Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2004/087E/04

    NOTULEN
    Donderdag, 20 november 2003

    PB C 87E van 7.4.2004, p. 405–533 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    7.4.2004   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    CE 87/405


    NOTULEN

    (2004/C 87 E/04)

    VERLOOP VAN DE VERGADERING

    VOORZITTER: James L.C. PROVAN

    Ondervoorzitter

    1.   Opening van de vergadering

    De vergadering wordt om 10.05 uur geopend.

    Het woord wordt gevoerd door:

    Roy Perry die klaagt over het feit dat de Commissie nog altijd niet de door het Parlement gevraagde informatie over de Lloyd's van Londen heeft toegestuurd, waarvoor de termijn op 15 november was vastgesteld (de Voorzitter raadt hem aan deze kwestie voor te leggen aan de Conferentie van voorzitters);

    Ilda Figueiredo over de veertiende verjaardag van de aanneming van de Overeenkomst inzake de rechten van het kind door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties.

    2.   Wederzijds begrip in de betrekkingen tussen EU/regio's van de nietgeïndustrialiseerde wereld * — Bevordering actief Europees burgerschap * — Organisaties op Europees niveau actief op het gebied van de gelijkheid van vrouwen en mannen *** I (debat)

    Verslag over het voorstel voor een besluit van de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma voor organen die het wederzijds begrip in de betrekkingen tussen de Europese Unie en bepaalde regio's van de niet-geïndustrialiseerde wereld bevorderen (COM(2003) 280 — C5-0350/2003 — 2003/0110(CNS)) — Commissie buitenlandse zaken, mensenrechten, gemeenschappelijke veiligheid en defensiebeleid. Verslageur: (A5-0384/2003) — Verslageur voor advies (art. 162 bis van het Reglement): Bárbara Dührkop Dührkop, Commissie BUDG

    Verslag over het voorstel voor een besluit van de Raad tot instelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van actief Europees burgerschap (civic participation) (COM(2003) 276 — C5-0321/2003 — 2003/0116(CNS)) — Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken. Verslageur: (A5-0368/2003) — Verslageur voor advies (art. 162 bis van het Reglement): Bárbara Dührkop Dührkop, Commissie BUDG

    Verslag over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van organisaties die op Europees niveau op het gebied van de gelijkheid van vrouwen en mannen actief zijn (COM(2003) 279 — C5-0261/2003 — 2003/0109(COD)) — Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen. Verslageur: (A5-0396/2003) — Verslageur voor advies (art. 162 bis van het Reglement): Bárbara Dührkop Dührkop, Commissie BUDG

    Het woord wordt gevoerd door Neil Kinnock (vice-voorzitter van de Commissie).

    Lennart Sacrédeus leidt zijn verslag in (A5-0384/2003).

    Heide Rühle leidt haar verslag in (A5-0368/2003).

    Rodi Kratsa-Tsagaropoulou leidt haar verslag in (A5-0396/2003).

    Het woord wordt gevoerd door Bárbara Dührkop Dührkop (rapporteur voor advies van de Commissie BUDG), Juan Ojeda Sanz (rapporteur voor advies van de Commissie CULT), Carlos Coelho, namens de PPE-DE-Fractie, en Véronique De Keyser, namens de PSE-Fractie.

    VOORZITTER: Alonso José PUERTA

    Ondervoorzitter

    Het woord wordt gevoerd door Lone Dybkjær, namens de ELDR-Fractie, Geneviève Fraisse, namens de GUE/NGL-Fractie, Alima Boumediene-Thiery, namens de Verts/ALE-Fractie, José Ribeiro e Castro, namens de UEN-Fractie, Georges Berthu, niet-ingeschrevene, Astrid Lulling, Adeline Hazan, Olle Schmidt, Ilda Figueiredo, Regina Bastos, María Elena Valenciano Martínez-Orozco, Armonia Bordes, Dana Rosemary Scallon, Lissy Gröner, Carlo Fatuzzo, Christa Prets, Eija-Riitta Anneli Korhola, Ruth Hieronymi en Neil Kinnock.

    Het debat wordt gesloten.

    Stemming: punten 9, 11 en 12

    VOORZITTER: Pat COX

    Voorzitter

    3.   Mededeling van de Voorzitter

    De Voorzitter deelt mede dat er vanmorgen diverse aanslagen zijn gepleegd te Istanbul, onder meer op diverse Britse doelen, waaronder het consulaat van het Verenigd Koninkrijk. Hij verklaart dat hij namens het Parlement zijn condoleances heeft overgebracht aan de nabestaanden van de slachtoffers en zijn solidariteit heeft betuigd met de Turkse autoriteiten en de inwoners van Istanbul.

    Het Parlement neemt een minuut stilte in acht.

    *

    * *

    VOORZITTER: Guido PODESTÀ

    Ondervoorzitter

    Het woord wordt gevoerd door John Bowis die de Voorzitter van het Parlement namens de Britse leden dankt voor zijn woorden van sympathie, waarbij hij zich aansluit (De Voorzitter antwoordt dat hij de Voorzitter van het Parlement hiervan in kennis zal stellen).

    4.   Welkomstwoord

    De Voorzitter verwelkomt namens het Parlement een door haar ondervoorzitter Sooronbay Jeenbekov geleide delegatie van het Parlement van de Republiek Kirghizistan, die op de officiële tribune heeft plaatsgenomen.

    STEMMINGEN

    Nadere bijzonderheden betreffende de uitslagen van de stemmingen (amendementen, aparte stemmingen, stemmingen in onderdelen) zijn opgenomen in bijlage 1 bij de notulen.

    Het woord wordt gevoerd door Cristiana Muscardini, die met betrekking tot de gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B5-0479/2003 over de resultaten van de Top EU/Rusland wijst op verschillen tussen diverse taalversies. Zij verzoekt daarom om uitstel van de stemming tot de volgende vergaderperiode (De Voorzitter weigert dat met de opmerking dat de diverse taalversies in overeenstemming zullen worden gebracht met de Engelse tekst, waarvan moet worden uitgegaan).

    5.   Verbetering van de veiligheid op zee (benoeming van de leden van de tijdelijke commissie) (stemming)

    (Gewone meerderheid)

    SAMENSTELLING VAN DE TIJDELIJKE COMMISSIE VOOR DE VERBETERING VAN DE VEILIGHEID OP ZEE

    Door de Conferentie van voorzitters voorgestelde ledenlijst (punt 26 van de notulen van 19 november 2003)

    Goedgekeurd

    6.   Verzoek om raadpleging van het Economische en Sociaal Comité over de sociale dimensie van cultuur (artikel 52 van het Reglement)

    Verzoek om raadpleging van het Economisch en Sociaal Comité — De sociale dimensie van cultuur

    Goedgekeurd.

    7.   Schengen-informatiesysteem (SIS II) (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

    Verslag over de aanbeveling van het Europees Parlement aan de Raad betreffende de tweede generatie van het Schengen-informatiesysteem (SIS II) (2003/2180(INI)) — Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken. Verslageur: (A5-0398/2003)

    (Gewone meerderheid)

    (Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 1)

    ONTWERPAANBEVELING

    Aangenomen bij één enkele stemming (P5_TA(2003)0509)

    8.   Toegang tot de markt voor havendiensten *** III (stemming)

    Verslag over de door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke ontwerptekst van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake toegang tot de markt voor havendiensten (PE-CONS 3670/2003 — C5-0461/2003 — 2001/0047(COD)) — Delegatie van het Europees Parlement in het bemiddelingscomité — Verslageur: — A5-0364/2003

    (Gewone meerderheid)

    (Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 2)

    GEMEENSCHAPPELIJKE ONTWERPTEKST

    Verworpen (P5_TA(2003)0510)

    De procedure is bijgevolg gesloten.

    Opmerkingen in het kader van de stemming:

    legde Renzo Imbeni, voorzitter van de delegatie van het Parlement in het bemiddelingscomité, een verklaring af over de gemeenschappelijke ontwerptekst; de rapporteur dankte hem voor zijn woorden.

    9.   Organisaties op Europees niveau actief op het gebied van de gelijkheid van vrouwen en mannen *** I (stemming)

    Verslag over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van organisaties die op Europees niveau op het gebied van de gelijkheid van vrouwen en mannen actief zijn (COM(2003) 279 — C5-0261/2003 — 2003/0109(COD)) — Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen. Verslageur: (A5-0396/2003)

    (Gewone meerderheid)

    (Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 3)

    VOORSTEL VAN DE COMMISSIE

    Als geamendeerd goedgekeurd (P5_TA(2003)0511)

    ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

    Aangenomen (P5_TA(2003)0511)

    10.   Tijdelijke Missie van de Verenigde Naties voor Kosovo en het Bureau van de Hoge Vertegenwoordiger in Bosnië en Herzegovina * (stemming)

    Verslag over het voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1080/2000 van de Raad van 22 mei 2000 betreffende de ondersteuning van de Tijdelijke Missie van de Verenigde Naties voor Kosovo (MINUK) en het Bureau van de Hoge Vertegenwoordiger in Bosnië en Herzegovina (OHR) (COM(2003) 389 — C5-0325/2003 — 2003/0143(CNS)) — Commissie buitenlandse zaken, mensenrechten, gemeenschappelijke veiligheid en defensiebeleid. Verslageur: (A5-0390/2003)

    (Gewone meerderheid)

    (Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 4)

    VOORSTEL VAN DE COMMISSIE

    Als geamendeerd goedgekeurd (P5_TA(2003)0512)

    ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

    Aangenomen (P5_TA(2003)0512)

    In het kader van de stemming:

    pleitte de rapporteur, vóór de stemming, voor goedkeuring van het Commissievoorstel.

    11.   Wederzijds begrip in de betrekkingen tussen EU/regio's van de niet-geïndustrialiseerde wereld * (stemming)

    Verslag over het voorstel voor een besluit van de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma voor organen die het wederzijds begrip in de betrekkingen tussen de Europese Unie en bepaalde regio's van de niet-geïndustrialiseerde wereld bevorderen (COM(2003) 280 — C5-0350/2003 — 2003/0110(CNS)) — Commissie buitenlandse zaken, mensenrechten, gemeenschappelijke veiligheid en defensiebeleid. Verslageur: (A5-0384/2003)

    (Gewone meerderheid)

    (Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 5)

    VOORSTEL VAN DE COMMISSIE

    Als geamendeerd goedgekeurd (P5_TA(2003)0513)

    ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

    Aangenomen (P5_TA(2003)0513)

    12.   Bevordering actief Europees burgerschap * (stemming)

    Verslag over het voorstel voor een besluit van de Raad tot instelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van actief Europees burgerschap (civic participation) (COM(2003) 276 — C5-0321/2003 — 2003/0116(CNS)) — Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken. Verslageur: (A5-0368/2003)

    (Gewone meerderheid)

    (Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 6)

    VOORSTEL VAN DE COMMISSIE

    Als geamendeerd goedgekeurd (P5_TA(2003)0514)

    ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

    Aangenomen (P5_TA(2003)0514)

    In het kader van de stemming:

    diende Doris Pack, in overleg met de rapporteur, een mondeling amendement in op amendement 37. Dit mondelinge amendement werd niet in aanmerking genomen omdat meer dan 32 leden er bezwaar tegen maakten.

    13.   Persistente organische verontreinigende stoffen * (stemming)

    Verslag over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen (COM(2003) 331 — C5-0315/2003 — 2003/0118(CNS)) — Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid. Verslageur: (A5-0371/2003)

    (Gewone meerderheid)

    (Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 7)

    VOORSTEL VAN DE COMMISSIE

    Als geamendeerd goedgekeurd (P5_TA(2003)0515)

    ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

    Aangenomen (P5_TA(2003)0515)

    In het kader van de stemming:

    voerde de rapporteur het woord vóór de stemming.

    14.   Grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand * (stemming)

    Verslag over het voorstel voor een een besluit van de Raad betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van het Protocol van 1998 inzake persistente organische verontreinigende stoffen bij het Verdrag van 1979 betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand (COM(2003) 332 — C5-0318/2003 — 2003/0117(CNS)) — Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid. Verslageur: (A5-0372/2003)

    (Gewone meerderheid)

    (Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 8)

    VOORSTEL VAN DE COMMISSIE

    Als geamendeerd goedgekeurd (P5_TA(2003)0516)

    ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

    Aangenomen(P5_TA(2003)0516)

    15.   Voortgangsverslag over de werkzaamheden van de Intergouvernementele Conferentie met inbegrip van het hoofdstuk begroting (stemming)

    Ontwerpresolutie B5-0482/2003

    (Gewone meerderheid)

    (Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 9)

    ONTWERPRESOLUTIE

    Aangenomen (P5_TA(2003)0517)

    16.   Euromed (stemming)

    Ontwerpresoluties B5-0471, 0475, 0481, 0484, 0489 en 0511/2003

    (Gewone meerderheid)

    (Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 10)

    ONTWERPRESOLUTIE B5-0471/2003

    Verworpen

    GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE RC-B5-0475/2003

    (ter vervanging van B5-0475, 0481, 0484, 0489 en 0511/2003):

    ingediend door de volgende leden:

    Francesco Fiori en Philippe Morillon, namens de PPE-DE-Fractie,

    Pasqualina Napoletano, namens de PSE-Fractie,

    Joan Vallvé, namens de ELDR-Fractie,

    Hélène Flautre en Monica Frassoni, namens de Verts/ALE-Fractie,

    Luís Queiró en Cristiana Muscardini, namens de UEN-Fractie

    Aangenomen(P5_TA(2003)0518)

    17.   Resultaat van de Top EU/Rusland (stemming)

    Ontwerpresoluties B5-0479, 0483, 0485, 0486, 0487 en 0488/2003

    (Gewone meerderheid)

    (Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 11)

    GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE RC-B5-0479/2003

    (ter vervanging van B5-0479, 0483, 0485, 0486 en 0487/2003):

    ingediend door de volgende leden:

    Ilkka Suominen, Arie M. Oostlander en Bernd Posselt, namens de PPE-DE-Fractie,

    Enrique Barón Crespo, Reino Paasilinna en Giovanni Claudio Fava, namens de PSE-Fractie,

    Daniel Marc Cohn-Bendit, Monica Frassoni, Elisabeth Schroedter en Bart Staes, namens de Verts/ALEFractie,

    Ole Andreasen, Astrid Thors en Paavo Väyrynen, namens de ELDR-Fractie,

    Helmuth Markov, namens de GUE/NGL-Fractie,

    Gerard Collins

    Aangenomen(P5_TA(2003)0519)

    (Ontwerpresolutie B5-0488/2003 komt te vervallen.)

    18.   Betrekkingen met de oostelijke en zuidelijke buurlanden (stemming)

    Verslag over de grotere Europese nabuurschap: een nieuw kader voor de betrekkingen met de oostelijke en zuidelijke buurlanden (COM(2003) 104 — 2003/2018(INI)) — Commissie buitenlandse zaken, mensenrechten, gemeenschappelijke veiligheid en defensiebeleid. Verslageur: (A5-0378/2003)

    (Gewone meerderheid)

    (Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 12)

    ONTWERPRESOLUTIE

    Aangenomen (P5_TA(2003)0520)

    In het kader van de stemming:

    diende de rapporteur een mondeling amendement in op amendement 10 en voerde zij het woord over amendement 17.

    19.   Noordelijke dimensie (stemming)

    Ontwerpresoluties B5-0472, 0473, 0474, 0477 en 0480/2003

    (Gewone meerderheid)

    (Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 13)

    GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE RC-B5-0472/2003

    (ter vervanging van B5-0472, 0473, 0474, 0477 en 0480/2003):

    ingediend door de volgende leden:

    Ilkka Suominen en Arie M. Oostlander, namens de PPE-DE-Fractie,

    Reino Paasilinna, Riitta Myller en Ulpu Iivari, namens de PSE-Fractie,

    Paavo Väyrynen, namens de ELDR-Fractie,

    Matti Wuori, Bart Staes, namens de Verts/ALE-Fractie,

    Mogens N.J. Camre, namens de UEN-Fractie,

    Esko Olavi Seppänen, Pernille Frahm, Marianne Eriksson en André Brie, namens de GUE/NGL-Fractie

    Aangenomen(P5_TA(2003)0521)

    20.   Europees defensiematerieel (stemming)

    Tweede verslag over de mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio's over Europese defensie — Industriële en marktvraagstukken — Naar een EU-beleid voor defensiematerieel (COM(2003) 113 — 2003/2096(INI)) — Commissie buitenlandse zaken, mensenrechten, gemeenschappelijke veiligheid en defensiebeleid. Verslageur: Luís Queiró (A5-0370/2003).

    (Gewone meerderheid)

    (Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 14)

    ONTWERPRESOLUTIE

    Aangenomen (P5_TA(2003)0522)

    In het kader van de stemming:

    diende Johannes (Hannes) Swoboda een mondeling amendement in op amendement 2 en voerde de rapporteur het woord over dit mondeling amendement, dat niet in aanmerking werd genomen omdat meer dan 32 leden daar bezwaar tegen maakten.

    21.   Stabilisatie- en associatieproces voor Zuidoost-Europa (stemming)

    Verslag over het stabilisatie- en associatieproces voor Zuidoost-Europa: Tweede jaarverslag (COM(2003) 139 — 2003/2094(INI)) — Commissie buitenlandse zaken, mensenrechten, gemeenschappelijke veiligheid en defensiebeleid. Verslageur: (A5-0397/2003)

    (Gewone meerderheid)

    (Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 15)

    ONTWERPRESOLUTIE

    Aangenomen (P5_TA(2003)0523)

    22.   Stemverklaringen

    Schriftelijke stemverklaringen:

    De schriftelijke stemverklaringen in de zin van artikel 137, lid 3 van het Reglement zijn opgenomen in het volledig verslag van deze vergadering.

    Mondelinge stemverklaringen:

    Verslag Rühle — A5-0368/2003

    Ward Beysen

    Verslag Queiró — A5-0370/2003

    Patricia McKenna

    Verslag Kratsa-Tsagaropoulou — A5-0396/2003

    Rodi Kratsa-Tsagaropoulou

    Resolutie B5-0482/2003

    Richard Corbett

    23.   Rectificaties stemgedrag

    De volgende leden hebben hun stemgedrag als volgt gerectificeerd:

    Verslag Coelho — A5-0398/2003

    vóór: Ursula Stenzel

    tegen: Georges Berthu

    Verslag Jarzembowski — A5-0364/2003

    vóór: Jean-Louis Bourlanges, José Ribeiro e Castro, Seán Ó Neachtain, James (Jim) Fitzsimons, Elmar Brok, Diemut R. Theato, Bashir Khanbhai, Liam Hyland, Neil Parish

    tegen: Phillip Whitehead

    onthouding: Renate Sommer

    Verslag Kratsa-Tsagaropoulou — A5-0396/2003

    gewijzigd voorstel

    vóór: Gérard Onesta

    Verslag Rühle — A5-0368/2003

    wetgevingsresolutie

    vóór: José Ribeiro e Castro, Seán Ó Neachtain, Liam Hyland, James (Jim) Fitzsimons

    Grondwet voor Europa B5-0482/2003

    amendement 1

    vóór: Georges Berthu, Isabelle Caullery

    tegen: Renzo Imbeni

    resolutie (geheel)

    tegen: Georges Berthu

    Euromed RC-B5-0475/2003

    amendement 4 + 5

    vóór: Nelly Maes

    resolutie (geheel)

    vóór: Nelly Maes

    Top EU/Rusland RC-B5-0479/2003

    amendement 1

    vóór: Othmar Karas, Paul Rübig, de Oostenrijkse leden van de PPE-DE-Fractie, Dana Rosemary Scallon

    Verslag Queiró — A5-0370/2003

    amendement 3

    tegen: Othmar Karas

    onthouding: Hans-Peter Martin

    paragraaf 12

    vóór: Othmar Karas, Arlene McCarthy,

    onthouding: Hans-Peter Martin

    overweging G

    tegen: Harald Ettl

    Arlette Laguiller, Armonia Bordes en Chantal Cauquil waren weliswaar aanwezig maar hebben niet deelgenomen aan de stemming over amendement 1 en de resolutie (geheel) van resolutie B5-0482/2003 over de grondwet voor Europa.

    EINDE VAN DE STEMMINGEN

    (De vergadering wordt om 13.15 uur onderbroken en om 15.00 uur hervat.)

    24.   Goedkeuring van de notulen van de vorige vergadering

    De notulen van de vorige vergadering worden goedgekeurd.

    25.   De huidige situatie rond de Europese netwerken en Infopoints (Mondelinge vraag met debat)

    Mondelinge vraag van Michel Rocard, namens de Commissie CULT aan de Commissie: De huidige situatie rond de Europese netwerken en Infopoints

    Christa Prets (ter vervanging van de auteur) licht de mondelinge vraag toe.

    Neil Kinnock (vice-voorzitter van de Commissie) beantwoordt de vraag

    Het woord wordt gevoerd door Juan José Bayona de Perogordo, namens de PPE-DE-Fractie, Olga Zrihen, namens de PSE-Fractie, Anne André-Léonard, namens de ELDR-Fractie, Jan Dhaene, namens de Verts/ALEFractie, Roy Perry, Catherine Guy-Quint, Michl Ebner, Reino Paasilinna, Giacomo Santini, Eija-Riitta Anneli Korhola en Neil Kinnock.

    Het debat wordt gesloten.

    DEBAT OVER GEVALLEN VAN SCHENDING VAN DE MENSENRECHTEN, DE DEMOCRATIE EN DE RECHTSSTAAT

    (Zie punt 3 van de notulen van 18 november 2003 voor de titels en indieners van de ontwerpresoluties).

    26.   Sri Lanka (debat)

    Aan de orde is de gecombineerde behandeling van zes ontwerpresoluties (B5-0490, 0492, 0495, 0498, 0505 en 0510/2003).

    John Walls Cushnahan, Anne André-Léonard, Didier Rod en Erik Meijer lichten de ontwerpresoluties toe.

    Het woord wordt gevoerd door Thomas Mann, namens de PPE-DE-Fractie, Véronique De Keyser, namens de PSE-Fractie, en Neil Kinnock (vice-voorzitter van de Commissie).

    Het debat wordt gesloten.

    Stemming: punt 30.

    27.   Atjeh (debat)

    Aan de orde is de gecombineerde behandeling van zes ontwerpresoluties (B5-0491, 0496, 0497, 0501, 0507 en 0508/2003).

    Linda McAvan, Ulla Margrethe Sandbæk, Anne André-Léonard, John Bowis, Didier Rod en Erik Meijer presenteren de ontwerpresoluties.

    Het woord wordt gevoerd door Neil Kinnock (vice-voorzitter van de Commissie).

    Het debat wordt gesloten.

    Stemming: punt 31.

    28.   Vietnam: godsdiensvrijheid (debat)

    Aan de orde is de gecombineerde behandeling van zeven ontwerpresoluties (B5-0493, 0494, 0499, 0502, 0503, 0506 en 0509/2003).

    Bastiaan Belder licht ontwerpresolutie B5-0494/2003 toe.

    VOORZITTER: Ingo FRIEDRICH

    Ondervoorzitter

    Anne André-Léonard en Thomas Mann lichten eveneens ontwerpresoluties toe.

    Het woord wordt gevoerd door Eija-Riitta Anneli Korhola, namens de PPE-DE-Fractie, Paulo Casaca, namens de PSE-Fractie, Olivier Dupuis, niet-ingeschrevene, Bernd Posselt, Neil Kinnock (vice-voorzitter van de Commissie), Olivier Dupuis over de woorden van deze laatste en nogmaals Neil Kinnock.

    Het debat wordt gesloten.

    Stemming: punt 32.

    EINDE VAN HET DEBAT OVER SCHENDINGEN VAN DE MENSENRECHTEN, DE DEMOCRATIE EN DE RECHTSSTAAT

    29.   Agenda

    Naar aanleiding van de vergadering van de Conferentie van voorzitters van vandaag stelt de Voorzitter de volgende wijzigingen voor in de agenda van de volgende vergaderperiode van 3 en 4 december te Brussel:

    woensdag 3 december

    1.

    De verklaringen van Raad en Commissie over

    de voorbereiding van de Europese Raad, met inbegrip van de Sociale Top, en

    het voortgangsverslag over de werkzaamheden van de IGC

    zullen gecombineerd worden behandeld.

    De volgende indieningstermijnen worden vastgesteld:

    Europese Raad en Sociale Top:

    ontwerpresoluties: donderdag 27 november, 12.00 uur

    amendementen en gezamenlijke ontwerpresoluties: woensdag 3 december, 12.00 uur

    IGC:

    ontwerpresoluties: maandag 1 december, 18.00 uur

    amendementen en gezamenlijke ontwerpresoluties: woensdag 3 december, 12.00 uur

    2.

    Voor de verklaringen van Raad en Commissie over de rol van de Unie bij de conflictpreventie in Afrika worden de volgende indieningstermijnen vastgesteld:

    ontwerpresoluties: donderdag 27 november, 12.00 uur

    amendementen en gezamenlijke ontwerpresoluties: maandag 1 december, 12.00 uur.

    3.

    Voor het verslag (A5-0401/2003) over tripartiete doelstellingencontracten en -overeenkomsten wordt de termijn voor de indiening van amendementen vastgesteld op donderdag 27 november, 12.00 uur.

    4.

    De volgende verslagen worden toegevoegd aan de agenda voor woensdag:

    * het verslag Christa Randzio-Plath (Commissie ECON) over verlaagde BTW-tarieven, waarvoor de termijn voor de indiening van amendementen wordt vastgesteld op maandag 1 december, 12.00 uur

    2 verslagen Göran Färm (Commissie BUDG) over de gewijzigde begrotingen nr. 7 en 8/2003 betreffende respectievelijk de Structuurfondsen (procedure lopende) en anderzijds de toewijziing van begrotingskredieten (Frontloading).

    De indieningstermijnen worden als volgt vastgesteld:

    amendementen op de gewijzigde begrotingen: woensdag 24 november, 12.00 uur

    amendementen op de ontwerpresoluties vervat in de twee verslagen Göran Färm: dinsdag 2 december, 12.00 uur.

    donderdag 4 december

    De volgende verslagen worden toegevoegd aan de stemmingen

    Overeenkomstig artikel 158, lid 1:

    * Luis Berenguer Fuster (A5-0403/2003) over een overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking EG/Koninkrijk Marokko

    * Luis Berenguer Fuster (A5-0404/2003) over een overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking EG/Republiek Tunesië

    Overeenkomstig artikel 158, lid 2:

    *** I Luis Berenguer Fuster (A5-0395/2003) over de financiële en technische samenwerking met de bezette gebieden

    Overeenkomstig artikel 110 bis:

    *** I Giacomo Santini (A5-0405/2003) over asiel en migratie (programma voor technische en financiële samenwerking ten behoeve van derde landen), waarvoor de termijn voor de indiening van amendementen wordt vastgesteld op donderdag 27 november om 12.00 uur.

    Het Parlement hecht zijn goedkeuring aan deze wijzigingen.

    STEMMINGEN

    Nadere bijzonderheden betreffende de uitslagen van de stemmingen (amendementen, aparte stemmingen, stemmingen in onderdelen) zijn opgenomen in bijlage 1 bij de notulen.

    30.   Sri Lanka (stemming)

    Ontwerpresoluties B5-0490, 0492, 0495, 0498, 0505 en 0510/2003

    (Gewone meerderheid)

    (Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 16)

    GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE RC-B5-0490/2003

    (ter vervanging van B5-0490, 0492, 0495, 0498, 0505 en 0510/2003):

    ingediend door de volgende leden:

    John Walls Cushnahan, Geoffrey Van Orden, Thomas Mann, Philip Charles Bradbourn en Bernd Posselt, namens de PPE-DE-Fractie,

    Margrietus J. van den Berg en Maria Carrilho, namens de PSE-Fractie,

    Ole Andreasen, namens de ELDR-Fractie,

    Didier Rod, Reinhold Messner en Jean Lambert, namens de Verts/ALE-Fractie,

    Luigi Vinci, namens de GUE/NGL-Fractie,

    Gerard Collins, namens de UEN-Fractie

    Aangenomen (P5_TA(2003)0524)

    In het kader van de stemming:

    stelde John Walls Cushnahan een mondeling amendement voor op paragraaf 1; dit amendement werd in aanmerking genomen.

    31.   Atjeh (stemming)

    Ontwerpresoluties B5-0491, 0496, 0497, 0501, 0507 en 0508/2003

    (Gewone meerderheid)

    (Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 17)

    GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE RC-B5-0491/2003

    (ter vervanging van B5-0491, 0496, 0497, 0501, 0507 en 0508/2003):

    ingediend door de volgende leden:

    John Bowis en Charles Tannock, namens de PPE-DE-Fractie,

    Margrietus J. van den Berg en Linda McAvan, namens de PSE-Fractie,

    Ole Andreasen, namens de ELDR-Fractie,

    Didier Rod, Matti Wuori, Nelly Maes en Patricia McKenna, namens de Verts/ALE-Fractie,

    Giuseppe Di Lello Finuoli, namens de GUE/NGL-Fractie,

    Ulla Margrethe Sandbæk, namens de EDD-Fractie

    Aangenomen (P5_TA(2003)0525)

    32.   Vietnam: Godsdienstvrijheid (stemming)

    Ontwerpresoluties B5-0493, 0494, 0499, 0502, 0503, 0506 en 0509/2003

    (Gewone meerderheid)

    (Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 18)

    ONTWERPRESOLUTIE GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE RC-B5-0493/2003

    (ter vervanging van B5-0493, 0494, 0499, 0502, 0503, 0506 en 0509/2003):

    ingediend door de volgende leden:

    Hartmut Nassauer, Bernd Posselt en Thomas Mann, namens de PPE-DE-Fractie,

    Margrietus J. van den Berg, namens de PSE-Fractie,

    Anne André-Léonard, namens de ELDR-Fractie,

    Patricia McKenna, namens de Verts/ALE-Fractie,

    Luisa Morgantini, namens de GUE/NGL-Fractie,

    Cristiana Muscardini en Roberta Angelilli, namens de UEN-Fractie,

    Bastiaan Belder, namens de EDD-Fractie,

    Emma Bonino, Marco Cappato, Gianfranco Dell'Alba, Benedetto Della Vedova, Olivier Dupuis, Marco Pannella en Maurizio Turco

    Aangenomen (P5_TA(2003)0526)

    Opmerkingen in het kader van de stemming: het woord werd gevoerd door Ioannis Patakis die verklaarde tegen te hebben gestemd.

    STEMMINGEN

    33.   Ingekomen stukken

    De volgende stukken zijn ontvangen:

    Raad en Commissie:

    Voorstel tot kredietoverschrijving A.II.1/2003 van het ene hoofdstuk naar het andere binnen afdeling III — Commissie — Deel A — van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003 (SEC(2003) 322 — C5-0545/2003 — 2003/2220(GBD))

    verwezen naar:

    ten principale: BUDG

    rechtsgrondslag:

    Art. 274 EGV

    Voorstel tot kredietoverschrijving 39/2003 van het ene hoofdstuk naar het andere binnen afdeling III — Commissie — Deel B — van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003 (SEC(2003) 323 — C5-0546/2003 — 2003/2219(GBD))

    verwezen naar:

    ten principale: BUDG

    rechtsgrondslag:

    art. 274 EGV

    Voorstel voor een verordening van de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2792/1999 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen en voorwaarden voor de structurele acties van de Gemeenschap in de visserijsector (COM(2003) 658 — C5-0547/2003 — 2003/0261(CNS))

    verwezen naar:

    ten principale: PECH

     

    advies: BUDG

    rechtsgrondslag:

    art. 36 EGV, art. 37 EGV

    Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Besluit 1419/1999/EG tot vaststelling van een communautaire actie voor het evenement „Culturele Hoofdstad van Europa” voor het tijdvak 2005 tot 2019 (COM(2003) 700 — C5-0548/2003 — 2003/0274(COD))

    verwezen naar:

    ten principale: CULT

    rechtsgrondslag:

    art. 151, lid 5 EGV

    Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake materialen en voorwerpen bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen (COM(2003) 689 — C5-0549/2003 — 2003/0272(COD))

    verwezen naar:

    ten principale: ENVI

     

    advies: JURI, ITRE, AGRI

    rechtsgrondslag:

    art. 95 EGV

    Voorstel tot kredietoverschrijving 42/2003 van het ene hoofdstuk naar het andere binnen afdeling III — Commissie — Deel B — van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003 (SEC(2003) 324 — C5-0552/2003 — 2003/2223(GBD))

    verwezen naar:

    ten principale: BUDG

    rechtsgrondslag:

    art. 274 EGV

    Voorstel tot kredietoverschrijving 43/2003 van het ene hoofdstuk naar het andere binnen afdeling III — Commissie — Deel B — van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003 (SEC(2003) 337 — C5-0553/2003 — 2003/2224(GBD))

    verwezen naar:

    ten principale: BUDG

    rechtsgrondslag:

    art. 274 EGV

    Advies van de Raad over het voorstel tot kredietoverschrijving 31/2003 van het ene hoofdstuk naar het andere binnen afdeling III — Commissie — Deel A — van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003 (C5-0554/2003 — C5-0554/2003 — 2003/2192(GBD))

    verwezen naar:

    ten principale: BUDG

    rechtsgrondslag:

    art. 274 EGV

    Advies van de Raad over het voorstel tot kredietoverschrijving 32/2003 van het ene hoofdstuk naar het andere binnen afdeling III — Commissie — Deel B — van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003 (C5-0555/2003 — C5-0555/2003 — 2003/2193(GBD))

    verwezen naar:

    ten principale: BUDG

    rechtsgrondslag:

    art. 274 EGV

    Advies van de Raad over het voorstel tot kredietoverschrijving 33/2003 van het ene hoofdstuk naar het andere binnen afdeling III — Commissie — Deel B — van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003 (C5-0556/2003 — C5-0556/2003 — 2003/2194(GBD))

    verwezen naar:

    ten principale: BUDG

    rechtsgrondslag:

    art. 274 EGV

    Voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende de verblijfstitel met een korte geldigheidsduur die wordt afgegeven aan de slachtoffers van hulp bij illegale immigratie of mensenhandel die met de bevoegde autoriteiten samenwerken (14432/2003 — C5-0557/2003 — 2002/0043(CNS))

    verwezen naar:

    ten principale: LIBE

     

    advies: JURI, FEMM

    rechtsgrondslag:

    art. 63 al. 1 EGV

    34.   Onderzoek geloofsbrieven

    Op voorstel van de Commissie JURI bekrachtigt het Parlement de mandaten van de leden María Luisa Bergaz Conesa, Giorgio Calò, Raquel Cardoso, Juan Manuel Ferrández Lezaun en Ian Twinn.

    35.   Samenstelling commissies en delegaties

    Op verzoek van de PPE-DE- en de PSE-Fractie bekrachtigt het Parlement de volgende benoemingen:

    Commissie CONT: Eluned Morgan ter vervanging van Arlene McCarthy

    Commissie LIBE: Ian Twinn

    36.   Machtiging tot het opstellen van initiatiefverslagen — Samenwerking tussen commissies

    Opstelling van initiatiefverslagen overeenkomstig artikel 49 van het Reglement

    Commissie AFET

    EU-beleid inzake de zuidelijke Kaukasus (B5-0429/2003 — 2003/2225 (INI))

    Betrekkingen tussen de Europese Unie en Rusland (B5-0438/2003 — 2003/2230(INI))

    Recht van de gedetineerden in Guantánamo Bay op een eerlijk proces (B5-0426/2003 — 2003/2229(INI))

    Samenwerking tussen de commissies

    Artikel 162 bis van het Reglement wordt toegepast op het volgende verslag:

    Van de Commissie ENVI:

    Verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen (wijziging Richtlijn 2000/13/EG) (wijziging Richtlijn 2000/13/CE) (COM(2003) 424 — C5-0329/2003 — 2003/0165(COD))

    Procedure van artikel 162 bis tussen ENVI en JURI

    (Ingevolge het besluit van de Conferentie van voorzitters van 13 november 2003)

    Besluit tot het opstellen van een verslag, overeenkomstig artikel 181 van het Reglement

    Commissie AFCO:

    Statuut en financiering van de Europese politieke partijen (wijziging van het Reglement van het Europees Parlement)(Ingevolge het besluit van de Conferentie van voorzitters van 23 oktober 2003) (2003/2205(REG))

    37.   In het register ingeschreven schriftelijke verklaringen (artikel 51 van het Reglement)

    Aantal handtekeningen onder de in het register ingeschreven verklaringen (artikel 51, lid 3 van het Reglement):

    Nr. Document

    Auteur

    Handtekeningen

    16/2003

    Othmar Karas

    58

    17/2003

    Struan Stevenson, Bob van den Bos, Nelly Maes, Mihail Papayannakis en Phillip Whitehead

    213

    18/2003

    André Brie, Willi Görlach, Joost Lagendijk en Philippe Morillon

    42

    19/2003

    Marie Anne Isler Béguin en Alexander de Roo

    34

    20/2003

    Philip Claeys en Koenraad Dillen

    12

    21/2003

    María Sornosa Martínez

    26

    22/2003

    Jean-Claude Martinez, Carl Lang, Bruno Gollnisch en Marie-France Stirbois

    6

    23/2003

    Mark Francis Watts, Catherine Stihler en Phillip Whitehead

    60

    24/2003

    Cristiana Muscardini

    45

    25/2003

    Marie Anne Isler Béguin, Inger Schörling, Paul A.A.J.G. Lannoye, Gérard Onesta en Yves Piétrasanta

    15

    26/2003

    Caroline Lucas, Ulla Margrethe Sandbæk en Pernille Frahm

    20

    27/2003

    Marco Cappato en Daniel Marc Cohn-Bendit

    36

    28/2003

    Sebastiano (Nello) Musumeci, Cristiana Muscardini, Mauro Nobilia en Adriana Poli Bortone

    10

    38.   Verzending van de tijdens deze vergadering aangenomen teksten

    Overeenkomstig artikel 148, lid 2 van het Reglement zullen de notulen van de huidige vergadering aan het begin van de volgende vergadering aan het Parlement ter goedkeuring worden voorgelegd.

    Met instemming van het Parlement zullen de aangenomen teksten reeds thans worden toegezonden aan degenen voor wie zij bestemd zijn.

    39.   Rooster van de volgende vergaderingen

    De volgende vergaderingen vinden plaats op 3 en 4 december 2003.

    40.   Onderbreking van de zitting

    De zitting van het Europees Parlement wordt onderbroken.

    De vergadering wordt om 17.20 uur gesloten.

    Julian Priestley

    Secretaris-generaal

    David W. Martin

    Ondervoorzitter


    PRESENTIELIJST

    Ondertekend door:

    Aaltonen, Abitbol, Adam, Nuala Ahern, Ainardi, Almeida Garrett, Alyssandrakis, Andersen, Andersson, Andreasen, André-Léonard, Andria, Aparicio Sánchez, Arvidsson, Atkins, Attwooll, Auroi, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Bakopoulos, Balfe, Baltas, Banotti, Barón Crespo, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Belder, Berend, Berenguer Fuster, van den Berg, Bergaz Conesa, Berger, Berlato, Bernié, Berthu, Beysen, Blokland, Böge, Bösch, von Boetticher, Bonde, Bordes, Borghezio, Boudjenah, Boumediene-Thiery, Bourlanges, Bouwman, Bowe, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Breyer, Brok, Buitenweg, Bullmann, Bushill-Matthews, Busk, Butel, Callanan, Calò, Camisón Asensio, Campos, Camre, Cappato, Cardoso, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Caudron, Caullery, Cauquil, Cederschiöld, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Chichester, Claeys, Cocilovo, Coelho, Cohn-Bendit, Collins, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Cornillet, Corrie, Cox, Crowley, Cushnahan, van Dam, Dary, Daul, Davies, De Clercq, Dehousse, De Keyser, Dell'Alba, De Mita, Deprez, De Rossa, De Sarnez, Descamps, Désir, Deva, De Veyrac, Dhaene, Díez González, Di Lello Finuoli, Dillen, Dimitrakopoulos, Di Pietro, Doorn, Dover, Doyle, Dührkop Dührkop, Duff, Duhamel, Duin, Dupuis, Dybkjær, Ebner, El Khadraoui, Elles, Esclopé, Ettl, Färm, Farage, Fava, Ferber, Fernández Martín, Ferrández Lezaun, Ferreira, Figueiredo, Fiori, Fitzsimons, Flautre, Flemming, Flesch, Florenz, Folias, Ford, Formentini, Foster, Fourtou, Frahm, Fraisse, Frassoni, Friedrich, Fruteau, Gahler, Gahrton, Garaud, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garot, Garriga Polledo, Gasòliba i Böhm, de Gaulle, Gebhardt, Gemelli, Ghilardotti, Gill, Gillig, Gil-Robles Gil-Delgado, Glante, Glase, Gobbo, Goepel, Görlach, Gollnisch, Gomolka, Goodwill, Gorostiaga Atxalandabaso, Gouveia, Graça Moura, Gröner, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Guy-Quint, Hänsch, Hager, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Haug, Hazan, Heaton-Harris, Hedkvist Petersen, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herzog, Hieronymi, Honeyball, Hortefeux, Howitt, Hudghton, Hughes, Huhne, van Hulten, Hyland, Iivari, Ilgenfritz, Imbeni, Inglewood, Isler Béguin, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jarzembowski, Jeggle, Jöns, Jonckheer, Jové Peres, Junker, Karas, Karlsson, Kastler, Katiforis, Kaufmann, Keppelhoff-Wiechert, Keßler, Khanbhai, Kindermann, Glenys Kinnock, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Koukiadis, Koulourianos, Krarup, Kratsa-Tsagaropoulou, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kronberger, Kuhne, Lage, Lagendijk, Laguiller, Lalumière, Lamassoure, Lang, Lange, Langen, Langenhagen, Lannoye, de La Perriere, Laschet, Lechner, Lehne, Leinen, Liese, Linkohr, Lipietz, Lisi, Lulling, Lund, Lynne, Maat, Maaten, McAvan, McCarthy, McCartin, MacCormick, McKenna, McMillan-Scott, McNally, Maes, Malliori, Manders, Manisco, Erika Mann, Thomas Mann, Marinho, Markov, Marset Campos, David W. Martin, Hans-Peter Martin, Hugues Martin, Martinez, Martínez Martínez, Mastorakis, Mathieu, Matikainen-Kallström, Mauro, Hans-Peter Mayer, Xaver Mayer, Medina Ortega, Meijer, Menéndez del Valle, Mennitti, Menrad, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Modrow, Mombaur, Monsonís Domingo, Montfort, Moraes, Morgantini, Morillon, Müller, Mulder, Murphy, Muscardini, Myller, Naïr, Napoletano, Napolitano, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Nicholson of Winterbourne, Niebler, Nisticò, Nobilia, Nordmann, Ojeda Sanz, Ó Neachtain, Onesta, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Ortuondo Larrea, O'Toole, Paasilinna, Pannella, Parish, Pasqua, Pastorelli, Patakis, Patrie, Pérez Álvarez, Pérez Royo, Perry, Pesälä, Piecyk, Piétrasanta, Pirker, Pittella, Plooij-van Gorsel, Poettering, Pohjamo, Poignant, Pomés Ruiz, Poos, Posselt, Prets, Pronk, Provan, Puerta, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Randzio-Plath, Rapkay, Raschhofer, Raymond, Read, Ribeiro e Castro, Ries, Riis-Jørgensen, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rocard, Rod, Rodríguez Ramos, de Roo, Roth-Behrendt, Rothe, Roure, Rübig, Rühle, Ruffolo, Sacconi, Sacrédeus, Saint-Josse, Sakellariou, Salafranca Sánchez-Neyra, Sandbæk, Santini, dos Santos, Sartori, Sauquillo Pérez del Arco, Scallon, Scarbonchi, Schaffner, Scheele, Schierhuber, Schleicher, Gerhard Schmid, Olle Schmidt, Schmitt, Schörling, Ilka Schröder, Jürgen Schröder, Schroedter, Schulz, Schwaiger, Seppänen, Sjöstedt, Skinner, Smet, Soares, Sörensen, Sommer, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Staes, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Sterckx, Stevenson, Stihler, Stockmann, Stockton, Sudre, Sumberg, Suominen, Swiebel, Swoboda, Sørensen, Tajani, Tannock, Theato, Theorin, Thomas-Mauro, Thorning-Schmidt, Thyssen, Titley, Trakatellis, Trentin, Turchi, Turmes, Twinn, Vachetta, Väyrynen, Vairinhos, Valdivielso de Cué, Valenciano Martínez-Orozco, Vallvé, Van Lancker, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Virrankoski, Vlasto, Voggenhuber, Volcic, Wachtmeister, Wallis, Walter, Watson, Watts, Weiler, Wenzel-Perillo, Whitehead, Wiersma, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Wuori, Wurtz, Wyn, Wynn, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimeray, Zimmerling, Zissener, Zorba, Zrihen.

    Observateurs

    Bagó Zoltán, Bastys Mindaugas, Chronowski Andrzej, Ciemniak Grażyna, Cilevičs Boriss, Demetriou Panayiotis, Fazakas Szabolcs, Filipek Krzysztof, Gałażewski Andrzej, Gawłowski Andrzej, Giertych Maciej, Grabowska Genowefa, Gruber Attila, Grzebisz-Nowicka Zofia, Gyürk András, Heriban Jozef, Holáň Vilém, Jaskiernia Jerzy, Kelemen András, Kiršteins Aleksandrs, Klukowski Wacław, Kolář Robert, Kowalska Bronisława, Kriščiūnas Kęstutis, Kroupa Daniel, Kuzmickas Kęstutis, Kvietkauskas Vytautas, Landsbergis Vytautas, Lepper Andrzej, Libicki Marcin, Lisak Janusz, Lydeka Arminas, Łyżwiński Stanisław, Maldeikis Eugenijus, Mallotová Helena, Manninger Jenő, Matsakis Marios, Mavrou Eleni, Őry Csaba, Palečková Alena, Pasternak Agnieszka, Pęczak Andrzej, Pieniążek Jerzy, Plokšto Artur, Podgórski Bogdan, Protasiewicz Jacek, Pusz Sylwia, Surján László, Szczygło Aleksander, Szent-Iványi István, Tabajdi Csaba, Tomaka Jan, Tomczak Witold, Vaculík Josef, Valys Antanas, Vareikis Egidijus, Vastagh Pál, Vella George, Vėsaitė Birutė, Widuch Marek, Wikiński Marek, Wiśniowska Genowefa, Wittbrodt Edmund, Záborská Anna, Żenkiewicz Marian.


