlegt, die het Parlement al voor het einde van de begrotingsprocedure 2005 van de Commissie had willen ontvangen;

Algemene punten ten aanzien van de agentschappen

16.

verwacht met ingang van heden, in overeenstemming met artikel 72, lid 5, van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002, van elk van de agentschappen het verslag te ontvangen waarin melding wordt gemaakt van de audits die zijn uitgevoerd door de interne controleur, de daarbij gevoegde aanbevelingen en het gevolg dat aan deze aanbevelingen is gegeven;

17.

verzoekt de agentschappen verdere inspanningen te verrichten om het Statuut van de ambtenaren en de regeling die van toepassing is op andere personeelsleden op correcte wijze toe te passen op hun personeel (aanwervingsprocedures, besluitvorming, persoonlijke dossiers, berekening van salarissen en andere toelagen en vergoedingen, bevorderingsbeleid, vacaturepercentages, quota's in verband met de eerbiediging van de gender-gelijkheid, enz.);

18.

stelt vast dat, in het algemeen, de percentages mannen en vrouwen in de algehele personeelsbezetting bij de agentschappen laten zien dat er sprake is van een onevenwichtige verdeling van mannen en vrouwen; betreurt dat circa een derde deel van het personeel bestaat uit mannen en dat zij oververtegenwoordigd zijn op posten met een hoge rang, terwijl vrouwen in het algemeen oververtegenwoordigd zijn op posten met een lage rang; verwacht dat de agentschappen onmiddellijk doeltreffende maatregelen nemen om deze situatie te corrigeren;

19.

verzoekt de agentschappen ervoor te zorgen dat alle van toepassing zijnde bepalingen van Richtlijn 2002/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 september 2002 tot wijziging van Richtlijn 76/207/EEG van de Raad betreffende de tenuitvoerlegging van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen ten aanzien van de toegang tot het arbeidsproces, de beroepsopleiding en de promotiekansen, en ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden (9), in hun personeelsbeleid worden opgenomen;

20.

verwacht dat de agentschappen, in antwoord op de desbetreffende opmerkingen van de Rekenkamer, de begrotingsbeginselen zoals vastgelegd in het Financieel Reglement volledig zullen naleven, in het bijzonder de beginselen van eenheid en begrotingswaarachtigheid; verzoekt de agentschappen, voor zover zulks nog niet het geval is, volledig te voldoen aan de boekhoudkundige vereisten van het Financieel Reglement en hun procedures voor intern beheer en interne controle verder te versterken, teneinde verantwoording, transparantie en toegevoegde Europese waarde te vergroten;

21.

moedigt de agentschappen, met name de agentschappen wier werkzaamheden overeenkomsten vertonen met de activiteiten of taken van andere, ertoe aan hun samenwerking te vergroten, teneinde aldus mogelijkheden te creëren voor het ontwikkelen van synergieën; verzoekt deze agentschappen om, waar passend, dergelijke samenwerkingsvormen te formaliseren met behulp van specifieke overeenkomsten (gezamenlijke verklaringen, memoranda van overeenstemming, besluiten over gezamenlijke planning en gezamenlijke elkaar aanvullende acties/programma's), teneinde ervoor te zorgen dat er geen dubbel werk wordt gedaan, dat de output van elk agentschap duidelijk wordt vastgesteld en dat het resultaat van de gezamenlijke inspanningen de toegevoegde waarde en impact van hun werkzaamheden maximaliseert; verwacht regelmatig over deze kwestie te worden geïnformeerd;

22.

verzoekt de agentschappen speciale aandacht te schenken aan procedures voor het gunnen en het beheren van contracten; verzoekt hun alle passende maatregelen met betrekking tot hun administratieve structuren te nemen om hun interne-controleprocedures, kanalen en beheer te versterken; is van mening dat dergelijke maatregelen, waar nodig en uitvoerbaar, zouden kunnen bestaan in het opzetten van gespecialiseerde eenheden die tot taak hebben om, op basis van risico-analyses, advies te geven over de beste manier om gunningsprocedures op te stellen, te zorgen voor toezicht en waar nodig follow-up te geven; roept de Commissie en de Rekenkamer ertoe op de samenwerking met de agentschappen op dit punt te versterken;

23.

neemt kennis van de door enkele directeuren, met name van de „nieuw opgerichte” agentschappen, genoemde moeilijkheden die agentschappen hebben met betrekking tot het naleven van het tijdschema en de termijnen voor verslaglegging die in het Financieel Reglement zijn vastgelegd; verzoekt de directeuren van agentschappen om, met het oog op de komende herziening van het Financieel Reglement in 2005, de Begrotingscommissie en de Commissie begrotingscontrole in kennis te stellen van de moeilijkheden die zij tot dusver hebben ondervonden, zodat daarmee rekening kan worden gehouden in de overwegingen in het kader van de herziening; verwacht dat de directeuren komen met specifieke voorstellen voor andere regelingen met betrekking tot verslagleggingstermijnen die het best overeenkomen met hun wijze van werken, echter zonder te tornen aan de verslagleggingsverplichtingen die zijn vastgelegd in het Financieel Reglement;

24.

neemt kennis van de positieve reactie van de directeuren op de oproep van de voor de kwijting bevoegde commissie om een nauwkeuriger communicatiesysteem op te zetten, met name op het punt van de door de agentschappen aan deze commissie te verstrekken documenten in verband met de verslagleggingsverplichtingen van de agentschappen; is van mening dat een betere organisatie van deze communicatie de samenwerking met de agentschappen, alsook de democratische controle zal versterken;

25.

verzoekt de directeuren van de agentschappen om met ingang van heden hun jaarlijkse activiteitenverslag, dat samen met financiële en beheersgegevens wordt gepresenteerd, vergezeld te doen gaan van een betrouwbaarheidsverklaring ten aanzien van de wettigheid en de regelmatigheid van werkzaamheden, analoog aan de verklaringen die de directeuren-generaal van de Commissie ondertekenen;

26.

verzoekt de agentschappen een alomvattende voorlichtingsstrategie te ontwikkelen met het oog op de behoefte de resultaten van hun werkzaamheden, in passende vorm, beschikbaar te maken voor het grote publiek in plaats van deze alleen te presenteren aan de Europese instellingen, bevoegde instanties van de lidstaten, specialisten, partners of specifieke begunstigden; verzoekt de agentschappen om met het oog op het ontwikkelen van een dergelijke strategie hun samenwerking te intensiveren en informatie uit te wisselen over de beste methodes om dit doel te bereiken; verwacht dat de agentschappen zijn bevoegde commissies vóór de volgende kwijtingsprocedure naar behoren op de hoogte stellen van de voortgang bij de opstelling van de strategie, teneinde een doeltreffende en tijdige monitoring van hun activiteiten te waarborgen;

Algemene punten ten aanzien van de Rekenkamer en de agentschappen

27.

is ingenomen met het initiatief van de Rekenkamer om aan haar specifieke verslagen over afzonderlijke agentschappen een tabel toe te voegen die beknopte informatie bevat over de bevoegdheden, het bestuur, de beschikbare hulpbronnen en de producten/output van het desbetreffende agentschap; is van mening dat dit de duidelijkheid en de transparantie van de werkzaamheden van deze Gemeenschapsorganen ten goede komt, terwijl tegelijkertijd een nuttige basis wordt verschaft voor vergelijking, waar passend, met het oog op het creëren van het geharmoniseerde kader voor de agentschappen waar het Parlement om heeft gevraagd;

28.

verzoekt de Rekenkamer en de agentschappen hun samenwerking te versterken, teneinde de procedures en technische instrumenten voor een goed beheer van alle financiële en begrotingskwesties te verbeteren, met het oogmerk een methodologie op te stellen waarmee het pad wordt geëffend voor een positieve kwijting vanaf de start van de procedure; verwacht regelmatig te worden geïnformeerd over de geboekte vooruitgang en de toepassing van de beste praktijken;

29.

verzoekt de Rekenkamer en de agentschappen de transparantie in de procédure contradictoire die voorafgaat aan het eindverslag van de Rekenkamer te vergroten, teneinde tegenstrijdigheden en ambiguïteiten die de geloofwaardig van de gehele exercitie in gevaar zouden kunnen brengen, te vermijden; verzoekt de Rekenkamer en de Commissie in verband hiermee te komen met een voorstel voor een uitvoerbare methode om informatie over verbeteringen die zijn aangebracht en/of problemen die zijn vastgesteld in de periode tussen de eerste bespreking van het ontwerpverslag van de Rekenkamer en het uiteindelijke besluit over de kwijting te actualiseren, teneinde het meest getrouwe beeld van de situatie bij de agentschappen te kunnen geven.


(1)  PB C 324 van 30.12.2004, blz. 68.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 245 van 29.9.2003, blz. 22.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

(5)  PB L 330 van 4.11.2004, blz. 46.

(6)  In de winst- en verliesrekening en de balans zijn slechts de specifieke activiteiten van de Stichting opgenomen, en niet de voor de Commissie beheerde programma's.

(7)  Zoals vastgelegd in Bijlage 1 bij de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement „Bouwen aan onze gemeenschappelijke toekomst — Beleidsuitdagingen en begrotingsmiddelen in de uitgebreide Unie 2007-2013” (COM(2004)0101, blz. 38).

(8)  Zie bijlage bij het Verslag van de Commissie over de follow-up van de kwijtingen 2002 (COM(2004)0648, blz. 108).

(9)  PB L 269 van 5.10.2002, blz. 15.

P6_TA(2005)0109

Kwijting 2003: Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving

 

1.

Besluit van het Europees Parlement over het verlenen van kwijting aan de directeur van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving voor de uitvoering van de begroting van het Centrum voor het begrotingsjaar 2003 (N6-0211/2004 — C6-0230/2004 — 2004/2055(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving voor het begrotingsjaar 2003, vergezeld van de antwoorden van het Centrum (1),

gezien de aanbeveling van de Raad van 8 maart 2005 (6862/2005 — C6-0071/2005),

gelet op het EG-Verdrag, inzonderheid artikel 276,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), inzonderheid artikel 185, en Verordening (EG) nr. 1651/2003 van de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 302/93 tot oprichting van een Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (3), inzonderheid artikel 11 bis,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid artikel 94 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002,

gelet op de artikelen 70 en 71, alsmede bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken (A6-0074/2005),

1.

verleent kwijting aan de directeur van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving voor de uitvoering van de begroting van het Centrum voor het begrotingsjaar 2003;

2.

geeft zijn opmerkingen in de begeleidende resolutie;

3.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de begeleidende resolutie te doen toekomen aan de directeur van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en zorg te dragen voor de publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).


(1)  PB C 324 van 30.12.2004, blz. 83.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 245 van 29.9.2003, blz. 30.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

2.

Resolutie van het Europees Parlement houdende opmerkingen bij het besluit over het verlenen van kwijting aan de directeur van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving voor de uitvoering van de begroting van het Centrum voor het begrotingsjaar 2003 (N6-0211/2004 — C6-0230/2004 — 2004/2055(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving voor het begrotingsjaar 2003, vergezeld van de antwoorden van het Centrum (1),

gezien de aanbeveling van de Raad van 8 maart 2005 (6862/2005 — C6-0071/2005),

gelet op het EG-Verdrag, inzonderheid artikel 276,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), inzonderheid artikel 185, en Verordening (EG) nr. 1651/2003 van de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 302/93 tot oprichting van een Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (3), inzonderheid artikel 11 bis,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid artikel 94 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002,

gelet op de artikelen 70 en 71, alsmede bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken (A6-0074/2005),

A.

overwegende dat de Rekenkamer in haar bovengenoemde verslag verklaart dat zij redelijke zekerheid heeft verkregen dat de jaarrekening van het per 31 december 2003 afgesloten begrotingsjaar betrouwbaar is en dat de onderliggende verrichtingen over het geheel genomen wettig en regelmatig zijn,

B.

overwegende dat het Europees Parlement op 21 april 2004 kwijting (5) heeft verleend aan de directeur van het Europees Waarnemingscentrum voor de uitvoering van de begroting van het Centrum voor het begrotingsjaar 2002, waarbij het Parlement in zijn resolutie onder andere:

het Centrum ertoe aanmoedigde de inspanningen met het oog op verdere vermindering van kredietoverdrachten voort te zetten,

kennis nam van de toezegging van het Centrum dat het de scheiding van taken tussen rekenplichtige en ordonnateur, zoals vereist krachtens het Financieel Reglement, in de toekomst zal eerbiedigen,

de Stichting verzocht de door de Rekenkamer vastgestelde tekortkomingen op het gebied van personeelsbeheer en met name de wijze waarop selectieprocedures werden uitgevoerd, te verhelpen,

1.

neemt kennis van de volgende cijfers in de rekeningen van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving voor de begrotingsjaren 2003 en 2002;

Winst- en verliesrekening over de begrotingsjaren 2003 en 2002

(in EUR x 1000)

 

2003

2002

Ontvangsten

Subsidies van de Commissie

9 300

9 000

Subsidies van Noorwegen

421

413

Subsidies Phare

334

735

Andere ontvangsten

67

133

Totaal ontvangsten (a)

10 122

10 280

Uitgaven

Personeel — Titel I van de begroting

Betalingen

5 240

4 951

Overgedragen kredieten

88

80

Huishoudelijke uitgaven — Titel II van de begroting

Betalingen

558

632

Overgedragen kredieten

272

509

Beleidsuitgaven — Titel III van de begroting

Betalingen

2 281

2 525

Overgedragen kredieten

1 679

1 001

Totaal uitgaven (b)

10 117

9 698

Resultaat van het begrotingsjaar (a - b)

5

582

Uit het vorige begrotingsjaar overgedragen saldo

1 626

639

Geannuleerde overgedragen kredieten

221

392

Niet-gebruikte heraanwendingen uit het vorige begrotingsjaar

21

9

Terugbetalingen aan de Commissie

-1 584

0

Wisselkoersverschillen

6

3

Saldo van het begrotingsjaar

295

1 626

N.B.: De totalen kunnen afwijkingen vertonen door afrondingen.

Bron: Gegevens van het Centrum.

2.

verzoekt het Centrum om verhoging van zijn inspanningen met het oog op een zo snel mogelijke oplossing van alle problemen in verband met de organisatie van zijn inventarisatie, met inbegrip van het controleren van de fysieke inventaris, goede documentatie en de adequate IT-ondersteuning;

3.

neemt kennis van de bezorgdheid van de Rekenkamer over de diverse problemen die zij heeft gesignaleerd in verband met het beheer van contracten die zijn gesloten met nationale centra; verwacht dat het Centrum beter toezicht uitoefent op de uitvoering van dergelijke contracten;

4.

is ingenomen met het besluit van het Centrum om niet over te gaan tot het betalen van voorschotten voor een volgend jaar voordat er een evaluatie is uitgevoerd van de kwaliteit van het in het voorgaande jaar door nationale centra geleverd werk; verwacht dat het Centrum in verband hiermee aangeeft welke van zijn activiteiten gefinancierd zouden kunnen worden met gesplitste kredieten;

5.

neemt kennis van de inspanningen van het Centrum om een pro-actieve houding te ontwikkelen ten aanzien van voorlichting aan het grote publiek en aan derde landen die belangstelling tonen voor zijn werkzaamheden;

6.

is ingenomen met de maatregelen die zijn genomen om een gelijke-kansenbeleid te bevorderen; moedigt het Centrum ertoe aan deze maatregelen follow-up te geven en het beleid geregeld te evalueren, teneinde ervoor te zorgen dat het wordt uitgevoerd;

7.

is ingenomen met de voorlichtingsstrategie van het Centrum en zijn inzet met betrekking tot voorlichting van het grote publiek;

Algemene punten ten aanzien van de Commissie en de agentschappen

8.

herinnert aan zijn standpunt dat — hoewel het de inspanningen van de Commissie om te komen tot een beperkt aantal modellen, tenminste voor toekomstige „regelgevende” agentschappen, heeft gesteund — de structuur van bestaande en toekomstige agentschappen diepgaande bezinning op interinstitutioneel niveau verdient; benadrukt voorts dat alvorens de Commissie de randvoorwaarden voor het gebruik van regelgevende agentschappen formuleert, in een interinstitutioneel akkoord gemeenschappelijke richtsnoeren moeten worden vastgelegd, en dat dit dient te gebeuren voordat een geharmoniseerd kader voor de agentschappen wordt opgezet;

9.

neemt kennis van het standpunt van de Commissie (6) ten aanzien van het delegeren van verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van taken aan andere organen, met inbegrip van agentschappen, dan de eigen diensten van de Commissie; is van opvatting dat dit niet beantwoordt aan het verzoek van het Parlement om diepgaande bezinning op interinstitutioneel niveau over de structuur van bestaande agentschappen; verzoekt de Commissie derhalve duidelijkheid te verschaffen over dit punt en over het toekomstige alomvattende interinstitutionele akkoord in verband met de nieuwe regelingen die moeten worden opgezet in of parallel aan de financiële vooruitzichten (7);

10.

verzoekt de Commissie op middellange termijn, bijvoorbeeld volgens een vaste driejaarlijkse cyclus, een transversale analyse te organiseren en uit te voeren van de evaluaties die van afzonderlijke agentschappen zijn gemaakt, teneinde:

a)

conclusies te trekken over de samenhang van de werkzaamheden van het agentschap met EU-beleid in het algemeen en over de synergieën die bestaan of moeten worden ontwikkeld tussen de agentschappen en de diensten van de Commissie, alsook over het vermijden van overlapping;

b)

een beoordeling te geven van de bredere Europese toegevoegde waarde van de resultaten van de agentschappen op hun afzonderlijke werkterreinen, en van de relevantie, efficiëntie en effectiviteit van het agentschapsmodel bij de uitvoering van of het leveren van een bijdrage tot beleid van de EU;

c)

de impact van de activiteiten van de agentschappen te bepalen en te versterken op het punt van de nabijheid, de toegankelijkheid en de zichtbaarheid van de EU voor haar burgers;

11.

verwacht dat een dergelijke alomvattende analyse uiterlijk eind 2005 beschikbaar is, zodat de periode van drie jaar vanaf de invoering van het Financieel Reglement en het daaruit voortvloeiende nieuwe kader in het agentschappensysteem wordt bestreken;

12.

verzoekt de agentschappen actief mee te werken aan dit proces en met de Commissie samen te werken door informatie te verstrekken over kwesties die zij van belang achten voor hun functioneren, hun rol, hun opdracht en hun behoeften, alsook over elke andere aangelegenheid die de kwijtingsprocedure zou kunnen verbeteren, teneinde bij te dragen tot het welslagen van het proces; verzoekt de agentschappen dergelijke informatie ook door te geven aan zijn bevoegde commissies;

13.

roept de Commissie ertoe op om, parallel aan dit proces, uiterlijk eind 2005 te komen met voorstellen voor wijzigingen die moeten worden aangebracht in de oprichtingsbesluiten van bestaande agentschappen, teneinde, onder andere, haar betrekkingen met de agentschappen te optimaliseren; dergelijke voorstellen dienen gericht te zijn op:

a)

verbetering van de communicatie tussen de Commissie en de agentschappen;

b)

het initiëren of uitbreiden van samenwerking bij het vastellen van behoeften waarin moet worden voorzien, bij het vaststellen van doelstellingen en resultaten die moeten worden behaald, inclusief de daarvoor noodzakelijke strategie, evenals bij het vaststellen van normen voor toezicht en evaluatie;

c)

versterking van aanvullende maatregelen, een betere organisatie van de noodzakelijke hulpbronnen en de daadwerkelijke toewijzing ervan om tot resultaten te komen, en het formuleren van voorlichtingsstrategie voor het verspreiden van deze resultaten;

14.

benadrukt dat, alvorens enig besluit over een voorstel tot oprichting van een nieuw agentschap wordt genomen, de Commissie een nauwgezette evaluatie dient te maken van de noodzaak en de toegevoegde waarde van de taken van dit agentschap, daarbij rekening houdend met bestaande structuren en de beginselen van subsidiariteit, begrotingsdiscipline en vereenvoudiging van procedures;

15.

verwacht van de Commissie dat zij spoedig de richtsnoeren voor het personeelsbeleid van de agentschappen voorlegt, die het Parlement al voor het einde van de begrotingsprocedure 2005 van de Commissie had willen ontvangen;

Algemene punten ten aanzien van de agentschappen

16.

verwacht met ingang van heden, in overeenstemming met artikel 72, lid 5, van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002, van elk van de agentschappen het verslag te ontvangen waarin melding wordt gemaakt van de audits die zijn uitgevoerd door de interne controleur, de daarbij gevoegde aanbevelingen en het gevolg dat aan deze aanbevelingen is gegeven;

17.

verzoekt de agentschappen verdere inspanningen te verrichten om het Statuut van de ambtenaren en de regeling die van toepassing is op andere personeelsleden op correcte wijze toe te passen op hun personeel (aanwervingsprocedures, besluitvorming, persoonlijke dossiers, berekening van salarissen en andere toelagen en vergoedingen, bevorderingsbeleid, vacaturepercentages, quota's in verband met de eerbiediging van de gender-gelijkheid, enz.);

18.

stelt vast dat, in het algemeen, de percentages mannen en vrouwen in de algehele personeelsbezetting bij de agentschappen laten zien dat er sprake is van een onevenwichtige verdeling van mannen en vrouwen; betreurt dat circa een derde deel van het personeel bestaat uit mannen en dat zij oververtegenwoordigd zijn op posten met een hoge rang, terwijl vrouwen in het algemeen oververtegenwoordigd zijn op posten met een lage rang; verwacht dat de agentschappen onmiddellijk doeltreffende maatregelen nemen om deze situatie te corrigeren;

19.

verzoekt de agentschappen ervoor te zorgen dat alle van toepassing zijnde bepalingen van Richtlijn 2002/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 september 2002 tot wijziging van Richtlijn 76/207/EEG van de Raad betreffende de tenuitvoerlegging van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen ten aanzien van de toegang tot het arbeidsproces, de beroepsopleiding en de promotiekansen, en ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden (8), in hun personeelsbeleid worden opgenomen;

20.

verwacht dat de agentschappen, in antwoord op de desbetreffende opmerkingen van de Rekenkamer, de begrotingsbeginselen zoals vastgelegd in het Financieel Reglement volledig zullen naleven, in het bijzonder de beginselen van eenheid en begrotingswaarachtigheid; verzoekt de agentschappen, voor zover zulks nog niet het geval is, volledig te voldoen aan de boekhoudkundige vereisten van het Financieel Reglement en hun procedures voor intern beheer en interne controle verder te versterken, teneinde verantwoording, transparantie en toegevoegde Europese waarde te vergroten;

