EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32022R2526

Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/2526 van de Commissie van 23 september 2022 tot wijziging van Verordening (EU) 2017/852 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de tijdelijke opslag van kwikafval in vloeibare vorm (Voor de EER relevante tekst)

C/2022/6696

PB L 328 van 22.12.2022, p. 66–67 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2022/2526/oj

22.12.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 328/66


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2022/2526 VAN DE COMMISSIE

van 23 september 2022

tot wijziging van Verordening (EU) 2017/852 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de tijdelijke opslag van kwikafval in vloeibare vorm

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2017/852 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2017 betreffende kwik, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1102/2008 (1), en met name artikel 13, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 11 van Verordening (EU) 2017/852 is bepaald dat kwik en kwikverbindingen, in pure vorm of in mengsels en afkomstig uit vier grote bronnen die in dat artikel worden genoemd, moeten worden beschouwd als voor definitieve verwijdering bestemd afval in de zin van Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad (2).

(2)

In artikel 13, lid 3, van Verordening (EU) 2017/852 is bepaald dat kwikafval, met inbegrip van door de vier betrokken grote bronnen geproduceerd afval, vóór de definitieve verwijdering bepaalde behandelingen moet ondergaan, namelijk omzetting of, indien bedoeld om te worden verwijderd in bovengrondse inrichtingen, omzetting en verharding.

(3)

Artikel 13, lid 1, van Verordening (EU) 2017/852 staat, in afwijking van artikel 5, lid 3, punt a), van Richtlijn 1999/31/EG van de Raad (3), toe dat kwikafval in vloeibare vorm in afwachting van omzetting en verharding tijdelijk wordt opgeslagen op daartoe bestemde en uitgeruste stortplaatsen tot en met 31 december 2022, overeenkomstig de voorschriften inzake de bescherming van het milieu en de menselijke gezondheid van Richtlijn 1999/31/EG.

(4)

Uit de informatie die de lidstaten in mei 2022 hebben verstrekt, blijkt dat meer dan 2 000 ton vloeibaar kwikafval nog tijdelijk in de Unie is opgeslagen en dat de omzetting en verharding van dat afval meer tijd vergen. De verlenging van de termijn voor een dergelijke opslag tot en met 31 december 2025 wordt noodzakelijk geacht om ervoor te zorgen dat de tijdelijke opslag op stortplaatsen blijft plaatsvinden overeenkomstig de toepasselijke voorschriften van Richtlijn 1999/31/EG.

(5)

Verordening (EU) 2017/852 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In artikel 13, lid 1, van Verordening (EU) 2017/852 wordt de tweede alinea vervangen door:

“De in de eerste alinea bedoelde afwijking is niet langer van toepassing met ingang van 1 januari 2026.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 september 2022.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 137 van 24.5.2017, blz. 1.

(2)  Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen (PB L 312 van 22.11.2008, blz. 3).

(3)  Richtlijn 1999/31/EG van de Raad van 26 april 1999 betreffende het storten van afvalstoffen (PB L 182 van 16.7.1999, blz. 1).


Top