    BIJLAGE 1

    STEMMINGSUITSLAGEN

    Afkortingen en tekens

    +

    aangenomen

    verworpen

    vervallen

    Ing.

    ingetrokken

    HS (..., ..., ...)

    hoofdelijke stemming (aantal stemmen vóór, aantal stemmen tegen, onthoudingen)

    ES (..., ..., ...)

    elektronische stemming (aantal stemmen vóór, aantal stemmen tegen, onthoudingen)

    so

    stemming in onderdelen

    as

    aparte stemming

    am

    amendement

    CA

    compromisamendement

    DD

    desbetreffend deel

    S

    amendement tot schrapping

    =

    gelijkluidende amendementen

    §

    paragraaf/lid

    art.

    artikel

    overw

    overweging

    OR

    ontwerpresolutie

    GOR

    gezamenlijke ontwerpresolutie

    Geh. S

    geheime stemming

    1.   Schengen-informatiesysteem (SIS II)

    Verslag: COELHO (A5-0398/2003)

    Betreft

    HS, enz.

    Stemming

    HS/ES — opmerkingen

    één enkele stemming

    HS

    +

    354, 56, 28

    Verzoeken om hoofdelijke stemming

    PPE-DE: eindstemming

    2.   Toegang tot de markt voor havendiensten *** III

    Verslag: JARZEMBOWSKI (A5-0364/2003)

    Betreft

    Am. nr.

    van

    HS, enz.

    Stemming

    HS/ES — opmerkingen

    Stemming: gemeenschappelijke ontwerptekst

    HS

    209, 229, 16

    Verzoeken om hoofdelijke stemming

    PSE, VertsALE, GUE/NGL, EDD: eindstemming

    3.   Organisaties op Europees niveau actief op het gebied van de gelijkheid van vrouwen en mannen *** I

    Verslag: KRATSA-TSAGAROPOULOU (A5-0396/2003)

    Betreft

    Am. nr.

    van

    HS, enz.

    Stemming

    HS/ES — opmerkingen

    exploitatiesubsidie

    22

    PPE-DE

    as

    +

     

    24

    PPE-DE

    as

    -

     

    26

    PPE-DE

    as

    -

     

    29

    PPE-DE

    as

    -

     

    37

    PPE-DE

    as

    -

     

    38

    PPE-DE

    as

    -

     

    39

    PPE-DE

    as

    -

     

    1

    commissie

    as

     

    5

    commissie

    ES

    +

    235, 201, 9

    Europese Vrouwenlobby — overheveling naar bijlage bij het Besluit

    23

    PPE-DE

    as

    -

     

    25

    PPE-DE

    as

    -

     

    28

    PPE-DE

    as

    -

     

    30

    PPE-DE

    as

    -

     

    31

    PPE-DE

    as

    -

     

    2

    commissie

    as

    +

     

    4

    commissie

    as

    +

     

    6

    commissie

    HS

    +

    264, 178, 18

    7

    commissie

    HS

    +

    239, 205, 14

    activiteiten van de organisaties

    32

    PPE-DE

    as

    -

     

    33

    PPE-DE

    as

    -

     

    34

    PPE-DE

    as

    -

     

    35

    PPE-DE

    as

    -

     

    17

    commissie

    as

    +

     

    18

    commissie

    as

    +

     

    duur programma en begrotingstoewijzing

    8

    commissie

    as

    +

     

    9

    commissie

    ES

    +

    237, 213, 4

    10

    commissie

    as

    +

     

    11

    commissie

    as

    +

     

     

    19

    commissie

    ES

    +

    239, 200, 7

    rest

    3

    commissie

    as

    +

     

    12

    commissie

    as

    +

     

    13

    commissie

    as

    +

     

    14

    commissie

    as

    +

     

    16

    commissie

    as

    +

     

    20

    commissie

    as

    +

     

    21

    PPE-DE

    as

    -

     

    27

    PPE-DE

    ES

    +

    253, 176, 25

    36

    PPE-DE

    as

     

    Stemming: gewijzigd voorstel

    HS

    +

    243, 79, 139

    Stemming: wetgevingsresolutie

     

    +

     

    Amendement 15 betreft niet alle taalversies en is bijgevolg niet in stemming gebracht (zie artikel 140, lid 1, alinea d) van het Reglement)

    blok 1 = am 22, 24, 26, 29, 37, 38 en 39

    blok 2 = am 23, 25, 28, 30 en 31

    blok 3 = am 32, 33, 34 en 35

    blok 4 = am 8, 9, 10 en 11

    Verzoeken om hoofdelijke stemming

    PPE-DE: am 6, 7 en gewijzigd voorstel

    Verzoeken om aparte stemming

    PSE: alle amendementen

    Verts/ALE: am 7, 23, 25, 28, 30, 31

    4.   Tijdelijke Missie van de Verenigde Naties voor Kosovo en het Bureau van de Hoge Vertegenwoordiger in Bosnië en Herzegovina *

    Verslag: SWOBODA (A5-0390/2003)

    Betreft

    Am. nr.

    van

    HS, enz.

    Stemming

    HS/ES — opmerkingen

    amendement van de bevoegde commissie

    1

    commissie

     

    +

     

    na art 1

    4 =

    6 =

    commissie

    PSE

     

    +

     

    2

    commissie

     

    Ing.

     

    5 =

    7 =

    commissie

    PSE

     

    +

     

    3

    commissie

     

    Ing.

     

    Stemming: gewijzigd voorstel

     

    +

     

    Stemming: wetgevingsresolutie

     

    +

     

    5.   Wederzijds begrip in de betrekkingen tussen EU/regio's van de niet-geïndustrialiseerde wereld *

    Verslag: SACRÉDEUS (A5-0384/2003)

    Betreft

    Am. nr.

    van

    HS, enz.

    Stemming

    HS/ES — opmerkingen

    amendementen van de bevoegde commissie — stemming en bloc

    1-8

    10-13

    15

    commissie

     

    +

     

    art 4, na § 1

    16

    PPE-DE

     

    +

     

    9

    commissie

     

     

    art 4, § 2

    17

    PPE-DE

     

    +

     

    art 8

    18 S

    PPE-DE

     

    Ing.

     

    14

    commissie

     

    +

     

    bijlage, punt 3

    19

    PPE-DE

     

    +

     

    Stemming: gewijzigd voorstel

     

    +

     

    Stemming: wetgevingsresolutie

     

    +

     

    6.   Bevordering actief Europees burgerschap *

    Verslag: RÜHLE (A5-0368/2003)

    Betreft

    Am. nr.

    van

    HS, enz.

    Stemming

    HS/ES — opmerkingen

    amendementen van de bevoegde commissie — stemming en bloc

    1-6

    8-17

    19-50

    commissie

     

    +

     

    na overw 10

    51

    PSE

     

    +

     

    7

    commissie

     

     

    Stemming: gewijzigd voorstel

     

    +

     

    Stemming: wetgevingsresolutie

    HS

    +

    371, 62, 10

    Amendement 18 betreft niet alle taalversies en is bijgevolg niet in stemming gebracht (zie artikel 140, lid 1, alinea d) van het Reglement)

    Verzoeken om hoofdelijke stemming

    PPE-DE: eindstemming

    Mevrouw Pack diende namens de PPE-DE-Fractie een mondeling amendement in strekkende tot invoeging van de woorden „netwerk van Europa-huizen” in amendement 37.

    De Voorzitter stelde vast dat minder dan 32 leden bezwaar maakten tegen dit mondeling amendement, dat bijgevolg in aanmerking werd genomen.

    7.   Persistente organische verontreinigende stoffen *

    Verslag: FRAHM (A5-0371/2003)

    Betreft

    Am. nr.

    van

    HS, enz.

    Stemming

    HS/ES — opmerkingen

    amendementen van de bevoegde commissie — stemming en bloc

    1-2

    commissie

     

    +

     

    amendementen van de bevoegde commissie — afzonderlijke stemming

    3

    commissie

    as

    +

     

    4

    commissie

    as

    +

     

    Stemming: gewijzigd voorstel

     

    +

     

    Stemming: wetgevingsresolutie

     

    +

     

    Verzoeken om aparte stemming

    PPE-DE: am 3, 4

    8.   Grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand *

    Verslag: FRAHM (A5-0372/2003)

    Betreft

    Am. nr.

    van

    HS, enz.

    Stemming

    HS/ES — opmerkingen

    amendementen van de bevoegde commissie — stemming en bloc

    1-2

    commissie

     

    +

     

    amendementen van de bevoegde commissie — afzonderlijke stemming

    3

    commissie

    as

    +

     

    4

    commissie

    as

    +

     

    Stemming: gewijzigd voorstel

     

    +

     

    Stemming: wetgevingsresolutie

     

    +

     

    Verzoeken om aparte stemming

    PPE-DE: am 3, 4

    9.   Financiële bepalingen in het ontwerpverdrag tot vaststelling van een grondwet voor Europa

    Ontwerpresolutie: B5-0482/2003

    Betreft

    Am. nr.

    van

    HS, enz.

    Stemming

    HS/ES — opmerkingen

    Ontwerpresolutie B5-0482/2003

    § 1

    2

    PPE-DE

    ES

    -

    188, 250, 9

    overw D

    1

    EVANS ea

    HS

    -

    123, 306, 7

    Stemming: resolutie (geheel)

    HS

    +

    360, 70, 14

    Verzoeken om hoofdelijke stemming

    ELDR: eindstemming

    EVANS ea: am 1

    10.   Euromed

    Ontwerpresoluties: B5-0471, 0475, 0481, 0484, 0489, 0511/2003

    Betreft

    Am. nr.

    van

    HS, enz.

    Stemming

    HS/ES — opmerkingen

    ontwerpresoluties van de fracties

    B5-0471/2003

     

    GUE/NGL

     

    -

     

    gezamenlijke ontwerpresolutie — RC5-0475/2003 (PPE-DE, PSE, ELDR, Verts/ALE, UEN)

    § 10

     

    oorspronkelijke tekst

    so/HS

     

     

    1

    +

    430, 7, 10

    2

    +

    235, 196, 14

    § 11

     

    oorspronkelijke tekst

    HS

    +

    244, 173, 34

    na § 12

    1

    GUE/NGL

    HS

    -

    103, 342, 9

    § 13

    2

    GUE/NGL

    HS

    -

    70, 369, 13

    6

    Verts/ALE

    HS

    -

    95, 345, 13

    3

    PSE

    so

     

     

    1/VE

    -

    194, 242, 7

    2/VE

    +

    285, 155, 6

    3/VE

    +

    218, 212, 9

    §

    oorspronkelijke tekst

    so/HS

     

     

    1

    +

    345, 90, 15

    2

     

    3

     

    § 14

     

    oorspronkelijke tekst

    as

    +

     

    na § 21

    4 =

    5 =

    PSE, GUE/NGL

    HS

    +

    273, 158, 13

    Stemming: resolutie (geheel)

    HS

    +

    414, 9, 22

    ontwerpresoluties van de fracties

    B5-0475/2003

    PSE

     

     

    B5-0481/2003

    PPE-DE

     

     

    B5-0484/2003

    Verts/ALE

     

     

    B5-0489/2003

    ELDR

     

     

    B5-0511/2003

    UEN

     

     

    Verzoeken om stemming in onderdelen

    PPE-DE

    § 10

    1ste deel: t/m „in het geding zijn”

    2de deel: rest

    PSE, Verts/ALE

    § 13

    1ste deel: t/m „uit het oog mag worden verloren”

    2de deel: rest

    GUE/NGL

    § 13 en am 3

    1ste deel: t/m „uit het oog mag worden verloren”

    2de deel:„uit in dit verband ... Zuid-Italiaanse kust”

    3de deel: rest

    Verzoeken om aparte stemming

    GUE/NGL: §§ 13, 14

    PPE-DE: § 11

    Verzoeken om hoofdelijke stemming

    Verts/ALE: am 6, § 13, eindstemming

    GUE/NGL: am 1, 2, 4/5, §§ 10, 11

    UEN: §§ 10, 11

    11.   Top EU/Rusland

    Ontwerpresoluties: B5-0479, 0483, 0485, 0486, 0487et 0488/2003

    Betreft

    Am. nr.

    van

    HS, enz.

    Stemming

    HS/ES — opmerkingen

    gezamenlijke ontwerpresolutie — RC5-0479/2003

    (PPE-DE, PSE, ELDR, Verts/ALE, GUE/NGL, Collins)

    § 7

    1

    Verts/ALE

    HS

    -

    120, 302, 16

    § 9

    2

    GUE/NGL

     

    -

     

    na § 9

    3

    GUE/NGL

     

    -

     

    4

    GUE/NGL

     

    -

     

    § 13

     

    oorspronkelijke tekst

    as

    +

     

    § 17

     

    oorspronkelijke tekst

    as

    +

     

    § 19

     

    oorspronkelijke tekst

    as

    +

     

    Stemming: resolutie (geheel)

     

    +

     

    ontwerpresoluties van de fracties

    B5-0479/2003

     

    PPE-DE

     

     

    B5-0483/2003

     

    PSE

     

     

    B5-0485/2003

     

    Verts/ALE

     

     

    B5-0486/2003

     

    ELDR

     

     

    B5-0487/2003

     

    GUE/NGL

     

     

    B5-0488/2003

     

    UEN

     

     

    Verzoeken om aparte stemming

    PPE-DE, UEN: § 13

    Verts/ALE: §§ 17, 19

    Verzoeken om hoofdelijke stemming

    Verts/ALE am 1

    12.   Betrekkingen met de oostelijke en zuidelijke buurlanden

    Verslag: NAPOLETANO (A5-0378/2003)

    Betreft

    Am. nr.

    van

    HS, enz.

    Stemming

    HS/ES — opmerkingen

    § 2

    15

    ELDR

     

    -

     

    § 3

    16

    ELDR

     

    -

     

    § 6

    21

    PPE-DE

     

    +

    als toevoeging

    § 10

    20

    ELDR

    ES

    +

    215, 163, 7

    § 11

    17

    ELDR

     

    +

    toevoeging aan het einde van § 13

    § 12

    4 S

    Verts/ALE

     

    -

     

    § 13

    18

    ELDR

     

    -

     

    § 14

    19

    ELDR

     

    -

     

    § 15

    22

    PSE

     

    Ing.

     

    24

    PSE

     

    +

     

    § 17

     

    oorspronkelijke tekst

    so

     

     

    1

    +

     

    2

    +

     

    § 18, na streepje 2

    23

    PSE

    so

     

     

    1

    +

     

    2

    -

     

    § 18, streepje 3

    27

    PSE

     

    +

     

    § 18, na streepje 4

    5

    Verts/ALE

     

    -

     

    § 19, na streepje 2

    25

    PSE

     

    +

     

    § 22

    29

    Verts/ALE

     

    -

     

    6

    Verts/ALE

     

    -

     

    § 23

    7

    Verts/ALE

    ES

    +

    209, 172, 4

    na § 23

    26

    PSE

     

    +

     

    § 26

    8

    Verts/ALE

     

    -

     

    § 28

    9

    Verts/ALE

     

    -

     

    § 29

    10

    Verts/ALE

     

    +

    mondeling gewijzigd

    § 35

    11

    Verts/ALE

     

    -

     

    § 40

    28

    PSE

     

    +

     

    § 47

    12

    Verts/ALE

     

    -

     

    § 48

    13

    Verts/ALE

     

    -

     

    § 49, streepje 4

     

    oorspronkelijke tekst

    as

    +

     

    § 50

     

    oorspronkelijke tekst

    as

    -

     

    § 51

    14

    Verts/ALE

     

    +

     

    overw A

     

    oorspronkelijke tekst

    so

     

     

    1

    +

     

    2

    +

     

    overw C

    1

    Verts/ALE

     

    +

     

    overw D

    2

    Verts/ALE

     

    +

     

    overw I

    3S

    Verts/ALE

    ES

    +

    203, 164, 9

    overw J

     

    oorspronkelijke tekst

    so

     

     

    1

    +

     

    2

    +

     

    Stemming: resolutie (geheel)

     

    +

     

    Verzoeken om stemming in onderdelen

    PSE

    am 23

    1ste deel: t/m „in dat land”

    2de deel: rest

    § 17

    1ste deel: t/m „regionale samenwerking in het zuiden”

    2de deel: rest

    Verts/ALE

    overw A

    1ste deel: t/m „gedeeld en ontwikkeld”

    2de deel: rest

    overw J

    1ste deel: t/m „Europese veiligheid”

    2de deel: rest ...

    Verzoeken om aparte stemming

    PPE-DE § 50

    PSE § 50

    Verts/ALE §§ 49 — streepje 4, 50

    Diversen

    Tekst van amendement 20: „EER” vervangen door „EVA”

    De Voorzitter wees erop dat amendement 21 als toevoeging moest worden beschouwd.

    De PSE-Fractie heeft amendement 22 ingetrokken.

    De rapporteur stelde namens de PSE-Fractie een mondeling amendement op amendement 10, dat als volgt moet worden gelezen: „... het beleid van de grotere Europese nabuurschap in de eerste plaats bedoeld is om ...” De Voorzitter stelde vast dat geen bezwaar werd gemaakt tegen dit amendement dat werd aangenomen.

    De rapporteur stelde voor amendement 17 toe te voegen aan het eind van § 13. Het Parlement stemde daarmee in.

    13.   Noordelijke dimensie

    Ontwerpresoluties: B5-0472, 0473, 0474, 0477, 0480/2003

    Betreft

    Am. nr.

    van

    HS, enz.

    Stemming

    HS/ES — opmerkingen

    gezamenlijke ontwerpresolutie — RC5-0472/2003

    (PPE-DE, PSE, ELDR, Verts/ALE + GUE/NGL)

    Stemming: resolutie (geheel)

     

    +

     

    ontwerpresoluties van de fracties

    B5-0472/2003

     

    GUE/NGL

     

     

    B5-0473/2003

     

    PSE

     

     

    B5-0474/2003

     

    ELDR + Verts/ALE

     

     

    B5-0477/2003

     

    UEN

     

     

    B5-0480/2003

     

    PPE-DE

     

     

    14.   Europees defensiematerieel

    Verslag: QUEIRÓ (A5-0370/2003)

    Betreft

    Am. nr.

    van

    HS, enz.

    Stemming

    HS/ES — opmerkingen

    § 2

     

    oorspronkelijke tekst

    as

    +

     

    na § 4

    6

    PPE-DE+UEN

     

    +

     

    § 5

    3

    Verts/ALE

    HS

    -

    71, 281, 30

    § 6

     

    oorspronkelijke tekst

    as

    +

     

    na § 11

    4

    Verts/ALE

     

    -

     

    § 12

     

    oorspronkelijke tekst

    HS

    +

    270, 79, 34

    § 14

    7

    PPE-DE+UEN

     

    +

     

    §

    oorspronkelijke tekst

    as

     

    § 15

    1S

    UEN

     

    -

     

    overw B

    2

    PSE

     

    -

     

    §

    oorspronkelijke tekst

    ES

    +

    190, 182, 5

    overw G

     

    oorspronkelijke tekst

    HS

    +

    280, 92, 8

    na overw N

    5

    Verts/ALE

     

    -

     

    Stemming: resolutie (geheel)

     

    +

     

    Verzoeken om hoofdelijke stemming

    Verts/ALE: overw G, § 12, am 3

    Verzoeken om aparte stemming

    PPE-DE: § 6

    PSE: overw B, G, §§ 2, 12, 14

    Diversen

    Amendement 7 strekt tot vervanging van paragraaf 14.

    M. De heer Swoboda stelde namens de PSE-Fractie het volgende mondelinge amendement op amendement 2 voor: „overwegende dat naast de versterkte samenwerking en interoperabiliteit die de prioriteiten zijn van de Europese defensie ook een verhoging van de financiële middelen noodzakelijk kan zijn,”

    De rapporteur sprak zich tegen dit mondeling amendement uit.

    Daar meer dan 32 leden bezwaar maakten tegen dit mondeling amendement, werd dit niet in aanmerking genomen.

    15.   Stabilisatie- en associatieproces voor Zuidoost-Europa

    Verslag: LAGENDIJK (A5-0397/2003)

    Betreft

    Am. nr.

    van

    HS, enz.

    Stemming

    HS/ES — opmerkingen

    § 2

    9

    PSE

    HS

    -

    143, 216, 11

    §

    oorspronkelijke tekst

    HS

    +

    189, 165, 13

    na § 4

    4

    Verts/ALE

     

    +

     

    na § 5

    5

    Verts/ALE

     

    -

     

    § 33

    1

    ELDR

     

    +

     

    § 39

    6

    Verts/ALE

     

    -

     

    § 40

    7

    Verts/ALE

     

    +

     

    na § 43

    8

    Verts/ALE

     

    +

     

    § 52

    2

    ELDR

    ES

    -

    116, 169, 1

    § 53

    3

    ELDR

    ES

    -

    113, 162, 1

    Stemming: resolutie (geheel)

     

    +

     

    Verzoeken om hoofdelijke stemming

    UEN: § 2, am 9

    16.   Sri Lanka

    Ontwerpresoluties: B5-0490, 0492, 0495, 0498, 0505, 0510/2003

    Betreft

    van

    HS, enz.

    Stemming

    HS/ES — opmerkingen

    gezamenlijke ontwerpresolutie — RC5-0490/2003

    (PPE-DE, PSE, ELDR, Verts/ALE, GUE/NGL, UEN)

    Stemming: resolutie (geheel)

    HS

    +

    73,0,0

    ontwerpresoluties van de fracties

    B5-0490/2003

    PPE-DE

     

     

    B5-0492/2003

    PSE

     

     

    B5-0495/2003

    UEN

     

     

    B5-0498/2003

    ELDR

     

     

    B5-0505/2003

    Verts/ALE

     

     

    B5-0510/2003

    GUE/NGL

     

     

    Verzoeken om hoofdelijke stemming

    PPE-DE: eindstemming over de GOR

    Diversen

    M. De heer Cushanan stelde namens de PPE-DE-Fractie een mondeling amendement voor strekkende tot toevoeging van de volgende tekst aan paragraaf 1: „gebaseerd op de Verklaring van Oslo van december 2002 waarin de regering van Sri Lanka en de LTTE overeenkwamen te zoeken naar een oplossing op basis van een federale structuur binnen een verenigd Sri Lanka;” De Voorzitter stelde vast dat geen bezwaar werd gemaakt tegen dit mondeling amendement, dat derhalve in aanmerking werd genomen.

    17.   Atjeh

    Ontwerpresoluties: B5-0491, 0496, 0497,0501, 0507, 0508/2003

    Betreft

    van

    HS, enz.

    Stemming

    HS/ES — opmerkingen

    gezamenlijke ontwerpresolutie — RC5-0491/2003

    (PPE-DE, PSE, ELDR, Verts/ALE, GUE/NGL, EDD)

    Stemming: resolutie (geheel)

     

    +

     

    ontwerpresoluties van de fracties

    B5-0491/2003

    PSE

     

     

    B5-0496/2003

    EDD

     

     

    B5-0497/2003

    ELDR

     

     

    B5-0501/2003

    PPE-DE

     

     

    B5-0507/2003

    Verts/ALE

     

     

    B5-0508/2003

    GUE/NGL

     

     

    18.   Vietnam: godsdienstvrijheid

    Ontwerpresoluties: B5-0493, 0494, 0499, 0502, 0503, 0506, 0509/2003

    Betreft

    van

    HS, enz.

    Stemming

    HS/ES — opmerkingen

    gezamenlijke ontwerpresolutie — RC5-0493/2003

    (PPE-DE, PSE, ELDR, Verts/ALE, GUE/NGL, UEN, EDD, Dupuis, Pannella, Bonino, Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Turco)

    Stemming: resolutie (geheel)

     

    +

     

    ontwerpresoluties van de fracties

    B5-0493/2003

    PSE

     

     

    B5-0494/2003

    EDD

     

     

    B5-0499/2003

    ELDR

     

     

    B5-0502/2003

    PPE-DE

     

     

    B5-0503/2003

    UEN

     

     

    B5-0506/2003

    Verts/ALE

     

     

    B5-0509/2003

    GUE/NGL

     

     


    BIJLAGE II

    UITSLAG VAN DE HOOFDELIJKE STEMMINGEN

    1.   Verslag Coelho A5-0398/2003

    Resolutie

    Voor: 354

    EDD: Belder, Blokland, van Dam

    ELDR: Andreasen, André-Léonard, Busk, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Lynne, Maaten, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Nicholson of Winterbourne, Nordmann, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Ries, Riis-Jørgensen, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Väyrynen, Vallvé, Vermeer, Virrankoski, Wallis, Watson

    GUE/NGL: Koulourianos

    NI: Beysen, Hager, Ilgenfritz, Kronberger

    PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Averoff, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bremmer, Brok, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Fatuzzo, Fernández Martín, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Fourtou, Friedrich, Gahler, Garriga Polledo, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hansenne, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Hieronymi, Hortefeux, Jarzembowski, Jeggle, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, Mann Thomas, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mennitti, Mombaur, Montfort, Morillon, Naranjo Escobar, Niebler, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pirker, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santini, Sartori, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Sudre, Suominen, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wijkman, Wuermeling, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

    PSE: Adam, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Ettl, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Imbeni, Izquierdo Collado, Jöns, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Patrie, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Roure, Ruffolo, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Trentin, Vairinhos, Van Lancker, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zimeray, Zorba, Zrihen

    UEN: Caullery, Collins, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro, Turchi

    Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Dhaene, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lipietz, MacCormick, Maes, Onesta, Ortuondo Larrea, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Wuori

    Tegen: 56

    EDD: Abitbol, Andersen, Bernié, Bonde, Butel, Esclopé, Farage, Mathieu, Raymond, Saint-Josse, Sandbæk

    GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Dary, Di Lello Finuoli, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Kaufmann, Krarup, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Modrow, Morgantini, Naïr, Patakis, Puerta, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Vachetta, Wurtz

    NI: Cappato, Claeys, Dillen, Dupuis, Garaud, Gollnisch, Gorostiaga Atxalandabaso, Lang, de La Perriere, Martinez, Pannella

    PPE-DE: Schaffner

    PSE: Paasilinna

    Verts/ALE: Gahrton

    Onthoudingen: 28

    GUE/NGL: Jové Peres

    NI: Borghezio

    PPE-DE: Atkins, Beazley, Bowis, Bradbourn, Bushill-Matthews, Chichester, Deva, Elles, Foster, Goodwill, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Inglewood, Khanbhai, Nicholson, Parish, Purvis, Tannock, Van Orden, Villiers, Vlasto

    UEN: Camre

    Verts/ALE: Boumediene-Thiery, Mayol i Raynal

    2.   Verslag Jarzembowski A5-0364/2003

    Gemeenschappelijk project

    Voor: 209

    ELDR: Andreasen, Busk, Calò, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Gasòliba i Böhm, Huhne, Lynne, Maaten, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Nicholson of Winterbourne, Nordmann, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Riis-Jørgensen, Schmidt, Sørensen, Väyrynen, Vermeer, Wallis, Watson

    NI: Beysen, Hager, Ilgenfritz, Kronberger

    PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Ayuso González, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grossetête, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Hieronymi, Hortefeux, Inglewood, Jarzembowski, Jeggle, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, Mann Thomas, Marques, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mennitti, Mombaur, Montfort, Morillon, Naranjo Escobar, Nassauer, Niebler, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Pirker, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Sudre, Suominen, Tajani, Trakatellis, Twinn, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

    PSE: Díez González, Fava, Ghilardotti, Medina Ortega, Napoletano, Napolitano, Pittella, Ruffolo, Sacconi, Trentin

    UEN: Berlato, Caullery, Collins, Crowley, Muscardini, Nobilia, Pasqua, Thomas-Mauro, Turchi

    Tegen: 229

    EDD: Abitbol, Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Butel, van Dam, Esclopé, Farage, Mathieu, Raymond, Saint-Josse, Sandbæk

    ELDR: André-Léonard, Ries, Sterckx, Virrankoski

    GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Dary, Di Lello Finuoli, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krarup, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Modrow, Morgantini, Naïr, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Vachetta, Wurtz

    NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Garaud, Gollnisch, Gorostiaga Atxalandabaso, Lang, Martinez

    PPE-DE: Beazley, Bourlanges, Perry, Smet, Sommer, Theato, Thyssen, Van Orden

    PSE: Adam, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Ettl, Färm, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Martin David W., Martin Hans-Peter, Martínez Martínez, Mastorakis, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, O'Toole, Paasilinna, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Poignant, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Roure, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Van Lancker, Walter, Watts, Weiler, Wiersma, Wynn, Zimeray, Zorba, Zrihen

    UEN: Camre

    Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Dhaene, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lipietz, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

    Onthoudingen: 16

    NI: Berthu, Cappato, Dell'Alba, Dupuis, de La Perriere, Pannella

    PPE-DE: Deva, Grosch, Hansenne, Klamt, Mayer Hans-Peter, Nicholson, Vlasto

    PSE: Imbeni, Poos, Volcic

    3.   Verslag Kratsa-Tsagaropoulou A5-0396/2003

    Amendement 6

    Voor: 264

    EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Sandbæk

    ELDR: Andreasen, André-Léonard, Busk, Calò, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Gasòliba i Böhm, Huhne, Lynne, Maaten, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Nicholson of Winterbourne, Nordmann, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Ries, Riis-Jørgensen, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Väyrynen, Vallvé, Vermeer, Virrankoski, Wallis, Watson

    GUE/NGL: Ainardi, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Dary, Di Lello Finuoli, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krarup, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Modrow, Morgantini, Naïr, Puerta, Scarbonchi, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Vachetta, Wurtz

    PPE-DE: Atkins, Balfe, Banotti, Beazley, Bowis, Bradbourn, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Corrie, Deva, Dover, Elles, Florenz, Foster, Goodwill, Grosch, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Inglewood, Khanbhai, Marques, Nicholson, Parish, Purvis, Smet, Tannock, Twinn, Van Orden, Villiers

    PSE: Adam, Andersson, Aparicio Sánchez, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Ettl, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Imbeni, Izquierdo Collado, Jöns, Junker, Karlsson, Keßler, Kindermann, Kinnock, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martin Hans-Peter, Martínez Martínez, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Paasilinna, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Roure, Ruffolo, Sacconi, Sakellariou, dos Santos, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Trentin, Vairinhos, Volcic, Walter, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zimeray, Zrihen

    UEN: Camre

    Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Dhaene, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lipietz, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schroedter, Sörensen, Staes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

    Tegen: 178

    EDD: Farage

    NI: Beysen, Garaud, Gollnisch, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, de La Perriere, Martinez

    PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Averoff, Ayuso González, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bremmer, Brok, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Cushnahan, Daul, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Doyle, Ebner, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fiori, Flemming, Folias, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grossetête, Hansenne, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Hieronymi, Hortefeux, Jeggle, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Naranjo Escobar, Nassauer, Niebler, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Pirker, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Sudre, Suominen, Tajani, Theato, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, von Wogau, Wuermeling, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

    PSE: Baltas, Karamanou, Katiforis, Koukiadis, Malliori, Mastorakis, Souladakis, Zorba

    UEN: Berlato, Caullery, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Queiró, Thomas-Mauro, Turchi

    Onthoudingen: 18

    EDD: Abitbol, Bernié, Butel, Esclopé, Mathieu, Raymond, Saint-Josse

    GUE/NGL: Alyssandrakis, Patakis

    NI: Berthu, Borghezio, Cappato, Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Pannella

    PPE-DE: Wijkman

    UEN: Ribeiro e Castro

    4.   Verslag Kratsa-Tsagaropoulou A5-0396/2003

    Amendement 7

    Voor: 239

    EDD: Abitbol, Andersen, Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Farage, Sandbæk

    ELDR: Andreasen, André-Léonard, Busk, Calò, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Gasòliba i Böhm, Huhne, Lynne, Maaten, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Nicholson of Winterbourne, Nordmann, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Ries, Riis-Jørgensen, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Väyrynen, Vallvé, Vermeer, Virrankoski, Wallis, Watson

    GUE/NGL: Ainardi, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Dary, Di Lello Finuoli, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krarup, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Modrow, Morgantini, Naïr, Puerta, Scarbonchi, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Vachetta, Wurtz

    NI: Berthu, de La Perriere

    PPE-DE: Banotti, Corrie, Doyle, Goepel

    PSE: Adam, Andersson, Aparicio Sánchez, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Ettl, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Imbeni, Izquierdo Collado, Jöns, Junker, Karlsson, Keßler, Kindermann, Kinnock, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martin Hans-Peter, Martínez Martínez, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Paasilinna, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Roure, Ruffolo, Sacconi, Sakellariou, dos Santos, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Trentin, Vairinhos, Volcic, Walter, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zrihen

    UEN: Camre

    Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Boumediene-Thiery, Buitenweg, Cohn-Bendit, Dhaene, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lipietz, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schroedter, Sörensen, Staes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

    Tegen: 205

    NI: Beysen, Claeys, Dillen, Garaud, Gollnisch, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, Martinez

    PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Ayuso González, Balfe, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Brok, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Cushnahan, Daul, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Ebner, Elles, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gemelli, Glase, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Hieronymi, Hortefeux, Inglewood, Jeggle, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Marques, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pirker, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wuermeling, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

    PSE: Baltas, Karamanou, Katiforis, Koukiadis, Malliori, Mastorakis, Souladakis, Zimeray, Zorba

    UEN: Berlato, Caullery, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Queiró, Thomas-Mauro, Turchi

    Onthoudingen: 14

    EDD: Bernié, Esclopé, Mathieu, Raymond

    GUE/NGL: Alyssandrakis, Patakis

    NI: Borghezio, Cappato, Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Pannella

    PPE-DE: Wijkman

    UEN: Ribeiro e Castro

    5.   Verslag Kratsa-Tsagaropoulou A5-0396/2003

    Voorstel Commissie

    Voor: 243

    EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

    ELDR: Andreasen, André-Léonard, Busk, Calò, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Gasòliba i Böhm, Huhne, Lynne, Maaten, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Nicholson of Winterbourne, Nordmann, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Ries, Riis-Jørgensen, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Väyrynen, Vallvé, Vermeer, Virrankoski, Wallis, Watson

    GUE/NGL: Ainardi, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Dary, Di Lello Finuoli, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krarup, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Modrow, Morgantini, Naïr, Puerta, Scarbonchi, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Vachetta, Wurtz

    NI: Gorostiaga Atxalandabaso

    PPE-DE: Banotti, Bourlanges, Cocilovo, De Mita, Deprez, De Veyrac, Doyle, Wijkman

    PSE: Adam, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Ettl, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Imbeni, Izquierdo Collado, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Martin David W., Martin Hans-Peter, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Paasilinna, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Roure, Ruffolo, Sacconi, Sakellariou, dos Santos, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Trentin, Vairinhos, Volcic, Walter, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zimeray, Zorba, Zrihen

    UEN: Camre

    Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Dhaene, Ferrández Lezaun, Flautre, Gahrton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lipietz, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schroedter, Sörensen, Staes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

    Tegen: 79

    EDD: Belder, Blokland, van Dam, Farage

    NI: Berthu, Borghezio, Claeys, Dillen, Garaud, Gollnisch, Hager, Ilgenfritz, Lang, de La Perriere, Martinez

    PPE-DE: Atkins, Balfe, Beazley, Berend, Böge, von Boetticher, Bowis, Bradbourn, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Corrie, Deva, Dover, Elles, Fiori, Foster, Gahler, Glase, Goodwill, Graça Moura, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Inglewood, Kastler, Khanbhai, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Langen, Laschet, Lechner, Liese, Lisi, Lulling, Mauro, Montfort, Nicholson, Niebler, Parish, Pastorelli, Perry, Posselt, Purvis, Sacrédeus, Scallon, Schleicher, Schröder Jürgen, Schwaiger, Sommer, Tannock, Twinn, Van Orden, Vatanen, van Velzen, Villiers

    PSE: Marinho

    UEN: Crowley, Pasqua, Queiró, Ribeiro e Castro

    Onthoudingen: 139

    EDD: Abitbol, Bernié, Butel, Esclopé, Mathieu, Raymond, Saint-Josse

    GUE/NGL: Alyssandrakis, Patakis

    NI: Beysen, Cappato, Dell'Alba, Dupuis, Kronberger, Pannella

    PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Averoff, Ayuso González, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Bébéar, Bremmer, Brok, Camisón Asensio, Cardoso, Coelho, Cornillet, Cushnahan, Daul, De Sarnez, Descamps, Dimitrakopoulos, Doorn, Ebner, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Flemming, Florenz, Folias, Fourtou, Friedrich, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Goepel, Gomolka, Gouveia, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hansenne, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Hieronymi, Hortefeux, Jeggle, Karas, Keppelhoff-Wiechert, Knolle, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langenhagen, Lehne, Maat, McCartin, Mann Thomas, Marques, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Mennitti, Menrad, Mombaur, Morillon, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Pérez Álvarez, Pirker, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Pronk, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Santini, Sartori, Schaffner, Schierhuber, Schmitt, Smet, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Sudre, Suominen, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, von Wogau, Wuermeling, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

    UEN: Berlato, Caullery, Collins, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Nobilia, Ó Neachtain, Thomas-Mauro, Turchi

    6.   Verslag Rühle A5-0368/2003

    Resolutie

    Voor: 371

    ELDR: Andreasen, André-Léonard, Busk, Calò, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Gasòliba i Böhm, Huhne, Lynne, Maaten, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Nicholson of Winterbourne, Nordmann, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Ries, Riis-Jørgensen, Schmidt, Sørensen, Väyrynen, Vallvé, Vermeer, Virrankoski, Wallis, Watson

    GUE/NGL: Ainardi, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Boudjenah, Caudron, Dary, Di Lello Finuoli, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Manisco, Markov, Marset Campos, Modrow, Morgantini, Naïr, Puerta, Scarbonchi, Vachetta, Wurtz

    NI: Beysen, Kronberger

    PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bremmer, Brok, Camisón Asensio, Cardoso, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Cushnahan, Daul, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Doyle, Ebner, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fiori, Florenz, Folias, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grosch, Grossetête, Hansenne, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Hieronymi, Jeggle, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Marques, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Mennitti, Menrad, Mombaur, Naranjo Escobar, Nassauer, Niebler, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Pirker, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Santini, Sartori, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenzel, Sudre, Suominen, Theato, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Wenzel-Perillo, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

    PSE: Adam, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Ettl, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Imbeni, Izquierdo Collado, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Paasilinna, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Roure, Ruffolo, Sacconi, Sakellariou, dos Santos, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Trentin, Vairinhos, Van Lancker, Volcic, Walter, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

    UEN: Berlato, Caullery, Collins, Crowley, Muscardini, Nobilia, Queiró, Thomas-Mauro, Turchi

    Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Dhaene, Ferrández Lezaun, Flautre, Gahrton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lipietz, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Sörensen, Staes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

    Tegen: 62

    EDD: Abitbol, Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Butel, van Dam, Esclopé, Farage, Mathieu, Raymond, Saint-Josse, Sandbæk

    GUE/NGL: Alyssandrakis, Krarup, Meijer, Patakis, Seppänen, Sjöstedt

    NI: Berthu, Borghezio, Cappato, Claeys, Dell'Alba, Dillen, Dupuis, Garaud, Gollnisch, Hager, Lang, de La Perriere, Martinez, Pannella

    PPE-DE: Atkins, Balfe, Beazley, Bowis, Bradbourn, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Deva, Dover, Foster, Goodwill, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Inglewood, Khanbhai, Nicholson, Parish, Purvis, Scallon, Tannock, Twinn, Van Orden, Villiers

    UEN: Camre, Pasqua

    Onthoudingen: 10

    GUE/NGL: Bordes, Cauquil, Laguiller

    NI: Gorostiaga Atxalandabaso

    PPE-DE: Arvidsson, Cederschiöld, Grönfeldt Bergman, Montfort, Stenmarck, Wachtmeister

    7.   B5-0482/2003 Grondwet — Financiële bepalingen

    Amendement 1

    Voor: 123

    EDD: Abitbol, Andersen, Bernié, Bonde, Esclopé, Mathieu, Raymond, Saint-Josse, Sandbæk

    ELDR: Maaten, Mulder, Nordmann, Plooij-van Gorsel

    GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Boudjenah, Caudron, Dary, Di Lello Finuoli, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krarup, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Modrow, Naïr, Patakis, Scarbonchi, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Vachetta, Wurtz

    NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Garaud, Gollnisch, Gorostiaga Atxalandabaso, Hager, Kronberger, Lang, de La Perriere, Martinez

    PPE-DE: Balfe, Beazley, Bowis, Bradbourn, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Descamps, Deva, Dover, Foster, Goodwill, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Inglewood, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Nicholson, Parish, Perry, Pomés Ruiz, Purvis, Sacrédeus, Tannock, Twinn, Van Orden, Villiers

    PSE: Campos, Imbeni, Krehl, Lund

    UEN: Camre, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Ó Neachtain, Pasqua, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

    Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Ferrández Lezaun, Flautre, Gahrton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lipietz, MacCormick, McKenna, Maes, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Sörensen, Voggenhuber, Wuori, Wyn

    Tegen: 306

    EDD: Belder, Blokland, van Dam, Farage

    ELDR: Andreasen, André-Léonard, Busk, Calò, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Gasòliba i Böhm, Huhne, Lynne, Monsonís Domingo, Nicholson of Winterbourne, Pesälä, Pohjamo, Ries, Riis-Jørgensen, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Väyrynen, Vallvé, Wallis

    NI: Beysen

    PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bremmer, Brok, Camisón Asensio, Cardoso, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Cushnahan, Daul, De Mita, Deprez, De Sarnez, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Doyle, Ebner, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hansenne, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Hieronymi, Jeggle, Karas, Kastler, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Marques, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Naranjo Escobar, Nassauer, Niebler, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Santini, Sartori, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Sudre, Suominen, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

    PSE: Adam, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Ettl, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martin Hans-Peter, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Paasilinna, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Roure, Ruffolo, Sacconi, Sakellariou, dos Santos, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Thorning-Schmidt, Titley, Trentin, Vairinhos, Van Lancker, Volcic, Walter, Weiler, Wynn, Zorba, Zrihen

    UEN: Berlato, Caullery, Nobilia, Turchi

    Onthoudingen: 7

    ELDR: Manders

    GUE/NGL: Puerta

    NI: Berthu, Cappato, Dell'Alba, Dupuis, Pannella

    8.   B5-0482/2003 Grondwet - Financiële bepalingen

    Resolutie

    Voor: 360

    ELDR: Andreasen, André-Léonard, Busk, Calò, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Gasòliba i Böhm, Huhne, Lynne, Maaten, Monsonís Domingo, Mulder, Nicholson of Winterbourne, Nordmann, Plooij-van Gorsel, Ries, Riis-Jørgensen, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Vallvé, Wallis, Watson

    GUE/NGL: Bakopoulos, Bergaz Conesa, Caudron, Dary, Di Lello Finuoli, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Manisco, Markov, Marset Campos, Modrow, Naïr, Puerta, Scarbonchi

    NI: Beysen, Cappato, Dell'Alba, Dupuis, Hager, Kronberger, Pannella

    PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bremmer, Brok, Camisón Asensio, Cardoso, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Cushnahan, Daul, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Doyle, Ebner, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grosch, Grossetête, Hansenne, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Hieronymi, Jeggle, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Marques, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Mennitti, Menrad, Mombaur, Morillon, Naranjo Escobar, Nassauer, Niebler, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Santini, Sartori, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenzel, Sudre, Suominen, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Wenzel-Perillo, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Zabell, Zacharakis, Zimmerling, Zissener

    PSE: Adam, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Ettl, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Imbeni, Izquierdo Collado, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Martin David W., Martin Hans-Peter, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Paasilinna, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Roure, Ruffolo, Sacconi, Sakellariou, dos Santos, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Thorning-Schmidt, Titley, Trentin, Vairinhos, Van Lancker, Volcic, Walter, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

    UEN: Berlato, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Nobilia, Ó Neachtain, Turchi

    Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Ferrández Lezaun, Flautre, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lipietz, MacCormick, Maes, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Sörensen, Staes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

    Tegen: 70

    EDD: Abitbol, Andersen, Bernié, Bonde, Butel, Esclopé, Farage, Mathieu, Raymond, Saint-Josse, Sandbæk

    ELDR: Pesälä, Pohjamo, Väyrynen, Virrankoski

    GUE/NGL: Figueiredo, Frahm, Krarup, Meijer, Seppänen, Sjöstedt

    NI: Claeys, Dillen, Garaud, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Martinez

    PPE-DE: Arvidsson, Balfe, Beazley, Bowis, Bradbourn, Bushill-Matthews, Callanan, Cederschiöld, Chichester, Deva, Dover, Foster, Goodwill, Grönfeldt Bergman, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Inglewood, Khanbhai, Nicholson, Parish, Perry, Purvis, Sacrédeus, Stenmarck, Tannock, Twinn, Van Orden, Villiers, Wachtmeister

    PSE: Karlsson, Lund, Marinho

    UEN: Camre, Caullery, Pasqua, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

    Verts/ALE: Auroi, McKenna

    Onthoudingen: 14

    EDD: Belder, Blokland, van Dam

    ELDR: Manders

    GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Boudjenah, Patakis, Vachetta, Wurtz

