This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52019DP0160
European Parliament decision to raise no objections to the Commission delegated regulation of 30 January 2019 amending Regulation (EU) 2015/2365 of the European Parliament and of the Council with regard to the list of exempted entities (C(2019)00794 — 2019/2547(DEA))
Besluit van het Europees Parlement om geen bezwaar te maken tegen de gedelegeerde verordening van de Commissie van 30 januari 2019 tot wijziging van Verordening (EU) 2015/2365 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de lijst van vrijgestelde entiteiten (C(2019)00794 — 2019/2547(DEA))
Besluit van het Europees Parlement om geen bezwaar te maken tegen de gedelegeerde verordening van de Commissie van 30 januari 2019 tot wijziging van Verordening (EU) 2015/2365 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de lijst van vrijgestelde entiteiten (C(2019)00794 — 2019/2547(DEA))
PB C 23 van 21.1.2021, p. 261–261
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
21.1.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 23/261 |
P8_TA(2019)0160
Geen bezwaar tegen een gedelegeerde handeling tot wijziging van Verordening (EU) 2015/2365 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de lijst van vrijgestelde entiteiten lijst van vrijgestelde entiteiten
Besluit van het Europees Parlement om geen bezwaar te maken tegen de gedelegeerde verordening van de Commissie van 30 januari 2019 tot wijziging van Verordening (EU) 2015/2365 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de lijst van vrijgestelde entiteiten (C(2019)00794 — 2019/2547(DEA))
(2021/C 23/49)
Het Europees Parlement,
— |
gezien de gedelegeerde verordening van de Commissie (C(2019)00794), |
— |
gezien het schrijven van de Commissie van 30 januari 2019, waarin zij het Parlement verzoekt te verklaren dat het geen bezwaar zal maken tegen de gedelegeerde verordening, |
— |
gezien het schrijven van de Commissie economische en monetaire zaken aan de voorzitter van de Conferentie van commissievoorzitters van 21 februari 2019, |
— |
gezien artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, |
— |
gezien Verordening (EU) 2015/2365 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende de transparantie van effectenfinancieringstransacties en van hergebruik, en met name artikel 2, lid 4, en artikel 30, lid 5 (1), |
— |
gezien de aanbeveling voor een besluit van de Commissie economische en monetaire zaken, |
— |
gezien artikel 105, lid 6, van zijn Reglement, |
A. |
overwegende dat de gedelegeerde handeling belangrijke wijzigingen omvat om te waarborgen dat de centrale bank en overheidsinstanties van het Verenigd Koninkrijk die belast zijn met of betrokken zijn bij het beheer van de overheidsschuld vrijgesteld zullen zijn van de rapportageverplichting uit hoofde van artikel 4 en de transparantievereisten inzake hergebruik uit hoofde van artikel 15 van Verordening (EU) 2015/2365; |
B. |
overwegende dat het Parlement het belang erkent van de snelle vaststelling van deze verordening teneinde te waarborgen dat de Europese Unie erop voorbereid is indien het Verenigd Koninkrijk zich zonder een terugtrekkingsakkoord terugtrekt uit de Europese Unie; |
1. |
verklaart geen bezwaar te maken tegen de gedelegeerde verordening; |
2. |
verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de Raad en de Commissie. |