Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32023R1441

    Uitvoeringsverordening (EU) 2023/1441 van de Commissie van 10 juli 2023 houdende de nadere regeling voor procedures van de Commissie overeenkomstig Verordening (EU) 2022/2560 van het Europees Parlement en de Raad betreffende buitenlandse subsidies die de interne markt verstoren

    C/2023/4622

    PB L 177 van 12.7.2023, p. 1–44 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 27/10/2023

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2023/1441/oj

    12.7.2023   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 177/1


    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/1441 VAN DE COMMISSIE

    van 10 juli 2023

    houdende de nadere regeling voor procedures van de Commissie overeenkomstig Verordening (EU) 2022/2560 van het Europees Parlement en de Raad betreffende buitenlandse subsidies die de interne markt verstoren

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) 2022/2560 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2022 betreffende buitenlandse subsidies die de interne markt verstoren (1), en met name artikel 47, lid 1,

    Na raadpleging van het Raadgevend Comité voor buitenlandse subsidies,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Overeenkomstig artikel 1 van Verordening (EU) 2022/2560 maakt die verordening het mogelijk buitenlandse subsidies die de interne markt verstoren, te onderzoeken en te verhelpen. Er moeten specifieke regels en procedures worden vastgesteld voor o.a. het indienen van aanmeldingen op grond van de artikelen 21 en 29 van Verordening (EU) 2022/2560, het hebben van een onderhoud en het afleggen van mondelinge verklaringen krachtens de artikelen 13, 14 en 15 van Verordening (EU) 2022/2560, en het indienen van verbintenissen uit hoofde van de artikelen 25 en 31 van Verordening (EU) 2022/2560. Ook moeten de details inzake openbaarmaking en het recht van verweer van de onderzochte onderneming ingevolge artikel 42 van Verordening (EU) 2022/2560 worden vastgesteld.

    (2)

    Op grond van artikel 20 van Verordening (EU) 2022/2560 moeten personen en ondernemingen bepaalde grote concentraties waarbij aanzienlijke buitenlandse financiële bijdragen betrokken zijn, aanmelden voordat de concentratie tot stand wordt gebracht. Artikel 29 van Verordening (EU) 2022/2560 schrijft voor dat buitenlandse financiële bijdragen in het kader van aanbestedingsprocedures boven bepaalde drempels moeten worden aangemeld voordat de opdracht wordt gegund. Niet-naleving van de aanmeldingsplicht leidt er onder meer toe dat aan de persoon of onderneming geldboeten en dwangsommen kunnen worden opgelegd. Bijgevolg moeten de partijen die verantwoordelijk zijn voor de indiening van de aanmelding en de inhoud van de in de aanmelding te verstrekken informatie, nauwkeurig worden vastgesteld.

    (3)

    Het staat aan de in de artikelen 21, lid 3, en artikel 29, lid 5, van Verordening (EU) 2022/2560 bedoelde personen of ondernemingen om de Commissie volledig en nauwkeurig in te lichten over de feiten en omstandigheden die relevant zijn voor het nemen van een besluit over de aangemelde concentratie of buitenlandse financiële bijdragen in het kader van een aanbestedingsprocedure.

    (4)

    Om de aanmeldingen en de beoordeling door de Commissie te vereenvoudigen, moeten de standaardformulieren in de bijlagen bij deze verordening worden gebruikt. Zij kunnen worden vervangen door elektronische formulieren met dezelfde informatievereisten.

    (5)

    Overeenkomstig artikel 10, lid 3, van Verordening (EU) 2022/2560 moet de Commissie, indien zij naar aanleiding van de voorlopige toetsing voldoende aanwijzingen heeft dat aan een onderneming een buitenlandse subsidie is verstrekt die de interne markt verstoort, een diepgaand onderzoek inleiden om nadere gegevens te verzamelen aan de hand waarvan zij het bestaan en de daadwerkelijke of potentiële verstorende effecten van de buitenlandse subsidie kan beoordelen. Er moeten regels worden vastgesteld voor de termijnen waarbinnen de onderzochte onderneming en andere personen, met inbegrip van lidstaten en het derde land dat de buitenlandse subsidie heeft toegekend, overeenkomstig artikel 40, lid 1, van Verordening (EU) 2022/2560 hun opmerkingen kunnen indienen over het besluit van de Commissie om een diepgaand onderzoek in te leiden.

    (6)

    Krachtens artikel 13, lid 7, van Verordening (EU) 2022/2560 kan de Commissie bij het verrichten van onderzoek een onderhoud hebben met elke natuurlijke persoon of rechtspersoon om informatie betreffende het onderwerp van het onderzoek te verzamelen, mits de betrokkene daarmee instemt. Gezien de noodzaak om voor juridische billijkheid en transparantie te zorgen, moet de Commissie, alvorens een onderhoud te hebben met natuurlijke personen of rechtspersonen die daarmee instemmen, die personen in kennis stellen van de rechtsgrondslag van het onderhoud. De ondervraagde personen moeten ook in kennis worden gesteld van het doel van het onderhoud en in de gelegenheid worden gesteld opmerkingen over het gedocumenteerde onderhoud te maken. De Commissie moet een termijn vaststellen waarbinnen de ondervraagde persoon haar eventuele opmerkingen over het gedocumenteerde onderhoud kan meedelen.

    (7)

    Uit hoofde van artikel 14, lid 2, punt c), en artikel 15 van Verordening (EU) 2022/2560 kan de Commissie bij het verrichten van inspecties binnen of buiten de Unie een vertegenwoordiger of personeelslid van een onderneming of ondernemingsvereniging verzoeken om toelichting bij feiten of documenten die verband houden met het voorwerp en doel van de inspectie, en om hun antwoorden te documenteren. De gedocumenteerde mondelinge verklaringen moeten ter beschikking worden gesteld van de gemachtigde vertegenwoordiger van de onderneming of ondernemingsvereniging. Indien een niet-gemachtigd personeelslid toelichting geeft, moet de onderneming of ondernemingsvereniging in de gelegenheid worden gesteld opmerkingen te maken over de gedocumenteerde toelichting.

    (8)

    Ingevolge artikel 13, lid 5, van Verordening (EU) 2022/2560 zijn de lidstaten verplicht de Commissie alle informatie te verstrekken die zij nodig heeft om op grond van die verordening onderzoeken te verrichten. Om ervoor te zorgen dat de Commissie al deze informatie in het kader van aanbestedingsprocedures tot haar beschikking heeft, moet deze verplichting ook gelden voor aanbestedende diensten of aanbestedende instanties die belast zijn met de desbetreffende aanbestedingsprocedure.

    (9)

    Om de Commissie in staat te stellen een correcte beoordeling uit te voeren — met het oog op de vaststelling van een besluit met door de onderzochte onderneming aangeboden verbintenissen om een verstoring in de interne markt te verhelpen — moeten de procedure voor het voorstellen van verbintenissen krachtens artikel 11, lid 3, van Verordening (EU) 2022/2560 en de termijnen voor het voorstellen van verbintenissen uit hoofde van de artikelen 25 en 31 van Verordening (EU) 2022/2560 worden vastgesteld.

    (10)

    Om de transparantie te waarborgen, kan de Commissie in voorkomend geval in handelingen tot afsluiting van een diepgaand onderzoek krachtens artikel 11 van Verordening (EU) 2022/2560 rapportage- en transparantieverplichtingen in de zin van artikel 7, lid 5, en artikel 8 van Verordening (EU) 2022/2560 opleggen. Deze verplichtingen moeten de Commissie in staat stellen potentiële verstoringen in de interne markt op te sporen of toezicht te houden op de uitvoering van haar krachtens Verordening (EU) 2022/2560 vastgestelde handelingen. De vorm, inhoud en procedureregels van deze verplichtingen moeten daarom worden verduidelijkt.

    (11)

    Uit hoofde van artikel 42, lid 1, van Verordening (EU) 2022/2560 moet de onderzochte onderneming, overeenkomstig het beginsel van eerbiediging van het recht van verweer, in de gelegenheid worden gesteld om — voordat de Commissie een besluit krachtens artikel 11, 12, 17, 18, 25, lid 3, 26, 31 of 33 van Verordening (EU) 2022/2560 vaststelt — opmerkingen te maken over alle gronden waarop de Commissie voornemens is haar besluit vast te stellen. Overeenkomstig artikel 42, lid 4, van Verordening (EU) 2022/2560 moet worden vastgesteld in hoeverre een onderzochte onderneming toegang tot het dossier van de Commissie moet krijgen. Hoewel de onderzochte onderneming altijd het recht moet hebben van de Commissie de niet-vertrouwelijke versies van alle in de gronden genoemde documenten te verkrijgen, moet een beperkt aantal gespecificeerde externe juridische of economische adviseurs of externe technische deskundigen namens de onderzochte onderneming toegang krijgen tot alle documenten in het dossier van de Commissie, zonder enige weglating, onder voorwaarden die in een besluit van de Commissie moeten worden opgenomen. Deze toegang moet in bepaalde situaties worden beperkt, onder meer wanneer openbaarmaking van bepaalde documenten schade zou berokkenen aan de verstrekker ervan of wanneer andere belangen prevaleren.

    (12)

    Op grond van artikel 42, lid 4, van Verordening (EU) 2022/2560 moet de Commissie bij het verlenen van toegang tot het dossier de bescherming van bedrijfsgeheimen en andere vertrouwelijke informatie waarborgen. Er moeten daarom nadere regels worden vastgesteld op grond waarvan de Commissie personen en ondernemingen die informatie, met inbegrip van documenten, indienen of hebben ingediend, kan vragen bedrijfsgeheimen of vertrouwelijke informatie te identificeren in hun indiening of met betrekking tot informatie in een samenvatting of besluit, en op grond waarvan zij een besluit kan nemen over de behandeling van bepaalde informatie in geval van onenigheid over de vertrouwelijkheid.

    (13)

    Aangezien aanmeldingen de in Verordening (EU) 2022/2560 vastgestelde wettelijke termijnen doen ingaan, moet ook worden bepaald aan welke voorwaarden deze wettelijke termijnen moeten voldoen en op welk tijdstip aanmeldingen ingaan. Met name moeten het begin en einde van die termijnen en de omstandigheden waaronder deze termijnen worden opgeschort, worden vastgesteld.

    (14)

    De toezending van documenten aan en door de Commissie moet in beginsel via digitale middelen gebeuren, rekening houdend met de ontwikkelingen op het gebied van informatie- en communicatietechnologie en de milieuvoordelen van die toezending. Uit hoofde van artikel 47, lid 1, punten a), b) en h), van Verordening (EU) 2022/2560 moet dit met name gelden voor aanmeldingen, antwoorden op informatieverzoeken, opmerkingen over de gronden waarop de Commissie voornemens is een aan de onderzochte onderneming gericht besluit vast te stellen, en door de aanmeldende partijen aangeboden verbintenissen.

    (15)

    Ter wille van de transparantie en de rechtszekerheid moet deze verordening in werking treden voordat Verordening (EU) 2022/2560 van toepassing wordt,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    HOOFDSTUK I

    TOEPASSINGSGEBIED EN DEFINITIES

    Artikel 1

    Onderwerp en toepassingsgebied

    Overeenkomstig artikel 47, lid 1, van Verordening (EU) 2022/2560 worden bij deze verordening nadere regelingen vastgesteld met betrekking tot:

    1)

    de vorm, inhoud en procedureregels voor de aanmelding van concentraties;

    2)

    de vorm, inhoud en procedureregels voor de aanmelding van buitenlandse financiële bijdragen en de verklaring van afwezigheid van buitenlandse financiële bijdragen in het kader van aanbestedingsprocedures;

    3)

    procedureregels voor mondelinge verklaringen overeenkomstig artikel 13, lid 7, artikel 14, lid 2, punt c), en artikel 15 van Verordening (EU) 2022/2560;

    4)

    nadere regels inzake openbaarmaking, toegang tot het dossier en vertrouwelijke informatie overeenkomstig de artikelen 42 en 43 van Verordening (EU) 2022/2560;

    5)

    de vorm, inhoud en procedureregels voor transparantievereisten;

    6)

    nadere regels voor de berekening van termijnen;

    7)

    de procedureregels en termijnen om verbintenissen voor te stellen op grond van de artikelen 25 en 31 van Verordening (EU) 2022/2560.

    Artikel 2

    Definities

    Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

    1)

    “aanmeldende partijen” met het oog op aanmeldingen van concentraties: personen of ondernemingen die uit hoofde van artikel 21, lid 3, van Verordening (EU) 2022/2560 verplicht zijn een aanmelding in te dienen;

    2)

    “andere betrokken personen” met het oog op aanmeldingen van concentraties: andere bij de voorgenomen concentratie betrokken personen dan de aanmeldende partijen, zoals de verkoper en de onderneming die of het deel van de onderneming dat het doel van de concentratie is;

    3)

    “aanmeldende partijen” met het oog op aanmeldingen en verklaringen inzake buitenlandse financiële bijdragen in openbare aanbestedingen: alle ondernemers, combinaties van ondernemers, hoofdonderaannemers en hoofdleveranciers die overeenkomstig artikel 29, lid 5, van Verordening (EU) 2022/2560 onder de aanmeldingsplicht vallen;

    4)

    “werkdagen”: alle dagen met uitzondering van zaterdagen, zondagen en vakantiedagen van de Commissie zoals bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    HOOFDSTUK II

    AANMELDINGEN

    Artikel 3

    Tot indiening van aanmeldingen en verklaringen gerechtigden

    1.   Aanmeldingen van concentraties uit hoofde van artikel 21 van Verordening (EU) 2022/2560 worden ingediend door de in artikel 2, punt 1, bedoelde aanmeldende partijen. Elke aanmeldende partij is verantwoordelijk voor de juistheid van de informatie die zij verstrekt.

    2.   Aanmeldingen en verklaringen in aanbestedingsprocedures worden door de ondernemer of, in het geval van combinaties van ondernemers, hoofdonderaannemers en hoofdleveranciers, de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EU) 2022/2560 bedoelde hoofdaannemer of hoofdconcessiehouder, ingediend bij de aanbestedende dienst of aanbestedende instantie namens zichzelf en namens alle aanmeldende partijen als bedoeld in artikel 2, punt 3. Elke aanmeldende partij is alleen verantwoordelijk voor de juistheid van de informatie in verband met de buitenlandse financiële bijdragen die haar zijn toegekend.

    3.   Wanneer daartoe gemachtigde externe vertegenwoordigers van personen of ondernemingen de aanmeldingen of verklaringen ondertekenen, tonen zij hun vertegenwoordigingsbevoegdheid met schriftelijke bewijsstukken aan.

    Artikel 4

    Voorafgaande aanmelding van concentraties

    1.   Voor het indienen van aanmeldingen van concentraties uit hoofde van artikel 21 van Verordening (EU) 2022/2560 wordt gebruikgemaakt van het formulier voor het aanmelden van concentraties in bijlage I. Gezamenlijke aanmeldingen uit hoofde van artikel 21, lid 3, van Verordening (EU) 2022/2560 worden op één formulier ingediend.

    2.   Het formulier voor het aanmelden van concentraties en alle relevante ondersteunende documenten worden overeenkomstig artikel 25 bij de Commissie ingediend.

    3.   Aanmeldingen worden in een van de officiële talen van de Unie ingediend. Tenzij de Commissie en de aanmeldende partijen anders overeenkomen, is de taal van de aanmelding ook de taal van de procedure en van eventuele latere administratieve procedures voor de Commissie ingevolge Verordening (EU) 2022/2560 die betrekking hebben op dezelfde concentratie. De ondersteunende documenten worden in de oorspronkelijke taal ervan ingediend. Wanneer de oorspronkelijke taal van een document niet een van de officiële talen van de Unie is, wordt een vertaling in de taal van de procedure bijgevoegd.

    4.   De Commissie kan een aanmeldende partij op schriftelijk verzoek ontheffing verlenen van de verplichting om informatie, met inbegrip van documenten, in het aanmeldingsformulier van bijlage I te verstrekken, of van andere op het aanmeldingsformulier vastgestelde vereisten met betrekking tot deze informatie.

    5.   De Commissie bevestigt de aanmeldende partijen onverwijld schriftelijk de ontvangst van de aanmelding en van het antwoord op een door haar krachtens artikel 6, leden 2 en 3, gezonden brief.

    Artikel 5

    Aanmeldingen en verklaringen van buitenlandse financiële bijdragen in het kader van aanbestedingsprocedures

    1.   Aanmeldingen van buitenlandse financiële bijdragen in het kader van aanbestedingsprocedures worden overeenkomstig artikel 29, lid 1, van Verordening (EU) 2022/2560 ingediend bij de aanbestedende dienst of aanbestedende instantie die belast is met de desbetreffende aanbestedingsprocedure, met behulp van het formulier in bijlage II op één formulier dat informatie bevat over alle aanmeldende partijen die betrokken zijn bij één inschrijving of verzoek tot deelname.

    2.   Wanneer derde landen in de voorbije drie jaar geen aan te melden buitenlandse financiële bijdragen hebben toegekend aan de aanmeldende partijen in aanbestedingsprocedures die voldoen aan de drempels van artikel 28, lid 1, punt a), en artikel 28, lid 2, van Verordening (EU) 2022/2560, moeten die partijen in plaats van een aanmelding een verklaring indienen. De verklaring moet op één formulier, op de in punt 7 van de inleiding en rubriek 7 van bijlage II voorgeschreven wijze, worden ingediend bij de aanbestedende dienst of aanbestedende instantie die belast is met de desbetreffende aanbestedingsprocedure. Overeenkomstig artikel 4, lid 3, en artikel 29, lid 1, van Verordening (EU) 2022/2560 hoeven buitenlandse financiële bijdragen waarvan het totale bedrag per derde land lager is dan het bedrag aan de-minimissteun in de zin van artikel 3, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 1407/2013 in de periode van drie opeenvolgende jaren voorafgaand aan de verklaring, niet in de verklaring te worden vermeld.

    3.   De aanmelding, met inbegrip van alle relevante ondersteunende documenten, of de verklaring wordt overeenkomstig artikel 26 door de aanbestedende dienst of aanbestedende instantie aan de Commissie toegezonden.

    4.   Aanmeldingen en verklaringen worden in een van de officiële talen van de Unie bij de aanbestedende dienst of aanbestedende instantie ingediend. Tenzij de Commissie en de aanmeldende partijen anders overeenkomen, is de taal van de aanmelding of verklaring ook de taal van de procedure en van eventuele latere administratieve procedures voor de Commissie krachtens Verordening (EU) 2022/2560 die betrekking hebben op dezelfde aanbestedingsprocedure. De ondersteunende documenten worden in de oorspronkelijke taal ervan ingediend. Wanneer de oorspronkelijke taal van een document niet een van de officiële talen van de Unie is, wordt een vertaling in de taal van de procedure bijgevoegd.

    5.   De Commissie kan een aanmeldende partij op schriftelijk verzoek, en na kennisgeving aan de aanbestedende dienst of aanbestedende instantie die belast is met de aanbestedingsprocedure, ontheffing verlenen van de verplichting om informatie, met inbegrip van documenten, in het aanmeldingsformulier van bijlage II te verstrekken, of van andere op het aanmeldingsformulier vastgestelde vereisten met betrekking tot deze informatie.

    6.   De Commissie bevestigt de met de aanbestedingsprocedure belaste aanbestedende dienst of aanbestedende instantie onverwijld schriftelijk de ontvangst van de aanmelding of verklaring en van het antwoord op een door haar uit hoofde van artikel 7, leden 1 en 3, gezonden brief, waarbij de aanmeldende partijen of hun gemachtigde externe vertegenwoordigers een kopie van de bevestiging krijgen.

    Artikel 6

    Datum van de aanmelding in concentraties

    1.   Ingevolge artikel 24, lid 1, van Verordening (EU) 2022/2560 geldt de datum waarop de Commissie een volledige aanmelding ontvangt, als datum van de aanmelding.

    2.   Wanneer de Commissie vaststelt dat de in de aanmelding vervatte informatie, met inbegrip van documenten, onvolledig is, stelt zij de aanmeldende partijen of hun gemachtigde externe vertegenwoordigers daarvan onverwijld schriftelijk in kennis. In dat geval geldt de datum waarop de Commissie de volledige informatie ontvangt, als datum van de aanmelding.

    3.   Na de aanmelding verstrekken de aanmeldende partijen de Commissie onverwijld eventuele relevante informatie, met inbegrip van substantiële veranderingen in de feiten, die de aanmeldende partijen hadden moeten aanmelden indien die informatie op het tijdstip van de aanmelding bij hen bekend was geweest of had moeten zijn. Wanneer die informatie significante gevolgen kan hebben voor de beoordeling van de aangemelde concentratie door de Commissie, kan de Commissie oordelen dat de aanmelding pas geldig wordt op de datum waarop zij de desbetreffende informatie ontvangt. De Commissie stelt de aanmeldende partijen of hun vertegenwoordigers hiervan onverwijld schriftelijk in kennis.