    NI: Borghezio, Gorostiaga Atxalandabaso

    PPE-DE: Montfort

    Verts/ALE: Gahrton

    9.   B5-0475/2003 — Gemeenschappelijke resolutie — Euromed

    Paragraaf 10, 1ste deel

    Voor: 430

    EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, Butel, van Dam, Esclopé, Sandbæk

    ELDR: Andreasen, André-Léonard, Busk, Calò, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Gasòliba i Böhm, Huhne, Lynne, Maaten, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Nicholson of Winterbourne, Nordmann, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Ries, Riis-Jørgensen, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

    GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Dary, Di Lello Finuoli, Figueiredo, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krarup, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Modrow, Naïr, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Vachetta, Wurtz

    NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Cappato, Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Hager, Kronberger, de La Perriere, Pannella

    PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Brok, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Daul, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fiori, Florenz, Folias, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gemelli, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Hieronymi, Inglewood, Jeggle, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Marques, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

    PSE: Adam, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Ettl, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Imbeni, Izquierdo Collado, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Martin David W., Martin Hans-Peter, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Paasilinna, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Roure, Ruffolo, Sacconi, Sakellariou, dos Santos, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Thorning-Schmidt, Titley, Trentin, Vairinhos, Van Lancker, Volcic, Walter, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

    UEN: Berlato, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Nobilia, Ó Neachtain, Queiró, Ribeiro e Castro, Turchi

    Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Dhaene, Ferrández Lezaun, Flautre, Gahrton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lipietz, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Sörensen, Staes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

    Tegen: 7

    EDD: Abitbol

    NI: Garaud

    PSE: Marinho

    UEN: Camre, Caullery, Pasqua, Thomas-Mauro

    Onthoudingen: 10

    EDD: Bernié, Farage, Mathieu, Raymond, Saint-Josse

    NI: Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, Martinez

    10.   B5-0475/2003 — Gemeenschappelijke resolutie — Euromed

    Paragraaf 10, 2de deel

    Voor: 235

    EDD: Andersen, Bonde, Esclopé, Sandbæk

    ELDR: Andreasen, André-Léonard, Calò, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Gasòliba i Böhm, Huhne, Lynne, Maaten, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Nicholson of Winterbourne, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Ries, Riis-Jørgensen, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

    GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Cauquil, Di Lello Finuoli, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krarup, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Modrow, Patakis, Puerta, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Vachetta, Wurtz

    NI: Borghezio, Cappato, Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Pannella

    PPE-DE: Bourlanges, Doyle, Florenz, Pronk

    PSE: Adam, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Rossa, Désir, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Ettl, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Imbeni, Izquierdo Collado, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martin Hans-Peter, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Paasilinna, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Roure, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Thorning-Schmidt, Titley, Trentin, Vairinhos, Van Lancker, Volcic, Walter, Weiler, Whitehead, Wynn, Zorba, Zrihen

    Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Dhaene, Ferrández Lezaun, Flautre, Gahrton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lipietz, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Sörensen, Staes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

    Tegen: 196

    EDD: Abitbol, Belder, Blokland, van Dam

    ELDR: Nordmann

    GUE/NGL: Dary, Naïr, Scarbonchi

    NI: Beysen, Garaud, Hager, de La Perriere

    PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, von Boetticher, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Brok, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Chichester, Coelho, Cornillet, Cushnahan, Daul, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Ebner, Elles, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fiori, Folias, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Hieronymi, Inglewood, Jeggle, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Marques, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wijkman, von Wogau, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

    PSE: Sakellariou

    UEN: Berlato, Camre, Caullery, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro, Turchi

    Onthoudingen: 14

    EDD: Bernié, Butel, Farage, Mathieu, Raymond, Saint-Josse

    NI: Berthu, Claeys, Dillen, Gollnisch, Kronberger, Lang, Martinez

    PPE-DE: Cocilovo

    11.   B5-0475/2003 — Gemeenschappelijke resolutie — Euromed

    Paragraaf 11

    Voor: 244

    EDD: Andersen, Bonde, Butel, Esclopé, Sandbæk

    ELDR: Andreasen, André-Léonard, Busk, Calò, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Gasòliba i Böhm, Huhne, Lynne, Maaten, Manders, Mulder, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Ries, Riis-Jørgensen, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

    GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Cauquil, Di Lello Finuoli, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krarup, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Modrow, Patakis, Puerta, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Vachetta, Wurtz

    NI: Borghezio, Cappato, Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Kronberger, Pannella

    PPE-DE: Nicholson, Parish, Tannock, Van Orden, Wijkman

    PSE: Adam, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Ettl, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Imbeni, Izquierdo Collado, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martin Hans-Peter, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Paasilinna, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Roure, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Thorning-Schmidt, Titley, Trentin, Vairinhos, Van Lancker, Volcic, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

    UEN: Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Ó Neachtain

    Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Dhaene, Ferrández Lezaun, Flautre, Gahrton, Isler Béguin, Lagendijk, Lipietz, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Sörensen, Staes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

    Tegen: 173

    EDD: Abitbol, Belder, Blokland, van Dam

    ELDR: Monsonís Domingo, Nicholson of Winterbourne, Nordmann

    GUE/NGL: Dary, Naïr, Scarbonchi

    NI: Berthu, Beysen, Hager, de La Perriere

    PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bremmer, Brok, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Coelho, Cornillet, Cushnahan, Daul, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Doyle, Ebner, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hansenne, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Hieronymi, Jeggle, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Marques, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Naranjo Escobar, Nassauer, Niebler, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Santini, Sartori, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Sudre, Suominen, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, von Wogau, Wuermeling, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

    PSE: Sakellariou, Walter

    UEN: Berlato, Camre, Caullery, Muscardini, Nobilia, Pasqua, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro, Turchi

    Onthoudingen: 34

    EDD: Bernié, Farage, Mathieu, Raymond, Saint-Josse

    NI: Claeys, Dillen, Garaud, Gollnisch, Lang, Martinez

    PPE-DE: Balfe, Beazley, Bowis, Bradbourn, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Cocilovo, Deva, Dover, Elles, Foster, Goodwill, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Inglewood, Khanbhai, Perry, Purvis, Twinn, Villiers

    12.   B5-0475/2003 — Gemeenschappelijke resolutie — Euromed

    Amendement 1

    Voor: 103

    EDD: Andersen, Bonde, Esclopé, Sandbæk

    ELDR: Andreasen, Schmidt

    GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Dary, Di Lello Finuoli, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krarup, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Modrow, Naïr, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Vachetta, Wurtz

    NI: Borghezio, Cappato, Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Pannella

    PSE: Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, De Keyser, Désir, Duhamel, Fava, Ferreira, Fruteau, Garot, Gillig, Görlach, Guy-Quint, Hazan, Hedkvist Petersen, Lalumière, Leinen, Linkohr, Marinho, Martin Hans-Peter, Miguélez Ramos, Patrie, Poignant, Rocard, Roure, Scheele, Sousa Pinto, Zrihen

    Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Dhaene, Ferrández Lezaun, Flautre, Gahrton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lipietz, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Sörensen, Voggenhuber, Wuori, Wyn

    Tegen: 342

    EDD: Abitbol, Belder, Blokland, van Dam

    ELDR: André-Léonard, Busk, Calò, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Gasòliba i Böhm, Huhne, Lynne, Maaten, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Nicholson of Winterbourne, Nordmann, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Ries, Riis-Jørgensen, Sterckx, Sørensen, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

    NI: Berthu, Beysen, Claeys, Dillen, Garaud, Gollnisch, Hager, Kronberger, Lang, de La Perriere, Martinez

    PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Brok, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Cushnahan, Daul, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Hieronymi, Inglewood, Jeggle, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Marques, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

    PSE: Adam, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, Cashman, Cercas, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, De Rossa, Díez González, Dührkop Dührkop, Duin, El Khadraoui, Ettl, Färm, Ford, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Glante, Gröner, Hänsch, Haug, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Imbeni, Izquierdo Collado, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lange, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Paasilinna, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Ruffolo, Sacconi, Sakellariou, dos Santos, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Souladakis, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Thorning-Schmidt, Trentin, Van Lancker, Volcic, Walter, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba

    UEN: Berlato, Camre, Caullery, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro, Turchi

    Onthoudingen: 9

    EDD: Bernié, Butel, Farage, Mathieu, Raymond, Saint-Josse

    PSE: Dehousse, Titley, Vairinhos

    13.   B5-0475/2003 — Gemeenschappelijke resolutie — Euromed

    Amendement 2

    Voor: 70

    EDD: Esclopé

    GUE/NGL: Ainardi, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Dary, Di Lello Finuoli, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krarup, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Modrow, Naïr, Puerta, Scarbonchi, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Vachetta, Wurtz

    NI: Cappato, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Pannella

    PPE-DE: Bremmer

    PSE: Marinho, Wiersma

    UEN: Turchi

    Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Dhaene, Ferrández Lezaun, Flautre, Gahrton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lipietz, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Sörensen, Staes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

    Tegen: 369

    EDD: Abitbol, Andersen, Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Sandbæk

    ELDR: Andreasen, André-Léonard, Busk, Calò, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Gasòliba i Böhm, Huhne, Lynne, Maaten, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Nicholson of Winterbourne, Nordmann, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Ries, Riis-Jørgensen, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

    NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Claeys, Dillen, Garaud, Gollnisch, Hager, Lang, de La Perriere, Martinez

    PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Brok, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Cushnahan, Daul, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Hieronymi, Inglewood, Jeggle, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Marques, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

    PSE: Adam, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, De Keyser, De Rossa, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Ettl, Färm, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Imbeni, Izquierdo Collado, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Martin David W., Martin Hans-Peter, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Paasilinna, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Roure, Ruffolo, Sacconi, Sakellariou, dos Santos, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Thorning-Schmidt, Titley, Trentin, Van Lancker, Volcic, Walter, Weiler, Whitehead, Wynn, Zorba, Zrihen

    UEN: Berlato, Camre, Caullery, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

    Onthoudingen: 13

    EDD: Bernié, Farage, Mathieu, Raymond, Saint-Josse

    GUE/NGL: Alyssandrakis, Patakis

    NI: Kronberger

    PSE: Dehousse, Désir, Fava, Ferreira, Vairinhos

    14.   B5-0475/2003 — Gemeenschappelijke resolutie — Euromed

    Amendement 6

    Voor: 95

    EDD: Esclopé

    ELDR: Schmidt

    GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Dary, Di Lello Finuoli, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Modrow, Naïr, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Seppänen, Sjöstedt, Vachetta, Wurtz

    NI: Cappato, Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Pannella

    PPE-DE: Balfe, Beazley, Bowis, Bradbourn, Bushill-Matthews, Callanan, Deva, Dover, Elles, Foster, Goodwill, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Inglewood, Khanbhai, Nicholson, Parish, Perry, Purvis, Tannock, Twinn, Van Orden, Villiers

    PSE: De Keyser, Marinho

    Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Dhaene, Ferrández Lezaun, Flautre, Gahrton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lipietz, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Sörensen, Staes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

    Tegen: 345

    EDD: Abitbol, Andersen, Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Sandbæk

    ELDR: Andreasen, André-Léonard, Busk, Calò, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Gasòliba i Böhm, Huhne, Lynne, Maaten, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Nicholson of Winterbourne, Nordmann, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Ries, Riis-Jørgensen, Sterckx, Sørensen, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

    NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Claeys, Dillen, Garaud, Gollnisch, Hager, Lang, de La Perriere, Martinez

    PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bremmer, Brok, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Cushnahan, Daul, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Doyle, Ebner, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hansenne, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Hieronymi, Jeggle, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Marques, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Naranjo Escobar, Nassauer, Niebler, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Sudre, Suominen, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

    PSE: Adam, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, De Rossa, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Ettl, Färm, Fava, Ford, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Imbeni, Izquierdo Collado, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Martin David W., Martin Hans-Peter, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Paasilinna, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Roure, Ruffolo, Sacconi, Sakellariou, dos Santos, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Thorning-Schmidt, Titley, Trentin, Van Lancker, Volcic, Walter, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

    UEN: Berlato, Camre, Caullery, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro, Turchi

    Onthoudingen: 13

    EDD: Bernié, Butel, Farage, Mathieu, Raymond, Saint-Josse

    GUE/NGL: Krarup

    NI: Kronberger

    PSE: Dehousse, Désir, Ferreira, Fruteau, Vairinhos

    15.   B5-0475/2003 — Gemeenschappelijke resolutie — Euromed

    Paragraaf 13, 1ste deel

    Voor: 345

    EDD: Belder, Blokland, Butel, van Dam, Esclopé

    ELDR: Andreasen, André-Léonard, Busk, Calò, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Gasòliba i Böhm, Huhne, Lynne, Maaten, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Nicholson of Winterbourne, Nordmann, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Ries, Riis-Jørgensen, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

    GUE/NGL: Seppänen, Sjöstedt

    NI: Berthu, Beysen, Cappato, Dell'Alba, Dupuis, Kronberger, de La Perriere, Pannella

    PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Banotti, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, von Boetticher, Bourlanges, Bremmer, Brok, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Cushnahan, Daul, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Doyle, Ebner, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, Garriga Polledo, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hansenne, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Hieronymi, Jeggle, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Marques, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Naranjo Escobar, Nassauer, Niebler, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oreja Arburúa, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Santini, Sartori, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Sudre, Suominen, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

    PSE: Adam, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Ettl, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Imbeni, Izquierdo Collado, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Paasilinna, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Roure, Ruffolo, Sacconi, Sakellariou, dos Santos, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Thorning-Schmidt, Titley, Trentin, Vairinhos, Van Lancker, Volcic, Walter, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

    UEN: Berlato, Caullery, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro, Turchi

    Verts/ALE: Ferrández Lezaun, MacCormick, Ortuondo Larrea, Voggenhuber, Wuori, Wyn

    Tegen: 90

    EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

    GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Dary, Di Lello Finuoli, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krarup, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Modrow, Morgantini, Naïr, Patakis, Scarbonchi, Schröder Ilka, Vachetta, Wurtz

    NI: Borghezio, Gorostiaga Atxalandabaso, Hager

    PPE-DE: Balfe, Beazley, Böge, Bowis, Bradbourn, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Deva, Dover, Elles, Foster, Goodwill, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Inglewood, Khanbhai, Nicholson, Parish, Perry, Purvis, Sacrédeus, Scallon, Tannock, Twinn, Van Orden, Villiers

    UEN: Camre

    Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Dhaene, Flautre, Gahrton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lipietz, McKenna, Mayol i Raynal, Onesta, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Sörensen, Staes

    Onthoudingen: 15

    EDD: Abitbol, Bernié, Farage, Mathieu, Raymond, Saint-Josse

    GUE/NGL: Puerta

    NI: Claeys, Dillen, Garaud, Gollnisch, Lang, Martinez

    PSE: Désir, Martin Hans-Peter

    16.   B5-0475/2003 — Gemeenschappelijke resolutie — Euromed

    Amendementen 4 + 5

    Voor: 273

    EDD: Andersen, Bonde, Esclopé, Sandbæk

    ELDR: Andreasen, André-Léonard, Busk, Calò, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Gasòliba i Böhm, Huhne, Lynne, Maaten, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Nicholson of Winterbourne, Nordmann, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Ries, Riis-Jørgensen, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

    GUE/NGL: Ainardi, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Dary, Di Lello Finuoli, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krarup, Laguiller, Markov, Marset Campos, Meijer, Modrow, Morgantini, Naïr, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Vachetta, Wurtz

    NI: Borghezio, Cappato, Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Kronberger, Pannella

    PPE-DE: Balfe, Beazley, Bowis, Bradbourn, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Cushnahan, Deva, Dover, Elles, Foster, Goodwill, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Inglewood, Khanbhai, Mayer Xaver, Nicholson, Parish, Perry, Purvis, Scallon, Schmitt, Tannock, Twinn, Van Orden

    PSE: Adam, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cercas, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Ettl, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Imbeni, Izquierdo Collado, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Paasilinna, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Roure, Ruffolo, Sacconi, Sakellariou, dos Santos, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Thorning-Schmidt, Titley, Trentin, Vairinhos, Van Lancker, Volcic, Walter, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

    UEN: Caullery, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Ó Neachtain, Thomas-Mauro

    Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Dhaene, Ferrández Lezaun, Flautre, Gahrton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lipietz, MacCormick, McKenna, Mayol i Raynal, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Sörensen, Staes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

    Tegen: 158

    EDD: Belder, Blokland, van Dam

    NI: Berthu, Beysen, Garaud, Gollnisch, Hager, de La Perriere

    PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Banotti, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bremmer, Brok, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Coelho, Cornillet, Daul, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Doyle, Ebner, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hansenne, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Hieronymi, Jeggle, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Marques, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Naranjo Escobar, Nassauer, Niebler, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santini, Sartori, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schröder Jürgen, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Sudre, Suominen, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

    UEN: Berlato, Camre, Nobilia, Pasqua, Queiró, Ribeiro e Castro, Turchi

    Onthoudingen: 13

    EDD: Abitbol, Bernié, Butel, Farage, Mathieu, Raymond, Saint-Josse

    NI: Claeys, Dillen, Lang, Martinez

    PSE: Dehousse, Martin Hans-Peter

    17.   B5-0475/2003 — Gemeenschappelijke resolutie — Euromed

    Resolutie

    Voor: 414

    EDD: Belder, Blokland, Butel, van Dam, Esclopé

    ELDR: Andreasen, André-Léonard, Busk, Calò, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Gasòliba i Böhm, Huhne, Lynne, Maaten, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Nicholson of Winterbourne, Nordmann, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Ries, Riis-Jørgensen, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

    GUE/NGL: Ainardi, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Boudjenah, Caudron, Di Lello Finuoli, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Markov, Marset Campos, Meijer, Modrow, Morgantini, Naïr, Puerta, Scarbonchi, Wurtz

    NI: Berthu, Beysen, Cappato, Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Hager, Kronberger, de La Perriere, Pannella

    PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Berend, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Brok, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Cushnahan, Daul, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hernández Mollar, Hieronymi, Inglewood, Jeggle, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Marques, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

    PSE: Adam, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Ettl, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Imbeni, Izquierdo Collado, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Paasilinna, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Roure, Ruffolo, Sacconi, Sakellariou, dos Santos, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Thorning-Schmidt, Titley, Trentin, Vairinhos, Van Lancker, Volcic, Walter, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

    UEN: Berlato, Caullery, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro, Turchi

    Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Dhaene, Ferrández Lezaun, Flautre, Gahrton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lipietz, MacCormick, McKenna, Mayol i Raynal, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, de Roo, Rühle, Sörensen, Staes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

    Tegen: 9

    GUE/NGL: Alyssandrakis, Patakis, Schröder Ilka

    NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, Martinez

    Onthoudingen: 22

    EDD: Abitbol, Andersen, Bernié, Bonde, Farage, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk

    GUE/NGL: Bordes, Cauquil, Figueiredo, Frahm, Krarup, Laguiller, Seppänen, Sjöstedt, Vachetta

    NI: Garaud

    PPE-DE: Böge

    UEN: Camre

    Verts/ALE: Boumediene-Thiery, Rod

    18.   B5-0479/2003 — Gemeenschappelijke resolutie — Top EU/Rusland

    Amendement 1

    Voor: 120

    EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

    ELDR: Andreasen, André-Léonard, Busk, Calò, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Gasòliba i Böhm, Huhne, Lynne, Maaten, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Nicholson of Winterbourne, Nordmann, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Ries, Riis-Jørgensen, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

    GUE/NGL: Ainardi, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Di Lello Finuoli, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krarup, Laguiller, Marset Campos, Meijer, Morgantini, Naïr, Puerta, Scarbonchi, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Vachetta

    NI: Borghezio, Cappato, Dell'Alba, Dupuis, Garaud, Gollnisch, Lang, Martinez, Pannella

    PPE-DE: Arvidsson, Cederschiöld, Grönfeldt Bergman, Pomés Ruiz, Stenmarck, Wachtmeister, Wijkman

    PSE: Corbett, Hedkvist Petersen, Lund, Marinho, Poos, Roure, Scheele

    UEN: Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Ó Neachtain

    Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Dhaene, Ferrández Lezaun, Flautre, Gahrton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lipietz, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Sörensen, Staes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

    Tegen: 302

    EDD: Belder, Blokland, van Dam, Esclopé

    NI: Berthu, Beysen, Gorostiaga Atxalandabaso, Hager, de La Perriere

    PPE-DE: Andria, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Brok, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Cushnahan, Daul, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grosch, Grossetête, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hernández Mollar, Hieronymi, Inglewood, Jeggle, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, Mann Thomas, Marques, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Podestà, Poettering, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenzel, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vlasto, Wenzel-Perillo, von Wogau, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

    PSE: Adam, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Ceyhun, Colom i Naval, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Ettl, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Imbeni, Izquierdo Collado, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Martin David W., Martin Hans-Peter, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Napoletano, Napolitano, Paasilinna, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Ruffolo, Sacconi, Sakellariou, dos Santos, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Thorning-Schmidt, Titley, Trentin, Vairinhos, Van Lancker, Volcic, Walter, Weiler, Whitehead, Wiersma, Zorba, Zrihen

    UEN: Camre, Caullery, Pasqua, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

    Onthoudingen: 16

    EDD: Abitbol, Bernié, Butel, Farage, Mathieu, Raymond, Saint-Josse

    GUE/NGL: Alyssandrakis, Patakis

    NI: Claeys, Dillen

    PPE-DE: Posselt

    UEN: Berlato, Muscardini, Nobilia, Turchi

    19.   Verslag Queiró A5-0370/2003

    Amendement 3

    Voor: 71

    EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

    ELDR: Andreasen, André-Léonard, Busk, Calò, Davies, De Clercq, Di Pietro, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Lynne, Maaten, Monsonís Domingo, Mulder, Nicholson of Winterbourne, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Ries, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Väyrynen, Vallvé, Vermeer, Virrankoski, Wallis, Watson

    GUE/NGL: Bergaz Conesa, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Marset Campos, Vachetta

    PPE-DE: Korhola

    PSE: El Khadraoui, Lund, Marinho, Paasilinna, Schmid Gerhard, Van Lancker

    Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Dhaene, Ferrández Lezaun, Flautre, Gahrton, Isler Béguin, Lagendijk, Lipietz, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Staes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

    Tegen: 281

    EDD: Belder, Blokland, van Dam, Farage

    GUE/NGL: Caudron, Naïr, Schröder Ilka

    NI: Berthu, Beysen, Claeys, Dillen, Hager, de La Perriere

    PPE-DE: Andria, Arvidsson, Balfe, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Beazley, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Brok, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grossetête, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hieronymi, Inglewood, Jeggle, Karas, Kastler, Khanbhai, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Marques, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Menrad, Mombaur, Morillon, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Sudre, Suominen, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Zacharakis, Zimmerling, Zissener

    PSE: Adam, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Dehousse, De Keyser, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Imbeni, Izquierdo Collado, Jöns, Junker, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Martin David W., Martin Hans-Peter, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Miranda de Lage, Müller, Myller, Patrie, Pérez Royo, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Roure, Sacconi, Sakellariou, dos Santos, Scheele, Schulz, Skinner, Souladakis, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Titley, Trentin, Vairinhos, Volcic, Walter, Weiler, Whitehead, Wiersma, Zorba, Zrihen

    UEN: Berlato, Camre, Caullery, Collins, Muscardini, Nobilia, Pasqua, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro, Turchi

    Verts/ALE: Sörensen

    Onthoudingen: 30

    GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bordes, Boudjenah, Cauquil, Di Lello Finuoli, Figueiredo, Frahm, Kaufmann, Koulourianos, Krarup, Laguiller, Meijer, Modrow, Patakis, Seppänen, Sjöstedt, Wurtz

    NI: Cappato, Gorostiaga Atxalandabaso, Lang, Martinez

    PPE-DE: Banotti

    PSE: De Rossa, Désir, Ferreira

    UEN: Crowley, Fitzsimons, Ó Neachtain

    20.   Verslag Queiró A5-0370/2003

    Paragraaf 12

    Voor: 270

    ELDR: Andreasen, André-Léonard, Busk, Calò, Davies, De Clercq, Di Pietro, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Lynne, Maaten, Monsonís Domingo, Mulder, Nicholson of Winterbourne, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Ries, Sterckx, Sørensen, Väyrynen, Vallvé, Vermeer, Virrankoski, Wallis, Watson

    GUE/NGL: Caudron

    NI: Berthu, Beysen, Hager, de La Perriere

    PPE-DE: Andria, Arvidsson, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bremmer, Brok, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cocilovo, Coelho, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Doorn, Doyle, Ebner, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grossetête, Hatzidakis, Hieronymi, Jeggle, Karas, Kastler, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Menrad, Mombaur, Morillon, Naranjo Escobar, Nassauer, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Sudre, Suominen, Theato, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Zacharakis, Zimmerling, Zissener

    PSE: Aparicio Sánchez, Baltas, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Ceyhun, Colom i Naval, Dehousse, De Keyser, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Ferreira, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Hazan, van Hulten, Iivari, Imbeni, Izquierdo Collado, Jöns, Junker, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Leinen, Linkohr, Lund, McNally, Malliori, Mann Erika, Martin David W., Martin Hans-Peter, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Paasilinna, Patrie, Pérez Royo, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Roure, Sacconi, Sakellariou, dos Santos, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Souladakis, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Trentin, Volcic, Walter, Weiler, Whitehead, Wiersma, Zorba, Zrihen

    UEN: Berlato, Caullery, Collins, Crowley, Fitzsimons, Muscardini, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro, Turchi

    Verts/ALE: Cohn-Bendit, Sörensen

    Tegen: 79

    EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Farage, Sandbæk

    ELDR: Schmidt

    GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Cauquil, Di Lello Finuoli, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krarup, Laguiller, Marset Campos, Meijer, Modrow, Naïr, Patakis, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Vachetta, Wurtz

    NI: Cappato, Gorostiaga Atxalandabaso

    PPE-DE: Sacrédeus

    PSE: Adam, Andersson, Bowe, Corbett, El Khadraoui, Ford, Haug, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Karlsson, McAvan, McCarthy, Vairinhos, Van Lancker

    Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Dhaene, Ferrández Lezaun, Flautre, Gahrton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lipietz, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Staes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

    Onthoudingen: 34

    ELDR: Dybkjær

    NI: Claeys, Dillen, Lang, Martinez

    PPE-DE: Balfe, Banotti, Beazley, Bowis, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Deva, Dover, Elles, Foster, Goodwill, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Inglewood, Khanbhai, Nicholson, Parish, Perry, Purvis, Tannock, Twinn, Van Orden, Villiers

    PSE: De Rossa, Lange

    UEN: Camre

    21.   Verslag Queiró A5-0370/2003

    Overweging G

    Voor: 280

    EDD: Belder, Blokland, van Dam

    ELDR: Andreasen, André-Léonard, Busk, Calò, Davies, De Clercq, Di Pietro, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Lynne, Maaten, Monsonís Domingo, Mulder, Nicholson of Winterbourne, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Ries, Sterckx, Sørensen, Väyrynen, Vallvé, Vermeer, Virrankoski, Wallis, Watson

    GUE/NGL: Naïr

    NI: Berthu, Beysen, Claeys, Dillen, Hager, Lang, de La Perriere, Martinez

    PPE-DE: Andria, Arvidsson, Balfe, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Beazley, Berend, Böge, Bourlanges, Bowis, Bremmer, Brok, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grossetête, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hieronymi, Inglewood, Jeggle, Karas, Kastler, Khanbhai, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lulling, Maat, Mann Thomas, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Menrad, Mombaur, Morillon, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Sudre, Suominen, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Zacharakis, Zimmerling, Zissener

    PSE: Adam, Aparicio Sánchez, Baltas, Berenguer Fuster, van den Berg, Bowe, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Colom i Naval, Corbett, Dehousse, De Keyser, Díez González, Duhamel, Ettl, Ford, Ghilardotti, Glante, Gröner, Hänsch, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Imbeni, Jöns, Junker, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Pérez Royo, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Rocard, Rodríguez Ramos, Rothe, Roure, Sacconi, Sakellariou, dos Santos, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Souladakis, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Titley, Trentin, Vairinhos, Volcic, Walter, Whitehead, Wiersma, Zorba, Zrihen

    UEN: Berlato, Camre, Caullery, Muscardini, Nobilia, Pasqua, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro, Turchi

    Verts/ALE: Jonckheer, MacCormick, Sörensen

    Tegen: 92

    EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

    ELDR: Schmidt

    GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Di Lello Finuoli, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krarup, Laguiller, Marset Campos, Meijer, Modrow, Patakis, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Vachetta, Wurtz

    NI: Gorostiaga Atxalandabaso

    PPE-DE: Korhola, Pronk, Sacrédeus

    PSE: Andersson, Berger, Bösch, Bullmann, Carlotti, Ceyhun, Désir, Duin, El Khadraoui, Ferreira, Fruteau, Garot, Gebhardt, Gill, Gillig, Görlach, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, Martin Hans-Peter, Paasilinna, Patrie, Poignant, Read, Roth-Behrendt, Van Lancker, Weiler

    Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Dhaene, Ferrández Lezaun, Flautre, Gahrton, Isler Béguin, Lagendijk, Lipietz, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Staes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

    Onthoudingen: 8

    NI: Cappato

    PPE-DE: Banotti

    PSE: De Rossa, Guy-Quint

    UEN: Collins, Crowley, Fitzsimons, Ó Neachtain

    22.   Verslag Lagendijk A5-0397/2003

    Amendement 9

    Voor: 143

    EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

    ELDR: Nicholson of Winterbourne

    GUE/NGL: Ainardi, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Boudjenah, Caudron, Di Lello Finuoli, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Marset Campos, Meijer, Modrow, Naïr, Seppänen, Sjöstedt, Wurtz

    NI: Gorostiaga Atxalandabaso

    PPE-DE: Wuermeling

    PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cercas, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Ettl, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Imbeni, Izquierdo Collado, Jöns, Junker, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Paasilinna, Patrie, Pérez Royo, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Roure, Sacconi, Sakellariou, dos Santos, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Souladakis, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Titley, Trentin, Vairinhos, Van Lancker, Walter, Whitehead, Wiersma, Zorba, Zrihen

    Verts/ALE: Auroi, Boumediene-Thiery, Cohn-Bendit, Ferrández Lezaun, Isler Béguin, Lipietz, Piétrasanta, Rod

    Tegen: 216

    EDD: Belder, Blokland, van Dam

    ELDR: Andreasen, André-Léonard, Busk, Calò, Davies, De Clercq, Di Pietro, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Lynne, Maaten, Monsonís Domingo, Mulder, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Ries, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Väyrynen, Vallvé, Vermeer, Virrankoski, Wallis, Watson

    NI: Berthu, Beysen, Cappato, Claeys, Dillen, Hager, de La Perriere

    PPE-DE: Andria, Arvidsson, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Beazley, Berend, Böge, Bourlanges, Bowis, Bremmer, Brok, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Grönfeldt Bergman, Grossetête, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hieronymi, Inglewood, Jeggle, Karas, Kastler, Khanbhai, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lulling, Maat, Mann Thomas, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Menrad, Mombaur, Morillon, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Sommer, Stauner, Stenmarck, Sudre, Suominen, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wijkman, von Wogau, Zacharakis, Zimmerling, Zissener

    UEN: Berlato, Camre, Caullery, Collins, Crowley, Fitzsimons, Muscardini, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

    Verts/ALE: Aaltonen, Breyer, Buitenweg, Dhaene, Flautre, Gahrton, Lagendijk, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, de Roo, Rühle, Sörensen, Staes, Wuori, Wyn

    Onthoudingen: 11

    GUE/NGL: Alyssandrakis, Bordes, Cauquil, Krarup, Laguiller, Patakis, Schröder Ilka, Vachetta

    NI: Martinez

    PSE: Dehousse, Martin Hans-Peter

    23.   Verslag Lagendijk A5-0397/2003

    Paragraaf 2

    Voor: 189

    EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

    ELDR: Andreasen, Busk, Calò, Davies, De Clercq, Di Pietro, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Lynne, Maaten, Monsonís Domingo, Mulder, Nicholson of Winterbourne, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Ries, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Väyrynen, Vallvé, Vermeer, Virrankoski, Wallis, Watson

    GUE/NGL: Ainardi, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Boudjenah, Caudron, Di Lello Finuoli, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Kaufmann, Koulourianos, Marset Campos, Meijer, Modrow, Naïr, Seppänen, Sjöstedt, Wurtz

    NI: Cappato, Gorostiaga Atxalandabaso

    PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Ettl, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Imbeni, Izquierdo Collado, Jöns, Junker, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Paasilinna, Patrie, Pérez Royo, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Roure, Sacconi, Sakellariou, dos Santos, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Souladakis, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Titley, Trentin, Vairinhos, Van Lancker, Walter, Weiler, Whitehead, Wiersma, Zorba, Zrihen

    Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Dhaene, Ferrández Lezaun, Flautre, Gahrton, Isler Béguin, Lagendijk, Lipietz, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Sörensen, Staes, Wuori, Wyn

    Tegen: 165

    ELDR: André-Léonard

    NI: Berthu, Beysen, Claeys, Dillen, Hager, de La Perriere, Martinez

    PPE-DE: Andria, Arvidsson, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Beazley, Berend, Bourlanges, Bowis, Bremmer, Brok, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Grönfeldt Bergman, Grossetête, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hieronymi, Inglewood, Jeggle, Karas, Kastler, Khanbhai, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lulling, Maat, Mann Thomas, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Menrad, Mombaur, Morillon, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Sommer, Stauner, Stenmarck, Sudre, Suominen, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Zacharakis, Zimmerling, Zissener

    UEN: Berlato, Camre, Caullery, Collins, Crowley, Fitzsimons, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

    Onthoudingen: 13

    EDD: Belder, Blokland, van Dam

    GUE/NGL: Alyssandrakis, Bordes, Cauquil, Krarup, Laguiller, Patakis, Schröder Ilka, Vachetta

    PSE: Dehousse, Martin Hans-Peter

    24.   B5-0490/2003 Sri Lanka

    Resolutie

    Voor: 73

    EDD: Andersen, Belder, van Dam, Sandbæk

    ELDR: André-Léonard, Lynne

    GUE/NGL: Bakopoulos, Koulourianos, Markov, Meijer

    NI: Berthu, Beysen, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso

    PPE-DE: Andria, Arvidsson, Bowis, Camisón Asensio, Chichester, Cushnahan, Daul, Deva, Flemming, Fourtou, Friedrich, García-Margallo y Marfil, Goepel, Gomolka, Grönfeldt Bergman, Grossetête, Hatzidakis, Karas, Kastler, Koch, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, McCartin, Mann Thomas, Mayer Hans-Peter, Menrad, Mombaur, Nicholson, Ojeda Sanz, Perry, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Schröder Jürgen, Sommer, Stenmarck, Sudre, Zimmerling

    PSE: Baltas, Berger, Casaca, De Keyser, Ettl, Kindermann, McAvan, Mastorakis, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Myller, Scheele, Souladakis

    Verts/ALE: Auroi, Buitenweg, Lagendijk, MacCormick, Onesta, Rod


    AANGENOMEN TEKSTEN

     

    P5_TA(2003)0509

    Tweede generatie van het Schengen-informatiesysteem (SIS II)

    Aanbeveling van het Europees Parlement aan de Raad betreffende de tweede generatie van het Schengen-informatiesysteem (SIS II) (2003/2180(INI))

    Het Europees Parlement,

    gezien de ontwerpaanbeveling aan de Raad, ingediend door Carlos Coelho namens de PPE-DE-Fractie, betreffende de tweede generatie van het Schengen-informatiesysteem (SIS II) (B5-0268/2003),

    gelet op de komende uitbreiding van de Europese Unie,

    onder verwijzing naar zijn standpunt van 17 december 2002 over het initiatief van het Koninkrijk Spanje met het oog op de aanneming van een verordening van de Raad betreffende de invoering van enkele nieuwe taken in het Schengen-informatiesysteem, met name bij de bestrijding van terrorisme (1),

    gezien de conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad te Thessaloniki, en met name op punt 11 daarvan,

    gezien de conclusies van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 5/6 juni 2003, met name ten aanzien van de functies van het SIS en de SIS II-architectuur,

    gelet op de besprekingen in de Raad over de twee initiatieven van Spanje betreffende de invoering van nieuwe taken in het Schengen-informatiesysteem (SIS II), met name bij de bestrijding van terrorisme,

    gezien het werkdocument van de diensten van de Commissie over de ontwikkeling van de tweede generatie van het Schengen-informatiesysteem — voortgangsverslag 2002 (SEC(2003) 206),

    gezien het door de Commissie ingediende voorstel voor een verordening tot wijziging van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen van 14 juni 1985 betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, voor wat betreft de toegang tot het Schengen-informatiesysteem voor de instanties die in de lidstaten belast zijn met de afgifte van kentekenbewijzen van voertuigen (COM(2003) 510),

    gezien het vijfde jaarverslag van de Gemeenschappelijke Controleautoriteit van Schengen (GCS),

    gezien de werkdocumenten over gemeenschappelijke regels voor de bescherming van persoonsgegevens in de derde pijler, met name de nota van het Griekse voorzitterschap van 3 juni 2003,

    gelet op artikel 49, lid 3 en artikel 107 van zijn Reglement,

    gezien het verslag van de Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken (A5-0398/2003),

    Het Schengen-informatiesysteem II

    A.

    overwegende dat het Schengen-informatiesysteem (SIS) is opgezet als compenserende maatregel om het vrij verkeer van personen mogelijk te maken,

    B.

    overwegende dat in de loop der jaren het SIS is geëvolueerd van compenserende maatregel tot nuttig en doeltreffend instrument van politiesamenwerking waarvan de data voor andere dan de aanvankelijk voorziene doeleinden (2) kunnen worden gebruikt,

    C.

    overwegende dat ook de uitbreiding van de Europese Unie de ontwikkeling van een tweede generatie van het SIS noodzakelijk maakt,

    D.

    overwegende dat is besloten dat SIS II in 2006 operationeel moet zijn,

    E.

    overwegende dat tot dusverre in toepassing van artikel 30 van het Verdrag betreffende de Europese Unie noch geen duidelijk rechtskader voor de beginselen voor politiesamenwerking is vastgesteld, noch een duidelijk beleid voor grensbescherming is geformuleerd,

    Nieuwe taken

    F.

    overwegende dat de Raad in zijn conclusies van 5/6 juni 2003 in beginsel is overeengekomen dat in het kader van SIS II de volgende mogelijkheden moeten worden geboden: toevoeging van nieuwe signaleringscategorieën (zowel inzake personen als voor voorwerpen) en velden, koppeling van signaleringen, aanpassing van de duur van de signaleringen, en opslag, overdracht en mogelijk opvragen van biometrische gegevens, in het bijzonder foto's en vingerafdrukken,

    G.

    overwegende dat de Raad nog geen besluit heeft genomen over concrete zaken zoals welke nieuwe categorieën van personen of voorwerpen moeten worden toegevoegd,

    H.

    overwegende dat de besprekingen in de Raad over de twee Spaanse initiatieven betreffende de invoering van nieuwe taken in het Schengen-informatiesysteem, met name bij de bestrijding van terrorisme, tot een akkoord hebben geleid over een aantal nieuwe voorwerpen, zoals bepaalde voertuigen en documenten,

    Het Europees aanhoudingsbevel

    I.

    overwegende dat artikel 9 van het kaderbesluit 2002/584/JBZ van de Raad betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten (3) voorziet in het gebruik van SIS voor de toezending van een Europees aanhoudingsbevel,

    Nieuwe gebruikers

    J.

    overwegende dat de Raad in zijn conclusies van 5/6 juni 2003 in beginsel is overeengekomen dat SIS II toegankelijk moet zijn voor nieuwe autoriteiten (waar nodig, met inbegrip van de mogelijkheid van gedeeltelijke toegang, of toegang met een ander oogmerk dan oorspronkelijk bij de signalering het geval was), alhoewel nog niet is beslist welke autoriteiten toegang krijgen,

    K.

    overwegende dat de Raad weliswaar akkoord lijkt te zijn gegaan (4) met een aantal eerder door het Parlement gestelde voorwaarden voor toegang van Europol tot het SIS, doch daarentegen niet is ingegaan op dringende verzoeken zoals inachtneming door Europol van de in artikel 117 van de Schengen-uitvoeringsovereenkomst vastgelegde gegevensbeschermingsvereisten, dat het uitsluitend gegevens zoekt voor een bepaald doel, dat het geen gegevens waartoe het toegang heeft, kan doorgeven aan derde landen of instanties en dat de gemeenschappelijke controleautoriteit een belangrijkere rol krijgt,

    L.

    overwegende dat er sprake is van eenzelfde situatie wat betreft de toegang voor nationale Eurojustleden; het verzoek van het Parlement dat Eurojust geen gegevens waartoe het toegang heeft aan derde landen of instanties zou doorgeven en dat het uitsluitend doelgericht gegevens kan zoeken, is niet door de Raad gehonoreerd,

    M.

    overwegende dat de ontwerpteksten van de Raad inzake de initiatieven van Spanje toegang mogelijk maken voor de nationale gerechtelijke autoriteiten bij de uitoefening van hun in de nationale wetgeving vastgelegde taken; overwegende dat de gemeenschappelijke controleautoriteit van oordeel is dat toegang moet worden beperkt tot het doel van de signalering in het SIS en niet kan worden uitgebreid tot in de nationale wetgevingen vastgelegde taken (5),

    N.

    overwegende dat de Commissie onlangs in haar bovengenoemde voorstel voor een verordening heeft voorgesteld het SIS toegankelijk te maken voor de instanties die in de lidstaten belast zijn met de afgifte van kentekenbewijzen van voertuigen,

    O.

    overwegende dat werkgroepen van de Raad nog in bespreking zijn over toegang voor een aantal andere autoriteiten (niet-gouvernementele autoriteiten zoals kredietverlenende instanties, uitgebreide toegang voor autoriteiten die verblijfsvergunningen afgeven, toegang van asielautoriteiten tot artikel 96-gegevens, toegang voor veiligheids- en inlichtingendiensten, toegang van uitkeringsinstanties tot artikel 100 — gegevens, toegang van voor grenscontroles verantwoordelijke autoriteiten, uitgebreidere toegang voor vertegenwoordigingen van de lidstaten in het buitenland) (6),

    P.

    overwegende dat toegang voor nieuwe gebruikers het gebruik van de gegevens voor nieuwe doeleinden impliceert,

    Gegevensbescherming

    Q.

    overwegende dat het SIS de grootste databank in Europa is,

    R.

    overwegende dat de gegevensbescherming voor het SIS momenteel niet alleen bij de Overeenkomst van Schengen en middels controle door de gemeenschappelijke controleautoriteit geregeld is, maar dat hierop eveneens een verwarrend aantal gegevensbeschermingsvoorschriften en controle-instanties van de eerste en derde pijler van toepassing zijn,

    S.

    overwegende dat alle voor het SIS beoogde veranderingen gevolgen zullen hebben voor gegevensbescherming,

    T.

    overwegende dat artikel 50 van het Ontwerpverdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa voorziet in Europese wet voor de bescherming van persoonsgegevens en een onafhankelijke toezichthoudende autoriteit; overwegende dat het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie eveneens voorziet in de bescherming van persoonsgegevens (artikel 8),

    Externe betrekkingen en het SIS

    U.

    overwegende dat de tenuitvoerlegging door de nieuwe lidstaten van de Schengen-voorschriften ten aanzien van de buitengrenzen tot nieuwe grenzen in Europa zal leiden,

    V.

    overwegende dat de uitwisseling van gegevens met derde landen de EU-normen voor gegevensbescherming in gevaar dreigt te brengen,

    Beheer van het SIS

    W.

    overwegende dat het verzoek van het Europees Parlement om het strategisch beheer van het SIS in handen te geven van een agentschap dat volledig uit de EU-begroting wordt gefinancierd en wordt gecontroleerd door het Europees Parlement (7) als mogelijke oplossing in behandeling is, alhoewel er tot dusverre nog geen consensus over is bereikt,

    Locatie van het SIS

    X.

    overwegende dat er onder de lidstaten een consensus blijkt te bestaan om het operationeel beheer van het SIS voorlopig ondergebracht te laten op zijn huidige locatie in Straatsburg en voor een eventueel contingentiesysteem elders te zorgen,

    Synergie met het Visuminformatiesysteem (VIS)

    Y.

    overwegende dat de Raad in zijn conclusies van 5/6 juni 2003 betreffende de ontwikkeling van het VIS de Commissie verzoekt haar voorbereidende werkzaamheden voor de ontwikkeling van het VIS voort te zetten op basis van een gecentraliseerde architectuur, en daarbij als optie een gemeenschappelijk technisch platform met SIS II in acht te nemen zonder de ontwikkeling van het SIS II af te remmen; overwegende dat de Raad uiterlijk in december 2003 de nodige politieke sturing zal geven ten aanzien van de basiselementen van het VIS, waaronder de architectuur en de functies, de keus van een of meer biometrische identificatiemiddelen en de aanpak van de uitvoering van het systeem, zodat het VIS als een mogelijke optie in de aanbesteding voor SIS II kan worden opgenomen, en voorts overwegende dat de Commissie twee voorstellen heeft ingediend tot wijziging van de verordeningen betreffende invoering van een uniform visummodel en een uniform model voor verblijfstitels voor onderdanen van derde landen, waarbij het opslaan van een foto van het gezicht en vingerafdrukken als biometrische identificatiemiddelen verplicht wordt (COM(2003) 558),

    Begroting van het SIS en het VIS

    Z.