21.

moedigt de agentschappen, met name de agentschappen wier werkzaamheden overeenkomsten vertonen met de activiteiten of taken van andere, ertoe aan hun samenwerking te vergroten, teneinde aldus mogelijkheden te creëren voor het ontwikkelen van synergieën; verzoekt deze agentschappen om, waar passend, dergelijke samenwerkingsvormen te formaliseren met behulp van specifieke overeenkomsten (gezamenlijke verklaringen, memoranda van overeenstemming, besluiten over gezamenlijke planning en gezamenlijke elkaar aanvullende acties/programma's), teneinde ervoor te zorgen dat er geen dubbel werk wordt gedaan, dat de output van elk agentschap duidelijk wordt vastgesteld en dat het resultaat van de gezamenlijke inspanningen de toegevoegde waarde en impact van hun werkzaamheden maximaliseert; verwacht regelmatig over deze kwestie te worden geïnformeerd;

22.

verzoekt de agentschappen speciale aandacht te schenken aan procedures voor het gunnen en het beheren van contracten; verzoekt hun alle passende maatregelen met betrekking tot hun administratieve structuren te nemen om hun interne-controleprocedures, kanalen en beheer te versterken; is van mening dat dergelijke maatregelen, waar nodig en uitvoerbaar, zouden kunnen bestaan in het opzetten van gespecialiseerde eenheden die tot taak hebben om, op basis van risico-analyses, advies te geven over de beste manier om gunningsprocedures op te stellen, te zorgen voor toezicht en waar nodig follow-up te geven; roept de Commissie en de Rekenkamer ertoe op de samenwerking met de agentschappen op dit punt te versterken;

23.

neemt kennis van de door enkele directeuren, met name van de „nieuw opgerichte” agentschappen, genoemde moeilijkheden die agentschappen hebben met betrekking tot het naleven van het tijdschema en de termijnen voor verslaglegging die in het Financieel Reglement zijn vastgelegd; verzoekt de directeuren van agentschappen om, met het oog op de komende herziening van het Financieel Reglement in 2005, de Begrotingscommissie en de Commissie begrotingscontrole in kennis te stellen van de moeilijkheden die zij tot dusver hebben ondervonden, zodat daarmee rekening kan worden gehouden in de overwegingen in het kader van de herziening; verwacht dat de directeuren komen met specifieke voorstellen voor andere regelingen met betrekking tot verslagleggingstermijnen die het best overeenkomen met hun wijze van werken, echter zonder te tornen aan de verslagleggingsverplichtingen die zijn vastgelegd in het Financieel Reglement;

24.

neemt kennis van de positieve reactie van de directeuren op de oproep van de voor de kwijting bevoegde commissie om een nauwkeuriger communicatiesysteem op te zetten, met name op het punt van de door de agentschappen aan deze commissie te verstrekken documenten in verband met de verslagleggingsverplichtingen van de agentschappen; is van mening dat een betere organisatie van deze communicatie de samenwerking met de agentschappen, alsook de democratische controle zal versterken;

25.

verzoekt de directeuren van de agentschappen om met ingang van heden hun jaarlijkse activiteitenverslag, dat samen met financiële en beheersgegevens wordt gepresenteerd, vergezeld te doen gaan van een betrouwbaarheidsverklaring ten aanzien van de wettigheid en de regelmatigheid van werkzaamheden, analoog aan de verklaringen die de directeuren-generaal van de Commissie ondertekenen;

26.

verzoekt de agentschappen een alomvattende voorlichtingsstrategie te ontwikkelen met het oog op de behoefte de resultaten van hun werkzaamheden, in passende vorm, beschikbaar te maken voor het grote publiek in plaats van deze alleen te presenteren aan de Europese instellingen, bevoegde instanties van de lidstaten, specialisten, partners of specifieke begunstigden; verzoekt de agentschappen om met het oog op het ontwikkelen van een dergelijke strategie hun samenwerking te intensiveren en informatie uit te wisselen over de beste methodes om dit doel te bereiken; verwacht dat de agentschappen zijn bevoegde commissies vóór de volgende kwijtingsprocedure naar behoren op de hoogte stellen van de voortgang bij de opstelling van de strategie, teneinde een doeltreffende en tijdige monitoring van hun activiteiten te waarborgen;

Algemene punten ten aanzien van de Rekenkamer en de agentschappen

27.

is ingenomen met het initiatief van de Rekenkamer om aan haar specifieke verslagen over afzonderlijke agentschappen een tabel toe te voegen die beknopte informatie bevat over de bevoegdheden, het bestuur, de beschikbare hulpbronnen en de producten/output van het desbetreffende agentschap; is van mening dat dit de duidelijkheid en de transparantie van de werkzaamheden van deze Gemeenschapsorganen ten goede komt, terwijl tegelijkertijd een nuttige basis wordt verschaft voor vergelijking, waar passend, met het oog op het creëren van het geharmoniseerde kader voor de agentschappen waar het Parlement om heeft gevraagd;

28.

verzoekt de Rekenkamer en de agentschappen hun samenwerking te versterken, teneinde de procedures en technische instrumenten voor een goed beheer van alle financiële en begrotingskwesties te verbeteren, met het oogmerk een methodologie op te stellen waarmee het pad wordt geëffend voor een positieve kwijting vanaf de start van de procedure; verwacht regelmatig te worden geïnformeerd over de geboekte vooruitgang en de toepassing van de beste praktijken;

29.

verzoekt de Rekenkamer en de agentschappen de transparantie in de procédure contradictoire die voorafgaat aan het eindverslag van de Rekenkamer te vergroten, teneinde tegenstrijdigheden en ambiguïteiten die de geloofwaardig van de gehele exercitie in gevaar zouden kunnen brengen, te vermijden; verzoekt de Rekenkamer en de Commissie in verband hiermee te komen met een voorstel voor een uitvoerbare methode om informatie over verbeteringen die zijn aangebracht en/of problemen die zijn vastgesteld in de periode tussen de eerste bespreking van het ontwerpverslag van de Rekenkamer en het uiteindelijke besluit over de kwijting te actualiseren, teneinde het meest getrouwe beeld van de situatie bij de agentschappen te kunnen geven.


(1)  PB C 324 van 30.12.2004, blz. 83.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 245 van 29.9.2003, blz. 30.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

(5)  PB L 330 van 4.11.2004, blz. 59.

(6)  Zoals vastgelegd in Bijlage 1 bij de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement „Bouwen aan onze gemeenschappelijke toekomst — Beleidsuitdagingen en begrotingsmiddelen in de uitgebreide Unie 2007-2013” (COM(2004)0101, blz. 38).

(7)  Zie bijlage bij het Verslag van de Commissie over de follow-up van de kwijtingen 2002 (COM(2004)0648, blz. 108).

(8)  PB L 269 van 5.10.2002, blz. 15.

P6_TA(2005)0110

Kwijting 2003: Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat

 

1.

Besluit van het Europees Parlement over het verlenen van kwijting aan de directeur van het Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat voor de uitvoering van de begroting van het Centrum voor het begrotingsjaar 2003 (N6-0215/2004 — C6-0234/2004 — 2004/2059(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat voor het begrotingsjaar 2003, vergezeld van de antwoorden van het Centrum (1),

gezien de aanbeveling van de Raad van 8 maart 2005 (6861/2005 — C6-0067/2005),

gelet op het EG-Verdrag, inzonderheid artikel 276,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), inzonderheid artikel 185, en Verordening (EG) nr. 1652/2003 van de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1035/97 houdende oprichting van een Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat (3), inzonderheid artikel 12 bis,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid artikel 94 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002,

gelet op de artikelen 70 en 71, alsmede bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken (A6-0074/2005),

1.

verleent kwijting aan de directeur van het Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat voor de uitvoering van de begroting van het Centrum voor het begrotingsjaar 2003;

2.

geeft zijn opmerkingen in de begeleidende resolutie;

3.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de begeleidende resolutie te doen toekomen aan de directeur van het Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en zorg te dragen voor de publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).


(1)  PB C 324 van 30.12.2004, blz. 91.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 245 van 29.9.2003, blz. 33.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

2.

Resolutie van het Europees Parlement houdende opmerkingen bij het besluit over het verlenen van kwijting aan de directeur van het Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat voor de uitvoering van de begroting van het Centrum voor het begrotingsjaar 2003 (N6-0215/2004 — C6-0234/2004 — 2004/2059(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat voor het begrotingsjaar 2003, vergezeld van de antwoorden van het Centrum (1),

gezien de aanbeveling van de Raad van 8 maart 2005 (6861/2005 — C6-0067/2005),

gelet op het EG-Verdrag, inzonderheid artikel 276,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), inzonderheid artikel 185, en Verordening (EG) nr. 1652/2003 van de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1035/97 houdende oprichting van een Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat (3), inzonderheid artikel 12 bis,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid artikel 4 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002,

gelet op de artikelen 70 en 71, alsmede bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken (A6-0074/2005),

A.

overwegende dat de Rekenkamer in haar bovengenoemde verslag verklaart dat zij redelijke zekerheid heeft verkregen dat de jaarrekening van het per 31 december 2003 afgesloten begrotingsjaar betrouwbaar is en dat de onderliggende verrichtingen over het geheel genomen wettig en regelmatig zijn,

B.

overwegende dat het Europees Parlement op 21 april 2004 kwijting (5) heeft verleend aan de directeur van het Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat voor de uitvoering van de begroting van het Centrum voor het begrotingsjaar 2002, waarbij het Parlement in zijn resolutie onder andere:

het Centrum verzocht de kredietoverdrachten verder te verminderen en toezicht uit te oefenen op de ontvangsten door tijdig de noodzakelijke inningsopdrachten te geven,

uiting gaf aan zijn bezorgdheid over kasstroomproblemen als gevolg van vertragingen bij de uitbetaling door de Commissie van de communautaire subsidie, en de Commissie en het Centrum verzocht de coördinatie te verbeteren, teneinde te voorkomen dat een dergelijke situatie zich nogmaals voordoet,

het Centrum verzocht verdere inspanningen te verrichten om zijn interne controle te verbeteren en te zorgen voor naleving van het Financieel Reglement, zijn contractbeheer te verbeteren, en te zorgen voor versterking van het toezicht op en de evaluatie van de kwaliteit van het door de nationale centra en het RAXEN-netwerk,

1.

neemt kennis van de volgende cijfers in de rekeningen van het Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat voor de begrotingsjaren 2003 en 2002;

Winst- en verliesrekening over de begrotingsjaren 2003 en 2002

(in EUR x 1000)

 

2003

2002

Ontvangsten

Communautaire subsidies

7 318

4 320

Andere opbrengsten

374

0

Financiële inkomsten

21

43

Ontvangsten Phare

676

0

Totaal ontvangsten (a)

8 389

4 363

Uitgaven

Personeel — Titel I van de begroting

Betalingen

2 618

2 416

Overgedragen kredieten

64

187

Huishoudelijke uitgaven — Titel II van de begroting

Betalingen

412

377

Overgedragen kredieten

51

60

Beleidsuitgaven — Titel III van de begroting

Betalingen

1 678

1 686

Overgedragen kredieten

1 162

1 234

Uitgaven Phare

Betalingen

377

0

Overgedragen kredieten

694

0

Totaal uitgaven (b)

7 055

5 960

Resultaat van het begrotingsjaar (a - b)

1 334

-1 597

Uit het vorige begrotingsjaar overgedragen saldo

-1 579

- 8

Geannuleerde overgedragen kredieten

301

52

Niet-gebruikte heraanwendingen uit het vorige begrotingsjaar

38

151

Wisselkoersverschillen

5

2

Terugbetaling aan de Commissie

0

- 179

Saldo van het begrotingsjaar

98

-1 579

N.B.: De totalen kunnen afwijkingen vertonen door afrondingen.

Bron: Gegevens van het Centrum — Deze tabellen vormen een samenvatting van de gegevens van het Centrum in zijn eigen rekening.

2.

is ingenomen met de resultaten die het Centrum heeft geboekt bij het verminderen van overdrachten van operationele kredieten; verzoekt het Centrum zijn inspanningen met het oog op beperking van kredietoverdrachten voort te zetten; verwacht dat het Centrum aangeeft welke van zijn activiteiten gefinancierd zouden kunnen worden door middel van gesplitste kredieten, teneinde een verdere beperking van kredietoverdrachten mogelijk te maken;

3.

verwacht dat het Centrum, in overeenstemming met de opmerkingen van de Rekenkamer, alle communautaire subsidies die het heeft ontvangen en beheerd in verband met externe programma's (Phare-subsidies), alsmede alle overige ontvangsten, op correcte wijze opneemt in zijn algemene begroting, zodat het een echte algemene begroting kan voorleggen;

4.

roept het Centrum ertoe op uitvoering te geven aan de aanbeveling van de Rekenkamer om een doelmatig beheers- en toezichtsysteem voor te innen ontvangsten op te zetten, waarmee het tevens mogelijk is tijdig inningsopdrachten te geven;

5.

verwacht dat het Centrum zijn contractbeheer verbetert, teneinde te voldoen aan de bepalingen van het Financieel Reglement; verzoekt het Centrum om met ingang van heden nauwlettend toe te zien op de uitvoering van contracten, teneinde een betere controle van de kwaliteit van het geleverde werk te waarborgen;

6.

is ingenomen met het gevolg dat is gegeven aan het algemene verzoek om het racismeverslag over 2003 openbaar te maken; moedigt het Centrum ertoe aan de voorbereidende werkzaamheden voor dit soort verslagen in de toekomst te verbeteren;

7.

neemt kennis van en betreurt het ontbreken van een gelijke-kansenplan; verwacht dat het Centrum zo spoedig mogelijk een dergelijk plan ontwikkelt, zodat het een werkgever met een gelijke-kansenbeleid wordt; verwacht dat het Agentschap niet alleen in de aanwervingsfase rekening houdt met gelijkheidskwesties, maar zich ook pro-actief en op de lange termijn inzet voor het bevorderen van de gelijkheid van de geslachten;

8.

is ingenomen met het plan voor een diversiteitsaudit en met het feit dat het Centrum op alle niveaus personeel uit minderheidsgroepen heeft geïntegreerd; verwacht dat het Centrum het percentage vrouwen op hogere posten aanzienlijk verbetert;

9.

is ingenomen met de voorlichtingsstrategie van het Centrum; hoopt echter op verdere maatregelen om deze strategie te ontwikkelen en te versterken, in het bijzonder met betrekking tot informatie en voorlichting aan de burgers, waarbij duidelijk gemaakt dient te worden dat het Centrum een bijzonder belangrijke rol speelt bij de bewustmaking en de bestrijding van racisme en vreemdelingenhaat;

Algemene punten ten aanzien van de Commissie en de agentschappen

10.

herinnert aan zijn standpunt dat — hoewel het de inspanningen van de Commissie om te komen tot een beperkt aantal modellen, tenminste voor toekomstige „regelgevende” agentschappen, heeft gesteund — de structuur van bestaande en toekomstige agentschappen diepgaande bezinning op interinstitutioneel niveau verdient; benadrukt voorts dat alvorens de Commissie de randvoorwaarden voor het gebruik van regelgevende agentschappen formuleert, in een interinstitutioneel akkoord gemeenschappelijke richtsnoeren moeten worden vastgelegd, en dat dit dient te gebeuren voordat een geharmoniseerd kader voor de agentschappen wordt opgezet;

11.

neemt kennis van het standpunt van de Commissie (6) ten aanzien van het delegeren van verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van taken aan andere organen, met inbegrip van agentschappen, dan de eigen diensten van de Commissie; is van opvatting dat dit niet beantwoordt aan het verzoek van het Parlement om diepgaande bezinning op interinstitutioneel niveau over de structuur van bestaande agentschappen; verzoekt de Commissie derhalve duidelijkheid te verschaffen over dit punt en over het toekomstige alomvattende interinstitutionele akkoord in verband met de nieuwe regelingen die moeten worden opgezet in of parallel aan de financiële vooruitzichten (7);

12.

verzoekt de Commissie op middellange termijn, bijvoorbeeld volgens een vaste driejaarlijkse cyclus, een transversale analyse te organiseren en uit te voeren van de evaluaties die van afzonderlijke agentschappen zijn gemaakt, teneinde:

a)

conclusies te trekken over de samenhang van de werkzaamheden van het agentschap met EU-beleid in het algemeen en over de synergieën die bestaan of moeten worden ontwikkeld tussen de agentschappen en de diensten van de Commissie, alsook over het vermijden van overlapping;

b)

een beoordeling te geven van de bredere Europese toegevoegde waarde van de resultaten van de agentschappen op hun afzonderlijke werkterreinen, en van de relevantie, efficiëntie en effectiviteit van het agentschapsmodel bij de uitvoering van of het leveren van een bijdrage tot beleid van de EU;

c)

de impact van de activiteiten van de agentschappen te bepalen en te versterken op het punt van de nabijheid, de toegankelijkheid en de zichtbaarheid van de EU voor haar burgers;

13.

verwacht dat een dergelijke alomvattende analyse uiterlijk eind 2005 beschikbaar is, zodat de periode van drie jaar vanaf de invoering van het Financieel Reglement en het daaruit voortvloeiende nieuwe kader in het agentschappensysteem wordt bestreken;

14.

verzoekt de agentschappen actief mee te werken aan dit proces en met de Commissie samen te werken door informatie te verstrekken over kwesties die zij van belang achten voor hun functioneren, hun rol, hun opdracht en hun behoeften, alsook over elke andere aangelegenheid die de kwijtingsprocedure zou kunnen verbeteren, teneinde bij te dragen tot het welslagen van het proces; verzoekt de agentschappen dergelijke informatie ook door te geven aan zijn bevoegde commissies;

15.

roept de Commissie ertoe op om, parallel aan dit proces, uiterlijk eind 2005 te komen met voorstellen voor wijzigingen die moeten worden aangebracht in de oprichtingsbesluiten van bestaande agentschappen, teneinde, onder andere, haar betrekkingen met de agentschappen te optimaliseren; dergelijke voorstellen dienen gericht te zijn op:

a)

verbetering van de communicatie tussen de Commissie en de agentschappen;

b)

het initiëren of uitbreiden van samenwerking bij het vastellen van behoeften waarin moet worden voorzien, bij het vaststellen van doelstellingen en resultaten die moeten worden behaald, inclusief de daarvoor noodzakelijke strategie, evenals bij het vaststellen van normen voor toezicht en evaluatie;

c)

versterking van aanvullende maatregelen, een betere organisatie van de noodzakelijke hulpbronnen en de daadwerkelijke toewijzing ervan om tot resultaten te komen, en het formuleren van voorlichtingsstrategie voor het verspreiden van deze resultaten;

16.

benadrukt dat, alvorens enig besluit over een voorstel tot oprichting van een nieuw agentschap wordt genomen, de Commissie een nauwgezette evaluatie dient te maken van de noodzaak en de toegevoegde waarde van de taken van dit agentschap, daarbij rekening houdend met bestaande structuren en de beginselen van subsidiariteit, begrotingsdiscipline en vereenvoudiging van procedures;

17.

verwacht van de Commissie dat zij spoedig de richtsnoeren voor het personeelsbeleid van de agentschappen voorlegt, die het Parlement al voor het einde van de begrotingsprocedure 2005 van de Commissie had willen ontvangen;

Algemene punten ten aanzien van de agentschappen

18.

verwacht met ingang van heden, in overeenstemming met artikel 72, lid 5, van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002, van elk van de agentschappen het verslag te ontvangen waarin melding wordt gemaakt van de audits die zijn uitgevoerd door de interne controleur, de daarbij gevoegde aanbevelingen en het gevolg dat aan deze aanbevelingen is gegeven;

19.

verzoekt de agentschappen verdere inspanningen te verrichten om het Statuut van de ambtenaren en de regeling die van toepassing is op andere personeelsleden op correcte wijze toe te passen op hun personeel (aanwervingsprocedures, besluitvorming, persoonlijke dossiers, berekening van salarissen en andere toelagen en vergoedingen, bevorderingsbeleid, vacaturepercentages, quota's in verband met de eerbiediging van de gender-gelijkheid, enz.);

20.

stelt vast dat, in het algemeen, de percentages mannen en vrouwen in de algehele personeelsbezetting bij de agentschappen laten zien dat er sprake is van een onevenwichtige verdeling van mannen en vrouwen; betreurt dat circa een derde deel van het personeel bestaat uit mannen en dat zij oververtegenwoordigd zijn op posten met een hoge rang, terwijl vrouwen in het algemeen oververtegenwoordigd zijn op posten met een lage rang; verwacht dat de agentschappen onmiddellijk doeltreffende maatregelen nemen om deze situatie te corrigeren;

21.

verzoekt de agentschappen ervoor te zorgen dat alle van toepassing zijnde bepalingen van Richtlijn 2002/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 september 2002 tot wijziging van Richtlijn 76/207/EEG van de Raad betreffende de tenuitvoerlegging van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen ten aanzien van de toegang tot het arbeidsproces, de beroepsopleiding en de promotiekansen, en ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden (8), in hun personeelsbeleid worden opgenomen;

22.

verwacht dat de agentschappen, in antwoord op de desbetreffende opmerkingen van de Rekenkamer, de begrotingsbeginselen zoals vastgelegd in het Financieel Reglement volledig zullen naleven, in het bijzonder de beginselen van eenheid en begrotingswaarachtigheid; verzoekt de agentschappen, voor zover zulks nog niet het geval is, volledig te voldoen aan de boekhoudkundige vereisten van het Financieel Reglement en hun procedures voor intern beheer en interne controle verder te versterken, teneinde verantwoording, transparantie en toegevoegde Europese waarde te vergroten;

23.

moedigt de agentschappen, met name de agentschappen wier werkzaamheden overeenkomsten vertonen met de activiteiten of taken van andere, ertoe aan hun samenwerking te vergroten, teneinde aldus mogelijkheden te creëren voor het ontwikkelen van synergieën; verzoekt deze agentschappen om, waar passend, dergelijke samenwerkingsvormen te formaliseren met behulp van specifieke overeenkomsten (gezamenlijke verklaringen, memoranda van overeenstemming, besluiten over gezamenlijke planning en gezamenlijke elkaar aanvullende acties/programma's), teneinde ervoor te zorgen dat er geen dubbel werk wordt gedaan, dat de output van elk agentschap duidelijk wordt vastgesteld en dat het resultaat van de gezamenlijke inspanningen de toegevoegde waarde en impact van hun werkzaamheden maximaliseert; verwacht regelmatig over deze kwestie te worden geïnformeerd;

