(1)

Bij Verordening (EU) 2015/2283 is vastgesteld dat alleen nieuwe voedingsmiddelen die zijn toegelaten en in de Unielijst van nieuwe voedingsmiddelen zijn opgenomen, in de Unie in de handel mogen worden gebracht.

(2)

Overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EU) 2015/2283 is bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2470 van de Commissie (2) een Unielijst van nieuwe voedingsmiddelen vastgesteld.

(3)

Infusie van de koffiebladeren van Coffea arabica L. en/of Coffea canephora Pierre ex A. Froehner is als toegelaten traditioneel levensmiddel uit een derde land opgenomen in de Unielijst in de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2470.

(4)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/917 van de Commissie (3) is toelating verleend voor het in de handel brengen van infusie van de koffiebladeren van Coffea arabica L. en/of Coffea canephora Pierre ex A. Froehner als traditioneel levensmiddel uit een derde land voor gebruik in kruidenthee.

(5)

Op 4 juli 2022 heeft de onderneming Luigi Lavazza S.p.A. (“de aanvrager”) overeenkomstig artikel 10, lid 1, van Verordening (EU) 2015/2283 bij de Commissie een aanvraag ingediend om de gebruiksvoorwaarden voor infusie van de koffiebladeren van Coffea arabica L. en/of Coffea canephora Pierre ex A. Froehner te wijzigen. De aanvrager heeft verzocht om de uitbreiding van het gebruik van het nieuwe voedingsmiddel tot gearomatiseerde en niet-gearomatiseerde alcoholvrije drinkklare dranken en koffie, koffie- en cichorei-extracten, oploskoffie, thee, kruiden- en vruchtenthee, koffiesurrogaten, koffiemelanges en instantmengsels voor dranken (en gearomatiseerde pendanten ervan) bestemd voor de algemene bevolking.

(6)

De Commissie is van oordeel dat de gevraagde bijwerking van de Unielijst naar verwachting geen gevolgen zal hebben voor de menselijke gezondheid en dat een veiligheidsbeoordeling door de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) overeenkomstig artikel 10, lid 3, van Verordening (EU) 2015/2283 niet nodig is. De voorgestelde gebruiksdoeleinden van infusie van de koffiebladeren van Coffea arabica L. en/of Coffea canephora Pierre ex A. Froehner zullen leiden tot innames die vergelijkbaar zijn met de innames die voortvloeien uit de momenteel toegelaten gebruiksdoeleinden die door de EFSA zijn beoordeeld en als veilig worden beschouwd en op basis waarvan het traditioneel voedingsmiddel uit een derde land is toegelaten. Derhalve moeten de gebruiksvoorwaarden voor infusie van de koffiebladeren van Coffea arabica L. en/of Coffea canephora Pierre ex A. Froehner worden gewijzigd om ze uit te breiden tot gearomatiseerde en niet-gearomatiseerde alcoholvrije drinkklare dranken en koffie, koffie- en cichorei-extracten, oploskoffie, thee, kruiden- en vruchtenthee, koffiesurrogaten, koffiemelanges en instantmengsels voor dranken (en gearomatiseerde pendanten ervan).

(7)

De in de aanvraag verstrekte informatie bevat voldoende redenen om vast te stellen dat de voorgestelde wijzigingen van de gebruiksvoorwaarden van het traditioneel levensmiddel uit een derde land in overeenstemming zijn met de voorwaarden van artikel 12 van Verordening (EU) 2015/2283 en moeten worden goedgekeurd.

(8)

Rekening houdend met de uitbreiding van de gebruiksdoeleinden van infusie van de koffiebladeren van Coffea arabica L. en/of Coffea canephora Pierre ex A. Froehner tot extra levensmiddelencategorieën en omwille van de duidelijkheid en het begrip van de levensmiddelencategorieën, moet de oorspronkelijk toegelaten levensmiddelencategorie “kruidenthee” worden veranderd in “infusie van de koffiebladeren van Coffea arabica L. en/of Coffea canephora Pierre ex A. Froehner die als zodanig in de handel wordt gebracht”, terwijl “kruidenthee” wordt opgenomen in de levensmiddelcategorie “koffie, koffie- en cichorei-extracten, oploskoffie, thee, kruiden- en vruchtenthee, koffiesurrogaten, koffiemelanges en instantmengsels voor dranken (en gearomatiseerde pendanten ervan)”.

(9)

De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2470 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(10)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,