Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32022R1254

Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1254 van de Commissie van 19 juli 2022 tot wijziging van Verordening (EU) 2015/640 in verband met de invoering van nieuwe aanvullende luchtwaardigheidseisen

C/2022/4946

PB L 191 van 20.7.2022, pp. 47–57 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2022/1254/oj

20.7.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 191/47


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2022/1254 VAN DE COMMISSIE

van 19 juli 2022

tot wijziging van Verordening (EU) 2015/640 in verband met de invoering van nieuwe aanvullende luchtwaardigheidseisen

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2018 inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart, en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 2111/2005, (EG) nr. 1008/2008, (EU) nr. 996/2010, (EU) nr. 376/2014 en de Richtlijnen 2014/30/EU en 2014/53/EU van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 552/2004 en (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EEG) nr. 3922/91 van de Raad (1), en met name artikel 17, lid 1, punt h),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 76, lid 3, van Verordening (EU) 2018/1139 geeft het Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart certificeringsspecificaties (“CS”) af en werkt het deze regelmatig bij om ervoor te zorgen dat CS geschikt blijven voor het beoogde doel. Een luchtvaartuig waarvan het ontwerp reeds is gecertificeerd, moet echter niet voldoen aan de bijgewerkte versie van de toepasselijke CS als het al in productie of gebruik is. Om de blijvende luchtwaardigheid en de verbetering van de veiligheid te ondersteunen, moet worden geëist dat dergelijke luchtvaartuigen voldoen aan aanvullende luchtwaardigheidseisen die niet in de oorspronkelijke CS waren opgenomen ten tijde van de certificering van het ontwerp. In Verordening (EU) 2015/640 van de Commissie (2) zijn dergelijke aanvullende luchtwaardigheidseisen uiteengezet.

(2)

Met ingang van 26 augustus 2023 wordt bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1159 van de Commissie (3) een nieuw punt 26.157 ingevoegd in bijlage I (Deel-26) bij Verordening (EU) 2015/640. Overeenkomstig die bepaling moeten alle in gebruik zijnde grote vliegtuigen die door het Agentschap zijn gecertificeerd en in het commercieel luchtvervoer worden gebruikt, op of na 26 augustus 2023 voldoen aan aanvullende luchtwaardigheidseisen voor de ombouw van vracht- of bagagecompartimenten van klasse D. Uit verdere analyse is echter gebleken dat voor bepaalde types activiteiten, met name zakelijke activiteiten, bepaalde grote vliegtuigen met een lage bezettingsgraad minder risico lopen dat tijdens de vlucht in een vracht- of bagagecompartiment van klasse D een brand ontstaat die zich ontwikkelt tot een onbeheersbare brand. Om te vermijden dat onevenredige en niet-kostenefficiënte lasten worden opgelegd aan de exploitanten van deze vliegtuigtypes, moeten zij worden vrijgesteld van de verplichting om aan punt 26.157 te voldoen.

(3)

Met ingang van 22 juni 2021 heeft het Agentschap de certificeringsspecificaties voor grote vliegtuigen (CS-25) gewijzigd om een nieuwe specificatie in te voeren waarbij vereist wordt dat middelen worden vastgesteld om het risico dat de bandenspanning tijdens het gebruik onder het bruikbare minimum daalt, zo veel mogelijk te beperken. Die nieuwe specificatie is echter alleen van toepassing op grote vliegtuigen waarvoor na 22 juni 2021 ontwerpgoedkeuring is aangevraagd. Aangezien de kans bestaat dat sommige grote vliegtuigen niet aan die nieuwe specificatie voldoen, moeten aanvullende luchtwaardigheidseisen worden ingevoerd. Rekening houdend met de aard en het risico van vluchtuitvoeringen met grote vliegtuigen en om tegelijk in de Unie een hoog en uniform niveau van burgerluchtvaartveiligheid te handhaven, is het evenredig en kostenefficiënt die aanvullende luchtwaardigheidseisen in te voeren voor alle in gebruik zijnde grote vliegtuigen die zijn gebouwd op basis van een reeds door het Agentschap gecertificeerd ontwerp.