24.

verzoekt de agentschappen speciale aandacht te schenken aan procedures voor het gunnen en het beheren van contracten; verzoekt hun alle passende maatregelen met betrekking tot hun administratieve structuren te nemen om hun interne-controleprocedures, kanalen en beheer te versterken; is van mening dat dergelijke maatregelen, waar nodig en uitvoerbaar, zouden kunnen bestaan in het opzetten van gespecialiseerde eenheden die tot taak hebben om, op basis van risico-analyses, advies te geven over de beste manier om gunningsprocedures op te stellen, te zorgen voor toezicht en waar nodig follow-up te geven; roept de Commissie en de Rekenkamer ertoe op de samenwerking met de agentschappen op dit punt te versterken;

25.

neemt kennis van de door enkele directeuren, met name van de „nieuw opgerichte” agentschappen, genoemde moeilijkheden die agentschappen hebben met betrekking tot het naleven van het tijdschema en de termijnen voor verslaglegging die in het Financieel Reglement zijn vastgelegd; verzoekt de directeuren van agentschappen om, met het oog op de komende herziening van het Financieel Reglement in 2005, de Begrotingscommissie en de Commissie begrotingscontrole in kennis te stellen van de moeilijkheden die zij tot dusver hebben ondervonden, zodat daarmee rekening kan worden gehouden in de overwegingen in het kader van de herziening; verwacht dat de directeuren komen met specifieke voorstellen voor andere regelingen met betrekking tot verslagleggingstermijnen die het best overeenkomen met hun wijze van werken, echter zonder te tornen aan de verslagleggingsverplichtingen die zijn vastgelegd in het Financieel Reglement;

26.

neemt kennis van de positieve reactie van de directeuren op de oproep van de voor de kwijting bevoegde commissie om een nauwkeuriger communicatiesysteem op te zetten, met name op het punt van de door de agentschappen aan deze commissie te verstrekken documenten in verband met de verslagleggingsverplichtingen van de agentschappen; is van mening dat een betere organisatie van deze communicatie de samenwerking met de agentschappen, alsook de democratische controle zal versterken;

27.

verzoekt de directeuren van de agentschappen om met ingang van heden hun jaarlijkse activiteitenverslag, dat samen met financiële en beheersgegevens wordt gepresenteerd, vergezeld te doen gaan van een betrouwbaarheidsverklaring ten aanzien van de wettigheid en de regelmatigheid van werkzaamheden, analoog aan de verklaringen die de directeuren-generaal van de Commissie ondertekenen;

28.

verzoekt de agentschappen een alomvattende voorlichtingsstrategie te ontwikkelen met het oog op de behoefte de resultaten van hun werkzaamheden, in passende vorm, beschikbaar te maken voor het grote publiek in plaats van deze alleen te presenteren aan de Europese instellingen, bevoegde instanties van de lidstaten, specialisten, partners of specifieke begunstigden; verzoekt de agentschappen om met het oog op het ontwikkelen van een dergelijke strategie hun samenwerking te intensiveren en informatie uit te wisselen over de beste methodes om dit doel te bereiken; verwacht dat de agentschappen zijn bevoegde commissies vóór de volgende kwijtingsprocedure naar behoren op de hoogte stellen van de voortgang bij de opstelling van de strategie, teneinde een doeltreffende en tijdige monitoring van hun activiteiten te waarborgen;

Algemene punten ten aanzien van de Rekenkamer en de agentschappen

29.

is ingenomen met het initiatief van de Rekenkamer om aan haar specifieke verslagen over afzonderlijke agentschappen een tabel toe te voegen die beknopte informatie bevat over de bevoegdheden, het bestuur, de beschikbare hulpbronnen en de producten/output van het desbetreffende agentschap; is van mening dat dit de duidelijkheid en de transparantie van de werkzaamheden van deze Gemeenschapsorganen ten goede komt, terwijl tegelijkertijd een nuttige basis wordt verschaft voor vergelijking, waar passend, met het oog op het creëren van het geharmoniseerde kader voor de agentschappen waar het Parlement om heeft gevraagd;

30.

verzoekt de Rekenkamer en de agentschappen hun samenwerking te versterken, teneinde de procedures en technische instrumenten voor een goed beheer van alle financiële en begrotingskwesties te verbeteren, met het oogmerk een methodologie op te stellen waarmee het pad wordt geëffend voor een positieve kwijting vanaf de start van de procedure; verwacht regelmatig te worden geïnformeerd over de geboekte vooruitgang en de toepassing van de beste praktijken;

31.

verzoekt de Rekenkamer en de agentschappen de transparantie in de procédure contradictoire die voorafgaat aan het eindverslag van de Rekenkamer te vergroten, teneinde tegenstrijdigheden en ambiguïteiten die de geloofwaardig van de gehele exercitie in gevaar zouden kunnen brengen, te vermijden; verzoekt de Rekenkamer en de Commissie in verband hiermee te komen met een voorstel voor een uitvoerbare methode om informatie over verbeteringen die zijn aangebracht en/of problemen die zijn vastgesteld in de periode tussen de eerste bespreking van het ontwerpverslag van de Rekenkamer en het uiteindelijke besluit over de kwijting te actualiseren, teneinde het meest getrouwe beeld van de situatie bij de agentschappen te kunnen geven.


(1)  PB C 324 van 30.12.2004, blz. 91.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 245 van 29.9.2003, blz. 33.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

(5)  PB L 330 van 4.11.2004, blz. 66.

(6)  Zoals vastgelegd in Bijlage 1 bij de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement „Bouwen aan onze gemeenschappelijke toekomst — Beleidsuitdagingen en begrotingsmiddelen in de uitgebreide Unie 2007-2013” (COM(2004)0101, blz. 38).

(7)  Zie bijlage bij het Verslag van de Commissie over de follow-up van de kwijtingen 2002 (COM(2004)0648, blz. 108).

(8)  PB L 269 van 5.10.2002, blz. 15.

P6_TA(2005)0111

Kwijting 2003: Europese Autoriteit voor voedselveiligheid

 

1.

Besluit van het Europees Parlement over het verlenen van kwijting aan de uitvoerend directeur van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid voor de uitvoering van de begroting van de Autoriteit voor het begrotingsjaar 2003 (N6-0217/2004 — C6-0236/2004 — 2004/2054(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid voor het begrotingsjaar 2003, vergezeld van de antwoorden van de Autoriteit (1),

gezien de aanbeveling van de Raad van 8 maart 2005 (6857/2005 — C6-0066/2005),

gelet op het EG-Verdrag, inzonderheid artikel 276,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), inzonderheid artikel 185, en Verordening (EG) nr. 1642/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 juli 2003 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 178/2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (3) en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden, inzonderheid artikel 44,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid artikel 94 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002,

gelet op de artikelen 70 en 71, alsmede bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A6-0074/2005),

1.

verleent kwijting aan de uitvoerend directeur van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid voor de uitvoering van de begroting van de Autoriteit voor het begrotingsjaar 2003;

2.

geeft zijn opmerkingen in de begeleidende resolutie;

3.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de begeleidende resolutie te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van de Europese Autoriteit voor de voedselveiligheid, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en zorg te dragen voor de publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).


(1)  PB C 324 van 30.12.2004, blz. 39.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 245 van 29.9.2003, blz... 4.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

2.

Resolutie van het Europees Parlement houdende opmerkingen bij het besluit over het verlenen van kwijting aan de uitvoerend directeur van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid voor de uitvoering van de begroting van de Autoriteit voor het begrotingsjaar 2003 (N6-0217/2004 — C6-0236/2004 — 2004/2054(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid voor het begrotingsjaar 2003, vergezeld van de antwoorden van de Autoriteit (1),

gezien de aanbeveling van de Raad van 8 maart 2005 (6857/2005 — C6-0066/2005),

gelet op het EG-Verdrag, inzonderheid artikel 276,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), inzonderheid artikel 185, en Verordening (EG) nr. 1642/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 juli 2003 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 178/2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (3) en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden, inzonderheid artikel 44,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid artikel 94 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002,

gelet op de artikelen 70 en 71, alsmede bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A6-0074/2005),

A.

overwegende dat de Rekenkamer in haar bovengenoemde verslag verklaart dat zij redelijke zekerheid heeft verkregen dat de jaarrekening van het per 31 december 2003 afgesloten begrotingsjaar betrouwbaar is en dat de onderliggende verrichtingen over het geheel genomen wettig en regelmatig zijn,

B.

overwegende dat het Parlement, in overeenstemming met artikel 185 van het Financieel Reglement, voor de eerste keer gebruikmaakt van zijn bevoegdheid om kwijting te verlenen aan de directeur van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid voor de uitvoering van de begroting van de Autoriteit voor het begrotingsjaar 2003,

C.

overwegende dat het Parlement bij de inauguratie van zijn betrekkingen met de Autoriteit ervan overtuigd is dat zijn bevoegde commissie de door haar gevraagde gegevens van de Autoriteit heeft ontvangen en zich erop verheugt een relatie van nauwe samenwerking tussen zijn bevoegde commissies en de Autoriteit op te bouwen,

D.

overwegende dat verhoging van het vertrouwen van de consument in voedsel in het algemeen een van de hoofddoelen is van de Autoriteit,

1.

neemt kennis van de volgende cijfers in de rekeningen van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid voor het begrotingsjaar 2003;

Winst- en verliesrekening over het begrotingsjaar 2003

(in EUR x 1000)

 

2003

Ontvangsten

Subsidies van de Commissie

10 284

Andere ontvangsten

33

Totaal ontvangsten (a)

10 317

Uitgaven

Personeel — Titel I van de begroting

Betalingen

3 567

Overgedragen kredieten

149

Huishoudelijke uitgaven — Titel II van de begroting

Betalingen

1 092

Overgedragen kredieten

1 189

Beleidsuitgaven — Titel III van de begroting

Betalingen

1 278

Overgedragen kredieten

2 895

Totaal uitgaven (b)

10 171

Resultaat van het begrotingsjaar (a - b)

146

Wisselkoersverschillen

0

Saldo van het begrotingsjaar

146

N.B.: De totalen kunnen afwijkingen vertonen door afrondingen.

Bron: Gegevens van de Autoriteit.

2.

neemt kennis van de opmerkingen van de Rekenkamer over problemen in verband met de naleving van het Financieel Reglement (bijv. over het ontbreken van een scheiding van de taken van financiële actoren of vertragingen bij het valideren van systemen voor het verschaffen van boekhoudkundige informatie); neemt voorts kennis van de bevindingen van de Rekenkamer inzake tekortkomingen met betrekking tot de toepassing van de regels voor het vaststellen van de salarissen en de rechten van nieuw aangeworven personeel;

3.

neemt kennis van de antwoorden van de Autoriteit met betrekking tot de maatregelen die zijn genomen naar aanleiding van de opmerkingen van de Rekenkamer;

4.

is van mening dat de genoemde tekortkomingen voornamelijk verband hielden met het feit dat de Autoriteit in de opstartfase verkeerde; verzoekt de Autoriteit, waar passend, nadere corrigerende maatregelen te nemen, teneinde volledig gevolg te geven aan de opmerkingen van de Rekenkamer;

5.

betreurt het ontbreken van een gelijke-kansenplan; verwacht dat de Autoriteit zo spoedig mogelijk een dergelijk plan ontwikkelt, zodat het een werkgever met een gelijke-kansenbeleid wordt; verwacht dat de Autoriteit niet alleen in de aanwervingsfase rekening houdt met gelijkheidskwesties, maar zich ook pro-actief en op de lange termijn inzet voor het bevorderen van de gelijkheid van de geslachten;

6.

verwacht dat de Autoriteit met betrekking tot het delen van de resultaten van dierproeven de filosofie toepast die wordt voorgesteld in REACH, teneinde dierenleed te vermijden;

7.

verwacht dat de Autoriteit de formulering „hoger openbaar belang”, zoals vastgelegd in Verordening (EG) nr. 1049/2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten (5), in de breedst mogelijke zin zal interpreteren bij de behandeling van verzoeken om informatie, teneinde te waarborgen dat burgers bij het maken van keuzes als consumenten kunnen beschikken over alle beschikbare informatie;

8.

is ingenomen met de inzet van de Autoriteit om haar voorlichting te richten op belangrijke doelgroepen; hoopt echter op verdere maatregelen voor het ontwikkelen en versterken van de strategieën, met name de strategieën voor informatie en voorlichting aan de burgers;

9.

verwacht dat de Autoriteit in haar activiteitenverslag over het begrotingsjaar 2004 volledig verslag uitbrengt van de vooruitgang die is geboekt;

Algemene punten ten aanzien van de Commissie en de agentschappen

10.

herinnert aan zijn standpunt dat — hoewel het de inspanningen van de Commissie om te komen tot een beperkt aantal modellen, tenminste voor toekomstige „regelgevende” agentschappen, heeft gesteund — de structuur van bestaande en toekomstige agentschappen diepgaande bezinning op interinstitutioneel niveau verdient; benadrukt voorts dat alvorens de Commissie de randvoorwaarden voor het gebruik van regelgevende agentschappen formuleert, in een interinstitutioneel akkoord gemeenschappelijke richtsnoeren moeten worden vastgelegd, en dat dit dient te gebeuren voordat een geharmoniseerd kader voor de agentschappen wordt opgezet;

11.

neemt kennis van het standpunt van de Commissie (6) ten aanzien van het delegeren van verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van taken aan andere organen, met inbegrip van agentschappen, dan de eigen diensten van de Commissie; is van opvatting dat dit niet beantwoordt aan het verzoek van het Parlement om diepgaande bezinning op interinstitutioneel niveau over de structuur van bestaande agentschappen; verzoekt de Commissie derhalve duidelijkheid te verschaffen over dit punt en over het toekomstige alomvattende interinstitutionele akkoord in verband met de nieuwe regelingen die moeten worden opgezet in of parallel aan de financiële vooruitzichten (7);

12.

verzoekt de Commissie op middellange termijn, bijvoorbeeld volgens een vaste driejaarlijkse cyclus, een transversale analyse te organiseren en uit te voeren van de evaluaties die van afzonderlijke agentschappen zijn gemaakt, teneinde:

a)

conclusies te trekken over de samenhang van de werkzaamheden van het agentschap met EU-beleid in het algemeen en over de synergieën die bestaan of moeten worden ontwikkeld tussen de agentschappen en de diensten van de Commissie, alsook over het vermijden van overlapping;

b)

een beoordeling te geven van de bredere Europese toegevoegde waarde van de resultaten van de agentschappen op hun afzonderlijke werkterreinen, en van de relevantie, efficiëntie en effectiviteit van het agentschapsmodel bij de uitvoering van of het leveren van een bijdrage tot beleid van de EU;

c)

de impact van de activiteiten van de agentschappen te bepalen en te versterken op het punt van de nabijheid, de toegankelijkheid en de zichtbaarheid van de EU voor haar burgers;

13.

verwacht dat een dergelijke alomvattende analyse uiterlijk eind 2005 beschikbaar is, zodat de periode van drie jaar vanaf de invoering van het Financieel Reglement en het daaruit voortvloeiende nieuwe kader in het agentschappensysteem wordt bestreken;

14.

verzoekt de agentschappen actief mee te werken aan dit proces en met de Commissie samen te werken door informatie te verstrekken over kwesties die zij van belang achten voor hun functioneren, hun rol, hun opdracht en hun behoeften, alsook over elke andere aangelegenheid die de kwijtingsprocedure zou kunnen verbeteren, teneinde bij te dragen tot het welslagen van het proces; verzoekt de agentschappen dergelijke informatie ook door te geven aan zijn bevoegde commissies;

15.

roept de Commissie ertoe op om, parallel aan dit proces, uiterlijk eind 2005 te komen met voorstellen voor wijzigingen die moeten worden aangebracht in de oprichtingsbesluiten van bestaande agentschappen, teneinde, onder andere, haar betrekkingen met de agentschappen te optimaliseren; dergelijke voorstellen dienen gericht te zijn op:

a)

verbetering van de communicatie tussen de Commissie en de agentschappen;

b)

het initiëren of uitbreiden van samenwerking bij het vastellen van behoeften waarin moet worden voorzien, bij het vaststellen van doelstellingen en resultaten die moeten worden behaald, inclusief de daarvoor noodzakelijke strategie, evenals bij het vaststellen van normen voor toezicht en evaluatie;

c)

versterking van aanvullende maatregelen, een betere organisatie van de noodzakelijke hulpbronnen en de daadwerkelijke toewijzing ervan om tot resultaten te komen, en het formuleren van voorlichtingsstrategie voor het verspreiden van deze resultaten;

16.

benadrukt dat, alvorens enig besluit over een voorstel tot oprichting van een nieuw agentschap wordt genomen, de Commissie een nauwgezette evaluatie dient te maken van de noodzaak en de toegevoegde waarde van de taken van dit agentschap, daarbij rekening houdend met bestaande structuren en de beginselen van subsidiariteit, begrotingsdiscipline en vereenvoudiging van procedures;

17.

verwacht van de Commissie dat zij spoedig de richtsnoeren voor het personeelsbeleid van de agentschappen voorlegt, die het Parlement al voor het einde van de begrotingsprocedure 2005 van de Commissie had willen ontvangen;

Algemene punten ten aanzien van de agentschappen

18.

verwacht met ingang van heden, in overeenstemming met artikel 72, lid 5, van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002, van elk van de agentschappen het verslag te ontvangen waarin melding wordt gemaakt van de audits die zijn uitgevoerd door de interne controleur, de daarbij gevoegde aanbevelingen en het gevolg dat aan deze aanbevelingen is gegeven;

19.

verzoekt de agentschappen verdere inspanningen te verrichten om het Statuut van de ambtenaren en de regeling die van toepassing is op andere personeelsleden op correcte wijze toe te passen op hun personeel (aanwervingsprocedures, besluitvorming, persoonlijke dossiers, berekening van salarissen en andere toelagen en vergoedingen, bevorderingsbeleid, vacaturepercentages, quota's in verband met de eerbiediging van de gender-gelijkheid, enz.);

20.

stelt vast dat, in het algemeen, de percentages mannen en vrouwen in de algehele personeelsbezetting bij de agentschappen laten zien dat er sprake is van een onevenwichtige verdeling van mannen en vrouwen; betreurt dat circa een derde deel van het personeel bestaat uit mannen en dat zij oververtegenwoordigd zijn op posten met een hoge rang, terwijl vrouwen in het algemeen oververtegenwoordigd zijn op posten met een lage rang; verwacht dat de agentschappen onmiddellijk doeltreffende maatregelen nemen om deze situatie te corrigeren;

21.

verzoekt de agentschappen ervoor te zorgen dat alle van toepassing zijnde bepalingen van Richtlijn 2002/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 september 2002 tot wijziging van Richtlijn 76/207/EEG van de Raad betreffende de tenuitvoerlegging van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen ten aanzien van de toegang tot het arbeidsproces, de beroepsopleiding en de promotiekansen, en ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden (8), in hun personeelsbeleid worden opgenomen;

22.

verwacht dat de agentschappen, in antwoord op de desbetreffende opmerkingen van de Rekenkamer, de begrotingsbeginselen zoals vastgelegd in het Financieel Reglement volledig zullen naleven, in het bijzonder de beginselen van eenheid en begrotingswaarachtigheid; verzoekt de agentschappen, voor zover zulks nog niet het geval is, volledig te voldoen aan de boekhoudkundige vereisten van het Financieel Reglement en hun procedures voor intern beheer en interne controle verder te versterken, teneinde verantwoording, transparantie en toegevoegde Europese waarde te vergroten;

23.

moedigt de agentschappen, met name de agentschappen wier werkzaamheden overeenkomsten vertonen met de activiteiten of taken van andere, ertoe aan hun samenwerking te vergroten, teneinde aldus mogelijkheden te creëren voor het ontwikkelen van synergieën; verzoekt deze agentschappen om, waar passend, dergelijke samenwerkingsvormen te formaliseren met behulp van specifieke overeenkomsten (gezamenlijke verklaringen, memoranda van overeenstemming, besluiten over gezamenlijke planning en gezamenlijke elkaar aanvullende acties/programma's), teneinde ervoor te zorgen dat er geen dubbel werk wordt gedaan, dat de output van elk agentschap duidelijk wordt vastgesteld en dat het resultaat van de gezamenlijke inspanningen de toegevoegde waarde en impact van hun werkzaamheden maximaliseert; verwacht regelmatig over deze kwestie te worden geïnformeerd;

24.

verzoekt de agentschappen speciale aandacht te schenken aan procedures voor het gunnen en het beheren van contracten; verzoekt hun alle passende maatregelen met betrekking tot hun administratieve structuren te nemen om hun interne-controleprocedures, kanalen en beheer te versterken; is van mening dat dergelijke maatregelen, waar nodig en uitvoerbaar, zouden kunnen bestaan in het opzetten van gespecialiseerde eenheden die tot taak hebben om, op basis van risico-analyses, advies te geven over de beste manier om gunningsprocedures op te stellen, te zorgen voor toezicht en waar nodig follow-up te geven; roept de Commissie en de Rekenkamer ertoe op de samenwerking met de agentschappen op dit punt te versterken;

25.

neemt kennis van de door enkele directeuren, met name van de „nieuw opgerichte” agentschappen, genoemde moeilijkheden die agentschappen hebben met betrekking tot het naleven van het tijdschema en de termijnen voor verslaglegging die in het Financieel Reglement zijn vastgelegd; verzoekt de directeuren van agentschappen om, met het oog op de komende herziening van het Financieel Reglement in 2005, de Begrotingscommissie en de Commissie begrotingscontrole in kennis te stellen van de moeilijkheden die zij tot dusver hebben ondervonden, zodat daarmee rekening kan worden gehouden in de overwegingen in het kader van de herziening; verwacht dat de directeuren komen met specifieke voorstellen voor andere regelingen met betrekking tot verslagleggingstermijnen die het best overeenkomen met hun wijze van werken, echter zonder te tornen aan de verslagleggingsverplichtingen die zijn vastgelegd in het Financieel Reglement;

26.

neemt kennis van de positieve reactie van de directeuren op de oproep van de voor de kwijting bevoegde commissie om een nauwkeuriger communicatiesysteem op te zetten, met name op het punt van de door de agentschappen aan deze commissie te verstrekken documenten in verband met de verslagleggingsverplichtingen van de agentschappen; is van mening dat een betere organisatie van deze communicatie de samenwerking met de agentschappen, alsook de democratische controle zal versterken;

27.

verzoekt de directeuren van de agentschappen om met ingang van heden hun jaarlijkse activiteitenverslag, dat samen met financiële en beheersgegevens wordt gepresenteerd, vergezeld te doen gaan van een betrouwbaarheidsverklaring ten aanzien van de wettigheid en de regelmatigheid van werkzaamheden, analoog aan de verklaringen die de directeuren-generaal van de Commissie ondertekenen;

28.

verzoekt de agentschappen een alomvattende voorlichtingsstrategie te ontwikkelen met het oog op de behoefte de resultaten van hun werkzaamheden, in passende vorm, beschikbaar te maken voor het grote publiek in plaats van deze alleen te presenteren aan de Europese instellingen, bevoegde instanties van de lidstaten, specialisten, partners of specifieke begunstigden; verzoekt de agentschappen om met het oog op het ontwikkelen van een dergelijke strategie hun samenwerking te intensiveren en informatie uit te wisselen over de beste methodes om dit doel te bereiken; verwacht dat de agentschappen zijn bevoegde commissies vóór de volgende kwijtingsprocedure naar behoren op de hoogte stellen van de voortgang bij de opstelling van de strategie, teneinde een doeltreffende en tijdige monitoring van hun activiteiten te waarborgen;

Algemene punten ten aanzien van de Rekenkamer en de agentschappen

29.

is ingenomen met het initiatief van de Rekenkamer om aan haar specifieke verslagen over afzonderlijke agentschappen een tabel toe te voegen die beknopte informatie bevat over de bevoegdheden, het bestuur, de beschikbare hulpbronnen en de producten/output van het desbetreffende agentschap; is van mening dat dit de duidelijkheid en de transparantie van de werkzaamheden van deze Gemeenschapsorganen ten goede komt, terwijl tegelijkertijd een nuttige basis wordt verschaft voor vergelijking, waar passend, met het oog op het creëren van het geharmoniseerde kader voor de agentschappen waar het Parlement om heeft gevraagd;

30.

verzoekt de Rekenkamer en de agentschappen hun samenwerking te versterken, teneinde de procedures en technische instrumenten voor een goed beheer van alle financiële en begrotingskwesties te verbeteren, met het oogmerk een methodologie op te stellen waarmee het pad wordt geëffend voor een positieve kwijting vanaf de start van de procedure; verwacht regelmatig te worden geïnformeerd over de geboekte vooruitgang en de toepassing van de beste praktijken;

31.

verzoekt de Rekenkamer en de agentschappen de transparantie in de procédure contradictoire die voorafgaat aan het eindverslag van de Rekenkamer te vergroten, teneinde tegenstrijdigheden en ambiguïteiten die de geloofwaardig van de gehele exercitie in gevaar zouden kunnen brengen, te vermijden; verzoekt de Rekenkamer en de Commissie in verband hiermee te komen met een voorstel voor een uitvoerbare methode om informatie over verbeteringen die zijn aangebracht en/of problemen die zijn vastgesteld in de periode tussen de eerste bespreking van het ontwerpverslag van de Rekenkamer en het uiteindelijke besluit over de kwijting te actualiseren, teneinde het meest getrouwe beeld van de situatie bij de agentschappen te kunnen geven.


