Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32023D1051

    Besluit (EU) 2023/1051 van de Raad van 22 mei 2023 tot wijziging van Besluit (EU) 2019/1754 inzake de toetreding van de Europese Unie tot de Akte van Genève bij de Overeenkomst van Lissabon betreffende oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen

    ST/7423/2023/INIT

    PB L 141 van 31.5.2023, p. 34–37 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2023/1051/oj

    31.5.2023   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 141/34


    BESLUIT (EU) 2023/1051 VAN DE RAAD

    van 22 mei 2023

    tot wijziging van Besluit (EU) 2019/1754 inzake de toetreding van de Europese Unie tot de Akte van Genève bij de Overeenkomst van Lissabon betreffende oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, in samenhang met artikel 218, lid 6, punt a),

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Gezien de goedkeuring van het Europees Parlement,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De Overeenkomst van Lissabon tot bescherming van oorsprongsbenamingen en de internationale inschrijving ervan van 31 oktober 1958 (“de Overeenkomst van Lissabon”) is een verdrag dat door de Wereldorganisatie voor intellectuele eigendom (World Intellectual Property Organization — WIPO) wordt beheerd. Bij de Overeenkomst van Lissabon is binnen de Unie tot bescherming van de industriële eigendom een bijzondere unie (“de bijzondere unie”) ingesteld. Zij staat open voor de partijen bij het Verdrag van Parijs tot bescherming van de industriële eigendom, dat op 20 maart 1883 in Parijs werd ondertekend. De partijen dienen de oorsprongsbenamingen van producten van de andere partijen op hun grondgebied te beschermen indien deze in het land van oorsprong als zodanig zijn erkend en beschermd en bij het Internationaal Bureau van de WIPO zijn ingeschreven, tenzij die partijen binnen één jaar na ontvangst van de kennisgeving van de inschrijving verklaren dat zij geen bescherming kunnen garanderen.

    (2)

    Zeven lidstaten zijn partij bij de Overeenkomst van Lissabon, namelijk Bulgarije, Frankrijk, Hongarije, Italië, Portugal, Slowakije en Tsjechië. De Unie zelf is geen partij bij de Overeenkomst van Lissabon omdat alleen landen tot die overeenkomst mogen toetreden.

    (3)

    Na een herziening van de Overeenkomst van Lissabon heeft de Diplomatieke Conferentie van de WIPO op 20 mei 2015 de Akte van Genève bij de Overeenkomst van Lissabon betreffende oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen (1) (“de Akte van Genève”) aangenomen. De Akte van Genève breidt de bescherming van oorsprongsbenamingen uit tot alle geografische aanduidingen en biedt intergouvernementele organisaties de mogelijkheid om partij te worden bij de akte.

    (4)

    In zijn arrest van 25 oktober 2017 (2) heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (“het Hof”) geoordeeld dat de onderhandelingen over de Akte van Genève onder de exclusieve bevoegdheid vallen die bij artikel 3, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) op het gebied van de in artikel 207, lid 1, VWEU bedoelde gemeenschappelijke handelspolitiek aan de Unie is verleend.

    (5)

    Op 27 juli 2018 heeft de Commissie een voorstel voor een besluit van de Raad inzake de toetreding van de Unie tot de Akte van Genève ingediend op grond van artikel 207 en artikel 218, lid 6, punt a), VWEU. Gezien de exclusieve bevoegdheid van de Unie om over de Akte van Genève te onderhandelen, was in dat voorstel bepaald dat alleen de Unie tot die akte zou toetreden.

    (6)

    Op 7 oktober 2019 heeft de Raad Besluit (EU) 2019/1754 (3) inzake de toetreding van de Unie tot de Akte van Genève overeenkomstig artikel 293, lid 1, VWEU met eenparigheid van stemmen vastgesteld. In artikel 3 van Besluit (EU) 2019/1754 is bepaald dat lidstaten die dat wensen, worden gemachtigd om, naast de Unie, de Akte van Genève te ratificeren of, naargelang het geval, ertoe toe te treden in het belang van de Unie en met volledige inachtneming van haar exclusieve bevoegdheid. In artikel 4 van Besluit (EU) 2019/1754 staat dat de Unie en elke lidstaat die de Akte van Genève ratificeert of daartoe toetreedt, in de bijzondere unie worden vertegenwoordigd door de Commissie overeenkomstig artikel 17, lid 1, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU). Voorts is in artikel 4 van Besluit (EU) 2019/1754 bepaald dat de Unie belast is met het waarborgen van de uitoefening van de rechten en de vervulling van de plichten van de Unie en de lidstaten die de Akte van Genève ratificeren of ertoe toetreden.

