Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52004XR0476

    Resolutie van het Comite van de Regio's van 18 november 2004 over het starten van toetredingsonderhandelingen met Turkije

    PB C 71 van 22.3.2005, p. 53–54 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    22.3.2005   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 71/53


    RESOLUTIE VAN HET COMITE VAN DE REGIO'S VAN 18 NOVEMBER 2004 OVER HET STARTEN VAN TOETREDINGSONDERHANDELINGEN MET TURKIJE

    (2005/C 71/12)

    HET COMITÉ VAN DE REGIO'S,

    Gelet op de Mededeling van de Commissie „Recommendation of the European Commission on Turkey's progress towards accession”  (1) (COM(2004) 656 def.);

    Gelet op het „2004 Regular Report on Turkey's progress towards accession”  (1) (SEC(2004) 1201);

    Gelet op de door zijn commissie „Externe betrekkingen” en de Unie van Turkse Gemeenten op 11 oktober 2004 aangenomen Verklaring van Ankara;

    Gelet op de strategie voor zijn externe betrekkingen, zoals die op 21 oktober 2004 tijdens de buitengewone vergadering van zijn bureau in Den Haag is vastgesteld;

    1.

    is evenzo ingenomen met het toetredingsverzoek van Turkije als met aanvragen door andere Europese landen;

    2.

    is voornemens te gelegener tijd een advies op te stellen waarin de problematiek rond de toetreding van Turkije vanuit een lokale en regionale invalshoek wordt bekeken, en verzoekt de Commissie om het Comité van de Regio's over toekomstige voortgangsrapporten te raadplegen;

    3.

    erkent dat het Turkse hervormingsbeleid van de afgelopen jaren Turkije heeft geholpen in zijn streven om de criteria van Kopenhagen te halen, en daardoor mede aan de basis ligt van het besluit van de Unie om ook met Turkije toetredingsonderhandelingen te beginnen;

    4.

    moedigt de Turkse regering aan haar ambitieuze hervormingsbeleid voort te zetten om zo spoedig mogelijk een punt te bereiken waarop het hervormingsproces onomkeerbaar wordt en er bijgevolg geen weg meer terug is;

    5.

    spreekt zijn waardering uit voor het Turkse decentralisatiebeleid, dat dient aan te sluiten bij de beginselen van het Europees Handvest inzake lokale autonomie, en voor de in 2004 aangenomen Wet op de hervorming van het lokaal bestuur, waarin de lokale overheden worden erkend als laagste schakel in het bestuursapparaat, en spreekt de hoop uit dat deze wet op een correcte manier zal worden toegepast en spoedig zal worden gevolgd door een soortgelijke wet ten behoeve van het regionale bestuursniveau;

    6.

    hoopt dat het pakket hervormingswetten, en met name de Wet op de hervorming van het overheidsbestuur, de Wet op het provinciaal bestuur en de Wet op het bestuur van gemeenten en grote steden, na raadpleging van de organisaties van lokale en regionale overheden en het maatschappelijk middenveld en na controle van de verenigbaarheid van de nieuwe regelingen met de grondwet spoedig zal worden goedgekeurd; benadrukt in dit verband dat aan de lokale overheden voldoende middelen en personeel ter beschikking moeten worden gesteld zodat zij de hervormingen op een adequate manier kunnen uitvoeren, dat bijzondere aandacht moet worden geschonken aan de sociaal-economische ontwikkeling van achtergebleven gebieden en dat een juridisch kader voor het voeren van een regionaal ontwikkelingsbeleid moet worden gecreëerd;

    7.

    vestigt er de aandacht op dat een succesvolle uitvoering van de hervormingen Turkijes verdere voorbereidingen op het EU-lidmaatschap zal vergemakkelijken, en is dan ook van oordeel dat de Commissie terecht een impactanalyse, een implementatieplan en een overzicht van de financiële en budgettaire implicaties van een en ander verlangt;

    8.

    staat positief tegenover de zgn. „derde pijler” van de door de Commissie voorgestelde strategie en verbindt zich ertoe actief bij te dragen aan het versterken van de politieke, culturele, sociale en religieuze dialoog om de Europese en de Turkse bevolking dichter bij elkaar te brengen; neemt zich daarom voor zijn eigen dialoog met de Turkse lokale overheden verder te verdiepen, uitgaande van zijn ervaringen met de vroegere kandidaat-lidstaten, om langs deze weg meer respect te kweken voor de lokale democratie en de invoering van een regionaal bestuursniveau te bevorderen; verwacht na het positieve besluit van de Europese Raad dat de Turkse regering, de Raad en de Associatieraad de nodige stappen zullen ondernemen om een Gemengd Raadgevend Comité CvdR-Turkije op te richten;

    9.

    dringt er met klem op aan dat de Turkse overheid de kritiek van de Commissie ter harte neemt, en met name op de volgende gebieden verdere inspanningen levert: eerbiediging van de mensenrechten, waarborging van de fundamentele vrijheden, zerotolerantie ten aanzien van foltering en mishandeling, erkenning van de rechten en vrijheden van alle minderheden, respect voor alle godsdiensten (met name de toekenning van een gelijke juridische status aan alle geloofsovertuigingen), zerotolerantie ten aanzien van discriminatie van en geweld tegen vrouwen en naleving van de IAO-conventie inzake kinderarbeid;

    10.

    roept de Turkse regering op haar volle medewerking te verlenen wanneer ten aanzien van de kwestie-Cyprus een nieuwe poging wordt gedaan - onder auspiciën van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties - om tot een oplossing te komen die in overeenstemming is met de desbetreffende VN-resoluties, met het acquis communautaire en met de Europese waarden en beginselen;

    11.

    is, net als de Commissie, zich ervan bewust dat met Turkijes toetreding in het vooruitzicht de tenuitvoerlegging van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, het cohesiebeleid en de regeling inzake vrij verkeer van werknemers er bepaald niet gemakkelijker op zal worden;

    12.

    wijst erop dat het de bedoeling is de Europese Unie verder uit te bouwen tot een politieke unie van gedeelde waarden, en dat dringend de noodzakelijke financiële, institutionele en economische voorwaarden moeten worden geschapen om de Unie met succes voor te bereiden op de volgende uitbreidingsronde;

    13.

    vestigt er de aandacht op dat de Commissie in de conclusies van haar Mededeling verklaart dat zij „bij ernstige en voortdurende schendingen van de beginselen waarop de Unie is gegrondvest - vrijheid, democratie en respect voor de mensenrechten, de fundamentele vrijheden en de rechtsstaat - zal aanbevelen de onderhandelingen op te schorten” en dat de Commissie de toetredingsonderhandelingen met Turkije omschrijft als „een open proces waarvan de uitkomst niet van tevoren vaststaat”;

    14.

    verzoekt zijn voorzitter om, met het oog op de bijeenkomst van de Europese Raad op 17 december a.s. in Brussel, deze resolutie aan de Raad, het Europees Parlement, de Europese Commissie alsmede aan het Turkse parlement en de Turkse regering te doen toekomen.

    Brussel, 18 november 2004

    De voorzitter

    van het Comité van de Regio's

    Peter STRAUB


    (1)  Nederlandse versie niet beschikbaar


    Top