Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32022R1092

    Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1092 van de Commissie van 30 juni 2022 tot vaststelling van technische specificaties van gegevensvereisten voor het onderwerp “Innovatie” overeenkomstig Verordening (EU) 2019/2152 van het Europees Parlement en de Raad (Voor de EER relevante tekst)

    C/2022/4453

    PB L 176 van 1.7.2022, p. 10–20 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2022/1092/oj

    1.7.2022   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 176/10


    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2022/1092 VAN DE COMMISSIE

    van 30 juni 2022

    tot vaststelling van technische specificaties van gegevensvereisten voor het onderwerpInnovatieovereenkomstig Verordening (EU) 2019/2152 van het Europees Parlement en de Raad

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) 2019/2152 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende Europese bedrijfsstatistieken en tot intrekking van tien rechtshandelingen op het gebied van bedrijfsstatistieken (1), en met name artikel 7, lid 1,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Om elk kalenderjaar, overeenkomstig bijlage II bij Verordening (EU) 2019/2152, gegevens over het in bijlage I bij die verordening vermelde onderwerp “Innovatie” te produceren en aan de Commissie toe te zenden, die tussen de lidstaten vergelijkbaar zijn, en om de correcte uitvoering van het onderwerp “Innovatie” op basis van geharmoniseerde concepten te waarborgen, kan de Commissie variabelen, de meeteenheid, de statistische populatie, classificaties en uitsplitsingen, het gebruik van benaderingen en kwaliteitseisen, de uiterste termijn voor de indiening van de gegevens en de eerste referentieperiode specificeren.

    (2)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor het Europees statistisch systeem,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Voor het onderwerp “Innovatie” als bedoeld in bijlage I bij Verordening (EU) 2019/2152 dienen de lidstaten bij de Commissie (Eurostat) de gegevens voor de referentieperiode in overeenkomstig de bijlagen I, II en III bij deze verordening.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 30 juni 2022.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Ursula VON DER LEYEN


    (1)  PB L 327 van 17.12.2019, blz. 1.


    BIJLAGE I

    In te dienen gegevens

    Variabelen

    Zoals aangegeven in bijlage II

    Meeteenheid

    Zoals aangegeven in bijlage II

    Statistische populatie

    Alle ondernemingen met economische activiteit in de NACE-secties B, C, D, E, H, J en K en de afdelingen 46, 71, 72 of 73 met 10 of meer werknemers en zelfstandigen in de referentieperiode (1).

    Uitsplitsingen

    Gegevensreeksen zoals gespecificeerd in bijlage II (uitsplitsingen naar variabelen) en bijlage III (uitsplitsingen naar ondernemingen)

    Gebruik van benaderingen en kwaliteitseisen

    Statistische eenheid “onderneming”

    Wanneer de rapporterende eenheid deel van een onderneming is, kunnen de lidstaten passende statistische werkwijzen gebruiken om gegevens voor de statistische eenheid “onderneming” te produceren en aan Eurostat toe te zenden. De werkwijze wordt beschreven in de metagegevens en de kwaliteitsrapportage.

    Coherentie met het nationale ondernemingsregister

    De lidstaten beoordelen de coherentie tussen de verzamelde gegevens en de informatie die beschikbaar is in de nationale ondernemingsregisters als bedoeld in artikel 8, lid 2, van Verordening (EU) 2019/2152, ten minste voor de variabelen “Aantal ondernemingen”, “Werknemers en zelfstandigen in de onderneming”, “Totale omzet van de onderneming” en “Leeftijd van de onderneming”. De lidstaten rapporteren de resultaten van de beoordeling in de metagegevens en de kwaliteitsrapportage.

    Termijn voor de indiening van gegevens

    Definitieve en gevalideerde gegevens: T + 18 maanden na het referentiejaar

    Eerste referentiejaar

    2022


    (1)  Volgens bijlage II bij Verordening (EU) 2019/2152 (onderwerp “Innovatie”) is de referentieperiode de periode van drie jaar vóór het einde van elk kalenderjaar, d.w.z. de periode die bestaat uit de twee jaren voorafgaand aan het referentiejaar en het referentiejaar.


    BIJLAGE II

    Gegevensreeksen

    Naam van de variabele

    Categorieën van uitsplitsingen naar variabelen

    Categorie ondernemingen/

    Uitsplitsing (en) naar ondernemingen/ (1)/

    Meeteenheid

    Invoering van productinnovatie tijdens de referentieperiode (2)

    Invoering van nieuwe of verbeterde

    1)

    goederen

    2)

    diensten

    Alle ondernemingen/

    DA/

    Incidentie (aantal ondernemingen)

    Invoering, tijdens de referentieperiode, van productinnovatie die nieuw was op de markt

    Invoering van nieuwe of verbeterde goederen of diensten die:

    1)

    niet eerder door concurrenten werden aangeboden

    2)

    identiek of zeer vergelijkbaar waren met producten die reeds door concurrenten werden aangeboden

    Ondernemingen met productinnovatie/

    DA/

    Incidentie (aantal ondernemingen)

    Omzet uit innovatieve producten in het referentiejaar

    Omzet uit producten die

    1)

    tijdens de referentieperiode werden ingevoerd en die niet eerder door concurrenten werden aangeboden