    4.   Voor de toepassing van dit artikel wordt de aanmelding als onvolledig beschouwd als er onjuiste of misleidende informatie is verstrekt.

    Artikel 7

    Datum van aanmeldingen en verklaringen van buitenlandse financiële bijdragen in het kader van aanbestedingsprocedures

    1.   In aanbestedingsprocedures in de zin van artikel 27 van Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad (2) geldt de datum waarop de Commissie een aanmelding of verklaring ontvangt, als datum van de aanmelding of verklaring. In meerfasige aanbestedingsprocedures worden aanmeldingen of verklaringen die bij het indienen van het verzoek tot deelname worden ingediend, alsook de bijgewerkte aanmeldingen of bijgewerkte verklaringen die krachtens artikel 29, lid 1, laatste zin, van Verordening (EU) 2022/2560 bij het indienen van de definitieve inschrijving wordt ingediend, geldig op de datum waarop zij door de Commissie worden ontvangen. Wanneer de Commissie echter vaststelt dat de in de ontvangen aanmelding of verklaring vervatte informatie, met inbegrip van documenten, onvolledig is, stelt zij de aanmeldende partijen of hun gemachtigde externe vertegenwoordigers daarvan onverwijld schriftelijk in kennis. In dat geval geldt de datum waarop de Commissie de krachtens artikel 29, lid 4, van Verordening (EU) 2022/2560 volledige informatie ontvangt, als datum van de aanmelding of verklaring.

    2.   Wanneer de desbetreffende aanbestedende dienst of aanbestedende instantie haar rechten uit hoofde van artikel 56, lid 3, van Richtlijn 2014/24/EU of artikel 76, lid 4, van Richtlijn 2014/25/EU van het Europees Parlement en de Raad (3) uitoefent om krachtens artikel 29, lid 1, laatste zin, en artikel 29, lid 3, van Verordening (EU) 2022/2560 om verduidelijkingen te vragen over de aanmelding, verklaring, bijgewerkte aanmelding of bijgewerkte verklaring, en besluit de inschrijving of het verzoek tot deelname af te wijzen wegens gebrek aan verduidelijkingen indien deze niet naar behoren zijn verstrekt, wordt de aanmelding of verklaring geacht niet te hebben plaatsgevonden of aan de Commissie te zijn doorgeleid.

    3.   Na de indiening van een aanmelding, verklaring, bijgewerkte aanmelding of bijgewerkte verklaring verstrekken de aanmeldende partijen de Commissie onverwijld eventuele relevante nieuwe informatie, met inbegrip van veranderingen in de feiten, die de aanmeldende partijen hadden moeten aanmelden indien die informatie op het tijdstip van de indiening van de volledige aanmelding of verklaring of bijgewerkte aanmelding of verklaring bij hen bekend was geweest of had moeten zijn. Wanneer die informatie significante gevolgen kan hebben voor de beoordeling door de Commissie, kan de Commissie oordelen dat de aanmelding, verklaring, bijgewerkte aanmelding of bijgewerkte verklaring pas geldig wordt op de datum waarop zij de desbetreffende informatie ontvangt. De Commissie stelt de aanmeldende partijen van een aanmelding in het kader van aanbestedingsprocedures of hun externe vertegenwoordigers, alsmede de betrokken aanbestedende dienst of aanbestedende instantie, onverwijld schriftelijk in kennis van de datum van de aanmelding.

    4.   Voor de toepassing van dit artikel, en onverminderd de artikelen 17, 29 en 33 van Verordening (EU) 2022/2560, wordt de aanmelding als onvolledig beschouwd als er onjuiste of misleidende informatie is verstrekt.

    HOOFDSTUK III

    ONDERZOEK DOOR DE COMMISSIE

    Artikel 8

    Termijn voor het indienen van opmerkingen na de opening van een diepgaand onderzoek

    1.   Wanneer de Commissie uit hoofde van artikel 10, lid 3, van Verordening (EU) 2022/2560 een diepgaand onderzoek opent, wordt de termijn waarbinnen de onderzochte onderneming, andere natuurlijke personen of rechtspersonen, lidstaten en het derde land dat de buitenlandse subsidie heeft toegekend, hun opmerkingen schriftelijk kunnen indienen, vastgesteld door de Commissie. Deze termijn is meestal niet langer dan één maand vanaf de datum waarop de onderzochte onderneming in kennis is gesteld van het besluit of, in alle andere gevallen, vanaf de datum van bekendmaking van de samenvatting van het besluit in het Publicatieblad van de Europese Unie. Opmerkingen worden ingediend overeenkomstig de artikelen 25 en 26.

    2.   In naar behoren gemotiveerde gevallen kan de Commissie de in lid 1 vastgestelde termijn verlengen.

    3.   Indien er sprake is van vertrouwelijke informatie, verstrekt de indiener tegelijk met de vertrouwelijke versie een niet-vertrouwelijke versie van de opmerkingen.

    Artikel 9

    Onderhoud

    1.   Wanneer de Commissie overeenkomstig artikel 13, lid 7, van Verordening (EU) 2022/2560 een onderhoud heeft met een persoon, vermeldt de Commissie aan het begin van het onderhoud de rechtsgrondslag en het doel van het onderhoud en deelt zij de ondervraagde persoon mee dat zij het onderhoud zal documenteren.

    2.   Een op grond van artikel 13, lid 7, van Verordening (EU) 2022/2560 gevoerd onderhoud kan in elke vorm worden gedocumenteerd.

    3.   De ondervraagde persoon krijgt een kopie van de gedocumenteerde versie van het onderhoud, zodat hij daarover opmerkingen kan maken binnen een door de Commissie vastgestelde termijn.

    Artikel 10

    Mondelinge verklaringen tijdens inspecties

    1.   Wanneer door de Commissie gemachtigde functionarissen of andere begeleidende personen gemachtigde externe vertegenwoordigers of personeelsleden van een onderneming of ondernemingsvereniging krachtens artikel 14, lid 2, punt c), of artikel 15 van Verordening (EU) 2022/2560 om toelichting verzoeken, kunnen die toelichtingen in elke vorm worden gedocumenteerd.

    2.   Na de inspectie krijgt de betrokken onderneming of ondernemersvereniging een kopie van de uit hoofde van lid 1 opgestelde documentatie.

    3.   Wanneer een personeelslid van een onderneming of ondernemingsvereniging dat niet door de onderneming of ondernemingsvereniging is of was gemachtigd om namens de onderneming of ondernemingsvereniging toelichting te geven, de Commissie toelichting heeft gegeven, stelt de Commissie een termijn vast waarbinnen deze onderneming of ondernemingsvereniging de Commissie eventuele wijzigingen kan meedelen die moeten worden aangebracht in de door dat personeelslid gegeven toelichtingen. De wijzigingen worden toegevoegd aan de krachtens lid 1 gedocumenteerde toelichting.

    Artikel 11

    Informatie van de aanbestedende diensten en aanbestedende instanties die belast zijn met aanbestedingsprocedures

    1.   De verplichting van de lidstaten ingevolge artikel 13, lid 5, van Verordening (EU) 2022/2560 om de Commissie op haar verzoek alle informatie te verstrekken die zij nodig heeft om krachtens Verordening (EU) 2022/2560 onderzoeken te verrichten, geldt met name voor de aanbestedende diensten en aanbestedende instanties die belast zijn met de desbetreffende aanbestedingsprocedures die over voor het onderzoek relevante informatie beschikken.

    2.   De betrokken aanbestedende dienst of aanbestedende instantie zendt de Commissie samen met de aanmelding kopieën van de documenten toe die bij het opstellen van de aanbestedingsstukken zijn gebruikt, met inbegrip van, indien beschikbaar, onderzoek en de interne begroting voor de aanbesteding, alsmede kopieën van andere documenten die de betrokken aanbestedende dienst of aanbestedende instantie mogelijk van cruciaal belang acht voor het onderzoek. Wanneer de aanmeldende partijen uit hoofde van rubriek 4 van bijlage II informatie verstrekken, zendt de betrokken aanbestedende dienst of aanbestedende instantie ook kopieën van alle ingediende inschrijvingen met betrekking tot de betrokken aanbestedingsprocedure door. Wanneer de inschrijvingen op het tijdstip van de aanmelding nog niet zijn ingediend of niet beschikbaar zijn, worden er kopieën aan de Commissie toegezonden zodra zij beschikbaar komen. Wanneer de betrokken aanbestedende dienst of aanbestedende instantie geen kopieën van alle voor het onderzoek relevante documenten aan de Commissie toezendt of kan toezenden, verzoekt de Commissie die dienst of instantie een kopie toe te zenden van het specifieke document dat relevant is voor het onderzoek van de Commissie.

    Artikel 12

    Indiening van informatie over onrechtmatig voordelige inschrijvingen

    1.   De op het formulier in bijlage II vermelde motiveringen en bijbehorende ondersteunende documenten met betrekking tot de beoordeling van de onrechtmatig voordelige aard van een inschrijving worden, voor zover zij niet reeds krachtens artikel 29 van Verordening (EU) 2022/2560 door de aanmeldende partijen in hun aanmelding zijn ingediend, overeenkomstig de in artikel 8 vermelde termijnen en vorm bij de Commissie ingediend, en kunnen tijdens de voorlopige toetsing worden ingediend.

    2.   Wanneer de aanmeldende partijen besluiten gebruik te maken van de mogelijkheid om motiveringen in te dienen, voegen zij daarbij alle bijbehorende, in het formulier van bijlage II vermelde ondersteunende documenten om hun motiveringen te staven.

    3.   Wanneer de onderzochte onderneming ondersteunende documenten verstrekt, geeft zij aan welke informatie zij vertrouwelijk acht, motiveert zij deze vertrouwelijkheidsclaim en verstrekt zij een afzonderlijke, niet-vertrouwelijke versie.

    HOOFDSTUK IV

    VERBINTENISSEN, TRANSPARANTIE EN RAPPORTAGE

    Artikel 13

    Termijnen voor het indienen van verbintenissen in het kader van aangemelde concentraties

    1.   Met betrekking tot concentraties die op grond van artikel 21 van Verordening (EU) 2022/2560 bij de Commissie zijn aangemeld, worden verbintenissen die krachtens artikel 25, lid 3, punt a), van Verordening (EU) 2022/2560 met het oog op de vaststelling van een besluit worden aangeboden, uiterlijk 65 werkdagen na de datum waarop het diepgaande onderzoek uit hoofde van artikel 25, lid 2, van Verordening (EU) 2022/2560 is ingeleid, bij de Commissie ingediend.

    2.   Wanneer ingevolge artikel 24, lid 4, van Verordening (EU) 2022/2560 de termijn voor het vaststellen van een besluit op grond van artikel 25, lid 3, van die verordening wordt verlengd, wordt de termijn van 65 werkdagen voor het indienen van verbintenissen automatisch met hetzelfde aantal werkdagen verlengd.

    3.   In uitzonderlijke omstandigheden kan de Commissie verbintenissen in overweging nemen die na het verstrijken van de in dit artikel vastgestelde indieningstermijn zijn aangeboden. Bij haar besluit of zij in dergelijke omstandigheden aangeboden verbintenissen in overweging neemt, houdt de Commissie er in het bijzonder rekening mee dat de comitéprocedure als bedoeld in artikel 48, lid 2, van Verordening (EU) 2022/2560 in acht moet worden genomen.

    Artikel 14

    Termijnen voor het indienen van verbintenissen in onderzoeken in het kader van aanbestedingsprocedures

    1.   Met betrekking tot buitenlandse financiële bijdragen die op grond van artikel 29, lid 1, van Verordening (EU) 2022/2560 bij de Commissie zijn aangemeld in het kader van aanbestedingsprocedures, worden verbintenissen die krachtens artikel 31, lid 1, van Verordening (EU) 2022/2560 door de betrokken ondernemers worden aangeboden, uiterlijk vijftig werkdagen na de datum waarop het diepgaande onderzoek is ingeleid, bij de Commissie ingediend. Afhankelijk van de omvang ervan, en na raadpleging van de aanbestedende dienst of aanbestedende instantie, kunnen de door de Commissie ontvangen verbintenissen worden beschouwd als een naar behoren gemotiveerd uitzonderlijk geval op basis waarvan de termijn voor het vaststellen van een besluit tot afsluiting van het diepgaande onderzoek in de zin van artikel 30, lid 5, van Verordening (EU) 2022/2560 kan worden verlengd.

    2.   In uitzonderlijke omstandigheden kan de Commissie verbintenissen in overweging nemen die na het verstrijken van de in lid 1 vastgestelde termijn zijn aangeboden. Bij haar besluit of zij in dergelijke omstandigheden aangeboden verbintenissen in overweging neemt, houdt de Commissie er in het bijzonder rekening mee dat de comitéprocedure als bedoeld in artikel 48, lid 2, van Verordening (EU) 2022/2560 in acht moet worden genomen.

    Artikel 15

    Procedure voor het indienen van verbintenissen

    1.   De door de onderzochte onderneming aangeboden verbintenissen worden overeenkomstig artikel 25 bij de Commissie ingediend met het oog op een besluit krachtens artikel 25, lid 3, punt a), van Verordening (EU) 2022/2560, of overeenkomstig artikel 26 met het oog op een besluit krachtens artikel 31, lid 1, van Verordening (EU) 2022/2560.

    2.   Wanneer de onderzochte onderneming verbintenissen aanbiedt, geeft zij tegelijkertijd aan welke informatie zij vertrouwelijk acht, motiveert zij deze vertrouwelijkheidsclaim naar behoren en verstrekt zij een afzonderlijke niet-vertrouwelijke versie van de verbintenissen.

    3.   In procedures op grond van de hoofdstukken 3 en 4 van Verordening (EU) 2022/2560 worden verbintenissen ondertekend door de aanmeldende partijen en eventuele andere betrokken personen aan wie door de verbintenissen verplichtingen worden opgelegd.

    Artikel 16

    Transparantie en rapportage

    In voorkomend geval kan de Commissie bij besluit na een diepgaand onderzoek op grond van artikel 11 van Verordening (EU) 2022/2560 een onderneming krachtens artikel 7, lid 5, en artikel 8 van Verordening (EU) 2022/2560 transparantie- en rapportageverplichtingen opleggen. Dergelijke verplichtingen kunnen betrekking hebben op het verstrekken van informatie over een van de volgende situaties:

    a)

    buitenlandse financiële bijdragen die zijn ontvangen gedurende een bepaalde periode die ingaat op de dag volgende op de datum van vaststelling van het besluit waarbij de verplichting wordt opgelegd;

    b)

    de deelname aan concentraties of aanbestedingsprocedures (wanneer de onderzochte onderneming een inschrijving in het kader van een openbare procedure of een verzoek tot deelname aan een meerfasige aanbestedingsprocedure indient) gedurende een bepaalde periode die ingaat op de dag volgende op de datum van vaststelling van het besluit waarbij de verplichting wordt opgelegd;

    c)

    de uitvoering van een besluit met verbintenissen dat uit hoofde van artikel 11, lid 3, artikel 25, lid 3, punt a), of artikel 31, lid 1, van Verordening (EU) 2022/2560 is vastgesteld, van een besluit met herstelmaatregelen dat uit hoofde van artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2022/2560 is vastgesteld, van een besluit dat een concentratie verbiedt dat uit hoofde van artikel 25, lid 3, punt c), van Verordening (EU) 2022/2560 is vastgesteld, of van een besluit dat de gunning van de opdracht verbiedt dat uit hoofde van artikel 31, lid 2, van Verordening (EU) 2022/2560 is vastgesteld.

    HOOFDSTUK V

    INDIENING VAN OPMERKINGEN

    Artikel 17

    Indiening van opmerkingen

    1.   Wanneer de Commissie de onderzochte onderneming krachtens artikel 42, lid 1, van Verordening (EU) 2022/2560 in kennis stelt van de gronden waarop zij voornemens is haar besluit vast te stellen, stelt zij een termijn van ten minste tien werkdagen vast waarbinnen die onderneming schriftelijke opmerkingen kan indienen. De Commissie is niet verplicht rekening te houden met schriftelijke opmerkingen die zij na het verstrijken van die termijn ontvangt.

    2.   De onderzochte onderneming dient eventuele opmerkingen en eventuele relevante documenten ter staving van de in die opmerkingen vermelde feiten overeenkomstig artikel 25 en artikel 26 schriftelijk bij de Commissie in.

    3.   Wanneer de Commissie op grond van artikel 42, lid 2, van Verordening (EU) 2022/2560 een voorlopig besluit inzake voorlopige maatregelen neemt, stelt zij een termijn vast waarbinnen de onderzochte onderneming schriftelijke opmerkingen over dat besluit kan indienen. Zodra de onderzochte onderneming haar opmerkingen heeft ingediend, neemt de Commissie een definitief besluit inzake de voorlopige maatregelen waarbij zij het voorlopige besluit intrekt, wijzigt of bevestigt. Wanneer de onderzochte onderneming binnen de door de Commissie gestelde termijn geen schriftelijke opmerkingen heeft ingediend, wordt het voorlopige besluit bij het verstrijken van die termijn definitief.

    4.   In voorkomend geval kan de Commissie, op met redenen omkleed verzoek van de onderzochte onderneming vóór het verstrijken van de oorspronkelijke termijn, de overeenkomstig de leden 1 en 3 vastgestelde termijnen verlengen.

    HOOFDSTUK VI

    GEBRUIK VAN INFORMATIE EN BEHANDELING VAN VERTROUWELIJKE INFORMATIE

    Artikel 18

    Gebruik van informatie door de Commissie

    1.   Krachtens artikel 43, lid 1, van Verordening (EU) 2022/2560 kan een informatieverstrekker ermee instemmen dat de Commissie de op grond van die verordening verkregen informatie mag gebruiken voor andere doeleinden dan die waarvoor de informatie oorspronkelijk door de Commissie werd verkregen.

    2.   Indien de informatieverstrekker de Commissie krachtens artikel 43, lid 1, van Verordening (EU) 2022/2560 ontheffing verleent, geeft hij aan welke specifieke informatie mag worden gebruikt voor andere doeleinden dan die waarvoor de informatie werd verkregen, en motiveert hij waarom die informatie relevant zou zijn voor die andere doeleinden, onder meer bij de toepassing van andere handelingen van de Unie.

    3.   Indien de Commissie de informatieverstrekker krachtens artikel 43, lid 1, van Verordening (EU) 2022/2560 verzoekt een ontheffing te verlenen, specificeert de Commissie de informatie waarop dat verzoek betrekking heeft en de doeleinden waarvoor zij voornemens is die informatie te gebruiken. Het gebruik van die informatie door de Commissie gaat niet verder dan de door de Commissie aangegeven en door de verstrekker goedgekeurde doeleinden.

    Artikel 19

    Identificatie en bescherming van vertrouwelijke gegevens

    1.   Tenzij anders bepaald in artikel 20 van deze verordening en artikel 42 van Verordening (EU) 2022/2560 en onverminderd lid 6, maakt de Commissie informatie — met inbegrip van documenten — voor zover die bedrijfsgeheimen of anderszins vertrouwelijke informatie bevat, niet openbaar of toegankelijk.

    2.   Wanneer de Commissie uit hoofde van artikel 13 van Verordening (EU) 2022/2560 om informatie verzoekt, uit hoofde van artikel 13, lid 7, van Verordening (EU) 2022/2560 een onderhoud met een persoon heeft of overeenkomstig de artikelen 14 en 15 van Verordening (EU) 2022/2560 tijdens inspecties om een mondelinge toelichting vraagt, stelt zij de desbetreffende personen, ondernemingen of ondernemingsverenigingen ervan in kennis dat zij, door de Commissie informatie te verstrekken, ermee instemmen dat op grond van artikel 20 toegang tot deze informatie kan worden verleend. Indien de Commissie anderszins informatie van informatieverstrekkers ontvangt, stelt zij deze informatieverstrekkers ervan in kennis dat op grond van artikel 20 toegang tot de door hen verstrekte informatie kan worden verleend.

    3.   Onverminderd de artikelen 8 en 15 kan de Commissie binnen een bepaalde termijn eisen dat informatieverstrekkers die uit hoofde van Verordening (EU) 2022/2560 documenten of andere informatie verstrekken:

    a)

    aangeven welke documenten, delen van documenten of andere informatie volgens hen bedrijfsgeheimen of andere vertrouwelijke informatie bevatten;

    b)

    aangeven ten aanzien van welke personen deze documenten of andere informatie als vertrouwelijk worden beschouwd;

    c)

    hun beweringen inzake bedrijfsgeheimen en andere vertrouwelijke informatie voor elk document of deel van een document of andere informatie staven;

    d)

    de Commissie een niet-vertrouwelijke versie van de documenten, delen van documenten of andere informatie verstrekken waarin de bedrijfsgeheimen en andere vertrouwelijke informatie op duidelijke en begrijpelijke wijze zijn weggelaten;

    e)

    een beknopte, niet-vertrouwelijke en duidelijke beschrijving van elk stuk weggelaten informatie verstrekken.