(4)

Het Agentschap heeft de certificeringsspecificaties voor kleine draagschroefvliegtuigen (CS-27) en grote draagschroefvliegtuigen (CS-29) gewijzigd om nieuwe specificaties in te voeren voor draagschroefvliegtuigen die bestemd zijn voor gebruik in offshoreactiviteiten. Overeenkomstig de nieuwe specificaties moeten de draagschroefvliegtuigen gecertificeerd zijn voor noodlanding op het water of moeten ze zijn uitgerust met nooddrijfsystemen. Rekening houdend met de aard en het risico van offshoreactiviteiten met helikopters en de noodzaak om een hoog uniform niveau van burgerluchtvaartveiligheid te handhaven in de Unie, is het evenredig en kostenefficiënt om sommige van die specificaties toe te passen op bestaande helikopters die in de Unie worden geëxploiteerd en op helikopters die na de inwerkingtreding van deze verordening zullen worden geproduceerd op basis van een ontwerp dat reeds door het Agentschap is gecertificeerd.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 127 van Verordening (EU) 2018/1139 opgerichte comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EU) 2015/640 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 2 worden de volgende punten c bis), c ter) en c quater) ingevoegd:

“c bis)

“kleine helikopter”: een helikopter waarvan de certificeringsbasis voldoet aan de certificeringsspecificaties voor kleine draagschroefvliegtuigen (CS-27) of gelijkwaardig;

c ter)

“kleine helikopter van categorie A”: een kleine helikopter met alle kenmerken van categorie A, zoals gedefinieerd in punt 17 van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 965/2012, waarvan de certificeringsbasis voldoet aan de aanvullende specificaties die zijn uiteengezet in de certificeringsspecificaties voor grote draagschroefvliegtuigen (CS-29) die van toepassing zijn krachtens de verwijzing in aanhangsel C naar CS-27 of gelijkwaardig;

c quater)

“aangetoonde zeeomstandigheden”: zeeomstandigheden waarvoor de aanvrager van een typecertificaat of aanvullend typecertificaat heeft aangetoond dat het draagschroefvliegtuig bestand is tegen kapseizen, waarop het vervolgens gecertificeerd is met betrekking tot noodlandingen op het water of nooddrijfbepalingen.”.

2)

Bijlage I (Deel-26) wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 9 september 2022, behalve voor:

a)

de punten 2 en 6 van de bijlage, die van toepassing zijn met ingang van 26 augustus 2023;

b)

de punten 4 en 5 van de bijlage met betrekking tot de toevoeging van de punten 26.410, 26.415, 26.420, a) en b), en 26.425 van bijlage I (Deel-26) bij Verordening (EU) 2015/640, die van toepassing zijn met ingang van 9 augustus 2023;

c)

punt 5 van de bijlage met betrekking tot de toevoeging van de punten 26.420, c), en 26.435, a), van bijlage I (Deel-26) bij Verordening (EU) 2015/640, die van toepassing zijn met ingang van 9 augustus 2024;

d)

punt 5 van de bijlage met betrekking tot de toevoeging van punt 26.435, b), van bijlage I (Deel-26) van Verordening (EU) 2015/640, dat van toepassing is met ingang van 9 augustus 2026.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 juli 2022.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)   PB L 212 van 22.8.2018, blz. 1.

(2)  Verordening (EU) 2015/640 van de Commissie van 23 april 2015 betreffende aanvullende luchtwaardigheidsspecificaties voor een bepaald soort vluchtuitvoering en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 965/2012 (PB L 106 van 24.4.2015, blz. 18).

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1159 van de Commissie van 5 augustus 2020 tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1321/2014 en (EU) 2015/640 voor wat de invoering van nieuwe aanvullende luchtwaardigheidsvoorschriften betreft (PB L 257 van 6.8.2020, blz. 14).


