Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62017CA0686

    Zaak C-686/17: Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 4 september 2019 (verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Bundesgerichtshof - Duitsland) – Zentrale zur Bekämpfung unlauteren Wettbewerbs Frankfurt am Main eV/Prime Champ Deutschland Pilzkulturen GmbH (Prejudiciële verwijzing – Gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten – Groenten en fruit – Handelsvoorschriften – Begrip „land van oorsprong” – Verordening (EG) nr. 1234/2007 – Artikel 113 bis, lid 1 – Verordening (EU) nr. 1308/2013 – Artikel 76, lid 1 – Definities betreffende de niet-preferentiële oorsprong van de goederen – Verordening (EEG) nr. 2913/92 – Artikel 23, lid 1 en lid 2, onder b) – Verordening (EU) nr. 952/2013 – Artikel 60, lid 1 – Gedelegeerde verordening (EU) 2015/2446 – Artikel 31, onder b) – Productiefasen die in een andere lidstaat plaatsvinden – Etikettering van de levensmiddelen – Verbod van etikettering die de consument kan misleiden – Richtlijn 2000/13/EG – Artikel 2, lid 1, onder a), i) – Verordening (EU) nr. 1169/2011 – Artikel 7, lid 1, onder a) – Artikel 1, lid 4 – Artikel 2, lid 3 – Informatieve toevoegingen)

    PB C 383 van 11.11.2019, p. 12–13 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    11.11.2019   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 383/12


    Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 4 september 2019 (verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Bundesgerichtshof - Duitsland) – Zentrale zur Bekämpfung unlauteren Wettbewerbs Frankfurt am Main eV/Prime Champ Deutschland Pilzkulturen GmbH

    (Zaak C-686/17) (1)

    (Prejudiciële verwijzing - Gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten - Groenten en fruit - Handelsvoorschriften - Begrip „land van oorsprong” - Verordening (EG) nr. 1234/2007 - Artikel 113 bis, lid 1 - Verordening (EU) nr. 1308/2013 - Artikel 76, lid 1 - Definities betreffende de niet-preferentiële oorsprong van de goederen - Verordening (EEG) nr. 2913/92 - Artikel 23, lid 1 en lid 2, onder b) - Verordening (EU) nr. 952/2013 - Artikel 60, lid 1 - Gedelegeerde verordening (EU) 2015/2446 - Artikel 31, onder b) - Productiefasen die in een andere lidstaat plaatsvinden - Etikettering van de levensmiddelen - Verbod van etikettering die de consument kan misleiden - Richtlijn 2000/13/EG - Artikel 2, lid 1, onder a), i) - Verordening (EU) nr. 1169/2011 - Artikel 7, lid 1, onder a) - Artikel 1, lid 4 - Artikel 2, lid 3 - Informatieve toevoegingen)

    (2019/C 383/11)

    Procestaal: Duits

    Verwijzende rechter

    Bundesgerichtshof

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Zentrale zur Bekämpfung unlauteren Wettbewerbs Frankfurt am Main eV

    Verwerende partij: Prime Champ Deutschland Pilzkulturen GmbH

    Dictum

    1)

    Artikel 113 bis, lid 1, van verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 361/2008 van de Raad van 14 april 2008, en artikel 76, lid 1, van verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en nr. 1234/2007 van de Raad moeten aldus worden uitgelegd dat voor de vaststelling van de betekenis van het begrip „land van oorsprong”, dat in die bepalingen wordt gebezigd, moet worden uitgegaan van de verordeningen inzake douane voor de bepaling van de niet-preferentiële oorsprong van goederen, te weten de artikelen 23 en volgende van verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek en artikel 60 van verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie.

    2)

    Artikel 23, lid 1 en lid 2, onder b), van verordening nr. 2913/92 en artikel 60, lid 1, van verordening nr. 952/2013, gelezen in samenhang met artikel 31, onder b), van gedelegeerde verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie van 28 juli 2015 tot aanvulling van verordening nr. 952/2013 met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie, moeten aldus worden uitgelegd dat het land van oorsprong van de gekweekte champignons het land is waar deze worden geoogst, ook al vinden wezenlijke productiefasen plaats in andere lidstaten van de Unie en zijn die champignons pas drie dagen of minder vóór de eerste oogst overgebracht naar het grondgebied waar zij worden geoogst.

    3)

    Het algemene verbod op misleiding van de consument ten aanzien van het land van oorsprong van levensmiddelen, dat is neergelegd in artikel 2, lid 1, onder a), i), van richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgeving der lidstaten inzake de etikettering en presentatie van levensmiddelen alsmede inzake de daarvoor gemaakte reclame en in artikel 7, lid 1, onder a), van verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, tot wijziging van verordeningen (EG) nr. 1924/2006 en (EG) nr. 1925/2006 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van richtlijn 87/250/EEG van de Commissie, richtlijn 90/496/EEG van de Raad, richtlijn 1999/10/EG van de Commissie, richtlijn 2000/13, richtlijnen 2002/67/EG en 2008/5/EG van de Commissie, en verordening (EG) nr. 608/2004 van de Commissie, is wat verse groenten en fruit betreft niet van toepassing op de door artikel 113 bis, lid 1, van verordening nr. 1234/2007, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 361/2008, en artikel 76, lid 1, van verordening nr. 1308/2013 voorgeschreven vermelding van het land van oorsprong.

    4)

    Het Unierecht moet aldus worden uitgelegd dat er geen verplichting mag worden opgelegd om de door artikel 113 bis, lid 1, van verordening nr. 1234/2007, zoals gewijzigd bij verordening nr. 361/2008, en artikel 76, lid 1, van verordening nr. 1308/2013 voorgeschreven vermelding van het land van oorsprong aan te vullen met informatieve toevoegingen teneinde een krachtens artikel 2, lid 1, onder a), i), van richtlijn 2000/13 en artikel 7, lid 1, onder a), van verordening nr. 1169/2011 verboden misleiding van de consument tegen te gaan.


    (1)  PB C 104 van 19.3.2018.


    Top