    (7)

    In een verklaring die is opgenomen in de notulen van de Raad betreffende de vaststelling van Besluit (EU) 2019/1754, heeft de Commissie zich ertegen verzet dat alle lidstaten die dat wensen, kunnen worden gemachtigd om de Akte van Genève te ratificeren of ertoe toe te treden naast de Unie. De Commissie heeft zich echter ook bereid verklaard te aanvaarden dat de zeven lidstaten die reeds partij zijn bij de Overeenkomst van Lissabon en talrijke intellectuele-eigendomsrechten hebben geregistreerd krachtens die overeenkomst, kunnen worden gemachtigd om tot de Akte van Genève toe te treden in het belang van de Unie.

    (8)

    De Akte van Genève is op 26 februari 2020 in werking getreden, drie maanden na de neerlegging door de Unie van haar akte van toetreding, wat het aantal partijen op het vereiste aantal bracht, namelijk vijf.

    (9)

    Op 17 januari 2020 heeft de Commissie krachtens artikel 263 VWEU beroep ingesteld tot gedeeltelijke nietigverklaring van Besluit (EU) 2019/1754 wegens schending van artikel 218, lid 6, en artikel 293, lid 1, VWEU, van het in artikel 13, lid 2, VEU vervatte beginsel van bevoegdheidstoedeling, van het beginsel van institutioneel evenwicht en van het initiatiefrecht van de Commissie, en subsidiair op grond van een schending van artikel 2, lid 1, en artikel 207 VWEU en niet-nakoming van de motiveringsplicht.

    (10)

    De Commissie heeft het Hof verzocht om Besluit (EU) 2019/1754 nietig te verklaren voor zover bij dit besluit alle lidstaten worden gemachtigd toe te treden tot de Akte van Genève. De Commissie heeft het Hof ook verzocht om de gevolgen van de delen van dat besluit, dat het wenste vernietigd te verklaren, te handhaven, met name het gebruik van de machtiging om toe te treden tot de Akte van Genève, die vóór de datum van uitvaardiging van het arrest ten uitvoer is gelegd door de zeven lidstaten die reeds partij zijn bij de Overeenkomst van Lissabon. De Commissie heeft aangegeven dat zij bij wijze van uitzondering een compromis kon aanvaarden waarbij de zeven lidstaten die partij zijn bij de Overeenkomst van Lissabon tot de Akte van Genève toetreden om problemen in verband met de continuïteit van de rechten te vermijden.

    (11)

    In zijn arrest van 22 november 2022 (4) heeft het Hof artikel 3 en, voor zover daarin verwijzingen naar de lidstaten staan, artikel 4 van Besluit (EU) 2019/1754 nietig verklaard.

    (12)

    In zijn arrest van 22 november 2022 erkende het Hof erkende echter ook dat de anciënniteit en de continuïteit van de bescherming van oorsprongsbenamingen die krachtens de Overeenkomst van Lissabon zijn ingeschreven in de zeven lidstaten die reeds partij bij de overeenkomst waren, overeenkomstig het in artikel 4, lid 3, VEU vervatte beginsel van loyale samenwerking tussen de Unie en de lidstaten behouden moeten blijven, met name om de uit deze nationale inschrijvingen voortvloeiende verworven rechten te beschermen. Het Hof heeft dan ook verklaard dat de gevolgen van de nietig verklaarde delen van Besluit (EU) 2019/1754 moeten worden gehandhaafd voor de lidstaten die reeds hadden gebruikgemaakt van de machtiging om de Akte van Genève te ratificeren of ertoe toe te treden, en dit tot de inwerkingtreding, binnen een redelijke termijn van ten hoogste zes maanden vanaf de datum van uitvaardiging van het arrest, van een nieuw besluit van de Raad.

    (13)

    Gezien de exclusieve bevoegdheid van de Unie en de mogelijkheid voor de Unie om tot de Akte van Genève toe te treden, kunnen de lidstaten alleen in bepaalde gerechtvaardigde en specifieke omstandigheden worden gemachtigd om in het belang van de Unie naast de Unie toe te treden.