    overwegende dat de ontwikkeling van het SIS II naar alle waarschijnlijkheid 14,45 miljoen euro meer zal gaan kosten dan aanvankelijk voorzien; overwegende dat de rechtsgrondslag uitsluitend van toepassing is op de ontwikkelingskosten van het SIS II, en niet op de functioneringskosten; overwegende dat de kredieten voor de ontwikkeling van het SIS II niet-verplichte uitgaven zijn en bijgevolg niet onder de medebeslissingsprocedure vallen,

    AA.

    overwegende dat de ontwikkeling van het VIS wordt geraamd op 157 miljoen euro (met functioneringskosten van 35 miljoen euro per jaar); overwegende dat de Commissie thans een wetgevingsvoorstel voorbereidt om de noodzakelijke kredieten voor de ontwikkeling van het VIS op basis van artikel 66 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, dat in raadpleging van het Europees Parlement voorziet, in de begroting van de Unie op te nemen; overwegende dat, gezien de zeer hoge kosten van de ontwikkeling en het functioneren van het VIS, eerst grootschalige politieke consensus moet worden bereikt over de noodzaak van het VIS en zijn functie-eisen,

    1.

    beveelt de Raad het volgende aan:

    a)

    een publiek debat dient op gang te worden gebracht over de aan de hand van het SIS II te bereiken politieke doelstellingen en over de opzet van het SIS; deze doelstellingen dienen voorts duidelijk te worden omschreven;

    b)

    in de toekomst dient de ontwikkeling van een nieuw SIS in een transparante en democratische sfeer plaats te vinden waarbij moet worden voorkomen dat het Parlement wetgevingsvoorstellen worden voorgelegd, nadat in de Raad reeds politieke overeenstemming is bereikt;

    c)

    uitvoerig onderzoek dient te worden verricht naar de haalbaarheid van het samenvoegen van bestaande of toekomstige databanken (SIS, Europol, Eurodac, VIS, Eurojust, enz.) op basis van een enkel technisch platform met het oog op een Informatiesysteem van de Unie, dat zich zodanig zou moeten ontwikkelen dat het toekomstige systeembehoeften op alle relevante gebieden zal dekken; er dient zoveel mogelijk synergie tussen de verschillende databanken te worden ontwikkeld teneinde de systemen opnieuw te combineren en de hulpbronnen optimaal te gebruiken, overlappingen en leemten te voorkomen en een coherente gegevensbeschermingsregeling te waarborgen;

    d)

    het operationeel gebruik, de doeltreffendheid en de naleving van de grondrechten dienen jaarlijks te worden geëvalueerd, overeenkomstig het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en het Verdrag van de Raad van Europa van 28 januari 1981 tot bescherming van personen ter zake van de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens die door alle lidstaten zijn geratificeerd;

    e)

    elk voorstel voor het verlenen van volledige of gedeeltelijke toegang aan nieuwe autoriteiten dient aan een grondig onderzoek te worden onderworpen voor wat betreft het specifieke doel waarvoor deze autoriteiten toegang moeten hebben tot het SIS, welke data toegankelijk zijn, op welke wijze de toegang plaatsvindt (direct of indirect) en op welke wijze kan worden ingestaan voor de gegevensbeschermingsvereisten van Artikel 118 van de Schengen-overeenkomst; speciale aandacht dient te worden geschonken aan het standpunt van particuliere partijen (bijvoorbeeld in geval van voertuigregistratie);

    f)

    zo spoedig mogelijk dient ertoe te worden besloten dat het strategisch beheer van het SIS en andere grootschalige IT-systemen in handen wordt gegeven van een Europees agentschap onder leiding van een raad van beheer die bestaat uit vertegenwoordigers van de Europese instellingen en van lidstaten; wenst dat dit agentschap volledig uit de EU-begroting wordt gefinancierd en bijgevolg onder de controle van het Europees Parlement komt te vallen;

    g)

    voorts dient zo spoedig mogelijk een besluit te worden genomen over de definitieve locatie van het centrale gedeelte van het SIS II; geen enkele taak van SIS zou in handen mogen worden gegeven van een particuliere onderneming;

    h)

    er dient voor te worden gezorgd dat een uitbreiding van het SIS vergezeld gaat van de allerhoogste normen voor gegevensbescherming en altijd wordt getracht het juiste evenwicht te vinden tussen het recht op bescherming van persoonsgegevens en veiligheid; ook dient bijzondere aandacht te worden besteed aan de gevolgen en gevaren met betrekking tot de mensenrechten, die verbonden zijn aan de opneming van biometrische gegevens; is van oordeel dat men zich moet laten leiden door het beginsel dat gegevens uitsluitend voor van tevoren duidelijk uiteengezette doeleinden mogen worden gebruikt; verlangt de naleving van dit beginsel; maakt derhalve bezwaar tegen elke afwijking van dat beginsel, zoals bijvoorbeeld tot uitdrukking komt in de conclusies van de Raad van 5/6 juni 2003, waarin wordt aangedrongen op verder onderzoek naar de mogelijkheid voor sommige autoriteiten SISgegevens te gebruiken voor ander doeleinden dan waarvoor ze oorspronkelijk in het SIS zijn opgenomen;

    i)

    de gemeenschappelijke controleautoriteit en de nationale autoriteiten voor gegevensbescherming dienen nauw bij de ontwikkeling van het SIS II te worden betrokken;

    j)

    meer financiële middelen en menselijke hulpbronnen moeten worden ingezet voor de gemeenschappelijke controleautoriteit; dringt opnieuw aan op een specifieke begrotingsafdeling voor de gemeenschappelijke controleautoriteit die volledig los staat van de begrotingsafdeling van de Raad (8);

    k)

    de gemeenschappelijke controleautoriteit dient zo nauw mogelijk samen te werken met de door het Europees Parlement en de Raad te benoemen Europees Toezichthouder voor gegevensbescherming;

    l)

    er dient onverwijld een begin te worden gemaakt met de harmonisatie van de toegang tot gegevens en met name van de beschermingsvoorschriften in het kader van de huidige derde pijler; dringt erop aan dat bij de harmonisatie van de fundamentele beginselen wordt uitgegaan, die zonder uitzondering moeten worden nageleefd;

    m)

    de tijdens de Europese Raad te Kopenhagen overeengekomen Schengen-faciliteit dient ook te worden gebruikt voor de nationale voorbereiding van de nieuwe lidstaten op opneming in het SIS; er dient in het bijzonder op te worden toegezien dat constant hoge normen inzake gegevensbescherming en efficiency worden gehanteerd in de nationale en centrale componenten van het SIS, in het bijzonder wat mogelijke verschillen qua opzet en technologie betreft;

    n)

    de burgers dienen beter over het SIS te worden geïnformeerd; verwijst naar het beginsel dat degenen waarop de opgeslagen gegevens betrekking hebben, recht op toegang tot en rectificatie van hun persoonlijke gegevens hebben en dat, indien het recht op toegang niet volledig of slechts ten dele kan worden nageleefd, de betrokkenen erop moeten worden gewezen dat zij het recht hebben om bij de bevoegde autoriteit in beroep te gaan; wenst dat er op Europees niveau een recht van beroep bij de Ombudsman en/of de Toezichthouder voor gegevensbescherming wordt ingesteld;

    o)

    de Commissie dient ertoe te worden gebracht haar wetgevingsvoorstel niet alleen op artikel 66, maar ook op artikel 62, lid 2, onder b) iv (voorschriften betreffende een uniform visum) van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap te baseren ten einde in de begroting van de Unie de noodzakelijke kredieten voor de ontwikkeling van het VIS te kunnen opnemen, waardoor het vanaf 1 mei 2004 onder de medebeslissingsprocedure zou komen te vallen; wenst bij deze gelegenheid maar ook op een permanente basis uitvoerig door de Raad te worden geïnformeerd over het VIS, inclusief de uitkomst van de haalbaarheidsstudie, de opneming van biometrische gegevens, de externe aspecten van de ontwikkeling van het VIS en de bepalingen betreffende gegevensbescherming;

    p)

    regelmatige informatie van het Parlement over de ontwikkeling van het SIS II is vereist;

    q)

    de hierboven uiteengezette standpunten dienen door de Raad in aanmerking te worden genomen;

    *

    * *

    2.

    verzoekt zijn Voorzitter deze aanbeveling te doen toekomen aan de Raad en — ter informatie — aan de Commissie en de gemeenschappelijke controleautoriteit van Schengen.


    (1)  P5-TA(2002)0611.

    (2)  Nota van het voorzitterschap over de vereisten waaraan het SIS moet voldoen, doc. 5968/02, 5.2.2002.

    (3)  PB L 190 van 18.7.2002, blz. 1.

    (4)  Meest recente beschikbare documenten zijn doc. 10054/03 en 10055/03.

    (5)  SCHAC 2513/02, blz. 3.

    (6)  Doc. 5033/2003.

    (7)  Resolutie van het Europees Parlement van 20 september 2001 over het passeren van de buitengrenzen en de ontwikkeling van de samenwerking in het kader van Schengen, punt 19 (PB C 77 E van 28.3.2002, blz. 141).

    (8)  Standpunt van het Europees Parlement van 21 september 2000 over het initiatief van de Portugese Republiek met het oog op de aanneming van een besluit van de Raad tot oprichting van een secretariaat voor de gemeenschappelijke controleorganen voor gegevensbescherming ingesteld bij de Overeenkomst tot oprichting van een Europese Politiedienst (Europolovereenkomst), de Overeenkomst inzake het gebruik van informatica op douanegebied en de Overeenkomst ter uitvoering van het te Schengen gesloten Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen (Schengenovereenkomst) (PB C 146 van 17.5.2001, blz. 83).

    P5_TA(2003)0510

    Toegang tot de markt voor havendiensten *** III

    Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over de door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke ontwerptekst van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad over toegang tot de markt voor havendiensten (PE-CONS 3670/2003 — C5-0461/2003 — 2001/0047(COD))

    (Medebeslissingsprocedure: derde lezing)

    Het Europees Parlement,

    gezien de door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke ontwerptekst en de daarop betrekking hebbende verklaring van de Commissie (PE-CONS 3670/2003 — C5-0461/2003),

    gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt (1) inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2001) 35) (2),

    gezien het gewijzigde voorstel van de Commissie (COM(2002) 101 (3),

    gezien zijn in tweede lezing geformuleerde standpunt (4). inzake het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (5),

    gezien het advies van de Commissie over de amendementen van het Parlement op het gemeenschappelijk standpunt (COM(2003) 208 — C5-0182/2003) (6),

    gelet op artikel 251, lid 5 van het EG-Verdrag,

    gelet op artikel 83 van zijn Reglement,

    gezien het verslag van zijn delegatie in het bemiddelingscomité (A5-0364/2003),

    1.

    verwerpt de gemeenschappelijke ontwerptekst;

    2.

    verzoekt zijn Voorzitter deze wetgevingsresolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


    (1)  PB C 140 E van 13.6.2002, blz. 283.

    (2)  PB C 154 E van 29.5.2001, blz. 290.

    (3)  PB C 181 E van 30.7.2002, blz. 160.

    (4)  Aangenomen teksten van 11.3.2003, P5_TA(2003)0078

    (5)  PB C 299 E van 3.12.2002, blz. 1.

    (6)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

    P5_TA(2003)0511

    Gelijkheid van vrouwen en mannen *** I

    Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van organisaties die op Europees niveau op het gebied van de gelijkheid van vrouwen en mannen actief zijn (COM(2003) 279 — C5-0261/2003 — 2003/0109(COD))

    (Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

    Het Europees Parlement,

    gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2003) 279), (1)

    gelet op artikel 13, lid 2 en artikel 251 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C5-0261/2003),

    gelet op artikel 67 van zijn Reglement,

    gezien het verslag van de Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen en het advies van de Begrotingscommissie (A5-0396/2003),

    1.

    hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

    2.

    is van mening dat het financieel memorandum, als geamendeerd, verenigbaar is met de bovengrens van rubriek 5 van de financiële vooruitzichten 2000-2006;

    3.

    verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

    4.

    verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


    (1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

    P5_TC1-COD(2003)0109

    Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 20 november 2003 met het oog op de aanneming van Besluit nr. .../2003/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van organisaties die op Europees niveau op het gebied van de gelijkheid van vrouwen en mannen actief zijn

    HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 13, lid 2,

    Gezien het voorstel van de Commissie (1),

    Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (2),

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De gelijkheid van vrouwen en mannen is krachtens artikel 2 en artikel 3, lid 2 van het Verdrag en de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen een basisbeginsel van het Gemeenschapsrecht. Volgens het Verdrag is de bevordering van de gelijkheid van vrouwen en mannen een bijzondere „taak” en een doelstelling van de Gemeenschap. De Gemeenschap is verplicht om deze gelijkheid in het kader van al haar acties te bevorderen.

    (2)

    Krachtens artikel 13 van het Verdrag kan de Raad alle passende maatregelen nemen om elke vorm van discriminatie op grond van geslacht te bestrijden. Artikel 13, lid 2 van het Verdrag bepaalt dat wanneer de Raad communautaire stimuleringsmaatregelen, harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten uitgezonderd, vaststelt ter ondersteuning van de maatregelen die de lidstaten nemen om bij te dragen tot de verwezenlijking van deze doelstelling, hij een besluit neemt volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag.

    (3)

    De artikelen 21 en 23 van het Handvest van de grondrechten verbieden elke vorm van discriminatie op grond van geslacht en waarborgen de gelijkheid van vrouwen en mannen op alle gebieden.

    (4)

    De ervaring op communautair niveau leert dat de bevordering van de gelijkheid van vrouwen en mannen in de praktijk een pakket van elkaar wederzijds versterkende maatregelen en vooral juridische instrumenten en concrete acties vereist.

    (5)

    Het witboek van de Commissie over Europese governance pleit ervoor de burgers inspraak vanaf de beleidsvorming tot en met de uitvoering van het beleid te geven, het maatschappelijk middenveld en de organisaties waaruit het is samengesteld bij het beleid te betrekken en efficiënter en transparanter met de belanghebbende partijen te overleggen.

    (6)

    De vierde wereldvrouwenconferentie op 15 september 1995 in Peking heeft een verklaring en een actieprogramma goedgekeurd waarin de regeringen, de internationale gemeenschap en het maatschappelijk middenveld worden opgeroepen strategische maatregelen te nemen om vrouwendiscriminatie en obstakels voor de gelijkheid van vrouwen en mannen uit de weg te ruimen.

    (7)

    De Raad heeft bij Beschikking 2001/51/EG van 20 december 2000  (3) het communautair actieprogramma in verband met de communautaire strategie inzake de gelijkheid van vrouwen en mannen vastgesteld, waarvan de maatregelen moeten worden aangevuld door de betrokken partijen steun te verlenen.

    (8)

    Doel van de begrotingsonderdelen A-3037 (nr. ABB 040503) en A-3046 (nr. ABB 040501) van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen in het begrotingsjaar 2003 (evenals tijdens de voorgaande begrotingsjaren) is steun te verlenen aan de Europese Vrouwenlobby en vrouwenorganisaties die zich voor de gelijkheid van vrouwen en mannen inzetten.

    (9)

    Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), hierna het „Financieel Reglement” genoemd, bepaalt dat er voor de bestaande steunmaatregelen behoefte aan een basisbesluit is.

    (10)

    De activiteiten van bepaalde organisaties sluiten aan bij communautaire acties die met het oog op de gelijkheid van vrouwen en mannen specifiek voor vrouwen bestemd zijn.

    (11)

    Vooral de Europese Vrouwenlobby, waarvan de meeste vrouwenorganisaties in de vijftien lidstaten deel uitmaken en die meer dan drie duizend leden telt, speelt een essentiële rol bij de promotie, de follow-up en de verspreiding van communautaire acties die met het oog op de gelijkheid van vrouwen en mannen voor vrouwen bestemd zijn. De activiteiten van de Europese Vrouwenlobby zijn van algemeen Europees belang.

    (12)

    Er is bijgevolg voldoende reden om een gestructureerd programma goed te keuren dat financiële steun verleent aan deze organisaties in de vorm van een exploitatiesubsidie of een subsidie voor activiteiten die een doelstelling van algemeen Europees belang op het gebied van de gelijkheid van vrouwen en mannen of een doelstelling die in het beleid van de Europese Unie op dit gebied past nastreven .

    (13)

    Het programma bestrijkt een groot geografisch gebied doordat de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (EER-Overeenkomst) in een ruimere samenwerking op het gebied van de gelijkheid van vrouwen en mannen voorziet tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten enerzijds en de landen van de Europese Vrijhandelsassociatie anderzijds. In de EER-Overeenkomst worden de procedures vastgesteld op grond waarvan tot de EER behorende EVA-landen aan communautaire programma's op dit gebied kunnen deelnemen. Ook de geassocieerde landen van Middenen Oost-Europa moeten overeenkomstig de voorwaarden van de Europa-overeenkomsten, de aanvullende protocollen ervan en de besluiten van de respectieve associatieraden aan het programma kunnen deelnemen, evenals Turkije overeenkomstig de voorwaarden van de kaderovereenkomst van 17 december 2001 inzake de algemene beginselen voor de deelname van Turkije aan communautaire programma's (5).

    (14)

    Het is zaak bij het verlenen van steun rekening te houden met de bijzondere aard van de organisaties die op Europees niveau op het gebied van de gelijkheid van vrouwen en mannen actief zijn.

    (15)

    Dit besluit stelt voor de gehele duur van het programma de financiële middelen vast die in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure voor de begrotingsautoriteit het voornaamste referentiepunt vormen in de zin van punt 33 van het Interinstitutioneel Akkoord van 6 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure (6),

    BESLUITEN:

    Artikel 1

    Doelstelling van het programma

    1.    Bij dit besluit wordt een communautair actieprogramma vastgesteld ter ondersteuning van de Europese Vrouwenlobby en ter bevordering van andere organisaties die op Europees niveau op het gebied van de gelijkheid van vrouwen en mannen actief zijn.

    2.   De algemene doelstelling van dit programma bestaat erin steun te verlenen aan de activiteiten van deze organisaties, waarvan het doorlopend werkprogramma of een gerichte actie een doelstelling van algemeen Europees belang op het gebied van de gelijkheid van vrouwen en mannen nastreeft of een doelstelling die in het beleid van de Europese Unie op dit gebied past.

    Artikel 2

    Toegang tot het programma

    1.   De Europese Vrouwenlobby ontvangt — mits ze de bepalingen van de bijlage naleeft — een exploitatiesubsidie die de mogelijkheid biedt niet-gouvernementele vrouwenorganisaties te vertegenwoordigen en te coördineren en informatie over vrouwen aan Europese instellingen en niet-gouvernementele organisaties door te spelen.

    2.   Om voor een subsidie in aanmerking te komen moet een organisatie die op Europees niveau op het gebied van de gelijkheid van vrouwen en mannen actief is, de bepalingen van de bijlage naleven en aan de volgende kenmerken voldoen:

    a)

    de activiteiten van de organisatie dragen bij tot de ontwikkeling en de uitvoering van communautaire acties ter bevordering van de gelijkheid van vrouwen en mannen;

    b)

    de activiteiten van de organisatie moeten stroken met de basisbeginselen en de wettelijke bepalingen van de communautaire actie op het gebied van de gelijkheid van vrouwen en mannen;

    c)

    de activiteiten van de organisatie moeten een potentiële transnationale uitstraling hebben;

    d)

    het moeten juridisch langer dan een jaar opgerichte organisaties zijn die alleen opereren of in de vorm van verschillende gecoördineerde organisaties.

    Artikel 3

    Deelname van landen buiten de Gemeenschap

    Behalve voor de organisaties in de lidstaten staat het programma open voor organisaties die op Europees niveau op het gebied van de gelijkheid van vrouwen en mannen actief zijn:

    a)

    in de toetredende staten die in 2003 het Toetredingsverdrag hebben ondertekend;

    b)

    in de EVA/EER-landen, overeenkomstig de voorwaarden van de EER-Overeenkomst;

    c)

    in Roemenië en Bulgarije, waarbij de deelnemingsvoorwaarden worden bepaald overeenkomstig de Europa-overeenkomsten, de aanvullende protocollen ervan en de besluiten van de respectieve associatieraden;

    d)

    in Turkije, waarbij de deelnemingsvoorwaarden worden bepaald overeenkomstig de bovengenoemde kaderovereenkomst van 17 december 2001 inzake de algemene beginselen voor de deelname van Turkije aan communautaire programma's.

    Artikel 4

    Selectie van begunstigden

    1.   Er wordt rechtstreeks een exploitatiesubsidie verleend aan de in punt 2.1 van de bijlage bedoelde begunstigden .

    2.   Bij het verlenen van een exploitatiesubsidie uit hoofde van het doorlopend werkprogramma of van een subsidie voor een gerichte actie van een organisatie die een doelstelling van algemeen Europees belang op het gebied van de gelijkheid van vrouwen en mannen nastreeft die in het beleid van de Europese Unie op dit gebied past, moeten de onder punt 2.2 en 2.3 van de bijlage gepreciseerde algemene criteria in acht worden genomen. De organisaties waaraan dergelijke subsidies worden verleend, worden op basis van een oproep tot het indienen van voorstellen geselecteerd.

    Artikel 5

    Verlenen van een subsidie

    De beginselen van degressiviteit in reële termen en van cofinanciering zijn van toepassing op alle begunstigden, als volgt:

    organisaties die zijn aangewezen ingevolge een basisbesluit: tenminste 10% cofinanciering, eventueel via bijdragen in natura, en zonder degressiviteit;

    organisaties die geselecteerd zijn via oproepen tot indiening van voorstellen: tenminste 20% cofinanciering, eventueel via bijdragen in natura, en met een degressiviteit in reële termen van maximaal 2,5% vanaf het derde jaar.

    Artikel 6

    Financiering

    1.   Dit programma loopt van 1 januari 2004 tot en met 31 december 2008 .

    2.   Voor de periode 2004-2008 wordt 5,5 miljoen EUR voor de uitvoering van het programma ter beschikking gesteld.

    3.   De jaarlijkse kredieten worden door de begrotingsautoriteit toegestaan binnen de grenzen van de financiële vooruitzichten.

    4.     De voor de periode na 2006 geplande kredieten zijn afhankelijk van een akkoord van de begrotingsautoriteit over de financiële vooruitzichten na 2006.

    Artikel 7

    Follow-up en evaluatie

    De Commissie dient uiterlijk op 31 december 2007 bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de verwezenlijking van de doelstellingen van dit programma. Het verslag is gebaseerd op de door de begunstigden behaalde resultaten en evalueert met name de efficiëntie waarvan ze bij de verwezenlijking van de in artikel 1 en de bijlage vastgestelde doelstellingen blijk geven.

    Dit verslag dient met name te steunen op een extern beoordelingsverslag dat uiterlijk eind 2006 beschikbaar moet zijn, en waarin in elk geval de pertinentie en de coherentie van het programma in het algemeen, de doeltreffendheid van de tenuitvoerlegging ervan (voorbereiding, selectie en praktische uitvoering van de acties) en de algemene en individuele doeltreffendheid van de diverse acties, ten aanzien van de verwezenlijking van de in artikel 1 en de bijlage omschreven doelstellingen, dienen te worden geanalyseerd.

    Artikel 8

    Inwerkingtreding

    Dit besluit treedt in werking op de dag volgende op die van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedaan te ..., de ...

    Voor het Europees Parlement

    De Voorzitter

    Voor de Raad

    De Voorzitter


    (1)  PB C ...

    (2)  Standpunt van het Europees Parlement van 20 november 2003.

    (3)  PB L 17 van 19.1.2001, blz. 22.

    (4)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

    (5)  PB L 61 van 2.3.2002, blz. 29 .

    (6)  PB C 172 van 18.6.1999, blz. 1. Akkoord als gewijzigd bij Besluit 2003/429/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 147 van 14.6.2003, blz. 25).

    BIJLAGE

    1.   Gesteunde activiteiten

    De algemene doelstelling (zie artikel 1) bestaat erin de communautaire actie op het gebied van de gelijkheid van vrouwen en mannen te versterken en de doeltreffendheid van deze actie te vergroten. Daartoe worden de Europese Vrouwenlobby en andere organisaties die op Europees niveau op het gebied van de gelijkheid van vrouwen en mannen actief zijn, financieel gesteund.

    1.1. De Europese Vrouwenlobby:

    waarborgt de follow-up van de uitvoering van het actieplatform van Peking (Verenigde Naties);

    pleit voor een betere Europese wetgeving inzake de gelijkheid van vrouwen en mannen en voor inspraak voor vrouwen op alle beleidsgebieden;

    levert een bijdrage aan vergaderingen en conferenties over de gelijkheid van vrouwen en mannen;

    voert actie om de standpunten en de belangen van vrouwen in het nationale en Europese beleid te integreren. Vrouwen worden met name gestimuleerd aan de besluitvorming deel te nemen;

    vraagt meer aandacht voor de gelijkheid van vrouwen en mannen in het kader van de uitbreiding van de EU en wenst dat de samenwerking met de vrouwenorganisaties van de nieuwe lidstaten wordt bevorderd .

    1.2. De volgende activiteiten van organisaties die op het gebied van de gelijkheid van vrouwen en mannen actief zijn, kunnen een bijdrage leveren aan de versterking en de doeltreffendheid van de communautaire actie:

    vertegenwoordiging van de betrokken partijen op communautair vlak;

    voorlichtingsactiviteiten (met name studies, campagnes, seminars, enzovoort) ter bevordering van de gelijkheid van vrouwen en mannen;

    verspreiding van informatie over de communautaire actie op het gebied van de gelijkheid van vrouwen en mannen;

    acties voornamelijk ter bevordering van de combinatie van beroep en gezin, de participatie van vrouwen aan de besluitvorming, de bestrijding van alle vormen van geweld jegens vrouwen, seksuele stereotypen en discriminatie op het werk , alsmede de toepassing van het beginsel van gelijkheid van vrouwen en mannen op het gebied van onderwijs, sport, gezondheid en sociale bescherming ;

    acties gericht op het bevorderen van samenwerking met vrouwenverenigingen van derde landen en bewustmaking wat de situatie van de vrouw in de wereld betreft.

    2.   Uitvoering van de gesteunde activiteiten

    De activiteiten van organisaties die uit hoofde van het programma communautaire subsidies kunnen krijgen, vallen onder een van de volgende onderdelen:

    2.1. Deel 1: doorlopende activiteiten van de Europese Vrouwenlobby (de leden van de Europese Vrouwenlobby zijn onder andere vrouwenorganisaties in de lidstaten van de Europese Unie) waarbij de volgende beginselen in acht worden genomen:

    de onafhankelijkheid van de Europese Vrouwenlobby bij de selectie van haar leden;

    een ruime autonomie voor de Europese Vrouwenlobby bij haar activiteiten met inachtneming van punt 1.1 .

    2.2 Deel 2: doorlopende activiteiten van een organisatie zonder winstoogmerk die een doelstelling van algemeen Europees belang op het gebied van de gelijkheid van vrouwen en mannen nastreeft.

    Overeenkomstig artikel 2 betreft het organisaties zonder winstoogmerk waarvan de activiteiten uitsluitend op de gelijkheid van vrouwen en mannen gericht zijn, onder andere door de bestrijding van geweld als een belemmering voor gelijkheid.

    Er kan een jaarlijkse exploitatiesubsidie worden toegekend om de uitvoering van het doorlopend werkprogramma van een dergelijke organisatie te ondersteunen.

    2.3 Deel 3: gerichte acties van een organisatie die een doelstelling van algemeen Europees belang op het gebied van de gelijkheid van vrouwen en mannen nastreeft of een doelstelling die in het beleid van de Europese Unie op dit gebied past.

    3.   Selectie van begunstigden

    3.1 De Europese Vrouwenlobby ontvangt de exploitatiesubsidie rechtstreeks uit hoofde van deel 1 van het programma.

    3.2 Organisaties die een exploitatiesubsidie ontvangen uit hoofde van deel 2 van het programma, worden op basis van oproepen tot het indienen van voorstellen geselecteerd.

    3.3 Organisaties die een subsidie voor een actie ontvangen uit hoofde van deel 3 van het programma, worden op basis van oproepen tot het indienen van voorstellen geselecteerd.

    De prioritaire onderwerpen en de soorten acties voor oproepen tot het indienen van voorstellen worden aan het Europees Parlement meegedeeld voordat wordt overgegaan tot een oproep tot het indienen van voorstellen.

    4.   Controles en audits

    4.1 De begunstigde van een exploitatiesubsidie houdt alle bewijsstukken van uitgaven tijdens het jaar waarvoor de subsidie is verleend (met name het geverifieerde financiële overzicht), gedurende vijf jaar na de laatste betaling ter beschikking van de Commissie. De begunstigde van een exploitatiesubsidie zorgt ervoor dat eventuele bewijsstukken in het bezit van partners of leden ter beschikking van de Commissie worden gesteld.

    4.2 De Commissie heeft het recht om de aanwending van de subsidie aan een audit te onderwerpen via haar tussenpersonen of via een bevoegde externe organisatie naar keuze. Deze audits kunnen worden uitgevoerd tijdens de volledige looptijd van de overeenkomst, evenals tijdens een periode van vijf jaar vanaf de datum waarop het saldo van de subsidie is betaald. De auditresultaten kunnen er eventueel toe leiden dat de Commissie besluiten tot terugvordering neemt.

    4.3 Het personeel van de Commissie en de door de Commissie gemachtigde externe personen hebben op passende wijze toegang tot met name de kantoren van de begunstigde, evenals tot alle noodzakelijke gegevens, ook in elektronische vorm, om deze audits tot een goed einde te brengen.

    4.4 De Europese Rekenkamer en het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) hebben dezelfde rechten als de Commissie, en met name het recht van toegang.

    4.5 Om de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraude en andere onregelmatigheden te beschermen is de Commissie krachtens Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad (1) gemachtigd ter plaatse controles en verificaties in het kader van het programma uit te voeren. Eventueel voert het OLAF onderzoek uit overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad (2).


    (1)  PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2.

    (2)  PB L 136 van 31.5.1999, blz. 1.

    P5_TA(2003)0512

    Tijdelijke Missie van de Verenigde Naties voor Kosovo en het Bureau van de Hoge Vertegenwoordiger in Bosnië en Herzegovina *

    Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1080/2000 van de Raad van 22 mei 2000 betreffende de ondersteuning van de Tijdelijke Missie van de Verenigde Naties voor Kosovo (MINUK) en het Bureau van de Hoge Vertegenwoordiger in Bosnië en Herzegovina (OHR) (COM(2003) 389 — C5-0325/2003 — 2003/0143(CNS))

    (Raadplegingsprocedure)

    Het Europees Parlement,

    gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2003) 389) (1),

    gelet op artikel 181a, lid 2 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C5-0325/2003),

    gelet op artikel 67 van zijn Reglement,

    gezien het verslag van de Commissie buitenlandse zaken, mensenrechten, gemeenschappelijke veiligheid en defensiebeleid en het advies van de Begrotingscommissie (A5-0390/2003),

    1.

    hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

    2.

    verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 250, lid 2 van het EG-Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;

    3.

    verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

    4.

    wenst dat de overlegprocedure als bedoeld in de gemeenschappelijke verklaring van 4 maart 1975 wordt ingeleid ingeval de Raad voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst;

    5.

    wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

    6.

    verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

    DOOR DE COMMISSIE VOORGESTELDE TEKST

    AMENDEMENTEN VAN HET PARLEMENT

    Amendement 1

    ARTIKEL 1, PUNT 2

    Artikel 1, lid 2 (Verordening (EG) nr. 1080/2000)

    2. Deze financiering neemt de vorm aan van een subsidie voor de begrotingen van de MINUK, de OHR en de SP.

    2. Deze financiering neemt de vorm aan van een subsidie voor de begrotingen van de MINUK, de OHR en de SP. Het bedrag van de subsidie houdt rekening met de bijdragen van lidstaten en is onderworpen aan de jaarlijkse begrotingsprocedure.

    Amendementen 4 en 6

    ARTIKEL 1, PUNT 3

    Artikel 1 bis (Verordening (EG) nr. 1080/2000)

    De Commissie zal de speciale coördinator van het Stabiliteitspact benoemen , na raadpleging van de fungerend voorzitter van de OVSE en andere betrokkenen , en bevestiging door de fungerend voorzitter van de OVSE.

    De Raad benoemt jaarlijks op voorstel van de Commissie de speciale coördinator van het Stabiliteitspact voor Zuidoost-Europa , na raadpleging van de fungerend voorzitter van de OVSE en andere betrokkenen en na bevestiging door de fungerend voorzitter van de OVSE , zoals bepaald bij de in juni 1999 te Keulen gesloten Overeenkomst tot instelling van het Stabiliteitspact voor Zuidoost-Europa .

    De Commissie informeert de terzake bevoegde commissie van het Europees Parlement te zijner tijd omtrent haar voorstel.

    Amendementen 5 en 7

    ARTIKEL 1, PUNT 3 bis (nieuw)

    Artikel 1 ter (nieuw) (Verordening (EG) nr. 1080/2000)

     

    3 bis)

    Het volgende artikel 1 ter wordt ingelast:

    Artikel 1 ter

    De door de Commissie voorgestelde kandidaat wordt uitgenodigd om voor de bevoegde commissie van het Europees Parlement een verklaring te komen afleggen.

    Het Europees Parlement maakt op basis van het resultaat van deze hoorzitting zijn oordeel over de kandidaat kenbaar aan de Commissie.


    (1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

    P5_TA(2003)0513

    Wederzijds begrip in de betrekkingen tussen EU/regio's van de niet-geïndustrialiseerde wereld *

    Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een besluit van de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma voor organen die het wederzijds begrip in de betrekkingen tussen de Europese Unie en bepaalde regio's van de niet-geïndustrialiseerde wereld bevorderen (COM(2003) 280 — C5-0350/2003 — 2003/0110(CNS))

    (Raadplegingsprocedure)

    Het Europees Parlement,

    gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2003) 280) (1),

    gelet op artikel 308 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C5-0350/2003),

    gelet op artikel 67 van zijn Reglement,

    gezien het verslag van de Commissie buitenlandse zaken, mensenrechten, gemeenschappelijke veiligheid en defensiebeleid en het advies van de Begrotingscommissie (A5-0384/2003),

    1.

    hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

    2.

    verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 250, lid 2 van het EG-Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;

    3.

    verzoekt de Raad, wanneer hij voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

    4.

    wenst dat de overlegprocedure als bedoeld in de gemeenschappelijke verklaring van 4 maart 1975 wordt ingeleid ingeval de Raad voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst;

    5.

    is van mening dat het financieel memorandum bij het voorstel van de Commissie verenigbaar is met het plafond van rubriek 5 van de financiële vooruitzichten 2000-2006;

    6.

    wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

    7.

    verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

    DOOR DE COMMISSIE VOORGESTELDE TEKST

    AMENDEMENTEN VAN HET PARLEMENT

    Amendement 1

    Overweging 3

    (3) Bijzondere aandacht zal moeten worden besteed aan de regionale dimensie van de door de Gemeenschap verleende bijstand, met name door rekening te houden met de uiteenlopende behoeften en prioriteiten van de belangrijkste regio's waarop de vorengenoemde verordeningen van toepassing zijn en door de regionale samenwerking te intensiveren.

    (3) Bijzondere aandacht zal moeten worden besteed aan de regionale dimensie van de door de Gemeenschap verleende bijstand, met name door rekening te houden met de uiteenlopende behoeften en prioriteiten van de belangrijkste regio's waarop de vorengenoemde verordeningen van toepassing zijn en door de regionale samenwerking evenwichtig en gecoördineerd te intensiveren.

    Amendement 2

    Overweging 4

    (4) Het is dienstig het wederzijds begrip tussen de Europese Unie en haar partners die deze bijstand ontvangen, te bevorderen.

    (4) Het is dienstig de wederzijdse kennis en het wederzijds begrip tussen de Europese Unie en haar partners die deze bijstand ontvangen, alsmede de zichtbaarheid , te bevorderen.

    Amendement 3

    Overweging 5

    (5) Het wederzijds begrip tussen de Unie en haar partners zal worden versterkt door de werkzaamheden van organen die gespecialiseerd zijn in het onderzoek van de betrekkingen tussen de Europese Unie en de betrokken regio's.

    (5) De wederzijdse kennis en het wederzijds begrip tussen de Unie en haar partners zal worden versterkt door de werkzaamheden van organen die gespecialiseerd zijn in het onderzoek van de betrekkingen tussen de Europese Unie en de betrokken regio's en die over de vereiste culturele achtergrond beschikken .

    Amendement 4

    Overweging 7 bis (nieuw)

     

    (7 bis) Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie hebben zich, bij de goedkeuring van het Financieel Reglement, ertoe verplicht ervoor te zorgen dat dit basisbesluit van kracht wordt met ingang van het begrotingsjaar 2004.

    Amendement 5

    Artikel 1, lid 1

    1. Er wordt een communautair actieprogramma vastgesteld ter ondersteuning van centra, instellingen of netwerken die gespecialiseerd zijn in het onderzoek van de betrekkingen tussen de Europese Unie en bepaalde regio's.

    1. Er wordt een communautair actieprogramma vastgesteld ter ondersteuning van centra, instellingen of netwerken die gespecialiseerd zijn in het onderzoek van de betrekkingen tussen de Europese Unie en bepaalde regio's om aldus de dialoog tussen culturen en beschavingen en de universele waarde van de mensenrechten te bevorderen .

    Amendement 6

    Artikel 1, lid 2

    2. De algemene doelstelling van dit programma bestaat erin de activiteiten van deze organen te ondersteunen. Deze activiteiten bestaan in de tenuitvoerlegging van het jaarprogramma van een centrum, instelling of netwerk en moeten passen in het kader van de in de bijlage omschreven activiteiten. De gesubsidieerde activiteiten dienen bij te dragen tot een beter begrip en een meer intensieve dialoog tussen de Europese Unie en de regio's waarop de ALA-, MEDA-, TACIS- en CARDS-verordeningen van toepassing zijn, evenals met de kandidaat-lidstaten.

    2. De algemene doelstelling van dit programma bestaat erin de activiteiten van deze organen te ondersteunen. Deze activiteiten bestaan in de tenuitvoerlegging van het jaarprogramma van een centrum, instelling of netwerk en moeten passen in het kader van de in de bijlage omschreven activiteiten. De gesubsidieerde activiteiten dienen bij te dragen tot een beter begrip en een meer intensieve dialoog tussen de Europese Unie en de regio's waarop de ALA-, MEDA-, TACIS- en CARDS-verordeningen van toepassing zijn, evenals met de kandidaat-lidstaten , alsook tot versterking van de sociale, culturele en menselijke samenwerking.

    Amendement 8

    Artikel 2, lid 1, streepje 1

    -

    het moet gaan om een onafhankelijke rechtspersoon zonder winstoogmerk waarvan de activiteiten in hoofdzaak gericht zijn op het bevorderen van een beter begrip van de betrekkingen tussen de Europese Unie en de betrokken regio's en die in hoofdzaak het openbaar belang behartigt;

    -

    het moet gaan om een onafhankelijke rechtspersoon zonder winstoogmerk waarvan de activiteiten in hoofdzaak gericht zijn op het bevorderen van een beter begrip van de betrekkingen tussen de Europese Unie en de betrokken regio's en die in hoofdzaak het openbaar belang en de menselijke waardigheid behartigt;

    Amendement 7

    Artikel 2, lid 1, streepje 3

    -

    de activiteiten van het orgaan moeten verenigbaar zijn met de beginselen die ten grondslag liggen aan de communautaire actie op het gebied van de buitenlandse betrekkingen en dienen te beantwoorden aan de in artikel 5 omschreven prioriteiten.

    -

    de activiteiten van het orgaan moeten verenigbaar zijn met de beginselen die ten grondslag liggen aan de communautaire actie op het gebied van de buitenlandse betrekkingen en dienen te beantwoorden aan de in punt 5 van de bijlage omschreven prioriteiten.

    Amendement 16

    Artikel 4, lid 1 bis (nieuw)

     

    1 bis. Onder deze actie van het programma kunnen subsidies worden toegekend ter ondersteuning van bepaalde exploitatie- en huishoudelijke kosten van organen met een doelstelling van algemeen Europees belang, in verschillende geografische gebieden.

    Met het oog op het toekennen van subsidies publiceert de Commissie oproepen tot het indienen van voorstellen. De Commissie kan evenwel ook subsidies toekennen zonder het publiceren van oproepen tot het indienen van voorstellen indien de begrotingslijn een bepaalde begunstigde uitdrukkelijk noemt. De Commissie kan dit ook doen indien de begroting de begunstigden en de aan hen toegekende bedragen uitdrukkelijk noemt en indien het totaalbedrag van de betrokken begrotingslijn door de begrotingsautoriteit volledig vantevoren is toegekend. In beide gevallen zijn alle overige bepalingen van het Financieel Reglement, de uitvoeringsbepalingen voor het Financieel Reglement en het basisbesluit van toepassing.

    De Commissie kent de subsidies aan de betrokken organen toe tegen overlegging van een passend werkprogramma en begroting. Subsidies worden toegekend op jaarbasis of met mogelijkheid van verlenging, overeenkomstig een kaderpartnerschapsovereenkomst met de Commissie.

    De onder deze actie toegekende subsidies vallen niet onder het beginsel van geleidelijke degressiviteit zoals bedoeld in artikel 113, lid 2 van het Financieel Reglement.

    Amendement 17

    Artikel 4, lid 2

    2. De selectie van de organen waaraan deze subsidies voor huishoudelijke uitgaven worden toegekend, geschiedt door middel van een oproep tot het indienen van voorstellen die de volledige duur van dit programma bestrijkt, teneinde een partnerschap tot stand te brengen tussen deze organen en de Europese Unie.

    Op basis van de oproep tot het indienen van voorstellen, stelt de Commissie overeenkomstig artikel 116 van het Financieel Reglement de lijst van begunstigden en de toegekende bedragen vast.

    Schrappen.

    Amendement 10

    Artikel 5

    1. De uit hoofde van dit programma toegekende subsidies voor huishoudelijke uitgaven mogen niet alle in aanmerking komende uitgaven van het orgaan financieren in het kalenderjaar waarvoor de subsidie is toegekend.

    1. De uit hoofde van dit programma toegekende subsidies voor huishoudelijke uitgaven mogen niet alle in aanmerking komende uitgaven van het orgaan financieren in het kalenderjaar waarvoor de subsidie is toegekend. De hiernavolgende beginselen van degressiviteit in reële termen en cofinanciering zijn van toepassing op alle begunstigden.

    2. Het bedrag van een aldus toegekende subsidie voor huishoudelijke uitgaven bedraagt niet meer dan 70 % van de in aanmerking komende uitgaven van het orgaan in het kalenderjaar waarvoor de subsidie is toegekend.

    2. Het bedrag van een aldus uit hoofde van dit programma toegekende subsidie voor huishoudelijke uitgaven bedraagt niet meer dan 80 % van de in aanmerking komende uitgaven van het orgaan in het kalenderjaar waarvoor de subsidie is toegekend.

    3. In artikel 113, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 is bepaald dat de aldus toegekende subsidies voor huishoudelijke uitgaven in geval van verlenging een degressief karakter hebben. Wanneer een subsidie wordt toegekend aan een orgaan dat het voorafgaande jaar reeds een dergelijke subsidie voor huishoudelijke uitgaven heeft ontvangen, is het percentage van de cofinanciering door de Gemeenschap dat de nieuwe subsidie vertegenwoordigt minstens 10 procentpunten lager dan de cofinanciering door de Gemeenschap die de subsidie van het voorbije jaar vertegenwoordigde .

    3. In artikel 113, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 is bepaald dat de aldus toegekende subsidies voor huishoudelijke uitgaven in geval van verlenging een degressief karakter in reële termen hebben. Wanneer een subsidie wordt toegekend aan een orgaan dat het voorafgaande jaar reeds een dergelijke subsidie voor huishoudelijke uitgaven heeft ontvangen, wordt vanaf het derde jaar een degressiviteit van 2,5 % toegepast.

    Amendement 11

    Artikel 6, lid 1

    1. Dit programma begint op 1 januari 2004 en eindigt op 31 december 2006 .

    1. Dit programma begint op 1 januari 2004 en eindigt op 31 december 2008 .

    Amendement 12

    Artikel 6, lid 2 bis (nieuw)

     

    2 bis. De voor de periode na 2006 geplande kredieten zijn afhankelijk van een akkoord van de begrotingsautoriteit over de financiële vooruitzichten na 2006.

    Amendement 13

    Artikel 7

    Uiterlijk op 31 december 2005 legt de Commissie de Raad een verslag voor waarin wordt uiteengezet in hoeverre de doelstellingen van dit programma zijn bereikt. Dit evaluatieverslag is gebaseerd op de door de begunstigden bereikte resultaten en bevat met name een evaluatie van de relevantie, doeltreffendheid en doelgerichtheid waarvan zij blijk geven bij het verwezenlijken van de in artikel 1 en in de bijlage omschreven doelstellingen.

    Uiterlijk op 31 december 2007 legt de Commissie het Europees Parlement en de Raad een verslag voor waarin wordt uiteengezet in hoeverre de doelstellingen van dit programma zijn bereikt. Dit evaluatieverslag is gebaseerd op de door de begunstigden bereikte resultaten en bevat met name een evaluatie van de relevantie, doeltreffendheid en doelgerichtheid waarvan zij blijk geven bij het verwezenlijken van de in artikel 1 en in de bijlage omschreven doelstellingen.

    Amendement 14

    Artikel 8

    Het degressieve karakter van de communautaire bijdrage in geval van verlenging van een subsidie voor huishoudelijke uitgaven als bedoeld in artikel 5 geldt voor organen die voor het jaar voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit besluit en voor de twee voorafgaande jaren, voor dezelfde activiteiten een subsidie voor huishoudelijke uitgaven hebben ontvangen, pas vanaf het derde jaar volgende op de inwerkingtreding van dit besluit.

