This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32010D0308
2010/308/: Council Decision of 11 March 2010 concerning the position of the European Union regarding draft Decision 1/2003 and draft Recommendation 1/2003 of the Joint Committee set up under the Interbus Agreement on the international occasional carriage of passengers by coach and bus (Text with EEA relevance)
2010/308/: Besluit van de Raad van 11 maart 2010 betreffende het standpunt van de Europese Unie over ontwerp-besluit 1/2003 en ontwerp-aanbeveling 1/2003 van het Gemengd Comité dat krachtens de Interbus-overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen is opgericht (Voor de EER relevante tekst)
2010/308/: Besluit van de Raad van 11 maart 2010 betreffende het standpunt van de Europese Unie over ontwerp-besluit 1/2003 en ontwerp-aanbeveling 1/2003 van het Gemengd Comité dat krachtens de Interbus-overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen is opgericht (Voor de EER relevante tekst)
PB L 138 van 4.6.2010, p. 11–23
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(HR)
In force
4.6.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 138/11 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 11 maart 2010
betreffende het standpunt van de Europese Unie over ontwerp-besluit 1/2003 en ontwerp-aanbeveling 1/2003 van het Gemengd Comité dat krachtens de Interbus-overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen is opgericht
(Voor de EER relevante tekst)
(2010/308/EU)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gelet op Besluit 2002/917/EG van de Raad van 3 oktober 2002 inzake de sluiting van de Interbus-overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen (1), en met name op artikel 3, lid 2,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Interbus-overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen (hierna „de overeenkomst” genoemd) is op 1 januari 2003 in werking getreden. |
(2) |
Bij artikel 23 van de overeenkomst wordt een Gemengd Comité ingesteld dat verantwoordelijk is voor het beheer van de overeenkomst. |
(3) |
Krachtens artikel 23, lid 3, van de overeenkomst moet het Gemengd Comité zijn reglement van orde vaststellen. |
(4) |
Het Gemengd Comité heeft overeenkomstig artikel 24, lid 2, onder c), van de overeenkomst tot taak bijlage 1 bij de overeenkomst betreffende de voorwaarden voor ondernemers van personenvervoer over de weg en bijlage 2 bij de overeenkomst betreffende de technische normen voor autobussen en touringcars. Voorts heeft het Gemengd Comité overeenkomstig artikel 24, lid 2, onder e), van de overeenkomst tot taak de voorschriften inzake de sociale bepalingen van artikel 8 van de overeenkomst aan te passen teneinde de nieuwe binnen de Unie genomen maatregelen op te nemen. |
(5) |
Overeenkomstig artikel 24, lid 1, van de overeenkomst dient het Gemengd Comité op de correcte uitvoering van de overeenkomst toe te zien. Daartoe dient het Comité het gebruik van een technisch rapport voor autobussen en touringcars aan te bevelen, teneinde de controle van de bepalingen van de artikelen 1 en 2 van bijlage 2 bij de overeenkomst te vergemakkelijken. |
(6) |
De Unie moet een standpunt innemen over het ontwerp-besluit en de ontwerp-aanbeveling van het Gemengd Comité, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Enig artikel
Het standpunt van de Unie in het Gemengd Comité dat overeenkomstig artikel 23 van de Interbus-overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen is opgericht, is gebaseerd op het bijgevoegde ontwerp-besluit en de bijgevoegde ontwerp-aanbeveling.
Gedaan te Brussel, 11 maart 2010.
Voor de Raad
De voorzitter
J. BLANCO
(1) PB L 321 van 26.11.2002, blz. 11.
