Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62018CN0143

    Zaak C-143/18: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Landgericht Bonn (Duitsland) op 23 februari 2018 — Antonio Romano, Lidia Romano / DSL Bank

    PB C 182 van 28.5.2018, p. 9–10 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    28.5.2018   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 182/9


    Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Landgericht Bonn (Duitsland) op 23 februari 2018 — Antonio Romano, Lidia Romano / DSL Bank

    (Zaak C-143/18)

    (2018/C 182/10)

    Procestaal: Duits

    Verwijzende rechter

    Landgericht Bonn

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partijen: Antonio Romano, Lidia Romano

    Verwerende partij: DSL Bank

    Prejudiciële vragen

    1)

    Moet artikel 6, lid 2, onder c), van richtlijn 2002/65/EG (1) aldus worden uitgelegd dat het in de weg staat aan een nationale wetgeving of praktijk die, zoals in het hoofdgeding, niet voorziet in de uitsluiting van het herroepingsrecht wanneer de overeenkomst op uitdrukkelijk verzoek van de consument door beide partijen volledig is uitgevoerd voordat de consument van zijn herroepingsrecht gebruikmaakt?

    2)

    Moeten artikel 4, lid 2, artikel 5, lid 1, artikel 6, lid 1, tweede alinea, tweede streepje, en artikel 6, lid 6, van richtlijn 2002/65/EG aldus worden uitgelegd dat voor het naar behoren ontvangen van de naar nationaal recht voorgeschreven informatie bij toepassing van artikel 5, lid 1, en artikel 3, lid 1, onder 3), van richtlijn 2002/65/EG en voor de uitoefening van het herroepingsrecht door de consument naar nationaal recht, uitsluitend moet worden uitgegaan van een normaal geïnformeerde, redelijk omzichtige en oplettende gemiddelde consument op basis van alle relevante feitelijke gegevens en alle omstandigheden rond de sluiting van deze overeenkomst?

    3)

    Indien de eerste en de tweede vraag ontkennend worden beantwoord:

    Moet artikel 7, lid 4, van richtlijn 2002/65/EG aldus worden uitgelegd dat het in de weg staat aan nationale regelgeving van een lidstaat die bepaalt dat de aanbieder, na kennisgeving van de herroeping van een op afstand gesloten overeenkomst, de consument bovenop het bedrag dat hij krachtens de overeenkomst op afstand van de consument heeft ontvangen, ook een gebruiksvergoeding voor dit bedrag verschuldigd is?


    (1)  Richtlijn 2002/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 september 2002 betreffende de verkoop op afstand van financiële diensten aan consumenten en tot wijziging van richtlijnen 90/619/EEG, 97/7/EG en 98/27/EG van de Raad (PB 2002, L 271, blz. 16).


    Top