    4.   De Commissie eist van een onderzochte onderneming dat zij binnen een bepaalde termijn aangeeft welke delen van een samenvatting uit hoofde van artikel 40 van Verordening (EU) 2022/2560 of van een besluit ingevolge de artikelen 11, 25 en 31 van Verordening (EU) 2022/2560 volgens haar bedrijfsgeheimen of andere vertrouwelijke informatie bevatten alvorens de samenvatting of het besluit wordt bekendgemaakt. Wanneer informatie als bedrijfsgeheimen of andere vertrouwelijke informatie wordt aangemerkt, geeft de onderzochte onderneming de redenen daarvoor op binnen de door de Commissie gestelde termijn.

    5.   Wanneer een informatieverstrekker of onderzochte onderneming niet aangeeft welke informatie hij/zij overeenkomstig de leden 3 en 4 vertrouwelijk acht, kan de Commissie ervan uitgaan dat de betrokken informatie geen vertrouwelijke informatie bevat.

    6.   Indien de Commissie van oordeel is dat bepaalde informatie waarvan door een informatieverstrekker of de onderzochte onderneming wordt beweerd dat zij vertrouwelijk is, openbaar mag worden gemaakt, hetzij omdat deze informatie geen bedrijfsgeheimen of andere vertrouwelijke informatie bevat, hetzij omdat er een hoger belang is bij de openbaarmaking, stelt de Commissie de informatieverstrekker of de onderzochte onderneming ervan in kennis dat zij voornemens is die informatie openbaar te maken. Indien de informatieverstrekker of onderzochte onderneming binnen vijf werkdagen nadat hij/zij in kennis is gesteld van het voornemen van de Commissie bezwaar maakt, kan de Commissie een besluit vaststellen waarin de datum wordt gespecificeerd waarna de informatie openbaar zal worden gemaakt of, in het geval van lid 4, in de samenvatting of het besluit zal worden bekendgemaakt. Dit mag niet eerder geschieden dan vijf werkdagen na de datum van kennisgeving van het besluit van de Commissie. Het besluit wordt ter kennis gebracht van de betrokken natuurlijke persoon of rechtspersoon.

    7.   Dit artikel belet de Commissie niet om voor zover nodig informatie te gebruiken en openbaar te maken waaruit blijkt dat er sprake is van een verstorende buitenlandse subsidie.

    HOOFDSTUK VII

    TOEGANG TOT HET DOSSIER

    Artikel 20

    Toegang tot het dossier van de Commissie en gebruik van documenten

    1.   Nadat de Commissie de onderzochte onderneming in kennis heeft gesteld van de gronden waarop de Commissie voornemens is een besluit vast te stellen, kan de onderzochte onderneming krachtens artikel 42, lid 4, van Verordening (EU) 2022/2560 om toegang tot het dossier van de Commissie verzoeken.

    2.   Het recht op toegang tot het dossier van de Commissie geldt niet voor:

    a)

    interne documenten van de Commissie;

    b)

    interne documenten van de autoriteiten van lidstaten of van derde landen, met inbegrip van mededingingsautoriteiten en aanbestedende diensten of aanbestedende instanties;

    c)

    correspondentie tussen de Commissie en de autoriteiten van lidstaten of van derde landen, met inbegrip van mededingingsautoriteiten en aanbestedende diensten of aanbestedende instanties;

    d)

    correspondentie tussen de autoriteiten van lidstaten onderling en tussen lidstaten en derde landen.

    3.   Bij het verlenen van toegang tot het dossier verstrekt de Commissie de onderzochte onderneming een niet-vertrouwelijke versie van alle documenten die worden genoemd in de gronden waarop de Commissie voornemens is een besluit vast te stellen.

    4.   Onverminderd de leden 2 en 5 verleent de Commissie ook toegang tot alle documenten in haar dossier, zonder weglatingen om redenen van vertrouwelijkheid, onder voorwaarden voor openbaarmaking die zij in een besluit vaststelt. De voorwaarden voor openbaarmaking worden vastgesteld overeenkomstig het volgende:

    a)

    toegang tot de in dit lid bedoelde documenten wordt slechts verleend aan een beperkt aantal gespecificeerde externe juridische en economische adviseurs en externe technische deskundigen, die door de onderzochte onderneming zijn aangesteld en van wie de namen vooraf aan de Commissie zijn meegedeeld;

    b)

    de gespecificeerde externe juridische en economische adviseurs en externe technische deskundigen moeten ondernemingen of werknemers van ondernemingen zijn of zich in een situatie bevinden die vergelijkbaar is met die van werknemers van ondernemingen. Zij zijn allemaal gebonden aan de voorwaarden voor openbaarmaking;

    c)

    personen op de lijst van gespecificeerde externe juridische en economische adviseurs en externe technische deskundigen hebben op de datum van het besluit van de Commissie inzake de voorwaarden van openbaarmaking geen dienstbetrekking of leidinggevende functie bij de onderzochte onderneming en bevinden zich op die datum ook niet in een situatie die vergelijkbaar is met die van een werknemer of leidinggevende van de onderzochte onderneming. Indien gespecificeerde externe juridische of economische adviseurs of externe technische deskundigen vervolgens tijdens het onderzoek of in de drie jaar na afloop van het onderzoek van de Commissie een dergelijke relatie met de onderzochte onderneming aangaan, stellen de gespecificeerde externe juridische of economische adviseurs of externe technische deskundigen en de onderzochte onderneming de Commissie onverwijld in kennis van de voorwaarden van die relatie. De gespecificeerde externe juridische of economische adviseurs of externe technische deskundigen moeten de Commissie ook de garantie bieden dat zij geen toegang meer hebben tot informatie of documenten in het dossier waartoe zij krachtens dit lid toegang hebben verkregen en die door de Commissie niet ter beschikking van de onderzochte onderneming zijn gesteld. Zij bieden de Commissie ook de garantie dat zij zullen blijven voldoen aan de in de punten d) en e) van dit lid bedoelde vereisten;

    d)

    gespecificeerde externe juridische en economische adviseurs en externe technische deskundigen geven de verstrekte documenten of de inhoud ervan niet door aan natuurlijke of rechtspersonen die niet gebonden zijn door de voorwaarden voor openbaarmaking;

    e)

    gespecificeerde externe juridische en economische adviseurs en externe technische deskundigen gebruiken geen van de verstrekte documenten of de inhoud ervan voor andere doeleinden dan de in lid 10 genoemde doeleinden.

    5.   In de voorwaarden voor openbaarmaking specificeert de Commissie de technische middelen voor de openbaarmaking alsook de duur ervan. De documenten kunnen aan de gespecificeerde juridische en economische adviseurs en technische deskundigen worden bekendgemaakt langs elektronische weg of (voor sommige of alle documenten) alleen in de gebouwen van de Commissie. In uitzonderlijke omstandigheden kan de Commissie besluiten om geen toegang te verlenen tot bepaalde documenten overeenkomstig de voorwaarden voor openbaarmaking als bedoeld in lid 4, of om toegang te verlenen tot documenten waaruit bepaalde gegevens zijn weggelaten, indien zij vaststelt dat de schade die de informatieverstrekker waarschijnlijk zou ondervinden van openbaarmaking onder de voorwaarden voor openbaarmaking, per saldo zwaarder weegt dan het belang van openbaarmaking met het oog op de uitoefening van het recht van verweer. Onverminderd lid 2 zal de Commissie een vergelijkbare beoordeling van het belang van openbaarmaking uitvoeren wanneer zij beoordeelt of zij correspondentie tussen de Commissie en overheidsinstanties van de lidstaten of van derde landen en andere soorten gevoelige documenten die door overheidsinstanties van de lidstaten of van derde landen zijn verstrekt, geheel of gedeeltelijk openbaar moet maken. Alvorens dergelijke correspondentie of documenten openbaar te maken, raadpleegt de Commissie de instanties van de lidstaat of het derde land.

    6.   De in lid 4, punt a), bedoelde gespecificeerde externe juridische en economische adviseurs en externe technische deskundigen kunnen, binnen een week nadat zij toegang tot het dossier hebben verkregen onder de voorwaarden voor openbaarmaking, bij de Commissie een met redenen omkleed verzoek indienen om toegang te krijgen tot een niet-vertrouwelijke versie van een document in het dossier van de Commissie dat nog niet op grond van lid 3 aan de onderzochte onderneming is verstrekt, teneinde dat document ter beschikking te stellen van de onderzochte onderneming. Zij kunnen ook een met redenen omkleed verzoek indienen om de voorwaarden voor openbaarmaking uit te breiden tot andere externe juridische en economische adviseurs of externe technische deskundigen. Dergelijke aanvullende toegang tot een niet-vertrouwelijke versie van documenten of uitbreiding tot andere personen kan slechts bij wijze van uitzondering worden toegestaan, mits wordt aangetoond dat deze essentieel is voor een goede uitoefening van het recht van verweer van de onderzochte onderneming.

    7.   Voor de toepassing van lid 5 of lid 6 kan de Commissie de informatieverstrekker die de desbetreffende documenten heeft ingediend, verzoeken krachtens artikel 19, lid 3, een niet-vertrouwelijke versie van de documenten te verstrekken.

    8.   Indien de Commissie van oordeel is dat een van de verzoeken uit hoofde van lid 6 gegrond is teneinde te waarborgen dat de onderzochte onderneming haar recht van verweer doeltreffend kan uitoefenen, stelt zij een niet-vertrouwelijke versie van het document ter beschikking van de onderzochte onderneming of stelt zij een besluit vast waarbij de voorwaarden voor openbaarmaking van de betrokken documenten worden uitgebreid.

    9.   De Commissie kan op elk moment tijdens de procedure in plaats van — of in combinatie met — de methode voor het verlenen van toegang tot het dossier ingevolge lid 4 toegang verlenen tot sommige of alle documenten waarin op grond van artikel 19, lid 3, informatie is weggelaten, teneinde onevenredige vertraging of administratieve lasten te voorkomen.

    10.   De door toegang tot het dossier verkregen informatie mag alleen worden gebruikt voor de doeleinden van de relevante procedures voor de toepassing van Verordening (EU) 2022/2560.

    HOOFDSTUK VIII

    TERMIJNEN

    Artikel 21

    Termijnen

    1.   De in Verordening (EU) 2022/2560 of de onderhavige verordening voorziene of door de Commissie vastgestelde termijnen worden berekend overeenkomstig Verordening (EEG, Euratom) nr. 1182/71 van de Raad (4) en de specifieke regels van lid 2 van dit artikel en artikel 22. In geval van tegenstrijdigheid hebben de bepalingen van de onderhavige verordening voorrang.

    2.   De termijnen gaan in op de werkdag die volgt op de gebeurtenis waarnaar de desbetreffende bepaling van Verordening (EU) 2022/2560 of deze verordening verwijst.

    Artikel 22

    Verstrijken van termijnen

    1.   Een in werkdagen uitgedrukte termijn loopt af op het einde van de laatste werkdag van die termijn.

    2.   Een door de Commissie door middel van een kalenderdag vastgestelde termijn loopt af op het einde van die dag.

    Artikel 23

    Opschorting van termijnen in concentraties

    1.   De Commissie kan de in artikel 24, lid 1, punten a) en b), van Verordening (EU) 2022/2560 bedoelde termijnen krachtens artikel 24, lid 5, van Verordening (EU) 2022/2560 opschorten, of om een van de volgende redenen:

    a)

    de informatie die de Commissie uit hoofde van artikel 13, lid 2, van Verordening (EU) 2022/2560 aan de aanmeldende partijen of andere betrokken personen heeft gevraagd, is niet of niet volledig binnen de door de Commissie gestelde termijn verstrekt;

    b)

    de informatie die de Commissie uit hoofde van artikel 13, lid 3, van Verordening (EU) 2022/2560 aan andere ondernemingen of ondernemingsverenigingen heeft gevraagd, is niet of niet volledig binnen de door de Commissie gestelde termijn verstrekt door omstandigheden die aan een van de aanmeldende partijen of andere betrokken personen kunnen worden toegerekend;

    c)

    een van de aanmeldende partijen of andere betrokken personen heeft geweigerd zich aan een door de Commissie op basis van artikel 14, lid 1, te verrichten en bij besluit ingevolge artikel 14, lid 3, van Verordening (EU) 2022/2560 gelaste inspectie te onderwerpen of overeenkomstig artikel 14, lid 2, van Verordening (EU) 2022/2560 aan die inspectie mee te werken;

    d)

    de aanmeldende partijen hebben verzuimd de Commissie in kennis te stellen van relevante informatie, met inbegrip van veranderingen in de feiten als bedoeld in artikel 6, lid 3.

    2.   Wanneer de Commissie krachtens lid 1 een in artikel 24, lid 1, punten a) en b), van Verordening (EU) 2022/2560 bedoelde termijn opschort, wordt de termijn opgeschort in de gevallen als bedoeld in:

    a)

    lid 1, punten a) en b), voor de periode tussen het verstrijken van de in het informatieverzoek gestelde termijn en de ontvangst van de gevraagde volledige en correcte informatie of het tijdstip waarop de Commissie de aanmeldende partijen of andere betrokken personen ervan in kennis stelt dat de gevraagde informatie in het licht van de resultaten van haar lopende toetsing of de marktontwikkelingen niet langer noodzakelijk is;

    b)

    lid 1, punt c), voor de periode tussen de vergeefse poging om de inspectie uit te voeren en de daadwerkelijke voltooiing van de bij besluit gelaste inspectie of het tijdstip waarop de Commissie de aanmeldende partijen of andere betrokken personen ervan in kennis stelt dat de gelaste inspectie in het licht van de resultaten van haar lopende onderzoek of de marktontwikkelingen niet langer noodzakelijk is;

    c)

    lid 1, punt d), voor de periode tussen het tijdstip waarop de Commissie in kennis had moeten worden gesteld van relevantie informatie, met inbegrip van veranderingen in de feiten, en de ontvangst van de gevraagde volledige en correcte informatie of het tijdstip waarop de Commissie de aanmeldende partijen ervan in kennis stelt dat de informatie in het licht van de resultaten van haar lopende onderzoek of de marktontwikkelingen niet langer noodzakelijk is.

    3.   De opschorting van de termijn gaat in op de werkdag volgende op die waarop de gebeurtenis die tot de opschorting leidde, zich heeft voorgedaan. Zij verstrijkt op het einde van de dag waarop de reden voor de opschorting is weggevallen. Wanneer die dag geen werkdag is, verstrijkt de opschorting van de termijn op het einde van de volgende werkdag.

    4.   De Commissie verwerkt binnen een redelijke termijn alle gegevens die zij in het kader van haar onderzoek heeft ontvangen en op grond waarvan zij kan oordelen dat de gevraagde informatie of een gelaste inspectie in de zin van lid 2, punten a), b) en c), niet langer noodzakelijk is.

    Artikel 24

    Opschorting van termijnen tijdens voorlopige toetsingen in het kader van aanbestedingsprocedures

    Wanneer de Commissie de termijn voor de voorlopige toetsing uit hoofde van artikel 30, lid 6, van Verordening (EU) 2022/2560 opschort, gaat die opschorting in op de werkdag na het verstrijken van de termijn van twintig werkdagen. Zij verstrijkt op het einde van de dag waarop de volledige, bijgewerkte aanmelding bij de Commissie is ingediend. Wanneer die dag geen werkdag is, verstrijkt de opschorting van de termijn op het einde van de volgende werkdag.

    HOOFDSTUK IX

    TOEZENDING EN ONDERTEKENING VAN DOCUMENTEN

    Artikel 25

    Toezending en ondertekening van documenten in concentraties

    1.   De toezending van documenten aan en door de Commissie op grond van Verordening (EU) 2022/2560 en deze verordening gebeurt digitaal, behalve wanneer de Commissie bij wijze van uitzondering het gebruik van de in de leden 6 en 7 genoemde middelen toestaat.

    2.   Wanneer een handtekening vereist is, worden de documenten die digitaal bij de Commissie worden ingediend, ondertekend met ten minste één gekwalificeerde elektronische handtekening (QES) die voldoet aan de vereisten van Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad (5).

    3.   Technische specificaties betreffende de wijze van toezending en ondertekening kunnen worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en beschikbaar worden gesteld op de website van het directoraat-generaal Concurrentie van de Commissie.

    4.   Met uitzondering van het in bijlage I opgenomen formulier worden alle documenten die op een werkdag digitaal aan de Commissie worden toegezonden, geacht te zijn ontvangen op de dag van verzending, op voorwaarde dat er een ontvangstbevestiging op het tijdstempel zichtbaar is ter bevestiging dat ze die dag zijn ontvangen. Het in bijlage I opgenomen formulier dat op een werkdag digitaal aan de Commissie wordt toegezonden, wordt geacht te zijn ontvangen op de dag van verzending, op voorwaarde dat er een ontvangstbevestiging op het tijdstempel zichtbaar is ter bevestiging dat het die dag vóór of tijdens de op de website van DG Concurrentie aangegeven openingstijden is ontvangen. Het in bijlage I opgenomen formulier dat digitaal aan de Commissie wordt toegezonden op een werkdag na de op de website van DG Concurrentie aangegeven openingstijden, wordt geacht te zijn ontvangen op de volgende werkdag. Alle documenten die niet op een werkdag elektronisch aan de Commissie worden toegezonden, worden geacht te zijn ontvangen op de volgende werkdag.

    5.   Elektronisch aan de Commissie toegezonden documenten worden geacht niet te zijn ontvangen indien de documenten of delen daarvan:

    a)

    onbruikbaar (beschadigd) zijn;

    b)

    virussen, malware of andere bedreigingen bevatten;

    c)

    elektronische handtekeningen bevatten waarvan de geldigheid niet door de Commissie kan worden geverifieerd.

    Indien er sprake is van een van de in de punt a), b) of c) bedoelde omstandigheden, stelt de Commissie de afzender daarvan onverwijld in kennis.

    6.   Documenten die per aangetekende post aan de Commissie worden toegezonden, worden geacht te zijn ontvangen op de dag van aankomst op het adres dat vermeld staat op de website van het directoraat-generaal Concurrentie van de Commissie.

    7.   Documenten die persoonlijk bij de Commissie worden afgegeven, worden geacht te zijn ontvangen op de dag van aankomst op het adres dat is bekendgemaakt op de website van het directoraat-generaal Concurrentie van de Commissie, mits dit door de Commissie in een ontvangstbevestiging wordt bevestigd.

    Artikel 26

    Toezending en ondertekening van documenten in het kader van aanbestedingsprocedures (aanmeldingen en ambtshalve)

    1.   De toezending van documenten in het kader van aanbestedingsprocedures aan en door de Commissie op grond van Verordening (EU) 2022/2560 en deze verordening gebeurt digitaal, behalve wanneer de Commissie bij wijze van uitzondering het gebruik van de in de leden 5 en 6 genoemde middelen toestaat.

    2.   In procedures inzake buitenlandse subsidies in het kader van aanbestedingsprocedures is het gebruik van een gekwalificeerde elektronische handtekening (QES) die voldoet aan de vereisten van Verordening (EU) nr. 910/2014 niet verplicht. De aanmelding of verklaring wordt ondertekend door alle aanmeldende partijen met een aanmeldingsplicht in het kader van aanmeldingen in openbare aanbestedingen.

    3.   Technische specificaties betreffende de wijze van toezending en ondertekening kunnen worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en beschikbaar worden gesteld op de website van het directoraat-generaal Interne Markt, Industrie, Ondernemerschap en Midden- en Kleinbedrijf van de Commissie.

    4.   Bij de ondertekening van de documenten en de toezending ervan aan de Commissie in het kader van aanbestedingsprocedures is artikel 25, leden 4 en 5, van overeenkomstige toepassing.

    5.   Documenten die per aangetekende post aan de Commissie worden toegezonden, worden geacht te zijn ontvangen op de dag van aankomst op het adres dat vermeld staat op de website van het directoraat-generaal Interne Markt, Industrie, Ondernemerschap en Midden- en Kleinbedrijf van de Commissie.

    6.   Documenten die persoonlijk bij de Commissie worden afgegeven, worden geacht te zijn ontvangen op de dag van aankomst op het adres dat is bekendgemaakt op de website van het directoraat-generaal Interne Markt, Industrie, Ondernemerschap en Midden- en Kleinbedrijf van de Commissie, mits dit door de Commissie in een ontvangstbevestiging wordt bevestigd.