BIJLAGE

Bijlage I bij Verordening (EU) 2015/640 (Deel-26) wordt als volgt gewijzigd:

1)

De inhoudsopgave wordt vervangen door:

“INHOUD

SUBDEEL A — ALGEMENE VOORZIENINGEN

26.10

Bevoegde autoriteit

26.20

Tijdelijke niet-functionerende uitrusting

26.30

Bewijs van naleving

SUBDEEL B — GROTE VLIEGTUIGEN

26.50

Zitplaatsen, ligplaatsen, veiligheidsgordels en veiligheidstuigen

26.60

Noodlandingen — dynamische voorwaarden

26.100

Locatie van nooduitgangen

26.105

Toegang tot nooduitgangen

26.110

Aanduiding van nooduitgangen

26.120

Noodverlichting in het interieur en bediening van de noodverlichting

26.150

Interieurs van compartimenten

26.155

Ontvlambaarheid van de bekleding van vrachtcompartimenten

26.156

Thermische of geluidsisolerende materialen

26.157

Ombouw van compartimenten van klasse D

26.160

Toiletten — bescherming tegen brand

26.170

Brandblustoestellen

26.200

Landingsgestel — akoestisch geluidssignaal

26.201

Bandenspanning

26.205

Systemen voor bewustmaking van en waarschuwing voor runway overrun

26.250

Deurbedieningssysteem cockpit — situatie waarbij één bemanningslid zijn taken niet meer kan uitvoeren

26.300

Programma voor blijvende structurele integriteit van verouderende vliegtuigstructuren — algemene eisen

26.301

Nalevingsplan voor houders van (R)TC

26.302

Beoordeling van de vermoeiings- en schadetolerantie

26.303

Beperking van de geldigheid

26.304

Programma voor de preventie en bestrijding van corrosie

26.305

Geldigheid van het programma voor blijvende structurele integriteit

26.306

Vermoeiingskritieke basisstructuur

26.307

Gegevens over schadetolerantie voor bestaande wijzigingen van vermoeiingskritieke structuren

26.308

Schadetolerantie voor bestaande reparaties aan vermoeiingskritieke structuren

26.309

Richtsnoeren voor de beoordeling van reparaties

26.330

Gegevens over schadetolerantie voor bestaande aanvullende typecertificaten (STC’s), andere bestaande belangrijke wijzigingen en bestaande reparaties die gevolgen hebben voor die typecertificaten of wijzigingen

26.331

Nalevingsplan voor houders van STC

26.332

Identificatie van wijzigingen die gevolgen hebben voor vermoeiingskritieke structuren

26.333

Gegevens over schadetolerantie voor STC’s en reparaties van die STC’s die op of na 1 september 2003 zijn goedgekeurd

26.334

Gegevens over schadetolerantie voor STC’s en andere wijzigingen en reparaties van die wijzigingen die vóór 1 september 2003 zijn goedgekeurd

26.370

Taken in verband met blijvende luchtwaardigheid en onderhoudsprogramma van het luchtvaartuig

SUBDEEL C — HELIKOPTERS

26.400

Brandblustoestellen

26.410

Onder water bediende noodbedieningsorganen

26.415

Nooduitgangen onder water

26.420

Nooduitrusting voor vluchten boven water

26.425

Terbeschikkingstelling van aangetoonde zeeomstandigheden

26.430

Schadebestendigheid van een nooddrijfsysteem

26.431

Bepaling van de robuustheid van het ontwerp van nooddrijfsystemen

26.435

Automatische inzet van een nooddrijfsysteem

Aanhangsel 1 — Lijst van vliegtuigmodellen die niet onder sommige bepalingen van bijlage I (Deel-26) vallen”.

2)

Punt 26.157 wordt vervangen door:

“26.157   Ombouw van compartimenten van klasse D

Exploitanten van voor commerciële luchtvervoersactiviteiten gebruikte grote vliegtuigen die op of na 1 januari 1958 zijn gecertificeerd, behalve exploitanten van de in aanhangsel 1, tabel A.1, bij deze bijlage vermelde vliegtuigmodellen, moeten ervoor zorgen dat:

a)

voor vliegtuigen die voor passagiersvluchten worden gebruikt, elk vracht- of bagagecompartiment van klasse D, ongeacht het volume ervan, voldoet aan de certificeringsspecificaties die van toepassing zijn op een compartiment van klasse C;

b)

voor vliegtuigen die alleen voor vrachtvervoer worden gebruikt, elk vrachtcompartiment van klasse D, ongeacht het volume ervan, voldoet aan de certificeringsspecificaties die van toepassing zijn op een compartiment van klasse C of klasse E.”.