    Het degressieve karakter van de communautaire bijdrage in geval van verlenging van een subsidie voor huishoudelijke uitgaven als bedoeld in artikel 5 geldt voor organen die voor het jaar voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit besluit en voor de twee voorafgaande jaren, voor dezelfde activiteiten een subsidie voor huishoudelijke uitgaven hebben ontvangen, pas vanaf het derde jaar volgende op de inwerkingtreding van dit besluit , op voorwaarde dat deze organen hebben voldaan aan alle vereisten inzake goed beheer .

    Amendement 19

    Bijlage, punt 3

    De organen die een subsidie voor huishoudelijke uitgaven ontvangen, worden overeenkomstig het Financieel Reglement geselecteerd door middel van oproepen tot het indienen van voorstellen. Deze oproepen tot het indienen van voorstellen worden bij de start van het programma gedaan om de partners te selecteren waarmee de Europese Unie dit ten uitvoer zal leggen.

    Met het oog op het toekennen van subsidies publiceert de Commissie oproepen tot het indienen van voorstellen. De Commissie kan evenwel ook subsidies toekennen zonder het publiceren van oproepen tot het indienen van voorstellen indien de begrotingslijn een bepaalde begunstigde uitdrukkelijk noemt. De Commissie kan dit ook doen indien de begroting de begunstigden en de aan hen toegekende bedragen uitdrukkelijk noemt en indien het totaalbedrag van de betrokken begrotingslijn door de begrotingsautoriteit volledig vantevoren is toegekend. In beide gevallen zijn alle overige bepalingen van het Financieel Reglement, de uitvoeringsbepalingen voor het Financieel Reglement en het basisbesluit van toepassing.

    Amendement 15

    Bijlage, punt 3, alinea 1 bis (nieuw)

     

    De prioritaire thema's en soorten activiteiten in oproepen tot het indienen van voorstellen worden aan het Europees Parlement medegedeeld voordat wordt overgegaan tot het uitschrijven van deze oproepen tot indiening van voorstellen.


    (1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

    P5_TA(2003)0514

    Bevordering actief Europees burgerschap *

    Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een besluit van de Raad tot instelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van actief Europees burgerschap (civic participation) (COM(2003) 276 — C5-0321/2003 — 2003/0116(CNS))

    (Raadplegingsprocedure)

    Het Europees Parlement,

    gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2003) 276) (1),

    gelet op artikel 308 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C5-0321/2003),

    gelet op artikel 67 van zijn Reglement,

    gezien het verslag van de Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken en de adviezen van de Begrotingscommissie, de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken en de Commissie cultuur, jeugd, onderwijs, media en sport (A5-0368/2003),

    1.

    hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

    2.

    is van mening dat het financieel memorandum bij het voorstel van de Commissie verenigbaar is met de bovengrenzen van de rubrieken 3 en 5 van de financiële vooruitzichten 2000-2006;

    3.

    verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 250, lid 2 van het EG-Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;

    4.

    verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

    5.

    wenst dat de overlegprocedure als bedoeld in de gemeenschappelijke verklaring van 4 maart 1975 wordt ingeleid ingeval de Raad voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst;

    6.

    wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

    7.

    verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

    DOOR DE COMMISSIE VOORGESTELDE TEKST

    AMENDEMENTEN VAN HET PARLEMENT

    Amendement 1

    Overweging 1

    (1) Het Verdrag stelt een burgerschap van de Unie in, dat het nationale burgerschap aanvult en daar niet voor in de plaats komt , en dat bevorderd wordt met inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel.

    (1) Het Verdrag stelt een burgerschap van de Unie in, dat niet in de plaats komt van het nationale burgerschap, maar dit juist aanvult en uitbreidt door een aantal rechten te erkennen die alle Europese burgers gemeen hebben , en dat bevorderd wordt met inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel.

    Amendement 2

    Overweging 1 bis (nieuw)

     

    (1 bis) De instelling van het Europese burgerschap beantwoordt aan de behoefte die door deze nieuwe gemeenschap van burgers wordt gevoeld om dezelfde gemeenschappelijke democratische waarden te delen en om zich onderdeel te weten van het proces van de opbouw van de Europese Unie.

    Amendement 3

    Overweging 2

    (2) De doelstellingen van de Gemeenschap en de lidstaten zijn met name bevordering van de werkgelegenheid, verbetering van de leef- en arbeidsomstandigheden, een adequate sociale bescherming, een ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen die een duurzaam hoog werkgelegenheidsniveau mogelijk maakt, en bestrijding van uitsluiting.

    (2) De doelstellingen van de Gemeenschap en de lidstaten zijn met name bevordering van de werkgelegenheid, verbetering van de leef- en arbeidsomstandigheden, een adequate sociale bescherming, een ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen die volledige werkgelegenheid mogelijk maakt, en bestrijding van uitsluiting.

    Amendement 4

    Overweging 3

    (3) De effectieve en uniforme toepassing van het Gemeenschapsrecht vormt een nieuwe essentiële prioriteit voor het goede functioneren van de interne markt . Burgers, consumenten en ondernemingen kunnen de rechten die zij ingevolge de communautaire rechtsorde bezitten, alleen dan voor iedere nationale rechtbank doen gelden als alle rechters voldoende geïnformeerd en opgeleid zijn op dat punt. Een gemeenschappelijk beleid op het terrein van de toepassing van Europees recht en van de jurisprudentie is een wezenlijk element van de doelstelling van de Europese Unie om geleidelijk een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid tot stand te brengen.

    (3) De effectieve en uniforme toepassing van het Gemeenschapsrecht vormt een nieuwe essentiële prioriteit voor het goede functioneren van een ruimte zonder binnengrenzen . Burgers, consumenten en ondernemingen kunnen de rechten die zij ingevolge de communautaire rechtsorde bezitten, alleen dan voor iedere nationale rechtbank doen gelden als alle leden van de rechterlijke macht voldoende geïnformeerd en opgeleid zijn op dat punt. Een gemeenschappelijk beleid op het terrein van de toepassing van Europees recht en van de jurisprudentie is een wezenlijk element van de doelstelling van de Europese Unie om geleidelijk een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid tot stand te brengen.

    Amendement 5

    Overweging 8 bis (nieuw)

     

    (8 bis) Het democratisch beginsel is een van de hoekstenen van de Europese constructie. Het ontwerpverdrag tot vaststelling van een grondwet voor Europa voorziet in een hoofdstuk dat betrekking heeft op het democratisch bestel van de Unie. Overeenkomstig artikel 46 ervan voeren de instellingen een open, transparante en regelmatige dialoog met de representatieve organisaties en het maatschappelijk middenveld.

    Amendement 6

    Overweging 10 bis (nieuw)

     

    (10 bis) De Internationale Europese Beweging met meer dan 30 nationale afdelingen en een groot aantal verenigingen in de civil society heeft zich sinds 1948 actief ingezet voor de Europese integratie. Zij heeft dus al minstens 55 jaar ononderbroken het Europese algemeen belang gediend.

    Amendement 51

    Overweging 10 ter (nieuw)

     

    (10 ter) De Raad bevestigt zijn overtuiging dat het nodig is jumelages met het oog op de belangrijke rol die deze bij de bevordering van de Europese identiteit en het wederzijdse begrip tussen de Europese volkeren kunnen spelen, te blijven steunen. In het kader van het meerjarig programma moet een passende financiële dotatie en een bestendiging van de bevordering van jumelages gewaarborgd worden, zoals door het Europees Parlement jaarlijks in het kader van de begrotingsprocedure is verlangd. Een burgervriendelijke en begrijpelijke opzet van de aanvraagprocedure en het beheer van de subsidies voor jumelages is onmisbaar. De Commissie zorgt ervoor dat tot de inwerkingtreding van dit besluit de lopende programma's, zoals de ondersteuning van jumelages in de Europese Unie, wordt gewaarborgd door de projectvoorstellen tijdig aan te besteden.

    Amendement 8

    Overweging 13

    (13) De dialoog met de maatschappelijke organisaties speelt een essentiële rol bij de bevordering van de samenwerking met de maatschappelijke organisaties op sociaal terrein en werd tot 2001 ondersteund uit begrotingslijn B3-4101 . Hoewel zij in 2001-2002 ondersteund werden door begrotingslijn B3-4105 betreffende voorbereidende acties met het oog op de bestrijding van sociale uitsluiting, en in 2003 door een gezamenlijke financiering door begrotingslijnen B3-4105 en B5-803, gaan de activiteiten van het Platform van de Europese NGO's van de sociale sector veel verder dan het kader van deze programma's, en dragen zij bij tot het in praktijk brengen van de nieuwe vorm van governance als aanbevolen in de Agenda voor het sociale beleid die te Nice is goedgekeurd.

    (13) De dialoog met de maatschappelijke organisaties , en in het bijzonder met solidariteitsverenigingen, speelt een essentiële rol bij de bevordering van de samenwerking met de maatschappelijke organisaties op sociaal terrein . In verklaring nr. 23 gehecht aan de Slotakte van Maastricht heeft de Gemeenschap erkend dat samenwerking met solidariteitsverenigingen bijzonder belangrijk is om de doelstellingen van artikel 136 van het EG-Verdrag te verwezenlijken. Hoewel de activiteiten van het Platform van de Europese NGO's van de sociale sector en van de solidariteitsverenigingen in 2001-2002 ondersteund werden door begrotingslijn B3-410 en in het bijzonder B3-4105 betreffende voorbereidende acties met het oog op de bestrijding van sociale uitsluiting, en in 2003 door een gezamenlijke financiering door begrotingslijnen B3-4105 en B5-803, gaan zij veel verder dan het kader van deze programma's, en dragen zij bij tot het in praktijk brengen van de nieuwe vorm van governance als aanbevolen in de Agenda voor het sociale beleid die te Nice is goedgekeurd.

    Amendement 9

    Overweging 15

    (15) Begrotingslijn A-3016 van de Algemene Begroting van de Europese Gemeenschappen voor het begrotingsjaar 2003 en de voorafgaande begrotingsjaren is bedoeld ter ondersteuning van de Vereniging van de Raden van State en van de Hoge Administratieve Rechtscolleges van de Europese Unie. Deze vereniging draagt zorg voor de uitwisseling van ideeën en ervaringen over kwesties betreffende de jurisprudentie, en betreffende de organisatie en het functioneren van de leden van de vereniging bij de uitoefening van hun rechterlijke en consultatieve taken. De vereniging vervult een belangrijke functie inzake het coördineren en aan de burgers doorgeven van de adviezen van de Raden van State betreffende het Gemeenschapsrecht, en inzake het bevorderen van de harmonisatie van de technieken voor de omzetting en tenuitvoerlegging van het Europees recht op nationaal niveau.

    (15) Begrotingslijn A-3016 van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003 en de voorafgaande begrotingsjaren is bedoeld ter ondersteuning van de Vereniging van de Raden van State en van de Hoge Administratieve Rechtscolleges van de Europese Unie. Deze vereniging draagt zorg voor de uitwisseling van ideeën en ervaringen over kwesties betreffende de jurisprudentie, en betreffende de organisatie en het functioneren van de leden van de vereniging bij de uitoefening van hun rechterlijke en consultatieve taken. De vereniging vervult een belangrijke functie inzake het bevorderen van de coördinatie en aan de burgers doorgeven van de besluiten van de Raden van State en van de hoge administratieve rechtscolleges betreffende het Gemeenschapsrecht, en inzake het bevorderen van de harmonisatie van de technieken voor de omzetting en tenuitvoerlegging van het Europees recht op nationaal niveau.

    Amendement 10

    Overweging 15 bis (nieuw)

     

    (15 bis) Begrotingslijn B3-4002 van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003 en de voorafgaande begrotingsjaren is bedoeld ter financiering van voorlichtings- en scholingsacties die voortvloeien uit de tenuitvoerlegging van de communautaire actie betreffende de ontwikkeling van de sociale dimensie van de interne markt; zo dragen zij in belangrijke mate bij aan de verwezenlijking en de omzetting van de Europese sociale agenda en wekken zij bij de burger interesse voor de sociale dimensie van de Europese interne markt.

    Amendement 11

    Overweging 17

    (17) Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie hebben zich ertoe verplicht, bij gelegenheid van de goedkeuring van het Financieel Reglement, ervoor te zorgen dat dit basisbesluit van kracht wordt met ingang van het begrotingsjaar 2004.

    (17) Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie hebben zich ertoe verplicht, bij gelegenheid van de goedkeuring van het Financieel Reglement, ervoor te zorgen dat dit basisbesluit van kracht wordt met ingang van het begrotingsjaar 2004 , daarbij rekening houdend met de opmerkingen in de begroting in verband met de implementatie .

    Amendement 12

    Overweging 17 bis (nieuw)

     

    (17 bis) De nieuwe lidstaten kunnen ten volle deelnemen aan het gehele programma.

    Amendement 13

    Overweging 18

    (18) De geografische reikwijdte van dit programma dient uitgebreid te zijn tot de lidstaten, en voor bepaalde acties eventueel ook tot de kandidaat-landen en de EVA/EER-landen.

    (18) De geografische reikwijdte van dit programma dient uitgebreid te zijn tot de lidstaten, en voor bepaalde acties eventueel ook tot de nieuwe lidstaten en de EVA/EER-landen.

    Amendement 14

    Artikel 1, lid 1, inleidende formule

    1. Dit besluit stelt een communautair actieprogramma vast voor steun aan organisaties die werkzaam zijn op het terrein van het actief Europees burgerschap en de bevordering van acties op dit terrein.

    Het doel van dit programma is:

    1. Dit besluit stelt een communautair actieprogramma vast voor steun aan organisaties die werkzaam zijn op het terrein van het actief Europees burgerschap en de bevordering van acties op dit terrein. Het algemene doel van dit programma bestaat erin het democratisch deficit in de Europese Unie te verminderen en de transparantie te vergroten.

    Het specifieke doel van dit programma is:

    Amendement 15

    Artikel 1, lid 1, letter a)

    a)

    de waarden en doelstellingen van de Europese Unie te bevorderen;

    a)

    de waarden en doelstellingen van de Europese Unie te bevorderen en te verspreiden ;

    Amendement 16

    Artikel 1, lid 1, letter c)

    c)

    de burgers nauw te betrekken bij de gedachtewisselingen en debatten over de toekomst van de Europese Unie;

    c)

    de burgers nauw te betrekken bij de gedachtewisselingen en debatten over de toekomst van de Europese Unie , via de activiteiten van denktanks, academische en onderzoeksinstellingen die de ontwikkeling van de Europese integratie positief bevorderen en er op constructieve wijze kritiek op uiten ;

    Amendement 17

    Artikel 1, lid 1, letter e bis) (nieuw)

     

    e bis)

    de tussenstructuren die de burgers in contact brengen met de Europese Unie en haar instellingen te versterken; voorbeelden van dergelijke tussenstructuren zijn verenigingen en federaties van Europees belang, jumelages van steden, NGO's en vakbonden en academische en onderwijsinstellingen.

    Amendement 19

    Artikel 1, lid 1, letter e ter) (nieuw)

     

    e ter)

    het beginsel van participatieve democratie te bevorderen, met inbegrip van de participatie van vrouwen aan de besluitvorming.

    Amendement 20

    Artikel 1, lid 2

    2. De door dit programma ondersteunde activiteiten zijn gericht op het ondersteunen van het functioneren en het bevorderen van de acties van organisaties die de doelstellingen van dit programma nastreven, overeenkomstig de in de bijlage aangegeven criteria.

    2. De door dit programma ondersteunde activiteiten zijn gericht op het ondersteunen van het functioneren en het bevorderen van de acties van organisaties die de doelstellingen van dit programma nastreven, overeenkomstig de in artikel 8 bis aangegeven criteria.

    Amendement 21

    Artikel 2, alinea 1

    Organisaties die voldoen aan de bepalingen van de bijlage kunnen een communautaire subsidie ontvangen voor een actie.

    Organisaties die voldoen aan de bepalingen van artikel 8 bis kunnen een communautaire subsidie ontvangen voor een actie.

    Amendement 22

    Artikel 2, alinea 3

    Om een huishoudelijke subsidie te kunnen ontvangen op basis van het permanente werkprogramma van een orgaan dat een doel van algemeen Europees belang op het gebied van actief burgerschap nastreeft, dan wel een doelstelling die past in het kader van het beleid van de Europese Unie op dat terrein, dient het betrokken orgaan zich te houden aan de bepalingen van de bijlage en over een structuur te beschikken waardoor acties mogelijk zijn die een potentiële uitstraling over de gehele Europese Unie hebben.

    Om een huishoudelijke subsidie te kunnen ontvangen op basis van het permanente werkprogramma van een organisatie dat een doel van algemeen Europees belang op het gebied van actief burgerschap nastreeft, dan wel een doelstelling die past in het kader van het beleid van de Europese Unie op dat terrein, dient het betrokken orgaan zich te houden aan de bepalingen van artikel 8 bis en over een structuur te beschikken waardoor acties mogelijk zijn die een potentiële uitstraling over de gehele Europese Unie hebben.

    Amendement 23

    Artikel 4

     

    Het programma beslaat drie typen begunstigden:

    1. Bij het verlenen van een huishoudelijke subsidie uit hoofde van het doorlopend werkprogramma van een orgaan dat een doelstelling van algemeen Europees belang op het gebied van actief burgerschap nastreeft of een doelstelling die in het beleid van de Europese Unie op dit gebied past, worden de in de bijlage gepreciseerde algemene criteria in acht genomen.

    Deel 1: exploitatiesubsidies worden rechtstreeks verleend aan de begunstigden zoals vermeld onder punt 2.1.1 van artikel 8 bis zonder organisaties uit te sluiten op basis van subjectieve criteria of omdat zij het beleid van de Unie vanuit een ander maar constructief perspectief benaderen.

     

    Deel 2: exploitatiesubsidies worden verleend aan de begunstigden zoals vermeld onder punt 2.1.2 van artikel 8 bis op basis van een oproep tot het indienen van voorstellen en aan de begunstigden die expliciet worden genoemd in begrotingslijnen die vooraf door de begrotingsautoriteit volledig zijn toegewezen.

    2. Bij het verlenen van een subsidie voor een in het programma geplande actie worden de in de bijlage gepreciseerde algemene criteria in acht genomen. De selectie van de acties gebeurt op basis van een oproep tot het indienen van voorstellen.

    Deel 3: subsidies voor acties die zijn gespecificeerd in het programma onder punt 2.1.3 van artikel 8 bis worden verleend op basis van een oproep tot het indienen van voorstellen.

    Amendement 24

    Artikel 5

    De in het kader van de verschillende acties van dit programma toegekende subsidies dienen te voldoen aan de bepalingen in het betreffende deel van de bijlage .

    1. De in het kader van de verschillende acties van dit programma toegekende subsidies dienen te voldoen aan de bepalingen in het betreffende deel van artikel 8 bis .

     

    1 bis. De beginselen van degressiviteit in reële termen en cofinanciering zijn als volgt van toepassing op alle begunstigden:

    organisaties die zijn aangewezen in een basisbesluit: ten minste 10% cofinanciering, onder meer via bijdragen in natura, zonder degressiviteit;

    organisaties die expliciet worden genoemd in begrotingslijnen en organisaties die zijn geselecteerd via oproepen tot het indienen van voorstellen: ten minste 20% cofinanciering, onder meer via bijdragen in natura, met een degressiviteit van 2,5% vanaf het derde jaar.

    Amendement 25

    Artikel 6

     

    1. Het financiële kader voor de uitvoering van het programma voor de in artikel 1, lid 3 vastgestelde looptijd bedraagt 149 192 300 EUR.

    De jaarlijkse kredieten worden door de begrotingsautoriteit toegestaan binnen de grenzen van de financiële vooruitzichten.

    2. De jaarlijkse kredieten worden door de begrotingsautoriteit toegestaan binnen de grenzen van de financiële vooruitzichten.

     

    3. Als uitgangspunt moet de begroting voor 2004 dienen. Rekening moet worden gehouden met de gevolgen van de uitbreiding.

     

    4. De voor na 2006 geplande kredieten zijn afhankelijk van een akkoord van de begrotingsautoriteit over de financiële vooruitzichten na 2006.

    Amendement 26

    Artikel 7, lid - 1 (nieuw)

     

    (- 1) De Commissie legt jaarlijks over de tenuitvoerlegging van het programma een kort verslag voor aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio's.

    Amendement 27

    Artikel 7, lid 1, alinea 1

    1. De Commissie legt uiterlijk op 31 december 2007 aan het Europees Parlement en de Raad een verslag voor over de verwezenlijking van de doelstellingen van dit programma, en doet indien nodig voorstellen voor aanpassing met het oog op de eventuele verlenging van het programma.

    1. De Commissie legt uiterlijk op 31 december 2007 aan het Europees Parlement , de Raad en de nationale parlementen een verslag voor over de verwezenlijking van de doelstellingen van dit programma, en doet indien nodig voorstellen voor aanpassing met het oog op de eventuele verlenging van het programma.

    Amendement 28

    Artikel 7, lid 1, alinea 2

    Dit verslag is met name gebaseerd op een rapport van een externe evaluatie, dat uiterlijk aan het einde van 2006 beschikbaar moet zijn en waarin in ieder geval de relevantie en de globale coherentie van het programma, de doelmatigheid van de uitvoering ervan (selectie, voorbereiding en uitvoering van de acties), en de globale en individuele doelmatigheid van de verschillende acties (in termen van de verwezenlijking van de in artikel 1 en in de bijlage genoemde doelstellingen) beoordeeld moeten worden.

    Dit verslag is met name gebaseerd op een raadpleging van de organisaties die door dit programma worden gesteund alsook op een rapport van een externe evaluatie, dat uiterlijk aan het einde van 2006 beschikbaar moet zijn en waarin in ieder geval de relevantie en de globale coherentie van het programma, de doelmatigheid van de uitvoering ervan (selectie, voorbereiding en uitvoering van de acties), en de globale en individuele doelmatigheid van de verschillende acties (in termen van de verwezenlijking van de in artikel 1 en in artikel 8 bis genoemde doelstellingen) beoordeeld moeten worden. De Commissie doet het externe evaluatierapport aan de Raad en het Europees Parlement toekomen.

    Amendement 29

    Artikel 7, lid 2, alinea 2

    De Commissie legt uiterlijk op 31 december 2009 aan het Europees Parlement en aan de Raad een verslag voor over de verwezenlijking van de doelstellingen van dit programma. Dit verslag is met name gebaseerd op de resultaten van de externe evaluatie en beoordeelt de door de begunstigden behaalde resultaten, met name ten aanzien van de doelmatigheid en efficiëntie (globaal en individueel) van de acties van laatstgenoemden met betrekking tot de verwezenlijking van de in artikel 1 en in de bijlage genoemde doelstellingen.

    De Commissie legt uiterlijk op 31 december 2009 aan het Europees Parlement en aan de Raad een verslag voor over de verwezenlijking van de doelstellingen van dit programma. Dit verslag is met name gebaseerd op de resultaten van de externe evaluatie en beoordeelt de door de begunstigden behaalde resultaten, met name ten aanzien van de doelmatigheid en efficiëntie (globaal en individueel) van de acties van laatstgenoemden met betrekking tot de verwezenlijking van de in artikel 1 en in artikel 8 bis genoemde doelstellingen.

    Amendement 30

    Bijlage, titel

    BIJLAGE

    Artikel 8 bis

    Amendement 31

    Bijlage, punt 1, alinea 6

    De Vereniging van de Raden van State en van de Hoge Administratieve Rechtscolleges van de Europese Unie heeft als doel het coördineren en aan de burgers doorgeven van de adviezen van de Raden van State betreffende het Gemeenschapsrecht, en het bevorderen van de harmonisatie van de technieken voor de omzetting en tenuitvoerlegging van het Europees recht op nationaal niveau.

    De Vereniging van de Raden van State en van de Hoge Administratieve Rechtscolleges van de Europese Unie heeft als doel het bevorderen van de coördinatie en aan de burgers doorgeven van de besluiten van de Raden van State en van de hoge administratieve rechtscolleges betreffende het Gemeenschapsrecht, en het bevorderen van de harmonisatie van de technieken voor de omzetting en tenuitvoerlegging van het Europees recht op nationaal niveau.

    Amendement 32

    Bijlage, punt 2.1.1, inleidende formule

    Deel 1: De doorlopende werkprogramma's van de volgende organisaties , die een doel van algemeen Europees belang nastreven op het terrein van het actieve Europese burgerschap:

    Deel 1: De doorlopende werkprogramma's van de organisaties die een doel van algemeen Europees belang nastreven op het terrein van het actieve Europese burgerschap en die op een niet-exhaustieve lijst voorkomen, onder meer :

    Amendement 33

    Bijlage, punt 2.1.1, streepje 6 bis (nieuw)

     

    - Raad van Europese gemeenten en regio's (REGR)

    Amendement 34

    Bijlage, punt 2.1.1, streepje 6 ter (nieuw)

     

    - Internationale Europese Beweging

    Amendement 35

    Bijlage, punt 2.1.1, streepje 6 quater (nieuw)

     

    Commissie van Venetië (Raad van Europa). Bevordering van initiatieven ter versterking van de betrekkingen tussen Europese constitutionele hoven en hoven (seminars en bevordering van interoperabiliteit van databanken en documentatiecentra op het gebied van de constitutionele jurisprudentie die van belang is voor de Europese Unie)

    Amendement 36

    Bijlage, punt 2.1.1, streepje 6 quinquies (nieuw)

     

    Conferentie van commissies voor de communautaire en Europese aangelegenheden (COSAC) — creëren van een website „interparlementaire AGORA”

    Amendement 37

    Bijlage, punt 2.1.1, streepjes 6 sexies en 6 septies (nieuw)

     

    Europees netwerk voor justitiële opleiding

    netwerk van Europahuizen

    Amendement 38

    Bijlage, punt 2.1.1 bis (nieuw)

     

    2.1.1 bis. De organisaties worden op gezette tijden opnieuw geëvalueerd.

    Amendement 39

    Bijlage, punt 2.1.2, streepje 2

    Europese netwerken met multiplicatorfunctie van organisaties zonder winstoogmerk in de aan het programma deelnemende landen, die beginselen en beleid ondersteunen die aansluiten bij de doelstellingen op dit terrein;

    -

    organisaties zonder winstoogmerk met multiplicatoreffect in de aan het programma deelnemende landen, die beginselen en beleid ondersteunen die aansluiten bij de doelstellingen op dit terrein;

    Amendement 40

    Bijlage, punt 2.1.3, letter a)

    a)

    acties op het terrein van actief Europees burgerschap, met name van de kant van niet-gouvernementele organisaties, verenigingen en bonden van Europees belang of overkoepelende vakbondsorganisaties. In afwijking van artikel 114 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 komen de overkoepelende vakbondsorganisaties die deelnemen aan de sociale dialoog in aanmerking voor subsidies onder dit deel, ook als zij geen rechtspersoonlijkheid bezitten;

    a)

    acties op het terrein van actief Europees burgerschap, met name van de kant van niet-gouvernementele organisaties, de media, verenigingen en bonden van Europees belang of overkoepelende vakbondsorganisaties. In afwijking van artikel 114 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 komen de overkoepelende vakbondsorganisaties die deelnemen aan de sociale dialoog in aanmerking voor subsidies onder dit deel, ook als zij geen rechtspersoonlijkheid bezitten;

    Amendement 41

    Bijlage, punt 2.1.3 bis (nieuw)

     

    2.1.3 bis. Deel 4: Innovatieve acties.

    Elke innovatieve actie die het concept participatief burgerschap in de ruime zin van het woord bevordert en niet door andere delen van het programma kan worden gefinancierd.

    Amendement 42

    Bijlage, punt 2.1.3 ter (nieuw)

     

    2.1.3 ter. Deel 5: Info Points Europe (IPE's) en Carrefours: doorlopend werkprogramma van de Info Points Europe (IPE's) en Carrefours.

    De Info Points Europe en Carrefours zijn informatiecentra van de EU. Hun doel bestaat erin informatie over de EU toegankelijk te maken voor het brede publiek en dichter bij de burger te brengen, en de burger nauwer bij de opbouw van Europa te betrekken. Het bijzondere van Carrefours is dat ze op het platteland zijn gevestigd en speciale aandacht besteden aan plattelandsontwikkeling.

    De IPE's/Carrefours zijn ondergebracht bij een organisatie, die alleen of via een partnerschap voor de werking ervan verantwoordelijk is.

    Taak van de IPE's/Carrefours

    De IPE's/Carrefours hebben een viervoudige taak:

    1. Ze geven het publiek basisinformatie over de Europese Unie, haar beleidsvormen en haar programma's;

    2. Ze helpen bij de informatie-uitwisseling (beantwoorden van vragen) en maken de inzage van officiële stukken mogelijk (documenten en/of publicaties van de EU-instellingen);

    3. Ze verwijzen eventueel naar andere, meer geschikte informatiebronnen. Hiertoe werken ze op regionaal niveau nauw samen met de andere EU-antennes, waarvan ze de werkzaamheden zo valoriseren;

    4. Door het organiseren van seminars, ontmoetingen, debatten, enz. (in samenwerking met andere Europese antennes en regionale informatienetwerken) nemen ze deel aan de discussie over de Europese Unie.

    Amendement 43

    Bijlage, punt 2.2, streepje 2 bis (nieuw)

     

    de voor deel 4 van het programma toegewezen middelen mogen niet minder bedragen dan 5% van het beschikbare jaarlijkse budget voor dit programma.

    Amendement 44

    Bijlage, punt 3.1 bis (nieuw)

     

    3.1 bis. De Commissie licht het Europees Parlement in over haar voornemen om een oproep tot het indienen van voorstellen te publiceren, en vermeldt hierbij de eventuele prioriteiten bij de beoogde thema's en soorten acties.

    Amendement 45

    Bijlage, punt 3.2

    3.2. Organisaties die een subsidie ontvangen uit hoofde van deel 3 van het programma worden geselecteerd op basis van oproepen tot het indienen van voorstellen. Ten aanzien van overkoepelende interprofessionele vakbondsorganisaties die deelnemen aan de Europese sociale dialoog, kan deze oproep de vorm aannemen van een niet-openbare uitnodiging.

    3.2. Organisaties die een subsidie ontvangen uit hoofde van de delen 3, 4 en 5 van het programma worden geselecteerd op basis van oproepen tot het indienen van voorstellen. De Commissie ziet erop toe dat de oproep tot het indienen van voorstellen „klantvriendelijk” is en geen onoverkomelijke bureaucratische last met zich brengt. Indien mogelijk wordt de oproep tot het indienen van voorstellen in twee fasen georganiseerd, waarbij in de eerste fase enkel een beperkt aantal documenten moet worden ingediend die strikt noodzakelijk zijn om het voorstel te beoordelen. Ten aanzien van overkoepelende interprofessionele vakbondsorganisaties die deelnemen aan de Europese sociale dialoog, kan deze oproep de vorm aannemen van een niet-openbare uitnodiging.

    Amendement 46

    Bijlage, punt 6

    De Commissie kan, op basis van een kosten-batenanalyse, besluiten om het beheer van het programma geheel of gedeeltelijk op te dragen aan een uitvoerend agentschap, met inachtneming van artikel 55 van het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen; zij kan ook een beroep doen op deskundigen of op andere vormen van technische of administratieve bijstand waarbij geen overheidstaken in het geding zijn. Deze bijstand kan worden verleend in het kader van specifieke dienstverleningscontracten. Bovendien kan de Commissie studies financieren en vergaderingen van deskundigen organiseren, als dat de tenuitvoerlegging van het programma kan vergemakkelijken, en zij kan rechtstreeks met het doel van het programma verband houdende acties inzake informatie, publicatie en verspreiding ondernemen.

    Schrappen.

    Amendement 47

    Bijlage, punt 6, alinea 1 bis (nieuw)

     

    De Commissie wisselt met vertegenwoordigers van huidige en potentiële begunstigden van het actieprogramma regelmatig van gedachten over de opzet, de uitvoering en de follow-up van het programma.

    Amendement 48

    Bijlage, punt 6 bis (nieuw)

     

    6 bis. Vermelding van subsidies

    Elke organisatie of actie die uit hoofde van dit programma een subsidie ontvangt, is verplicht de van de Europese Unie ontvangen steun te vermelden. Hiertoe stelt de Commissie gedetailleerde richtlijnen voor zichtbaarheid op.

    Amendement 49

    Bijlage, punt 6 ter (nieuw)

     

    6 ter. Verspreiding van resultaten

    Om de verspreiding van resultaten te vergemakkelijken, worden zoveel mogelijk producten die door dit programma worden gefinancierd, gratis langs elektronische weg ter beschikking gesteld.

    Amendement 50

    Bijlage, punt 7.5 bis (nieuw)

     

    7.5 bis. Organisaties die een subsidie voor huishoudelijke uitgaven krijgen in het kader van deze beschikking kunnen ingaan op een oproep tot het indienen van voorstellen voor andere programma's en projecten. Zij krijgen evenwel geen voorkeursbehandeling ten opzichte van organisaties die niet door de algemene begroting van de Europese Unie worden gefinancierd.


    (1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

    P5_TA(2003)0515

    Persistente organische verontreinigende stoffen *

    Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen (COM(2003) 331 — C5-0315/2003 — 2003/0118(CNS))

    (Raadplegingsprocedure)

    Het Europees Parlement,

    gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2003) 331) (1),

    gezien de sluiting namens de Europese Gemeenschap van het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen,

    gelet op de artikelen 95, lid 1, 175, lid 1 en 300, lid 2, eerste alinea van het EG-Verdrag,

    gelet op artikel 300, lid 3, eerste alinea van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C5-0315/2003),

    gezien het advies van de Commissie juridische zaken en interne markt inzake de voorgestelde rechtsgrondslag,

    gelet op de artikelen 63, 67 en 97, lid 7 van zijn Reglement,

    gezien het verslag van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid (A5-0371/2003),

    1.

    hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

    2.

    verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten en de secretaris-generaal van de Verenigde Naties.

    DOOR DE COMMISSIE VOORGESTELDE TEKST

    AMENDEMENTEN VAN HET PARLEMENT

    Amendement 1

    Visum 1

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 95, lid 1, en artikel 175, lid 1, in samenhang met artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, en lid 3, eerste alinea,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 175, lid 1, in samenhang met artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, en lid 3, eerste alinea,

    Amendement 2

    Overweging 8

    (8) De bepalingen van het verdrag hebben weliswaar betrekking op de bescherming van het milieu, maar sommige bepalingen inzake de regulering van de doelbewuste productie en het gebruik van chemische stoffen zijn ook relevant voor het functioneren van de interne markt. Derhalve dienen artikel 95, lid 1, en artikel 175, lid 1, juncto artikel 300 als rechtsgrondslag te worden gekozen.

    (8) Aangezien de meeste bepalingen van het verdrag betrekking hebben op de bescherming van het milieu en van de menselijke gezondheid, dient artikel 175, lid 1, juncto artikel 300 als rechtsgrondslag te worden gekozen.

    Amendement 3

    Overweging 10

    (10) Het verdrag bepaalt dat de Partijen bij het secretariaat van het verdrag voorstellen inzake de opneming van bijkomende stoffen in de bijlagen A, B of C indienen. Aangezien deze voorstellen gevolgen kunnen hebben voor de desbetreffende communautaire wetgeving, en omdat moet worden gewaarborgd dat de voorstellen gerechtvaardigd zijn en in de Gemeenschap voldoende steun genieten, dienen alleen gezamenlijke voorstellen van de Gemeenschap en de lidstaten bij het secretariaat te worden ingediend. Bij het opstellen van de ontwerpvoorstellen moet naar behoren rekening worden gehouden met bijlage D van het Verdrag van Stockholm.

    Schrappen.

    Amendement 4

    Artikel 2

    Artikel 2

    Voorstellen tot wijziging van de bijlagen A, B en C van het verdrag worden uitsluitend namens de Gemeenschap en de lidstaten ingediend door de Commissie, na een besluit van de Raad dat op voorstel van de Commissie met gekwalificeerde meerderheid wordt aangenomen.

    Schrappen.


    (1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

    P5_TA(2003)0516

    Grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand *

    Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van het Protocol van 1998 inzake persistente organische verontreinigende stoffen bij het Verdrag van 1979 betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand (COM(2003) 332 — C5-0318/2003 — 2003/0117(CNS))

    (Raadplegingsprocedure)

    Het Europees Parlement,

    gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2003) 332) (1),

    gezien de sluiting namens de Europese Gemeenschap van het Protocol van 1998 inzake persistente organische verontreinigende stoffen bij het Verdrag van 1979 betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand,

    gelet op de artikelen 95, lid 1, 175, lid 1 en 300, lid 2, eerste alinea van het EG—Verdrag,

    gelet op artikel 300, lid 3, eerste alinea van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C5-0318/2003),

    gezien het advies van de Commissie juridische zaken en interne markt inzake de voorgestelde rechtsgrondslag,

    gelet op de artikelen 63, 67 en 97, lid 7 van zijn Reglement,

    gezien het verslag van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid (A5-0372/2003),

    1.

    hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

    2.

    verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten en de secretaris-generaal van de Verenigde Naties.

    DOOR DE COMMISSIE VOORGESTELDE TEKST

    AMENDEMENTEN VAN HET PARLEMENT

    Amendement 1

    Visum 1

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 95, lid 1, en artikel 175, lid 1, juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, en artikel 300, lid 3, eerste alinea,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 175, lid 1, juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, en artikel 300, lid 3, eerste alinea,

    Amendement 2

    Overweging 6

    (6) De bepalingen van het Protocol hebben weliswaar betrekking op de bescherming van het milieu, maar sommige bepalingen inzake de regulering van de doelbewuste productie en het gebruik van chemische stoffen zijn ook relevant voor het functioneren van de interne markt. Derhalve dienen artikel 95, lid 1, en artikel 175, lid 1, juncto artikel 300 als rechtsgrondslag te worden gekozen.

    (6) Aangezien de meeste bepalingen van het Protocol betrekking hebben op de bescherming van het milieu en van de menselijke gezondheid , dient artikel 175, lid 1, juncto artikel 300 als rechtsgrondslag te worden gekozen.

    Amendement 3

    Overweging 8

    (8) In het Protocol wordt bepaald dat de partijen voorstellen voor de opneming van aanvullende stoffen in bijlage I, bijlage II of bijlage III bij het secretariaat van het Protocol indienen. Aangezien deze voorstellen gevolgen kunnen hebben voor de desbetreffende communautaire wetgeving en ervoor dient te worden gezorgd dat deze voorstellen gemotiveerd zijn en voldoende steun in de Gemeenschap hebben, dienen er alleen gezamenlijke voorstellen door de Gemeenschap en de lidstaten bij het secretariaat te worden ingediend. Bij de opstelling van ontwerpvoorstellen dient afdoende rekening te worden gehouden met Besluit 1998/2 van het uitvoerend orgaan voor het Verdrag betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand.

    Schrappen.

    Amendement 4

    Artikel 3

    Artikel 3

    Voorstellen tot wijziging van de bijlagen I, II en III van het Protocol worden uitsluitend namens de Europese Gemeenschap en de lidstaten door de Commissie ingediend, nadat er op voorstel van de Commissie met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen een besluit van de Raad is vastgesteld.

    Schrappen.


    (1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

    P5_TA(2003)0517

    Financiële bepalingen in het ontwerpverdrag tot vaststelling van een grondwet voor Europa

    Resolutie van het Europees Parlement over de financiële bepalingen in het ontwerpverdrag tot vaststelling van een grondwet voor Europa

    Het Europees Parlement,

    gelet op het Verdrag van Brussel van 1975,

    gelet op het Vijfde deel, Titel II van het EG-Verdrag en in het bijzonder de artikelen 269 en 272,

    gelet op het Interinstitutioneel Akkoord van 6 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure (1),

    onder verwijzing naar zijn resoluties van 11 maart 2003 over de herziening van de begrotingsprocedure (2) en van 24 september 2003 over de Europese grondwet en de IGC (3),

    gelet op het ontwerpverdrag tot vaststelling van een grondwet voor Europa van 18 juli 2003 (4), in het bijzonder de financiële bepalingen,

    gelet op artikelen 37 en 42 van zijn Reglement,

    A.

    overwegende dat de begrotingsbevoegdheden die het EG-Verdrag verleent aan de Europese Unie sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Brussel van 1975 zijn gebaseerd op een institutioneel evenwicht tussen het Europees Parlement en de Raad, dat waarborgt dat de belangen van Europese burgers en ook die van nationale regeringen worden weerspiegeld in de begroting,

    B.

    overwegende dat dit duaal bestel, dat gecreëerd is in 1975, en de invoering van de financiële vooruitzichten in 1988, samen met de begrotingsdiscipline, de financiering van de activiteiten van de Unie hebben verzekerd via de aanneming van jaarlijkse begrotingen, die nog steeds ver beneden het plafond van de eigen middelen blijven,

    C.

    overwegende dat het plafond van de eigen middelen van 1,24% van het BNI ruimte biedt voor betalingskredieten in 2003 ten bedrage van 118,8 miljard EUR, terwijl het Europees Parlement betalingskredieten voor de begroting 2003 ten bedrag van 97,5 miljard EUR heeft goedgekeurd, waardoor er dus een marge overblijft van 21,3 miljard EUR onder het plafond van de eigen middelen,

    D.

    overwegende dat het ontwerpverdrag tot vaststelling van een grondwet voor de Europese Unie het resultaat is van een lang en democratisch proces dat in gang is gezet zodat de uitgebreide Unie kan functioneren met de erfenis uit het verleden, en waarbij zowel de regeringen, het Europees Parlement als de nationale parlementen betrokken waren,

    1.

    steunt de financiële bepalingen die zijn vastgelegd in het ontwerpverdrag tot vaststelling van de grondwet voor Europa van 18 juli 2003, dat weliswaar een verschuiving brengt in de huidige balans tussen het Europees Parlement en de Raad als de twee takken van de begrotingsautoriteit maar democratische controle over de goedkeuring van de uitgaven waarborgt;

    2.

    is van mening dat de in de Conventie bereikte consensus de eindbeslissing over de eigen middelen aan de lidstaten overlaat, de eindbeslissing over het financieel meerjarenprogramma, dat nu deel uitmaakt van het Verdrag, na bemiddeling met en instemming van het Europees Parlement aan de Raad overlaat, de eindbeslissing over de jaarlijkse begroting aan het Parlement laat, en tenslotte de begrotingsprocedure vereenvoudigt;

    3.

    wijst op de belangrijke concessies die het Europees Parlement heeft geaccepteerd, met name om de nieuwe financiële meerjarenprogrammering in de grondwet op te nemen en de eindbeslissing over de eigen middelen volledig aan de vergadering van de lidstaten in de Raad over te laten;

    4.

    veroordeelt krachtig de suggesties voor veranderingen van de financiële bepalingen in het ontwerpverdrag tot vaststelling van een grondwet voor Europa, zoals besproken op de informele Ecofin-Raad in Stresa en de IGC;

    5.

    benadrukt dat dergelijke suggesties een grote en onaanvaardbare stap achteruit zouden betekenen in vergelijking met het ontwerpverdrag en zelfs met de huidige situatie, en een radicale verandering teweeg zouden brengen in het institutionele evenwicht doordat de budgettaire bevoegdheden voornamelijk bij de Raad worden gelegd;

    6.

    verzoekt de lidstaten in overweging te nemen dat elke poging tot vermindering van de bevoegdheden die het Europees Parlement als tak van de begrotingsautoriteit zijn toegekend, resulteert in het ontstaan van een ernstig democratisch tekort in het functioneren van de Unie;

    7.

    verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan het Italiaanse voorzitterschap, de Raad, de Commissie, de parlementen van de lidstaten en de IGC.


    (1)  PB C 172 van 18.6.1999, blz. 1.

    (2)  P5_TA(2003)0081.

    (3)  P5_TA(2003)0407.

    (4)  PB C 169 van 18.7.2003, blz. 1.

