Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62012CN0053

    Zaak C-53/12: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Giudice di Pace di Revere (Italië) op 2 februari 2012 — Strafzaak tegen Hai Feng Sun

    PB C 98 van 31.3.2012, p. 20–21 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    31.3.2012   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 98/20


    Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Giudice di Pace di Revere (Italië) op 2 februari 2012 — Strafzaak tegen Hai Feng Sun

    (Zaak C-53/12)

    2012/C 98/34

    Procestaal: Italiaans

    Verwijzende rechter

    Giudice di Pace di Revere

    Partijen in de strafzaak

    Hai Feng Sun

    Prejudiciële vragen

    1)

    Staan de artikelen 2, 4, 6, 7 en 8 van richtlijn 2008/115/EG (1) er, in het licht van de beginselen van loyale samenwerking en de nuttige werking van de richtlijn, aan in de weg dat een onderdaan van een derde land die illegaal verblijft, door de lidstaat wordt bestraft met een geldstraf die vervolgens wordt omgezet in de strafrechtelijke sanctie van huisarrest, op grond van louter zijn illegale binnenkomst en aanwezigheid, en dit nog vóór de niet-naleving van een verwijderingsbevel van de bestuurlijke autoriteiten?

    2)

    Staan de artikelen 2, 15 en 16 van richtlijn 2008/115/EG er, in het licht van de beginselen van loyale samenwerking en de nuttige werking van de richtlijn, aan in de weg dat een lidstaat een bepaling vaststelt waarin is voorzien dat een onderdaan van een derde land die illegaal verblijft, wordt bestraft met een geldstraf die vervolgens wordt omgezet in onmiddellijke uitwijzing, die als strafrechtelijke sanctie uitvoerbaar is, zonder eerbiediging van de procedure en de rechten van de vreemdeling als voorzien in de richtlijn?

    3)

    Staat het beginsel van loyale samenwerking, zoals neergelegd in artikel 4, lid 3, VEU, in de weg aan een nationale bepaling die is vastgesteld gedurende de omzettingstermijn van een richtlijn en die tot doel heeft om de werkingssfeer van de richtlijn te omzeilen, althans deze te beperken? Welke maatregelen moet de nationale rechter treffen indien dit inderdaad het doel blijkt te zijn?


    (1)  PB L 348, blz. 98.


    Top