(1)  PB C 324 van 30.12.2004, blz. 39.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 245 van 29.9.2003, blz... 4.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

(5)  PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43, artikel 1 a) en artikel 4, leden 2 en 3.

(6)  Zoals vastgelegd in Bijlage 1 bij de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement „Bouwen aan onze gemeenschappelijke toekomst — Beleidsuitdagingen en begrotingsmiddelen in de uitgebreide Unie 2007-2013” (COM(2004)0101, blz. 38).

(7)  Zie bijlage bij het Verslag van de Commissie over de follow-up van de kwijtingen 2002 (COM(2004)0648, blz. 108).

(8)  PB L 269 van 5.10.2002, blz. 15.

P6_TA(2005)0112

Kwijting 2003: Europees Agentschap voor maritieme veiligheid

 

1.

Besluit van het Europees Parlement over het verlenen van kwijting aan de uitvoerend directeur van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2003 (N6-0218/2004 — C6-0237/2004 — 2004/2057(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid voor het begrotingsjaar 2003, vergezeld van de antwoorden van het Agentschap (1),

gezien de aanbeveling van de Raad van 8 maart 2005 (6855/2005 — C6-0065/2005),

gelet op het EG-Verdrag, inzonderheid artikel 276,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), inzonderheid artikel 185, en Verordening (EG) nr. 1644/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 juli 2003 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1406/2002 tot oprichting van een Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (3), inzonderheid artikel 19,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid artikel 94 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002,

gelet op de artikelen 70 en 71, alsmede bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A6-0074/2005),

1.

verleent kwijting aan de uitvoerend directeur van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2003;

2.

geeft zijn opmerkingen in de begeleidende resolutie;

3.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de begeleidende resolutie te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en zorg te dragen voor de publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).


(1)  PB C 324 van 30.12.2004, blz. 16.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 245 van 29.9.2003, blz. 10.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

2.

Resolutie van het Europees Parlement houdende opmerkingen bij het besluit over het verlenen van kwijting aan de uitvoerend directeur van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2003 (N6-0218/2004 — C6-0237/2004 — 2004/2057(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid voor het begrotingsjaar 2003, vergezeld van de antwoorden van het Agentschap (1),

gezien de aanbeveling van de Raad van 8 maart 2005 (6855/2005 — C6-0065/2005),

gelet op het EG-Verdrag, inzonderheid artikel 276,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), inzonderheid artikel 185, en Verordening (EG) nr. 1644/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 juli 2003 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1406/2002 tot oprichting van een Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (3), inzonderheid artikel 19,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid artikel 94 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002,

gelet op de artikelen 70 en 71, alsmede bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A6-0074/2005),

A.

overwegende dat de Rekenkamer in haar bovengenoemde verslag verklaart dat zij redelijke zekerheid heeft verkregen dat de jaarrekening van het per 31 december 2003 afgesloten begrotingsjaar betrouwbaar is en dat de onderliggende verrichtingen over het geheel genomen wettig en regelmatig zijn,

B.

overwegende dat het Parlement, in overeenstemming met artikel 185 van het Financieel Reglement, voor de eerste keer gebruikmaakt van zijn bevoegdheid om kwijting te verlenen aan de directeur van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2003,

C.

overwegende dat het Parlement bij de inauguratie van zijn betrekkingen met het Agentschap de zekerheid heeft verkregen dat zijn bevoegde commissie de door haar gevraagde gegevens van het Agentschap heeft ontvangen en het Parlement zich erop verheugt een relatie van nauwe samenwerking tussen zijn bevoegde commissies en het Agentschap op te bouwen,

1.

neemt kennis van de volgende cijfers in de rekeningen van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid voor het begrotingsjaar 2003;

Winst- en verliesrekening over het begrotingsjaar 2003

(in EUR x 1000)

 

2003

Ontvangsten

Subsidies van de Commissie

2 630

Andere ontvangsten

2

Totaal ontvangsten (a)

2 632

Uitgaven

Personeel — Titel I van de begroting

Betalingen

647

Overgedragen kredieten

66

Huishoudelijke uitgaven — Titel II van de begroting

Betalingen

238

Overgedragen kredieten

315

Beleidsuitgaven — Titel III van de begroting

Betalingen

13

Overgedragen kredieten

155

Totaal uitgaven (b)

1 434

Resultaat van het begrotingsjaar (a - b)

1 198

N.B.: De totalen kunnen afwijkingen vertonen door afrondingen.

Bron: Gegevens van het Agentschap.

2.

neemt kennis van de opmerkingen van de Rekenkamer over problemen in verband met de naleving van het Financieel Reglement (bijv. over het ontbreken van een scheiding van de taken van financiële actoren of vertragingen bij het valideren van systemen voor het verschaffen van boekhoudkundige informatie); neemt voorts kennis van de bevindingen van de Rekenkamer met betrekking tot de toepassing van de regels voor het vaststellen van de salarissen en de rechten van nieuw aangeworven personeel;

3.

neemt kennis van de antwoorden van het Agentschap met betrekking tot de maatregelen die zijn genomen naar aanleiding van de opmerkingen van de Rekenkamer;

4.

is van mening dat de genoemde tekortkomingen voornamelijk verband hielden met het feit dat het Agentschap in de opstartfase verkeerde; verzoekt het Agentschap, waar passend, nadere corrigerende maatregelen te nemen, teneinde volledig gevolg te geven aan de opmerkingen van de Rekenkamer;

5.

betreurt het ontbreken van een gelijke-kansenplan; verwacht dat het Agentschap zo spoedig mogelijk een dergelijk plan ontwikkelt, zodat het een werkgever met een gelijke-kansenbeleid wordt; verwacht dat het Agentschap niet alleen in de aanwervingsfase rekening houdt met gelijkheidskwesties, maar zich ook proactief en op de lange termijn inzet voor het bevorderen van de gelijkheid van de geslachten;

6.

wijst erop dat het Agentschap in de startfase verkeert en wijst voorts op de problemen voor de directeur om bij de aanwerving van personeel het beginsel van gender-mainstreaming strikt toe te passen; verzoekt het Agentschap om vóór eind 2005 een plan, naar analogie van soortgelijke plannen bij de Europese instellingen, voor positieve actie op te stellen en ten uitvoer te leggen en een speciale inspanning te verrichten op het gebied van voorlichting en communicatie, teneinde vrouwen aan te moedigen te solliciteren naar functies bij het Agentschap;

7.

betreurt het ontbreken van een voorlichtingsstrategie; toont hiervoor begrip daar het Agentschap nog in de opstartfase verkeerde;

8.

verwacht dat het Agentschap in zijn activiteitenverslag over het begrotingsjaar 2004 volledig verslag uitbrengt van de vooruitgang die is geboekt;

Algemene punten ten aanzien van de Commissie en de agentschappen

9.

herinnert aan zijn standpunt dat — hoewel het de inspanningen van de Commissie om te komen tot een beperkt aantal modellen, tenminste voor toekomstige „regelgevende” agentschappen, heeft gesteund — de structuur van bestaande en toekomstige agentschappen diepgaande bezinning op interinstitutioneel niveau verdient; benadrukt voorts dat alvorens de Commissie de randvoorwaarden voor het gebruik van regelgevende agentschappen formuleert, in een interinstitutioneel akkoord gemeenschappelijke richtsnoeren moeten worden vastgelegd, en dat dit dient te gebeuren voordat een geharmoniseerd kader voor de agentschappen wordt opgezet;

10.

neemt kennis van het standpunt van de Commissie (5) ten aanzien van het delegeren van verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van taken aan andere organen, met inbegrip van agentschappen, dan de eigen diensten van de Commissie; is van opvatting dat dit niet beantwoordt aan het verzoek van het Parlement om diepgaande bezinning op interinstitutioneel niveau over de structuur van bestaande agentschappen; verzoekt de Commissie derhalve duidelijkheid te verschaffen over dit punt en over het toekomstige alomvattende interinstitutionele akkoord in verband met de nieuwe regelingen die moeten worden opgezet in of parallel aan de financiële vooruitzichten (6);

11.

verzoekt de Commissie op middellange termijn, bijvoorbeeld volgens een vaste driejaarlijkse cyclus, een transversale analyse te organiseren en uit te voeren van de evaluaties die van afzonderlijke agentschappen zijn gemaakt, teneinde:

a)

conclusies te trekken over de samenhang van de werkzaamheden van het agentschap met EU-beleid in het algemeen en over de synergieën die bestaan of moeten worden ontwikkeld tussen de agentschappen en de diensten van de Commissie, alsook over het vermijden van overlapping;

b)

een beoordeling te geven van de bredere Europese toegevoegde waarde van de resultaten van de agentschappen op hun afzonderlijke werkterreinen, en van de relevantie, efficiëntie en effectiviteit van het agentschapsmodel bij de uitvoering van of het leveren van een bijdrage tot beleid van de EU;

c)

de impact van de activiteiten van de agentschappen te bepalen en te versterken op het punt van de nabijheid, de toegankelijkheid en de zichtbaarheid van de EU voor haar burgers;

12.

verwacht dat een dergelijke alomvattende analyse uiterlijk eind 2005 beschikbaar is, zodat de periode van drie jaar vanaf de invoering van het Financieel Reglement en het daaruit voortvloeiende nieuwe kader in het agentschappensysteem wordt bestreken;

13.

verzoekt de agentschappen actief mee te werken aan dit proces en met de Commissie samen te werken door informatie te verstrekken over kwesties die zij van belang achten voor hun functioneren, hun rol, hun opdracht en hun behoeften, alsook over elke andere aangelegenheid die de kwijtingsprocedure zou kunnen verbeteren, teneinde bij te dragen tot het welslagen van het proces; verzoekt de agentschappen dergelijke informatie ook door te geven aan zijn bevoegde commissies;

14.

roept de Commissie ertoe op om, parallel aan dit proces, uiterlijk eind 2005 te komen met voorstellen voor wijzigingen die moeten worden aangebracht in de oprichtingsbesluiten van bestaande agentschappen, teneinde, onder andere, haar betrekkingen met de agentschappen te optimaliseren; dergelijke voorstellen dienen gericht te zijn op:

a)

verbetering van de communicatie tussen de Commissie en de agentschappen;

b)

het initiëren of uitbreiden van samenwerking bij het vastellen van behoeften waarin moet worden voorzien, bij het vaststellen van doelstellingen en resultaten die moeten worden behaald, inclusief de daarvoor noodzakelijke strategie, evenals bij het vaststellen van normen voor toezicht en evaluatie;

c)

versterking van aanvullende maatregelen, een betere organisatie van de noodzakelijke hulpbronnen en de daadwerkelijke toewijzing ervan om tot resultaten te komen, en het formuleren van voorlichtingsstrategie voor het verspreiden van deze resultaten;

15.

benadrukt dat, alvorens enig besluit over een voorstel tot oprichting van een nieuw agentschap wordt genomen, de Commissie een nauwgezette evaluatie dient te maken van de noodzaak en de toegevoegde waarde van de taken van dit agentschap, daarbij rekening houdend met bestaande structuren en de beginselen van subsidiariteit, begrotingsdiscipline en vereenvoudiging van procedures;

16.

verwacht van de Commissie dat zij spoedig de richtsnoeren voor het personeelsbeleid van de agentschappen voorlegt, die het Parlement al voor het einde van de begrotingsprocedure 2005 van de Commissie had willen ontvangen;

Algemene punten ten aanzien van de agentschappen

17.

verwacht met ingang van heden, in overeenstemming met artikel 72, lid 5, van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002, van elk van de agentschappen het verslag te ontvangen waarin melding wordt gemaakt van de audits die zijn uitgevoerd door de interne controleur, de daarbij gevoegde aanbevelingen en het gevolg dat aan deze aanbevelingen is gegeven;

18.

verzoekt de agentschappen verdere inspanningen te verrichten om het Statuut van de ambtenaren en de regeling die van toepassing is op andere personeelsleden op correcte wijze toe te passen op hun personeel (aanwervingsprocedures, besluitvorming, persoonlijke dossiers, berekening van salarissen en andere toelagen en vergoedingen, bevorderingsbeleid, vacaturepercentages, quota's in verband met de eerbiediging van de gender-gelijkheid, enz.);

19.

stelt vast dat, in het algemeen, de percentages mannen en vrouwen in de algehele personeelsbezetting bij de agentschappen laten zien dat er sprake is van een onevenwichtige verdeling van mannen en vrouwen; betreurt dat circa een derde deel van het personeel bestaat uit mannen en dat zij oververtegenwoordigd zijn op posten met een hoge rang, terwijl vrouwen in het algemeen oververtegenwoordigd zijn op posten met een lage rang; verwacht dat de agentschappen onmiddellijk doeltreffende maatregelen nemen om deze situatie te corrigeren;

20.

verzoekt de agentschappen ervoor te zorgen dat alle van toepassing zijnde bepalingen van Richtlijn 2002/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 september 2002 tot wijziging van Richtlijn 76/207/EEG van de Raad betreffende de tenuitvoerlegging van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen ten aanzien van de toegang tot het arbeidsproces, de beroepsopleiding en de promotiekansen, en ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden (7), in hun personeelsbeleid worden opgenomen;

21.

verwacht dat de agentschappen, in antwoord op de desbetreffende opmerkingen van de Rekenkamer, de begrotingsbeginselen zoals vastgelegd in het Financieel Reglement volledig zullen naleven, in het bijzonder de beginselen van eenheid en begrotingswaarachtigheid; verzoekt de agentschappen, voor zover zulks nog niet het geval is, volledig te voldoen aan de boekhoudkundige vereisten van het Financieel Reglement en hun procedures voor intern beheer en interne controle verder te versterken, teneinde verantwoording, transparantie en toegevoegde Europese waarde te vergroten;

22.

moedigt de agentschappen, met name de agentschappen wier werkzaamheden overeenkomsten vertonen met de activiteiten of taken van andere, ertoe aan hun samenwerking te vergroten, teneinde aldus mogelijkheden te creëren voor het ontwikkelen van synergieën; verzoekt deze agentschappen om, waar passend, dergelijke samenwerkingsvormen te formaliseren met behulp van specifieke overeenkomsten (gezamenlijke verklaringen, memoranda van overeenstemming, besluiten over gezamenlijke planning en gezamenlijke elkaar aanvullende acties/programma's), teneinde ervoor te zorgen dat er geen dubbel werk wordt gedaan, dat de output van elk agentschap duidelijk wordt vastgesteld en dat het resultaat van de gezamenlijke inspanningen de toegevoegde waarde en impact van hun werkzaamheden maximaliseert; verwacht regelmatig over deze kwestie te worden geïnformeerd;

23.

verzoekt de agentschappen speciale aandacht te schenken aan procedures voor het gunnen en het beheren van contracten; verzoekt hun alle passende maatregelen met betrekking tot hun administratieve structuren te nemen om hun interne-controleprocedures, kanalen en beheer te versterken; is van mening dat dergelijke maatregelen, waar nodig en uitvoerbaar, zouden kunnen bestaan in het opzetten van gespecialiseerde eenheden die tot taak hebben om, op basis van risico-analyses, advies te geven over de beste manier om gunningsprocedures op te stellen, te zorgen voor toezicht en waar nodig follow-up te geven; roept de Commissie en de Rekenkamer ertoe op de samenwerking met de agentschappen op dit punt te versterken;

24.

neemt kennis van de door enkele directeuren, met name van de „nieuw opgerichte” agentschappen, genoemde moeilijkheden die agentschappen hebben met betrekking tot het naleven van het tijdschema en de termijnen voor verslaglegging die in het Financieel Reglement zijn vastgelegd; verzoekt de directeuren van agentschappen om, met het oog op de komende herziening van het Financieel Reglement in 2005, de Begrotingscommissie en de Commissie begrotingscontrole in kennis te stellen van de moeilijkheden die zij tot dusver hebben ondervonden, zodat daarmee rekening kan worden gehouden in de overwegingen in het kader van de herziening; verwacht dat de directeuren komen met specifieke voorstellen voor andere regelingen met betrekking tot verslagleggingstermijnen die het best overeenkomen met hun wijze van werken, echter zonder te tornen aan de verslagleggingsverplichtingen die zijn vastgelegd in het Financieel Reglement;

25.

neemt kennis van de positieve reactie van de directeuren op de oproep van de voor de kwijting bevoegde commissie om een nauwkeuriger communicatiesysteem op te zetten, met name op het punt van de door de agentschappen aan deze commissie te verstrekken documenten in verband met de verslagleggingsverplichtingen van de agentschappen; is van mening dat een betere organisatie van deze communicatie de samenwerking met de agentschappen, alsook de democratische controle zal versterken;

26.

verzoekt de directeuren van de agentschappen om met ingang van heden hun jaarlijkse activiteitenverslag, dat samen met financiële en beheersgegevens wordt gepresenteerd, vergezeld te doen gaan van een betrouwbaarheidsverklaring ten aanzien van de wettigheid en de regelmatigheid van werkzaamheden, analoog aan de verklaringen die de directeuren-generaal van de Commissie ondertekenen;

27.

verzoekt de agentschappen een alomvattende voorlichtingsstrategie te ontwikkelen met het oog op de behoefte de resultaten van hun werkzaamheden, in passende vorm, beschikbaar te maken voor het grote publiek in plaats van deze alleen te presenteren aan de Europese instellingen, bevoegde instanties van de lidstaten, specialisten, partners of specifieke begunstigden; verzoekt de agentschappen om met het oog op het ontwikkelen van een dergelijke strategie hun samenwerking te intensiveren en informatie uit te wisselen over de beste methodes om dit doel te bereiken; verwacht dat de agentschappen zijn bevoegde commissies vóór de volgende kwijtingsprocedure naar behoren op de hoogte stellen van de voortgang bij de opstelling van de strategie, teneinde een doeltreffende en tijdige monitoring van hun activiteiten te waarborgen;

Algemene punten ten aanzien van de Rekenkamer en de agentschappen

28.

is ingenomen met het initiatief van de Rekenkamer om aan haar specifieke verslagen over afzonderlijke agentschappen een tabel toe te voegen die beknopte informatie bevat over de bevoegdheden, het bestuur, de beschikbare hulpbronnen en de producten/output van het desbetreffende agentschap; is van mening dat dit de duidelijkheid en de transparantie van de werkzaamheden van deze Gemeenschapsorganen ten goede komt, terwijl tegelijkertijd een nuttige basis wordt verschaft voor vergelijking, waar passend, met het oog op het creëren van het geharmoniseerde kader voor de agentschappen waar het Parlement om heeft gevraagd;

29.

verzoekt de Rekenkamer en de agentschappen hun samenwerking te versterken, teneinde de procedures en technische instrumenten voor een goed beheer van alle financiële en begrotingskwesties te verbeteren, met het oogmerk een methodologie op te stellen waarmee het pad wordt geëffend voor een positieve kwijting vanaf de start van de procedure; verwacht regelmatig te worden geïnformeerd over de geboekte vooruitgang en de toepassing van de beste praktijken;

30.

verzoekt de Rekenkamer en de agentschappen de transparantie in de procédure contradictoire die voorafgaat aan het eindverslag van de Rekenkamer te vergroten, teneinde tegenstrijdigheden en ambiguïteiten die de geloofwaardig van de gehele exercitie in gevaar zouden kunnen brengen, te vermijden; verzoekt de Rekenkamer en de Commissie in verband hiermee te komen met een voorstel voor een uitvoerbare methode om informatie over verbeteringen die zijn aangebracht en/of problemen die zijn vastgesteld in de periode tussen de eerste bespreking van het ontwerpverslag van de Rekenkamer en het uiteindelijke besluit over de kwijting te actualiseren, teneinde het meest getrouwe beeld van de situatie bij de agentschappen te kunnen geven.