    HOOFDSTUK X

    SLOTBEPALINGEN

    Artikel 27

    Inwerkingtreding

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 10 juli 2023.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Ursula VON DER LEYEN


    (1)  PB L 330 van 23.12.2022, blz. 1.

    (2)  Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van Richtlijn 2004/18/EG (PB L 94 van 28.3.2014, blz. 65).

    (3)  Richtlijn 2014/25/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten en houdende intrekking van Richtlijn 2004/17/EG (PB L 94 van 28.3.2014, blz. 243).

    (4)  Verordening (EEG, Euratom) nr. 1182/71 van de Raad van 3 juni 1971 houdende vaststelling van de regels die van toepassing zijn op termijnen, data en aanvangs- en vervaltijden (PB L 124 van 8.6.1971, blz. 1).

    (5)  Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 73).


    BIJLAGE I

    Formulier FS-CO voor het aanmelden van een concentratie overeenkomstig Verordening (EU) 2022/2560

    Inhoud

    1.

    Doel van het formulier FS-CO 18

    2.

    In het formulier FS-CO gevraagde soorten informatie 18

    3.

    Informatie die niet redelijkerwijs beschikbaar is 19

    4.

    Informatie die niet nodig is voor het onderzoek van de zaak door de Commissie 19

    5.

    Aan de aanmelding voorafgaande contacten en verzoeken om ontheffing 20

    6.

    De aanmelding moet juist en volledig zijn 20

    7.

    Hoe de aanmelding te verrichten? 21

    8.

    Vertrouwelijkheid en persoonsgegevens 21

    9.

    Definities en instructies voor het invullen van dit formulier FS-CO 22

    RUBRIEK 1:

    Beschrijving van de concentratie 22

    RUBRIEK 2:

    Informatie over de partijen 22

    RUBRIEK 3:

    Details betreffende de concentratie, eigendom en zeggenschap 23

    RUBRIEK 4:

    Aanmeldingsdrempels 24

    RUBRIEK 5:

    Buitenlandse financiële bijdragen 25

    RUBRIEK 6:

    Effect op de interne markt van de buitenlandse financiële bijdragen bij de concentratie 27

    RUBRIEK 7:

    Mogelijke positieve effecten 28

    RUBRIEK 8:

    Ondersteunende documenten 28

    RUBRIEK 9:

    Attest 29

    INLEIDING

    1.   Doel van het formulier FS-CO

    1)

    In dit formulier FS-CO wordt aangegeven welke informatie de aanmeldende partij(en) moet(en) verstrekken bij het aanmelden van een voorgenomen concentratie bij de Commissie in het kader van het stelsel van toezicht op buitenlandse subsidies van de Unie. Het stelsel van toezicht op buitenlandse subsidies van de Unie is vastgelegd in Verordening (EU) 2022/2560 van het Europees Parlement en de Raad (1) en in Uitvoeringsverordening (EU) 2023/1441 van de Commissie houdende de nadere regeling voor procedures van de Commissie overeenkomstig Verordening (EU) 2022/2560 van het Europees Parlement en de Raad betreffende buitenlandse subsidies die de interne markt verstoren (“de uitvoeringsverordening”) (2), waaraan dit formulier FS-CO is gehecht.

    2.   In het formulier FS-CO gevraagde soorten informatie

    2)

    In het formulier FS-CO wordt de volgende informatie gevraagd:

    a)

    basisinformatie die in principe noodzakelijk is voor de beoordeling van alle concentraties (rubrieken 1-4);

    b)

    informatie over buitenlandse financiële bijdragen die de partijen op grond van artikel 20, lid 3, punt b), van Verordening (EU) 2022/2560 hebben ontvangen (rubriek 5). Met name wordt op grond van rubriek 5 van het formulier FS-CO om gedetailleerde informatie verzocht over elk van de buitenlandse financiële bijdragen van 1 miljoen EUR of meer die in de drie jaar voorafgaand aan de sluiting van de overeenkomst, de aankondiging van het openbare overnamebod of de verwerving van een zeggenschapsbelang aan de partijen bij de concentratie zijn toegekend en mogelijk onder een van de categorieën van artikel 5, lid 1, punten a) tot en met d), van Verordening (EU) 2022/2560 vallen. Wat andere buitenlandse financiële bijdragen betreft, moet op het formulier FS-CO volgens de instructies in tabel 1 een overzicht worden gegeven van de verschillende soorten financiële bijdragen van 1 miljoen EUR of meer die in de drie jaar voorafgaand aan de sluiting van de overeenkomst, de aankondiging van het openbare overnamebod of de verwerving van een zeggenschapsbelang aan de aanmeldende partij(en) zijn toegekend. De Commissie kan per geval verzoeken om meer gedetailleerde informatie over soorten financiële bijdragen die zijn opgenomen in de antwoorden op de vragen in rubriek 5 en tabel 1, of over andere buitenlandse financiële bijdragen die de partij(en) bij de concentratie heeft (hebben) ontvangen. In ieder geval moeten alle buitenlandse financiële bijdragen die in de drie jaar voorafgaand aan de sluiting van de overeenkomst, de aankondiging van het openbare overnamebod of de verwerving van een zeggenschapsbelang aan de partijen zijn toegekend, in aanmerking worden genomen om te bepalen of aan de aanmeldingsdrempel van artikel 20, lid 3, punt b), van Verordening (EU) 2022/2560 is voldaan, ongeacht of er in rubriek 5 informatie over wordt gevraagd;

    c)

    informatie die nodig is om te beoordelen of de buitenlandse financiële bijdragen bij de concentratie de interne markt kunnen verstoren in de zin van artikel 4 of 5 van Verordening (EU) 2022/2560 (zowel met betrekking tot het overnameproces als met betrekking tot de activiteiten die de partijen bij de concentratie zullen verrichten) (rubriek 6);

    d)

    informatie over mogelijke positieve effecten van de buitenlandse subsidies (rubriek 7);

    e)

    ondersteunende documenten (rubriek 8).

    3)

    De in de rubrieken 1 tot en met 6 en rubriek 8 gevraagde informatie moet in principe worden verstrekt om een aanmelding als volledig te kunnen beschouwen. Het is daarentegen aan de aanmeldende partij(en) om te beslissen de in rubriek 7 gevraagde informatie al dan niet te verstrekken, dus informatie over de mogelijke positieve effecten van de buitenlandse subsidies op de ontwikkeling van de betrokken gesubsidieerde economische activiteit in de interne markt en over andere positieve effecten in verband met de relevante beleidsdoelstellingen.

    4)

    De in het formulier FS-CO gevraagde informatie doet geen afbreuk aan de mogelijkheid voor de Commissie om in een informatieverzoek om nadere informatie te verzoeken.

    3.   Informatie die niet redelijkerwijs beschikbaar is

    5)

    Wanneer specifieke informatie die in het formulier FS-CO wordt gevraagd, niet redelijkerwijs geheel of gedeeltelijk beschikbaar is voor de aanmeldende partij(en), kan (kunnen) de aanmeldende partij(en) de Commissie verzoeken haar (hen) te ontheffen van de verplichting de desbetreffende informatie te verstrekken of van andere vereisten in het formulier FS-CO met betrekking tot die informatie. Het verzoek moet worden ingediend volgens de in de overwegingen 9, 10 en 11 van deze inleiding opgenomen instructies.

    4.   Informatie die niet nodig is voor het onderzoek van de zaak door de Commissie

    6)

    Krachtens artikel 4, lid 4, van de uitvoeringsverordening kan de Commissie ontheffing verlenen van de verplichting om in de aanmelding bepaalde informatie, met inbegrip van documenten, te verstrekken. Zij kan ook ontheffing verlenen voor andere vereisten in het formulier FS-CO met betrekking tot die informatie indien zij van oordeel is dat de naleving van die verplichtingen of vereisten niet nodig is voor het onderzoek van de zaak.

    7)

    De aanmeldende partij(en) kan (kunnen) de Commissie verzoeken haar (hen) te ontheffen van de verplichting de desbetreffende informatie te verstrekken of van andere vereisten in het formulier FS-CO met betrekking tot die informatie. Dit verzoek moet worden ingediend volgens de in de overwegingen 9, 10 en 11 van deze inleiding opgenomen instructies voor verzoeken om ontheffing.

    5.   Aan de aanmelding voorafgaande contacten en verzoeken om ontheffing

    8)

    De aanmeldende partij(en) wordt (worden) aangemoedigd om ruim voor de aanmelding aan de aanmelding voorafgaande besprekingen te voeren, bij voorkeur op basis van een ontwerpaanmelding. De mogelijkheid van aan de aanmelding voorafgaande contacten is een dienstverlening die de Commissie de aanmeldende partij(en) op vrijwillige basis aanbiedt, ter voorbereiding van de voorlopige toetsing van een buitenlandse subsidie in het kader van een concentratie. Als zodanig kunnen aan de aanmelding voorafgaande contacten, hoewel niet verplicht, toch uiterst nuttig zijn voor zowel de aanmeldende partij(en) als de Commissie, onder meer omdat dan precies kan worden bepaald welke informatie in een aanmelding moet worden overgelegd, met name met betrekking tot de in rubriek 5 en tabel 1 te verstrekken informatie, en om ervoor te zorgen dat de aanmelding volledig is. Bovendien leiden aan de aanmelding voorafgaande contacten er mogelijk toe dat er minder informatie hoeft te worden overgelegd.

    9)

    In de loop van de aan de aanmelding voorafgaande contacten kan (kunnen) de aanmeldende partij(en) verzoeken om ontheffing van de verplichting om bepaalde in dit formulier gevraagde informatie te verstrekken. De Commissie zal verzoeken om ontheffing in aanmerking nemen voor zover aan een van de volgende voorwaarden is voldaan:

    a)

    de aanmeldende partij(en) motiveert (motiveren) afdoende waarom de desbetreffende informatie niet redelijkerwijs beschikbaar is. In voorkomend geval en voor zover mogelijk moet(en) de aanmeldende partij(en) hun beste raming met betrekking tot de ontbrekende gegevens geven, met vermelding van de bron van die raming, of aangeven waar de Commissie de gevraagde niet-beschikbare informatie zou kunnen krijgen;

    b)

    de aanmeldende partij(en) motiveert (motiveren) afdoende waarom de desbetreffende informatie niet nodig is voor het onderzoek van de zaak.

    10)

    Verzoeken om ontheffing moeten voorafgaand aan de aanmelding schriftelijk worden opgenomen in de ontwerpaanmelding zelf (aan het begin van de desbetreffende (sub)rubriek). De Commissie zal verzoeken om ontheffing voorafgaand aan de aanmelding behandelen in het kader van het onderzoek van de ontwerpaanmelding.

    11)

    Het feit dat de Commissie misschien heeft geaccepteerd dat bepaalde in dit formulier FS-CO gevraagde informatie kan worden weggelaten uit een aanmelding, belet haar geenszins om deze informatie op een ander tijdstip in de procedure te vragen, met name via een informatieverzoek krachtens artikel 13 van Verordening (EU) 2022/2560.

    6.   De aanmelding moet juist en volledig zijn

    12)

    Zoals toegelicht in de overwegingen 2, 3 en 4 van deze inleiding, moet de in de rubrieken 1 tot en met 6 en in rubriek 8 gevraagde informatie in principe in alle zaken worden verstrekt om een aanmelding als volledig te kunnen beschouwen. Alle vereiste informatie moet worden verstrekt in de passende rubrieken en moet correct en volledig zijn.

    13)

    Meer bepaald moet het volgende worden opgemerkt:

    a)

    de in artikel 24, lid 1, punten a) en b), van Verordening (EU) 2022/2560 vastgestelde termijn van 25 werkdagen vangt aan op de eerste werkdag na de ontvangst van de volledige aanmelding. Dit moet ervoor zorgen dat de Commissie de aangemelde concentratie binnen de strikte termijnen van Verordening (EU) 2022/2560 kan beoordelen;

    b)

    de aanmeldende partij(en) moet(en) bij het opstellen van de aanmelding zorgvuldig nagaan of de contactpersonen en contactgegevens, en vooral de e-mailadressen, die aan de Commissie worden doorgegeven, accuraat, relevant en actueel zijn;

    c)

    de gevraagde contactgegevens moeten worden verstrekt in het formaat dat het directoraat-generaal Concurrentie (“DG Concurrentie”) van de Commissie op zijn website voorschrijft. Om het onderzoek naar behoren te kunnen voeren, is het van het grootste belang dat deze contactgegevens accuraat zijn. Daarom moeten de verstrekte e-mailadressen gepersonaliseerd zijn en aan specifieke contactpersonen zijn toegewezen; algemene bedrijfsmailboxen (bv. info@, hello@) moeten dus worden vermeden. De Commissie kan de aanmelding onvolledig verklaren als contactgegevens ongeschikt blijken te zijn;

    d)

    ondersteunende documenten als bedoeld in rubriek 8 moeten worden verstrekt samen met een overzichtstabel in het formaat dat DG Concurrentie op zijn website voorschrijft;

    e)

    als er in of samen met de aanmelding onjuiste of misleidende informatie is verstrekt, wordt de aanmelding overeenkomstig artikel 6, lid 4, van de uitvoeringsverordening als onvolledig beschouwd voor het vaststellen van de datum van de aanmelding;

    f)

    aan de onderneming die opzettelijk of uit onachtzaamheid onjuiste of misleidende informatie verstrekt, kunnen uit hoofde van artikel 26, lid 2, van Verordening (EU) 2022/2560 geldboeten tot 1 % van haar totale omzet worden opgelegd. Bovendien kan de Commissie op grond van artikel 18, lid 1, punt b), van Verordening (EU) 2022/2560 haar besluit inzake een concentratie intrekken indien het was gebaseerd op onvolledige, onjuiste of misleidende informatie.

    7.   Hoe de aanmelding te verrichten?

    14)

    De aanmelding wordt in een van de officiële talen van de Unie ingediend. De namen van de aanmeldende partijen worden ook in hun oorspronkelijke taal ingediend. Bij het verstrekken van de in dit formulier FS-CO gevraagde informatie moeten de rubrieken en subrubrieken worden aangehouden. Voorts moeten in voorkomend geval ondersteunende documenten worden bijgevoegd. De ingediende aanmelding moet een ondertekend attest als bedoeld in rubriek 9 bevatten. Wanneer informatie die in twee verschillende rubrieken is verstrekt gedeeltelijk (of volledig) overeenkomt, mogen kruisverwijzingen worden gebruikt.

    15)

    De aanmelding moet zijn ondertekend door personen die rechtens gemachtigd zijn om te handelen namens elk van de aanmeldende partijen, of door een of meer daartoe gemachtigde vertegenwoordigers van de aanmeldende partij(en). De desbetreffende volmacht(en) (of schriftelijk bewijs dat zij gemachtigd zijn om te handelen) moet(en) bij de aanmelding worden gevoegd. Technische specificaties en instructies betreffende aanmeldingen (inclusief handtekeningen) zijn te vinden op de website van DG Concurrentie.

    16)

    Bij het invullen van de rubrieken 5, 6 en 7 van dit formulier FS-CO moet(en) de aanmeldende partij(en) bezien of het duidelijker is om die rubrieken in numerieke volgorde te presenteren, dan wel om deze te groeperen voor elke afzonderlijke buitenlandse financiële bijdrage (of groep van buitenlandse financiële bijdragen).

    17)

    Soms is het ook duidelijker om bepaalde informatie in de bijlagen op te nemen. In ieder geval moet alle essentiële informatie in de aanmelding zelf worden opgenomen. Eventuele ingediende bijlagen mogen alleen worden gebruikt om de in de aanmelding zelf verstrekte informatie aan te vullen, en in de aanmelding zelf moet duidelijk worden aangegeven waar in een bijlage aanvullende informatie wordt verstrekt.

    18)

    Ondersteunende documenten moeten in de oorspronkelijke taal worden ingediend; wanneer dit geen officiële taal van de Unie is, moet een vertaling in de taal van de procedure worden bijgevoegd (artikel 4, lid 3, van de uitvoeringsverordening).

    8.   Vertrouwelijkheid en persoonsgegevens

    19)

    Overeenkomstig artikel 339 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (“VWEU”) en artikel 43, lid 2, van Verordening (EU) 2022/2560 mogen de Commissie, haar ambtenaren en overige personeelsleden de informatie die onder de geheimhoudingsplicht valt en die zij bij de toepassing van Verordening (EU) 2022/2560 hebben verkregen, niet openbaar maken. Ditzelfde beginsel moet ook worden toegepast ter bescherming van de vertrouwelijkheid tussen de aanmeldende partijen.

    20)

    Indien de aanmeldende partij(en) van mening is (zijn) dat haar (hun) belangen worden geschaad, mocht van haar (hen) verlangde informatie openbaar worden gemaakt of mochten andere partijen daarin anderszins inzage krijgen, dan moet(en) zij deze informatie afzonderlijk indienen en op elke bladzijde goed zichtbaar de vermelding “Vertrouwelijk” aanbrengen. De aanmeldende partij(en) moet(en) ook de redenen opgeven waarom geen inzage mag worden verleend in deze informatie of deze niet openbaar mag worden gemaakt.

    21)

    In het geval van een fusie of verwerving van gezamenlijke zeggenschap (of in andere gevallen waarin meer dan één partij de aanmelding verricht), mogen documenten die bedrijfsgeheimen bevatten, afzonderlijk worden ingediend. U moet daar dan in de aanmelding naar verwijzen als naar een bijlage. Om de aanmelding als volledig te kunnen beschouwen, moeten al deze bijlagen in de aanmelding worden opgenomen.

    22)

    Persoonsgegevens die in of bij een aanmelding worden verstrekt, zullen worden verwerkt overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (3).

    9.   Definities en instructies voor het invullen van dit formulier FS-CO

    23)

    Voor de toepassing van deze bijlage wordt verstaan onder:

    a)

    “aanmeldende partij(en)”: overeenkomstig artikel 21, lid 3, van Verordening (EU) 2022/2560, in het geval van een fusie alle partijen bij de fusie of in het geval van een verwerving van zeggenschap alle ondernemingen of personen die uitsluitende of gezamenlijke zeggenschap verwerven over één of meer ondernemingen of een gedeelte daarvan;

    b)

    “doelonderneming(en)”: alle ondernemingen of delen van een onderneming waarin een zeggenschapsbelang wordt verworven, met inbegrip van een gemeenschappelijke onderneming, of waarop een openbaar overnamebod wordt uitgebracht. Deze term omvat niet de verkoper(s);

    c)

    “partij(en) bij de concentratie”: de aanmeldende partij(en) als omschreven in punt a) en de doelonderneming als omschreven in punt b).

    24)

    Tenzij anders bepaald:

    a)

    omvatten de termen “aanmeldende partij(en)” i) alle ondernemingen die, al dan niet rechtstreeks, onder uitsluitende of gezamenlijke zeggenschap staan van de “aanmeldende partij(en)” overeenkomstig artikel 20, leden 5 en 6, van Verordening (EU) 2022/2560; ii) alle ondernemingen of personen die, al dan niet rechtstreeks, uitsluitende of gezamenlijke zeggenschap hebben over de “aanmeldende partij(en)”, en iii) de ondernemingen die onder zeggenschap staan van de in punt ii) bedoelde ondernemingen;

    b)

    omvat de term “doelonderneming(en)” alle ondernemingen die, al dan niet rechtstreeks, onder uitsluitende of gezamenlijke zeggenschap staan van de doelonderneming(en) overeenkomstig artikel 20, leden 5 en 6, van Verordening (EU) 2022/2560. Omgekeerd omvat deze term niet de ondernemingen en personen die geen uitsluitende of gezamenlijke zeggenschap over de “doelonderneming(en)” meer hebben — al dan niet rechtstreeks — zodra de concentratie tot stand is gebracht (bv. de verkopers in het geval van een verwerving van zeggenschap).

    25)

    Eventuele gevraagde financiële gegevens moeten in euro luiden, tegen de gemiddelde wisselkoers in de betrokken jaren of andere perioden.

    RUBRIEK 1

    Beschrijving van de concentratie

    1.1.

    Geef een samenvatting van de concentratie, met vermelding van de partijen bij de concentratie, het overnameproces (bv. of de aanmeldende partij(en) is (zijn) geselecteerd na een mededingingsprocedure), de aard van de concentratie (bv. fusie, verwerving van gezamenlijke of uitsluitende zeggenschap of oprichting van een gemeenschappelijke onderneming), de strategische en economische motieven voor de concentratie en de activiteiten van de partijen bij de concentratie.

    RUBRIEK 2

    Informatie over de partijen

    2.1.