    P5_TA(2003)0518

    Euromed

    Resolutie van het Europees Parlement over Euromed

    Het Europees Parlement,

    gezien de verklaring van Barcelona en het tijdens deze conferentie op 28 november 1995 goedgekeurde werkprogramma,

    onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over het Middellandse-Zeebeleid, met name de resolutie van 11 april 2002 over de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over de voorbereiding van de bijeenkomst van Europees-mediterrane ministers van Buitenlandse Zaken in Valencia, op 22 en 23 april 2002 (1),

    gezien de mededelingen van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over de voorbereiding van de 6e Vergadering van Euro-mediterrane ministers van Buitenlandse Zaken, die op 2 en 3 december 2003 in Napels zal plaatsvinden (COM(2003) 610),

    gezien de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 11 maart 2003 over een nieuwe strategie met betrekking tot de nieuwe buitengrenzen van de uitgebreide Unie (COM(2003) 104),

    onder verwijzing naar zijn resolutie van 23 oktober 2003 over een waardige vrede in het Midden-Oosten (2),

    onder verwijzing naar zijn resolutie van 20 november 2003 (3) over de bovengenoemde mededeling van 11 maart 2003,

    gezien de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 21 mei 2003, over „Een nieuwe impuls voor EU-maatregelen inzake mensenrechten en democratisering met mediterrane partners” (COM(2003) 294),

    gelet op artikel 37, lid 4 van zijn Reglement,

    A.

    overwegende dat het nieuwe nabuurschapsbeleid vooral zal bijdragen tot een versterking van de betrekkingen van de EU met de mediterrane landen nu de Unie zich voorbereidt op een uitbreiding met tien nieuwe lidstaten,

    B.

    overwegende dat het uitblijven van een oplossing voor het Israëlisch-Palestijnse conflict een ernstige belemmering blijft vormen voor de verdere ontwikkeling van het proces van Barcelona,

    C.

    overwegende dat de Euromediterrane parlementaire dialoog in eerste instantie de vorm heeft aangenomen van een parlementair forum waarin de parlementsleden van de EU-landen en de mediterrane partnerlanden zijn verenigd, en dat het veranderen van dit forum in een parlementaire assemblee (APEM) deel uitmaakt van het actieprogramma van de VIde Euromediterrane bijeenkomst van ministers van Buitenlandse Zaken, die op 2 en 3 december 2003 in Napels zal plaatsvinden,

    D.

    overwegende dat het proces weliswaar een keerpunt vormt voor het EU-optreden in de regio, maar dat niettemin de algemene beoordeling van het EU-beleid in het Middellandse-Zeegebied tot nu toe tekortkomingen aan het licht heeft gebracht voor wat betreft de ondersteuning van het maatschappelijk middenveld, eerbiediging van de rechten van de mens, totstandbrenging van een gemeenschappelijk veiligheidsmechanisme en de ontwikkeling van de vrije handel,

    E.

    overwegende dat in verscheidene partnerlanden actieve participatie van de vrouw aan het sociale en politieke leven helaas nog op zich laat wachten,

    1.

    verklaart nogmaals dat het absoluut noodzakelijk is om, langs de weg van een dialoog en door wederzijdse kennis over en begrip voor elkaar, te komen tot serieuze en eerlijke samenwerking in de Euromediterrane regio, ter versterking van de rechtsstaat en de democratie en ter verbetering van de levensomstandigheden van de bevolking van deze regio en handhaving van de vrede;

    2.

    pleit vurig voor verdieping van de parlementaire samenwerking en roept alle lidstaten op bij te dragen tot de verdere ontwikkeling van de Euromediterrane parlementaire dialoog; is voorstander van oprichting van de APEM als het meest geschikte instrument om deze dialoog te verwezenlijken en wenst dat de ministersconferentie van Napels instemt met het veranderen van het Euromediterraan Forum in een parlementaire assemblee met raadgevende bevoegdheden;

    3.

    is van oordeel dat de rol van deze toekomstige APEM erin zal bestaan ervoor te zorgen dat het Euromediterrane partnerschap goed functioneert en dat de associatieovereenkomsten die zijn gesloten tussen de Europese Unie en de mediterrane partnerlanden naar behoren ten uitvoer worden gelegd, en voorts aanbevelingen te richten tot de ministersconferentie met het oog op de verwezenlijking van de doelstellingen van het mediterrane partnerschap; benadrukt de noodzaak van versterking van de politieke dialoog;

    4.

    acht het dringend noodzakelijk de geweldsspiraal in het Midden-Oosten te doorbreken door effectieve tenuitvoerlegging van de Routekaart en de verwezenlijking van de doelstelling Twee volkeren — twee staten; spreekt nogmaals zijn steun uit voor de groeperingen die zich in Israël en Palestina inzetten voor een rechtvaardige oplossing voor het conflict, en voor de Vredescoalitie, die de akkoorden van Genève heeft opgesteld; acht het voor de Euromediterrane betrekkingen van het allergrootste belang dat er een klimaat van vertrouwen wordt geschapen tussen Israëliërs, Palestijnen en de andere Arabische landen;

    5.

    benadrukt nogmaals dat alle bij het proces van Barcelona betrokken partijen zich vóór alles moeten inzetten voor bevordering van de democratie en de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, in het bijzonder de rechten van de vrouw; dringt in het bijzonder aan op eerbiediging van de bepalingen die zijn vervat in de democratische clausules bij de Euromediterrane associatieovereenkomsten;

    6.

    hoopt dat het nieuwe nabuurschapsbeleid en de mededeling over mensenrechten en democratie in de regio EU-Middellandse Zee hierover duidelijkheid kunnen scheppen en verzoekt de Raad en de Commissie om duidelijke ijkpunten op te nemen in de nationale actieplannen als uitgangspunt voor een concrete en constructieve dialoog op dit gebied met de partnerlanden;

    7.

    verzoekt de Commissie, de Raad en de partnerlanden om deze vraagstukken bij de vergaderingen van de associatieraad hoog op de agenda te zetten teneinde serieuze vorderingen te boeken op basis van de bij de Commissie in te dienen jaarlijkse verslagen;

    8.

    acht het noodzakelijk het maatschappelijk middenveld centraal te stellen in het partnerschap en verlangt tenuitvoerlegging van beleid dat is gericht op het creëren van een adequate maatschappelijke structuur;

    9.

    spreekt zich uit tegen de doodstraf en roept de partnerlanden in het Middellandse-Zeegebied op een moratorium in te stellen op de tenuitvoerlegging van de doodstraf en verzoekt tevens de Commissie initiatieven te ontwikkelen ter ondersteuning van de campagnes die worden gevoerd voor het instellen van een moratorium op het voltrekken van doodvonnissen;

    10.

    betreurt het feit dat in verscheidene partnerlanden de onafhankelijheid van de rechterlijke macht en de persvrijheid in het geding zijn; betuigt in dit verband met name zijn solidariteit met de advocaat Radhia Nasraoui, in hongerstaking sinds 15 oktober 2003, en Alet Lmrabet, die sinds juli 2003 gevangen zit vanwege zijn uitlatingen, en verzoekt de bevoegde autoriteiten hun zaken eerlijk te behandelen;

    11.

    wijst erop dat de kredieten die de NGO's zijn toegewezen in het kader van het Europese initiatief ter ondersteuning van de democratie en de mensenrechten onder exclusieve zeggenschap vallen van de Commissie, en uit in dit verband zijn ongerustheid over het bevriezen door de Tunesische autoriteiten, in strijd is met de associatieovereenkomst EU/Tunesië, van de kredieten die de Commissie heeft toegekend aan de Tunesische Liga voor de mensenrechten;

    12.

    wijst nogmaals op de noodzaak van een solidaire samenwerking aan deze en gene zijde van de Middellandse Zee in de strijd tegen het terrorisme en de mondiaal georganiseerde misdaad, doch verklaart nadrukkelijk dat dit niet ten koste mag gaan van de rechtsstaat en de rechten van de individu;

    13.

    spoort opvanglanden aan gestructureerde integratiemaatregelen te treffen die voorzien in een nauw verband tussen het immigratiebeleid en het beleid inzake ontwikkelingssamenwerking; verklaart nogmaals dat prioriteit moet worden toegekend aan de bestrijding van clandestiene immigratie en de maffiabendes die zich hiermee bezighouden, en dat hierbij het beginsel van solidaire medeverantwoordelijkheid tussen de mediterrane partnerlanden nooit uit het oog mag worden verloren; uit in dit verband zijn grote bezorgdheid over de tragedies die zich vrijwel dagelijks in het zuiden van het Middellandse Zeegebied afspelen, met name in de Andalusische kustregio's in Zuid-Spanje en bepaalde regio's aan de Zuid-Italiaanse kust; is van oordeel dat het Euromediterrane partnerschap het beheer van de migratiestromen en de grenscontrole moet verbeteren, de inspanningen moet ondersteunen op het gebied van wederopneming in de landen van herkomst en de doorreislanden en hiervoor de nodige technische en financiële ondersteuning moet geven;

    14.

    wenst dat het Euromediterrane partnerschap zich richt op de tenuitvoerlegging van een beleid van economische ontsluiting en interne liberalisering in de partnerlanden, in combinatie met een duurzaam beleid inzake endogene ontwikkeling, dat is afgestemd op de behoeften van de Middellandse-Zeelanden;

    15.

    benadrukt nogmaals het belang van generalisering van het proces van samenwerking zuid-zuid, naar het voorbeeld van het akkoord van Agadir, als enig middel om te komen tot een echte vrijhandelszone; herinnert in dit verband aan het belang van grensoverschrijdende projecten voor het verbeteren en versterken van de regionale samenwerking;

    16.

    wenst dat de sectie van de Europese Investeringsbank die zich bezighoudt met het Middellandse-Zeegebied en het Midden-Oosten, verder wordt ontwikkeld tot een serieuze „poot” die met financiële steun van de andere landen in het Middellandse-Zeegebied in staat zal zijn de doelstellingen te verwezenlijken die zijn vastgelegd in de nieuwe strategie;

    17.

    verzoekt de Raad de besluiten van de ministersconferentie van Valencia over de oprichting van een Euromediterrane stichting voor cultuur en dialoog tussen beschavingen, concreet uit te werken, hierover een operationeel besluit te nemen op de ministersconferentie van Napels en hiervoor de nodige financiële middelen ter beschikking te stellen;

    18.

    wenst dat de nieuwe MEDA-verordening dankzij de eenvoudiger procedures de uitvoering van de projecten garandeert, decentralisatie bevordert en de toegang tot de geldstromen voor lokale partners vergemakkelijkt; nodigt de Commissie uit te gelegener tijd na te gaan of de doorgevoerde herziening wel beantwoordt aan echte eisen;

    19.

    pleit voor een snellere ratificatie van de ondertekende associatieovereenkomsten tussen Middellandse-Zeelanden en de EU, en voorts voor zo spoedig mogelijke sluiting van de overeenkomst met Syrië, met dien verstande dat de Syrische autoriteiten nogmaals met klem wordt gewezen op de noodzaak zowel intern als extern hervormingen door te voeren; herhaalt de wens van de nationale parlementen en het Europees Parlement om volledig te worden betrokken bij de definiëring van de doelstellingen en bij de evaluatie van deze akkoorden;

    20.

    uit zijn tevredenheid over de recente positieve stappen die Libië ondernomen heeft inzake de betaling van compensatie en samenwerking in het kader van de terrorismebestrijding, wat geleid heeft tot opheffing van de VN-sancties; dringt erop aan dat Libië en Mauritanië volledig worden betrokken bij het proces van Barcelona, met dien verstande dat deze landen de beginselen ervan moeten accepteren, en nodigt de mediterrane partnerlanden die zich tot nog toe afzijdig hebben gehouden van de interparlementaire dialoog uit hun standpunt te heroverwegen; verzoekt de Commissie samenwerkingsprojecten in Libië in overweging te nemen zodra dit land de beginselen van het proces van Barcelona heeft geaccepteerd;

    21.

    verzoekt de Raad een verkennend inhoudelijk debat te starten over een Euromediterrane pluridimensionele landbouw die is gericht op complementariteit van de landbouwproducten en die in dienst staat van duurzame ontwikkeling en het milieu;

    22.

    verzoekt de Euromediterrane ministers van Buitenlandse Zaken zich actief in te zetten voor de oplossing van het conflict in de Westelijke Sahara, door tenuitvoerlegging van het VN-vredesplan;

    23.

    verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de regeringen en de parlementen van de lidstaten en de mediterrane partnerlanden die de verklaring van Barcelona hebben ondertekend.


    (1)  PB C 127 E van 29.5.2003, blz. 644.

    (2)  P5_TA(2003)0462.

    (3)  P5_TA-PROV(2003)0520.

    P5_TA(2003)0519

    Top EU/Rusland

    Resolutie van het Europees Parlement over de 12e Top tussen de EU en Rusland van 6 november 2003 in Rome

    Het Europees Parlement,

    onder verwijzing naar zijn vorige resoluties over Rusland,

    gezien de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en Rusland die op 1 december 1997 van kracht werd,

    gezien de gemeenschappelijke strategie van de EU ten aanzien van Rusland van 4 juni 1999 en waarvan de toepassing tot 24 juni 2004 is verlengd,

    onder verwijzing naar zijn resoluties van 10 april 2002 (1), 16 januari 2003 (2) en 3 juli 2003 (3) over Tsjetsjenië,

    onder verwijzing naar zijn resolutie van 15 mei 2003 (4) over de top EU-Rusland,

    gezien de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Parlement van 11 maart 2003 over „de grotere Europese nabuurschap: een nieuw kader voor de betrekkingen met de oostelijke en zuidelijke buurlanden” (COM(2003) 104),

    gezien de zesde bijeenkomst van de Samenwerkingsraad EU-Rusland van 15 april 2003,

    gezien de gezamenlijke verklaring van de 12e Top tussen de EU en Rusland die op 6 november 2003 in Rome plaatsvond,

    onder verwijzing naar zijn resolutie van 20 november 2003 (5) over de bovengenoemde mededeling van 11 maart 2003,

    gezien de verklaring van het voorzitterschap van de Raad van 8 oktober 2003 en de verklaring van de Raad Algemene Zaken van 17 november 2003,

    A.

    overwegende dat intensievere en alomvattende samenwerking met Rusland van strategisch belang is voor het bereiken van stabiliteit en veiligheid in geheel Europa,

    B.

    overwegende dat met de uitbreiding de grenzen van de EU met Rusland langer worden, wat de banden tussen beide partijen zal versterken en de noodzaak van goede betrekkingen tussen buren onderstreept,

    C.

    overwegende dat de grondslagen van het beleid van de EU ten aanzien van Rusland, met name de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst, de gemeenschappelijke strategie en het TACIS-programma, al een aantal jaren geleden werden gelegd en aan herziening toe zijn,

    D.

    overwegende dat de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst vooral door Rusland nog steeds in ruime mate wordt onderbenut en dat omslachtige besluitvormingsprocedures om de verantwoordelijkheden binnen de Russische regering te verdelen, de volledige benutting van het potentieel belemmeren,

    E.

    overwegende dat de voortzetting van het democratiseringsproces in Rusland, in het bijzonder wat betreft vrije en eerlijke verkiezingen, de vrijheid van informatie, de media en de rechtsstaat en de integratie van Rusland in breed opgezette politieke, economische, wetenschappelijke en veiligheidsstructuren, onlosmakelijk met elkaar verbonden processen vormen,

    F.

    overwegende dat de crisis in Tsjetsjenië voortduurt en dat de mensenrechtenschendingen die in verband worden gebracht met de Russische veiligheidstroepen en strijdkrachten, die onder controle van de nieuw gekozen president van Tsjetsjenië zouden staan, blijven aanhouden en meer en meer overslaan naar de aangrenzende Republiek Ingoesetië en voorts dat terzelfder tijd ook de onaanvaardbare geweld- en terreurdaden van, naar verluidt, Tsjetsjeense strijders tegen Russische troepen, leden van de Tsjetsjeense overheid, de ongewapende burgerbevolking en personen in de omgeving van president Akhmed Kadyrov blijven voortgaan,

    G.

    overwegende dat de ambities van de EU om een vooraanstaande rol op internationaal niveau te spelen niet geloofwaardig zijn wanneer zij een oogje dichtknijpt voor dit conflict,

    H.

    gezien de recente ondoorzichtige acties van het Russische gerechtelijke apparaat zoals in de zaken Yukos en het Instituut voor de open maatschappij,

    1.

    wijst op de tijdens de top bereikte overeenkomst om het strategisch partnerschap tussen de EU en Rusland te versterken op basis van gemeenschappelijke waarden en om de stabiliteit, veiligheid en welvaart in een Europa zonder scheidslijnen te bestendigen; benadrukt evenwel onder verwijzing naar dit tweesporenbeleid ten opzichte van Rusland, dat het begrip en de definitie van deze gemeenschappelijke waarden nog moeten worden verfijnd;

    2.

    is ingenomen met de toezegging dat de onderlinge afstemming en verregaande integratie van de sociale en economische structuren van de uitgebreide EU en Rusland zullen worden bevorderd, dat „gemeenschappelijke ruimtes” tussen beide partijen zullen worden gecreëerd en dat de permanente partnerschapsraad EU-Rusland zijn werkzaamheden zal aanvatten;

    3.

    is in het bijzonder ingenomen met de aanvaarding van het idee voor een gemeenschappelijke Europese economische ruimte, die een blauwdruk voor economische integratie biedt en roept beide partijen op op deze weg voort te gaan ten einde met voorstellen te kunnen komen om handel en investeringen te bevorderen en zo snel mogelijk tastbare resultaten te bereiken;

    4.

    erkent dat de lange-termijnbetrekkingen tussen de EU en Rusland op het gebied van energie moeten worden versterkt om de energievoorziening van beide partijen te kunnen garanderen en is ingenomen met de vorderingen bij de gesprekken met het oog op de totstandbrenging van een energiepartnerschap tussen Rusland en de EU als integrerend onderdeel van de gemeenschappelijke Europese economische ruimte; erkent de belangrijke rol van Rusland als energieleverancier voor de EU en het belang voor de EU van investeringen op dit gebied, en verwijst hierbij met name naar het feit dat er dringend behoefte is aan onderhoud en investeringen in nieuwe, milieuvriendelijker technieken;

    5.

    is ingenomen met de overeenkomst om voort te werken aan de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid, waarbij nadrukkelijk wordt verwezen naar: gemeenschappelijke democratische waarden, in het bijzonder eerbiediging van de mensenrechten en de rechtsstaat; hamert er in dit verband nogmaals op dat de Russische autoriteiten en met name het gerechtelijk apparaat de wet op eerlijke, transparante, niet discriminerende en proportionele wijze dienen toe te passen; is van mening dat beklaagden recht hebben op een eerlijk proces zodat zij de kans krijgen om zich te verdedigen;

    6.

    verzoekt de Raad en de Commissie in dit verband het democratische proces en met name de tenuitvoerlegging van gerechtelijke hervormingen in Rusland te blijven steunen omdat het niet naleven van deze belangrijke beginselen niet alleen de in Rusland gemaakte vooruitgang zou ondermijnen bij het creëren van een gunstig milieu voor de ontwikkeling van handel en investeringen door Rusland en buitenlandse ondernemingen, maar ook de opneming van Rusland in een gemeenschappelijke Europese economische ruimte zou belemmeren;

    7.

    is ingenomen met de hernieuwing van de overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking, alsook met de Russische deelname aan het proces van Bologna inzake wederzijdse erkenning van diploma's; benadrukt vooral dat het akkoord de deelname van Russische wetenschappers aan het zesde kaderprogramma onderzoek en ontwikkeling mogelijk maakt; roept beide partijen op bijzondere programma's vast te stellen ter bevordering van de onderlinge samenwerking bij wetenschappelijk onderzoek en onderzoek op het gebied van geavanceerde technologieën, zoals vliegtuigbouw, ruimteonderzoek, kernenergie, telecommunicatie en het pan-Europees vervoerssysteem;

    8.

    is verheugd dat werk wordt gemaakt van een gemeenschappelijke ruimte inzake externe veiligheid, alsook over de grote eensgezindheid ten aanzien van een aantal actuele internationale vraagstukken en de centrale rol van de Verenigde Naties in de wereld; schaart zich achter beide partijen in hun veroordeling van alle terreur en hamert met hen op het belang van internationale samenwerking bij de bestrijding van het terrorisme in al zijn vormen;

    9.

    spreekt in dit verband zijn grote verontrusting uit over de aanhoudende berichten over zware schendingen van de mensenrechten in Tsjetsjenië en doet een dringende oproep tot de Russische autoriteiten om de internationale gemeenschap vrije toegang tot de republiek te geven om er op de eerbiediging van de mensenrechten toe te zien, onmiddellijk te stoppen met de pogingen om Tsjetsjeense ontheemden in eigen land en vluchtelingen tot terugkeer te dwingen tot zij vrijwillig in alle veiligheid en waardigheid naar hun plaats van herkomst of naar een plaats van hun keuze kunnen terugkeren en onverwijld stappen te ondernemen om wie zich tijdens het conflict in Tsjetsjenië aan ernstige schendingen schuldig gemaakt heeft, voor de rechter te brengen, alsook concrete informatie te verstrekken over ieder gerechtelijk onderzoek naar vermeende misdrijven, die als schendingen van de mensenrechten of van het internationaal humanitair recht kunnen worden bestempeld;

    10.

    verzoekt de Raad en de Commissie om opnieuw hun bezorgdheid uit te spreken over de zaak van de ontvoerde Nederlandse medewerker van Artsen zonder grenzen, Arjan Erkel;

    11.

    is verheugd over het besluit van een Britse rechtbank om het verzoek van de Russische autoriteiten om uitlevering van de Tsjetsjeense leider Achmed Zakayev af te wijzen;

    12.

    onderschrijft de verklaring van zijn voorzitter dat de kwesties Tsjetsjenië en Kyoto in de gezamenlijke verklaring van de Top onvoldoende zijn behandeld;

    13.

    betreurt de verklaringen van de fungerend voorzitter van de Raad van de EU aan het slot van de Top EU/Rusland, waarin hij zijn steun heeft betuigd voor het standpunt van de Russische regering betreffende de situatie van de mensenrechten in Tsjetsjenië en de democratie in de Russische Federatie;

    14.

    verzoekt de Raad en de Commissie met klem de kwestie Tsjetsjenië als een afzonderlijk punt bovenaan de agenda voor de betrekkingen EU-Rusland te houden en eens te meer bij de Russische autoriteiten aan te dringen op de hervatting van de onderhandelingen met alle partijen om een onmiddellijke politieke oplossing voor het conflict te bereiken, die niet louter als een onderdeel van de strijd tegen het terrorisme kan worden beschouwd, en waarbij duidelijk wordt gemaakt dat de EU bereid is als bemiddelaar op te treden;

    15.

    herinnert eraan dat een politieke oplossing van de kwestie Trans-Djnestrië alleen mogelijk is in combinatie met de volledige terugtrekking van de Russische troepen uit Moldavië; verzoekt Rusland zijn internationale verplichtingen na te komen en zijn troepen terug te trekken volgens het tijdschema dat is vastgesteld op de bijeenkomsten van de OVSE in Istanbul en Porto;

    16.

    verheugt zich over het akkoord om de dialoog over non-proliferatie, ontwapening en wapenbeheersing uit te breiden en de werkzaamheden in de bestaande internationale mechanismen te coördineren; herhaalt hoe belangrijk nucleaire en chemische ontwapening zijn voor het non-proliferatiesysteem en vraagt Rusland en de EU-lidstaten om op dat vlak een voortrekkersrol te spelen;

    17.

    is verheugd over de ondertekening van de overeenkomst tussen de Russische Federatie en Europol en hoopt dat Rusland spoedig de onderhandelingen afsluit over een overname-overeenkomst EU-Rusland om de inspanningen tegen de georganiseerde misdaad op te voeren en de samenwerking bij grenscontroles te bevorderen;

    18.

    stelt met tevredenheid vast dat is toegezegd om het pakket van Kaliningrad zo spoedig mogelijk en in zijn geheel ten uitvoer te leggen, inclusief het verrichten van een haalbaarheidsstudie voor een hogesnelheidstrein, die nog vóór eind 2003 zal worden gestart en tijdig zal worden voltooid; is ingenomen met de inwerkingtreding van het grensakkoord tussen Rusland en Litouwen en roept Rusland op om ook met Estland en Letland grensakkoorden te sluiten en te ratificeren;

    19.

    blijft ervan overtuigd dat een spoedige toetreding van Rusland tot de WTO mogelijk en wenselijk is en roept beide partijen op hun werkzaamheden te intensiveren en onopgeloste vraagstukken uit de weg te ruimen voor het afronden van bilaterale onderhandelingen over toegang tot markten en FDI-bescherming in het kader van de toetreding van Rusland tot de WTO, waarbij wederzijds aanvaardbare en commercieel haalbare voorwaarden voor ogen dienen te staan;

    20.

    betreurt dat op de Top geen discussies hebben plaatsgevonden over milieukwesties waarvoor de EU en Rusland gezamenlijk verantwoordelijk zijn, waaronder de bedreiging voor het milieu in de Oostzee die een van de kwesties vormt die meer prioriteit moeten krijgen;

    21.

    beklemtoont het belang van ratificatie en naleving door Rusland van het ESPO-verdrag inzake milieubeoordeling in een grensoverschrijdende context om te komen tot doeltreffende milieubeschermende maatregelen voor de Oostzee; acht het van vitaal belang dat bij eventuele oliewinning in de Oostzee, ongeacht waar deze plaatsvindt, milieueffectrapportage (MER) wordt verricht; meent dat een dergelijke MER volgens internationale normen moet plaatsvinden, toegankelijk moet zijn voor ieder ander land en ook de aanleg van grote nieuwe havens of de verlenging van de levensduur van kerninstallaties moet omvatten;

    22.

    verwacht van Rusland concrete en snelle maatregelen naar aanleiding van het voorstel van de Europese Unie de eliminatie van enkelwandige tankers te versnellen;

    23.

    verzoekt de Doema zijn verplichtingen na te komen en zo spoedig mogelijk het protocol van Kyoto te ratificeren, een eerste vereiste voor uitbreiding van de multilaterale betrekkingen;

    24.

    verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de parlementen van de lidstaten en de toetredende landen, alsook aan de president, de Doema en de regering van de Russische Federatie.


    (1)  PB C 127 E van 29.5.2003, blz. 585.

    (2)  P5_TA(2003)0025.

    (3)  P5_TA(2003)0335.

    (4)  P5_TA(2003)0219.

    (5)  P5_TA-PROV(2003)0520.

    P5_TA(2003)0520

    Betrekkingen met de oostelijke en zuidelijke buurlanden

    Resolutie van het Europees Parlement over de grotere Europese nabuurschap: een nieuw kader voor de betrekkingen met de oostelijke en zuidelijke buurlanden (COM(2003) 104 — 2003/2018(INI))

    Het Europees Parlement,

    gezien de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over „De grotere Europese nabuurschap: een nieuw kader voor de betrekkingen met de oostelijke en zuidelijke buurlanden” (COM(2003) 104),

    gezien de mededeling van de Commissie over „De weg effenen voor een nieuw nabuurschapsinstrument” (COM(2003) 393),

    gezien de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over „Een nieuwe impuls voor EU-maatregelen inzake mensenrechten en democratisering met mediterrane partners — Strategische richtsnoeren” (COM(2003) 294),

    gezien het voorstel van de Commissie voor een verordening van de Raad over klein grensverkeer aan de landbuitengrenzen van de lidstaten (COM(2003) 502),

    gelet op het document A secure Europe in a Better World van de Hoge Vertegenwoordiger voor het GBVB, gesteund door de Europese Raad in juni 2003 te Thessaloniki,

    gelet op de conclusies van de Raad van 16 juni 2003 over Groter Europa — nieuwe-nabuurschap,

    gelet op het door de Europese Raad van Brussel in oktober 2003 goedgekeurde tweede actieplan voor de Noordelijke dimensie

    gelet op het Arabisch rapport over de menselijke ontwikkeling van 2002, gepubliceerd door de UNDP (ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties),

    gelet op zijn resolutie van 11 juni 2002 over de betrekkingen tussen de Europese Unie en de Unie van de Arabische Maghreb: tenuitvoerlegging van een geprivilegieerd partnerschap (1),

    onder verwijzing naar zijn resolutie van 16 januari 2003 over de Noordelijke dimensie — nieuw actieplan 2004-2006 (2),

    onder verwijzing naar zijn resolutie van 19 juni 2003 over de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over „Een open coördinatiemethode voor het communautaire immigratiebeleid” en over de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over „Integratie van migratievraagstukken in de betrekkingen van de Europese Unie met ontwikkelingslanden” (3),

    onder verwijzing naar zijn vorige resoluties over de nabuurlanden en -regio's van de uit te breiden Unie,

    gelet op artikel 47, lid 2 en artikel 163 van zijn Reglement,

    gezien het verslag van de Commissie buitenlandse zaken, mensenrechten, gemeenschappelijke veiligheid en defensiebeleid en het advies van de Begrotingscommissie (A5-0378/2003),

    A.

    overwegende dat het essentieel is voor de uitgebreide Unie geen gesloten buitengrenzen te hebben en een strategie vast te stellen voor de betrekkingen met de oostelijke en zuidelijke buurlanden aan de hand waarvan vrede, stabiliteit, veiligheid, eerbiediging van de mensenrechten, democratie en welvaart in een grote gemeenschappelijke ruimte kunnen worden gedeeld en ontwikkeld, en daardoor positief bij te dragen aan de opbouw van een nieuwe op multilateralisme gebaseerde internationale orde,

    B.

    overwegende dat het, gezien de gunstige ervaring in de Midden- en Oost-Europese toetredingslanden, in het grootste belang van de EU is dat het streven om in de Oost-Europese landen een maatschappij op te bouwen die democratisch is, stevig gegrond is op het beginsel van de rechtstaat, de mensenrechten eerbiedigt en de overgang maakt naar efficiënte en duurzame markteconomie en sociaal stelsel en milieubescherming, een nieuwe impuls krijgt; overwegende dat de EU moet stimuleren en behulpzaam zijn op alle geëigende niveaus, rekening houdend met de behoeften die ontstaan door de gewijzigde situatie aan de nieuwe Schengen-grens in Oost-Europa;

    C.

    overwegende dat alle landen aan de nieuwe oostelijke buitengrens van de EU weliswaar met soortgelijke structurele problemen te kampen hebben, maar dat een specifieke analyse per land onontbeerlijk lijkt om bijvoorbeeld de conflictbeheersing in Tsjetsjenië, het democratisch tekort in Wit-Rusland, de regionale conflicten in Berg-Karabach, respectievelijk Abchazië of Zuid-Ossetië en om de problemen in Moldavië vanwege de situatie in Trans-Dnjestrië te kunnen aanpakken, die de algehele politieke en economische vooruitgang bemoeilijken,

    D.

    overwegende dat een van de uitdagingen van de strategie betreffende de grotere Europese nabuurschap is om vooral de betrokken landen een nieuwe stimulans te bieden tot het delen met de EU van de waarden van veiligheid, democratie en een stabiele markteconomie en dat het vooruitzicht van een associatieovereenkomst als mogelijk toekomstig kader voor de betrekkingen met de EU wat dit betreft als een belangrijke prikkel kan werken voor landen waarmee de EU op dit ogenblik geen dergelijke overeenkomst heeft,

    E.

    overwegende dat de nieuwe strategie betreffende de grotere Europese nabuurschap zeker behoort tot de belangrijkste taak van de EU, namelijk om waar mogelijk bij te dragen tot vrede, veiligheid, democratie en economische stabiliteit; dat deze strategie derhalve moet voorkomen dat er binnen Europa een nieuwe scheidslijn met onze oosterburen ontstaat,

    F.

    overwegende dat in dit verband het signaal dat uitgaat van de gemeenschappelijke verklaring van Rusland, de Oekraïne, Wit-Rusland en Kazachstan van eind september 2003 betreffende het instellen van een gemeenschappelijke economische ruimte, mede in aanmerking moet worden genomen bij de overwegingen omtrent de invulling van het nieuwe initiatief betreffende de grotere Europese nabuurschap,

    G.

    overwegende dat de betrekkingen van goed nabuurschap aan beide kanten van de Middellandse Zee evenzeer belangrijk zijn voor het uitgebreide Europa; overwegende dat naast haar op handen zijnde uitbreiding naar het oosten van het Europese continent de Europese Unie tevens de banden moet aanhalen met haar mediterrane buurlanden en de landen van het Midden-Oosten,

    H.

    overwegende dat de verschillende omstandigheden in onze oostelijke en zuidelijke buurlanden aanvankelijk tot even belangrijke maar verschillende aanzetten moeten leiden om later de schepping mogelijk te maken van een ruimte van gemeenschappelijke welstand en gemeenschappelijke waarden op basis van intensieve economische integratie, nauwere politieke en culturele betrekkingen en een hechtere grensoverschrijdende samenwerking,

    I.

    overwegende dat preventie van conflicten , het vreedzaam oplossen van bestaande conflicten en de strijd tegen het terrorisme het uitgangspunt moeten zijn voor de strategie voor Europese veiligheid, uitgaande van de richting die wordt aangegeven in het door de Hoge Vertegenwoordiger voor het GBVB op de Europese Raad van Thessaloniki uitgebrachte document,

    J.

    overwegende dat het tevens nodig is middelen te ontwikkelen om effectiever om te kunnen gaan met uitdagingen van „softe” veiligheid, zoals aan kernenergie verbonden risico's, ernstige vervuiling, wapensmokkel en de activiteiten van internationale criminele netwerken en criminele organisaties, o.a. de ernstige misdaden van handel in verdovende middelen en smokkel van illegale immigranten alsmede van vrouwen en kinderen voor seksuele uitbuiting,

    K.

    overwegende dat het beleid betreffende de grotere Europese nabuurschap een evaluatie moet opleveren van EU-beleid en overeenkomsten om een stap voorwaarts te kunnen zetten, die niet in tegenspraak is met bestaande en toekomstige verlangens van een aantal van de desbetreffende landen om op langere termijn tot de Unie toe te treden of bijzondere contractuele betrekkingen te onderhouden, en deze onverlet laten,

    L.

    overwegende dat de mededeling van de Commissie over de grotere Europese nabuurschap betrekking heeft op de relaties met Rusland, de westelijke NOS en de mediterrane buurlanden van de EU, en dat de eventuele budgettaire gevolgen daarvan thans zouden vallen onder rubriek 4 van de EU-begroting (externe maatregelen),

    M.

    overwegende dat het voorgestelde nieuwe kader nog niet volledig is omgezet in concrete maatregelen en overigens onvoldoende vaste elementen bevat om de begrotingsautoriteit in staat te stellen de uiteindelijke budgettaire gevolgen ervan te beoordelen; voorts overwegende dat de Commissie verklaart dat een en ander tot uitdrukking zal komen in de begrotingsvoorstellen voor de komende jaren,

    1.

    verklaart dat de nieuwe grenzen van de uitgebreide Unie moeten worden beschouwd als een positieve gelegenheid voor de rechtstreeks betrokken landen en regio's, met de opbouw van een netwerk van nauwere betrekkingen; is bijgevolg van mening dat het de taak van de Europese Unie moet zijn met deze landen en regio's een omvangrijk en concreet concept van nabuurschap te ontwikkelen, waarmee het zoeken kan worden bevorderd naar de meest effectieve oplossingen voor problemen waar de onderlinge afhankelijkheid en globalisering ons voor stelt;

    2.

    is in dit verband van mening dat het nodig is een coherent systeem te creëren voor de betrekkingen tussen de 25 landen van de uitgebreide Unie; die landen waarmee, op verschillende titel, afspraken zijn gemaakt over een toekomstig toetreden tot de Unie en die landen over wier toetredingspotentieel nog geen besluit is gevallen, en andere buurlanden; dit systeem moet gebaseerd zijn op eerbiediging van de mensenrechten, democratie en de rechtsstaat, de dialoog tussen de culturen en godsdiensten en op gemeenschappelijke ontwikkeling door convergerend beleid, waarbij specifiek aandacht moet worden besteed aan de verschillende sub-regionale situaties;

    3.

    is van mening dat het nieuwe-nabuurschapsbeleid en het nieuwe-nabuurschapsinstrument in onze betrekkingen met al onze buren moeten worden aangewend, en dat de geografische dimensie van het „nabuurschap” rekening moet houden met alle terreinen die essentieel zijn voor het garanderen van een effectieve territoriale continuïteit en politieke duurzaamheid aan de strategie van de Unie, terwijl daarnaast onderscheid moet worden gemaakt tussen de betreffende regio's en landen, vooral op basis van de soorten uitdaging, hun niveau van eerbiediging van democratie en mensenrechten en de individuele vrijheden, en het belang en de mogelijkheden die zij hebben om nauwer samen te werken;

    4.

    wijst erop dat daartoe de reeds bestaande overeenkomsten, economische contacten en culturele banden enerzijds een geschikt uitgangspunt vormen om de traditionele structuren verder uit te bouwen, maar dat anderzijds rekening moet worden gehouden met de principiële verschillen in omstandigheden tussen onze ooster- en zuiderburen;

    5.

    wijst met nadruk op de reeds bestaande instrumenten (associatieovereenkomsten, het Gemeenschapsinitiatief Interreg en de programma's Phare, Tacis, CARD, MEDA alsmede partnerschaps- samenwerkingsen vrijhandelsovereenkomsten); benadrukt dat geen derde land in zijn individuele vooruitgang kan worden belemmerd door tekorten op het betrokken gebied bij andere derde landen;

    6.

    stelt vast dat een analyse van de nieuwe bedreigingen van de wereldveiligheid door terrorisme, regionale conflicten, etnisch-religieuze en fundamentele conflicten en door personen die geweld gebruiken in naam van de godsdienst het nodig maakt dat men beter in staat is een inclusief beleid te ontwikkelen dat gebaseerd is op een efficiënt democratisch multilateralisme;

    7.

    steunt het gebruik van het beleid betreffende de grotere Europese nabuurschap als een van de instrumenten om het partnerschap tussen de EU en Rusland verder te ontwikkelen, maar is van mening dat alleen al vanwege zijn omvang, hulpbronnen en eigen ambities, de betrekkingen tussen de EU en Rusland ook buiten dit beleidskader uitermate belangrijk zullen blijven; wijst er evenwel op dat er geen verschil mag worden gemaakt in aandacht voor mensenrechten en verwacht van Rusland concrete stappen op dit terrein; herhaalt dat de huidige toestand in Tsjetsjenië en de stand van de democratie momenteel een belemmering vormen voor volledige ontwikkeling van het partnerschap tussen de EU en Rusland;

    8.

    verzoekt de Commissie en de Raad om in het kader van het beleid betreffende de grotere Europese nabuurschap een speciaal beleid te ontwikkelen voor de landen van de zuidelijke Kaukasus met een specifieke belangstelling voor conflictpreventie;

    9.

    verzoekt bovendien dat de betrekkingen met de mediterrane landen rekening houden met niet alleen die landen die nu al deel uitmaken van het Euromediterraan partnerschap, maar ook met Libië en Mauritanië die daarbij als waarnemer aanwezig zijn en vooral behoren tot de Unie van de Arabische Maghreb in wording;

    10.

    wil dat er speciale aandacht wordt geschonken aan de EVA-landen IJsland, Liechtenstein, Noorwegen en Zwitserland en aan die landen op het Europese vasteland die door hun omvang en uit eigen keus niet hebben meegedaan aan het uitbreidingsproces van de Unie (Andorra, Monaco, San Marino, Vaticaanstad), maar op uiteenlopende manieren al deel uitmaken van Europese structuren en derhalve een actieve bijdrage kunnen leveren aan de ontwikkeling van dit proces;

    11.

    legt er de nadruk op dat het opstarten van het beleid betreffende de grotere Europese nabuurschap geenszins afbreuk mag doen aan de status van Bulgarije en Roemenië als kandidaatlanden (de bedoeling is dat zij in 2007 zullen toetreden) en van Turkije. (de Europese Raad dient in december 2004 te beslissen over het al dan niet aangaan van toetredingsonderhandelingen en over de datum waarop deze eventueel van start moeten gaan), de potentiële kandidaatstatus van de westelijke Balkan-landen (op de Europese Raad in maart en juni 2003 is een uiteindelijk doel van EU-toetreding geformuleerd) of de toelatingscriteria voor het EU-lidmaatschap;

    12.

    is van mening dat, afgezien van de vraag omtrent een eventueel toekomstig lidmaatschap, ook Turkije in het beleid betreffende de grotere Europese nabuurschap moet worden opgenomen;

    13.

    is van mening dat het betrekken van de landen van de westelijke Balkan bij een nieuw alomvattend beleid betreffende de grotere Europese nabuurschap ook kan plaatsvinden door hun deelname aan het Euromediterraan partnerschap en in elk geval maximaal de subregionale integratie van dit gebied moet valoriseren als een essentiële stap in de richting van verdere integratie in de Europese structuren; benadrukt dat volledige medewerking van de betrokken landen met het Internationaal Tribunaal voor misdrijven in voormalig Joegoslavië hierbij een belangrijke factor blijft, aangezien dit de basis vormt voor verzoening en voor het ontstaan van wederzijds vertrouwen tussen de volkeren;

    14.

    is van mening dat het beleid betreffende de grotere Europese nabuurschap niet mag tornen aan de wens van sommige Europese buurlanden toe te treden tot de EU of daarmee andere contractuele betrekkingen te onderhouden, maar dat, ook al valt het niet samen met het uitbreidingsbeleid, dit een belangrijk instrument kan zijn om deze landen in staat te stellen te evolueren in de richting van tot het vermogen om op basis van de tot dusver gemaakte vorderingen een verzoek om toetreding overeenkomstig artikel 49 van het EU-Verdrag in te dienen; is overigens van mening dat het beleid betreffende de grotere Europese nabuurschap vormen van associatie in een later stadium mag uitsluiten;

    15.

    beklemtoont dat overeenkomstig artikel 49 van het EU-Verdrag elke Europese staat die de beginselen van vrijheid en democratie, de eerbiediging van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en van de rechtsstaat, in acht neemt, kan verzoeken lid te worden van de Unie, en dat een duidelijke erkenning van het recht van landen die nadrukkelijk uitdrukking geven aan hun Europese aspiraties, zoals Oekraïne en Moldavië, om tot de Unie toe te treden wanneer zij voldoen aan de politieke en economische criteria, een sterke aansporing kan zijn voor samenwerking in het kader van het initiatief betreffende de grotere Europese nabuurschap;

    16.

    is van mening dat voor die landen die de wens te kennen geven te eniger tijd toe te treden tot de Unie, het instrument van controle door de Commissie van de aanpassing aan EU-regelingen, dat werd ontwikkeld voor de kandidaat-lidstaten, toegankelijk dient te worden gemaakt;

    17.

    is van mening dat, wil het beleid betreffende de grotere Europese nabuurschap een maximaal effect sorteren, het één grote pan-Europese mediterrane regio moet omvatten die is opgedeeld in bilaterale, subregionale en regionale dimensies (o.a. de Noordelijke dimensie en samenwerking in de Zwarte-Zeeregio en de mediterrane regio); wijst op de geopolitieke verschillen tussen de oostelijke en de zuidelijke nabuurschap en is van mening dat, terwijl er veel te zeggen is voor het ontwikkelen van de subregionale en regionale samenwerking in het zuiden, voor wat de oostelijke buurlanden betreft een bilaterale aanpak meer succes belooft omdat een regionale samenwerking wegens de verschillen nauwelijks mogelijk lijkt;

    18.

    ten aanzien van de nieuwe buurlanden in Oost-Europa:

    erkent dat oplossing van het conflict rond Transdnjestrië de voorwaarden voor economische en sociale vooruitgang in Moldavië sterk zou verbeteren en een bron van instabiliteit in Europa zou wegnemen; stelt met belangstelling vast dat in de Raad wordt overwogen om een civiele of militaire EU-missie te sturen;

    stelt vast dat de EU Moldavië betalingsbalanssteun geeft en dat deze leningen onder meer nodig zijn als gevolg van de belemmeringen die de EU nog steeds opwerpt tegen Moldavische exportproducten; betreurt dit gebrek aan samenhang tussen EU-beleidsmaatregelen betreffende Moldavië en verzoekt de Commissie deze kwestie te onderzoeken;

    spreekt zijn waardering uit voor het gezamenlijke initiatief van alle partijen in het Parlement aan te dringen op steun voor de wens van Moldavië lid te worden van de EU, die in steeds hogere mate het bindende element wordt in het land;

    stelt vast dat het gezien de politieke omstandigheden in Wit-Rusland, het enige land met een dictatoriale regering in Europa, nog steeds niet opportuun is om een brede samenwerking met dit land aan te gaan; verzoekt evenwel dat de EU-steun voor de civil society en de democratische oppositie wordt opgevoerd en dat hiervoor alle mogelijkheden worden benut; wijst erop dat hiertoe een actieplan opgesteld moet worden zodat de voorwaarden aanwezig zijn om te zijner tijd betrekkingen met dit land te kunnen aanknopen;

    is van mening dat Oekraïne wegens zijn omvang, geografische ligging, sterke historische, culturele, economische en andere banden met Midden- en West-Europa, alsmede met Rusland, en potentieel om op essentiële terreinen een steeds belangrijkere partner van de EU te worden, in het kader van het beleid van de EU betreffende de grotere Europese nabuurschap een bijzonder belangrijke rol moet worden toebedeeld; steunt de wens van Oekraïne om van de EU deel uit te maken en de momentele aandacht van de Raad en de Commissie om voor de voorbereiding van een actieplan voor Oekraïne;

    merkt op dat de geplande instelling van een gemeenschappelijke economische ruimte met Rusland, Wit-Rusland en Kazachstan de verdere samenwerking tussen Oekraïne en de EU kan hinderen; is van mening dat alleen een volstrekt democratisch en onafhankelijk Oekraïne, dat een open maatschappij tot stand heeft gebracht zoals in de nieuwe EU-lidstaten, kan beslissen welke richting het met het land uiteindelijk uit moet; verzoekt om nauw toezicht op de stand van de democratie tijdens de campagne voor de presidentsverkiezingen van 2004; is van mening dat de EU als steun voor diegenen die het hervormingsproces willen bevorderen, de deur van het lidmaatschap open moet laten;

    19.

    ten aanzien van het Middellandse-Zeegebied en het Midden-Oosten:

    is van mening dat het bestaande euromediterrane partnerschap moet worden heropgestart via bilaterale en multilaterale sectorinitiatieven, met inbegrip van de instelling van een Stichting voor de dialoog tussen culturen, en dat het in het bredere kader van het beleid betreffende de grotere Europese nabuurschap moet worden geplaatst; herhaalt dat het aanhalen van de sub-regionale betrekkingen in de Maghreb en de Mashrek prioriteit heeft en trouwens het uiteindelijke doel van de bilateraal gesloten associatieovereenkomsten is, die evenwel verder moeten evolueren en meer moeten bijdragen aan de regionale integratie; herhaalt dat de Europese Unie in deze regio's programma's moet uitvoeren die duidelijk zichtbaar zijn en dat er voor gezorgd moet worden dat de civil society in de betrokken landen hierbij ten volle wordt betrokken;

    herinnert eraan dat een euromediterrane partnerschap alleen multilateraal, coherent en doelmatig is als naast de sociaal-economische dimensie ook de eerbiediging en bevordering van de mensenrechten alsmede onderwijs en de bestrijding van uitsluiting en armoede opgenomen worden; eist dat deze grondbeginselen vastberaden en permanent toepassing vinden in de betrekkingen van de Europese Unie met de mediterrane partners, in het bijzonder in het kader van de MEDA-programma's en bestaande en toekomstig te sluiten associatieovereenkomsten;

    wenst in dit verband dat de bilaterale associatieovereenkomsten met alle partnerlanden van het proces van Barcelona worden omgezet in multilaterale overeenkomsten,

