Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52019AP0121

P8_TA(2019)0121 Kader voor de screening van buitenlandse directe investeringen in de Europese Unie ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 14 februari 2019 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een kader voor de screening van buitenlandse directe investeringen in de Europese Unie (COM(2017)0487 — C8-0309/2017 — 2017/0224(COD)) P8_TC1-COD(2017)0224 Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 14 februari 2019 met het oog op de vaststelling van Verordening (EU) 2019/… van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een kader voor de screening van buitenlandse directe investeringen in de Unie

PB C 449 van 23.12.2020, p. 673–675 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

23.12.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 449/673


P8_TA(2019)0121

Kader voor de screening van buitenlandse directe investeringen in de Europese Unie ***I

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 14 februari 2019 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een kader voor de screening van buitenlandse directe investeringen in de Europese Unie (COM(2017)0487 — C8-0309/2017 — 2017/0224(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

(2020/C 449/67)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2017)0487),

gezien artikel 294, lid 2, en artikel 207, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C8-0309/2017),

gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 19 april 2018 (1),

gezien het advies van het Comité van de Regio’s van 23 maart 2018 (2),

gezien het overeenkomstig artikel 69 septies, lid 4, van zijn Reglement door de bevoegde commissie goedgekeurde voorlopig akkoord en de door de vertegenwoordiger van de Raad bij brief van 5 december 2018 gedane toezegging om het standpunt van het Europees Parlement overeenkomstig artikel 294, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie goed te keuren,

gezien artikel 59 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie internationale handel en de adviezen van de Commissie buitenlandse zaken, de Commissie industrie, onderzoek en energie en de Commissie economische en monetaire zaken (A8-0198/2018),

1.

stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2.

neemt kennis van de verklaring van de Commissie die als bijlage bij onderhavige resolutie is gevoegd, en die samen met de definitieve wetgevingshandeling zal bekengemaakt worden in de L-reeks van het Publicatieblad van Europese Unie;

3.

verzoekt de Commissie om hernieuwde voorlegging aan het Parlement indien zij haar voorstel vervangt, ingrijpend wijzigt of voornemens is het ingrijpend te wijzigen;

4.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

(1)  PB C 262 van 25.7.2018, blz. 94.

(2)  PB C 247 van 13.7.2018, blz. 28.


P8_TC1-COD(2017)0224

Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 14 februari 2019 met het oog op de vaststelling van Verordening (EU) 2019/… van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een kader voor de screening van buitenlandse directe investeringen in de Unie

(Aangezien het Parlement en de Raad tot overeenstemming zijn geraakt, komt het standpunt van het Parlement overeen met de definitieve rechtshandeling: Verordening (EU) 2019/452.)


BIJLAGE BIJ DE WETGEVINGSRESOLUTIE

VERKLARING VAN DE COMMISSIE

Naar aanleiding van het verzoek van het Europees Parlement verbindt de Europese Commissie zich ertoe:

de gestandaardiseerde formulieren die zij zal opstellen om de naleving door de lidstaten van de jaarlijkse verslagleggingsverplichtingen uit hoofde van artikel 5 van de verordening te vergemakkelijken, met het Europees Parlement te delen zodra de definitieve versie ervan is vastgesteld, en

de overeenkomstige gestandaardiseerde formulieren elk jaar met het Europees Parlement te delen, gelijktijdig met de presentatie van het jaarverslag aan het Europees Parlement en aan de Raad in overeenstemming met artikel 5, lid 3, van de verordening.


Top