This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62009CN0485
Case C-485/09: Reference for a preliminary ruling from the Finanzgericht Hamburg (Germany), lodged on 1 December 2009 — Viamex Agrar Handels GmbH v Hauptzollamt Hamburg-Jonas
Zaak C-485/09: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Finanzgericht Hamburg (Duitsland) op 1 december 2009 — Viamex Agrar Handels GmbH/Hauptzollamt Hamburg-Jonas
Zaak C-485/09: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Finanzgericht Hamburg (Duitsland) op 1 december 2009 — Viamex Agrar Handels GmbH/Hauptzollamt Hamburg-Jonas
PB C 37 van 13.2.2010, p. 20–20
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
13.2.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 37/20 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Finanzgericht Hamburg (Duitsland) op 1 december 2009 — Viamex Agrar Handels GmbH/Hauptzollamt Hamburg-Jonas
(Zaak C-485/09)
2010/C 37/22
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Finanzgericht Hamburg
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Viamex Agrar Handels GmbH
Verwerende partij: Hauptzollamt Hamburg-Jonas
Prejudiciële vragen
1. |
Is punt 48.5 van hoofdstuk VII van de bijlage bij richtlijn 91/628/EEG van de Raad van 19 november 1991 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en tot wijziging van de richtlijnen 90/425/EEG en 91/496/EEG (1), zoals gewijzigd bij richtlijn 95/29/EG van de Raad van 29 juni 1995 tot wijziging van richtlijn 91/628/EEG inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer (2), van toepassing op het vervoer per trein? |
2. |
Is de rechter in gevallen waarin een inbreuk op richtlijn 91/628/EEG niet tot het sterven van dieren heeft geleid, in het algemeen verplicht na te gaan of de bevoegde autoriteit van de lidstaat artikel 5, lid 3, van verordening (EG) nr. 615/98 van de Commissie van 18 maart 1998 houdende bijzondere uitvoeringsbepalingen voor het stelsel van uitvoerrestituties met betrekking tot het welzijn van levende runderen tijdens het vervoer ervan (3) in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel heeft toegepast? |
(1) PB L 340, blz. 17.
(2) PB L 148, blz. 52.
(3) PB L 82, blz. 19.