    20.

    is van mening dat het beleid betreffende de grotere Europese nabuurschap kan voorzien in samenwerking op drie terreinen:

    politiek, humaan, burgerlijk en cultureel,

    veiligheid (intern en extern),

    economische en sociaal duurzame medeontwikkeling;

    is tevens van mening dat op elk van deze terreinen een aantal gemeenschappelijke beleidsvormen ontwikkeld kan worden;

    21.

    is van mening dat het concept van de grotere Europese nabuurschap een gemeenschappelijk beleid moet omvatten dat gericht is op mensenrechten, burgerschap, democratie en het beginsel van de rechtsstaat en daarnaast een gemeenschappelijk beleid voor de ontwikkeling van de civil society, waarbij bijzondere aandacht dient te worden besteed aan geloofwaardige media en de eerbiediging van het pluralisme, alsmede aan onderwijs, onderzoek, cultuur en gezondheidszorg; is in dit verband zeer verheugd over de recente mededeling van de Commissie over de acties op dit terrein van de EU samen met mediterrane partners; onderstreept dat het broodnodig is dat de daar verwoorde aanbevelingen systematisch, krachtig en coherent in praktijk worden gebracht, vooral aan de hand van doelstellingen en referentiecriteria die duidelijk en openbaar moeten worden neergelegd in de verschillende actieplannen, en met opneming daarin van de eerbiediging van de internationale mensenrechteninstrumenten; bevestigt nogmaals dat het nodig is om bevordering en bescherming van de rechten van vrouwen op te nemen onder deze praktijken; acht het van belang dat de dialoog tussen de culturen op alle mogelijke wijzen wordt versterkt, zodat het wederzijds vertrouwen, begrip en tolerantie tussen de volkeren aan beide zijden van de Middellandse Zee groter kan worden; verwijst naar de actieve fundamentele rol van het Europees Parlement op deze terreinen en herhaalt dat de garantie van democratische legitimiteit gelegen is in een sterkere parlementaire controle op deze processen;

    22.

    is van mening dat het beleid van de grotere Europese nabuurschap gemeenschappelijke inspanningen moet omvatten op het gebied van illegale immigratie, bestrijding van terrorisme, illegale handel, de zorg voor de internationale rechtsorde, de bestrijding van corruptie, en preventie en beëindiging van conflicten; bij dit alles moeten de rechtstatelijke principes van de EU gegarandeerd blijven;

    23.

    meent, rekening houdend met het feit dat de totstandbrenging wordt nagestreefd van een klimaat van vertrouwen en zowel opgevoerde samenwerking met de buurlanden als regionale grensoverschrijdende samenwerking, dat de beveiliging van de buitengrenzen van de Europese Unie als het gaat om drugshandel, subsidiefraude, illegale immigratie, mensenhandel, bestrijding van terrorisme, veterinaire en levensmiddelencontroles in nauwe samenwerking met de nieuwe buurlanden moet plaatsvinden; dat in de bewaking van de buitengrenzen ook het nieuwe navigatiesysteem Galileo en het satellietenwaarschuwingssysteem GMES moeten worden opgenomen; meent voorts dat de technische uitrusting van de douaneautoriteiten moet worden geharmoniseerd;

    24.

    steunt in het bijzonder het voorstel om een agentschap voor beheer en operationele coördinatie van de grenzen in te stellen dat met name tot taak krijgt de migratiestromen uit het oosten en zuiden te observeren, mede om het noodzakelijke klimaat van vertrouwen en samenwerking met de buurlanden op te bouwen;

    25.

    is van mening dat het beleid van de grotere Europese nabuurschap ook maatregelen moet omvatten die gericht zijn op vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal; een macro-economisch en monetair beleid dat ook de sociale samenhang beschermt, een micro-economisch en werkgelegenheidsbeleid met de uitvoering van specifieke programma's voor technische en financiële bijstand, een beleid voor infrastructuur en netwerken; is in dit verband van mening dat speciaal belang moet worden toegekend aan de energiefactor waar ontwikkeling van convergerend beleid van de Europese Unie en haar buren die over energiebronnen beschikken, wenselijk is; tenslotte moeten een milieubeleid en een sociaal beleid worden ontwikkeld die nauw samenhangen met bovengenoemd economisch beleid;

    26.

    vestigt de aandacht van de Commissie op de toestand van de volksgezondheid en het milieu in Wit-Rusland en Oekraïne, als gevolg van de ramp van Tsjernobyl; verzoekt om de ontwikkeling van een programma voor medische bijstand en de levering van ziekenhuisapparatuur, gezien de gebrekkige middelen van deze landen,

    27.

    stelt dat elk van deze drie terreinen en het bijbehorend gemeenschappelijk beleid over voldoende financiële armslag moeten beschikken; in dit kader is het nodig dat de rol van de EBWO en de EIB ten volle wordt uitgebouwd: zij moeten een mandaat en toereikende middelen krijgen om hun leningen uit te breiden tot geheel Oost-Europa, met inbegrip van Moldavië en Oekraïne, terwijl het huidige loket van de EIB voor het mediterrane gebied en het Midden-Oosten moet evolueren tot een tak van deze instelling dat kan voldoen aan de toekomstige vereisten van de nieuwe strategie, mede met financiële bijdragen van andere mediterrane landen;

    28.

    is van mening dat de ontwikkeling van de drie ruimtes allereerst de algemene voorwaarden moet creëren opdat alle betrokken landen geleidelijk aan gemeenschappelijke waarden en principes gaan delen; tegelijkertijd is het nodig (vooral voor het beleid van de economische en sociale ruimte) de verschillende regionale en subregionale dimensies te valoriseren zodat rekening kan worden gehouden met het specifieke karakter van de verschillende gebieden en landen;

    29.

    acht het in deze samenhang eventueel wenselijk om als nieuwe mogelijkheid de instelling tussen de EU en haar Europese buren te overwegen van een vrijhandelszone, die aspecten kan omvatten van de interne markt, alsmede interne en externe veiligheid (een „Europese Economische Ruimte Plus”), zonder toekomstig lidmaatschap voor de betrokken landen uit te sluiten;

    30.

    herinnert er voorts aan dat een van de uiteindelijke doelstellingen van het Barcelona-proces de instelling is van een zone voor eerlijke vrijhandel in het Middellandse-Zeegebied en benadrukt dat het beleid van de grotere Europese nabuurschap in de eerste plaats bedoeld is om de armoede te verminderen en een ruimte tot stand te brengen van gedeelde voorspoed;

    31.

    vestigt de aandacht van de Commissie op het bestaan van natuurgebieden aan beide zijden van de grens tussen nieuwe lidstaten en nieuwe buurlanden, zoals de reservaten van Bialowieska (Polen/Wit-Rusland), Nieman (Polen/Litouwen/Wit-Rusland), Polesie (Oekraïne/Wit-Rusland/Polen) die van eminent belang zijn voor de natuur en de biodiversiteit van het Europese continent;

    32.

    is ingenomen met de drijvende gedachte achter het initiatief van de grotere Europese nabuurschap, maar wijst er tegelijkertijd op dat de betrokken regio's reeds worden bestreken door grote geografische samenwerkingsprogramma's van de EU, en stelt vast dat de mededeling geen duidelijke aanwijzingen bevat omtrent de wijze waarop deze programma's gestroomlijnd zullen worden en effectiever zullen worden gemaakt, noch over de rol die zij uiteindelijk zullen gaan spelen bij de verwezenlijking van de ambitieuze doelstellingen van het nieuwe initiatief;

    33.

    wijst erop dat de Commissie in haar mededeling met nadruk gewag maakt van „extra financiële bijstand”; erkent het belang van de betrekkingen met de buurlanden van de Unie volledig, maar is van opvatting dat het gezien de resterende marges in de huidige financiële vooruitzichten niet mogelijk is geweest nieuwe behoeften te financieren zonder negatieve gevolgen voor andere beleidsterreinen; onderstreept dat de beoogde bedragen een belangrijk onderdeel dienen uit te maken van de onderhandelingen over de nieuw financiële vooruitzichten voor de periode tot 2007 en daarna;

    34.

    is van oordeel dat de nieuwe verbeterde betrekkingen van de Unie met haar buurlanden verder gaan dan wat van oudsher als „externe maatregelen” voor derde landen werden gezien en dat zij een nieuwe dimensie aan het partnerschap toevoegen; is derhalve van mening dat de mogelijkheid tot openstelling van rubriek 7 (pretoetredingsstrategie) van de financiële vooruitzichten of een andere aanpassing van de huidige rubrieken — met passende financiering voor de periode na 2006 — moet worden overwogen;

    35.

    stelt zich op het standpunt dat ten minste het CARDS-gedeelte van de middelen voor een nabuurschapsinstrument gefinancierd zou kunnen worden uit rubriek 7 (pretoetredingsstrategie), conform het voorstel om de betrekkingen van de EU met de Balkan-regio van rubriek 4 (externe maatregelen) over te hevelen naar rubriek 7;

    36.

    is verheugd om de oproep van de Raad, gedaan in zijn conclusies van 16 juni 2003 en de EU-Oekraïne- top van 7 oktober 2003, aan de Commissie, om de weg te effenen voor een intensivering van de bilaterale betrekkingen met Oekraïne, Moldavië en de zuidelijke mediterrane partners door voorbereiding van actieplannen; is evenwel van mening dat de gehele grotere Europese nabuurschap voorzien moet worden van coherente actieplannen;

    37.

    dringt erop aan dat bij de uitvoering van de voorgestelde actieplannen volledig rekening wordt gehouden met de wetgevende en budgettaire prerogatieven van het Parlement en verwerpt ieder voorstel waardoor de Raad de overhand zou krijgen bij beleidskwesties; onderstreept dat beleidskwesties moeten worden geregeld volgens de daarvoor vastgestelde procedures en dat de rechten van beide takken van de begrotingsautoriteit moeten worden gewaarborgd;

    38.

    benadrukt dat de actieplannen moeten worden geïntegreerd in de gemeenschappelijke terreinen van samenwerking; geeft er daarom de voorkeur aan dat samenwerkingsmaatregelen en maatregelen betreffende integratieniveaus zoveel mogelijk op elkaar worden afgestemd om voor meer transparantie te zorgen en te helpen de administratieve lasten van de Commissie te verlichten; dringt met name aan op de instelling van een transparant instrument voor de uitvoering van de maatregelen inzake democratie en rechten van de mens, dat deel zal uitmaken van de actieplannen, zodat de inefficiëntie van de bestaande mensenrechtenclausules wordt voorkomen;

    39.

    benadrukt dat het van bijzonder belang is als uitgangspunt van het beleid van de grotere Europese nabuurschap de evaluatie te nemen van de bestaande overeenkomsten en financiële instrumenten die betrekking hebben op de nieuwe EU-buren en rekening te houden met deze evaluatie bij het opstellen van landen- en regionale actieplannen; wenst nauw betrokken te worden bij het beleid van de grotere Europese nabuurschap en middels een jaarverslag deel te nemen aan de evaluatie van de uivoering van de actieplannen;

    40.

    is van mening dat de EU in eerste instantie de WTO-lidmaatschapsaanvragen van buurlanden moet steunen die nog geen lid zijn, daar dit een aantal belangrijke stappen op weg naar aanpassing aan de communautaire wetgeving met zich meebrengt;

    41.

    steunt het voorstel van de Commissie uit haar mededeling over een nieuw nabuurschapsinstrument, voor nabuurschapsprogramma's als een voorlopige oplossing van langslepende bureaucratische problemen die de EU-steun aan grensoverschrijdende samenwerking in hoge mate compliceren; bepleit deze programma's met spoed op de rails te zetten; betreurt het dat de oproep van het Parlement tot actie op dit terrein niet eerder gehoord is en dat door het rigide karakter van het financieel perspectief het op gang komen van het nabuurschapsinstrument zal worden vertraagd tot 2007; bepleit om het voorgestelde instrument, meer nog dan de grensoverschrijdende dimensie, in sommige grensgebieden ten uitvoer te leggen als een proefproject en nu al om te buigen naar grensoverschrijdende samenwerking naar het voorbeeld van de interreg III B-mechanismen; onderstreept dat de grensoverschrijdende samenwerking zich ook uit moet strekken tot de regio's en landen die gemeenschappelijke zeegrenzen met de Unie hebben;

    42.

    onderstreept dat grensoverschrijdende en interregionale samenwerking een kernelement vormen voor het aanhalen van de betrekkingen met de buurlanden en dringt aan op de toepassing van een instrument met de mechanismen van Interreg III A en C, dat de deelname van de regionale en de plaatselijk autoriteiten omvat;

    43.

    is ingenomen met het voorstel om in het kader van het algemene initiatief van de grotere Europese nabuurschap een nieuw nabuurschapsinstrument te creëren ter bevordering van grensoverschrijdende acties en ter verbetering van de onbevredigende situatie die het gevolg is van het uiteenlopende karakter van de momenteel gebezigde financieringsinstrumenten (Interreg voor het aandeel van lidstaten in lopende projecten en Tacis en Phare voor het aandeel van de nabuurstaten daarin); merkt tevens op dat ook MEDA en CARDS onder dit initiatief zouden moeten vallen;

    44.

    meent dat het nieuwe nabuurschapsinstrument voor de buitengrenzen van de uitgebreide Unie ingebouwd moet worden in de programma's en processen van het externe beleid, daarbij rekening houdende met de bestaande regionale prioriteiten; is van mening dat dit instrument zowel moet aansluiten bij de doelstellingen van het extern beleid als bij die van de economische en sociale samenhang; dringt erop aan dat bij de toepassing van dit instrument lering wordt getrokken uit de ervaringen die zijn opgedaan met grensoverschrijdende samenwerking;

    45.

    vestigt er de aandacht op dat in de omschrijving van de nieuwe- nabuurschapsprogramma's en van toekomstige nieuwe-nabuurschapsinstrumenten de diverse vraagstukken moeten worden opgenomen die betrekking hebben op landen die een landgrens met de uitgebreide Unie hebben en op die landen waarmee de EU een zeegrens gemeen heeft; is van mening dat het Akkoord van Schengen enig plaatselijk grensverkeer mogelijk moet maken voor bepaalde bevolkingsgroepen en de traditionele grensoverschrijdende betrekkingen kunnen blijven bestaan en worden ontwikkeld;

    46.

    wijst erop dat de nieuwe-nabuurschapsprogramma's en nieuwe- nabuurschapssinstrumenten gemakkelijk toegankelijk moeten zijn voor regionale en plaatselijke gemeenschappen, die rechtstreeks betrokken moeten worden bij het beheer; dringt er in dit verband bij de Commissie op aan te beginnen met de opbouw van een consulaire infrastructuur in grensgebieden om te komen tot de gewenste vereenvoudiging van de verstrekking van visa en een gedecentraliseerde uitvoering van de programma's te bevorderen;

    47.

    is verheugd over het voorstel van de Commissie voor een verordening over plaatselijk grensverkeer aan de externe landgrenzen van de lidstaten en beschouwt dit voorstel als een belangrijke stap op de weg naar garanties dat de nieuwe Schengen-grenzen geen belemmering worden voor handel, maatschappelijke en culturele uitwisseling of regionale samenwerking; constateert evenwel dat dergelijke risico's nog wel bestaan ten aanzien van andere regio's van de relevante nabuurlanden, dus niet de landen die een gemeenschappelijke grens hebben, en dat daarom waar mogelijk verdere maatregelen dienen te worden genomen;

    48.

    wijst in dit verband nogmaals uitdrukkelijk op de belangrijke rol van de nieuwe lidstaten als het erom gaat aan hun grenzen intensiever te werken aan de politieke dialoog, de geleidelijke opbouw van een vrijhandelszone d.m.v. nationale actieplannen en intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking;

    49.

    is ervan overtuigd dat het bestaan van verschillende instellingen waar de door deze resolutie geviseerde landen deel van uitmaken, een positief uitgangspunt is dat kan garanderen dat de strategie van de Unie een institutionele multilaterale dimensie krijgt en het voeren van het gemeenschappelijke beleid; herinnert eraan dat de politieke dialoog en de instellingen rekening moeten houden met de verschillende componenten: regering, parlement, gedecentraliseerde instellingen en de georganiseerde civil society;

    50.

    bepleit in samenhang met het initiatief van de grotere Europese nabuurschap

    een versterking van het gemeenschappelijk optreden van de EU in bestaande internationale instellingen (Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE), Raad van Europa),

    een intensievere samenwerking met de Raad van Europa, vooral gezien de ervaring die de Raad heeft opgedaan bij consolidering van democratische processen en vorming van de rechtsstaat,

    dat rekening wordt gehouden met een eventuele uitbreiding van de OVSE met de landen van het Middellandse-Zeegebied en het Midden-Oosten of in elk geval ontwikkeling van samenwerkingsprocessen met deze landen,

    een nieuw elan van de Europese Conferentie als instrument voor samenwerking in het kader van het beleid van de grotere Europese nabuurschap, waaraan ook de landen van de zuidelijke Kaukasus als volwaardige leden kunnen deelnemen,

    oprichting tijdens het Italiaanse voorzitterschap van de Euromediterrane Parlementaire Vergadering zodat het proces van Barcelona een parlementaire dimensie krijgt en uitbreiding ervan tot andere landen van de mediterrane regio en het Midden-Oosten;

    51.

    verzoekt de landen die onder het beleid van de grotere Europese nabuurschap vallen en die dit nog niet hebben gedaan om alle internationale verdragen inzake maatregelen ter bestrijding van het terrorisme te ondertekenen, te ratificeren en strikt toe te passen, met volledige inachtneming van het Handvest van de Verenigde Naties; wenst tevens dat er een netwerk van contacten wordt opgezet om informatie uit te wisselen en samen te werken bij de bestrijding van het terrorisme;

    52.

    is er met het oog op een betere eerbiediging van de mensenrechten in het mediterrane gebied voorstander van dat in de betrokken landen onafhankelijke instellingen worden opgericht, als garantie voor de daadwerkelijke implementatie van de rechten die voortvloeien uit bilaterale en multilaterale overeenkomsten die worden gesloten; verzoekt alle betrokken landen die dit nog niet hebben gedaan, zich aan te sluiten bij het voorstel voor een moratorium op de doodstraf en het Internationaal Strafhof te erkennen;

    53.

    verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten en de kandidaat-lidstaten, de Verenigde Naties, de Raad van Europa, de OVSE en de regeringen van de in deze resolutie genoemde landen.


    (1)  P5_TA(2002)0296.

    (2)  P5_TA(2003)0020.

    (3)  P5_TA(2003)0292.

    P5_TA(2003)0521

    Noordelijke dimensie

    Resolutie van het Europees Parlement over de Noordelijke dimensie

    Het Europees Parlement,

    gezien het tweede actieplan voor de Noordelijke dimensie 2004-2006, dat tijdens de op 16/17 oktober 2003 in Brussel gehouden zitting van de Europese Raad is aangenomen,

    onder verwijzing naar zijn resolutie van 16 januari 2003 over de Noordelijke dimensie — nieuw actieplan 2004-2006 (1),

    gezien de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 11 maart 2003 over de grotere Europese nabuurschap: een nieuw kader voor de betrekkingen met de oostelijke en zuidelijke buurlanden (COM(2003) 104),

    gelet op artikel 37, lid 2 van zijn Reglement,

    A.

    overwegende dat de Noordelijke dimensie sedert haar totstandkoming in 1999 heeft laten zien over een groot potentieel te beschikken, maar daarbij nog niet het voor de ontwikkeling van de noordelijke gebieden van ons continent en van het Arctische gebied gewenste niveau heeft bereikt,

    B.

    overwegende dat de Commissie in maart 2003 met haar eerste concept voor een groter Europees nabuurschapsbeleid is gekomen en dat de conclusies van de Europese Raad van 16 juni 2003 thans als uitgangspunt dienen voor de verdere bemoeiingen van de Commissie; overwegende dat dit beleid een nieuwe nadruk legt op de betrekkingen met de bestaande en toekomstige buren in een uitgebreide Unie, waarvan de Noordelijke dimensie een integrerend deel uitmaakt,

    C.

    overwegende dat het voornaamste doel van het beleid voor de Noordelijke dimensie is de kansen en problemen aan te pakken die worden geboden door de uitbreiding, waardoor de grens van de EU opschuift tot Rusland, en Wit-Rusland en Oekraïne nieuwe nabuurstaten van de EU worden, en overwegende dat enkele partnerlanden van de Noordelijke dimensie lid zullen worden van de EU, waardoor de interne aspecten van de Noordelijke dimensie aan betekenis zullen winnen,

    D.

    overwegende dat de nieuwe grensregio's veel menselijk en economisch potentieel te bieden hebben, en dat wij ons derhalve meer moeten inspannen om duurzame ontwikkeling en economische groei te stimuleren, het grensoverschrijdend verkeer van mensen en goederen te vergemakkelijken en tegelijkertijd nauw samen te werken bij de bestrijding van georganiseerde criminaliteit, armoede en sociale ongelijkheid, bij de verbetering van gezondheidszorg en sociaal welzijn en bij de bevordering van productieve werkgelegenheid en sociale en culturele uitwisseling, waarbij als algemeen doel moet vooropstaan dat de democratie en de stabiliteit in het gebied moeten worden versterkt,

    E.

    overwegende dat de maritieme veiligheid nog steeds een belangrijk probleem is, vooral in de Oostzee, waar het gebruik van tankschepen voor aardolietransport snel toeneemt; voorts overwegende dat de Oostzee al zwaar verontreinigd is en dat het feit dat zij een binnenzee is haar extra kwetsbaar maakt,

    F.

    overwegende dat de gevolgen van de mondiale klimaatsverandering in de noordelijke en Arctische gebieden dramatische proporties kunnen aannemen,

    G.

    overwegende dat de reikwijdte van de Noordelijke dimensie zich veel verder uitstrekt dan alleen maar het noordwestelijke deel van Rusland, namelijk tot het gehele Noordpoolgebied en het hele Oostzeebekken,

    H.

    overwegende dat meer interactie op alle niveaus tussen Rusland en de EU in het kader van de Noordelijke dimensie van essentieel belang is om deze algemene doelen te kunnen verwezenlijken en als katalysator zal fungeren voor het aanhalen van de banden die Rusland met de EU onderhoudt,

    I.

    overwegende dat op de zitting van de Raad Algemene Zaken en Buitenlandse Betrekkingen te Luxemburg op 9 april 2001 is besloten een Forum voor de Noordelijke dimensie op te zetten, en dat dit besluit nog steeds niet is uitgevoerd,

    1.

    verwelkomt het tweede actieplan voor de Noordelijke dimensie als een belangrijk element bij de totstandkoming van de in het kader van de Noordelijke dimensie te ontwikkelen beleidsinstrumenten en als een belangrijke bijdrage voor de betrokken regio;

    2.

    wijst er in dit verband op dat het hoofddoel van het huidige actieprogramma eruit bestaat een helder operationeel kader te bieden voor allen die bij de Noordelijke dimensie belang hebben, alsmede strategische doelen en prioriteiten te stellen;

    3.

    onderstreept dat de aanstaande toetreding van tien nieuwe lidstaten het belang van de Noordelijke dimensie nog zal doen toenemen, evenals de verdere ontwikkeling en implementatie van het beleid van de Unie in het kader van een „Groter Europa — nieuwe-nabuursc”; is van mening dat het nieuwe-nabuurschapsbeleid en het nieuwe-nabuurschapsinstrument in de relaties met alle EU-buurlanden ten uitvoer moeten worden gelegd, hetgeen de financiering van de beleidsmaatregelen in het kader van de Noordelijke dimensie ten goede zal komen;

    4.

    steunt de specifieke activiteiten van onderhavig actieplan, rekening houdend met alle belangrijke onderwerpen die door het Europees Parlement in voorgaande resoluties aan de orde zijn gesteld en die zes grote prioritaire sectoren omvatten:

    economie, zakenwereld en moderne infrastructuur;

    menselijk potentieel, onderwijs, wetenschappelijk onderzoek en gezondheid en sociale vraagstukken;

    samenwerking op energiegebied;

    milieu, nucleaire veiligheid en grondstoffenreserves;

    grensoverschrijdende samenwerking en regionale ontwikkeling;

    justitie en binnenlandse aangelegenheden,

    en met bijzondere aandacht voor regio's met specifieke behoeften zoals Kaliningrad en het Poolgebied;

    5.

    spreekt zijn waardering uit voor de in de actieplannen voorgestelde milieuaspecten, met name voor wat betreft de maritieme veiligheid in de Oostzee, het besluit om de Oostzee in het kader van de Internationale Maritieme Organisatie aan te merken als een bijzonder kwetsbaar gebied en het feit dat in het algemeen de nadruk ligt op duurzame ontwikkeling en het duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen; spreekt in het bijzonder zijn steun uit voor het streven om scherper toezicht te houden op milieuverontreinigende stoffen en aan te sturen op een effectiever afvalwaterbeheer;

    6.

    uit zijn bezorgdheid over het feit dat teveel het accent is komen te liggen op de exploitatie van fossiele brandstoffen en dat te weinig aandacht is besteed aan de belangrijke rol die hernieuwbare energiebronnen in de regio zouden kunnen vervullen;

    7.

    uit in het bijzonder zijn voldoening over de strategie die is gevolgd in het kader van het Milieupartnerschap voor de Noordelijke dimensie (NDEP), onder meer het NDEP-steunfonds; is derhalve ingenomen met het feit dat op 27 oktober 2003 in Oslo het Partnerschap voor gezondheidszorg en sociaal welzijn in het kader van de Noordelijke dimensie is opgericht;

    8.

    begroet de ondertekening op 21 mei 2003 van het Multilateraal Nucleair Milieuprogramma (MNEPR) als een belangrijke stap naar meer transparantie en efficiency en een sneller optreden bij de internationaal gefinancierde nucleaire sanerings- en ontmantelingsprogramma's in Rusland; spoort Rusland ertoe aan deze overeenkomst onverwijld te ratificeren; onderstreept het belang van milieueffect- en risico-evaluaties bij de implementatie van projecten;

    9.

    betreurt het ontbreken van coördinatie tussen de bestaande internationale milieu-, nucleaire-veiligheids- en non-proliferatieprogramma's; verzoekt de Europese Unie het initiatief te nemen om een onderzoek in te stellen naar de oprichting van een internationaal bureau voor milieu- en non-proliferatietoezicht met het oog op de coördinatie van de inspanningen om Rusland te helpen het hoofd te bieden aan de ernstige milieuproblemen in het land ten gevolge van radioactief afval;

    10.

    uit zijn voldoening over de nauwere samenwerking op het gebied van justitie en binnenlandse zaken, met name voor wat betreft de bestrijding van georganiseerde criminaliteit en mensenhandel en de samenwerking bij grensbewaking en civiele bescherming;

    11.

    spreekt zijn waardering ervoor uit dat er aandacht wordt besteed aan het vraagstuk van de vrouwenhandel en steunt het in het actieplan geopperde denkbeeld projecten te richten ter verbetering van de situatie van (mogelijke) slachtoffers en ter ontmoediging van de vraag naar seksuele diensten van vrouwen en kinderen;

    12.

    onderkent de speciale rol die noordwestelijk Rusland vervult in het kader van het beleid inzake de Noordelijke dimensie, maar merkt op dat noch de ontwikkeling van het „Arctisch Venster”, noch de behoefte aan nauwere politieke en wetenschappelijke samenwerking met Canada en de Verenigde Staten in het actieplan worden vermeld;

    13.

    dringt aan op verbetering van de coördinatie tussen de EU, de Noordpoolraad, de Raad van Oostzeelanden, de Noordse Raad, de Euro-Arctische Raad voor de Barentsz-zee en andere organen die betrokken zijn bij Noordpool- en regionale aangelegenheden, en een duidelijke verdeling van de verantwoordelijkheden tussen alle desbetreffende overheidsorganen in de EU;

    14.

    betreurt het uitblijven van concrete voorstellen die expliciet bedoeld zijn voor de inheemse bevolkingsgroepen in het gebied, met name de Samen, die op politiek niveau beter moeten worden vertegenwoordigd;

    15.

    is van mening dat er nauwere verbindingen noodzakelijk zijn tussen de in het kader van de Noordelijke dimensie ontwikkelde beleidsinstrumenten en de EU-begroting, en dringt aan op adequate financiering van eerstgenoemde instrumenten;

    16.

    is bezorgd over de problemen die zich voordoen bij de tenuitvoerlegging van de begrotingslijn voor grensoverschrijdende samenwerking in het kader van TACIS; onderstreept de noodzaak tot verbetering van het regelgevings- en begrotingskader voor de implementatie van het grensoverschrijdende TACIS-programma naar het model van de voor het nieuwe-nabuurschapsinstrument te volgen procedure, en zal de voorstellen om de bestaande leningfaciliteiten uit te breiden tot de TACIS-landen nauwgezet bezien; beklemtoont tevens het belang van samenwerking tussen de in het kader van Interreg en TACIS opgezette activiteiten; en gaat ervan uit dat enkele proefprojecten in delen van het grensgebied kunnen worden uitgevoerd zelfs voordat het nieuwe-nabuurschapsinstrument van start gaat;

    17.

    verzoekt alle partijen actief samen te werken om de energie-, vervoers en informatienetwerken van EU en Rusland te koppelen, hetgeen meer betrokkenheid van de Europese Investeringsbank zal vereisen; verzoekt de Raad de taakomschrijving van de EIB zo spoedig mogelijk te verruimen zodat deze in staat wordt gesteld nog meer bij Rusland betrokken te raken;

    18.

    onderstreept de noodzaak om projecten in het kader van de Noordelijke dimensie op te nemen in het door de Commissie voorgestelde TEN-programmapakket; wijst er nogmaals op dat bij de ontwikkeling van de vervoersinfrastructuur in de Noordelijke dimensie-regio met name aandacht moet worden gegeven aan de milieutechnische duurzaamheid van de voorgestelde oplossingen door voorrang te geven aan vervoer per spoor en over zee;

    19.

    dringt erop aan dat ook in de toekomst op alle niveaus van de implementatie en evaluatie van het actieplan gekozen vertegenwoordigers worden betrokken; betreurt het dat deze democratische dimensie ontbreekt;

    20.

    verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen van de lidstaten en van de tien nieuwe lidstaten, van Rusland, Wit-Rusland, Canada en de VS.


    (1)  P5_TA(2003)0020.

    P5_TA(2003)0522

    Europees defensiematerieel

    Resolutie van het Europees Parlement over de mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio's over Europese defensie — Industriële en marktvraagstukken — Naar een EU-beleid voor defensiematerieel (COM(2003) 113 — 2003/2096(INI))

    Het Europees Parlement,

    gezien de mededeling van de Commissie (COM(2003) 113) en de daaraan voorafgaande mededelingen van de Commissie (COM(1996) 10 en COM(1997) 583),

    onder verwijzing naar zijn resoluties van 11 april 1984 (1), 13 juli 1990 (2), 17 september 1992 (3), 19 januari 1995 (4), 15 mei 1997 (5), 14 mei 1998 (6), 30 november 2000 (7), 10 april 2002 (8), 15 mei 2002 (9) en 10 april 2003 (10), over dit onderwerp,

    gezien de conclusies van het voorzitterschap van de respectieve Europese Raden over deze aangelegenheid, en met name die van de Europese Raad van Keulen (3-4 juni 1999) en de Europese Raad van Helsinki (10-11 december 1999) over de versterking van het gemeenschappelijk Europees veiligheids- en defensiebeleid, alsmede de verslagen van het voorzitterschap over de uitbreiding van de middelen van de Unie voor militair en niet-militair crisisbeheer,

    gezien de op 6 juli 1998 door de ministers van Defensie van Duitsland, Spanje, Frankrijk, Italië, het Verenigd Koninkrijk en Zweden te Londen ondertekende intentieverklaring over maatregelen ter ondersteuning van de herstructureringen in de defensie-industrie, waarin de door de respectieve regeringen vastgestelde doelstellingen en beginselen zijn vermeld om de totstandkoming en het doeltreffend functioneren van transnationale defensiebedrijven in Europa te bevorderen,

    gezien de gemeenschappelijke verklaring van de ministers van Defensie van de betrokken landen van 20 april 1998, waarbij zij overeenkwamen bij voorrang te zullen streven naar harmonisatie van de aanschaf van benodigdheden voor hun strijdkrachten teneinde overlapping in hun aankoopbeleid en bij onderzoek en technologische ontwikkeling te voorkomen,

    gezien het op de informele zitting van de Raad van ministers van Buitenlandse Zaken van de EU van 7 mei 2000 op de Azoren bereikte akkoord, waarbij is besloten projecten te ondersteunen voor de oprichting van gemeenschappelijke werkgroepen van de EU en de NAVO, die zich zullen bezighouden met vraagstukken betreffende veiligheid en militaire capaciteit, met het treffen van voorzieningen om de EU in staat te stellen gebruik te maken van de militaire middelen van de NAVO en met de uitwerking van permanente consultatiemechanismen tussen de EU en de NAVO,

    gezien de op 19 november 2001 gehouden conferentie over het Europees actieplan inzake militaire en politiële capaciteiten,

    gezien de op de Top van Praag van 21 november 2002 door de staatshoofden en regeringsleiders van het Atlantisch bondgenootschap afgelegde verklaring,

    gezien de op 3 juni 2003 te Madrid gehouden zitting van de Noordatlantische Raad en van de NAVOEU- ministerraad,

    gelet op artikel 17, lid 1 van het EU-Verdrag, en met name de paragraaf inzake samenwerking op bewapeningsgebied, alsook op artikel 296 van het EG-Verdrag betreffende de bescherming van de nationale veiligheidsbelangen,

    gelet op de artikelen 47, lid 2 en 163 van zijn Reglement,

    gezien het verslag van de Commissie buitenlandse zaken, mensenrechten, gemeenschappelijke veiligheid en defensiebeleid en het advies van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie (A5-0342/2003),

    gezien het tweede verslag van de Commissie buitenlandse zaken, mensenrechten, gemeenschappelijke veiligheid en defensiebeleid (A5-0370/2003),

    A.

    overwegende dat het Europees veiligheids- en defensiebeleid (EVDB) de mogelijkheid heeft gecreëerd om onder leiding van de EU zowel civiele als militaire crisisbeheersingsoperaties op te zetten en uit te voeren, zonder daarmee afbreuk te doen aan de specifieke doelstellingen van het veiligheids- en defensiebeleid van de lidstaten,

    B.

    overwegende dat het feit dat tal van Europese landen consequent niet een groter bedrag aan defensie uitgeven en hun militaire vermogen en de interoperabiliteit met de Geallieerden niet verbeteren de interne samenhang binnen de NAVO zelf in gevaar kan brengen,

    C.

    overwegende dat de lidstaten van de Europese Unie begrotingstechnisch gezien ongeveer half zoveel aan defensie uitgeven als de Verenigde Staten, maar dat het rendement daarvan in termen van militaire capaciteit verhoudingsgewijs slechts 10% is van dat in de VS,

    D.

    overwegende dat onderling nauwe samenwerking, daar beide samenlevingen gebaseerd zijn op dezelfde waarden van vrijheid, democratie, rechtsstaat en mensenrechten, noodzakelijk is,

    E.

    overwegende dat het concept van een Europese defensie-identeit door alle partijen bij het Atlantisch bondgenootschap is aanvaard en erkend op hun bijeenkomst te Berlijn in juni 1996,

    F.

    overwegende dat het op 16 december 2002 gesloten strategisch partnerschapsakkoord en de sluiting en tenuitvoerlegging van de permanente akkoorden tussen de EU en de NAVO, met name de „Berlijn plus”-akkoorden, de EU de mogelijkheid bieden om bij de uitvoering van door de Unie opgezette operaties gebruik te maken van de operationele militaire planningcapaciteiten van de NAVO en haar bevelsstructuren, hetgeen tevens de verplichting impliceert de compatibiliteit van de gebruikte defensieapparatuur te verbeteren,

    G.

    overwegende dat het einde van de koude oorlog resulteerde in een vermindering van het aantal bestellingen voor militaire apparatuur en dat deze sector derhalve niet alleen uit economisch, maar ook uit sociaal oogpunt nieuw leven moet worden ingeblazen, vooral met het oog op de bevordering van de veiligheid in de wereld,

    H.

    overwegende dat de daaruit voortvloeiende herstructurering van de nationale defensiebedrijven de totstandkoming van diverse overlegstructuren in de hand heeft gewerkt, zoals ook blijkt uit de bovengenoemde intentieverklaring en de desbetreffende kaderovereenkomst, alsook uit de oprichting van een gemeenschappelijke organisatie voor samenwerking op bewapeningsgebied,

    I.

    overwegende dat de veiligheid binnen de EU na de gebeurtenissen van 11 september 2001 een urgenter karakter heeft gekregen, in die zin dat er een grotere verantwoordelijkheid is komen te liggen bij de lidstaten die verantwoordelijk zijn voor de bescherming van de buitengrenzen van de Unie,

    J.

    overwegende dat de parlementaire controlebevoegdheden in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) en het EVDB zowel berusten bij het Europees Parlement als bij de nationale parlementen en dat de nationale parlementen nog steeds beschikken over essentiële bevoegdheden ten aanzien van zowel militaire uitgaven als operationele aangelegenheden met betrekking tot de strijdkrachten,

    K.

    overwegende dat de uitbreiding van de NAVO en — parallel daaraan — van de EU meer coördinatie tussen alle lidstaten noodzakelijk maakt,

    L.

    overwegende dat de Europese defensie-industrie economisch en politiek van vitaal belang is voor de EU,

    M.

    overwegende dat er geen interne markt voor defensiematerieel bestaat en dat de nationale aanschafprocedures en uiteenlopende uitvoerbepalingen de ontwikkeling ervan doorkruisen,

    N.

    overwegende dat dit profijtelijk kan zijn voor het midden- en kleinbedrijf en dat de wapenindustrie aandringt op een gecoördineerd beleid voor de aanschaf van defensiematerieel,

    1.

    neemt kennis van de mededeling van de Commissie, waarmee zij tegemoetkomt aan een daartoe strekkend verzoek van het Europees Parlement en de lidstaten een adequaat referentiekader biedt voor nauwere en effectievere samenwerking op bewapeningsgebied;

    2.

    dringt erop aan dat de EU zich voorziet van de nodige militaire capaciteiten om de geloofwaardigheid van de doelstellingen van haar buitenlands en defensiebeleid te waarborgen; geeft er zich rekenschap van dat deze politiek slechts kans van slagen heeft indien de lidstaten bereid zijn op lange termijn voldoende in hun militaire budgetten te investeren om uiteindelijk aan hun defensieverplichtingen te kunnen voldoen en verwacht dat de Commissie in 2004 een groenboek publiceert met de gemeenschappelijk toegepaste normen voor de aankoop van defensiematerieel;

    3.

    spreekt de overtuiging uit dat de NAVO nog steeds niet alleen een essentiële garantie vormt voor de stabiliteit en de veiligheid in de Euro-Atlantische regio, maar tevens een onontbeerlijk kader is voor het opzetten van bondgenootschappelijke operaties; overweegt dus dat het in ieders belang is de interoperabiliteit van de Europese en transatlantische defensieapparatuur te verbeteren;

    4.

    onderkent in dit verband de noodzaak om gunstige voorwaarden te creëren voor de ontwikkeling van een concurrentiebestendige en levensvatbare Europese defensie-industrie; schaart zich onverkort achter het project van de Commissie om gegevens te verzamelen teneinde de situatie van de defensie-industrie binnen de EU in kaart te brengen; dringt aan op opstelling van een onderzoek- en ontwikkelingsprogramma ter verbetering van de defensiecapaciteit van de Unie; onderstreept derhalve tevens de noodzaak om op communautair niveau model- en demonstratieprojecten te bevorderen ter ondersteuning van de Europese capaciteiten op het gebied van geavanceerde technologie;

    5.

    dringt erop aan dat er bij de ontwikkeling van een Europese defensiebijdrage geen plaats is voor schaduwbudgetten en dat parlementaire controle moet worden gewaarborgd; wijst erop dat deze controle thans grotendeels moet worden uitgeoefend door de nationale parlementen;

    6.

    spoort de lidstaten ertoe aan de defensie-industrie te herstructureren en consequent invulling te geven aan de interdependentie tussen bedrijfsleven en technologie in deze sector, zodat de overheidsuitgaven voor defensie beter worden benut en overlapping wordt voorkomen;

    7.

    spreekt dan ook zijn steun uit voor intra-Europese samenwerking, vrije concurrentie en voor toepassing van het communautair preferentiebeginsel, zonder evenwel samenwerking met derde landen noch de aanschaf van defensiematerieel buiten Europa door de lidstaten uit te sluiten wanneer de leveringsvoorwaarden aldaar financieel gunstiger zijn dan die binnen de Europese Unie zelf en mits deze aankopen verenigbaar zijn met de verwezenlijking van een Europees project;

    8.

    dringt erop aan dat met de verwachtingen op het gebied van veiligheid en nationale stabiliteit van de kandidaat-lidstaten ten volle rekening wordt gehouden, aangezien deze landen moeten worden betrokken bij de herstructurering van de defensie-industrie;

    9.

    is van mening dat de steeds verdergaande openstelling van de wapenmarkten erop gericht moet zijn de bevoorrading op nationaal en Europees niveau veilig te stellen; spreekt zich in dat verband uit voor beperking van de controles op de intracommunautaire handel in defensiematerieel, vereenvoudiging van de administratieve procedures en harmonisatie van de nationale vergunningenstelsels; onderkent evenwel het complexe karakter en de politieke gevoeligheid van deze sector uit het oog te verliezen;

    10.

    wijst er andermaal op dat het heeft aangedrongen op de geleidelijke totstandbrenging van een Europese wapenmarkt en dat met het oog hierop ter zake gemeenschappelijke regels moeten worden vastgesteld en toegepast; verzoekt de Commissie met voorstellen te komen voor doorzichtige en eenvoudiger procedures op dit terrein;

    11.

    wijst erop dat de normalisatieinstellingen van de Europese Unie een belangrijke bijdrage dienen te leveren tot interoperabiliteit van de militaire goederen, met name van de producten die in de burger- en de militaire sector worden gebruikt;

    12.

    wijst er nogmaals op dat de interne openstelling van de markten voor militaire goederen vergezeld dient te gaan van een verdere uitbreiding van het toezicht op wapenexport aan de buitengrenzen van de EU; wijst er in dit verband nadrukkelijk op dat de EU en haar lidstaten alle aanbevelingen van het Parlement inzake de EU-gedragscode betreffende wapenuitvoer volledig ten uitvoer moeten leggen;

    13.

    stelt voor, in het kader van de onderhandelingen over de nieuwe financiële vooruitzichten, uit de structuurfondsen te financieren communautaire programma's in te voeren ter ondersteuning van militaire heruitrustingsuitgaven met name een programma dat uitsluitend gericht is op de ontwikkeling van apparatuur ter bescherming van de externe grenzen van de Europese Unie, met als doel deze af te stemmen op de behoeften in de strijd tegen internationaal terrorisme en georganiseerde criminaliteit, illegale immigratie, wapen-, drugs- en mensenhandel en bij de bestrijding van maritieme piraterij;

    14.

    wijst in dit verband op het besluit van de Europese Raad van Thessaloniki om in 2004 een intergouvernementeel bureau op te zetten voor de ontwikkeling van de defensie-, onderzoeks-, aankoop- en bewapeningscapaciteit, dat moet opereren onder het gezag van de Raad en waaraan alle lidstaten kunnen meewerken; maakt er evenwel tevens op attent dat vooraf helder en duidelijk moet worden vastgesteld op welke terreinen dit nieuw op te richten bureau actief dient te zijn, zodat het zich beter kan bewijzen; dringt erop aan geraadpleegd te worden wanneer deze taakomschrijving en de praktische richtlijnen voor het functioneren van het bureau worden vastgesteld;

    15.

    is van mening dat dit bureau zich in de eerste plaats zou moeten bezighouden met de uitrusting en bewapening van de Europese crisisinterventiemacht, en inzonderheid met de interne compatibiliteit daarvan; is voorts van oordeel dat het bureau een langetermijnstrategie voor de capaciteitsproblematiek dient te ontwikkelen; is van mening dat het bureau moet analyseren op welk moment en op welk gebied er nieuwe behoeften zullen ontstaan en welke technologische mogelijkheden er op dat moment voorhanden zullen zijn om in de geconstateerde manco's te voorzien; is tevens van mening dat het bureau de beschikking moet krijgen over een eigen budget, dat zich dient te concentreren op het onderzoek naar en de ontwikkeling van nieuwe technologieën;

    16.

    pleit ervoor om bij alle besluitvorming over het industriebeleid de medebeslissingsprocedure te volgen;

    17.

    verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


    (1)  PB C 127 van 14.5.1984, blz. 70.

    (2)  PB C 231 van 17.9.1990, blz. 209.

    (3)  PB C 284 van 2.11.1992, blz. 138.

    (4)  PB C 43 van 20.2.1995, blz. 89.

    (5)  PB C 167 van 2.6.1997, blz. 137.

    (6)  PB C 167 van 1.6.1998, blz. 190.

    (7)  PB C 228 van 13.8.2001, blz. 173.

    (8)  PB C 127 E van 29.5.2003, blz. 582.

    (9)  PB C 180 E van 31.7.2003, blz. 392.

    (10)  P5_TA(2003)0188.