Ontwerp-besluit nr. 1/2003 van het Gemengd Comité dat krachtens de Interbus-overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen is opgericht
van …
tot vaststelling van zijn reglement van orde en tot aanpassing van bijlage 1 bij de overeenkomst betreffende de voorwaarden voor ondernemers van personenvervoer over de weg, bijlage 2 bij de overeenkomst betreffende de technische normen voor autobussen en touringcars en de sociale bepalingen van artikel 8 van de overeenkomst
HET GEMENGD COMITÉ,
Gelet op de Interbus-overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen (1), en met name op de artikelen 23 en 24,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Krachtens artikel 23, lid 3, van de Interbus-overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen (hierna „de overeenkomst” genoemd), moet het Gemengd Comité zijn reglement van orde vaststellen. |
(2) |
Het Gemengd Comité heeft overeenkomstig artikel 24, lid 2, onder c), tot taak bijlage 1 bij de overeenkomst betreffende de voorwaarden voor ondernemers van personenvervoer over de weg en bijlage 2 bij de overeenkomst betreffende de technische normen die van toepassing zijn op autobussen en touringcars aan te passen. Voorts heeft het Gemengd Comité overeenkomstig artikel 24, lid 2, onder e), tot taak de voorschriften inzake de sociale bepalingen van artikel 8 van de overeenkomst aan te passen teneinde de nieuwe binnen de Unie genomen maatregelen op te nemen, |
BESLUIT:
Artikel 1
Het reglement van orde van het Gemengd Comité in bijlage I bij dit besluit wordt aangenomen.
Artikel 2
Bijlage 1 bij de overeenkomst — betreffende de voorwaarden voor ondernemers van personenvervoer over de weg —, bijlage 2 bij de overeenkomst — betreffende de technische normen voor autobussen en touringcars — en de voorschriften inzake de sociale bepalingen van artikel 8 van de overeenkomst worden aangepast overeenkomstig de bijlage II bij dit besluit.
Gedaan te Brussel, …
De voorzitter
De secretaris
(1) PB L 321 van 26.11.2002, blz. 13.
BIJLAGE I
Reglement van orde van het Gemengd Comité dat krachtens de Interbus-overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen is opgericht
Artikel 1
Benaming van het Gemengd Comité
Het Gemengd Comité dat krachtens artikel 23 van de Interbus-overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen is opgericht, wordt hierna „het Comité” genoemd.
Artikel 2
Voorzitterschap
1. Het voorzitterschap van het Comité wordt namens de Europese Unie uitgeoefend door een vertegenwoordiger van de Commissie (hierna „de Commissie” genoemd).
2. De functie van voorzitter van het Comité wordt uitgeoefend door het hoofd van de delegatie van de Unie of eventueel door zijn plaatsvervanger.
3. De voorzitter leidt de werkzaamheden van het Comité.
Artikel 3
Delegaties
1. De partijen voor wie de overeenkomst in werking is getreden (hierna „de partijen” genoemd), stellen vertegenwoordigers bij het Comité aan. De delegatie van de Unie is samengesteld uit vertegenwoordigers van de Commissie, die worden bijgestaan door vertegenwoordigers van de lidstaten.
2. Elke partij stelt een hoofd en eventueel een plaatsvervangend hoofd van haar delegatie aan.
3. Elke partij kan nieuwe vertegenwoordigers bij het Comité aanstellen. De secretaris van het Comité wordt onverwijld schriftelijk in kennis gesteld van deze wijzigingen.
4. Vertegenwoordigers van het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie mogen als waarnemers de vergaderingen van het Comité bijwonen. In overeenstemming met de andere delegatiehoofden kan de voorzitter personen die geen lid zijn van de delegaties uitnodigen om een vergadering van het Comité bij te wonen en informatie te verstrekken over specifieke thema’s.
5. De partijen stellen de secretaris van het Comité minstens een week vóór de vergadering in kennis van de samenstelling van hun delegaties.
Artikel 4
Secretariaat
1. Het secretariaat van het Comité wordt gevoerd door een vertegenwoordiger van de Commissie. De secretaris wordt aangesteld door de voorzitter van het Comité en blijft in functie tot een nieuwe secretaris wordt aangesteld. De voorzitter deelt de naam en de persoonsgegevens van de secretaris mee aan de andere partijen.
2. De secretaris is verantwoordelijk voor de communicatie tussen de delegaties, met inbegrip van de verzending van documenten, en houdt toezicht op de werking van het secretariaat.
