Het doel van deze richtlijn is de bescherming van de gezondheid en veiligheid op het werk van vrouwen die zwanger¹ zijn, die recentelijk zijn bevallen² en tijdens de lactatie³.

KERNPUNTEN

De lidstaten van de Europese Unie (EU) zijn verplicht om werkgevers en werkneemsters op de hoogte te brengen van de richtsnoeren van de Europese Commissie voor gezondheids- en veiligheidsrisico’s op het werk met betrekking tot gevaarlijke stoffen en industriële processen.
Als er risico’s worden vastgesteld, moeten werkgevers actie ondernemen om werkneemsters te beschermen die gevaar lopen, door hen bijvoorbeeld een andere functie te geven of verlof toe te kennen.
In het geval dat verlof wordt toegekend, moet de werkgever arbeidsrechten en de betaling van een passende vergoeding ter compensatie van mogelijk inkomensverlies garanderen.
Zwangere werkneemsters zijn niet verplicht om in nachtdienst te werken als zij een medische verklaring kunnen tonen.
Zwangere werkneemsters mogen zonder inkomen in te hoeven leveren tijdens werktijd medische zwangerschapsonderzoeken ondergaan.
De richtlijn voorziet in een zwangerschapsverlof van ten minste veertien aaneengesloten weken voor en/of na de bevaling, met inbegrip van ten minste twee weken verplicht zwangerschapsverlof.
Vrouwen mogen niet worden ontslagen wegens hun zwangerschap en kraamtijd.
Wijzigingsverordening (EU) 2019/1243 geeft de Commissie de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen om strikt technische wijzigingen aan bijlage I aan te brengen, teneinde rekening te houden met de technische vooruitgang, de ontwikkeling van internationale voorschriften of specificaties en kennis.
Bijlage I bevat een niet-limitatieve lijst van fysische, biologische en chemische agentia en arbeidsomstandigheden als bedoeld in artikel 4 van de richtlijn (evaluatie en informatie).
Bijlage II bevat een niet-limitatieve lijst van agentia en arbeidsomstandigheden als bedoeld in artikel 6 van de richtlijn (blootstellingsverboden).

VANAF WANNEER IS DE RICHTLIJN VAN TOEPASSING?

De richtlijn is sinds 24 november 1992 van toepassing en moest vóór 24 november 1994 in de lidstaten in nationale wetgeving worden omgezet.

ACHTERGROND

Artikel 153 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie geeft de EU de bevoegdheid om wetgeving aan te nemen op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk, ter ondersteuning en aanvulling van de activiteiten van de lidstaten.
Richtlijn 92/85/EEG is een van de “dochterrichtlijnen” die zijn aangenomen in het kader van de Kaderrichtlijn 89/391/EEG over de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (zie de samenvatting).
Volgens Beginsel 10 van de Europese pijler van sociale rechten hebben werknemers recht op een hoog niveau van bescherming van hun gezondheid en veiligheid op het werk.
Zie voor meer informatie:
- Veiligheid en gezondheid op het werk (Europese Commissie)
- Richtlijn 92/85/EEG — zwangere werkneemsters (Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk).

KERNBEGRIPPEN

Zwangere werkneemster. Een zwangere vrouw die haar werkgever van haar toestand op de hoogte brengt, in overeenstemming met de nationale wetgeving en/of nationale praktijk.
Werkneemster die recentelijk is bevallen. Een vrouw die recentelijk is bevallen zoals dat wordt omschreven in de nationale wetgeving en/of nationale praktijk en die haar werkgever op de hoogte brengt van haar toestand, in overeenstemming met die wetgeving en/of praktijk.
Werkneemster tijdens de lactatie. Een vrouw tijdens de lactatie zoals dat wordt omschreven in de nationale wetgeving en/of nationale praktijk en die haar werkgever op de hoogte brengt van haar toestand, in overeenstemming met die wetgeving en/of praktijk.

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Richtlijn 92/85/EEG van de Raad van 19 oktober 1992 inzake de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid op het werk van werkneemsters tijdens de zwangerschap, na de bevalling en tijdens de lactatie (tiende bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 348 van 28.11.1992, blz. 1-7).

Achtereenvolgende wijzigingen in Richtlijn 92/85/EU zijn in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.