    P5_TA(2003)0523

    Stabilisatie- en associatieproces voor Zuidoost-Europa

    Resolutie van het Europees Parlement over het stabilisatie- en associatieproces voor Zuidoost-Europa: Tweede jaarverslag (COM(2003) 139 - 2003/2094(INI))

    Het Europees Parlement,

    gezien het tweede jaarverslag van de Commissie over het stabilisatie- en associatieproces voor Zuidoost-Europa (COM(2003) 139),

    gezien de conclusies van de Vierde Parlementaire Conferentie EU-Stabiliteitspactlanden, d.d. 21 mei 2003,

    onder verwijzing naar zijn resoluties van 5 juni 2003 (1) over de vergadering van de Troïka en de landen die deelnemen aan het Stabiliteitspakt voor Zuidoost-Europa en van 3 juli 2003 (2) over de vergadering van de Europese Raad (Thessaloniki, 19/20 juni 2003),

    gezien de conclusies van de Topconferentie EU-Oostelijke Balkan op 21 juni 2003 en de op deze top goedgekeurde gemeenschappelijke verklaring,

    gezien de resoluties van de VN- Veiligheidsraad nr. 1244/1999 van 10 juni 1999 over Kosovo, 1503 (2003) van 28 augustus 2003 voorzover betrekking hebbend op de relaties en werkzaamheden van het Internationaal Tribunaal voor misdrijven in het voormalige Joegoslavië (ICTY), 1491 (2003) van 11 juli 2003 inzake Bosnië en Herzegovina, het verslag S/2003/675 van de secretaris-generaal van de VN van 26 juni 2003 over de VN-Interim Administration Mission in Kosovo, en de resoluties van het Europees Parlement van 28 februari 2002 (3), 26 september 2002 (4) en 24 oktober 2002 (5) over het Internationaal Strafhof,

    gelet op de artikelen 47, lid 2 en 163 van zijn Reglement,

    gezien het verslag van de Commissie buitenlandse zaken, mensenrechten, gemeenschappelijke veiligheid en defensiebeleid en de adviezen van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie en de Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen (A5-0397/2003),

    Algemene en horizontale kwesties

    1.

    herhaalt zijn overtuiging, tot uitdrukking gebracht in zijn resolutie van 7 november 2002 (paragraaf 3) (6) inzake het verslag van de Commissie „Het stabilisatie- en associatieproces voor Zuidoost-Europa, eerste jaarverslag”, dat alleen sprake kan zijn van een Europees perspectief indien de landen voldoen aan de criteria van Kopenhagen en verzoekt de Raad en de Commissie de steun aan de aan het Stabilisatie- en Associatieproces (SAP) deelnemende landen te koppelen aan de eventuele overgang naar een volgend stadium van het SAP onder de volgende voorwaarden:

    samenwerking met het ICTY,

    implementatie van een doeltreffend beleid gericht op de terugkeer van vluchtelingen en ontheemden,

    implementatie van een actief beleid tegen corruptie, georganiseerde misdaad, mensenhandel en handel in wapens en drugs;

    2.

    acht het onwenselijk dat in de toekomst een SAP-land toetreedt tot de EU indien en wanneer dat land met de V.S. een bilaterale overeenkomst sluit die de volledige effectiviteit van het Internationaal Strafhof ondermijnt;

    3.

    wijst erop dat de succesvolle voltooiing van het werk van het parket van de aanklager bij het ICTY moet afhangen van een volledige en snelle medewerking van alle regeringen van de SAP-landen, in het bijzonder van de regeringen aan wie om uitlevering van voortvluchtigen is gevraagd (Kroatische regering, regering van Servië en Montenegro, en de Bosnisch-Servische autoriteiten);

    4.

    verzoekt de Commissie en de Raad hun volledige steun te geven aan de aanklager bij het ICTY voor de vervulling van haar prioriteiten voor de komende vier jaar zoals deze door de VN-Veiligheidsraad zijn gesteld: voltooiing van onderzoeken in 2004, uitlevering van alle overblijvende voortvluchtigen, en afhandeling van alle berechtingen in 2008 en hogere beroepen in 2010;

    5.

    wijst erop dat de SAP-landen een begin gemaakt hebben met binnenlandse processen tegen verdachten van oorlogsmisdaden; onderstreept dat gerechtelijke procedures tegen verdachten ongeacht hun etniciteit aangespannen moeten worden;

    6.

    herhaalt zijn verzoek aan de Raad en de Commissie, geformuleerd in zijn voornoemde resolutie van 3 juli 2003 (paragraaf 35), om een levensvatbaar financieel bestek voor de SAP-landen voor te leggen onder een geherstructureerde rubriek 7 van de financiële vooruitzichten;

    7.

    verzoekt de Raad en de lidstaten zich voor te bereiden op een waarschijnlijke terugtrekking van Amerikaanse troepen uit de VN-contingenten in Zuidoost-Europa, en de vervanging ervan door vredestroepen onder leiding van de EU tijdig te plannen;

    8.

    doet een beroep op de SAP-landen om de discriminatie tegen de Roma-bevolking aan te pakken, onder meer door de aanneming van doeltreffende anti-discriminatiewetgeving en een systematische controle op de toegang van Roma tot onderwijs, huisvesting, werkgelegenheid, gezondheidszorg en sociale diensten;

    9.

    herhaalt zijn voorstel, geformuleerd in zijn voornoemde resolutie van 7 november 2002 (paragraaf 4), om diepgaand van gedachten te wisselen over de toekomstige ontwikkelingen van de huidige institutionele kaders en de status van semi-overheidsinstellingen, binnen het kader van de desbetreffende VN-resoluties;

    10.

    merkt op dat voor landen waar de rechten van de burgers afhangen van etnische herkomst, geen perspectief bestaat voor toetreding tot de EU;

    11.

    wijst er met nadruk op dat de huidige visaregeling tussen de EU en de SAP-landen het Europese perspectief voor deze landen ondermijnt en vertraagt, en een bron van vernedering voor hun burgers geworden is; doet een beroep op de Raad en de Commissie om duidelijke maatstaven vast te leggen voor de wijze waarop de visaregelingen met de SAP-landen geleidelijk kunnen worden versoepeld naargelang die landen de nodige hervormingen doorvoeren; is van mening dat dit een tastbaar teken zal zijn dat de EU nader tot de burgers van de SAP-landen komt;

    12.

    verzoekt de Commissie dringend te zorgen voor gebieden met versoepeld verkeer tussen naburige landen, waardoor de ontwikkeling van de grensoverschrijdende en regionale samenwerking wordt gestimuleerd;

    13.

    verzoekt de Commissie dringend de organisatie van twinningprojecten op alle niveaus te bevorderen en te steunen en alle acties te steunen waarmee netwerkvorming tussen de verschillende actoren in de EU en de SAP-landen wordt vergemakkelijkt;

    14.

    verzoekt de Commissie de totstandbrenging van een doeltreffend overheidsbestuur in de SAP-landen te bevorderen, door versterking van de staatsstructuur maar ook van het regionaal en gemeentelijk bestuur, en de gemeenten bij te staan en te steunen bij de programmering van economische ontwikkelingsmaatregelen;

    15.

    moedigt de participatie van alle burgers in het lokale bestuur aan, hetgeen het gemeenschapsgevoel versterkt; verzoekt de Commissie en het Europees Bureau voor Wederopbouw de lokale autoriteiten te steunen door de goedkeuring van participatiebegrotingen en de bevordering van territoriale gemeentelijke planning;

    16.

    verzoekt de Commissie met voorstellen te komen ter inlossing van de beloftes door de Europese Raad van Thessaloniki gedaan, met name voor wat betreft de toegang tot communautaire programma's als Socrates; moedigt de SAP-landen, in het kader van de pretoetredingsstrategie aan deel te nemen aan de communautaire programma's ter bevordering van gelijke kansen voor vrouwen en mannen;

    17.

    verzoekt de SAP-landen de reeds ondertekende vrijhandelsakkoorden onverwijld ten uitvoer te leggen; wijst erop dat hiermee in gebreke blijven een obstakel zou vormen voor de ontwikkeling van het SAP en van levensvatbare regionale markten, hetgeen de economische situatie nog verder zou verzwakken;

    18.

    verzoekt de Commissie er terdege rekening mee te houden dat versterking van de steun voor de institutionele opbouw een voorwaarde vooraf is voor een succesvolle ontwikkeling van het SAP en deze versterking te begeleiden door alle mogelijkheden tot steunverlening voor de ontwikkeling van een gedegen infrastructuur te benutten;

    19.

    verzoekt de Commissie in het kader van CARDS lokale overheden te steunen bij de selectie van productiesectoren waarin de oprichting van kleine en middelgrote ondernemingen zal worden bevorderd en het traditionele lokale bedrijfsleven wordt gestimuleerd, alsmede om de bevordering van kleine leningen en een lokaal financieringssysteem te steunen, bij wijze van concrete steun aan de economie en opleiding tot verantwoordelijkheid;

    20.

    wijst er derhalve met klem op dat in het nieuwe actieplan voorrang moet worden gegeven aan structurele en economische hervormingen die leiden tot functionerende markteconomieën en de verwezenlijking van een duurzame ontwikkeling;

    21.

    verzoekt de landen in de regio, aangezien de handel in vrouwen en kinderen met het oog op hun seksuele uitbuiting (met name in Albanië en Bosnië-Herzegovina) onverminderd doorgaat, in samenwerking met de „bestemmingslanden”, zowel op binnenlands als op regionaal vlak actie te ondernemen en daarbij hoge prioriteit toe te kennen aan slachtofferhulp, opleidingsprogramma's voor de bevoegde diensten en preventie door middel van bewustmaking en voorlichting van de publieke opinie;

    Albanië

    22.

    herinnert eraan dat een behoorlijk functionerende democratie en politieke stabiliteit van essentieel belang zijn voor een versnelde tenuitvoerlegging van hervormingen; betreurt het duidelijk onbevredigende verloop van de jongste lokale verkiezingen;

    23.

    moedigt de Albanese autoriteiten aan om hun toezeggingen gestand te doen om de reeds ondernomen hervormingen voort te zetten, daar de succesvolle afronding van het Stabiliteits- en Associatieakkoord (SAA) zal afhangen van hun mogelijkheden om de goedgekeurde wetgeving verantwoord uit te voeren en de noodzakelijke hervormingen te verwezenlijken;

    24.

    beveelt aan energiekere maatregelen te nemen om de vereiste middelen te creëren voor de strijd tegen corruptie, georganiseerde misdaad, handel in mensen, wapens en drugs; het functioneren van een onafhankelijk en efficiënt gerechtelijk bestel, verbetering van de administratieve capaciteiten van Albanië, met name inzake het grensbeheer, de ontwikkeling van een vrije en onafhankelijke mediasector en de bevordering en waarborging van de eerbiediging van de rechten van mens en van de rechten van minderheden;

    25.

    dringt erop aan dat vóór het einde van 2003 een nauwkeurige inventarisatie van de omvang van de nationale minderheden voorligt, teneinde de nationale wetgeving inzake minderheden en de conventies van de Raad van Europa overal in het land naar behoren te kunnen uitvoeren; verzoekt de autoriteiten om versterking van de overheidsstructuren die met de bescherming van minderheden zijn belast;

    Bosnië-Herzegovina

    26.

    erkent het belangrijke en moeilijke werk van het OHR en de speciale EU-vertegenwoordiger bij de uitvoering van de „hervormingsagenda”; is van mening dat de internationale inspanningen geleidelijk aan meer op toezicht, stimulering en begeleiding gericht zouden moeten worden om invulling te geven aan het beginsel van de eigen verantwoordelijkheid;

    27.

    is verheugd dat de regering en het Parlement van Bosnië-Herzegovina de legers van verschillende eenheden onder één opperbevel hebben geplaatst;

    28.

    is verheugd over de instelling van een directoraat voor Europese Integratie en een commissie van beide kamers voor Europese Zaken; moedigt het Bosnische parlement aan om snel te beslissen over het gemeenschappelijke BTW-stelsel en de gemeenschappelijke hervorming van de douane;

    29.

    wijst op de tegenstrijdigheid dat sommige politieke krachten in Bosnië- Herzegovina de Europese integratie openlijk steunen maar de voor het functioneren van de staat noodzakelijke hervormingen blokkeren; wijst erop dat Bosnië-Herzegovina de verantwoordelijkheid voor zijn eigen ontwikkeling op zich moet nemen en zich minder moet verlaten op de internationale gemeenschap;

    30.

    herinnert de Bosnische autoriteiten eraan dat staatsvorming een voorwaarde vooraf is voor toenadering tot de EU; dringt er bij de politieke en sociale actoren op aan om over te gaan tot een gedegen evaluatie van de bestaande, uit de akkoorden van Dayton geresulteerde instellingen teneinde deze levensvatbaar en doeltreffend te maken en, zo nodig, verder te gaan dan Dayton en mechanismen te creëren die de staatsvorming versterken; is dan ook verheugd over de vastlegging van langere termijnen voor de uitvoerende autoriteiten die zullen leiden tot een doelmatiger bestuur;

    31.

    is ingenomen met de constante terugkeer van vluchtelingen in een deel van het land, hetgeen, hoewel dit langzaam geschiedt, aantoont dat het mondiale klimaat geleidelijk aan verbetert; doet een dringend beroep op de autoriteiten op alle niveaus in de Republiek Srpska om zich eindelijk krachtdadig in te zetten om de terugkeer van vluchtelingen mogelijk te maken, met name naar de Posavina-regio en Banja Luka;

    32.

    benadrukt dat de voortdurende straffeloosheid van aangeklaagde oorlogsmisdadigers en problemen rond hun uitlevering de grootste problemen blijven vormen, die verzoening en opbouw van wederzijds vertrouwen tussen de volken in de weg staan; verzoekt de Bosnische autoriteiten volledig mee te werken met het ICTY; doet een beroep op de autoriteiten van Bosnië-Herzegovina in alle bestuurslagen, de maatschappelijke organisaties en alle andere verantwoordelijke partijen om alles in het werk te stellen om Karadic en Mladic voor dit tribunaal te brengen;

    33.

    dringt er bij de Commissie op aan haar onderzoek naar de haalbaarheid van het openen van onderhandelingen over de SAA voor eind 2003 af te ronden;

    Kroatië

    34.

    wijst er met klem op dat - zoals het reeds betoogd had in de voornoemde resolutie (paragraaf 31) van 7 november 2002 - een intensieve dialoog en diplomatieke instrumenten de meest geschikte aanpak voor de verwezenlijking van een akkoord over de grenzen blijven; betreurt dat de Kroatische autoriteiten zonder passend overleg en coördinatie met alle landen rond de Adriatische zee een milieu- en visserijzone hebben aangewezen; verwacht dat er overeenstemming zal worden bereikt na de Conferentie van Venetië, die gepland is op 25-26 november 2003;

    35.

    is verheugd over de nieuwe constitutionele wetgeving inzake de rechten van minderheden;

    36.

    prijst het besluit van Kroatië om geen bilaterale overeenkomst met de V.S. te sluiten over het Internationaal Strafhof, ofschoon het daarmee veel financiële steun van de V.S. verliest;

    37.

    verwelkomt de aanvraag van Kroatië voor het EU-lidmaatschap en verzoekt de Commissie haar advies over deze aanvraag voor eind maart goed te keuren;

    38.

    vestigt de aandacht van de Kroatische autoriteiten op hun belang bij de verwezenlijking van substantiële verbeteringen - voorafgaand aan de goedkeuring van het advies van de Commissie over de aanvraag van Kroatië tot toetreding tot de EU - op de volgende terreinen:

    volledige uitvoering van alle bepalingen in de onlangs vastgestelde Wet inzake nationale minderheden, met name hun vertegenwoordiging bij de rechterlijke macht en de politie, en van de bepalingen inzake huisvesting voor terugkerende vluchtelingen, die een directe weerslag zullen hebben op het optreden van plaatselijke autoriteiten en een onbelemmerde terugkeer van vluchtelingen zullen waarborgen,

    bestrijding van corruptie,

    volledige samenwerking met het ICTY als noodzakelijke basis voor verzoening,

    onafhankelijkheid en vrijheid van de media (met name overeenkomstig internationale of EU-aanbevelingen ter verzekering van de nodige transparantie en onafhankelijkheid van de sector en de regelgevende instanties),

    uitvoering van de in 2002 goedgekeurde strategie voor de hervorming van het gerechtelijk bestel;

    Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië

    39.

    verwelkomt de voorgestelde politieoperatie ten vervolge op Concordia, maar verwacht dat de militaire aanwezigheid van de EU ook zolang als nodig gehandhaafd blijft;

    40.

    pleit voor verdere inspanningen voor de volledige ontmanteling van het Albanese Nationale Bevrijdingsleger; wijst op de essentiële rol van de regionale samenwerking en de samenwerking met de EU om een eind te maken aan de wapenhandel;

    41.

    dringt aan op een versnelde tenuitvoerlegging van de Overeenkomst van Ohrid, met name voor wat betreft de hervorming van de politie en het leger van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, de Amnestiewet voor voormalige NLA-militairen en de hervorming van het lokale bestuur;

    42.

    dringt met klem aan op een actiever beleid tegen corruptie en georganiseerde misdaad; roept alle politieke partijen op om het gebruik van geweld te veroordelen en tegen te gaan;

    Servië en Montenegro

    43.

    wijst erop dat de EU bereid dient te zijn om Servië en Montenegro te helpen om een duurzame regeling te treffen, waarbij een neutraal standpunt inzake de vorm die deze relatie zou moeten aannemen, moet worden ingenomen;

    44.

    wijst op de noodzaak om technische steun in het kader van SAP/SAA aan de twee republieken te concentreren op de praktische problemen die moeten worden opgelost, ongeacht de vorm van hun uiteindelijke relatie;

    45.

    wijst op de voortdurende problemen voor de Servische regering om een parlementaire meerderheid te verkrijgen; uit zijn bezorgdheid over de daaruit resulterende impasse met betrekking tot de politieke en economische hervormingen;

    46.

    moedigt de Servische regering aan spoed te maken met de huidige hervorming van het leger en deze op korte termijn en doeltreffend af te ronden;

    47.

    wijst erop dat meer actie in Servië en Montenegro vereist is voor de bestrijding van corruptie en georganiseerde misdaad; doet een beroep op de Commissie en verzoekt de OESO en de Raad van Europa met de grootste spoed een onderzoek in te stellen naar beweerde schendingen van de rechten van mens, het gebrek aan onafhankelijkheid van het gerechtelijk apparaat en de toenemende staatsinvloed op de media;

    48.

    verzoekt de Commissie wegen te vinden voor oprichting, in nauwe samenwerking met het regionaal centrum te Boekarest, van een Europees netwerk van verenigingen voor de bestrijding van georganiseerde misdaad, mensensmokkel en wapen- en drugshandel;

    49.

    roept de autoriteiten van de Republiek Servië en van de Verenigde Republiek van Servië en Montenegro op volledig samen te werken met het ICTY;

    50.

    uit zijn diepe bezorgdheid over de huidige impasse in het Parlement van de Republiek Montenegro; doet een beroep op beide partijen de besprekingen te hervatten teneinde een bruikbare oplossing te vinden;

    51.

    verzoekt de Commissie dringend haar haalbaarheidsstudie inzake eventuele onderhandelingen over de SAA voor eind 2003 af te ronden;

    Kosovo

    52.

    is ingenomen met de start van het SAP-Tracking Mechanism voor Kosovo daar een technisch en niet-politiek proces Kosovo in staat zal stellen te profiteren van de kansen die het SAP biedt; is evenwel van mening dat zonder vaststelling van de definitieve status van Kosovo tal van bijkomende problemen niet doeltreffend kunnen worden opgelost;

    53.

    verwelkomt de opening van rechtstreekse besprekingen tussen Belgrado en de autoriteiten in Pristina, die vooral gericht zijn op praktische problemen van wederzijds belang; ziet uit naar de voortzetting van deze besprekingen;

    54.

    stelt voor de EU, in samenwerking met de Verenigde Naties, een actievere rol te laten spelen bij de opstelling van een routekaart en een tijdschema gericht op het zo spoedig mogelijk bereiken van een conclusie over de uiteindelijke status van Kosovo, bij voorkeur binnen de komende twee jaar;

    55.

    is van mening dat, ongeacht de uiteindelijke status van Kosovo - vergaande autonomie of onafhankelijkheid - de autoriteiten van Kosovo hun inspanningen voor een tolerante samenleving met wederzijds respect tussen alle etnische groeperingen overeenkomstig de Europese normen moeten versterken en vergroten; doet derhalve een beroep op de autoriteiten van Kosovo om concreet vast te houden aan de beginselen van een multi-etnische, multiculturele en multireligieuze samenleving en actief samen te werken met de UNMIK, zodat de terugkeer van vluchtelingen en ontheemden, met name minderheden, verbeterd wordt;

    56.

    pleit ervoor bij de VN om het proces van decentralisatie van bevoegdheden aan de voorlopige regering, met uitzondering van de overeengekomen voorbehouden terreinen, te versnellen;

    *

    * *

    57.

    verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de nationale parlementen van de EU-lidstaten, de regeringen en parlementen van de SAP-landen en aan de speciale coördinator voor het Stabiliteitspact.


    (1)  P5_TA(2003)0264.

    (2)  P5_TA(2003)0320.

    (3)  PB C 293 E van 28.11.2002, blz. 88.

    (4)  PB C 273 E van 14.11.2003, blz. 291.

    (5)  P5_TA(2002)0521.

    (6)  P5_TA(2002)0534.

    P5_TA(2003)0524

    Sri Lanka

    Resolutie van het Europees Parlement over Sri Lanka

    Het Europees Parlement,

    onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over Sri Lanka van 18 mei 2000 (1) en 14 maart 2002 (2),

    gelet op de overeenkomst betreffende een staakt-het-vuren die is ondertekend tussen de regering van Sri Lanka en de „Liberation Tamil Tigers of Eelam” (LTTE), die op 23 februari 2002 in werking is getreden,

    gelet op de Verklaring van Oslo van december 2002 waarin de regering van Sri Lanka en de LTTE overeenkwamen te zoeken naar een oplossing op basis van een federale structuur binnen een verenigd Sri Lanka,

    gelet op de steun die door de EU en meer in het algemeen door de internationale gemeenschap is verleend voor het vredesproces, zoals ook bleek tijdens de Conferentie van Tokio voor de wederopbouw en de ontwikkeling van Sri Lanka van 9 en 10 juni 2003, tijdens welke 4,5 miljoen US dollar voor de komende vier jaar werden toegezegd ter ondersteuning van het vredesproces en aan de door de donorlanden toegezegde steun de voorwaarde werd verbonden dat bij het vredesproces aanzienlijke en parallel verlopende vooruitgang zou worden geboekt,

    A.

    overwegende dat de overeenkomst betreffende een staakt-het-vuren nu 21 maanden stand heeft gehouden, langer dan bij enige eerdere poging, en grote verwachtingen wekt met betrekking tot de beëindiging van de al twintig jaar durende burgeroorlog die aan meer dan 60 000 mensen het leven heeft gekost en de ontwikkelingsvooruitzichten van Sri Lanka heeft belemmerd,

    B.

    overwegende dat politieke stabiliteit noodzakelijk is voor het zoeken naar een oplossing met de LTTE voor de lange termijn,

    C.

    overwegende dat de regering van premier Ranil Wickremesinghe, die in 2001 werd gekozen, haar belangrijkste prioriteit heeft gelegd bij de oplossing van het conflict,

    D.

    overwegende dat het besluit van president Kumaratunga van begin november om drie ministers te ontslaan en de zitting van het Parlement te verdagen op een moment dat premier Wickremesinghe buiten het land verbleef, een bedreiging van het vredesproces vormt en aangeeft dat het meer dan ooit noodzakelijk is dat er een werkelijke inzet en aanpak van beide partijen nodig is om te komen tot een politieke oplossing tussen de belangrijkste partijen in Sri Lanka,

    E.

    overwegende dat Noorwegen een sleutelrol heeft gespeeld bij de bemiddelingsbesprekingen, maar dat het zijn medewerking aan het vredesproces heeft opgeschort zolang de politieke crisis binnen de regering niet is opgelost,

    F.

    overwegende dat de vredesresultaten vóór 4 november 2003 reeds een belangrijk verschil uitmaakten voor het leven van de burgers van Sri Lanka van alledag en ook voor de economie als geheel, getuige het feit dat de beurs van Colombo op het hoogste punt in negen jaar stond en het BBP van het land een groei van 5,6% te zien gaf in vergelijking met 1,5% in 2001, terwijl bovendien het aantal toeristen dat het land bezocht aanzienlijk was gestegen,

    G.

    overwegende dat de verwachtingen hooggespannen blijven dat een einde van het militaire conflict verbetering zou kunnen brengen in de problematische mensenrechtensituatie in Sri Lanka, zoals die opnieuw werd gedocumenteerd in het vierde periodieke verslag over Sri Lanka van de VN-Commissie voor de rechten van de mens dat deze maand werd goedgekeurd,

    1.

    heeft waardering voor de moedige maatregelen van de regering van Sri Lanka en de LTTE om de voorwaarden te creëren waarin onderhandelingen kunnen leiden tot een politieke oplossing en een duurzame vrede, gebaseerd op de Verklaring van Oslo van december 2002 waarin de regering van Sri Lanka en de LTTE overeenkwamen te zoeken naar een oplossing op basis van een federale structuur binnen een verenigd Sri Lanka;

    2.

    is derhalve ingenomen met de publicatie van de voorstellen van de regering van Sri Lanka voor een voorlopige administratieve structuur, alsmede van de LTTE voor een interimorgaan voor zelfbestuur;

    3.

    heeft waardering voor de bijdrage van de regering van Noorwegen aan het bevorderen van de voortdurende onderhandelingen tussen de regering van Sri Lanka en de LTTE, en betreurt ten zeerste dat de huidige politieke crisis en de onduidelijkheid met betrekking tot de vraag wie de politieke macht heeft, de regering van Noorwegen heeft genoodzaakt om haar bemiddelende rol op te schorten;

    4.

    heeft ook waardering voor de bijdrage van de „monitoring mission” voor Sri Lanka, en dan met name voor het feit dat zij haar werkzaamheden ondanks de recente tegenslagen heeft voortgezet;

    5.

    spreekt zijn ernstige bezorgdheid uit over de recente ontwikkelingen in Sri Lanka die het internationaal ondersteunde vredesproces bedreigen, en dan met name het besluit van president Chandrika Kumaratunga om de minister van Defensie, de minister van Binnenlandse Zaken en de minister van Voorlichting te ontslaan en de zitting van het Parlement van Sri Lanka te verdagen;

    6.

    betreurt bovendien de opmerkingen van president Kumaratunga over de geldigheid van de overeenkomst betreffende een staakt-het-vuren die door premier Ranil Wickremesinghe met de LTTE is ondertekend;

    7.

    acht het van wezenlijk belang dat de politieke verschillen tussen de twee belangrijkste partijen in het zuiden onverwijld worden opgelost; is bovendien van mening dat dit het beste kan worden verwezenlijkt door het volledige en onmiddellijk herstel van de werking van parlement en regering;

    8.

    dringt er bij de president op aan om in het nationaal belang samen te werken met de democratisch gekozen regering en haar premier; is derhalve ingenomen met de recente instelling van een commissie van ambtenaren die de nadere bijzonderheden moeten uitwerken betreffende de toekomstige organisatie van de werkzaamheden in het kader waarvan de president en de premier samen zouden kunnen werken aan deze belangrijke nationale kwesties;

    9.

    is ingenomen met de door alle partijen, met inbegrip van de LTTE, gedane toezeggingen om de overeenkomst betreffende een staakt-het-vuren te handhaven en het vredesproces te respecteren; wijst met nadruk op de noodzaak van volledige inachtneming van de mensenrechten door zowel de regeringstroepen als de LTTE;

    10.

    verzoekt de Raad, de Commissie en de lidstaten toezicht te blijven uitoefenen op de vooruitgang bij het zoeken naar een duurzame en rechtvaardige politieke oplossing op basis van inachtneming van mensenrechten en democratie en de rechtstaat, ter waarborging van de belangen van alle bevolkingsgroepen en gemeenschappen op basis van een federale structuur binnen een verenigd Sri Lanka;

    11.

    verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de lidstaten, de president, de premier en het parlement van Sri Lanka, de LTTE, de regering van Noorwegen en de andere medevoorzitters van de donorconferentie van Tokio, alsmede de VN-Commissie voor de rechten van de mens.


    (1)  PB C 59 van 23.2.2001, blz. 278.

    (2)  PB C 47 E van 27.2.2003, blz. 613.

    P5_TA(2003)0525

    Atjeh

    Resolutie van het Europees Parlement over de situatie in de Indonesische provincie Atjeh

    Het Europees Parlement,

    gezien de jongste oproep van Kofi Annan, secretaris-generaal van de Verenigde Naties, om de provincie Atjeh open te stellen voor organisaties op het gebied van mensenrechten- en humanitaire hulpverlening,

    gezien zijn vorige resoluties over de situatie in Indonesië, met name zijn resolutie van 5 juni 2003 (1) over de situatie in Indonesië, vooral in de provincie Atjeh,

    gezien zijn resolutie van 13 december 2000 (2) over de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over de ontwikkeling van nauwere betrekkingen tussen Indonesië en de Europese Unie,

    gezien de gezamenlijke verklaring van de EU, Japan en de VS van 6 november 2003 naar aanleiding van het besluit van Jakarta om de staat van beleg in Atjeh met zes maanden te verlengen,

    A.

    overwegende dat de Indonesische regering de staat van beleg in de provincie Atjeh met zes maanden heeft verlengd,

    B.

    overwegende dat de provincie doeltreffend is afgegrendeld voor nationale en internationale vertegenwoordigers van de organisaties op het gebied van humanitaire hulpverlening en mensenrechten, de pers en waarnemers voor mensenrechten,

    C.

    ernstig bezorgd door het feit dat honderden strijders en burgers sinds het begin van het harde optreden van het leger in mei om het leven zijn gekomen,

    D.

    erop wijzend dat overeenkomstig het presidentieel decreet nr. 28/2003 een democratisch hoorzittingsproces met vertegenwoordigers van het Huis van Afgevaardigden en een behoorlijke evaluatie vooraf hadden moeten gaan aan de verlenging van de staat van beleg op 19 november 2003,

    E.

    overwegende dat er op Atjeh naar schatting 45 000 leden van leger en politie aanwezig zijn en 5 000 rebellen, en dat er van laatstgenoemde volgens de officiële cijfers 2 000 gedurende de afgelopen zes maanden gedood, gewond of gevangen genomen zijn,

    F.

    overwegende dat de onderhandelaars van de Beweging Vrij Atjeh (GAM) na de mislukking van de vredesonderhandelingen in mei 2003 op beschuldiging van terrorisme en rebellie door het Hof schuldig zijn bevonden en veroordeeld zijn tot gevangenisstraffen van elf tot vijftien jaar en dat op 5 november 2003 tegen één gevangen genomen GAM-leider de doodstraf is geëist,

    G.

    overwegende dat soldaten die schuldig zijn bevonden aan martelingen slechts tot zeer lichte gevangenisstraffen zijn veroordeeld,

    H.

    overwegende dat circa 12 000 Atjeese burgers gedurende de oorlog van de afgelopen 26 jaar om het leven zijn gekomen, dat de op 9 december 2002 door de Beweging Vrij Atjeh en de regering van Indonesië ondertekende Overeenkomst inzake stopzetting van de vijandelijkheden (COHA) een poging was om vrede te stichten in de provincie,

    I.

    overwegende dat de eerste zes maanden van de nieuwe Atjeese militaire campagne de voedselvoorziening en de gezondheidszorg van de lokale bevolking hebben verstoord, geleid hebben tot de vernietiging van infrastructuur en van ten minste 600 scholen, en tot tienduizenden die vrijwillig of gedwongen in eigen land werden verdreven en geen hulp krijgen die deze naam verdient,

    J.

    overwegende dat de distributie van humanitaire hulp door de militairen volgens internationale normen onaanvaardbaar is,

    K.

    overwegende dat volgens gouverneur Abdullah Puteh van de Nanggroe Aceh Darussalam werkloosheid en armoede tot alarmerende hoogten zijn gestegen,

    L.

    overwegende dat de politie-inval van 20 oktober 2003 de opleiding van waarnemers van mensenrechten in Banda Aceh die was georganiseerd door van de Komnas HAM (Komisi Nasional Hak Asasi Manusia, nationale commissie mensenrechten) aantoont met welke problemen de beschermers van de mensenrechten in de provincie worden geconfronteerd,

    M.

    onder verwijzing naar het besluit van de Commissie om Indonesië een bedrag van 8,5 miljoen EUR toe te wijzen ter ondersteuning van het economisch en sociaal herstel van het land,

    1.

    is ernstig bezorgd over de verlenging van de staat van beleg en de militaire operaties in Atjeh, en het aanhoudende geweld, zoals gewapende schermutselingen, kidnapping, moord en andere gewelddadigheden, met name buiten de grote steden van Atjeh;

    2.

    verzoekt de Indonesische regering het offensief te beëindigen en de besprekingen met de Beweging Vrij Atjeh te hervatten en het maatschappelijk middenveld — en met name de vrouwen van Atjeh — volledig bij hun dialoog en bij het vredesproces te betrekken;

    3.

    uit zijn bezorgdheid wegens de inval van leger en politie op 19 oktober 2003 in de provincie Atjeh, die gericht was tegen een opleidingsprogramma voor waarnemers van mensenrechten dat was georganiseerd door een overheidsinstantie, te weten de nationale mensenrechtencommissie (Komnas HAM);

    4.

    verzoekt de Raad en de Commissie Indonesië te helpen om de besprekingen met de GAM te hervatten;

    5.

    verzoekt de GAM, op grond van het Verdrag van Genève, in het vervolg via democratische kanalen te werk te gaan en de wapens af te geven, en dringt er bij het Indonesische leger op aan zich terug te trekken;

    6.

    verzoekt de gekozen politieke autoriteiten strikt toe te zien op de militaire activiteiten in de provincie, met name met het oog op de naleving van internationale wetten die de burgers beschermen;

    7.

    verzoekt de Indonesische regering de noodzakelijke maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat de normen van het internationale humanitaire recht en van de mensenrechten tijdens de operaties van de veiligheidstroepen worden geëerbiedigd;

    8.

    dringt er bij de Indonesische regering op aan alle humanitaire instanties, onafhankelijke mensenrechtenwaarnemers, diplomatieke vertegenwoordigers (waaronder ook van de Top van Tokio), journalisten en andere betrokkenen met legitieme belangen onverwijld en onbelemmerd toegang in Atjeh te verschaffen;

    9.

    verzoekt de Gol het wettelijk voorgeschreven evaluatieproces op transparante en controleerbare wijze te laten verlopen met inbegrip van de wetgevende instanties, de Komnas HAM, de politieke partijen en de mensenrechtengemeenschap, zodat bij de evaluatie ook wordt beoordeeld of humanitaire organisaties tijdens de staat van beleg de humanitaire organisaties mogelijk maakt de slachtoffers van de conflicten kunnen helpen en de gevolgen voor de sociale structuur van Atjeh kunnen verzachten;

    10.

    verzoekt de Indonesische regering de verantwoordelijken voor de schendingen van de mensenrechten in Atjeh, en in andere delen van het land ter verantwoording te roepen, of deze nu gepleegd zijn door burgers, separatistische groeperingen, milities, paramilitairen of het leger;

    11.

    verzoekt de Indonesische regering VN-organisaties en niet-gouvernementele organisaties die kunnen helpen bij de bescherming van de burgers, met name van ontheemden toegang te verschaffen;

    12.

    verzoekt de Indonesische regering VN-waarnemers toe te laten tot de provincie, met name de speciale VN-vertegenwoordiger voor de bescherming van mensenrechten, de speciale VN-rapporteur voor buitenrechtelijke, standrechtelijke en willekeurige executies, de speciale VN-vertegenwoordiger voor in eigen land ontheemden en de speciaal rapporteur van de VN inzake martelingen;

    13.

    verzoekt de Indonesische regering te waarborgen dat het Internationaal Comité van het Rode Kruis ongehinderd toegang krijgt tot gevangenen die zich in militaire of politiedetentie bevinden;

    14.

    verzoekt de Indonesische regering toe te staan dat humanitaire hulp rechtstreeks aan de behoeftigen wordt gegeven zodat niet elke vorm van hulp via de autoriteiten behoeft te lopen;

    15.

    verzoekt de Indonesische autoriteiten samen te werken met andere actoren om beter te kunnen inspelen op de humanitaire behoeften en de zorg voor in eigen land ontheemden;

    16.

    verzoekt de Indonesische regering aanvallen op humanitaire organisaties en hun werknemers te voorkomen en passende maatregelen te nemen tegen personen die bij deze aanvallen betrokken zijn, overeenkomstig haar verantwoordelijkheden uit hoofde van de VN-verklaring inzake de bescherming van de mensenrechten van 9 december 1998;

    17.

    verzoekt de Indonesische regering het recht op een eerlijk proces en toegang tot rechtsbijstand te waarborgen en de justitie zodanig te hervormen en te verbeteren dat de wet bescherming biedt tegen schendingen van de mensenrechten;

    18.

    verlangt vrijheid van godsdienst en veroordeelt de beknotting van de persvrijheid krachtens de staat van beleg;

    19.

    verzoekt de Commissie de Indonesische regering te helpen bij de tenuitvoerlegging van het VN-Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing, de aanbevelingen van de Commissie tegen martelingen en de aanbevelingen van de speciale rapporteur van de VN inzake de onafhankelijkheid van rechters en advocaten;

    20.

    verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Commissie, de Raad, de regering en het parlement van Indonesië, de gouverneur en het Regionaal Huis van Afgevaardigden (DPRD) van Atjeh, de Indonesische Nationale Commissie voor mensenrechten (Komnas HAM), de permanente leden van het secretariaat van de voorbereidende conferentie van Tokio inzake vrede en wederopbouw in Atjeh, het Henri Dunant-centrum voor humanitaire dialoog, de secretaris-generaal van de VN, de Hoge Commissaris van de VN voor mensenrechten en het secretariaat van de ASEAN.


    (1)  P5-TA(2003)0271.

    (2)  PB C 232 van 17.8.2001, blz. 186.

    P5_TA(2003)0526

    Vietnam

    Resolutie van het Europees Parlement over Vietnam

    Het Europees Parlement,

    onder verwijzing naar zijn vroegere resoluties over Vietnam, vooral die van 16 november 2000 (1), 5 juli 2001 (2) over de vrijheid van godsdienst, en 15 mei 2003 (3),

    gezien de samenwerkingsovereenkomst van 17 juli 1995 tussen de Europese Gemeenschap en de Socialistische Republiek Vietnam, waarvan artikel 1 bepaalt dat eerbiediging van de rechten van de mens en de democratische principes het uitgangspunt van de samenwerking zijn,

    gelet op de artikelen 69 en 70 van de Vietnamese grondwet, die de vrijheid waarborgen met de bepaling dat het de burger vrijstaat om al dan niet een godsdienst te belijden,

    gezien het internationaal verdrag over de burgerlijke en politieke rechten, dat door Vietnam ondertekend is, waartoe artikel 18 de vrijheid van godsdienst waarborgt,

    gezien de samenwerkingsovereenkomst van 1985 tussen de Europese Gemeenschap en Vietnam,

    gezien zijn verslag over de toestand van de rechten van de mens in de wereld in 2002,

    gezien de strategische nota EG-Vietnam 2002-2006,

    gelet op artikel 50, lid 5 van zijn Reglement,

    A.

    overwegende dat de vrijheid van godsdienst één van de fundamentele vrijheden is die door de universele verklaring van de rechten van de mens vastgelegd worden, en die gewaarborgd wordt door verschillende internationale overeenkomsten waarvan Vietnam ondertekenende partij is,

    B.

    overwegende dat de samenwerkingsovereenkomst EU-Vietnam juist uitgaat van eerbiediging van de grondrechten zoals in al die overeenkomsten vastgelegd worden,

    C.

    tevens overwegende dat de toestand van de fundamentele vrijheden in Vietnam, en vooral de vrijheid van godsdienst, ondanks herhaalde verklaringen van de Vietnamese overheden bijzonder verontrustend blijft,

    D.

    gezien het multi-etnisch, multicultureel en multireligieus karakter van Vietnam,

    E.

    overwegende dat de ontmoeting van maart 2003 tussen eerste minister Phan Van Khai en de hoogeerbiedwaardige Thich Huyen Quang, de 86jarige patriarch van de verenigde boeddhistische kerk van Vietnam, die 21 jaar van zijn leven in de gevangenis doorgebracht heeft, hoop heeft laten rijzen,

    F.

    met grote spijt overwegende dat de onverwachte en veelbesproken ontmoeting van 2 april van 2003 tussen eerste minister Phan Van Khai en de hoogeerbiedwaardige Thich Huyen Quang, patriarch van de (verboden) verenigde boeddhistische kerk van Vietnam, gevolgd is door nog heviger hervatting van de onderdrukking van de verenigde boeddhistische kerk en aanhoudende vervolging van andere niet erkende godsdiensten, zoals de protestantse kerken van de bergvolkeren of de boeddhistische kerk Hoa Hao,

    G.

    met spijt overwegende dat er besloten is om patriarch Thich Huyen Quang en de eerbiedwaardige Thich Quang Do onder huisarrest te plaatsen, en dat de geestelijken Thich Tue Sy,, Thich Thanh Huyen en Thich Nguyen Ly, en de persoonlijke medewerker van de patriarch, de eerbiedwaardige Thich Dong Lo, onmiddellijk veroordeeld zijn tot 2 jaar administratieve hechtenis op schriftelijk bevel van het volkscomité Ho Chi Minh-stad (Saigon) en dat 4 andere monniken, Thich Thien Hanh, Thich Vien Dinh Thich Thai Hoa en Thich Nguyen Vuong, tot 2 jaar administratieve hechtenis veroordeeld zijn op „mondeling” bevel van de autoriteiten van Hue en Ho Chi Minh-stad.

    H.

    overwegende dat eerbied voor de rechten van de mens één van de wezenlijke onderdelen van de samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en Vietnam vormt,

    I.

    gezien de vergadering van de gezamenlijke commissie voor de samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en Vietnam,

    J.

    gezien de veroordeling van pater Nguyen Van Ly en 3 van zijn verwanten en de aanhoudende onderdrukking van de christelijke bergvolkeren en de boeddhistische kerk Hoa Hao,

    K.

    overwegende dat ook andere religieuze groepen onder regeringstoezicht staan, hoewel de Vietnamese grondwet de burgers vrijheid van godsdienst en geloof waarborgt,

    1.

    spreekt zijn strenge afkeuring uit over de nieuwe en ernstiger golf van onderdrukking van de vrijheid van godsdienst, tegen de verenigde boeddhistische kerk van Vietnam en de christelijke bergvolkeren en het doelbewust beleid van de Vietnamese machthebbers om de niet erkende kerken, vooral de verenigde boeddhistische kerk van Vietnam, te elimineren;

    2.

    vraagt de Vietnamese overheden om op staande voet een einde te maken aan de onderdrukkingspolitiek tegenover de verenigde boeddhistische kerk van Vietnam, de katholieke kerk, de christelijke groepen onder de bergvolkeren, en de boeddhisten van de Hoa Hao-kerk en zonder uitstel alle nodige hervormingen door te voeren om alle kerken een wettelijk statuut te waarborgen;

    3.

    vraagt de Vietnamese regering om onmiddellijk alle Vietnamese burgers vrij te laten die in de gevangenis zitten omwille van hun geloof, hun godsdienstige praktijken, of gewoon hun gehechtheid aan de vrijheid van godsdienst, om te beginnen met de hoogeerbiedwaardige Thich Huyen Quang, de patriarch van de verenigde boeddhistische kerk van Vietnam, en de eerbiedwaardige Thich Quang Do, zijn onmiddellijke medewerker;

    4.

    roept de Vietnamese autoriteiten op om de vrijheid van godsdienst van alle godsdienstige groepen te eerbiedigen en het recht van alle Vietnamezen te waarborgen om de godsdienst van hun keuze te belijden, met inbegrip van de vrijheid van eredienst en vergadering, en vraagt dat er een gerechtelijk apparaat opgericht wordt dat onafhankelijk is van de politieke machthebbers;

    5.

    vraagt de Commissie om de vrijheid van godsdienst in Vietnam bovenaan op de agenda te plaatsen van de gezamenlijke commissie EU-Vietnam van 21 november 2003 in Brussel te plaatsen;

    6.

    vraagt de Raad en de Commissie om gebruik te maken van alle politieke en diplomatieke middelen om te zorgen dat vrijheid van godsdienst in Vietnam eindelijk een realiteit wordt;

    7.

    vraagt de Commissie en de Raad om erop te letten dat de bepalingen over de rechten van de mens in de verdragen en overeenkomsten nauwgezet nagekomen worden;

    8.

    vraagt de diplomatieke vertegenwoordigingen van de Europese Unie en haar lidstaten in Vietnam om de zaak van de hoogwaardigheidsbekleders van de verenigde boeddhistische kerk van Vietnam die in de gevangenis zitten of huisarrest hebben gekregen, te blijven volgen, bijzondere aandacht te schenken aan de vrijheid van godsdienst in Vietnam en hun pogingen om de godsdienstvrijheid concreet vooruit te helpen, te coördineren;

    9.

    beveelt aan een delegatie aan te wijzen die aan bezoek aan Vietnam moet brengen om er de toestand van de godsdienst te beoordelen, in het bijzonder de situatie van de verenigde boeddhistische kerk van Vietnam, haar leiders te ontmoeten, eerst en vooral patriarch Thich Huyen Quang en de eerbiedwaardige Thich Quang Do;

    10.

    NRPARAMSG verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de president, de eerste minister en voorzitter van de volksassemblee van Vietnam, de patriarch van de verenigde boeddhistische kerk van Vietnam en zijn naaste medewerker, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, en de bijzonder rapporteur van de Verenigde Naties voor de vrijheid van godsdienst.


    (1)  PB C 223 van 8.8.2001, blz. 337.

    (2)  PB C 65 E van 14.3.2002, blz. 369.

    (3)  P5_TA(2003)0225.


    Top