Artikel 5
Vergaderingen van het Comité
1. Het Comité vergadert op verzoek van minstens één partij. De vergadering wordt bijeengeroepen door de voorzitter.
2. Uiterlijk 15 werkdagen vóór de vergadering stuurt de voorzitter de convocatie, samen met de voorlopige agenda en de vergaderdocumenten, naar de overige delegatiehoofden.
3. Een van de partijen kan de voorzitter vragen de in lid 2 vermelde termijn te verkorten wegens het spoedeisende karakter van een bepaalde zaak.
4. De vergaderingen van het Comité zijn niet openbaar, tenzij de delegatiehoofden anders beslissen.
5. Het Comité vergadert te Brussel, tenzij de partijen overeenkomen dat de vergadering op een andere plaats wordt gehouden.
Artikel 6
Agenda
1. De voorzitter, bijgestaan door de secretaris, stelt de voorlopige agenda van elke vergadering op en stelt, na raadpleging van de overige delegatiehoofden, de datum en plaats van de vergadering vast. Uiterlijk 15 werkdagen vóór de vergadering zendt de voorzitter de voorlopige agenda aan de overige delegatiehoofden. De agenda gaat vergezeld van alle nodige werkdocumenten.
2. De in lid 1 vastgestelde termijn is niet van toepassing op spoedeisende vergaderingen die overeenkomstig artikel 5, lid 3, worden bijeengeroepen.
3. Elke partij kan tot uiterlijk 24 uur vóór de vergadering een of meer aanvullende agendapunten voorstellen. Het verzoek om punten aan de agenda toe te voegen, moet schriftelijk en met redenen omkleed aan de voorzitter worden gericht.
4. Bij aanvang van de vergadering keurt het Comité de agenda goed. Het Comité kan beslissen om een punt dat niet op de voorlopige agenda staat, op de agenda te plaatsen.
Artikel 7
Aanneming van besluiten en aanbevelingen
1. De besluiten van het Comité worden overeenkomstig artikel 23, leden 5 en 6, van de overeenkomst aangenomen met eenparigheid van stemmen van de vertegenwoordigde overeenkomstsluitende partijen. Voor het opstellen van aanbevelingen, met name die welke in artikel 24, lid 2, onder g), van de overeenkomst worden bedoeld, is consensus onder de delegaties van de vertegenwoordigde partijen vereist. De besluiten en de aanbevelingen dragen de titel „Besluit” of „Aanbeveling”, gevolgd door een nummer, de datum van aanneming en de vermelding van het onderwerp.
2. De besluiten en aanbevelingen van het Comité worden ondertekend door de voorzitter en de secretaris. Ze worden door de secretaris aan de overige delegatiehoofden toegezonden.
3. Elke partij mag de door het Comité aangenomen besluiten of aanbevelingen publiceren.
4. De besluiten en aanbevelingen van het Comité mogen via een schriftelijke procedure worden aangenomen, voor zover de delegatiehoofden dit zijn overeengekomen. De voorzitter legt het ontwerp-besluit of de ontwerp-aanbeveling aan de overige delegatiehoofden voor, die in hun antwoord aangeven of ze het ontwerp al dan niet aanvaarden, of ze wijzigingen voorstellen en of ze extra bedenktijd vragen. Als het ontwerp wordt aangenomen, zorgt de voorzitter overeenkomstig de leden 1 en 2 voor de verdere afhandeling van het besluit of de aanbeveling.
5. De aanbevelingen en besluiten worden in het Engels, het Frans en het Duits opgesteld; de teksten in deze drie talen zijn authentiek. Elke partij zorgt voor de correcte vertaling van de aanbevelingen en besluiten in zijn officiële taal of talen. De Commissie zorgt voor de vertaling in andere talen van de Unie.
Artikel 8
Notulen
1. Binnen 15 werkdagen na elke vergadering stelt de secretaris, onder verantwoordelijkheid van de voorzitter, de ontwerp-notulen op.