(3)

Het volgende punt 26.201 wordt ingevoegd:

“26.201   Bandenspanning

Exploitanten van grote vliegtuigen dienen het risico dat de bandenspanning tijdens de vluchtuitvoering tot onder de minimale bruikbare bandenspanning daalt, tot een minimum te beperken.”.

4)

de titel van subdeel C wordt vervangen door:

“SUBDEEL C — HELIKOPTERS”.

5)

De volgende punten 26.410, 26.415, 26.420, 26.425, 26.430, 26.431 en 26.435 worden toegevoegd:

“26.410   Onder water bediende noodbedieningsorganen

Exploitanten van kleine helikopters en grote helikopters die, overeenkomstig punt CAT.IDE.H.320, a), van bijlage IV bij Verordening (EU) nr. 965/2012 moeten zijn ontworpen voor landingen op het water of gecertificeerd zijn voor noodlandingen op het water, moeten ervoor zorgen dat op alle noodbedieningsorganen die onder water moeten worden bediend, de bedieningsmethode en gele en zwarte strepen zijn gemarkeerd.

26.415   Nooduitgangen onder water

a)

Exploitanten van kleine helikopters en grote helikopters die, overeenkomstig punt CAT.IDE.H.320, a), van bijlage IV bij Verordening (EU) nr. 965/2012 moeten zijn ontworpen voor landingen op het water of gecertificeerd zijn voor noodlandingen op het water, moeten ervoor zorgen dat:

1)

inzittenden gemakkelijk kunnen vaststellen hoe zij alle nooduitgangen onder water kunnen bedienen, teneinde het verlaten van de helikopter in geval van noodlanding op het water of kapseizen te vergemakkelijken;

2)

voor elke eenheid (of deel van een eenheid) van vier passagiersstoelen is een nooduitgang onder water beschikbaar aan weerszijden van de helikopter, tenzij de nooduitgang onder water zo groot is dat twee passagiers gelijktijdig de helikopter kunnen verlaten;

3)

de passagiersstoelen zijn zodanig geplaatst ten opzichte van de in punt 2) bedoelde nooduitgangen onder water dat de passagiers gemakkelijker kunnen ontsnappen wanneer de helikopter kapseist en de cabine onder water loopt.

b)

Exploitanten van kleine helikopters van categorie A en grote helikopters die, overeenkomstig punt CAT.IDE.H.320, a), van bijlage IV bij Verordening (EU) nr. 965/2012 moeten zijn ontworpen voor landingen op het water of gecertificeerd zijn voor noodlandingen op het water, moeten ervoor zorgen dat:

1)

alle nooduitgangen, waaronder nooduitgangen voor de cockpitbemanning, en alle deuren, ramen of andere openingen die geschikt zijn om onder water te ontsnappen, in een noodsituatie kunnen worden gebruikt;

2)

de omtrek van de openingen van alle onderwaternooduitgangen moet in alle lichtomstandigheden gemakkelijk kunnen worden herkend aan de hand van een automatisch middel; die markeringen moeten zodanig ontworpen zijn dat ze zichtbaar blijven als de helikopter kapseist en de cabine onder water komt te liggen.

26.420   Nooduitrusting voor vluchten boven water

a)

Exploitanten van kleine helikopters en grote helikopters die moeten voldoen aan de eisen van punt CAT.IDE.H.300 van bijlage IV, punt NCC.IDE.H.227 van bijlage VI of punt SPO.IDE.H.199 van bijlage VIII bij Verordening (EU) nr. 965/2012, moeten ervoor zorgen dat elk opgeblazen reddingsvlot over een middel beschikt om het dicht bij de helikopter te houden, en over een extra middel dat ervoor zorgt dat het opgeblazen reddingsvlot aan de helikopter vastgemaakt blijft op een afstand die geen gevaar vormt voor het vlot zelf en de personen aan boord. In het geval de helikopter volledig ondergedompeld wordt, worden beide bevestigingsmiddelen voor het vastmaken van het reddingsvlot verbroken vóór de helikopter volledig ondergedompeld wordt, zelfs wanneer het reddingsvlot leeg is.