(1)  PB C 324 van 30.12.2004, blz. 16.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 245 van 29.9.2003, blz. 10.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

(5)  Zoals vastgelegd in Bijlage 1 bij de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement „Bouwen aan onze gemeenschappelijke toekomst — Beleidsuitdagingen en begrotingsmiddelen in de uitgebreide Unie 2007-2013” (COM(2004)0101, blz. 38).

(6)  Zie bijlage bij het Verslag van de Commissie over de follow-up van de kwijtingen 2002 (COM(2004)0648, blz. 108).

(7)  PB L 269 van 5.10.2002, blz. 15.

P6_TA(2005)0113

Kwijting 2003: Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart

 

1.

Besluit van het Europees Parlement over het verlenen van kwijting aan de uitvoerend directeur van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2003 (N6-0219/2004 — C6-0238/2004 — 2004/2052(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart voor het begrotingsjaar 2003, vergezeld van de antwoorden van het Agentschap (1),

gezien de aanbeveling van de Raad van 8 maart 2005 (6863/2005 — C6-0064/2005),

gelet op het EG-Verdrag, inzonderheid artikel 276,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), inzonderheid artikel 185, en Verordening (EG) nr. 1643/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 juli 2003 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1592/2002 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (3), inzonderheid artikel 49,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid artikel 94 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002,

gelet op de artikelen 70 en 71, alsmede bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A6-0074/2005),

1.

verleent kwijting aan de uitvoerend directeur van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2003;

2.

geeft zijn opmerkingen in de begeleidende resolutie;

3.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de begeleidende resolutie te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en zorg te dragen voor de publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).


(1)  PB C 324 van 30.12.2004, blz. 9.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 245 van 29.9.2003, blz. 7.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

2.

Resolutie van het Europees Parlement houdende opmerkingen bij het besluit over het verlenen van kwijting aan de uitvoerend directeur van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2003 (N6-0219/2004 — C6-0238/2004 — 2004/2052(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart voor het begrotingsjaar 2003, vergezeld van de antwoorden van het Agentschap (1),

gezien de aanbeveling van de Raad van 8 maart 2005 (6863/2005 — C6-0064/2005),

gelet op het EG-Verdrag, inzonderheid artikel 276,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), inzonderheid artikel 185, en Verordening (EG) nr. 1643/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 juli 2003 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1592/2002 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (3), inzonderheid artikel 49,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid artikel 94 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002,

gelet op de artikelen 70 en 71, alsmede bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A6-0074/2005),

A.

overwegende dat de Rekenkamer in haar bovengenoemde verslag verklaart dat zij redelijke zekerheid heeft verkregen dat de jaarrekening van het per 31 december 2003 afgesloten begrotingsjaar betrouwbaar is en dat de onderliggende verrichtingen over het geheel genomen wettig en regelmatig zijn,

B.

overwegende dat het Parlement, in overeenstemming met artikel 185 van het Financieel Reglement, voor de eerste keer gebruikmaakt van zijn bevoegdheid om kwijting te verlenen aan de directeur van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2003,

C.

overwegende dat het Parlement bij de inauguratie van zijn betrekkingen met het Agentschap de zekerheid heeft verkregen dat zijn bevoegde commissie de door haar gevraagde gegevens van het Agentschap heeft ontvangen en het Parlement zich erop verheugt een relatie van nauwe samenwerking tussen zijn bevoegde commissies en het Agentschap op te bouwen,

1.

neemt kennis van de volgende cijfers in de rekeningen van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart voor het begrotingsjaar 2003;

Winst- en verliesrekening over het begrotingsjaar 2003

(in EUR x 1000)

 

2003

Ontvangsten

Subsidies van de Commissie

3 725

Totaal ontvangsten (a)

3 725

Uitgaven

Personeel — Titel I van de begroting

Betalingen

680

Overgedragen kredieten

27

Huishoudelijke uitgaven — Titel II van de begroting

Betalingen

153

Overgedragen kredieten

396

Beleidsuitgaven — Titel III van de begroting

Betalingen

197

Overgedragen kredieten

2 486

Totaal uitgaven (b)

3 939

Resultaat van het begrotingsjaar (a - b)

- 214

Bron: Gegevens vanhet Agentschap.

2.

neemt kennis van de opmerkingen van de Rekenkamer over problemen in verband met de naleving van het Financieel Reglement (bijv. over het ontbreken van een scheiding van de taken van financiële actoren of vertragingen bij het valideren van systemen voor het verschaffen van boekhoudkundige informatie); neemt voorts kennis van de bevindingen van de Rekenkamer met betrekking tot de toepassing van de regels voor het vaststellen van de salarissen en de rechten van nieuw aangeworven personeel;

3.

neemt kennis van de antwoorden van het Agentschap met betrekking tot de maatregelen die zijn genomen naar aanleiding van de opmerkingen van de Rekenkamer;

4.

is van mening dat de genoemde tekortkomingen voornamelijk verband hielden met het feit dat het Agentschap in de opstartfase verkeerde; verzoekt het Agentschap, waar passend, nadere corrigerende maatregelen te nemen, teneinde volledig gevolg te geven aan de opmerkingen van de Rekenkamer;

5.

betreurt het ontbreken van een gelijke-kansenplan; verwacht dat het Agentschap zo spoedig mogelijk een dergelijk plan ontwikkelt, zodat het een werkgever met een gelijke-kansenbeleid wordt; verwacht dat het Agentschap niet alleen in de aanwervingsfase rekening houdt met gelijkheidskwesties, maar zich ook proactief en op de lange termijn inzet voor het bevorderen van de gelijkheid van de geslachten;

6.

wijst erop dat het Agentschap in de startfase verkeert en wijst voorts op de problemen voor de directeur om bij de aanwerving van personeel het beginsel van gender-mainstreaming strikt toe te passen; verzoekt het Agentschap om vóór eind 2005 een plan, naar analogie van soortgelijke plannen bij de Europese instellingen, voor positieve actie op te stellen en ten uitvoer te leggen en een speciale inspanning te verrichten op het gebied van voorlichting en communicatie, teneinde vrouwen aan te moedigen te solliciteren naar functies bij het Agentschap;

7.

is ingenomen met de plannen van het Agentschap voor het verbeteren van zijn strategie voor de voorlichting van burgers; hoopt op verdere maatregelen op dit gebied in het komende jaar;

8.

verwacht dat het Agentschap in zijn activiteitenverslag over het begrotingsjaar 2004 volledig verslag uitbrengt van de vooruitgang die is geboekt;

Algemene punten ten aanzien van de Commissie en de agentschappen

9.

herinnert aan zijn standpunt dat — hoewel het de inspanningen van de Commissie om te komen tot een beperkt aantal modellen, tenminste voor toekomstige „regelgevende” agentschappen, heeft gesteund — de structuur van bestaande en toekomstige agentschappen diepgaande bezinning op interinstitutioneel niveau verdient; benadrukt voorts dat alvorens de Commissie de randvoorwaarden voor het gebruik van regelgevende agentschappen formuleert, in een interinstitutioneel akkoord gemeenschappelijke richtsnoeren moeten worden vastgelegd, en dat dit dient te gebeuren voordat een geharmoniseerd kader voor de agentschappen wordt opgezet;

10.

neemt kennis van het standpunt van de Commissie (5) ten aanzien van het delegeren van verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van taken aan andere organen, met inbegrip van agentschappen, dan de eigen diensten van de Commissie; is van opvatting dat dit niet beantwoordt aan het verzoek van het Parlement om diepgaande bezinning op interinstitutioneel niveau over de structuur van bestaande agentschappen; verzoekt de Commissie derhalve duidelijkheid te verschaffen over dit punt en over het toekomstige alomvattende interinstitutionele akkoord in verband met de nieuwe regelingen die moeten worden opgezet in of parallel aan de financiële vooruitzichten (6);

11.

verzoekt de Commissie op middellange termijn, bijvoorbeeld volgens een vaste driejaarlijkse cyclus, een transversale analyse te organiseren en uit te voeren van de evaluaties die van afzonderlijke agentschappen zijn gemaakt, teneinde:

a)

conclusies te trekken over de samenhang van de werkzaamheden van het agentschap met EU-beleid in het algemeen en over de synergieën die bestaan of moeten worden ontwikkeld tussen de agentschappen en de diensten van de Commissie, alsook over het vermijden van overlapping;

b)

een beoordeling te geven van de bredere Europese toegevoegde waarde van de resultaten van de agentschappen op hun afzonderlijke werkterreinen, en van de relevantie, efficiëntie en effectiviteit van het agentschapsmodel bij de uitvoering van of het leveren van een bijdrage tot beleid van de EU;

c)

de impact van de activiteiten van de agentschappen te bepalen en te versterken op het punt van de nabijheid, de toegankelijkheid en de zichtbaarheid van de EU voor haar burgers;

12.

verwacht dat een dergelijke alomvattende analyse uiterlijk eind 2005 beschikbaar is, zodat de periode van drie jaar vanaf de invoering van het Financieel Reglement en het daaruit voortvloeiende nieuwe kader in het agentschappensysteem wordt bestreken;

13.

verzoekt de agentschappen actief mee te werken aan dit proces en met de Commissie samen te werken door informatie te verstrekken over kwesties die zij van belang achten voor hun functioneren, hun rol, hun opdracht en hun behoeften, alsook over elke andere aangelegenheid die de kwijtingsprocedure zou kunnen verbeteren, teneinde bij te dragen tot het welslagen van het proces; verzoekt de agentschappen dergelijke informatie ook door te geven aan zijn bevoegde commissies;

14.

roept de Commissie ertoe op om, parallel aan dit proces, uiterlijk eind 2005 te komen met voorstellen voor wijzigingen die moeten worden aangebracht in de oprichtingsbesluiten van bestaande agentschappen, teneinde, onder andere, haar betrekkingen met de agentschappen te optimaliseren; dergelijke voorstellen dienen gericht te zijn op:

a)

verbetering van de communicatie tussen de Commissie en de agentschappen;

b)

het initiëren of uitbreiden van samenwerking bij het vastellen van behoeften waarin moet worden voorzien, bij het vaststellen van doelstellingen en resultaten die moeten worden behaald, inclusief de daarvoor noodzakelijke strategie, evenals bij het vaststellen van normen voor toezicht en evaluatie;

c)

versterking van aanvullende maatregelen, een betere organisatie van de noodzakelijke hulpbronnen en de daadwerkelijke toewijzing ervan om tot resultaten te komen, en het formuleren van voorlichtingsstrategie voor het verspreiden van deze resultaten;

15.

benadrukt dat, alvorens enig besluit over een voorstel tot oprichting van een nieuw agentschap wordt genomen, de Commissie een nauwgezette evaluatie dient te maken van de noodzaak en de toegevoegde waarde van de taken van dit agentschap, daarbij rekening houdend met bestaande structuren en de beginselen van subsidiariteit, begrotingsdiscipline en vereenvoudiging van procedures;

16.

verwacht van de Commissie dat zij spoedig de richtsnoeren voor het personeelsbeleid van de agentschappen voorlegt, die het Parlement al voor het einde van de begrotingsprocedure 2005 van de Commissie had willen ontvangen;

Algemene punten ten aanzien van de agentschappen

17.

verwacht met ingang van heden, in overeenstemming met artikel 72, lid 5, van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002, van elk van de agentschappen het verslag te ontvangen waarin melding wordt gemaakt van de audits die zijn uitgevoerd door de interne controleur, de daarbij gevoegde aanbevelingen en het gevolg dat aan deze aanbevelingen is gegeven;

18.

verzoekt de agentschappen verdere inspanningen te verrichten om het Statuut van de ambtenaren en de regeling die van toepassing is op andere personeelsleden op correcte wijze toe te passen op hun personeel (aanwervingsprocedures, besluitvorming, persoonlijke dossiers, berekening van salarissen en andere toelagen en vergoedingen, bevorderingsbeleid, vacaturepercentages, quota's in verband met de eerbiediging van de gender-gelijkheid, enz.);

19.

stelt vast dat, in het algemeen, de percentages mannen en vrouwen in de algehele personeelsbezetting bij de agentschappen laten zien dat er sprake is van een onevenwichtige verdeling van mannen en vrouwen; betreurt dat circa een derde deel van het personeel bestaat uit mannen en dat zij oververtegenwoordigd zijn op posten met een hoge rang, terwijl vrouwen in het algemeen oververtegenwoordigd zijn op posten met een lage rang; verwacht dat de agentschappen onmiddellijk doeltreffende maatregelen nemen om deze situatie te corrigeren;

20.

verzoekt de agentschappen ervoor te zorgen dat alle van toepassing zijnde bepalingen van Richtlijn 2002/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 september 2002 tot wijziging van Richtlijn 76/207/EEG van de Raad betreffende de tenuitvoerlegging van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen ten aanzien van de toegang tot het arbeidsproces, de beroepsopleiding en de promotiekansen, en ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden (7), in hun personeelsbeleid worden opgenomen;

21.

verwacht dat de agentschappen, in antwoord op de desbetreffende opmerkingen van de Rekenkamer, de begrotingsbeginselen zoals vastgelegd in het Financieel Reglement volledig zullen naleven, in het bijzonder de beginselen van eenheid en begrotingswaarachtigheid; verzoekt de agentschappen, voor zover zulks nog niet het geval is, volledig te voldoen aan de boekhoudkundige vereisten van het Financieel Reglement en hun procedures voor intern beheer en interne controle verder te versterken, teneinde verantwoording, transparantie en toegevoegde Europese waarde te vergroten;

22.

moedigt de agentschappen, met name de agentschappen wier werkzaamheden overeenkomsten vertonen met de activiteiten of taken van andere, ertoe aan hun samenwerking te vergroten, teneinde aldus mogelijkheden te creëren voor het ontwikkelen van synergieën; verzoekt deze agentschappen om, waar passend, dergelijke samenwerkingsvormen te formaliseren met behulp van specifieke overeenkomsten (gezamenlijke verklaringen, memoranda van overeenstemming, besluiten over gezamenlijke planning en gezamenlijke elkaar aanvullende acties/programma's), teneinde ervoor te zorgen dat er geen dubbel werk wordt gedaan, dat de output van elk agentschap duidelijk wordt vastgesteld en dat het resultaat van de gezamenlijke inspanningen de toegevoegde waarde en impact van hun werkzaamheden maximaliseert; verwacht regelmatig over deze kwestie te worden geïnformeerd;

23.

verzoekt de agentschappen speciale aandacht te schenken aan procedures voor het gunnen en het beheren van contracten; verzoekt hun alle passende maatregelen met betrekking tot hun administratieve structuren te nemen om hun interne-controleprocedures, kanalen en beheer te versterken; is van mening dat dergelijke maatregelen, waar nodig en uitvoerbaar, zouden kunnen bestaan in het opzetten van gespecialiseerde eenheden die tot taak hebben om, op basis van risico-analyses, advies te geven over de beste manier om gunningsprocedures op te stellen, te zorgen voor toezicht en waar nodig follow-up te geven; roept de Commissie en de Rekenkamer ertoe op de samenwerking met de agentschappen op dit punt te versterken;

24.

neemt kennis van de door enkele directeuren, met name van de „nieuw opgerichte” agentschappen, genoemde moeilijkheden die agentschappen hebben met betrekking tot het naleven van het tijdschema en de termijnen voor verslaglegging die in het Financieel Reglement zijn vastgelegd; verzoekt de directeuren van agentschappen om, met het oog op de komende herziening van het Financieel Reglement in 2005, de Begrotingscommissie en de Commissie begrotingscontrole in kennis te stellen van de moeilijkheden die zij tot dusver hebben ondervonden, zodat daarmee rekening kan worden gehouden in de overwegingen in het kader van de herziening; verwacht dat de directeuren komen met specifieke voorstellen voor andere regelingen met betrekking tot verslagleggingstermijnen die het best overeenkomen met hun wijze van werken, echter zonder te tornen aan de verslagleggingsverplichtingen die zijn vastgelegd in het Financieel Reglement;

25.

neemt kennis van de positieve reactie van de directeuren op de oproep van de voor de kwijting bevoegde commissie om een nauwkeuriger communicatiesysteem op te zetten, met name op het punt van de door de agentschappen aan deze commissie te verstrekken documenten in verband met de verslagleggingsverplichtingen van de agentschappen; is van mening dat een betere organisatie van deze communicatie de samenwerking met de agentschappen, alsook de democratische controle zal versterken;

26.

verzoekt de directeuren van de agentschappen om met ingang van heden hun jaarlijkse activiteitenverslag, dat samen met financiële en beheersgegevens wordt gepresenteerd, vergezeld te doen gaan van een betrouwbaarheidsverklaring ten aanzien van de wettigheid en de regelmatigheid van werkzaamheden, analoog aan de verklaringen die de directeuren-generaal van de Commissie ondertekenen;

27.

verzoekt de agentschappen een alomvattende voorlichtingsstrategie te ontwikkelen met het oog op de behoefte de resultaten van hun werkzaamheden, in passende vorm, beschikbaar te maken voor het grote publiek in plaats van deze alleen te presenteren aan de Europese instellingen, bevoegde instanties van de lidstaten, specialisten, partners of specifieke begunstigden; verzoekt de agentschappen om met het oog op het ontwikkelen van een dergelijke strategie hun samenwerking te intensiveren en informatie uit te wisselen over de beste methodes om dit doel te bereiken; verwacht dat de agentschappen zijn bevoegde commissies vóór de volgende kwijtingsprocedure naar behoren op de hoogte stellen van de voortgang bij de opstelling van de strategie, teneinde een doeltreffende en tijdige monitoring van hun activiteiten te waarborgen;

Algemene punten ten aanzien van de Rekenkamer en de agentschappen

28.

is ingenomen met het initiatief van de Rekenkamer om aan haar specifieke verslagen over afzonderlijke agentschappen een tabel toe te voegen die beknopte informatie bevat over de bevoegdheden, het bestuur, de beschikbare hulpbronnen en de producten/output van het desbetreffende agentschap; is van mening dat dit de duidelijkheid en de transparantie van de werkzaamheden van deze Gemeenschapsorganen ten goede komt, terwijl tegelijkertijd een nuttige basis wordt verschaft voor vergelijking, waar passend, met het oog op het creëren van het geharmoniseerde kader voor de agentschappen waar het Parlement om heeft gevraagd;

29.

verzoekt de Rekenkamer en de agentschappen hun samenwerking te versterken, teneinde de procedures en technische instrumenten voor een goed beheer van alle financiële en begrotingskwesties te verbeteren, met het oogmerk een methodologie op te stellen waarmee het pad wordt geëffend voor een positieve kwijting vanaf de start van de procedure; verwacht regelmatig te worden geïnformeerd over de geboekte vooruitgang en de toepassing van de beste praktijken;

30.

verzoekt de Rekenkamer en de agentschappen de transparantie in de procédure contradictoire die voorafgaat aan het eindverslag van de Rekenkamer te vergroten, teneinde tegenstrijdigheden en ambiguïteiten die de geloofwaardig van de gehele exercitie in gevaar zouden kunnen brengen, te vermijden; verzoekt de Rekenkamer en de Commissie in verband hiermee te komen met een voorstel voor een uitvoerbare methode om informatie over verbeteringen die zijn aangebracht en/of problemen die zijn vastgesteld in de periode tussen de eerste bespreking van het ontwerpverslag van de Rekenkamer en het uiteindelijke besluit over de kwijting te actualiseren, teneinde het meest getrouwe beeld van de situatie bij de agentschappen te kunnen geven.


(1)  PB C 324 van 30.12.2004, blz. 9.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 245 van 29.9.2003, blz. 7.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

(5)  Zoals vastgelegd in Bijlage 1 bij de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement „Bouwen aan onze gemeenschappelijke toekomst — Beleidsuitdagingen en begrotingsmiddelen in de uitgebreide Unie 2007-2013” (COM(2004)0101, blz. 38).

(6)  Zie bijlage bij het Verslag van de Commissie over de follow-up van de kwijtingen 2002 (COM(2004)0648, blz. 108).

(7)  PB L 269 van 5.10.2002, blz. 15.

P6_TA(2005)0114

Kwijting 2003: zesde, zevende, achtste en negende Europees Ontwikkelingsfonds

 

1.

Besluit van het Europees Parlement over het verlenen van kwijting aan de Commissie voor het financieel beheer van het zesde, zevende, achtste en negende Europees Ontwikkelingsfonds in het begrotingsjaar 2003 (COM(2004)0667 — C6-0165/2004 — 2004/2049(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien het verslag over de follow-up van de kwijtingen voor 2002 (COM(2004)0648 — C6-0126/2004),

gezien de jaarrekeningen en financiële balansen van het zesde, zevende, achtste en negende Europees Ontwikkelingsfonds betreffende het begrotingsjaar 2003 (COM(2004)0667 — C6-0165/2004),

gezien het verslag over het financieel beheer van het zesde, zevende, achtste en negende Europees Ontwikkelingsfonds in het begrotingsjaar 2003 (SEC(2004)1271),

gezien het jaarlijks verslag van de Rekenkamer over de activiteiten in het kader van het zesde, zevende, achtste en negende Europees Ontwikkelingsfonds in het begrotingsjaar 2003, vergezeld van de antwoorden van de instelling (1),

gezien de betrouwbaarheidsverklaring van de Rekenkamer betreffende de Europese Ontwikkelingsfondsen (2),

gezien de aanbevelingen van de Raad van 8 maart 2005 (6865/2005 — C6-0078/2005, 6866/2005 — C6-0079/2005, 6867/2005 — C6-0080/2005, 6868/2005 — C6-0081/2005),

gelet op artikel 33 van het Intern Akkoord van 20 december 1995 tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering en het beheer van de steun van de Gemeenschap in het kader van het Tweede Financieel Protocol bij de Vierde ACSEG-Overeenkomst (3),

gelet op artikel 32 van het Intern Akkoord van 18 september 2000 tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering en het beheer van de steun van de Gemeenschap in het kader van het financieel protocol bij de partnerschapsovereenkomst tussen de Staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, ondertekend te Cotonou (Benin) op 23 juni 2000, en de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van het vierde deel van het EG-Verdrag van toepassing zijn (4),

gelet op artikel 276 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 74 van het Financieel Reglement van 16 juni 1998 van toepassing op de samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering in het kader van de Vierde ACS-EG-Overeenkomst (5),

gelet op artikel 119 van het Financieel Reglement van 27 maart 2003 van toepassing op het negende Europees Ontwikkelingsfonds (6),

gelet op de artikelen 70 en 71, derde streepje, en Bijlage V van het Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie ontwikkelingssamenwerking (A6-0069/2005),

A.

overwegende dat de Rekenkamer in haar betrouwbaarheidsverklaring voor de Europese Ontwikkelingsfondsen concludeert dat de jaarrekeningen over het begrotingsjaar 2003 behoudens enkele uitzonderingen een getrouw beeld geven van de ontvangsten en de uitgaven voor het begrotingsjaar en de financiële situatie aan het eind van het jaar,

B.

overwegende dat de conclusie van de Rekenkamer over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen onder meer gebaseerd is op de controle van een steekproef van verrichtingen,

C.

overwegende dat de Rekenkamer op basis van de onderzochte stukken van oordeel is dat de in de rekeningen opgenomen ontvangsten en de aan de EOF's toegewezen bedragen aan vastleggingen en betalingen over het geheel genomen wettig en regelmatig zijn,

1.

verleent de Commissie kwijting voor het financieel beheer van het zesde, zevende, achtste en negende Europees Ontwikkelingsfonds in het begrotingsjaar 2003;

2.

geeft zijn opmerkingen in de begeleidende resolutie;

3.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en zijn bijgaande resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer en de Europese Investeringsbank, en zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).


