Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52000AC0087

    Advies van het Economisch en Sociaal Comité over het "Voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG betreffende het gemeenschappelijk stelsel van de belasting over de toegevoegde waarde - overgangsbepalingen voor de Republiek Oostenrijk en voor de Republiek Portugal"

    PB C 75 van 15.3.2000, p. 21–21 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    52000AC0087

    Advies van het Economisch en Sociaal Comité over het "Voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG betreffende het gemeenschappelijk stelsel van de belasting over de toegevoegde waarde - overgangsbepalingen voor de Republiek Oostenrijk en voor de Republiek Portugal"

    Publicatieblad Nr. C 075 van 15/03/2000 blz. 0021 - 0021


    Advies van het Economisch en Sociaal Comité over het "Voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG betreffende het gemeenschappelijk stelsel van de belasting over de toegevoegde waarde - overgangsbepalingen voor de Republiek Oostenrijk en voor de Republiek Portugal"

    (2000/C 75/09)

    De Raad heeft op 13 januari 2000 besloten, overeenkomstig de bepalingen van artikel 262 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap het Economisch en Sociaal Comité te raadplegen over het voornoemde voorstel.

    Het Economisch en Sociaal Comité heeft besloten, de heer SEPI aan te wijzen als algemeen rapporteur en hem met de voorbereiding van de desbetreffende werkzaamheden te belasten.

    Het Economisch en Sociaal Comité heeft tijdens zijn 369e zitting van 26 en 27 januari 2000 (vergadering van 26 januari) het volgende advies uitgebracht, dat met 84 stemmen vóór en één stem tegen, bij drie onthoudingen, is goedgekeurd.

    1. Het Comité stemt in met het Commissievoorstel om de regeling te verlengen op basis waarvan de Republiek Oostenrijk, in afwijking van artikel 28, lid 2, van de Zesde BTW-Richtlijn 77/388/EEG, tot en met 31 december 1998 op het verhuren van onroerende goederen voor residentieel gebruik een verlaagd BTW-tarief mocht toepassen.

    1.1. Het Comité neemt kennis van de argumenten die de Republiek Oostenrijk voor die verlenging heeft aangevoerd (waarvan de geldigheidsduur echter beperkt blijft tot de in art. 28 terdecies bedoelde overgangsperiode) en vindt, net als de Commissie, dat het gevaar van concurrentieverstoring bij het verhuren van onroerend goed voor residentieel gebruik "als onbestaand moet worden beschouwd".

    2. Het Comité stemt eveneens in met het Commissievoorstel om de regeling te verlengen op basis waarvan de Republiek Portugal, eveneens in afwijking van artikel 28, lid 2, van de Zesde BTW-Richtlijn 77/388/EEG, tot en met 31 december 1991 op restauratie-werkzaamheden een verlaagd BTW-tarief mocht toepassen.

    2.1. Net als in het geval van de Republiek Oostenrijk, acht het Comité de argumenten van de Republiek Portugal voor hernieuwde toepassing van dat verlaagde tarief (alleen gedurende de in art. 28 terdecies van de Zesde Richtlijn bedoelde overgangsperiode) gegrond en vindt het, net als de Commissie, dat het gevaar van concurrentieverstoring in het geval van restauratie "als onbestaand moet worden beschouwd", temeer daar deze maatregel tot één enkele lidstaat is beperkt.

    Brussel, 26 januari 2000.

    De voorzitter

    van het Economisch en Sociaal Comité

    B. Rangoni Machiavelli

    Top