b)

Exploitanten van kleine helikopters en grote helikopters die, overeenkomstig punt CAT.IDE.H.320, a), van bijlage IV bij Verordening (EU) nr. 965/2012 moeten zijn ontworpen voor landingen op het water of gecertificeerd zijn voor noodlandingen op het water, moeten ervoor zorgen dat er opslagvoorzieningen zijn met één reddingsvest voor elke inzittende van de helikopter; deze voorzieningen moeten eenvoudig bereikbaar zijn voor elke inzittenden terwijl hij neerzit, tenzij de inzittenden ze altijd moeten dragen terwijl zij zich aan boord van de helikopter bevinden.

c)

Exploitanten van grote helikopters die, overeenkomstig punt SPA.HOFO.165, d), van bijlage V bij Verordening (EU) nr. 965/2012, een of meer reddingsvlotten moeten laten installeren, moeten ervoor zorgen ervoor dat de reddingsvlotten:

1)

van op afstand inzetbaar zijn, waarbij de middelen om de reddingsvlotten in te zetten eenvoudig bereikbaar moeten zijn voor de cockpitbemanning, de inzittenden van de passagierscabine en eventuele overlevenden in het water, zowel wanneer de helikopter rechtop drijft als wanneer hij gekapseisd is;

2)

op betrouwbare wijze kunnen worden ingezet in elke redelijkerwijs te voorziene drijvende stand van de helikopter, en in de aangetoonde zeeomstandigheden voor bestendigheid tegen kapseizen.

26.425   Terbeschikkingstelling van aangetoonde zeeomstandigheden

a)

Een houder van een typecertificaat voor een kleine helikopter of een grote helikopter dient ervoor te zorgen dat de aangetoonde zeeomstandigheden voor bestendigheid tegen kapseizen en alle bijbehorende informatie met betrekking tot de certificering voor noodlandingen op het water of nooddrijfvoorzieningen worden opgenomen in het vlieghandboek voor draagschroefvliegtuigen en aan alle exploitanten worden verstrekt.

b)

Een houder van een aanvullend typecertificaat voor een nooddrijfsysteem dat geïnstalleerd is op een kleine helikopter of een grote helikopter dient ervoor te zorgen dat de aangetoonde zeeomstandigheden voor bestendigheid tegen kapseizen en alle bijbehorende informatie met betrekking tot de certificering voor noodlandingen op het water of nooddrijfvoorzieningen worden opgenomen in het vlieghandboek voor draagschroefvliegtuigen en aan alle exploitanten worden verstrekt.

26.430   Schadebestendigheid van een nooddrijfsysteem

a)

Exploitanten van kleine helikopters of grote helikopters waarvan het eerste individuele luchtwaardigheidscertificaat is afgegeven op of na 9 augustus 2025 en die overeenkomstig punt CAT.IDE.H.320, a), van bijlage IV bij Verordening (EU) nr. 965/2012 moeten zijn ontworpen voor landingen op het water of moeten zijn gecertificeerd voor noodlandingen op het water, dienen ervoor te zorgen dat, als de helikopter een opgeborgen nooddrijfsysteem bevat, dit systeem, voor zover praktisch mogelijk, zodanig is ontworpen dat de eventuele gevolgen van schade door de schok op het water voor de succesvolle ontplooiing en bevestiging van het systeem tot een minimum worden beperkt.

b)

Exploitanten van kleine helikopters of grote helikopters met opgeborgen nooddrijfsystemen die voor het eerst zijn geïnstalleerd op of na 9 augustus 2025 en die overeenkomstig punt CAT.IDE.H.320, a), van bijlage IV bij Verordening (EU) nr. 965/2012 moeten zijn gecertificeerd voor noodlandingen op het water, dienen ervoor te zorgen dat deze systemen, voor zover praktisch mogelijk, zodanig zijn ontworpen dat de eventuele gevolgen van schade door de schok op het water voor de succesvolle ontplooiing en bevestiging van de systemen tot een minimum worden beperkt.

