Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62019TN0628

    Zaak T-628/19: Beroep ingesteld op 20 september 2019 – Teva/Commissie en EMA

    PB C 383 van 11.11.2019, p. 67–68 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    11.11.2019   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 383/67


    Beroep ingesteld op 20 september 2019 – Teva/Commissie en EMA

    (Zaak T-628/19)

    (2019/C 383/76)

    Procestaal: Engels

    Partijen

    Verzoekende partij: Teva BV (Haarlem, Nederland) (vertegenwoordigers: T. de la Mare, QC, R. Mehta, barrister, en G. Morgan, solicitor)

    Verwerende partijen: Europese Commissie en Europees Geneesmiddelenbureau (EMA)

    Conclusies

    nietigverklaring van uitvoeringsbesluit C (2019)5393 final van de Commissie van 11 juli 2019 tot weigering van een vergunning voor het in de handel brengen van „Cabazitaxel Teva – cabazitaxel” uit hoofde van verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad (1), voor zover dit besluit van toepassing is op de verzoekende partij, en

    verwijzing van de verwerende partijen in de kosten van de verzoekende partij.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij drie middelen aan.

    1.

    Eerste middel: geen juiste toepassing door de Commissie van het begrip „algemene vergunning voor het in de handel brengen” in de zin van richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik (PB 2001, L 311, blz. 67), en in het bijzonder van het begrip „derivaat” van een geneesmiddel als bedoeld in artikel 10, lid 2, onder b), van die richtlijn.

    2.

    Tweede middel: schending door de Commissie en het EMA van het beginsel van een eerlijke procedure en het recht van de verzoekende partij op behoorlijk bestuur, met name door in strijd met de desbetreffende Unierechtelijke vereisten de bewijslast om te keren en op de aanvrager van een vergunning voor het in de handel brengen van generieke geneesmiddelen te leggen.

    3.

    Derde middel: tevens schending van het gelijkheidsbeginsel, gelet op de handelwijze van de Commissie, aangezien de verzoekende partij anders is behandeld dan de houder van de vergunning voor het in de handel brengen van Jevtana®/docetaxel.


    (1)  Verordening van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau (PB 2004, L 136, blz. 1).


    Top