    Informatie over de partijen bij de concentratie

    Geef voor elk van de partijen bij de concentratie het volgende aan:

    2.1.1.

    de naam van de onderneming (de naam van de onderneming wordt ook in de oorspronkelijke taal ingediend);

    2.1.2.

    rol in de concentratie (fuserende partij/overnemende partij/doelonderneming/nieuw opgerichte gemeenschappelijke onderneming);

    2.1.3.

    naam, adres, telefoonnummer, e-mailadres en functie van een geschikt contactpersoon. Het opgegeven adres moet een adres zijn waar documenten en met name besluiten van de Commissie en andere procedurestukken kunnen worden betekend. Ook moet de opgegeven contactpersoon geacht worden gemachtigd te zijn om te betekenen stukken in ontvangst te nemen;

    2.1.4.

    indien een of meer gemachtigde externe vertegenwoordigers van de onderneming worden aangesteld, de vertegenwoordiger(s) aan wie documenten en met name besluiten van de Commissie en andere procedurestukken kunnen worden betekend:

    2.1.4.1.

    naam, adres, telefoonnummer, e-mailadres en functie van iedere vertegenwoordiger, en

    2.1.4.2.

    het schriftelijke bewijs dat iedere vertegenwoordiger gemachtigd is te handelen voor de partij bij de concentratie in kwestie (op basis van het model van volmacht dat op de website van DG Concurrentie te vinden is).

    2.2.

    Aard van de activiteiten van elk van de partijen.

    Beschrijf voor elke partij bij de concentratie de aard van de activiteiten van de onderneming.

    RUBRIEK 3

    Details betreffende de concentratie, eigendom en zeggenschap

    De in deze rubriek te verstrekken informatie kan worden toegelicht met organisatieschema’s of met diagrammen die een beeld geven van de eigendoms- en zeggenschapsstructuur van de partijen bij de concentratie vóór en na de totstandbrenging van de concentratie.

    3.1.

    Beschrijf de aard van de aangemelde concentratie door aan de hand van de desbetreffende criteria van Verordening (EU) 2022/2560 de volgende vragen te beantwoorden:

    3.1.1.

    Wie zijn de ondernemingen of personen die, al dan niet rechtstreeks, uiteindelijk uitsluitende of gezamenlijke zeggenschap hebben over de aanmeldende partij(en)? Beschrijf ook de eigendoms- en zeggenschapsstructuur van de partijen bij de concentratie vóór de totstandbrenging van de concentratie.

    3.1.2.

    Om welk soort concentratievoornemen gaat het?

    i)

    een fusie in de zin van artikel 20, lid 1, punt a), van Verordening (EU) 2022/2560;

    ii)

    een verwerving van uitsluitende of gezamenlijke zeggenschap in de zin van artikel 20, lid 1, punt b), van Verordening (EU) 2022/2560, of

    iii)

    de oprichting van een gemeenschappelijke onderneming in de zin van artikel 20, lid 2, van Verordening (EU) 2022/2560.

    3.1.3.

    Hoe zal de concentratie tot stand worden gebracht (bv. door het sluiten van een overeenkomst, het uitbrengen van een openbaar overnamebod enz.)?

    3.1.4.

    Leg aan de hand van artikel 21 van Verordening (EU) 2022/2560 uit welke van de volgende handelingen op het tijdstip van aanmelding heeft plaatsgevonden:

    i)

    er is een overeenkomst gesloten;

    ii)

    er is een zeggenschapsbelang verworven;

    iii)

    er is een openbaar overnamebod of het voornemen daartoe aangekondigd, of

    iv)

    de aanmeldende partij(en) en de verkopers (naargelang het geval) hebben aangetoond te goeder trouw voornemens te zijn een overeenkomst te sluiten.

    3.1.5.

    Op welke datum zullen, naar wordt verwacht, de belangrijke gebeurtenissen plaatsvinden die ertoe strekken de concentratie tot stand te brengen?

    3.1.6.

    Hoe zal de eigendoms- en zeggenschapsstructuur van de doelonderneming of de uit de concentratie ontstane onderneming eruitzien?

    3.2.

    Beschrijf de economische motieven voor de concentratie.

    3.3.

    Vermeld de waarde van de transactie (de aankoopprijs of de waarde van alle betrokken activa, naargelang het geval). Wordt deze uitbetaald in aandelen, contanten of andere activa? Vermeld ook de ondernemingswaarde van de doelonderneming en leg uit op welke manier deze ondernemingswaarde is berekend (4).

    3.4.

    Vermeld alle financieringsbronnen (schulden, aandelen, contanten, activa enz.) die worden gebruikt om de transactie te financieren.

    3.5.

    Indien de overname geheel of gedeeltelijk met schulden wordt gefinancierd:

    3.5.1.

    vermeld voor elk schuldinstrument de kredietverstrekker;

    3.5.2.

    vermeld alle aan elk schuldinstrument verbonden garanties en zekerheden.

    3.6.

    Indien de overname geheel of gedeeltelijk met aandelen wordt gefinancierd:

    3.6.1.

    vermeld de identiteit van de ondernemingen die op de aandelen inschrijven/de aandelen kopen;

    3.6.2.

    vermeld eventuele voorwaarden die aan aandelenfinanciering zijn verbonden.

    3.7.

    Geef aan of er in de voorbije drie jaar sprake was van verwervingen van zeggenschap door de aanmeldende partij(en) die bij de Europese Commissie zijn aangemeld krachtens Verordening (EU) 2022/2560 of Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (5) betreffende de controle op concentraties tussen ondernemingen.

    3.8.

    Verstrek een lijst van verwervingen van zeggenschap gedurende de voorbije drie jaar door de aanmeldende partij(en) die in het kader van regels inzake concentratiecontrole bij een nationale mededingingsautoriteit in de Unie zijn aangemeld.

    RUBRIEK 4

    Aanmeldingsdrempels

    4.1.

    Vermeld de omzet in de Unie in het afgelopen boekjaar (6) voor elk van de in artikel 20, lid 3, punt a), van Verordening (EU) 2022/2560 genoemde ondernemingen, voor zover van toepassing (7):

    4.1.1.

    in het geval van een fusie: voor elk van de fuserende ondernemingen;

    4.1.2.

    in het geval van een verwerving van zeggenschap: de doelonderneming, met inbegrip van de gemeenschappelijke onderneming in geval van verwerving van gezamenlijke zeggenschap.

    Omzetgegevens moeten worden verschaft door gebruik te maken van de tabelsjabloon die op de website van DG Concurrentie te vinden is.

    Deze omzetgegevens moeten worden berekend overeenkomstig artikel 22, lid 1, van Verordening (EU) 2022/2560. Vindt de concentratie plaats via de verwerving van delen van één of meer ondernemingen, ongeacht of die delen al dan niet een eigen rechtspersoonlijkheid bezitten, dan wordt overeenkomstig artikel 22, lid 2, van Verordening (EU) 2022/2560 bij het bepalen van de omzet van de verkoper alleen rekening gehouden met de omzet van de delen die het voorwerp van de concentratie zijn.

    4.2.

    Hebben de in artikel 20, lid 3, punt b), van Verordening (EU) 2022/2560 genoemde ondernemingen in totaal meer dan 50 miljoen EUR aan financiële bijdragen uit derde landen ontvangen in de drie jaar voorafgaand aan de sluiting van de overeenkomst (8), de aankondiging van het openbare overnamebod of de verwerving van een zeggenschapsbelang?

    ja

    neen

    RUBRIEK 5

    Buitenlandse financiële bijdragen

    5.1.

    Geef aan of aan de afzonderlijke aanmeldende partijen of de doelonderneming in de drie jaar voorafgaand aan de sluiting van de overeenkomst, de aankondiging van het openbare overnamebod of de verwerving van een zeggenschapsbelang buitenlandse financiële bijdragen van 1 miljoen EUR of meer zijn toegekend die mogelijk onder een van de categorieën van artikel 5, lid 1, punten a) tot en met d), van Verordening (EU) 2022/2560 vallen.

    5.1.1.

    Geef aan of op enig moment in de drie jaar voorafgaand aan de sluiting van de overeenkomst, de aankondiging van het openbare overnamebod of de verwerving van een zeggenschapsbelang aan een van de volgende voorwaarden is voldaan om te kunnen bepalen of er een buitenlandse financiële bijdrage is toegekend aan een onderneming die noodlijdend was in de zin van artikel 5, lid 1, punt a), van Verordening (EU) 2022/2560:

    5.1.1.1.

    Is de onderneming een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid waar meer dan de helft van het geplaatste aandelenkapitaal is verdwenen door de opgebouwde verliezen?

    Aanmeldende partij(en)

    ja

    neen

    Doelonderneming

    ja

    neen

    5.1.1.2.

    Is de onderneming een vennootschap waarin ten minste sommige vennoten onbeperkt aansprakelijk zijn voor de schulden van de onderneming en waar meer dan de helft van het kapitaal van de onderneming, zoals dat in de boeken van de onderneming is vermeld, door de opgebouwde verliezen is verdwenen?

    Aanmeldende partij(en)

    ja

    neen

    Doelonderneming

    ja

    neen

    5.1.1.3.

    Loopt tegen de onderneming een collectieve insolventieprocedure of voldoet zij volgens het nationale recht aan de criteria om, op verzoek van haar schuldeisers, aan een collectieve insolventieprocedure te worden onderworpen?

    Aanmeldende partij(en)

    ja

    neen

    Doelonderneming

    ja

    neen

    5.1.1.4.

    Indien de onderneming in kwestie geen kleine of middelgrote onderneming is (9):

    5.1.1.4.1.

    Bedroeg de verhouding tussen het vreemd en het eigen vermogen van de onderneming tijdens de voorbije twee jaar meer dan 7,5?

    en

    5.1.1.4.2.

    Lag de op basis van de ebitda (10) van de onderneming bepaalde rentedekkingsgraad de voorbije twee jaar lager dan 1,0?

    Aanmeldende partij(en)

    ja

    neen

    Doelonderneming

    ja

    neen

    5.1.1.5.

    Indien het antwoord op een van de vragen in de subrubrieken 5.1.1.1 tot en met 5.1.1.4 met betrekking tot een van de partijen bij de concentratie “ja” was, geef dan aan of de onderneming in kwestie in de periode waarin zij noodlijdend was buitenlandse financiële bijdragen heeft ontvangen die mogelijk hebben bijgedragen tot het herstel van haar levensvatbaarheid op lange termijn (inclusief tijdelijke liquiditeitsbijstand die bedoeld is om dat herstel van de levensvatbaarheid te ondersteunen) of tot het overeind houden van die partij gedurende de korte tijd die nodig is om een herstructurerings- of liquidatieplan op te stellen.

    Aanmeldende partij(en)

    ja

    neen

    Doelonderneming

    ja

    neen

    5.1.1.6.

    Indien het antwoord op een van de vragen in de subrubrieken 5.1.1.1 tot en met 5.1.1.4 met betrekking tot een van de partijen bij de concentratie “ja” was, geef dan aan of er een herstructureringsplan is dat geschikt is om te zorgen voor de levensvatbaarheid van die partij op lange termijn en of dit herstructureringsplan een aanzienlijke eigen bijdrage van de aanmeldende partij, de doelonderneming of een andere partij bij de concentratie omvat, en geef details over dat plan.

    5.1.1.7.

    Indien het antwoord op een van de vragen in de subrubrieken 5.1.1.1 tot en met 5.1.1.4 “ja” was, onderbouw dat dan. Verwijs in het antwoord ook naar de ondersteunende documenten die als bijlagen moeten worden verstrekt (bv. de meest recente winst-en-verliesrekeningen met balansen van de aanmeldende partij of doelonderneming, besluiten van de rechter om een collectieve insolventieprocedure tegen de onderneming in te stellen, of documenten die aantonen dat is voldaan aan de criteria om de onderneming, op verzoek van haar schuldeisers, aan een insolventieprocedure te onderwerpen enz.).

    5.1.2.

    Een buitenlandse financiële bijdrage in de vorm van een onbeperkte garantie voor de schulden of verplichtingen van de onderneming, te weten zonder enige beperking van het bedrag of de duur van de garantie (artikel 5, lid 1, punt b)).

    Aanmeldende partij(en)

    ja

    neen

    Doelonderneming

    ja

    neen

    5.1.3.

    Een exportkrediet dat niet conform de OESO-regeling inzake door de overheid gesteunde exportkredieten is (artikel 5, lid 1, punt c)).

    Aanmeldende partij(en)

    ja

    neen

    Doelonderneming

    ja

    neen

    5.1.4.

    Een buitenlandse financiële bijdrage die rechtstreeks een concentratie vergemakkelijkt (artikel 5, lid 1, punt d)).

    Aanmeldende partij(en)

    ja

    neen

    Doelonderneming

    ja

    neen

    5.2.

    Geef voor elke buitenlandse financiële bijdrage van 1 miljoen EUR of meer die in de drie jaar voorafgaand aan de sluiting van de overeenkomst, de aankondiging van het openbare overnamebod of de verwerving van een zeggenschapsbelang aan de afzonderlijke partijen bij de concentratie is toegekend en mogelijk onder een van de categorieën van artikel 5, lid 1, punten a) tot en met d), van Verordening (EU) 2022/2560 valt, de volgende informatie, en verstrek ondersteunende documenten:

    5.2.1.

    soort financiële bijdrage (bv. lening, belastingvrijstelling, kapitaalinjectie, fiscale stimulans, bijdrage in natura enz.);

    5.2.2.

    derde land dat de financiële bijdrage toekent. Specificeer ook de steunverlenende overheidsinstantie of -entiteit;

    5.2.3.

    bedrag van elke financiële bijdrage;

    5.2.4.

    doel van en economische motieven voor de toekenning van de financiële bijdrage aan de partij;

    5.2.5.

    of er voorwaarden zijn verbonden aan de financiële bijdragen en het gebruik ervan.

    5.2.6.

    Beschrijf de belangrijkste elementen en kenmerken van die financiële bijdragen (bv. rentevoeten en looptijd in het geval van een lening).

    5.2.7.

    Geef aan of de financiële bijdrage een voordeel in de zin van artikel 3 van Verordening (EU) 2022/2560 verleent aan de onderneming waaraan de buitenlandse financiële bijdrage is toegekend of aan een andere partij bij de concentratie (11). Leg uit waarom, en verwijs daarbij naar de ondersteunende documenten die in rubriek 8 zijn verstrekt.

    5.2.8.

    Geef aan of de financiële bijdrage rechtens of feitelijk beperkt is, in de zin van artikel 3 van Verordening (EU) 2022/2560, tot bepaalde ondernemingen of bedrijfstakken (12). Leg uit waarom, en verwijs daarbij naar de ondersteunende documenten die in rubriek 8 zijn verstrekt.

    5.3.

    Geef volgens het sjabloon en de instructies in tabel 1 een overzicht van de buitenlandse financiële bijdragen van 1 miljoen EUR of meer die in de drie jaar voorafgaand aan de sluiting van de overeenkomst, de aankondiging van het openbare overnamebod of de verwerving van een zeggenschapsbelang aan de aanmeldende partij(en) zijn toegekend en niet onder een van de categorieën van artikel 5, lid 1, punten a) tot en met e), van Verordening (EU) 2022/2560 vallen.

    RUBRIEK 6

    Effect op de interne markt van de buitenlandse financiële bijdragen bij de concentratie

    6.1.

    Vindt de concentratie plaats in het kader van een gestructureerde inschrijvingsprocedure? Zo ja:

    6.1.1.

    geef een gedetailleerde beschrijving van de inschrijvingsprocedure;

    6.1.2.

    geef een beschrijving van het profiel van elk van de andere bij u bekende kandidaten (gaat het bv. om private-equityondernemingen of industriële ondernemingen?).

    6.2.

    Licht de verschillende bedrijfsonderdelen of -activiteiten van de doelonderneming toe door te specificeren welke categorieën producten en/of diensten in elk van hen worden aangeboden en aan welke klanten ze worden aangeboden. Leg uit of de aanmeldende partij(en) actief is (zijn) in dezelfde of aanverwante bedrijfsactiviteiten of -onderdelen en beschrijf deze.

    6.3.

    Vermeld voor elk van de in rubriek 6.2 beschreven bedrijfsonderdelen of -activiteiten voor de doelonderneming en aanmeldende partij(en):

    6.3.1.

    de omzet op mondiaal en Unieniveau voor dat bedrijfsonderdeel of die bedrijfsactiviteit;

    6.3.2.

    het percentage van de in de Unie behaalde omzet in verhouding tot de totale omzet van de onderneming voor dat bedrijfsonderdeel of die bedrijfsactiviteit.

    6.4.

    Licht voor elk van de financiële bijdragen waarvoor krachtens rubriek 5.2 hierboven aanvullende informatie is verstrekt, toe of en op welke manier de financiële bijdrage de concurrentiepositie in de interne markt van de partijen bij de concentratie kan verbeteren. Verwijs bij het beantwoorden van deze rubriek naar de aard, het bedrag en het gebruik of doel van de financiële bijdrage.

    6.5.

    Geef aan of de concentratie heeft geleid tot aanmeldingen van concentratiecontroles in de Unie (op Unie- of nationaal niveau) en zo ja, wat de status van elk van deze procedures is op het tijdstip van deze aanmelding.

    6.6.

    Geef aan of de concentratie heeft geleid tot andere verplichte aanvragen in de Unie (bv. aanvragen tot screening van buitenlandse directe investeringen op nationaal niveau) en zo ja, wat de status van deze procedures is op het tijdstip van de aanmelding.

    Contactgegevens

    6.7.

    Vermeld de contactgegevens van de vijf grootste concurrenten van de doelonderneming die in de Unie actief zijn.

    6.8.

    Indien de concentratie heeft geleid tot aanvragen voor concentratiecontrole in de Unie (op Unie- of nationaal niveau), vermeld dan alle contactgegevens van de concurrenten die in het kader van deze aanvraag (aanvragen) voor concentratiecontrole zijn verstrekt.

    RUBRIEK 7

    Mogelijke positieve effecten

    7.1.

    Vermeld, in voorkomend geval, de mogelijke positieve effecten op de ontwikkeling van de betrokken gesubsidieerde economische activiteit in de interne markt en onderbouw deze. Vermeld en onderbouw ook eventuele andere positieve effecten van de buitenlandse subsidie, zoals bredere positieve effecten in verband met de relevante beleidsdoelstellingen, met name die van de Unie, en geef aan wanneer en waar die effecten zich hebben voorgedaan of naar verwachting zullen voordoen. Geef een beschrijving van elk van deze positieve effecten.

    RUBRIEK 8

    Ondersteunende documenten

    Verstrek voor elke partij bij de concentratie:

    8.1.

    kopieën van alle ondersteunende documenten betreffende de financiële bijdragen die op grond van rubriek 5.1 mogelijk onder een van de categorieën van artikel 5, lid 1, punten a) tot en met d), van Verordening (EU) 2022/2560 vallen;

    8.2.

    kopieën van de volgende documenten die zijn opgesteld door of ten behoeve van of zijn ontvangen door een of meer leden van de raad van bestuur, de raad van commissarissen of de raad van toezicht:

    a)

    analyses, rapporten, studies, onderzoeken, presentaties en andere gelijksoortige documenten waarin wordt ingegaan op het doel en het gebruik van en de economische motieven voor de buitenlandse financiële bijdragen die mogelijk onder een van de categorieën van artikel 5, lid 1, punten a) tot en met d), van Verordening (EU) 2022/2560 vallen. Verstrek ook kopieën van dergelijke documenten die zijn opgesteld door of ten behoeve van of zijn ontvangen door de entiteit die de buitenlandse financiële bijdrage toekent, voor zover deze in uw bezit of openbaar zijn;

    b)

    analyses, rapporten, studies, onderzoeken, presentaties en andere gelijksoortige documenten die zijn opgesteld met het oog op een beoordeling of analyse van de concentratie op het punt van de motieven voor de concentratie (onder meer documenten waarin de transactie wordt besproken met betrekking tot mogelijke alternatieve overnames);

    c)

    indien externe adviseurs de aanmeldende partij hebben bijgestaan bij een due diligence die met betrekking tot de doelonderneming is uitgevoerd met het oog op de concentratie, verstrek dan samenvattingen, conclusies of rapporten die door die adviseurs zijn opgesteld als onderdeel van deze due diligence, alsmede eventuele documenten waarin de waarde van de transactie wordt beoordeeld of besproken;

    8.3.

    een vermelding van het internetadres waar eventueel de meest recente jaarrekeningen of -verslagen van de partijen bij de concentratie te vinden zijn of, indien een dergelijk internetadres niet beschikbaar is, kopieën van de meest recente jaarrekeningen en -verslagen van de partijen bij de concentratie.