    (14)

    Artikel 11 van Verordening (EU) 2019/1753 van het Europees Parlement en de Raad (5) voorziet in overgangsbepalingen voor oorsprongsbenamingen afkomstig uit lidstaten die reeds krachtens de Overeenkomst van Lissabon zijn ingeschreven. Op grond van die bepalingen hebben de zeven lidstaten die partij zijn bij de Overeenkomst van Lissabon, de Commissie uiterlijk op 14 november 2022 in kennis gesteld van hun keuze om voor de oorsprongsbenamingen die reeds uit hoofde van de Overeenkomst van Lissabon zijn ingeschreven, de internationale inschrijving uit hoofde van de Akte van Genève aan te vragen.

    (15)

    Gezien die specifieke omstandigheden is het passend Besluit (EU) 2019/1754 te wijzigen om de zeven lidstaten die vóór de inwerkingtreding van de Akte van Genève partij waren bij de Overeenkomst van Lissabon, te machtigen om, met volledige inachtneming van de exclusieve bevoegdheid van de Unie, ook de Akte van Genève te ratificeren of ertoe toe te treden, voor zover dit strikt noodzakelijk is om, in het belang van de Unie, de anciënniteit en de continuïteit te handhaven van de bescherming van oorsprongsbenamingen die die lidstaten reeds eerder krachtens de Overeenkomst van Lissabon hebben ingeschreven.

    (16)

    Besluit (EU) 2019/1754 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Wijziging van Besluit (EU) 2019/1754

    Besluit (EU) 2019/1754 wordt als volgt gewijzigd:

    1)

    Artikel 3 wordt vervangen door:

    “De lidstaten die op 26 februari 2020 partij waren bij de Overeenkomst van Lissabon, namelijk Bulgarije, Frankrijk, Hongarije, Italië, Portugal, Slowakije en Tsjechië, worden gemachtigd om, met volledige inachtneming van de exclusieve bevoegdheid van de Unie, de Akte van Genève te ratificeren of ertoe toe te treden naast de Unie, voor zover hun toetreding strikt noodzakelijk is om, in het belang van de Unie, de anciënniteit en de continuïteit te handhaven van de bescherming van de oorsprongsbenamingen die deze lidstaten reeds uit hoofde van de Overeenkomst van Lissabon hebben ingeschreven, en om te voldoen aan de verplichtingen uit hoofde van artikel 11 van Verordening (EU) 2019/1753 van het Europees Parlement en de Raad (*1).

    (*1)  Verordening (EU) 2019/1753 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2019 inzake de maatregelen van de Unie ingevolge haar toetreding tot de Akte van Genève bij de Overeenkomst van Lissabon betreffende oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen (PB L 271 van 24.10.2019, blz. 1).”."

    2)

    In artikel 4, lid 1, wordt de eerste alinea vervangen door:

    “In de bijzondere unie worden de Unie en de lidstaten die op grond van artikel 3 van dit besluit de Akte van Genève hebben geratificeerd of ertoe zijn toegetreden, vertegenwoordigd door de Commissie overeenkomstig artikel 17, lid 1, VEU. De Unie is belast met het waarborgen van de uitoefening van de rechten en de vervulling van de plichten van de Unie uit hoofde van artikel 3 van dit besluit.”.

    Artikel 2

    Inwerkingtreding

    Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedaan te Brussel, 22 mei 2023.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    E. BUSCH


    (1)  PB L 271 van 24.10.2019, blz. 15.

    (2)  Arrest van het Hof van Justitie van 25 oktober 2017, Commissie/Raad (Herziene Overeenkomst van Lissabon), C-389/15, ECLI:EU:C:2017:798.

    (3)  Besluit (EU) 2019/1754 van de Raad van 7 oktober 2019 inzake de toetreding van de Europese Unie tot de Akte van Genève bij de Overeenkomst van Lissabon betreffende oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen (PB L 271 van 24.10.2019, blz. 12).

    (4)  Arrest van het Hof van Justitie van 22 november 2022, Commissie/Raad, C-24/20, ECLI:EU:C:2022:911.

    (5)  Verordening (EU) 2019/1753 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2019 inzake de maatregelen van de Unie ingevolge haar toetreding tot de Akte van Genève bij de Overeenkomst van Lissabon betreffende oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen (PB L 271 van 24.10.2019, blz. 1).


    Top