(1)  PB C 293 van 30.11.2004, blz. 315.

(2)  PB C 293 van 30.11.2004, blz. 327.

(3)  PB L 156 van 29.5.1998, blz. 108.

(4)  PB L 317 van 15.12.2000, blz. 355.

(5)  PB L 191 van 7.7.1998, blz. 53.

(6)  PB L 83 van 1.4.2003, blz. 1.

2.

Besluit van het Europees Parlement tot sluiting van de rekeningen van het zesde, zevende, achtste en negende Europees Ontwikkelingsfonds voor het begrotingsjaar 2003 (COM(2004)0667 — C6-0165/2004 — 2004/2049(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien het verslag over de follow-up van de kwijtingen voor 2002 (COM(2004)0648 — C6-0126/2004),

gezien de jaarrekeningen en financiële balansen van het zesde, zevende, achtste en negende Europees Ontwikkelingsfonds betreffende het begrotingsjaar 2003 (COM(2004)0667 — C6-0165/2004),

gezien het verslag over het financieel beheer van het zesde, zevende, achtste en negende Europees Ontwikkelingsfonds in het begrotingsjaar 2003 (SEC(2004)1271),

gezien het jaarlijks verslag van de Rekenkamer over de activiteiten in het kader van het zesde, zevende, achtste en negende Europees Ontwikkelingsfonds in het begrotingsjaar 2003, vergezeld van de antwoorden van de instelling (1),

gezien de betrouwbaarheidsverklaring van de Rekenkamer betreffende de Europese Ontwikkelingsfondsen (2),

gezien de aanbevelingen van de Raad van 8 maart 2005 (6865/2005 — C6-0078/2005, 6866/2005 — C6-0079/2005, 6867/2005 — C6-0080/2005, 6868/2005 — C6-0081/2005),

gelet op artikel 33 van het Intern Akkoord van 20 december 1995 tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering en het beheer van de steun van de Gemeenschap in het kader van het Tweede Financieel Protocol bij de Vierde ACSEG-Overeenkomst (3),

gelet op artikel 32 van het Intern Akkoord van 18 september 2000 tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering en het beheer van de steun van de Gemeenschap in het kader van het financieel protocol bij de partnerschapsovereenkomst tussen de Staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, ondertekend te Cotonou (Benin) op 23 juni 2000, en de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van het vierde deel van het EG-Verdrag van toepassing zijn (4),

gelet op artikel 74 van het Financieel Reglement van 16 juni 1998 van toepassing op de samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering in het kader van de Vierde ACS-EG-Overeenkomst (5),

gelet op artikel 119 van het Financieel Reglement van 27 maart 2003 van toepassing op het negende Europees Ontwikkelingsfonds (6),

gelet op de artikelen 70 en 71, derde streepje, en Bijlage V van het Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie ontwikkelingssamenwerking (A6-0069/2005),

1.

stelt vast dat de financiële situatie van het zesde, zevende, achtste en negende Europees Ontwikkelingsfonds per 31 december 2003 als volgt was:

Gecumuleerde besteding van de EOF-middelen per 31 december 2003

(miljoen euro)

 

Situatie eind 2002

Begrotingsuitvoering in de loop van 2003

Situatie eind 2003

 

Totaalbedrag

Uitvoeringsgraad (7)

6de EOF

7de EOF

8ste EOF (8)

9de EOF (9)

Totaalbedrag (9)

6de EOF

7de EOF

8ste EOF (8)

9de EOF (9)

Totaalbedrag (9)

Uitvoeringsgraad (7)

A — MIDDELEN  (10)

32 840,4

 

-357,5

-585,6

-1 736,7

15 493,1

12 813,3

7 471,6

10 926,1

11 762,9

15 493,1

45 653,7

 

B — BESTEDING

1. Financiële vastleggingen

29 921,2

91,1 %

-13,1

-2,6

255,1

3 522,4

3 761,8

7 471,6

10 926,1

11 762,9

3 522,4

33 683,0

73,8%

2.

Individuele juridische verbintenissen

24 824,2

75,6 %

30,7

311,7

1 406,6

1 133,7

2 882,7

7 349,6

10 297,1

8 926,5

1 133,7

27 706,9

60,7%

3. Betalingen  (11)

21 536,4

65,6 %

47,0

486,2

1 559,6

281,7

2 374,5

7 282,1

9 718,6

6 628,5

281,7

23 910,9

52,4%

C

— NOG TE BETALEN

(B1-B3)

8 384,8

25,5 %

 

 

 

 

 

189,5

1 207,5

5 134,4

3 240,7

9 772,1

21,4%

D

— BESCHIKBAAR SALDO

(A-B1)

2 919,2

8,9 %

 

 

 

 

 

0,0

0,0

0,0

11 970,7

11 970,7

26,2%

Bron: Rekenkamer, Jaarverslag over het begrotingsjaar 2003, blz. 403.

2.

hecht zijn goedkeuring aan de sluiting van de rekeningen betreffende het beheer van het zesde, zevende, achtste en negende Europees Ontwikkelingsfonds voor het begrotingsjaar 2003;

3.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de Commissie, de Raad, de Rekenkamer en de Europese Investeringsbank, en zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).


(1)  PB C 293 van 30.11.2004, blz. 315.

(2)  PB C 293 van 30.11.2004, blz. 327.

(3)  PB L 156 van 29.5.1998, blz. 108.

(4)  PB L 317 van 15.12.2000, blz. 355.

(5)  PB L 191 van 7.7.1998, blz. 53.

(6)  PB L 83 van 1.4.2003, blz. 1.

(7)  Als percentage van de middelen.

(8)  Waarvan 732,9 miljoen aan financiële vastleggingen, 347,4 miljoen aan individuele juridische verbintenissen en 97,7 miljoen aan betalingen voor de vervroegde uitvoering van de Overeenkomst van Cotonou.

(9)  Met dien verstande dat, in vergelijking met de voorgaande begrotingsjaren, deze gegevens de verrichtingen omvatten die de EIB uit hoofde van haar nieuwe beheersautonomie beheert (toewijzing: 2 245 miljoen euro, financiële vastleggingen: 366 miljoen euro, individuele juridische verbintenissen: 140 miljoen euro, betalingen: 4 miljoen euro).

(10)  Oorspronkelijke toewijzing voor het zesde, zevende, achtste en negende EOF, rente, diverse middelen en overdrachten van eerdere EOF's.

(11)  Met inbegrip van Stabex-transfers (zevende EOF: 104 miljoen euro, achtste EOF: 87 miljoen euro, totaal: 191 miljoen euro).

3.

Resolutie van het Europees Parlement met opmerkingen, die integraal deel uitmaken van het besluit waarbij de Commissie kwijting wordt verleend voor het financieel beheer van het zesde, zevende, achtste en negende Europees Ontwikkelingsfonds voor het begrotingsjaar 2003 (COM(2004)0667 — C6-0165/2004 — 2004/2049(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien het verslag over de follow-up van de kwijtingen voor 2002 (COM(2004)0648 — C6-0126/2004),

gezien de jaarrekeningen en financiële balansen van het zesde, zevende, achtste en negende Europees Ontwikkelingsfonds betreffende het begrotingsjaar 2003 (COM(2004)0667 — C6-0165/2004),

gezien het jaarlijks verslag van de Rekenkamer over de activiteiten in het kader van het zesde, zevende, achtste en negende Europees Ontwikkelingsfonds in het begrotingsjaar 2003, vergezeld van de antwoorden van de instelling (1),

gezien de betrouwbaarheidsverklaring van de Rekenkamer betreffende de Europese Ontwikkelingsfondsen (2),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 1 maart 2001 over de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over het ontwikkelingsbeleid van de Europese Gemeenschap (3),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 22 april 2004 over de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement „Bouwen aan onze gemeenschappelijke toekomst — Beleidsuitdagingen en begrotingsmiddelen in de uitgebreide Unie 2007-2013” (4),

gezien het jaarlijks activiteitenverslag 2003 van de Dienst voor samenwerking EuropeAid,

gezien het jaarverslag 2004 van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over het ontwikkelingsbeleid en de externe bijstand van de Europese Gemeenschap (COM(2004)0536),

gezien de aanbevelingen van de Raad van 8 maart 2005 (6865/2005 — C6-0078/2005, 6866/2005 — C6-0079/2005, 6867/2005 — C6-0080/2005, 6868/2005 — C6-0081/2005),

gelet op artikel 33 van het Intern Akkoord van 20 december 1995 tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering en het beheer van de steun van de Gemeenschap in het kader van het Tweede Financieel Protocol bij de Vierde ACSEG-Overeenkomst (5),

gelet op artikel 32 van het Intern Akkoord van 18 september 2000 tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering en het beheer van de steun van de Gemeenschap in het kader van het financieel protocol bij de partnerschapsovereenkomst tussen de Staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, ondertekend te Cotonou (Benin) op 23 juni 2000, en de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van het vierde deel van het EG-Verdrag van toepassing zijn (6),

gelet op artikel 74 van het Financieel Reglement van 16 juni 1998 van toepassing op de samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering in het kader van de Vierde ACS-EG-Overeenkomst (7),

gelet op de artikelen 119 en 120 van het Financieel Reglement van 27 maart 2003 van toepassing op het negende Europees Ontwikkelingsfonds (8),

gelet op de artikelen 70 en 71, derde streepje, en Bijlage V van het Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie ontwikkelingssamenwerking (A6-0069/2005),

A.

overwegende dat de Commissie overeenkomstig artikel 119 van het Financieel Reglement van 27 maart 2003 alles in het werk moet stellen om gevolg te geven aan de opmerkingen waarvan het kwijtingsbesluit vergezeld gaat en op verzoek van het Europees Parlement verslag moet uitbrengen over de maatregelen die naar aanleiding van deze opmerkingen zijn genomen,

B.

overwegende dat met de hervorming van het beheer van de externe bijstand van de EG een begin is gemaakt in mei 2000 (9), en met de hervorming van het ontwikkelingsbeleid van de EG in november 2000 (10),

C.

overwegende dat de Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van Staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, ondertekend te Cotonou op 23 juni 2000 (de Overeenkomst van Cotonou) (11), in werking is getreden op 1 april 2003,

1.

is van mening dat het ontwikkelingsbeleid een essentieel element vormt van het externe optreden van de Unie dat tot doel heeft de armoede uit te roeien door de sociale, onderwijs- en gezondheidsvoorzieningen te verbeteren, de productiecapaciteit van de arme bevolking te verhogen en de betrokken landen te steunen zodat zij de groei en plaatselijke potentiële mogelijkheden kunnen stimuleren; benadrukt dat het halen van de millenniumontwikkelingsdoelstellingen (MOD's) een belangrijke stap is om dit doel te bereiken; is van mening dat het EOF een belangrijk instrument vormt om dit beleid in de ACS-landen ten uitvoer te leggen en dat de doeltreffendheid ervan moet worden versterkt door meer aandacht te besteden aan acties gericht op de uitroeiing van armoede en door een snellere uitvoering, tezamen met meer transparantie, meer verantwoording en eerbiediging van de beginselen van goed financieel beheer;

2.

erkent de inspanningen van de Commissie om haar ontwikkelingsacties toe te spitsen op het bereiken van de MOD's, inclusief de identificatie van tien kernindicatoren; is ingenomen met het gebruik van deze kernindicatoren bij de tussentijdse herzieningen van het EOF ter beoordeling van de vorderingen om de armoede uit te roeien; verzoekt de Commissie haar inspanningen in dit opzicht te intensiveren en beveelt aan 35 % van de uitgaven van de Europese Unie voor ontwikkelingssamenwerking te besteden aan het verwezenlijken van de millenniumontwikkelingsdoelstellingen;

3.

is zich bewust van de problemen om de impact van de steun van de Gemeenschap op het halen van de MOD's in een omgeving met meerdere donoren te meten; betreurt het feit dat de Commissie geen pogingen heeft gedaan een behoorlijk mechanisme in te voeren om deze impact te meten en zich er bijgevolg toe beperkt de vorderingen van de ontwikkelingslanden in de richting van de MOD's te meten; betreurt verder dat de antwoorden van de Commissie op de vragenlijst van de Commissie ontwikkelingssamenwerking bijzonder vaag zijn met betrekking tot de uitvoering van de MOD's in de ontwikkelingsacties van de Commissie;

4.

is verheugd over de verbeteringen die de Commissie in haar rapporteringssysteem heeft aangebracht en erkent de betere kwaliteit van het jaarverslag 2004 over het ontwikkelingsbeleid en de externe bijstand van de EG (COM(2004)0536 en SEC(2004)1027);

5.

besluit een jaarlijks debat in de plenaire vergadering van het Parlement in te voeren over het jaarverslag van de Commissie over het ontwikkelingsbeleid en de externe bijstand van de EG;

6.

is verheugd over het feit dat in 2003 op een totale financiering voor de ACS-landen (EOF en algemene begroting EU) van 4 079 miljoen EUR, 33 % (1 346 miljoen EUR) bestemd was voor sociale infrastructuur en diensten; betreurt evenwel dat slechts 62 miljoen EUR (1,5 %) bestemd was voor basisonderwijs en 212 miljoen EUR (5,2 %) voor basisgezondheidszorg; verzoekt de Commissie met klem de middelen voor deze sectoren te verhogen en wenst dat 20 % van de uitgaven van de Europese Unie op het gebied van ontwikkelingssamenwerking wordt besteed aan het basisonderwijs en de gezondheidszorg in de ontwikkelingslanden;

Rekeningen

7.

wijst erop dat de jaarrekeningen en financiële balansen laat werden overgemaakt; merkt op dat de modernisering van de EOF-rekeningen binnen de vastgestelde termijnen klaar zou moeten zijn; kijkt uit naar het verslag van de Accountant van de Commissie over de situatie van de rekeningen van de Commissie, inclusief de EOF-rekeningen, per 1 januari 2005; wenst op de hoogte te worden gehouden van de vorderingen op het gebied van de modernisering van het nieuwe geïntegreerde IT-systeem (ABAC-FED);

8.

wijst erop dat, hoewel de EOF-middelen die door de EIB worden beheerd, in het kader van de kwijtingsprocedure niet door de Rekenkamer worden geëvalueerd of door het Parlement worden gecontroleerd, maar dat deze wel in de EOF-rekeningen worden geconsolideerd; is van oordeel dat de transparantie zou toenemen indien informatie over deze middelen ter beschikking wordt gesteld van de kwijtingsautoriteit die belast is met de sluiting van de EOF-rekeningen;

Betrouwbaarheidsverklaring

9.

stelt vast dat, met uitzondering van problemen met betrekking tot het onderstaande (12), de Rekenkamer van oordeel is dat de rekeningen een getrouw beeld geven van de inkomsten en uitgaven betreffende het zesde, zevende, achtste en negende EOF:

a)

nog aan het EOF te betalen bedragen die niet zijn opgenomen in de balans per 31 december 2003 (27,5 miljoen EUR);

b)

voorschotten (400 miljoen EUR);

c)

Stabex-middelen;

d)

aan de EIB overgedragen, maar niet gebruikte middelen (209 miljoen EUR);

10.

wijst op het standpunt van de Rekenkamer dat de directeur-generaal van de Dienst voor samenwerking EuropeAid in het jaarlijks activiteitenverslag voorbehoud had moeten maken en een verklaring had moeten inlassen over nog vast te stellen schulden en het correcte gebruik van de Stabex-middelen omdat hij op dat ogenblik nog niet over voldoende informatie beschikte om gefundeerde conclusies te trekken;

11.

wijst erop dat, wat de onderliggende verrichtingen betreft, de Rekenkamer van oordeel is dat de in de rekeningen opgenomen ontvangsten, de aan de EOF's toegewezen bedragen en de verplichtingen en betalingen van het begrotingsjaar over het geheel genomen wettig en regelmatig zijn; wijst erop dat de conclusies van de Rekenkamer gebaseerd zijn op de analyse van de toezichtsystemen en -controles, de controle van een aantal verrichtingen en de analyse van het jaarlijks activiteitenverslag en de verklaring van de directeurgeneraal van de Dienst voor samenwerking EuropeAid;

12.

verzoekt de Commissie de volgende zwakke punten aan te pakken die de Rekenkamer op het gebied van toezichtsystemen en -controles heeft vastgesteld:

a)

het bereik van de invoering van de interne-controlenormen is beperkt aangezien zij pas na het eind 2004 af te ronden decentralisatieproces bij de delegaties zullen worden toegepast;

b)

de actieplannen moeten worden voortgezet en volledig ten uitvoer worden gelegd om in de toekomst te beschikken over een doeltreffend kader, met name op het niveau van de delegaties;

c)

de toezichtsystemen en -controles voor het sluiten van overeenkomsten en voor betalingen in het algemeen zijn goed opgezet, maar de uitvoering ervan is nog voor verbetering vatbaar;

Verslag over het financieel beheer

13.

wijst erop dat het verslag over het financieel beheer laat werd overgemaakt; is verheugd over de kwantiteit en de kwaliteit van de informatie die het verslag over het financieel beheer bevat, met inbegrip van informatie waarom het Parlement in zijn aanbeveling bij de kwijting 2002 specifiek heeft verzocht; verzoekt de Commissie dit verslag in de toekomst nog te verbeteren, met name om de bedragen voor projecten, begrotingssteun en niet-programmeerbare steun in het kader van het negende EOF te kunnen vergelijken met deze in het kader van eerdere EOF's en om een overzicht van de administratieve kosten van de EOF's mogelijk te maken;

Verantwoording

14.

wijst erop dat, terwijl de commissaris voor ontwikkeling en humanitaire hulp bevoegd is voor het EOF-beleid, de commissaris voor buitenlandse betrekkingen en Europees nabuurschapsbeleid bevoegd is voor alle algemene beleids- en beheerskwesties betreffende de werking van EuropeAid dat instaat voor de uitvoering van het EOF; wijst erop dat de commissaris voor ontwikkeling en humanitaire hulp gemachtigd is om besluiten te nemen in verband met het EOF en de specifieke begrotingslijnen die onder zijn bevoegdheid vallen; is er niet van overtuigd dat deze „machtiging” de commissaris voor ontwikkeling en humanitaire hulp in staat zal stellen volledige politieke verantwoordelijkheid te nemen voor de uitvoering van de programma's die worden gefinancierd door het EOF en door EuropeAid voor het beleidsgebied ontwikkeling, wanneer EuropeAid moet rapporteren aan de commissaris voor buitenlandse betrekkingen en Europees nabuurschapsbeleid; blijft bezorgd over het gebrek aan duidelijkheid op het gebied van de verantwoordelijkheid, wat tot dubbelzinnigheden over de verantwoording voor het EOF kan leiden;

Uitvoering en RAL

15.

verwelkomt de betere uitvoering van de begroting in 2003; wijst er evenwel op dat met de invoering van het negende EOF en de snelle vastlegging van nieuwe middelen, het aantal niet-bestede middelen (dwz. de nog af te wikkelen vastleggingen of RAL) met meer dan 1 000 miljoen EUR is gestegen van 8 385 miljoen EUR eind 2002 tot 9 410 miljoen EUR eind 2003; acht dit peil onaanvaardbaar hoogt en dringt er bij de Commissie op aan de EDF-steun sneller te besteden;

16.

wijst erop dat een snellere uitvoering uiteraard wenselijk is, maar dat dit op zich niet volstaat om te concluderen dat de prestaties van het EOF zijn verbeterd en dat het dus ook noodzakelijk is de doelstellingen beter te verwezenlijken; stelt vast dat het verslag over het financieel beheer de doelstellingen en de resultaten met elkaar vergelijkt, maar verzoekt de Commissie meer inspanningen te leveren om overeenkomstig het Financieel Reglement meetbare doelstellingen vast te stellen;

17.

wijst erop dat een aantal lidstaten hun bijdrage in 2003 niet volledig heeft betaald, wat in combinatie met een betaling aan het Wereldgezondheidsfonds, ertoe heeft geleid dat de Commissie geen middelen meer had en betalingen moest uitstellen; verzoekt de lidstaten hun juridische verplichtingen ten aanzien van de EOF-bijdragen na te leven;

Begrotingssteun

18.

wijst op de steeds grotere omvang van de begrotingssteun, met een bedrag van 390 miljoen EUR in 19 ACS-landen in 2003; erkent dat begrotingssteun doeltreffend kan bijdragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen om de armoede terug te dringen en het beheer van de overheidsmiddelen van de ontvangende landen te verbeteren door hen meer het gevoel te geven dat ze een eigen inbreng hebben; benadrukt het belang van de „variable tranche approach”; verzoekt de Commissie met klem haar instrumenten te verbeteren voor de evaluatie van economische hervormingen en de kwaliteit van het beheer van de overheidsfinanciën, die voorwaarden zijn om in aanmerking te komen voor begrotingssteun;

19.

weet dat wanneer middelen voor begrotingssteun naar een ACS-land gaan, deze worden besteed en gecontroleerd volgens nationale controleprocedures en niet volgens deze van het EOF; is zich bewust van het feit dat dit een verandering van de followup-procedures van de Commissie vergt, en dat traditionele controles en toezicht op de verrichtingenmeer en meer vervangen worden door beoordeling van het beheer van de overheidsfinanciën op basis van monitoringinformatie en prestatie-indicatoren;