    RUBRIEK 9

    Attest

    De aanmelding moet worden besloten met onderstaand attest, die door of namens alle aanmeldende partijen moet worden ondertekend:

    De aanmeldende partij(en) bevestigt (bevestigen) dat naar hun beste weten en geweten de in deze aanmelding verstrekte inlichtingen met de werkelijkheid overeenstemmen en juist en volledig zijn, dat met de werkelijkheid overeenstemmende en volledige exemplaren van de in het formulier FS-CO verlangde documenten zijn overgelegd, dat alle ramingen als zodanig zijn aangegeven en haar (hun) beste ramingen van de betrokken feiten zijn, en dat alle geuite meningen oprecht zijn.

    Zij is (zijn) op de hoogte van artikel 26 van Verordening (EU) 2022/2560 inzake geldboeten en dwangsommen.”.

    Datum:

    [ondertekenaar 1]

    Naam:

    Organisatie:

    Functie:

    Adres:

    Telefoonnummer:

    E-mail:

    [“e-handtekening”/handtekening]

    [ondertekenaar 2 (indien van toepassing)]

    Naam:

    Organisatie:

    Functie:

    Adres:

    Telefoonnummer:

    E-mail:

    [“e-handtekening”/handtekening]

    Tabel 1

    Instructies voor het verstrekken van informatie over buitenlandse financiële bijdragen die niet onder een van de categorieën van artikel 5, lid 1, punten a) tot en met e), vallen (rubriek 5.3)

    1.

    Geef volgens het sjabloon en de instructies hieronder een overzicht van de buitenlandse financiële bijdragen van 1 miljoen EUR of meer per derde land die in de drie jaar voorafgaand aan de sluiting van de overeenkomst, de aankondiging van het openbare overnamebod of de verwerving van een zeggenschapsbelang aan de aanmeldende partij(en) zijn toegekend en niet onder een van de categorieën van artikel 5, lid 1, punten a) tot en met e), van Verordening (EU) 2022/2560 vallen.

    A.   Informatie die in de tabel moet worden opgenomen

    2.

    Groepeer de verschillende financiële bijdragen per derde land en per soort, bv. rechtstreekse subsidie, lening/financieringsinstrument/terugbetaalbaar voorschot, belastingvoordeel, garantie, risicokapitaalinstrument, kapitaalmaatregel, schuldkwijtschelding, bijdragen voor de niet-economische activiteiten van een onderneming (zie overweging 16 van Verordening (EU) 2022/2560).

    3.

    Vermeld alleen de landen waarvan het geraamde totaalbedrag van alle in de drie jaar voorafgaand aan de sluiting van de overeenkomst, de aankondiging van het openbare overnamebod of de verwerving van een zeggenschapsbelang toegekende financiële bijdragen (berekend volgens punt 5) 45 miljoen EUR of meer bedraagt.

    4.

    Geef voor elk soort financiële bijdrage een korte beschrijving van het doel van de financiële bijdragen en van de steunverlenende entiteiten.

    5.

    Kwantificeer het geraamde totaalbedrag van de financiële bijdragen per derde land die in de drie jaar voorafgaand aan de sluiting van de overeenkomst, de aankondiging van het openbare overnamebod of de verwerving van een zeggenschapsbelang zijn toegekend aan de hand van tranches, zoals aangegeven in de opmerkingen bij onderstaande tabel. Voor de berekening van dit bedrag zijn de volgende overwegingen relevant:

    a)

    buitenlandse financiële bijdragen die onder de categorieën van artikel 5, lid 1, van Verordening (EU) 2022/2560 vallen en waarover informatie is verstrekt in de rubrieken 5.1 en 5.2, moeten in aanmerking worden genomen;

    b)

    buitenlandse financiële bijdragen die volgens de punten 6 en 7 hieronder zijn uitgesloten, dienen niet in aanmerking te worden genomen.

    B.   Uitzonderingen

    6.

    U hoeft in de tabel geen informatie op te nemen over de volgende buitenlandse financiële bijdragen:

    a)

    uitstel van betaling van belastingen of socialezekerheidsbijdragen, fiscale amnestie en belastingvrijstelling, alsmede normale afschrijvings- en verliescompensatieregels die algemeen van toepassing zijn. Indien deze maatregelen beperkt zijn tot — bijvoorbeeld — bepaalde sectoren, regio’s of (soorten) ondernemingen, moeten zij wel worden opgenomen;

    b)

    toepassing van belastingverminderingen ter voorkoming van dubbele belasting overeenkomstig bilaterale of multilaterale overeenkomsten ter voorkoming van dubbele belasting, alsook unilaterale belastingverminderingen ter voorkoming van dubbele belasting die op grond van de nationale belastingwetgeving worden toegepast, voor zover zij dezelfde logica en voorwaarden volgen als bilaterale of multilaterale overeenkomsten;

    c)

    levering/aankoop van goederen/diensten (met uitzondering van financiële diensten) tegen marktvoorwaarden in het kader van de normale bedrijfsvoering, bv. de levering/aankoop van goederen of diensten na een concurrerende, transparante en niet-discriminerende aanbestedingsprocedure;

    d)

    buitenlandse financiële bijdragen van minder dan 1 miljoen EUR.

    7.

    In het geval van verwervingen van zeggenschap of de oprichting van gemeenschappelijke ondernemingen door een beleggingsfonds of door een juridische entiteit die onder zeggenschap staat van een beleggingsfonds, hoeft u buitenlandse financiële bijdragen die worden toegekend aan andere beleggingsfondsen die door dezelfde beleggingsmaatschappij worden beheerd, maar — in termen van het recht op winstdeling — een meerderheid van andere beleggers hebben (of aan portefeuillemaatschappijen die onder zeggenschap van deze andere fondsen staan) niet op te nemen, mits u kunt aantonen dat cumulatief aan de volgende voorwaarden is voldaan:

    a)

    het fonds dat zeggenschap heeft over de overnemende entiteit is onderworpen aan Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad (13) inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen of aan gelijkwaardige wetgeving van een derde land op het gebied van prudentiële, organisatorische en gedragsregels, met inbegrip van vereisten ter bescherming van beleggers, en

    b)

    er is geen of slechts beperkt sprake van economische en commerciële transacties tussen het fonds dat zeggenschap heeft over de overnemende entiteit en andere beleggingsfondsen (en de ondernemingen die onder zeggenschap staan van deze fondsen) die door dezelfde beleggingsmaatschappij worden beheerd. In dit verband moet u de Commissie bewijsstukken verstrekken van dergelijke economische en commerciële transacties die eventueel hebben plaatsgevonden in de drie jaar voorafgaand aan de sluiting van de overeenkomst, de aankondiging van het openbare overnamebod of de verwerving van een zeggenschapsbelang. Bij economische en commerciële transacties kan het o.a. gaan om de verkoop van activa (met inbegrip van bedrijfsaandelen), leningen, kredietlijnen of garanties.

    Partij X

    Derde land

    Soort financiële bijdrage (*1)

    Korte beschrijving van het doel van de financiële bijdrage en de steunverlenende entiteit  (*2)

    Land A

    Soort 1

     

    Soort 2

     

    Soort 3

     

    Soort 4

     

     

    Geraamde totale financiële bijdragen van A: […] EUR (*3)

    Land B

    Soort 1

     

    Soort 2

     

    Soort 3

     

    Soort 4

     

     

    Geraamde totale financiële bijdragen van B: […] EUR (*3)

    Land C

     

     

     

     

     

     

     

    Opmerking:

    U moet een afzonderlijke tabel indienen voor elk van de aanmeldende partijen. De derde landen en zo mogelijk de soorten bijdragen moeten worden gerangschikt op basis van het totale bedrag van de buitenlandse financiële bijdrage, van hoog naar laag.

    C.   Meer informatie

    8.

    De buitenlandse financiële bijdragen die mogelijk relevant zijn voor de beoordeling van elke concentratie kunnen afhankelijk zijn van een aantal factoren, zoals de betrokken sectoren of activiteiten, het soort financiële bijdragen of andere specifieke kenmerken van de zaak. In het licht van deze specifieke kenmerken kan de Commissie om aanvullende informatie verzoeken wanneer zij die noodzakelijk acht voor haar beoordeling.

    (1)  PB L 330 van 23.12.2022, blz. 1.

    (2)  PB L 177 van 12.7.2023, blz. 1.

    (3)  Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39). Zie ook een privacyverklaring voor mededingingsonderzoeken op https://ec.europa.eu/competition-policy/index/privacy-policy-competition-investigations_en

    (4)  Voor de toepassing van dit formulier FS-CO beschrijft de ondernemingswaarde de totale waarde van een onderneming; bij de berekening ervan moet de marktkapitalisatie van de doelonderneming in aanmerking worden genomen, maar ook de kort- en langlopende schulden en eventuele contanten of equivalenten op de balans van de doelonderneming.

    (5)  Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (de “EG-concentratieverordening”) (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1).

    (6)  Zie voor de berekening van de omzet artikel 22 van Verordening (EU) 2022/2560.

    (7)  Volgens artikel 20, lid 3, punt a), van Verordening (EU) 2022/2560 is het noodzakelijk dat ten minste één van de bij de concentratie betrokken ondernemingen, de verworven onderneming of de gemeenschappelijke onderneming “in de Unie is gevestigd”. “In de Unie gevestigd” moet worden opgevat overeenkomstig de jurisprudentie van het Hof van Justitie en omvat de oprichting van een dochteronderneming in de Unie, alsmede een vaste inrichting in de Unie (zie arresten in de zaken C-230/14, Weltimmo, punten 29 en 30, C-39/13, C-40/13 en C-41/13, SCA Group Holding e.a., punten 24 tot en met 27, en C-196/87, Steymann, punt 16).

    (8)  Een buitenlandse financiële bijdrage moet worden beschouwd als toegekend vanaf het ogenblik dat de begunstigde het recht verkrijgt om de buitenlandse financiële bijdrage te ontvangen. De daadwerkelijke uitbetaling van de buitenlandse financiële bijdrage is geen noodzakelijke voorwaarde om een buitenlandse financiële bijdrage binnen het toepassingsgebied van Verordening (EU) 2022/2560 te laten vallen.

    (9)  Kleine en middelgrote ondernemingen of kmo’s worden gedefinieerd in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB L 187 van 26.6.2014, blz. 1).

    (10)  Resultaat vóór rente, belastingen, afschrijvingen en amortisatie.

    (11)  Een financiële bijdrage moet worden geacht een onderneming een voordeel te verlenen indien die onder normale marktvoorwaarden niet had kunnen worden verkregen. Zie overweging 13 van Verordening (EU) 2022/2560 voor meer details over de wijze waarop het bestaan van een voordeel moet worden beoordeeld.

    (12)  Het voordeel moet worden verleend aan een of meer ondernemingen of bedrijfstakken. De specificiteit van de buitenlandse subsidie kan rechtens of feitelijk worden vastgesteld.

    (13)  Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010 (PB L 174 van 1.7.2011, blz. 1).

    (*1)  Deel de financiële bijdragen in naar soort: bv. rechtstreekse subsidie, lening/financieringsinstrument/terugbetaalbaar voorschot, belastingvoordeel, garantie, risicokapitaalinstrument, kapitaalmaatregel, schuldkwijtschelding, bijdragen voor de niet-economische activiteiten van een onderneming (zie overweging 16 van Verordening (EU) 2022/2560).

    (*2)  Algemene beschrijving van het doel van de financiële bijdragen in elk soort en van de steunverlenende entiteit(en). Bv. “belastingvrijstelling voor de productie van product A en O&O-activiteiten”, “diverse leningen bij staatsbanken voor doel X”, “diverse financieringsmaatregelen met investeringsagentschappen van de overheid ter dekking van exploitatiekosten/voor O&O-activiteiten”, “kapitaalinjectie door de overheid in onderneming X”.

    (*3)  Gebruik de volgende tranches: “45-100 miljoen EUR”, “> 100-500 miljoen EUR”, “> 500-1 000 miljoen EUR”, “meer dan 1 000 miljoen EUR”.


    BIJLAGE II

    Formulier FS-PP voor het aanmelden van financiële bijdragen in het kader van aanbestedingsprocedures overeenkomstig Verordening (EU) 2022/2560

    Inhoud

    1.

    Doel van het formulier FS-PP 32

    2.

    Definities en instructies voor het invullen van dit formulier FS-PP 32

    3.

    In het formulier FS-PP gevraagde soorten informatie 33

    4.

    Informatie die niet redelijkerwijs beschikbaar is 34

    5.

    Informatie die niet nodig is voor het onderzoek van de zaak door de Commissie 34

    6.

    Aan de aanmelding voorafgaande contacten en verzoeken om ontheffing 34

    7.

    De aanmelding of verklaring moet juist en volledig zijn 35

    8.

    Hoe de aanmelding te verrichten? 36

    9.

    Vertrouwelijkheid en persoonsgegevens 36

    RUBRIEK 1:

    Beschrijving van de openbare aanbesteding 37

    RUBRIEK 2:

    Informatie over de aanmeldende partij(en) 37

    RUBRIEK 3:

    Buitenlandse financiële bijdragen 38

    RUBRIEK 4:

    Staven van afwezigheid van onrechtmatig voordeel 40

    RUBRIEK 5:

    Mogelijke positieve effecten 41

    RUBRIEK 6:

    Ondersteunende documenten 41

    RUBRIEK 7:

    Verklaring 41

    RUBRIEK 8:

    Attest 42

    INLEIDING

    1.   Doel van het formulier FS-PP

    1)

    In dit formulier FS-PP wordt aangegeven welke informatie de aanmeldende partij(en) moet(en) verstrekken wanneer zij bij de Commissie een aanmelding of verklaring indient (indienen) van buitenlandse financiële bijdragen in het kader van een aanbestedingsprocedure die onder het stelsel van toezicht op buitenlandse subsidies van de Unie vallen. Het stelsel van toezicht op buitenlandse subsidies van de Unie is vastgelegd in Verordening (EU) 2022/2560 van het Europees Parlement en de Raad (1) en in Uitvoeringsverordening (EU) 2023/1441 van de Commissie (2) houdende de nadere regeling voor procedures van de Commissie overeenkomstig Verordening (EU) 2022/2560 van het Europees Parlement en de Raad betreffende buitenlandse subsidies die de interne markt verstoren (“de uitvoeringsverordening”), waaraan dit formulier FS-PP is gehecht.

    2.   Definities en instructies voor het invullen van dit formulier FS-PP

    2)

    Voor de toepassing van deze bijlage wordt verstaan onder:

    a)

    “aanmeldende partij(en)”: overeenkomstig artikel 29, lid 5, van Verordening (EU) 2022/2560 alle ondernemers, combinaties van ondernemers, hoofdonderaannemers en hoofdleveranciers die overeenkomstig artikel 29, lid 1, van Verordening (EU) 2022/2560 onder de aanmeldingsplicht vallen;

    b)

    “hoofdaannemer” in de zin van de Richtlijnen 2014/24/EU (3) en 2014/25/EU (4) van het Europees Parlement en de Raad of “hoofdconcessiehouder” in de zin van Richtlijn 2014/23/EU van het Europees Parlement en de Raad (5): de ondernemer die namens alle aanmeldende partijen de indiening van de aanmelding of verklaring voor zijn rekening neemt.

    3)

    Tenzij anders bepaald, vallen onder de termen “aanmeldende partij(en)” alle dochterondernemingen zonder commerciële autonomie en alle participatieondernemingen van de ondernemer in de zin van artikel 28, lid 1, punt b), van Verordening (EU) 2022/2560.

    4)

    Eventuele gevraagde financiële gegevens moeten in euro luiden, tegen de gemiddelde wisselkoers in de betrokken jaren of andere perioden.

    3.   In het formulier FS-PP gevraagde soorten informatie

    5)

    Wanneer ten minste één van de aanmeldende partijen overeenkomstig artikel 28, leden 1 en 2, en artikel 29, lid 1, van Verordening (EU) 2022/2560 een aan te melden buitenlandse financiële bijdrage heeft ontvangen, dient (dienen) de aanmeldende partij(en) — uitsluitend — een aanmelding in. De aanmelding wordt op één formulier ingediend, op basis van onderstaande elementen.

    6)

    Wanneer echter geen van de aanmeldende partijen overeenkomstig artikel 28, leden 1 en 2, en artikel 29, lid 1, van Verordening (EU) 2022/2560 een aan te melden buitenlandse financiële bijdrage heeft ontvangen, dient (dienen) de aanmeldende partij(en) — uitsluitend — een verklaring in. De verklaring wordt op één formulier ingediend, op basis van onderstaande elementen.

    7)

    De Commissie kan per geval verzoeken om meer gedetailleerde informatie over soorten financiële bijdragen die zijn opgenomen in de antwoorden op de vragen in rubriek 3 en tabel 1, of over andere buitenlandse financiële bijdragen die de aanmeldende partij(en) heeft (hebben) ontvangen. In ieder geval moeten alle buitenlandse financiële bijdragen die in de drie jaar voorafgaand aan de aanmelding aan de aanmeldende partij(en) zijn toegekend, in aanmerking worden genomen om te bepalen of aan de aanmeldingsdrempel van artikel 28, lid 1, punt b), van Verordening (EU) 2022/2560 is voldaan, ongeacht of er in rubriek 3 informatie over wordt gevraagd.

    8)

    In het formulier FS-PP wordt de volgende informatie gevraagd:

    a)

    AANMELDINGEN VAN BUITENLANDSE FINANCIËLE BIJDRAGEN

    i)

    In het geval van een aanmelding van buitenlandse financiële bijdragen op grond van hoofdstuk 4 van Verordening (EU) 2022/2560 moeten gewoonlijk alle rubrieken en daarin opgenomen velden worden ingevuld, met uitzondering van rubriek 7 (Verklaring).

    ii)

    Rubriek 1 moet een samenvatting van de aanbestedingsprocedure bevatten.

    iii)

    Rubriek 2 moet informatie over de aanmeldende partij(en) bevatten.

    iv)

    Rubriek 3 moet nadere informatie over de buitenlandse financiële bijdrage(n) bevatten. Met name wordt op grond van rubriek 3 om gedetailleerde informatie verzocht over elk van de buitenlandse financiële bijdragen van 1 miljoen EUR of meer die in de drie jaar voorafgaand aan de aanmelding aan de aanmeldende partijen zijn toegekend en mogelijk onder een van de categorieën van artikel 5, lid 1, punten a), b), c) en e), van Verordening (EU) 2022/2560 vallen. Wat andere buitenlandse financiële bijdragen betreft, moet(en) de aanmeldende partij(en) op het formulier FS-PP volgens de instructies in tabel 1 een overzicht geven van de verschillende soorten financiële bijdragen die aan de aanmeldende partij(en) zijn toegekend.

    v)

    In rubriek 4 kan worden toegelicht waarom de inschrijving niet onrechtmatig voordelig is.

    vi)

    In rubriek 5 kunnen, in voorkomend geval, de mogelijke positieve effecten van de subsidies op de ontwikkeling van de betrokken gesubsidieerde economische activiteit en andere positieve effecten in verband met de relevante beleidsdoelstellingen worden genoemd en onderbouwd.

    vii)

    Rubriek 6 bevat de bijgevoegde ondersteunende documenten.

    viii)

    Rubriek 8 moet een ondertekend attest bevatten waarin wordt bevestigd dat de verstrekte informatie met de werkelijkheid overeenstemt en juist en volledig is en de aanmeldende partij(en) op de hoogte is (zijn) van de bepalingen inzake geldboeten.

    b)

    VERKLARING VAN AFWEZIGHEID VAN AAN TE MELDEN BUITENLANDSE FINANCIËLE BIJDRAGEN

    i)

    Indien in de voorbije drie jaar geen aan te melden buitenlandse financiële bijdragen aan de aanmeldende partij(en) zijn toegekend, moeten alleen de rubrieken 1, 2 en 8 van het formulier FS-PP en de specifieke rubriek 7 worden ingevuld, terwijl de overige rubrieken leeg moeten blijven.

    ii)

    De in het formulier FS-PP gevraagde informatie doet geen afbreuk aan de mogelijkheid voor de Commissie om in een informatieverzoek om nadere informatie te verzoeken.

    4.   Informatie die niet redelijkerwijs beschikbaar is

    9)

    Wanneer specifieke informatie die in het formulier FS-PP wordt gevraagd, niet redelijkerwijs geheel of gedeeltelijk beschikbaar is voor de aanmeldende partij(en), kan (kunnen) de aanmeldende partij(en) de Commissie verzoeken haar (hen) te ontheffen van de verplichting de desbetreffende informatie te verstrekken of van andere vereisten in het formulier FS-PP met betrekking tot die informatie. Het verzoek moet worden ingediend volgens de in de overwegingen 13, 14 en 15 van deze inleiding opgenomen instructies.

