EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Internationale bescherming - noodhulp voor Italië en Griekenland

Legal status of the document This summary has been archived and will not be updated, because the summarised document is no longer in force or does not reflect the current situation.

Internationale bescherming - noodhulp voor Italië en Griekenland

 

SAMENVATTING VAN:

Besluit (EU) 2015/1523 van de Raad tot vaststelling van voorlopige maatregelen op het gebied van internationale bescherming ten gunste van Italië en van Griekenland

Besluit (EU) 2015/1601 tot vaststelling van voorlopige maatregelen op het gebied van asiel ten gunste van Italië en Griekenland

WAT IS HET DOEL VAN DEZE BESLUITEN?

  • Met deze besluiten worden voorlopige maatregelen vastgesteld om Italië en Griekenland te helpen om de toestroom van asielzoekers van buiten de EU het hoofd te kunnen bieden, overeenkomstig het principe van solidariteit en een eerlijke verdeling van de verantwoordelijkheid.
  • Als gevolg daarvan worden in de periode 2015-2017 maximaal 160 000 mensen die asiel nodig hebben vanuit Griekenland en Italië naar andere EU-landen herplaatst.

KERNPUNTEN

  • Volgens Besluit (EU) 2015/1523 zullen 24 000 asielzoekers vanuit Italië worden herplaatst en 16 000 asielzoekers uit Griekenland worden herplaatst naar andere EU-landen.
  • Volgens Besluit (EU) 2015/1601 zullen 15 600 asielzoekers vanuit Italië worden herplaatst, zullen 50 400 asielzoekers vanuit Griekenland worden herplaatst en na een jaar zullen 54 000 asielzoekers verhoudingsgewijs uit Italië en Griekenland naar andere EU-landen worden herplaatst (op basis van Bijlagen I en II bij dit besluit). Indien in de tussenperiode andere EU-landen echter met vergelijkbare noodsituaties worden geconfronteerd als Italië en Griekenland, zal de Europese Commissie voorstellen uitvaardigen om de asielzoekers verhoudingsgewijs aan de andere EU-landen toe te wijzen. Dit was niet het geval.
  • Voor het eerste besluit van de raad zijn 8 000 plaatsen aan geen enkel EU-land toegewezen. Volgens het tweede besluit van de raad kunnen EU-landen ook aan hun verplichting ten aanzien van 54 000 personen voldoen via de toelating van Syriërs uit Turkije.
  • Indien een EU-land van herplaatsing niet in staat is zijn aandeel van asielzoekers onderdak te bieden, moet het land in kwestie een gemotiveerde reden opgeven (bijv. druk op asielstelsel is te groot) bij de Commissie en de Raad van de EU. Wanneer de Commissie de situatie heeft geëvalueerd, is het mogelijk dat ze het EU-land een tijdelijke opschorting van het proces verleent, voor maximaal 30%.
  • Personen die in aanmerking komen voor herplaatsing zijn aanvragers van internationale bescherming die correct zijn geïdentificeerd, geregistreerd en van wie de vingerafdrukken zijn vastgelegd, en die behoren tot een nationaliteit met een erkenningsgraad van 75 % binnen de EU volgens Eurostat-gegevens in het corresponderende kwartaal, en die in Italië of Griekenland zijn aangekomen in het tijdsbestek zoals vermeld in de Besluiten van de Raad.
  • Een EU-land kan weigeren om een asielzoeker te accepteren op grond van het feit dat de asielzoeker een bedreiging vormt voor de nationale veiligheid en de openbare orde of wanneer er ernstige redenen zijn om de bepalingen inzake uitsluiting volgens de Erkenningsrichtlijn toe te passen.