2. Doorgaans bevatten de notulen voor elk agendapunt:
— |
de vermelding van de aan het Comité voorgelegde documenten, |
— |
de verklaringen die op verzoek van een partij in de notulen moeten worden opgenomen, |
— |
de genomen besluiten, de gedane aanbevelingen en de goedgekeurde conclusies. |
3. Het ontwerp van de notulen wordt overeenkomstig de schriftelijke procedure van artikel 7, lid 4, ter goedkeuring aan het Comité voorgelegd. Indien deze procedure niet tot goedkeuring leidt, worden de notulen door het Comité tijdens de volgende vergadering goedgekeurd.
4. Wanneer de notulen door het Comité zijn goedgekeurd, worden ze door de voorzitter en de secretaris ondertekend en door de secretaris bewaard. De secretaris stuurt een exemplaar van de notulen naar de overige delegatiehoofden.
Artikel 9
Vertrouwelijkheid
Onverminderd het bepaalde in artikel 7, lid 3, met betrekking tot de publicatie van besluiten en aanbevelingen, vallen de beraadslagingen en documenten van het Comité onder het beroepsgeheim.
Artikel 10
Uitgaven
1. Elke partij draagt de kosten die zij maakt voor deelname aan de vergaderingen van het Comité.
2. Het Comité beslist over de vergoeding van de kosten van personen die overeenkomstig artikel 3, lid 4, door de voorzitter worden uitgenodigd om een vergadering van het Comité bij te wonen.
Artikel 11
Correspondentie
Alle correspondentie aan of van de voorzitter van het Comité wordt aan de secretaris gezonden. De secretaris stuurt een kopie van alle correspondentie die betrekking heeft op de overeenkomst naar alle delegaties.
Artikel 12
Talen
Het Comité beslist welke talen in zijn vergaderingen en in documenten worden gebruikt. De partij die de vergadering organiseert, is niet verplicht voor vertolking in andere talen te zorgen.
BIJLAGE II
Aanpassing van Bijlage 1 bij de overeenkomst betreffende de voorwaarden voor ondernemers van personenvervoer over de weg, van Bijlage 2 bij de Overeenkomst betreffende de technische normen voor autobussen en touringcars, en van de voorschriften inzake de sociale bepalingen van artikel 8 van de Overeenkomst (1)
1. Aanpassing van bijlage 1 bij de overeenkomst betreffende de voorwaarden voor ondernemers van personenvervoer over de weg
De volgende handeling van de Unie wordt toegevoegd aan de in bijlage 1 bij de overeenkomst opgenomen handelingen:
„Verordening (EG) nr. 1071/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen en tot intrekking van Richtlijn 96/26/EG van de Raad (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 51)”.
2. Aanpassing van Bijlage 2 bij de Overeenkomst betreffende de technische normen voor autobussen en touringcars
1. |
In artikel 1 van Bijlage 2 bij de Overeenkomst worden de punten a), b), c) en d) vervangen door:
|
2. |
Artikel 2 van Bijlage 2 bij de overeenkomst word gewijzigd als volgt:
|
3. Aanpassing van de voorschriften inzake de sociale bepalingen van artikel 8 van de overeenkomst
1. |
Ingevolge de opneming van Richtlijn 2000/30/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 juni 2000 betreffende de technische controle langs de weg van bedrijfsvoertuigen die in de Gemeenschap deelnemen aan het verkeer (PB L 203 van 10.8.2000, blz. 1), worden artikel 8 van bijlage 2 bij de overeenkomst, bijlage IIa bij de overeenkomst en bijlage IIb bij de overeenkomst geschrapt. |
2. |
De handelingen van de Unie als vermeld in artikel 8 van de overeenkomst worden vervangen door de volgende handelingen van de Unie: (2)
|
(1) Bij de actualisering van deze handelingen is rekening gehouden met de nieuwe maatregelen die tot en met 31 december 2009 door de Europese Unie zijn vastgesteld.
(2) Bij de actualisering van deze handelingen is rekening gehouden met de nieuwe maatregelen die tot en met 31 december 2009 door de Europese Unie zijn vastgesteld.