20.

stelt vast dat de Rekenkamer eens te meer opmerkt dat de criteria voor het vrijgeven van middelen voor begrotingssteun grotendeels bestaan uit macro-economische indicatoren, die slechts een deel van de informatie verschaffen over het beheer van de overheidsfinanciën; herhaalt het verzoek uit zijn verslag over de kwijting 2002 om te beoordelen in welke mate aan alle drie de voorwaarden van artikel 61, lid 2 van de Overeenkomst van Cotonou (13) is voldaan; is het eens met de Rekenkamer dat de beoordelingen in termen van elk van deze criteria moeten plaatsvinden;

21.

wijst erop dat andere donoren het gebruik van begrotingssteun ook uitbreiden en dat de Commissie samen met deze donoren, met name de Wereldbank, werkt aan de ontwikkeling van indicatoren om de prestaties van het beheer van de overheidsfinanciën te beoordelen; neemt kennis van de informatie van de Commissie in antwoord op het verzoek in het kader van de kwijting 2002 om een verslag over de stand van zaken binnen het programma voor overheidsuitgaven en financiële verantwoording betreffende de voorbereiding van prestatie-indicatoren voor het beheer van overheidsfinanciën; neemt kennis van het antwoord van de Commissie dat begin 2004 een proefkader werd goedgekeurd, dat de eerste tests van het ontwikkelde instrument gepland waren voor eind 2004 en dat een besluit over de afronding van het analytisch kader tegen juni 2005 moet worden genomen; verzoekt uiterlijk 1 september 2005 over de laatste stand van zaken van de werkzaamheden van het programma te worden geïnformeerd;

Hoogste controleorganen

22.

herhaalt het standpunt van het Parlement, de Raad en de Rekenkamer dat het van belang is de hoogste controleorganen van de ACS-landen te betrekken bij de EOF-controle (14);

23.

neemt kennis van de informatie van de Commissie in haar verslag over het financieel beheer betreffende de middelen die besteed zijn aan projecten waarbij de hoogste controleorganen van de ACS-landen betrokken zijn, zoals door het Parlement gevraagd in zijn verslag over de kwijting 2002;

24.

wijst erop dat de Commissie verschillende manieren overweegt om de rol van de hoogste controleorganen van de ACS-landen te steunen en te bevorderen; dringt erop aan dat er tijdig, vóór de volgende kwijtingsoefening, een beoordeling van de verschillende opties beschikbaar is;

Opneming van het EOF in de begroting

25.

is van oordeel dat de opneming van het EOF in de algemene begroting veel complicaties en problemen bij de uitvoering van de opeenvolgende EOF's zou oplossen, de besteding van de middelen zou helpen versnellen en het huidige democratische deficit zou wegnemen; is van oordeel dat deze kwestie moet worden behandeld in het kader van de besprekingen over de nieuwe financiële vooruitzichten;

Decentralisatie van het beheer van hulp en steun

26.

steunt de decentralisering van de Commissie van hulpmiddelen en beslissingsbevoegdheden naar de delegaties van de Commissie; verwacht dat deze nieuwe organisatiestructuur zal bijdragen tot nog hogere uitvoeringsniveaus van vastleggingen en betalingen dan de percentages die de Commissie in 2003 heeft behaald;

27.

is zich evenwel bewust van het feit dat de nieuwe structuur niet alleen voordelen biedt, maar ook risico's inhoudt; acht het werkdocument van de Commissie „Beoordeling van de risico's van externe steun” nuttig;

28.

neemt kennis van het verslag van de Commissie over de beoordeling van het decentralisatieproces (15); is zich bewust van het feit dat het decentralisatieproces zijn voltooiing nadert; wil waarborgen dat de decentralisatie van middelen en beslissingsbevoegdheden naar de delegaties gepaard gaat met adequate controles; dringt erop aan dat er tijdig, vóór de volgende kwijtingsoefening, een verslag beschikbaar is over de stand van zaken van het decentralisatieproces, met een beschrijving van de verwachte voordelen met meetbare indicatoren en een beschrijving van de tot dan gerealiseerde voordelen, en met details over de ingevoerde controlestructuren in de delegaties, met inbegrip van de uitvoering van de interne controlenormen;

29.

neemt kennis van het antwoord van de Commissie dat haar delegaties over voldoende personeel beschikken dat goed gekwalificeerd en opgeleid is voor financieel beheer; wijst er evenwel op dat de Commissie onderaan staat wat betreft de omvang van het personeel dat 10 miljoen EUR beheert in vergelijking met de andere belangrijkste donoren;

30.

wijst op de risico's van het decentralisatieproces van de delegaties van de Commissie in de ACSlanden, zoals de problemen om geschikt personeel te vinden en de mogelijkheid dat de diverse delegaties van de Commissie de regels anders interpreteren; benadrukt dat het noodzakelijk is de regels te verbeteren en een evenwicht te vinden tussen betere controlemechanismen en noodzakelijke rapportering enerzijds, en doeltreffende en snelle besluitvorming waarbij de belangrijkste besluiten betreffende projecten door de delegaties worden genomen anderzijds;

Stabex-middelen

31.

neemt kennis van het feit dat de Commissie een inventaris heeft opgemaakt van de Stabex-middelen in 2003, waaruit blijkt dat ongeveer 700 miljoen EUR nog moet worden vastgelegd in de lokale rekeningen van begunstigde landen; wijst erop dat, hoewel de middelen in deze rekeningen overgedragen zijn naar de begunstigde landen en formeel niet meer voorkomen in de EOF-rekeningen, de Commissie medeverantwoordelijk blijft voor deze middelen en controle behoudt over de behoorlijke besteding ervan; wijst op de opmerking van de Rekenkamer dat de Commissie door een gebrek aan adequate monitoring niet in staat is het gebruik van de middelen te controleren; neemt kennis van het feit dat de Commissie van plan is eind 2004 betere monitoringprocedures in te voeren die in de loop van 2005 volledig operationeel moeten zijn; dringt erop aan dat de Commissie met de begunstigde landen samenwerkt om de monitoring te verbeteren en ervoor te zorgen dat de nog openstaande middelen zo spoedig mogelijk worden vastgelegd;

Beoordeling

32.

verwelkomt de inspanningen van de Commissie op het gebied van interne controle, waardoor zij aan de meeste normen voldoet; is evenwel bezorgd over het feit dat de Commissie er als gevolg van capaciteitsproblemen niet in slaagt interne-contolenorm 23 betreffende beoordeling te halen; verzoekt de Commissie mede te delen hoe zij ervoor zal zorgen dat de beoordeling en de follow-up behoorlijk plaatsvinden, en tegen wanneer zij denkt aan de norm te kunnenvoldoen;

Termijnen

33.

verzoekt de Commissie om toezending — en de Raad om goedkeuring — van het volgende voorstel tot wijziging van de eerste zin van artikel 119, lid 1, van het Financieel Reglement:

„Vóór 30 juni van het jaar n + 2 verleent het Europees Parlement op aanbeveling van de Raad, die bij gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluit, de Commissie kwijting voor de financiële uitvoering van de middelen van het EOF in het begrotingsjaar n, die zij overeenkomstig artikel 1, lid 2, beheert.”


(1)  PB C 293 van 30.11.2004, blz. 315.

(2)  PB C 293 van 30.11.2004, blz. 327.

(3)  PB C 277 van 1.10.2001, blz. 130.

(4)  Aangenomen teksten, P5_TA(2004)0367.

(5)  PB L 156 van 29.5.1998, blz. 108.

(6)  PB L 317 van 15.12.2000, blz. 355.

(7)  PB L 191 van 7.7.1998, blz. 53.

(8)  PB L 83 van 1.4.2003, blz. 1.

(9)  Mededeling van de Commissie over de hervorming van het beheer van de externe bijstand, door de Commissie aangenomen op 16 mei 2000.

(10)  Verklaring van de Raad en de Commissie over het ontwikkelingsbeleid van de Europese Gemeenschap, door de Raad algemene zaken (ontwikkeling) aangenomen op 10 november 2000.

(11)  PB L 317 van 15.12.2000, blz. 3.

(12)  Rekenkamer, Jaarverslag over het begrotingsjaar 2003, blz. 387.

(13)  Rechtstreekse begrotingssteun ter ondersteuning van macro-economische of sectorale hervormingen wordt verleend indien:

a)

het beheer van de overheidsuitgaven op transparante, verantwoordelijke en doeltreffende wijze geschiedt;

b)

een goed uitgewerkt macro-economisch of sectoraal beleid door het land zelf is ingesteld en door de belangrijkste donoren is goedgekeurd; en

c)

overheidsopdrachten op open en transparante wijze worden gegund.

(14)  Zie paragrafen 21-24 van de resolutie met opmerkingen bij de besluiten waarbij de Commissie kwijting wordt verleend voor het financieel beheer van het zesde, zevende en achtste Europees Ontwikkelingsfonds voor het begrotingsjaar 2002 (PB L 330 van 4.11.2004, blz. 128).

(15)  SEC(2004)0561 van 6.5.2004.

P6_TA(2005)0115

Millennium-ontwikkelingsdoelstellingen (MOD)

Resolutie van het Europees Parlement over de rol van het Europees Parlement bij het bereiken van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling (MOD) (2004/2252(INI))

Het Europees Parlement,

gezien de Millenniumverklaring van 8 september 2000 die de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling (MOD) bepaalt als collectief door de internationale gemeenschap vastgestelde criteria ter bestrijding van armoede,

gezien de opeenvolgende verslagen van het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (UNDP) over de menselijke ontwikkeling,

gezien het Verslag van de Conferentie van de Verenigde Naties voor handel en ontwikkeling (UNCTAD) — Minst Ontwikkelde Landen 2002: Ontsnappen aan de armoedeval,

gezien de jaarlijkse rapporten van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties inzake de tenuitvoerlegging van de Millenniumverklaring van de VN, waarvan het jongste dateert van 27 augustus 2004,

gezien het rapport van de VN-millenniumwerkgroep onder leiding van professor Jeffrey Sachs „Investing in Development: a practical plan to achieve the Millennium Development Goals”,

gezien de jaarlijkse rapporten van UNICEF over de toestand van de kinderen in de wereld en gezien het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind van 1989,

gezien de slotverklaringen en conclusies van internationale conferenties, in het bijzonder de Internationale Conferentie over de financiering van ontwikkelingshulp (Monterrey, 2002), de Wereldtop inzake duurzame ontwikkeling (Johannesburg, 2002), de derde VN-Conferentie over de minst ontwikkelde landen (Brussel, 2001), de vierde Ministeriële Conferentie van de Wereldhandelsorganisatie (Doha, 2001), de Internationale Conferentie over bevolking en ontwikkeling (ICPD) (Caïro, 1994), de buitengewone zitting van de Algemene Vergadering van de VN in 1999 inzake de vorderingen met betrekking tot de doelstellingen van ICPD („Caïro + 5”) en het Wereldforum over educatie (Dakar, 2000),

gezien de nationale voorbehouden gemaakt door EU-lidstaten in de slotverklaringen en conclusies van de hiervoor vermelde conferenties,

gezien de verbintenissen die de EU is aangegaan op de Europese Raad van Barcelona in maart 2002, voorafgaand aan de conferentie van Monterrey,

gelet op de artikelen 177 tot 181 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en op de artikelen III-316 tot en met 318 en III-321 van het Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa,

gezien het verslag van de Commissie over „millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling 2000-2004” (SEC(2004)1379),

gezien de verklaring van de Raad en de Commissie van 20 november 2000 inzake het ontwikkelingsbeleid van de Europese Gemeenschap,

gezien de conclusies van de Raad Algemene Zaken en Buitenlandse Betrekkingen (GAERC) van 22-23 november 2004,

gezien de mededelingen van de Voorzitter van de Europese Commissie, met instemming van vice-voorzitter Wallström, „Strategic objectives 2005 — 2009: Europe 2010: A Partnership for European Renewal — Prosperity, Solidarity and Security” en „Werkprogramma Commissie 2005”,

gezien de mededeling van de Commissie over het voorstel voor een Besluit van de Raad tot vaststelling van het standpunt van de Gemeenschap in de ACS-EG-Raad van Ministers betreffende de vereffening van alle aan de minst ontwikkelde ACS-landen met een zware schuldenlast verstrekte speciale leningen die resteren na volledige toepassing van de HIPC-mechanismen voor schuldenlastverlichting (COM(2001)0210) en onder verwijzing naar zijn resolutie daarover van 25 april 2002 (1),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 13 januari 2005 over de schuldverlichting voor ontwikkelingslanden (2),

gezien de belofte van de Wereldvoedseltop in 1996 om tegen het jaar 2015 het aantal hongerigen te halveren,

gelet op artikel 45 van het Reglement,

gezien het verslag van de Commissie ontwikkelingssamenwerking en het advies van de Commissie internationale handel (A6-0075/2005),

A.

overwegende dat de Europese Unie wereldwijd meer dan 50 % van de ontwikkelingshulp levert en in overweging van het feit dat in september 2000 de EU-lidstaten en de Voorzitter van de Commissie de Millenniumverklaring hebben ondertekend en dat in december 2001 de Algemene Vergadering van de VN de MOD heeft goedgekeurd,

B.

overwegende dat de MOD, in het kader waarvan vooral inspanningen worden geleverd om de doelstellingen inzake de uitbanning van armoede te verwezenlijken, moeten worden beschouwd als onderdeel van een bredere agenda ter bevordering van duurzame ontwikkeling, rechtvaardigheid, billijkheid, goed bestuur en de rechtsstaat,

C.

overwegende dat volgens het UNCTAD-verslag van 2002 over de minst ontwikkelde landen (MOL's) het aantal in extreme armoede levende mensen de voorbije dertig jaar meer dan verdubbelde en steeg van 138 miljoen in de jaren 1960 tot 307 miljoen in de jaren 1990; wanneer de huidige trend aanhoudt, zal het aantal mensen dat moet leven met minder dan 1 USD per dag van 307 tot 420 miljoen in 2015 stijgen,

D.

overwegende dat de strijd tegen de armoede in de eerste plaats een ingrijpende beleidsverandering vereist in zowel geïndustrialiseerde als ontwikkelingslanden om de structurele oorzaken van de armoede aan te pakken, met inbegrip van oneerlijke internationale handel, onoverkomelijke schuldafbetalingen door ontwikkelingslanden aan internationale financiële instellingen, en de oneerlijke verdeling van de welvaart,

E.

overwegende dat de verwezenlijking van de MOD impliceert dat het huidige aan hulp bestede bedrag wordt verdubbeld en ten minste tien jaar op dat niveau wordt gehouden,

F.

overwegende dat gelijktijdige inspanningen nodig zijn om aanvullende innovatieve financieringsbronnen aan te wijzen, en door tegelijk te erkennen dat de kwaliteit en de inhoud van de hulpverlening even belangrijk is,

G.

betreurend dat tweederde van de ontwikkelingslanden meer aan schulddelging uitgeven dan aan elementaire sociale voorzieningen,

H.

overwegende dat vele landen met een zware schuldenlast op een schuldverlichting van 100 % zijn aangewezen en dat zij vóór het jaar 2015 vrij zouden moeten zijn van restschulden,

I.

overwegende dat de „Peer Review” van 2002 van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling/Commissie voor ontwikkelingsbijstand (OESO/DAC) de Gemeenschap kritiseerde vanwege het „ontbreken van een algemene communautaire strategie en vanwege het feit dat de doelstellingen van het communautaire ontwikkelingsbeleid te talrijk, te vaag en op geen enkele wijze zijn geordend”, en overwegende dat in het verleden geen werkelijke inspanningen werden geleverd om te garanderen dat communautaire hulp en de hulp van de EU-lidstaten complementair zijn,

J.

overwegende dat slechts 10 % van alle gezondheidsvoorzieningen in de wereld ten goede komen aan de behoeften van 90 % van de wereldbevolking en dat 95 % van de 38 miljoen mensen met aids in ontwikkelingslanden leven,

K.

het belang erkennend van preventie, maar tevens de nadruk leggend op de noodzaak om voor het eind van het jaar 3 miljoen mensen antiretrovirale geneesmiddelen te bezorgen,

L.

overwegende dat recentelijk belangrijke vooruitgang werd geboekt met betrekking tot de schadelijkste vorm van de vier menselijke malariaparasieten, die de mogelijkheid zal bieden voor nieuwe behandelingen,

M.

gealarmeerd over de hogere HIV/aids-besmettingspercentages in Afrika bezuiden de Sahara, waar de uitgaven voor gezondheid en opvoeding sterk werden gereduceerd,

N.

overwegende dat sommige tropische ziektes kunnen worden behandeld maar dat de geneesmiddelen te duur zijn, niet meer worden geproduceerd, een te lage kwaliteit vertonen of niet doeltreffend genoeg zijn,

O.

overwegende dat in Afrika bezuiden de Sahara 57 % van de met HIV besmette volwassenen vrouwen zijn, en de druk betreurend die bestaat om een progressief beleid ten aanzien van seksuele en reproductieve gezondheidsrechten te ondermijnen, wat resulteert in een toename van ongewenste zwangerschappen en onveilige abortussen,

P.

overwegende dat er belangrijke verbanden bestaan tussen het beleid inzake duurzaam milieubehoud, handel en ontwikkeling en de uitbanning van extreme armoede en honger, en dat de broodwinning van de arme plattelandsbevolking haast uitsluitend afhangt van een goed beheer van de natuurlijke hulpbronnen — bossen, bodems, landbouwgrond, mariene hulpbronnen en drinkbaar water,

Q.

gezien de alarmerende conclusie in het recentelijk gepubliceerde verslag inzake de Millennium-evaluatie van het ecosysteem dat circa 60 % van de onderzochte ecosysteemdiensten (15 van de 24) zijn aangetast of op niet-duurzame wijze worden geëxploiteerd, waaronder zoet water, visvangst, lucht- en waterzuivering en de regionale en lokale klimaatregeling, natuurrampen en plagen en dat de armste bevolkingsgroepen het meest te lijden hebben onder deze veranderingen in het ecosysteem,

R.

het belang erkennend van de mogelijke impact van de ontwikkelingsronde van Doha en de behoefte aan op regels gebaseerde handelssystemen die geschikt zijn om de handelsonevenwichten in de wereldhandel te corrigeren, vooral wat Afrika betreft,

S.

overwegende dat ontwikkelingssamenwerking in het verleden vooral was gebaseerd op sectorale strategieën en dat een meer systeemgebaseerde aanpak ten opzichte van de MOD wegens de onmiskenbare synergieën gunstig zou zijn,

1.

verwelkomt het verslag van de Commissie over de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling 2000-2004 en ziet uit naar de voorstellen van het samenvattend verslag van de EU voor verdere maatregelen die garanderen dat de communautaire steun volledig op de tenuitvoerlegging van de MOD gericht zal zijn,

2.

onderstreept dat armoedebestrijding via de verwezenlijking van de MOD en de uitvoering van de Millenniumverklaring ondubbelzinnig als overkoepelend kader voor het Europese ontwikkelingsbeleid dient te worden erkend en dat dit in alle relevante beleids- en wetsvoorstellen tot uitdrukking dient te komen; is evenwel van mening dat de MOD niet mogen worden gezien als een technische kwestie die eenvoudigweg zou kunnen worden opgelost door meer geld ter beschikking te stellen, zonder de diepere oorzaken van armoede te identificeren en aan te pakken;

3.

betreurt dat, waar MOD 1-7 beschikken over duidelijke deadlines, dit niet het geval is voor MOD 8;

4.

benadrukt het verband tussen de MOD, de nationale strategieën ter bestrijding van armoede, het macro-economische beleid, de effectieve beheersing van de publieke uitgaven en de geharmoniseerde hulp ter ondersteuning van goed bestuur en goed beleid;

5.

is ervan overtuigd dat de strategiedocumenten voor armoedebestrijding (PRSP's) en de nationale strategiedocumenten (CSP's) belangrijke hulpmiddelen kunnen zijn voor de verwezenlijking van de MOD maar is van mening dat zij moeten worden herzien om de MOD beter te ondersteunen, en roept op om de „quick wins” op te nemen in de PRSP's en de CSP's zodat ze deel uitmaken van een duurzame en structurele benadering; is van mening dat de ontwikkelingsprocedure van een op een MOD gebaseerde PRSP open moet zijn en overleg mogelijk moet maken met alle voornaamste belanghebbenden, zowel nationaal als internationaal;

6.

is van mening dat nationaal en regionaal ontwikkelingsbeleid democratisch moet worden bepaald door de bevolkingen zelf en dat hun respectieve regeringen aan de bevolking verantwoording moeten afleggen via democratische instellingen, en niet door voorwaarden afgestemd op de strategische belangen van de schenkers;

7.

is van mening dat de strijd tegen de armoede de erkenning inhoudt dat landen of regio's het recht hebben om op democratische wijze hun eigen beleid, prioriteiten en strategieën te definiëren om de duurzame voedselproductie en de economische ontwikkeling te bevorderen door hun natuurlijke en menselijke middelen en de lokale knowhow in te schakelen;

8.

benadrukt dat alle middelen moeten worden aangewend om de MOD te bereiken en dat daarvoor het breedst mogelijke partnerschap met belanghebbenden, vooral met de nationale parlementen en de civil society, noodzakelijk is om in de nodige innovatie, middelen en vaardigheden te kunnen voorzien;

9.

onderschrijft het standpunt dat het recht en de plicht van elk land om de voedselvoorziening van zijn bevolking te garanderen en om zichzelf daarvoor zonodig tegen de exporten van andere landen die deze zouden kunnen ondermijnen te verdedigen, ten volle moet worden erkend;

10.

is van oordeel dat openbare diensten moeten worden gestabiliseerd en ontwikkeld om de grote rampen te bestrijden die met armoede gepaard gaan, zoals epidemieën, analfabetisme, drinkwatertekorten en de onbeschikbaarheid van afvalwaterverwerkingsmiddelen;

11.

roept op tot een geïntegreerde aanpak, in tegenstelling tot een sectorale aanpak, met betrekking tot de MOD;

12.

prijst de lidstaten die de drempel van 0,7 % van het BNI hebben gehaald of overschreden, maar neemt kennis van de onrustwekkende trend bij sommigen om hulpprogramma's te reduceren en om op eerder gemaakte toezeggingen betreffende tijdschema's terug te komen;

13.