26.431   Bepaling van de robuustheid van het ontwerp van nooddrijfsystemen

a)

Een exploitant van een kleine helikopter of grote helikopter die overeenkomstig punt CAT.IDE.H.320, a), van bijlage IV bij Verordening (EU) nr. 965/2012 moet zijn ontworpen voor landingen op het water of moet zijn gecertificeerd voor noodlandingen op het water, kan de in punt b) bedoelde persoon verzoeken de in punt c) bedoelde diensten te verlenen, voor zover de volgende voorwaarden allebei zijn vervuld:

1)

de exploitant moet aantonen dat hij voldoet aan punt 26.430 van deze bijlage;

2)

de robuustheid van het nooddrijfsysteem in het geval van schok op het water is niet aangetoond als onderdeel van het typecertificaat of aanvullend typecertificaat van die helikopter.

b)

De volgende persoon verleent de in punt c) bedoelde diensten:

1)

de houder van het typecertificaat, als het nooddrijfsysteem deel uitmaakt van het typeontwerp;

2)

de houder van het aanvullend typecertificaat, als het nooddrijfsysteem gecertificeerd is aan de hand van een aanvullend typecertificaat.

c)

De in punt b) bedoelde persoon moet:

1)

nagaan of de gevolgen van eventuele schade door een schok op het water voor de succesvolle ontplooiing en bevestiging van het nooddrijfsysteem voor zover praktisch mogelijk tot een minimum worden beperkt;

2)

nagaan of in het ontwerp van het nooddrijfsysteem rekening is gehouden met de in punt c), 1), bedoelde gevolgen;

3)

een beoordeling aan de exploitant verstrekken.

26.435   Automatische inzet van een nooddrijfsysteem

a)

Exploitanten van kleine helikopters die overeenkomstig punt CAT.IDE.H.320, a), van bijlage IV bij Verordening (EU) nr. 965/2012 moeten worden ontworpen voor landingen op het water of worden gecertificeerd voor noodlandingen op het water, moeten ervoor zorgen dat, indien tijdens de vlucht een nooddrijfsysteem is geïnstalleerd en opgeborgen, het automatisch wordt ingezet na contact met het water.

b)

Exploitanten van kleine helikopters van categorie A en grote helikopters die, overeenkomstig punt CAT.IDE.H.320, a), van bijlage IV bij Verordening (EU) nr. 965/2012 moeten zijn ontworpen voor landingen op het water of gecertificeerd zijn voor noodlandingen op het water, moeten ervoor zorgen dat, indien tijdens de vlucht een nooddrijfsysteem is geïnstalleerd en opgeborgen, het automatisch wordt ingezet na contact met het water en dit niet afhankelijk is van een actie van de piloot tijdens de vlucht.”.

6)

Aanhangsel 1 wordt vervangen door:

“Aanhangsel 1

Lijst van vliegtuigmodellen die niet onder sommige bepalingen van bijlage I (Deel-26) vallen

Tabel A.1

TC-houder

Type

Modellen

Serienummer van de fabrikant

Bepalingen van bijlage I (Deel-26) die NIET van toepassing zijn

The Boeing Company

707

Alle

 

26.301 tot en met 26.334

The Boeing Company

720

Alle

 

26.301 tot en met 26.334

The Boeing Company

DC-10

DC-10-10

DC-10-30

DC-10-30F

Alle

26.301 tot en met 26.334

The Boeing Company

DC-8

Alle

 

26.301 tot en met 26.334

The Boeing Company

DC-9

DC-9-11,

DC-9-12,

DC-9-13,

DC-9-14,

DC-9-15,

DC-9-15F,

DC-9-21,

DC-9-31,

DC-9-32,

DC-9-32 (VC-9C),

DC-9-32F,

DC-9-32F (C-9A, C-9B),

DC-9-33F,

DC-9-34,

DC-9-34F,

DC-9-41,

DC-9-51

Alle

26.301 tot en met 26.334

The Boeing Company

MD-90

MD-90-30

Alle

26.301 tot en met 26.334

FOKKER SERVICES B.V.

F27

Mark 100, 200, 300, 400, 500, 600, 700

Alle

26.301 tot en met 26.334

FOKKER SERVICES B.V.

F28

Mark 1000, 1000C, 2000, 3000, 3000C, 3000R, 3000RC, 4000

Alle

26.301 tot en met 26.334

GULFSTREAM AEROSPACE CORP.