    5.   Informatie die niet nodig is voor het onderzoek van de zaak door de Commissie

    10)

    Krachtens artikel 5, lid 5, van de uitvoeringsverordening kan de Commissie ontheffing verlenen van de verplichting om in de aanmelding bepaalde informatie, met inbegrip van documenten, te verstrekken. Zij kan ook ontheffing verlenen voor andere vereisten in het formulier FS-PP met betrekking tot die informatie indien zij van oordeel is dat de naleving van die verplichtingen of vereisten niet nodig is voor het onderzoek van de zaak.

    11)

    De aanmeldende partij(en) kan (kunnen) de Commissie verzoeken haar (hen) te ontheffen van de verplichting de desbetreffende informatie te verstrekken of van andere vereisten in het formulier FS-PP met betrekking tot die informatie. Dit verzoek moet worden ingediend volgens de in de overwegingen 13, 14 en 15 van de inleiding van dit formulier FS-PP opgenomen instructies voor verzoeken om ontheffing.

    6.   Aan de aanmelding voorafgaande contacten en verzoeken om ontheffing

    12)

    De aanmeldende partij(en) wordt (worden) aangemoedigd om ruim voor de aanmelding aan de aanmelding voorafgaande besprekingen te voeren, bij voorkeur op basis van een ontwerpformulier FS-PP. De mogelijkheid van aan de aanmelding voorafgaande contacten is een dienstverlening die de Commissie de aanmeldende partij(en) op vrijwillige basis aanbiedt, ter voorbereiding van de voorlopige toetsing van buitenlandse subsidies in het kader van een gepubliceerde openbare aanbesteding. Als zodanig kunnen aan de aanmelding voorafgaande contacten, hoewel niet verplicht, toch nuttig zijn voor zowel de aanmeldende partij(en) als de Commissie, onder meer omdat dan precies kan worden bepaald welke informatie in een aanmelding moet worden overgelegd, met name met betrekking tot de in rubriek 3 en tabel 1 te verstrekken informatie, en om ervoor te zorgen dat de aanmelding volledig is. Bovendien leiden aan de aanmelding voorafgaande contacten er mogelijk toe dat er aanzienlijk minder informatie hoeft te worden overgelegd. Wanneer er sprake is van meer dan één aanmeldende partij (als één ondernemer) of een combinatie van aanmeldende partijen (als leden van hetzelfde consortium), waarbij elke aanmeldende partij of combinatie voornemens is een afzonderlijke inschrijving in dezelfde aanbestedingsprocedure in te dienen, moet het aan de aanmelding voorafgaande overleg met elke aanmeldende partij of combinaties daarvan afzonderlijk en onder strikte vertrouwelijkheid worden gevoerd, teneinde in de betrokken aanbestedingsprocedure te zorgen voor eerlijke concurrentie.

    13)

    In de loop van de aan de aanmelding voorafgaande contacten kan (kunnen) de aanmeldende partij(en) verzoeken om ontheffing van de verplichting om bepaalde in dit formulier gevraagde informatie te verstrekken. De Commissie zal verzoeken om ontheffing in aanmerking nemen voor zover aan een van de volgende voorwaarden is voldaan:

    a)

    de aanmeldende partij(en) motiveert (motiveren) afdoende waarom de desbetreffende informatie niet redelijkerwijs beschikbaar is. In voorkomend geval en voor zover mogelijk moet(en) de aanmeldende partij(en) hun beste raming met betrekking tot de ontbrekende gegevens geven, met vermelding van de bron van die raming, of aangeven waar de Commissie de gevraagde informatie die niet beschikbaar is voor de aanmeldende partij(en), zou kunnen krijgen;

    b)

    de aanmeldende partij(en) motiveert (motiveren) afdoende waarom de desbetreffende informatie niet nodig is voor het onderzoek van de zaak.

    14)

    Verzoeken om ontheffing moeten voorafgaand aan de aanmelding schriftelijk worden opgenomen in de ontwerpaanmelding zelf (aan het begin van de desbetreffende (sub)rubriek). De Commissie zal verzoeken om ontheffing voorafgaand aan de aanmelding behandelen in het kader van het onderzoek van de ontwerpaanmelding.

    15)

    Het feit dat de Commissie misschien heeft geaccepteerd dat eventuele in dit formulier FS-PP gevraagde informatie kan worden weggelaten uit een aanmelding, belet haar geenszins om deze informatie op een ander tijdstip in de procedure te vragen, met name via een informatieverzoek krachtens artikel 13 van Verordening (EU) 2022/2560.

    7.   De aanmelding of verklaring moet juist en volledig zijn

    16)

    De in de rubrieken 1, 2, 3, 6 en 8 gevraagde informatie moet in het geval van een aanmelding van buitenlandse financiële bijdragen worden verstrekt en is dus vereist voor een volledige aanmelding. Alle vereiste informatie moet worden verstrekt in de passende rubrieken van het formulier FS-PP en moet correct en volledig zijn.

    17)

    In het geval van een verklaring dat er geen aan te melden buitenlandse financiële bijdragen zijn ontvangen, moet de in de rubrieken 1, 2, 7 en 8 gevraagde informatie worden verstrekt en is die informatie dus vereist voor een volledige verklaring. Alle vereiste informatie moet worden verstrekt in de passende rubriek van het formulier FS-PP en moet correct en volledig zijn.

    18)

    In het bijzonder moet worden opgemerkt dat:

    a)

    de in artikel 30, leden 2 en 6, van Verordening (EU) 2022/2560 vastgestelde termijn van twintig werkdagen aanvangt op de eerste werkdag na de ontvangst van de volledige aanmelding. Dit moet ervoor zorgen dat de Commissie de aangemelde buitenlandse financiële bijdragen binnen de strikte termijnen van Verordening (EU) 2022/2560 kan beoordelen;

    b)

    de aanmeldende partij(en) bij het opstellen van haar (hun) aanmelding zorgvuldig moet(en) nagaan of de contactpersonen en contactgegevens, en vooral de e-mailadressen, die aan de Commissie worden doorgegeven, accuraat, relevant en actueel zijn;

    c)

    een verklaring alleen mag worden ingediend wanneer alle aanmeldende partijen verklaren dat hun in de voorbije drie jaar geen aan te melden buitenlandse financiële bijdragen zijn toegekend. Wanneer aan ten minste één van de aanmeldende partijen aan te melden buitenlandse financiële bijdragen zijn toegekend, wordt de indiening voor de toepassing van deze uitvoeringsverordening als een aanmelding beschouwd;

    d)

    de gevraagde contactgegevens van de aanmeldende partijen moeten worden verstrekt in het formaat dat het directoraat-generaal Interne Markt, Industrie, Ondernemerschap en Midden- en Kleinbedrijf (DG GROW) van de Commissie op zijn website aangeeft (6). Om het onderzoek naar behoren te kunnen voeren, is het van het grootste belang dat deze contactgegevens accuraat zijn. Daarom moeten de verstrekte e-mailadressen niet gepersonaliseerd zijn of aan specifieke contactpersonen zijn toegewezen, maar bij voorkeur toebehoren aan functionele bedrijfsmailboxen van het team dat verantwoordelijk is voor de aanmelding. De Commissie kan de aanmelding onvolledig verklaren als contactgegevens ongeschikt blijken te zijn;

    e)

    ondersteunende documenten als bedoeld in rubriek 6 moeten worden verstrekt samen met een overzichtstabel in het formaat dat DG GROW op zijn website voorschrijft;

    f)

    als er in of samen met de aanmelding onjuiste of misleidende informatie is verstrekt, de aanmelding overeenkomstig artikel 7, lid 4, van de uitvoeringsverordening als onvolledig wordt beschouwd voor het vaststellen van de datum van de aanmelding;

    g)

    de Commissie krachtens artikel 29, lid 4, van Verordening (EU) 2022/2560, wanneer een aanmelding bij een inschrijving of verzoek tot deelname, ondanks een verzoek van de Commissie om aanvullingen, onvolledig blijft, een besluit moet vaststellen waarbij de aanbestedende dienst of aanbestedende instantie wordt verzocht een besluit vast te stellen tot afwijzing van een dergelijke onregelmatige inschrijving of dergelijk onregelmatig verzoek tot deelname;

    h)

    aan de betrokken ondernemers die opzettelijk of uit onachtzaamheid onjuiste of misleidende informatie verstrekken, uit hoofde van artikel 33, lid 2, van Verordening (EU) 2022/2560 geldboeten tot 1 % van hun totale omzet kunnen worden opgelegd. Bovendien kan de Commissie op grond van artikel 18, lid 1, punt b), van Verordening (EU) 2022/2560 haar besluit intrekken indien het was gebaseerd op onvolledige, onjuiste of misleidende informatie.

    8.   Hoe de aanmelding te verrichten?

    19)

    De aanmelding wordt in een van de officiële talen van de Unie ingediend. De namen van de aanmeldende partijen worden ook in hun oorspronkelijke taal ingediend. Bij het verstrekken van de in dit formulier FS-PP gevraagde informatie moeten de rubrieken en subrubrieken worden aangehouden. Voorts moeten in voorkomend geval ondersteunende documenten worden bijgevoegd. De ingediende aanmelding moet een attest als bedoeld in rubriek 8 bevatten. Wanneer informatie die in twee verschillende rubrieken is verstrekt gedeeltelijk (of volledig) overeenkomt, mogen kruisverwijzingen worden gebruikt.

    20)

    De aanmelding moet zijn ondertekend door personen die rechtens gemachtigd zijn om te handelen namens elk van de aanmeldende partijen, of door een of meer daartoe gemachtigde vertegenwoordigers van de aanmeldende partij(en). De desbetreffende volmacht(en) (of schriftelijk bewijs dat zij gemachtigd zijn om te handelen) moet(en) bij de aanmelding worden gevoegd. Technische specificaties en instructies betreffende aanmeldingen zijn te vinden op de website van DG GROW van de Commissie.

    21)

    Bij het invullen van rubriek 3 van dit formulier FS-PP moet(en) de aanmeldende partij(en) bezien of het duidelijker is om de informatie in die rubriek in numerieke volgorde te presenteren, dan wel om deze te groeperen voor elke afzonderlijke buitenlandse financiële bijdrage (of groep van buitenlandse financiële bijdragen).

    22)

    Soms is het ook duidelijker om bepaalde informatie in de bijlagen op te nemen. In ieder geval moet alle essentiële informatie in de aanmelding zelf worden opgenomen. Eventuele ingediende bijlagen mogen alleen worden gebruikt om de in de aanmelding zelf verstrekte informatie aan te vullen, en in de aanmelding zelf moet duidelijk worden aangegeven waar in een bijlage aanvullende informatie wordt verstrekt.

    23)

    Ondersteunende documenten moeten in de oorspronkelijke taal worden ingediend; wanneer dit geen officiële taal van de Unie is, moet een vertaling in de taal van de procedure worden bijgevoegd (artikel 5, lid 4, van de uitvoeringsverordening).

    9.   Vertrouwelijkheid en persoonsgegevens

    24)

    Overeenkomstig artikel 339 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (“VWEU”) en artikel 43, lid 2, van Verordening (EU) 2022/2560 mogen de Commissie, haar ambtenaren en overige personeelsleden de informatie die onder de geheimhoudingsplicht valt en die zij bij de toepassing van de verordening hebben verkregen, niet openbaar maken. Ditzelfde beginsel moet ook worden toegepast ter bescherming van de vertrouwelijkheid tussen de aanmeldende partijen.

    25)

    Indien de aanmeldende partij(en) van mening is (zijn) dat haar (hun) belangen worden geschaad, mocht van haar (hen) verlangde informatie openbaar worden gemaakt of mochten andere partijen — met inbegrip van de andere ondernemers waarmee zij de aanmelding indienen en de desbetreffende aanbestedende dienst of aanbestedende instantie — daarin anderszins inzage krijgen, dan moet(en) zij deze informatie afzonderlijk bij de desbetreffende aanbestedende dienst of aanbestedende instantie indienen en op elke bladzijde goed zichtbaar de vermelding “Vertrouwelijk” aanbrengen. Hiertoe kan een apart versleuteld archief van documenten worden ingediend, waarbij de sleutel afzonderlijk aan de Commissie wordt verstrekt. De aanmeldende partijen moeten ook de redenen opgeven waarom geen inzage mag worden verleend in deze informatie of deze niet openbaar mag worden gemaakt.

    26)

    In gevallen waarin meer dan één aanmeldende partij de aanmelding verricht, mogen documenten die bedrijfsgeheimen bevatten, afzonderlijk worden ingediend; in de aanmelding moet daar dan naar worden verwezen als naar een bijlage. Om de aanmelding als volledig te kunnen beschouwen, moeten al deze bijlagen in de aanmelding worden opgenomen.

    27)

    Persoonsgegevens die in of bij een aanmelding worden verstrekt, zullen worden verwerkt overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (7).

    RUBRIEK 1

    Beschrijving van de openbare aanbesteding

    1.1.

    Geef een link naar het gepubliceerde document waarin wordt opgeroepen tot inschrijving voor deze procedure op Tenders Electronic Daily (TED) en eventuele andere platforms, en een samenvatting van de aanbestedingsprocedure.

    1.2.

    Wanneer de aanmeldende partij(en) het Uniform Europees Aanbestedingsdocument (“UEA”) gebruikt (gebruiken), moet aan de verplichting om een samenvatting van de aanbestedingsprocedure te verstrekken, worden voldaan door deel I van bijlage 2 bij Uitvoeringsverordening (EU) 2016/7 van de Commissie (8) in te vullen.

    1.3.

    Wanneer de aanmeldende partij(en) haar (hun) informatie via het UEA indient (indienen), moet rubriek 1 van dit formulier FS-PP rechtstreeks uit het UEA in het formulier FS-PP worden ingevoerd door gebruik te maken van een door de Commissie aangeboden digitale dienst. Bij ontstentenis van een dergelijke dienst moet de aanbestedende dienst of aanbestedende instantie de aanmelding samen met het ingevulde deel I van bijlage 2 bij het UEA aan de Commissie toezenden.

    1.4.

    Wanneer de aanmeldende partij(en) haar (hun) informatie niet via het UEA indient (indienen), moet deze rubriek worden ingevuld met de informatie die in deel I van bijlage 2 bij het UEA wordt gevraagd.

    1.5.

    Wanneer de aanmeldende partij(en) haar (hun) informatie slechts gedeeltelijk via het UEA indient (indienen), moeten de ontbrekende elementen uit deel I van bijlage 2 bij het UEA in deze rubriek worden verstrekt.

    RUBRIEK 2

    Informatie over de aanmeldende partij(en)

    2.1.

    Wanneer de aanmeldende partij(en) het UEA gebruikt (gebruiken), kan aan de verplichting om informatie over de aanmeldende partij(en) te verstrekken, worden voldaan door deel II van bijlage 2 bij Uitvoeringsverordening (EU) 2016/7 houdende een standaardformulier voor het UEA te verstrekken. Het UEA wordt ingevuld voor alle ondernemers die aan de inschrijving of verzoeken tot deelname deelnemen en voor alle onderaannemers op wier draagkracht een beroep wordt gedaan om aan de selectiecriteria te voldoen. Onderaannemers die geen “hoofdonderaannemers” in de zin van artikel 29, lid 5, van Verordening (EU) 2022/2560 zijn, hoeven deze rubriek van het formulier niet in te vullen. Onderaannemers die “hoofdonderaannemers” in de zin van artikel 29, lid 5, van Verordening (EU) 2022/2560 zijn, maar op wier draagkracht niet overeenkomstig artikel 63 van Richtlijn 2014/24/EU of artikel 79 van Richtlijn 2014/25/EU een beroep wordt gedaan, moeten deze rubriek handmatig invullen.

    2.2.

    Wanneer de aanmeldende partij(en) haar (hun) informatie via het UEA indient (indienen), moet dit deel van het formulier FS-PP rechtstreeks uit het UEA in dit formulier FS-PP worden ingevoerd door gebruik te maken van een door de Commissie aangeboden digitale dienst. Bij ontstentenis van een dergelijke dienst moet de aanbestedende dienst of aanbestedende instantie de aanmelding samen met het ingevulde deel II van bijlage 2 bij het ingediende UEA aan de Commissie toezenden.

    2.3.

    Wanneer de aanmeldende partij(en) haar (hun) informatie niet via het UEA indient (indienen), moet deze rubriek worden ingevuld met de informatie die in deel II van bijlage 2 bij het UEA wordt gevraagd.

    2.4.

    Wanneer de aanmeldende partij(en) haar (hun) informatie slechts gedeeltelijk via het UEA indient (indienen), moeten de ontbrekende elementen uit deel II van bijlage 2 bij het UEA in deze rubriek worden verstrekt.

    2.5.

    Vul uw e-mailadres of unieke identificatienummer in dat u gebruikt voor het EU Login-account waarmee zal worden gecommuniceerd.

    RUBRIEK 3

    Buitenlandse financiële bijdragen

    3.1.

    De beoordeling van de vraag of er sprake is van een verstoring door buitenlandse subsidies in een aanbestedingsprocedure wordt verricht aan de hand van de indicatoren van verstoring (9) en de vraag of er sprake is van een onrechtmatig voordelige inschrijving met betrekking tot de werken, leveringen of diensten in kwestie (10). In deze rubriek moet(en) de aanmeldende partij(en) alleen buitenlandse financiële bijdragen rapporteren die onder het toepassingsgebied van artikel 5, lid 1, punten a), b), c) en e), van Verordening (EU) 2022/2560 vallen, waarbij verstoringen van de interne markt zeer waarschijnlijk zijn. Voor buitenlandse financiële bijdragen die niet onder deze categorieën vallen, zie punt 3.3 van deze rubriek en tabel 1. Voor aanbestedingsprocedures die voldoen aan de drempels van artikel 28, lid 1, punt a), en artikel 28, lid 2, van Verordening (EU) 2022/2560, waarin in de drie jaar voorafgaand aan de aanmelding buitenlandse financiële bijdragen die overeenkomstig artikel 28, lid 1, punt b), van Verordening (EU) 2022/2560 moeten worden aangemeld, aan de aanmeldende partij(en) zijn toegekend, gelieve te vermelden of aan de afzonderlijke aanmeldende partijen in de drie jaar voorafgaand aan de aanmelding buitenlandse financiële bijdragen van 1 miljoen EUR of meer zijn toegekend (11) die mogelijk onder een van de categorieën van artikel 5, lid 1, punten a), b), c) en e), van Verordening (EU) 2022/2560 vallen.

    3.1.1.

    Geef aan of op enig moment in de drie jaar voorafgaand aan de aanmelding aan een van de volgende voorwaarden is voldaan om te kunnen bepalen of er een buitenlandse financiële bijdrage is toegekend aan een onderneming die noodlijdend was in de zin van artikel 5, lid 1, punt a), van Verordening (EU) 2022/2560:

    3.1.1.1.

    Is de aanmeldende partij een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid waar meer dan de helft van het geplaatste aandelenkapitaal is verdwenen door de opgebouwde verliezen?

    ja

    neen

    3.1.1.2.

    Is de aanmeldende partij een vennootschap waarin ten minste sommige vennoten onbeperkt aansprakelijk zijn voor de schulden van de onderneming en waar meer dan de helft van het kapitaal van de onderneming, zoals dat in de boeken van de onderneming is vermeld, door de opgebouwde verliezen is verdwenen?

    ja

    neen

    3.1.1.3.

    Loopt tegen de aanmeldende partij een collectieve insolventieprocedure of voldoet zij volgens het nationale recht aan de criteria om, op verzoek van haar schuldeisers, aan een collectieve insolventieprocedure te worden onderworpen?

    ja

    neen

    3.1.1.4.

    Indien de aanmeldende partij in kwestie geen kleine of middelgrote onderneming is (12):

    3.1.1.4.1.

    Bedroeg de verhouding tussen het vreemd en het eigen vermogen van de aanmeldende partij tijdens de voorbije twee jaar meer dan 7,5?

    en

    3.1.1.4.2.

    Lag de op basis van de ebitda van de aanmeldende partij bepaalde rentedekkingsgraad (13) de voorbije twee jaar lager dan 1,0?

    ja

    neen

    3.1.1.5.

    Indien het antwoord op een van de vragen in de subrubrieken 3.1.1.1 tot en met 3.1.1.4 met betrekking tot een van de aanmeldende partijen “ja” was, geef dan aan of de onderneming in kwestie in de periode waarin zij noodlijdend was buitenlandse financiële bijdragen heeft ontvangen die mogelijk hebben bijgedragen tot het herstel van haar levensvatbaarheid op lange termijn (inclusief tijdelijke liquiditeitsbijstand die bedoeld is om dat herstel van de levensvatbaarheid te ondersteunen) of tot het overeind houden van die partij gedurende de korte tijd die nodig is om een herstructurerings- of liquidatieplan op te stellen.