Herplaatsingsproces

  • Middels de Besluiten van de Raad wordt een verplicht systeem ingesteld ten gunste van Italië en Griekenland. Dit houdt in dat zowel het EU-land als de asielzoeker geen keuze hebben in de procedure.
  • Ieder EU-land moet:
    • een nationaal contactpunt aanwijzen voor het uitwisselen van gegevens met andere EU-landen en met het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO);
    • verbindingsfunctionarissen aanstellen om samen te werken met Italië en Griekenland;
    • op gezette tijden en ten minste om de drie maanden meedelen hoeveel verzoekers snel op hun grondgebied kunnen worden herplaatst (formele toezeggingen).
  • Asielzoekers worden in Griekenland of Italië geïdentificeerd, geregistreerd, ondervraagd en hun vingerafdrukken worden genomen. Hun profiel wordt opgesteld met de hulp van het EASO. Van daaruit worden ze toegewezen aan het EU-land dat het best bij hun profiel past. EU-landen mogen hun voorkeur aangeven voor bepaalde kandidaten om integratie te bevorderen, maar deze zijn niet juridisch bindend voor Italië of Griekenland. Tijdens de selectie houden de Griekse en Italiaanse autoriteiten rekening met zowel deze voorkeuren als eventuele familie-, taal-, sociale, culturele of andere links die bestaan tussen de afzonderlijke aanvragen en het mogelijke EU-land van herplaatsing.
  • Na goedkeuring door het ontvangende EU-land vindt de overdracht van de asielzoeker zo snel mogelijk plaats.
  • De volledige herplaatsingsprocedure, vanaf het moment dat het EU-land een formele toezegging doet tot de aankomst van de asielzoeker in het EU-land van herplaatsing, mag niet meer dan 2 maanden in beslag nemen, hoewel dit in uitzonderingsgevallen tot 3,5 maand kan duren.
  • Volgens beide besluiten zullen de EU-landen van herplaatsing 6 000 EUR per herplaatste persoon ontvangen.
  • Volgens Besluit (EU) 2015/1601 zullen Italië en Griekenland ook 500 EUR ontvangen per persoon die wordt herplaatst, ter vergoeding van de vervoerskosten naar de EU-landen van herplaatsing.
  • Beide besluiten omvatten een beperkte en tijdelijke uitsluiting van Verordening (EU) nr. 604/2013 (ook bekend als de Dublin III-Verordening) waarin wordt bepaald welk EU-land verantwoordelijk is voor de asielaanvragen).
  • Italië en Griekenland stellen stappenplannen op om structurele tekortkomingen in hun asiel-, ontvangst- en terugzendsystemen aan te pakken.
  • De Commissie rapporteert regelmatig over de tenuitvoerlegging van de Besluiten van de Raad betreffende herplaatsing om knelpunten en oplossingen te identificeren.

VANAF WANNEER TREDEN DEZE BESLUITEN IN WERKING?

  • Besluit (EU) 2015/1523 trad op 16 september 2015 in werking en is van toepassing op mensen die op het grondgebied van Italië en Griekenland aankomen in de periode van 16 september 2015 tot 17 september 2017, en op aanvragers die op het grondgebied van Italië en Griekenland zijn aangekomen sinds 15 augustus 2015.
  • Besluit (EU) 2015/1601 trad op 25 september 2015 in werking en is van toepassing op mensen die op het grondgebied van Italië en Griekenland aankomen in de periode van 25 september 2015 tot 26 september 2017, en op aanvragers die op het grondgebied van Italië en Griekenland zijn aangekomen sinds 24 maart 2015.

ACHTERGROND

  • Italië en Griekenland zijn geconfronteerd met een zeer grote toestroom van asielzoekers, voornamelijk uit Syrië, Irak en Eritrea. Hierdoor kwamen de asielstelsels van beide landen onder aanzienlijke druk te staan.
  • De juridische basis voor deze besluiten is Artikel 78, lid 3 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, waarin wordt bepaald dat: „Indien een of meer [EU-landen] ten gevolge van een plotselinge toestroom van onderdanen van [niet-EU-landen] in een noodsituatie terechtkomen, de Raad [van de EU] op voorstel van de Commissie voorlopige maatregelen ten gunste van de betrokken [EU-landen] kan vaststellen. Dat zal gebeuren na raadpleging van het Europees Parlement.”
  • Voor meer informatie zie:

BELANGRIJKSTE DOCUMENTEN

Besluit (EU) 2015/1523 van de Raad van 14 september 2015 tot vaststelling van voorlopige maatregelen op het gebied van internationale bescherming ten gunste van Italië en van Griekenland (PB L 239 van 15.9.2015, blz. 146-156)

Besluit (EU) 2015/1601 van de Raad van 22 september 2015 tot vaststelling van voorlopige maatregelen op het gebied van internationale bescherming ten gunste van Italië en Griekenland (PB L 248 van 24.9.2015, blz. 80-94)

Achtereenvolgende wijzigingen aan Besluit (EU) 2015/1601 werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad en de Raad — Vijftiende verslag over herplaatsing en hervestiging (COM(2017) 465 final van 6.9.2017).

Eerdere verslagen van de Commissie betreffende de tenuitvoerlegging van de herplaatsings- en hervestigingsstelsels: COM(2016) 165 final; COM(2016) 222 final; COM(2016) 360 final; COM(2016) 416 final; COM(2016) 480 final; COM(2016) 636 final; COM(2016) 720 final; COM(2016) 791 final; COM(2017) 74 final; COM(2017) 202 final; COM(2017) 212 final; COM(2017) 260 final; COM(2017) 330 final; COM(2017) 405 final.

Verordening (EU) nr. 603/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende de instelling van „Eurodac” voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van Verordening (EU) nr. 604/2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend en betreffende verzoeken van rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten en Europol om vergelijkingen van Eurodac-gegevens ten behoeve van rechtshandhaving, en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1077/2011 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (PB L 180 van 29.6.2013, blz. 1-30)

Verordening (EU) nr. 604/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend (PB L 180 van 29.6.2013, blz. 31-59)

Laatste bijwerking 17.11.2016

Top