G-159

G-159 (Gulfstream I)

Alle

26.301 tot en met 26.334

GULFSTREAM AEROSPACE CORP.

G-II_III_IV_V

G-1159A (GIII)

G-1159B (GIIB)

G-1159 (GII)

Alle

26.301 tot en met 26.334

KELOWNA FLIGHTCRAFT LTD.

CONVAIR 340/440

440

Alle

26.301 tot en met 26.334

LEARJET INC.

Learjet 24/25/31/36/35/55/60

24, 24A, 24B, 24B-A, 24D, 24D-A, 24F, 24F-A, 25, 25B, 25C, 25D, 25F

Alle

26.301 tot en met 26.334

LOCKHEED MARTIN CORPORATION

1329

Alle

 

26.301 tot en met 26.334

LOCKHEED MARTIN CORPORATION

188

Alle

 

26.301 tot en met 26.334

LOCKHEED MARTIN CORPORATION

382

382, 382B, 382E, 382F, 382G

Alle

26.301 tot en met 26.334

LOCKHEED MARTIN CORPORATION

L-1011

Alle

 

26.301 tot en met 26.334

PT. DIRGANTARA INDONESIA

CN-235

Alle

 

26.301 tot en met 26.334

SABRELINER CORPORATION

NA-265

NA-265-65

Alle

26.301 tot en met 26.334

VIKING AIR LIMITED

SD3

SD3-30

Sherpa

SD3 Sherpa

Alle

26.301 tot en met 26.334

VIKING AIR LIMITED

DHC-7

Alle

 

26.301 tot en met 26.334

VIKING AIR LIMITED

CL-215

CL-215-6B11

Alle

26.301 tot en met 26.334

TUPOLEV PUBLIC STOCK COMPANY

TU-204

204-120CE

Alle

26.301 tot en met 26.334

AIRBUS

A320 series

A320-251N, A320-271N

10033, 10242, 10281 en 10360

26.60

AIRBUS

A321 series

A321-271NX

10257, 10371 en 10391

26.60

AIRBUS

A330 series

A330-243, A330-941

1844, 1861, 1956, 1978, 1982, 1984, 1987, 1989, 1998, 2007, 2008 en 2011

26.60

ATR-GIE Avions de Transport Régional

ATR 72 series

ATR72-212A

1565, 1598, 1620, 1629, 1632, 1637, 1640, 1642, 1649, 1657, 1660, 1661

26.60

The Boeing Company

737 series

737-8 en 737-9

43299, 43304, 43305, 43310, 43321, 43322, 43332, 43334, 43344, 43348, 43391, 43579, 43797, 43798, 43799, 43917,

43918, 43919, 43921, 43925, 43927, 43928, 43957, 43973,

43974, 43975, 43976, 44867, 44868, 44873, 60009, 60010, 60040, 60042, 60056, 60057,

60058, 60059, 60060, 60061, 60063, 60064, 60065, 60066, 60068, 60194, 60195, 60389, 60434, 60444, 60455, 61857, 61859, 61862, 61864, 62451, 62452, 62453, 62454, 62533, 63358, 63359, 63360, 64610, 64611, 64612, 62613, 64614, 65899, 66147, 66148, 66150

26.60

GULFSTREAM AEROSPACE LP.

Gulfstream G100 series

1125 Astra

1125 Astra SP

G100/Astra SPX

Alle

26.157

GULFSTREAM AEROSPACE LP.

Gulfstream G100 series

Gulfstream G150

Alle

26.157

GULFSTREAM AEROSPACE LP.

GALAXY G200 series

Gulfstream 200/Galaxy

Alle

26.157

TEXTRON AVIATION INC.

650 series

650

Alle

26.157

TEXTRON AVIATION INC.

Cessna 500/550/S550/560/560XL series

500

550

560

560XL

S550

Alle

26.157

TEXTRON AVIATION INC.

Hawker Series

BAe.125 Series

Hawker 750

Hawker 800XP

Alle

26.157

TEXTRON AVIATION INC.

CESSNA 750 (Citation X) series

750

Alle

26.157


Top