    Aanmeldende partij(en)

    ja

    neen

    3.1.1.6.

    Indien het antwoord op een van de vragen in de subrubrieken 3.1.1.1 tot en met 3.1.1.4 met betrekking tot een van de aanmeldende partijen “ja” was, geef dan aan of er een herstructureringsplan is dat geschikt is om te zorgen voor de levensvatbaarheid van die partij op lange termijn en of dit herstructureringsplan een aanzienlijke eigen bijdrage van de aanmeldende partij omvat, en geef details over dat plan.

    3.1.1.7.

    Indien het antwoord op een van de vragen in de subrubrieken 3.1.1.1 tot en met 3.1.1.4 “ja” was, onderbouw dan het antwoord. Verwijs in het antwoord ook naar de ondersteunende bewijsstukken of documenten die als bijlagen moeten worden verstrekt (bv. de meest recente winst-en-verliesrekeningen met balansen van de aanmeldende partij, besluit van de rechter om een collectieve insolventieprocedure tegen de onderneming in te leiden, of documenten die aantonen dat is voldaan aan de criteria om de onderneming, op verzoek van haar schuldeisers, aan een insolventieprocedure te onderwerpen enz.).

    3.1.2.

    Een buitenlandse financiële bijdrage in de vorm van een onbeperkte garantie voor de schulden of verplichtingen van de onderneming, te weten zonder enige beperking van het bedrag of de duur van de garantie (artikel 5, lid 1, punt b)).

    ja

    neen

    3.1.3.

    Een exportkrediet dat niet conform de OESO-regeling inzake door de overheid gesteunde exportkredieten is (artikel 5, lid 1, punt c)).

    ja

    neen

    3.1.4.

    Een buitenlandse financiële bijdrage die een onderneming in staat stelt een onrechtmatig voordelige inschrijving in te dienen, op basis waarvan aan de onderneming de betrokken opdracht zou kunnen worden gegund (artikel 5, lid 1, punt e)).

    ja

    neen

    3.2.

    Geef voor elke buitenlandse financiële bijdrage van 1 miljoen EUR of meer die in de drie jaar voorafgaand aan de aanmelding aan de aanmeldende partijen is toegekend en mogelijk onder een van de categorieën van artikel 5, lid 1, punten a), b), c) en e), van Verordening (EU) 2022/2560 valt, de volgende informatie, en verstrek ondersteunende documenten:

    3.2.1.

    soort financiële bijdrage (bv. lening, belastingvrijstelling, kapitaalinjectie, fiscale stimulans, bijdrage in natura enz.);

    3.2.2.

    derde land dat de financiële bijdrage toekent. Specificeer ook de steunverlenende overheidsinstantie of -entiteit;

    3.2.3.

    bedrag van elke financiële bijdrage;

    3.2.4.

    doel van en economische motieven voor de toekenning van de financiële bijdrage aan de partij;

    3.2.5.

    of er voorwaarden zijn verbonden aan de financiële bijdragen en het gebruik ervan;

    3.2.6.

    beschrijving van de belangrijkste elementen en kenmerken van die financiële bijdragen (bv. rentevoeten en looptijd in het geval van een lening);

    3.2.7.

    geef aan of de financiële bijdrage een voordeel in de zin van artikel 3 van Verordening (EU) 2022/2560 verleent aan de onderneming waaraan de buitenlandse financiële bijdrage is toegekend. Leg uit waarom, en verwijs daarbij naar de ondersteunende documenten die in rubriek 6 zijn verstrekt;

    3.2.8.

    geef aan of de financiële bijdrage rechtens of feitelijk beperkt is, in de zin van artikel 3 van Verordening (EU) 2022/2560, tot bepaalde ondernemingen of bedrijfstakken (14). Leg uit waarom, en verwijs daarbij naar de ondersteunende documenten die in rubriek 6 zijn verstrekt;

    3.2.9.

    geef aan of de financiële bijdrage alleen wordt toegekend voor exploitatiekosten (15) die uitsluitend verband houden met de openbare aanbesteding in kwestie.

    3.3.

    Geef volgens het sjabloon en de instructies in tabel 1 een overzicht van de buitenlandse financiële bijdragen van 1 miljoen EUR of meer die in de drie jaar voorafgaand aan de aanmelding aan de aanmeldende partijen zijn toegekend en niet onder een van de categorieën van artikel 5, lid 1, punten a) tot en met e), van Verordening (EU) 2022/2560 vallen.

    RUBRIEK 4

    Staven van afwezigheid van onrechtmatig voordeel

    4.1.

    Voor buitenlandse financiële bijdragen die een onderneming in staat stellen een onrechtmatig voordelige inschrijving in te dienen, op basis waarvan aan de onderneming de betrokken opdracht zou kunnen worden gegund (artikel 5, lid 1, punt e), van Verordening (EU) 2022/2560): zijn er elementen die kunnen worden aangevoerd om aan te tonen dat de inschrijving niet direct of indirect onrechtmatig voordelig is als gevolg van de ontvangen financiële bijdrage(n), met inbegrip van de in artikel 69, lid 2, van Richtlijn 2014/24/EU of artikel 84, lid 2, van Richtlijn 2014/25/EU bedoelde elementen?

    4.2.

    De elementen kunnen met name betrekking hebben op:

    4.2.1.

    de doelmatigheid van het fabricageprocedé, van de verleende diensten of van de bouwmethode;

    4.2.2.

    de gekozen technische oplossingen of de uitzonderlijk gunstige omstandigheden waarvan de inschrijver bij de levering van de producten, de verlening van de diensten of de uitvoering van de werken gebruik kan maken;

    4.2.3.

    de originaliteit van de door de inschrijver voorgestelde werken, leveringen of diensten;

    4.2.4.

    de naleving van de toepasselijke verplichtingen op het gebied van milieu-, sociaal en arbeidsrecht;

    4.2.5.

    de naleving van de verplichtingen inzake onderaanneming.

    RUBRIEK 5

    Mogelijke positieve effecten

    5.1.

    Vermeld, in voorkomend geval, de mogelijke positieve effecten op de ontwikkeling van de betrokken gesubsidieerde economische activiteit in de interne markt en onderbouw deze. Vermeld en onderbouw ook eventuele andere positieve effecten van de buitenlandse subsidies, zoals bredere positieve effecten in verband met de relevante beleidsdoelstellingen, met name die van de Unie, en geef aan wanneer en waar die effecten zich hebben voorgedaan of naar verwachting zullen voordoen. Geef een beschrijving van elk van deze positieve effecten.

    RUBRIEK 6

    Ondersteunende documenten

    Verstrek voor elke aanmeldende partij:

    6.1.

    kopieën van alle ondersteunende officiële documenten betreffende de financiële bijdragen die op grond van rubriek 3.1 mogelijk onder een van de categorieën van artikel 5, lid 1, punten a), b), c) en e), van Verordening (EU) 2022/2560 vallen;

    6.2.

    kopieën van de volgende documenten die zijn opgesteld door of ten behoeve van of zijn ontvangen door een of meer leden van de raad van bestuur, de raad van commissarissen of de raad van toezicht: analyses, rapporten, studies, onderzoeken, presentaties en andere gelijksoortige documenten waarin wordt ingegaan op het doel en het gebruik van en de economische motieven voor de buitenlandse financiële bijdragen die mogelijk onder een van de categorieën van artikel 5, lid 1, punten a), b), c) en e), van Verordening (EU) 2022/2560 vallen. Verstrek ook kopieën van dergelijke documenten die zijn opgesteld door of ten behoeve van of zijn ontvangen door de entiteit die de buitenlandse financiële bijdrage toekent, voor zover deze in uw bezit of openbaar zijn;

    6.3.

    een vermelding van het internetadres waar eventueel de meest recente jaarrekeningen of -verslagen van de aanmeldende partij(en) te vinden zijn of, indien een dergelijk internetadres niet beschikbaar is, kopieën van de meest recente jaarrekeningen en -verslagen.

    6.4.

    Wanneer de aanmeldende partij(en) de afwezigheid van een onrechtmatig voordeel van de inschrijving motiveert (motiveren) door rubriek 4 van dit formulier in te vullen, moet(en) zij ook documenten verstrekken voor de periode van drie jaar voorafgaand aan de aanmelding, waarin de aangevoerde elementen worden onderbouwd. Deze documenten kunnen, in voorkomend geval, onder meer het volgende omvatten:

    a)

    belastingaangiften voor het onderzochte tijdvak, met inbegrip van kopieën van vennootschapsbelastingaangiften en btw-aangiften;

    b)

    bedrijfsplannen en marktonderzoeken die ten grondslag liggen aan het besluit om deel te nemen aan de aanbestedingsprocedure.

    RUBRIEK 7

    Verklaring

    7.1.

    In overeenstemming met overweging 6 van de inleiding moeten voor aanbestedingsprocedures die voldoen aan de drempels van artikel 28, lid 1, punt a), of artikel 28, lid 2, van Verordening (EU) 2022/2560, waarin in de voorbije drie jaar geen buitenlandse financiële bijdragen die overeenkomstig artikel 28, lid 1, punt b), van Verordening (EU) 2022/2560 moeten worden aangemeld, aan de aanmeldende partij(en) zijn toegekend, de rubrieken 1, 2 en 8 van dit formulier worden ingevuld, alsook deze rubriek, die de volgende verklaring bevat:

    Geen van de aanmeldende partijen heeft buitenlandse financiële bijdragen ontvangen die uit hoofde van hoofdstuk 4 van Verordening (EU) 2022/2560 moeten worden aangemeld.”.

    7.2.

    Overeenkomstig de verplichting van artikel 29, lid 1, van Verordening (EU) 2022/2560 moet(en) de aanmeldende partij(en) alle ontvangen buitenlandse financiële bijdragen vermelden. Deze verplichting geldt voor alle buitenlandse financiële bijdragen die overeenkomstig artikel 28, lid 1, punt b), van Verordening (EU) 2022/2560 niet hoefden te worden aangemeld en die in de drie jaar voorafgaand aan de verklaring zijn ontvangen.

    7.3.

    Niet aan te melden buitenlandse financiële bijdragen met een waarde van minder dan 1 miljoen EUR, maar boven de in rubriek 7.4 vermelde waarde in de drie jaar voorafgaand aan de verklaring, kunnen echter met behulp van tabel 2 als totaal worden opgegeven zonder de waarde ervan te vermelden. Op verzoek van de Commissie moeten dergelijke buitenlandse financiële bijdragen afzonderlijk worden gerapporteerd.

    7.4.

    Overeenkomstig artikel 4, lid 3, van Verordening (EU) 2022/2560 hoeven buitenlandse financiële bijdragen waarvan het totale bedrag per derde land lager is dan het bedrag aan de-minimissteun in de zin van artikel 3, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie (16) in de periode van drie opeenvolgende jaren voorafgaand aan de verklaring, niet in de verklaring te worden vermeld.

    RUBRIEK 8

    Attest

    8.1.

    De aanmelding moet worden besloten met onderstaand attest, dat door elke aanmeldende partij moet worden ondertekend:

    8.2.

    De aanmeldende partij(en) bevestigt (bevestigen) dat naar haar (hun) beste weten en geweten de in deze aanmelding of verklaring verstrekte informatie met de werkelijkheid overeenstemt en juist en volledig is, dat met de werkelijkheid overeenstemmende en volledige exemplaren van de in dit formulier FS-PP gevraagde documenten zijn overgelegd, dat alle ramingen als zodanig zijn aangegeven en haar (hun) beste ramingen van de betrokken feiten zijn, en dat alle geuite meningen oprecht zijn.

    8.3.

    Zij is (zijn) op de hoogte van artikel 33 van Verordening (EU) 2022/2560 inzake geldboeten en dwangsommen.”.

    Datum:

    [ondertekenaar 1]

    Naam:

    Organisatie:

    Functie:

    Adres:

    Telefoonnummer:

    E-mail:

    [“e-handtekening”/handtekening]

    [ondertekenaar 2 (indien van toepassing), zo vaak herhalen als er aanmeldende partijen zijn]

    Naam:

    Organisatie:

    Functie:

    Adres:

    Telefoonnummer:

    E-mail:

    [“e-handtekening”/handtekening]

    Tabel 1

    Instructies voor het verstrekken van informatie over buitenlandse financiële bijdragen die niet onder een van de categorieën van artikel 5, lid 1, punten a) tot en met e), vallen (rubriek 3.3)

    1.

    Deze tabel wordt gebruikt om een overzicht te geven van de buitenlandse financiële bijdragen van 1 miljoen EUR of meer per derde land die in de drie jaar voorafgaand aan de aanmelding aan de aanmeldende partijen zijn toegekend en niet onder een van de categorieën van artikel 5, lid 1, punten a) tot en met e), van Verordening (EU) 2022/2560 vallen. In punt A wordt verduidelijkt welke informatie in de tabel moet worden opgenomen, en in punt B welke informatie niet dient te worden opgenomen.

    A.   Informatie die in de tabel moet worden opgenomen

    2.

    Groepeer de verschillende financiële bijdragen per derde land en per soort, bv. rechtstreekse subsidie, lening/financieringsinstrument/terugbetaalbaar voorschot, belastingvoordeel, garantie, risicokapitaalinstrument, kapitaalmaatregel, schuldkwijtschelding, bijdragen voor de niet-economische activiteiten van een onderneming (zie overweging 16 van Verordening (EU) 2022/2560).

    3.

    Vermeld alleen de landen waarvan het geraamde totaalbedrag van alle in de drie jaar voorafgaand aan de aanmelding toegekende financiële bijdragen per land (berekend volgens punt 5) 4 miljoen EUR of meer bedraagt.

    4.

    Geef voor elk soort financiële bijdrage een korte beschrijving van het doel van de financiële bijdragen en van de steunverlenende entiteiten.

    5.

    Kwantificeer het geraamde totaalbedrag van de financiële bijdragen per derde land die in de drie jaar voorafgaand aan de aanmelding zijn toegekend aan de hand van tranches, zoals aangegeven in de opmerkingen bij onderstaande tabel. Voor de berekening van dit bedrag zijn de volgende overwegingen relevant:

    a)

    buitenlandse financiële bijdragen die onder de categorieën van artikel 5, lid 1, van Verordening (EU) 2022/2560 vallen en waarover informatie is verstrekt in de rubrieken 3.1 en 3.2, moeten in aanmerking worden genomen;

    b)

    buitenlandse financiële bijdragen die volgens de punten 6 en 7 hieronder zijn uitgesloten, dienen niet in aanmerking te worden genomen.

    B.   Uitzonderingen

    6.

    U hoeft in de tabel geen beschrijving op te nemen van de volgende buitenlandse financiële bijdragen:

    a)

    uitstel van betaling van belastingen en/of socialezekerheidsbijdragen, fiscale amnestie en belastingvrijstelling, alsmede normale afschrijvings- en verliescompensatieregels die algemeen van toepassing zijn. Indien deze maatregelen beperkt zijn tot — bijvoorbeeld — bepaalde sectoren, regio’s of (soorten) ondernemingen, moeten zij wel worden opgenomen;

    b)

    toepassing van belastingverminderingen ter voorkoming van dubbele belasting overeenkomstig bilaterale of multilaterale overeenkomsten ter voorkoming van dubbele belasting, alsook unilaterale belastingverminderingen ter voorkoming van dubbele belasting die op grond van de nationale belastingwetgeving worden toegepast, voor zover zij dezelfde logica volgen als bilaterale of multilaterale overeenkomsten;

    c)

    levering/aankoop van goederen/diensten (met uitzondering van financiële diensten) tegen marktvoorwaarden in het kader van de normale bedrijfsvoering, bv. de levering/aankoop van goederen of diensten na een concurrerende, transparante en niet-discriminerende aanbestedingsprocedure;

    d)

    buitenlandse financiële bijdragen van minder dan 1 miljoen EUR.

    Derde land

    Soort financiële bijdrage (*1)

    Korte beschrijving van het doel van de financiële bijdrage en de steunverlenende entiteit (*2)

    Land A

    Soort 1

     

    Soort 2

     

    Soort 3

     

    Soort 4

     

     

    Totale geraamde financiële bijdragen van A: […] EUR (*3)

    Land B

    Soort 1

     

    Soort 2

     

    Soort 3

     

    Soort 4

     

     

    Totale geraamde financiële bijdragen van B: […] EUR (*3)

    Land C

     

     

     

     

     

     

     

    Opmerking:

    U moet een afzonderlijke tabel indienen voor elk van de aanmeldende partijen. De derde landen en zo mogelijk de soorten bijdragen moeten worden gerangschikt op basis van het totale bedrag van de buitenlandse financiële bijdrage, van hoog naar laag.

    C.   Meer informatie

    7.

    De buitenlandse financiële bijdragen die mogelijk relevant zijn voor de beoordeling van elke openbare aanbesteding kunnen afhankelijk zijn van een aantal factoren, zoals de betrokken sectoren of activiteiten, het soort financiële bijdragen of andere specifieke kenmerken van de zaak. In het licht van deze specifieke kenmerken kan de Commissie om aanvullende informatie verzoeken wanneer zij die noodzakelijk acht voor haar beoordeling.

    Tabel 2

    Voor het rapporteren van buitenlandse financiële bijdragen met een waarde van minder dan 1 miljoen EUR en boven de in rubriek 7.4 vermelde waarde

    Derde land

    Korte beschrijving van de financiële bijdragen

    Land A

     

    Land B

     

    Land C

     

     

     

     


    (1)  PB L 330 van 23.12.2022, blz. 1.

    (2)  PB L 177 van 12.7.2023, blz. 1.

    (3)  Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van Richtlijn 2004/18/EG (PB L 94 van 28.3.2014, blz. 65).

    (4)  Richtlijn 2014/25/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten en houdende intrekking van Richtlijn 2004/17/EG (PB L 94 van 28.3.2014, blz. 243).

    (5)  Richtlijn 2014/23/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van concessieovereenkomsten (PB L 94 van 28.3.2014, blz. 1).

    (6)  Zie: https://single-market-economy.ec.europa.eu/single-market/public-procurement/foreign-subsidies-regulation en volg de instructies.

    (7)  Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39). Zie ook een privacyverklaring voor mededingingsonderzoeken op https://ec.europa.eu/competition-policy/index/privacy-policy-competition-investigations_en

    (8)  Uitvoeringsverordening (EU) 2016/7 van de Commissie van 5 januari 2016 houdende een standaardformulier voor het Uniform Europees Aanbestedingsdocument (PB L 3 van 6.1.2016, blz. 16).

    (9)  Artikel 4 van Verordening (EU) 2022/2560.

    (10)  Artikel 27 van Verordening (EU) 2022/2560.

    (11)  Een financiële bijdrage moet worden beschouwd als toegekend vanaf het ogenblik dat de begunstigde het wettelijke recht verkrijgt om de financiële bijdrage te ontvangen. De daadwerkelijke uitbetaling van de financiële bijdrage is geen noodzakelijke voorwaarde om een financiële bijdrage binnen het toepassingsgebied van Verordening (EU) 2022/2560 te brengen.

    (12)  Kleine en middelgrote ondernemingen of kmo’s worden gedefinieerd in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB L 187 van 26.6.2014, blz. 1).

    (13)  Resultaat vóór rente, belastingen, afschrijvingen en amortisatie. Deze verhouding wordt berekend als ebitda/rentebetalingen.

    (14)  Het voordeel moet worden verleend aan een of meer ondernemingen of bedrijfstakken. De specificiteit van de buitenlandse subsidie kan rechtens of feitelijk worden vastgesteld.

    (15)  Bv. personeelskosten, materiaal, energie, onderhoud, huur, administratie.

    (16)  Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PB L 352 van 24.12.2013, blz. 1).

    (*1)  Deel de financiële bijdragen in naar soort: bv. rechtstreekse subsidie, lening/financieringsinstrument/terugbetaalbaar voorschot, belastingvoordeel, garantie, risicokapitaalinstrument, kapitaalmaatregel, schuldkwijtschelding, bijdragen voor de niet-economische activiteiten van een onderneming (zie overweging 16 van Verordening (EU) 2022/2560).

    (*2)  Algemene beschrijving van het doel van de financiële bijdragen in elk soort en van de steunverlenende entiteit(en). Bv. “belastingvrijstelling voor de productie van product A en O&O-activiteiten”, “diverse leningen bij staatsbanken voor doel X”, “diverse financieringsmaatregelen met investeringsagentschappen van de overheid ter dekking van exploitatiekosten/voor O&O-activiteiten”, “kapitaalinjectie door de overheid in onderneming X”.

    (*3)  Gebruik de volgende tranches: “45-100 miljoen EUR”, “> 100-500 miljoen EUR”, “> 500-1 000 miljoen EUR”, “meer dan 1 000 miljoen EUR”.


    Top