benadrukt dat, ofschoon de EU momenteel goed op weg lijkt te zijn om haar tussentijdse doelstelling voor 2006 van 0,39 % van het BNI voor officiële ontwikkelingshulp (ODA) te verwezenlijken, de prestaties van de lidstaten sterk uiteenlopen, en roept de achterlopende lidstaten op zich aan een duidelijk tijdschema en deadlines te binden voor het bereiken van de doelstelling van 0,7 % vóór 2015;

14.

is verheugd over de vooruitgang die reeds werd geboekt door veel van de tien nieuwe EU-lidstaten door de sterke stijging van de niveaus van officiële ontwikkelingshulp en kijkt uit naar de voortzetting van die trend;

15.

benadrukt dat de doelstelling van 20 % voor een minimum aan onderwijs en gezondheid in het budget van de EU en het Europees Ontwikkelingsfonds moet worden opgenomen, als uitbreiding van de bestaande doelstelling van 35 % voor sociale basisdiensten;

16.

steunt het voorstel om de voortgang met betrekking tot de verwezenlijking van de ODA-doelstellingen regelmatig door de Raad Economische en Financiële Zaken (ECOFIN) en de Raad Algemene Zaken en Buitenlandse Betrekkingen (GAERC) te laten evalueren, en roept de lidstaten op jaarlijkse ODA-doelstellingen voor algemene hulp en hulp aan MOL's vast te leggen;

17.

dringt er bij de Commissie op aan dat ze haar eigen toekenning van middelen aan ontwikkeling bestudeert en zich ertoe verbindt haar uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking binnen het tijdsbestek van de volgende financiële vooruitzichten aanzienlijk te verhogen;

18.

roept de EU op om concreet actie te ondernemen tegen armoede door een coherent beleid aan te nemen tussen haar handel, ontwikkelingssamenwerking en gemeenschappelijk landbouwbeleid, om rechtstreekse of onrechtstreekse negatieve gevolgen voor de economie van ontwikkelingslanden te vermijden;

19.

dringt er bij de Commissie op aan innoverende financieringsbronnen te verkennen en alle alternatieven te onderzoeken die zijn voorgesteld om de ontwikkelingsprogramma's van extra middelen te voorzien, naast de 0,7% van het BNI die aan officiële ontwikkelingshulp toekomen;

20.

roept op tot een schuldverlichting door de kwijtschelding van de schulden van de landen met een zware schuldenlast, vooral MOL's, voor de landen die de mensenrechten respecteren, het beginsel van het goede beheer toepassen en prioriteit aan de uitbanning van armoede verlenen;

21.

roept ertoe op de doelstellingen voor schuldverlichting niet enkel te koppelen aan de verhouding tussen schulden en export maar ook aan de behoeften zoals in de MOD vastgesteld;

22.

verzoekt de EU zorg te dragen voor voldoende internationale financiering van het thans onderbedeelde onderzoek naar ziekten die de bevolking van ontwikkelingslanden treffen;

23.

moedigt de Commissie en de lidstaten aan hun partnerschappen met ontwikkelingslanden zodanig te versterken dat wordt tegemoet gekomen aan voorspelbaarheid, wederzijdse verantwoordingsplicht en wederzijdse verplichtingen;

24.

gelooft er sterk in dat door het probleem van corruptie en illegale financiële praktijken op basis van de bepalingen van de Partnerschapsovereenkomst van Cotonou samen aan te pakken, de ACS- en EU-landen een belangrijke bijdrage kunnen leveren in de strijd tegen armoede, misdaad en terrorisme, en tegelijkertijd in het genereren van politieke stabiliteit en de bevordering van sociale en economische ontwikkeling;

25.

benadrukt het belang van informatisering op het gebied van het beheer van overheidsfinanciën, binnen het bredere kader van e-government, om inefficiënte bureaucratieën beter te kunnen aanpakken en een gebrek aan transparantie te voorkomen;

26.

dringt er bij de Commissie op aan om zich aanzienlijk meer in te spannen voor meer complementariteit tussen de inspanningen voor ontwikkelingssamenwerking van de lidstaten en de activiteiten van de Commissie, gebaseerd op de comparatieve voordelen van alle schenkers;

27.

verwelkomt initiatieven als de EU-donoratlas die trachten ontwikkelingssteun tussen de lidstaten te coördineren, en moedigt de Commissie aan dit instrument te vervolmaken en te verfijnen zodat het kan worden gebruikt om gebieden aan te wijzen waar op het vlak van harmonisatie het snelst vooruitgang kan worden geboekt;

28.

vraagt in dit verband om specifieke verplichtingen en tijdschema's met betrekking tot harmonisatie en vraagt om indicatoren en benchmarks om toezicht te houden op het engagement van alle partners op nationaal niveau;

29.

benadrukt de mogelijkheden van de revolutie op het vlak van de informatie- en communicatietechnologie (ICT) met betrekking tot de armoedeproblematiek, zoals ICT voor opvoeding, ICT voor verbeterde gezondheidszorg, ICT voor goed beheer enz.;

30.

benadrukt het belang van de toegang tot moderne energiediensten voor wie in armoede leeft; erkent tegelijk dat ontwikkelingslanden niet dezelfde fouten moeten maken als de geïndustrialiseerde landen en daarom specifieke steun moeten verkrijgen die op investeringen in energietechnologieën die schoon en efficiënt zijn is gericht;

31.

vraagt de Commissie het financieringsniveau te verhogen en een mondiaal plan voor ontwikkelingsonderwijs en -informatie op te stellen dat op de MOD is gericht;

32.

dringt er bij alle EU-lidstaten op aan de verplichtingen uit hoofde van de Verklaring van Rome inzake harmonisering van 25 februari 2003 volledig ten uitvoer te leggen teneinde de hulpverlening te verbeteren en de hulp in principe volledig te ontkoppelen;

33.

dringt er bij de Commissie op aan ervoor te zorgen dat de EU er alles aan doet om te garanderen dat elementair onderwijs gratis en verplicht is, en wijst er met klem op dat dit moet gepaard gaan met een groot aantal nieuwe middelen en een meer doelgerichte besteding van bestaande middelen;

34.

is van mening dat het een illusie is om tegen 2015 de MOD ter halvering van honger en armoede te verwezenlijken, voor iedereen gratis onderwijs te verstrekken en de toegang tot de gezondheidszorg te verbeteren, wanneer ontwikkelingslanden vier keer meer middelen besteden aan de terugbetaling van hun schulden dan aan fundamentele sociale programma's,

35.

wijst er met klem op dat, gezien het feit dat de grootste uitdaging waarmee het Fast Track-initiatief (FTI) voor onderwijs van de Wereldbank wordt geconfronteerd het gebrek aan externe financiën is, de Commissie naar aanvullende financiering voor onderwijs en voor het FTI dient te zoeken;

36.

benadrukt het belang van extra aandacht voor het onderwijs van meisjes, aangezien meisjes die onderwijs hebben gekregen een kleiner en gezonder gezin opbouwen en bijdragen tot de verhoging van de productiviteit en de vermindering van de armoede;

37.

roept ertoe op om bijzondere aandacht te richten op wezen en jongens en meisjes die sociaal zijn uitgesloten, die onevenredig hard door de gevolgen van onvoldoende toegang tot onderwijs worden getroffen;

38.

dringt er bij de Commissie op aan te onderzoeken hoe een vroege en positieve bijdrage kan worden geleverd door een pakket samen te stellen, waartoe klamboes, immunisatie door de Wereldwijde Alliantie voor Vaccins en Immunisatie (GAVI) en, niet het minst als een maatregel in de strijd tegen HIV/aids, de terbeschikkingstelling van condooms behoren; de EU-lidstaten zouden op nationaal niveau aan deze actie kunnen meewerken; beklemtoont dat deze acties in een langetermijnstrategie moeten worden geïntegreerd om ze deel te laten uitmaken van een duurzame benadering;

39.

roept de Commissie op om het voortouw te nemen in de strijd tegen malaria, om de middelen te bundelen en geschikte en uitgebreide maatregelen te treffen om deze pandemie op lange termijn onder controle te krijgen en uit te roeien, met een bijzondere nadruk op preventie;

40.

roept in het bijzonder op om de openbare uitgaven voor onderzoek te verhogen en om private investeringen in te zetten om het onderzoek naar vaccins te versnellen;

41.

benadrukt dat de beschikbaarheid en de betaalbaarheid van fundamentele gezondheidszorgen een absolute voorwaarde is voor de succesvolle invoering van alle gezondheidsmaatregelen in ontwikkelingslanden;

42.

steunt het akkoord van de Commissie over de behoefte aan beschikbare en betaalbare geneesmiddelen en onderstreept de noodzaak om de tenuitvoerlegging van TRIPS nauwkeurig te controleren;

43.

vraagt om financiering om op noodsituaties op het gebied van gezondheid in ontwikkelingslanden te kunnen reageren en om nationale regeringen in staat te stellen prioriteit te verlenen aan de volksgezondheid;

44.

werpt op dat de toegang tot drinkwater en een evenwichtig dieet onontbeerlijk zijn voor de volksgezondheid; stelt daarom dat de toegang tot drinkwater onontbeerlijk is in de strijd tegen de armoede en de ziektes die voorkomen door een gebrek aan drinkwater;

45.

roept de ontwikkelingslanden op om weer te zorgen voor betere openbare diensten en een fundamenteler gezondheidszorgsysteem en is van mening dat Europese hulp in de eerste plaats moet dienen om de eigen inspanningen van de ontwikkelingslanden om de humanitaire, institutionele en infrastructuurcapaciteiten te ondersteunen;

46.

vraagt om een wezenlijke uitbreiding van het medisch personeel, aangezien meer van hen de sector verlaten dan er worden opgeleid;

47.

vraagt om meer EU-middelen voor het Wereldgezondheidsfonds, aangezien de tot dusver voor 2005 gegarandeerde financiën slechts één vierde van de benodigde middelen bedraagt, en roept de EU en anderen ertoe op dubbele inspanningen te vermijden en zich ervoor in te zetten dat het HIV/aids-, tbc- en malariabeleid een nationale bevoegdheid wordt;

48.

dringt er bij de EU op aan dat ze een leidende rol blijft spelen op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheidsrechten door de financieringsniveaus te behouden voor een breed spectrum van diensten met betrekking tot geboorteregeling, met inbegrip van gezinsplanning, de behandeling van seksueel overdraagbare ziektes, en veilige abortus wanneer deze wettelijk is;

49.

vraagt om een doelstelling inzake volledige toegang tegen 2015 tot diensten met betrekking tot sexuele en reproductieve gezondheid binnen het kader van MOD 5, met gezondheidsgerelateerde indicatoren, met een gelijke of snellere voortgang bij de armen en andere gemarginaliseerde of kwetsbare groepen; en roept eveneens op binnen het kader van de overige zeven doelstellingen overeenkomstige indicatoren aan te wijzen;

50.

benadrukt de behoefte aan een op rechten gebaseerde benadering van kinderen in alle programma's en evaluaties van de Commissie, en benadrukt dat de rechten van kinderen, aangezien ze programmaoverschrijdend zijn, door alle instrumenten en programma's heen systematisch geëerbiedigd dienen te worden;

51.

is van mening dat genderspecifieke prioriteiten binnen het ontwikkelingsbeleid van de EG opnieuw moeten worden opgenomen als elementaire rechten en als deel van de bestuurscriteria die onder andere uit de Overeenkomst van Cotonou voortvloeien;

52.

stelt dat de marginalisering van vrouwen moet ophouden, zodat zij een centrale rol kunnen spelen in de uitwerking en de follow-up van armoedebestrijdingsstrategieën gebaseerd op MOD en andere zeer belangrijke algemene hervormingen, in het bijzonder bij regionale en lokale autoriteiten;

53.

verwelkomt en steunt het voornemen van de Commissie om haar betrekkingen met Afrika nieuw leven in te blazen door nauw samen te werken met het Nieuwe Partnerschap voor de Ontwikkeling van Afrika (NEPAD), de Afrikaanse Unie (AU) en recente initiatieven zoals de Commissie voor Afrika;

54.

herhaalt de noodzaak van de Gemeenschap, zoals in artikel 178 van het EG-Verdrag wordt gesteld, om, zo nodig door middel van effectstudies, te overwegen of de doelstellingen van haar ontwikkelingsbeleid door andere beleidsacties zouden kunnen worden ondermijnd;

55.

dringt aan op een volledige evaluatie van de gevolgen van het huidige beleid ter liberalisering van de handel voor honger en armoede in ontwikkelingslanden en verlangt dat de resultaten van deze evaluatie worden gebruikt om duidelijke richtlijnen te formuleren voor ontwikkelingssamenwerking;

56.

wijst er met klem op dat de nodige aandacht dient te worden besteed aan het milieu op nationaal niveau, om bij te dragen aan de verwezenlijking van MDG 7, door milieu en duurzame ontwikkeling expliciet in de regionale en nationale strategiedocumenten op te nemen;

57.

benadrukt dat steun voor bescherming en heropleving van de levensondersteunende systemen, zoals gezonde bodems, bossen en mariene hulpbronnen, en het deugdelijk beheer van drinkbaar water, een essentiële component uitmaakt van armoedebestrijdingsprogramma's en dat dergelijke maatregelen prioriteit moeten krijgen in de EU-ontwikkelingssamenwerking;

58.

onderschrijft volledig de conclusies van het rapport inzake de Millennium-evaluatie van het ecosysteem volgens welke de voortgaande vernietiging van de ecosystemen in de wereld de verwezenlijking van de MOD's in de weg zal staan; onderschrijft voorts de mening dat ingrijpende veranderingen op beleidsmatig en institutioneel vlak noodzakelijk zijn om de wijdverbreide aantasting te keren en dringt er bij de Commissie op aan om de uitvoerige aanbevelingen van het evaluatieverslag op te nemen in haar overzichtsverslag en toekomstige werkplannen;

59.

verzoekt de Raad er bij de Raad van Bestuur van het VN-Milieuprogramma (UNEP) op aan te dringen dat op de topconferentie voor de herziening van de MOD in september de sociale en milieugevolgen van het tot dusver uitgevoerde liberaliseringsbeleid volledig worden herzien, om ervoor te zorgen dat dit beleid de armoedebestrijding zo effectief mogelijk steunt;

60.

herinnert eraan dat eerlijke handel, hoewel het geen absolute remedie is voor de mondiale armoede, een positieve bijdrage kan leveren aan de verwezenlijking van de MOD door de impact op de economische groei;

61.

neemt nota van de recente studies van de UNCTAD en andere instellingen die aantonen dat de uitgebreide liberalisering van de handel in ontwikkelingslanden in te geringe mate geleid heeft tot een duurzame en substantiële vermindering van de armoede, en heeft geresulteerd in een verslechtering van de ruilvoet van de ontwikkelingslanden, met name in Afrika;

62.

verzoekt de Commissie haar ontwikkelingssamenwerkings- en handelsbeleid zo veel mogelijk aan te passen om de regeringen van ontwikkelingslanden te helpen hun openbare diensten te handhaven en uit te bouwen, met name die diensten waarmee de toegang tot drinkwater, gezondheidszorg, onderwijs, vervoer en energie wordt gewaarborgd;

63.

herhaalt dat, met betrekking tot de discussies over de effecten van de liberalisering van de watersector, watergerelateerde diensten principieel volledig onder verantwoordelijkheid en toezicht van de overheid moeten blijven vallen, waarbij het aan de nationale, regionale en lokale autoriteiten wordt overgelaten dit principe toe te passen, en dringt er bij de Commissie op aan zich hier aan te houden;

64.

wenst er, zoals verklaard in zijn resolutie van 11 maart 2004 betreffende de interne marktstrategie (3), nogmaals op te wijzen dat water een gemeenschappelijk goed van de mensheid is en dat de toegang tot water, vooral voor de armste gemeenschappen van het zuiden, een fundamenteel mensenrecht is dat moet worden bevorderd en beschermd;

65.

betreurt dat er geen tijdschema voor de afschaffing van landbouwexportsubsidies is aangegeven; is daarom van oordeel dat het Europees Parlement druk moet uitoefenen om een dergelijk tijdschema op te stellen;

66.

roept de leiders van de EU en andere geïndustrialiseerde landen op om concreet actie te ondernemen om de MOD te realiseren, door exportsubsidies te schrappen die de lokale voedselproductie en economische ontwikkeling ondermijnen;

67.

verzoekt de Commissie de ontwikkelingscomponent van de huidige WTO-onderhandelingen te bevorderen door meer aandacht te besteden aan voedselzekerheid en werkgelegenheid op het platteland als meest effectieve elementen van armoedebestrijding, onder andere door een „Ontwikkelingsbox” in de landbouwovereenkomst van de WTO op te nemen om armere landen in staat te stellen voedselzekerheid beter aan te pakken en hun middelen van bestaan op het platteland te behouden en door ervoor te zorgen dat landbouwproducten uit de EU niet langer gesubsidieerd worden;

68.

verwelkomt het feit dat de Commissie de behoefte aan een bijzondere en gedifferentieerde behandeling erkent, neemt nota van de bezorgdheid van de ontwikkelingslanden over het effect van de liberalisering van de handel en van reciprociteit;

69.

verzoekt de Commissie om te pleiten voor een dringende hervorming van de WTO om duurzaamheid en armoedebestrijding bovenaan de agenda van de handelsonderhandelingen te plaatsen en om een echte Bijzondere en Gedifferentieerde Behandeling te bevorderen (BGB);

70.

verzoekt de Commissie in de prioritaire acties van het Samenvattend Verslag MOD EU-acties op te nemen ter stabilisering van de grondstoffenprijzen, inclusief de herziening van de internationale instrumenten voor het beheer van de aanbodzijde, steun of voorstellen voor opname van de grondstoffenprijzen in de huidige WTO-onderhandelingsronde, en deelname aan de financiering van de door de UNCTAD voorgestelde Task Force Grondstoffen;

71.

herinnert eraan dat op het eind van de onderhandelingen over de Economische Partnerschapsovereenkomsten (EPA) geen enkel ACS-land na 2007 slechter af dient te zijn wat betreft zijn handelsrelaties dan onder de huidige omstandigheden, en dat er niet a priori een garantie of verplichting bestaat dat zij aan het eind van 2007 zullen toetreden tot de EPA;

72.

verzoekt de Commissie om ervoor te zorgen dat de onderhandelingen over de Economische Partnerschapsovereenkomsten met ACS-landen een gunstige invloed hebben op de ontwikkeling en armoedebestrijding in de ACS-landen, onder andere door handhaving van het non-reciprociteitsbeginsel met betrekking tot de markttoegang zodat de ACS-landen een eerlijk aandeel krijgen in de wereldhandel, specifieke aandacht voor beperkingen aan de aanbodzijde en waarborgen voor gevoelige producten, versterking van de huidige inspanningen op het gebied van regionale integratie en door het initiatief te nemen voor een herziening of verduidelijking van artikel 24 van de GATT-overeenkomst;

73.

dringt erop aan dat er ten volle rekening wordt gehouden met het feit dat de ACS-landen dikwijls sterk afhankelijk zijn van primaire grondstoffen, die bijzonder onderhevig zijn aan prijsschommelingen en tariefescalatie, en beklemtoont het belang van diversificatie, de ontwikkeling van verwerkende industrieën en KMO's in deze landen;

74.

roept de Commissie op om, in een overgangsfase, haar steun te verlenen aan het principe van commerciële niet-reciprociteit dat de relaties moet beheersen tussen de geïndustrialiseerde en de ontwikkelingslanden, en om soepelheid aan de dag te leggen jegens ACS-landen bij de onderhandelingen over economisch partnerschap gezien hun ontwikkelingsniveau, de relatief beperkte schaal van hun ondernemingen en van hun financiële, ontwikkelings- en handelsbehoeften, en om te verzekeren dat, in werkelijkheid, economische partnerschappen uitgroeien tot instrumenten voor duurzame ontwikkeling in de ACS-landen;

75.

roept de Commissie op om geldige alternatieven voor economische partnerschappen uit te werken, zoals de uitbreiding van het initiatief „alles behalve wapens”(ABW) tot alle niet-MOL-landen of de verbetering van het voorstel SAP+ van de EU, voor de ACS-landen die niet bereid zouden blijken toe te treden tot een economisch partnerschap;

76.

benadrukt het belang van capaciteitsversterking voor de handel en de noodzaak aan bijkomende middelen van de EU om de mogelijkheden van de ACS-landen te vergroten om hun noden en strategieën te identificeren, om regionale integratie te onderhandelen en te ondersteunen en dit proces te begeleiden, en in het bijzonder voor diversificatie en om regionale integratie te ondersteunen en het pad te effenen voor liberalisering door de verhoging van de productie-, leverings- en handelscapaciteit en door aanpassingskosten te verlagen, evenals door de verhoging van hun mogelijkheden om investeringen aan te trekken;

77.

benadrukt dat capaciteitsversterking voor lokale markten en handel minstens even belangrijk is als markttoegankelijkheid en dat daarvoor financiering beschikbaar dient te worden gemaakt evenals voor diversificatie en ondersteuning, in het bijzonder voor bananen, rijst en suiker;

78.

benadrukt dat de Raad snel actie moet ondernemen om het WTO-besluit van 30 augustus 2003 te implementeren inzake de implementatie van paragraaf 6 van de Doha-verklaring inzake de TRIPS-overeenkomst en volksgezondheid en verzoekt de Commissie er bij de lidstaten op aan te dringen de nieuwe regelgeving zo spoedig mogelijk volledig te implementeren;

79.

benadrukt dat de Raad de besluitvorming over de hervorming van het EU-handelsbeleid inzake gevoelige producten moet versnellen;

80.

verzoekt de Commissie haar handelsgerelateerde steun te verhogen en de capaciteitsopbouw te ondersteunen omdat dit voor de armste landen van essentieel belang is om de toegenomen concurrentie die het gevolg is van de liberalisering het hoofd te bieden;

81.

verzoekt om een herziening van de statuten en het mandaat van de Europese Investeringsbank, waardoor een gespecialiseerde afdeling zou kunnen worden opgericht die op basis van een echt ontwikkelingsmandaat opereert;

82.

is van mening dat de MOD niet zullen worden bereikt indien geen consequent beleid wordt gevoerd ten bate van vrouwen, kinderen, ouderen en gehandicapten;

83.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regeringen en parlementen van de lidstaten en de toetredingslanden, de Interparlementaire Unie, de Verenigde Naties en de Commissie voor ontwikkelingsbijstand van de OESO.


(1)  PB C 131 E van 5.6.2003, blz. 167.

(2)  Aangenomen teksten, P6_TA(2005)0008.

(3)  PB C 102 E van 28.4.2004, blz. 857.


Top