Ontwerp-aanbeveling nr. 1/2003 van het Gemengd Comité dat krachtens de Interbus-overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen is opgericht
van …
inzake het gebruik van een technisch rapport voor touringcars en autobussen om de controle van de bepalingen van de artikelen 1 en 2 van bijlage 2 van de overeenkomst te vergemakkelijken
HET GEMENGD COMITÉ,
Gelet op de Interbus-overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen, en met name op de artikelen 23 en 24,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Interbus-overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen (hierna „de overeenkomst” genoemd) is op 1 januari 2003 in werking getreden. |
(2) |
Overeenkomstig artikel 24, lid 1, van de overeenkomst, ziet het Gemengd Comité toe op de correcte uitvoering van de overeenkomst. Daartoe moet het gebruik van een technisch rapport voor touringcars en autobussen worden aanbevolen teneinde de controle van de bepalingen van de artikelen 1 en 2 van bijlage 2 bij de overeenkomst te vergemakkelijken. |
BEVEELT:
de andere overeenkomstsluitende partijen bij de overeenkomst dan de Unie aan een technisch rapport, in de vorm zoals in de bijlage bij deze aanbeveling, te gebruiken voor touringcars en autobussen die zijn onderworpen aan de voorschriften van de artikelen 1 en 2 van bijlage 2 bij de overeenkomst.
Gedaan te Brussel, …
De voorzitter
De secretaris
BIJLAGE
Technisch rapport voor touringcars en autobussen |
||||
Merk en type van het voertuig |
Kentekennummer en landcode |
|||
Datum van eerste inschrijving |
Chassisnummer |
|||
|
Wetgeving van de Unie |
VN-ECE-reglement |
Goedkeuringsnr. |
Merk/aanduiding op het voertuig |
Snelheidsbegrenzer |
Richtlijn 92/6/EEG, zoals laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2002/85/EG |
— |
|
|
Maximaal toegestane afmetingen |
Richtlijn 96/53/EG, zoals laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2002/7/EG Richtlijn 97/27/EG, zoals laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/19/EG |
— |
|
|
Tachograaf |
Verordening (EEG) nr. 3821/85, zoals laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 1266/2009 |
— |
|
|
Uitlaatgassen |
Richtlijn 88/77/EEG, zoals laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2001/27/EG Richtlijn 2005/55/EG, zoals laatstelijk gewijzigd bijRichtlijn 2008/74/EG Verordening (EG) nr. 595/2009 |
49/01 49/02, goedkeuring A 49/02, goedkeuring B |
|
|
Rook |
Richtlijn 72/306/EEG, zoals laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2005/21/EG |
24/03 |
|
|
Geluidsemissies |
Richtlijn 70/157/EEG, zoals laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2007/34/EG |
51/02 |
|
|
Remsysteem |
Richtlijn 71/320/EEG, zoals laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2002/78/EG |
13/11 |
|
|
Banden |
Richtlijn 92/23/EEG, zoals laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2005/11/EG |
54 |
|
|
Verlichtings- en lichtsignaalinrichtingen |
Richtlijn 76/756/EEG, zoals laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2008/89/EG |
48/01 |
|
|
Brandstofreservoir |
Richtlijn 70/221/EEG, zoals laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/20/EG |
34/02 67/01 110 |
|
|
Achteruitkijkspiegels |
Richtlijn 2003/97/EG, zoals laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2005/27/EG |
46/01 |
|
|
Veiligheidsgordels — installatie |
Richtlijn 77/541/EEG, zoals laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2005/40/EG |
16/06 |
|
|
Veiligheidsgordels — bevestigingspunten |
Richtlijn 76/115/EEG, zoals laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2005/41/EG |
14/07 |
|
|
Zitplaatsen |
Richtlijn 74/408/EEG, zoals laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2005/39/EG |
17/08 80/01 |
|
|
Inwendige constructie (preventie van brandverspreiding) |
Richtlijn 95/28/EG |
118 |
|
|
Binneninrichting (nooduitgangen, toegankelijkheid, afmetingen van de zitplaatsen) |
Richtlijn 2001/85/EG |
107.02 |
|
|
Bescherming bij kantelen |
Richtlijn 2001/85/EG |
66.01 |
|
|