EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62009CN0226

Zaak C-226/09: Beroep ingesteld op 19 juni 2009 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Ierland

PB C 220 van 12.9.2009, p. 18–19 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

12.9.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 220/18


Beroep ingesteld op 19 juni 2009 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Ierland

(Zaak C-226/09)

2009/C 220/33

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: M. Konstantinidis, A.-A. Gilly, gemachtigden)

Verwerende partij: Ierland

Conclusies

vaststellen dat Ierland, door na de voor de indiening van de offertes gestelde termijn een weging toe te kennen aan de gunningscriteria en deze na de eerste beoordeling van de ingediende offertes te wijzigen, niet heeft voldaan aan zijn verplichtingen met betrekking tot de beginselen van gelijke behandeling en transparantie, zoals uitgelegd door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen;

Ierland verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

In het geval van de betrokken aanbestedingsprocedure heeft de aanbestedende dienst een bestek opgesteld waarbij redelijkerwijs kon worden verondersteld dat de gunningscriteria zouden worden toegepast in aflopende volgorde van belangrijkheid. Na de voor de indiening van de offertes gestelde termijn, besloot deze dienst om een relatieve weging toe te kennen aan de gunningscriteria. Na een eerste beoordeling van de ingediende offertes, heeft het evaluatieteam van de aanbestedende dienst de mogelijkheid besproken om van deze weging af te wijken, en deze ten slotte gewijzigd.

De na de voor de indiening van de offertes gestelde termijn en na de eerste beoordeling toegekende relatieve weging, wijzigde het onderlinge gewicht van de gunningscriteria, en kende een relatief belang toe dat wezenlijk afweek van hetgeen een inschrijver redelijkerwijs kon opmaken uit het bestek.

Aangezien de betrokken aanbestedingsprocedure betrekking had op diensten die niet worden opgesomd in bijlage II A bij richtlijn 2004/18/EG (1), zijn de gedetailleerde procedureregels van die richtlijn niet van toepassing. Derhalve was ook artikel 40 van de richtlijn, krachtens hetwelk de aanbestedende diensten uiterlijk in de uitnodiging tot inschrijving het relatieve gewicht van de gunningscriteria, of de afnemende volgorde van hun belangrijkheid moeten aangeven, niet van toepassing. Niettemin is de aanbestedende dienst op grond van de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen gehouden om de grondbeginselen van het Verdrag in acht te nemen, met inbegrip van de beginselen van gelijke behandeling en transparantie.

De Commissie stelt dat de aanbestedende dienst, die verplicht was om de fundamentele regels en beginselen van het EG-Verdrag te eerbiedigen, de beginselen van gelijke behandeling en transparantie, zoals die worden uitgelegd door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, heeft geschonden, door tijdens de aanbestedingsprocedure de gunningscriteria te wijzigen.


(1)  Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten (PB L 134, blz. 114)


Top