    2)

    tijdens de referentieperiode werden ingevoerd en die identiek of zeer vergelijkbaar waren met producten die reeds door concurrenten werden aangeboden

    3)

    tijdens de referentieperiode niet of slechts marginaal zijn gewijzigd

    Ondernemingen met productinnovatie/

    DA; ICC/

    Incidentie (aantal ondernemingen), in duizend EUR

    Ontwikkelaar van productinnovaties die tijdens de referentieperiode zijn ingevoerd

    Productinnovaties ontwikkeld door:

    1)

    de onderneming alleen

    2)

    de onderneming samen met andere ondernemingen of organisaties

    3)

    de onderneming door aanpassing of wijziging van producten die oorspronkelijk door andere ondernemingen of organisaties zijn ontwikkeld

    4)

    andere ondernemingen of organisaties

    Ondernemingen met productinnovatie/

    DA/

    Incidentie (aantal ondernemingen)

    Invoering van innovatie van bedrijfsprocessen tijdens de referentieperiode

    Invoering van nieuwe of verbeterde processen:

    1)

    methoden voor de productie of ontwikkeling van goederen of voor de verrichting van diensten

    2)

    logistiek, leverings- of distributiemethoden

    3)

    methoden voor informatieverwerking of communicatie

    4)

    methoden voor boekhouden of andere administratieve verrichtingen

    5)

    handelspraktijken voor het organiseren van procedures of externe betrekkingen

    6)

    methoden voor de organisatie van de werkverantwoordelijkheid, besluitvorming of personeelsbeheer

    7)

    marketingmethoden voor promotie-, verpakkings-, prijsstellings-, productplaatsing of service na verkoop

    Alle ondernemingen/

    DA/

    Incidentie (aantal ondernemingen)

    Ontwikkelaar van innovaties van bedrijfsprocessen die tijdens de referentieperiode zijn ingevoerd

    Innovaties van bedrijfsprocessen ontwikkeld door:

    1)

    de onderneming alleen

    2)

    de onderneming samen met andere ondernemingen of organisaties

    3)

    de onderneming door aanpassing of wijziging van bedrijfsprocessen die oorspronkelijk door andere ondernemingen of organisaties zijn ontwikkeld

    4)

    andere ondernemingen of organisaties

    Ondernemingen met innovatie van bedrijfsprocessen/

    DA/

    Incidentie (aantal ondernemingen)

    Innovatie van het bedrijfsmodel tijdens de referentieperiode (facultatieve variabele)

    Fundamentele wijzigingen:

    1)

    van de waarde die producten/diensten creëren voor klanten

    2)

    in de wijze waarop de inkomsten worden verkregen

    3)

    in de productie en levering van producten

    4)

    in de relatie met de klanten

    5)

    in de relatie met leveranciers of samenwerkingspartners

    Alle ondernemingen/

    DA; ICC (facultatief)/

    Incidentie (aantal ondernemingen)

    Innovatieactiviteiten tijdens de referentieperiode

    O & O-activiteiten:

    1)

    intern O & O, waarvan 2) en 3)

    2)

    doorlopend

    3)

    incidenteel

    4)

    uitbesteding van O & O

    Innovatieactiviteiten die tijdens de referentieperiode niet tot de invoering van een innovatie hebben geleid:

    5)

    nog lopende aan het einde van het referentiejaar

    6)

    afgebroken of geschorst

    7)

    voltooid, maar leidt niet tot de invoering van een innovatie

    Alle ondernemingen/

    DA/

    Incidentie (aantal ondernemingen)

    Uitgaven voor innovatieactiviteiten in het referentiejaar

    Uitgaven voor innovatie:

    (1 t/m 3 verplicht, 4 t/m 7 facultatief)

    1)

    O & O intern verricht

    2)

    O & O uitbesteed

    3)

    alle overige uitgaven voor innovatie, waarvan 4) t/m 7)

    4)

    eigen personeel dat werkt aan innovatie

    5)

    diensten, materialen, van anderen aangekochte goederen voor innovatie

    6)

    kapitaalgoederen voor innovatie

    7)

    overige uitgaven voor innovatie

    Ondernemingen met innovatieactiviteiten/

    DA/

    in duizend EUR

    Redenen om tijdens de referentieperiode geen innovatieactiviteiten meer te verrichten

    1)

    Gebrek aan middelen, bv. gebrek aan financiering, gekwalificeerd personeel, materiaal

    2)

    Andere redenen dan een gebrek aan middelen, bv. strategische redenen; niet het juiste moment om te innoveren; andere prioriteiten; risico’s te hoog; lage rendementsverwachtingen

    3)

    Geen behoefte aan meer innovatieactiviteiten

    Ondernemingen met innovatieactiviteiten/

    DA; ICC/

    Incidentie (aantal ondernemingen)

    Redenen om tijdens de referentieperiode helemaal geen innovatieactiviteiten te verrichten

    1)

    Gebrek aan middelen, bv. gebrek aan financiering, gekwalificeerd personeel, materiaal

    2)

    Andere redenen dan een gebrek aan middelen, bv. strategische redenen; niet het juiste moment om te innoveren; andere prioriteiten; risico’s te hoog; lage rendementsverwachtingen

    3)

    Geen behoefte aan innovatieactiviteiten

    Ondernemingen zonder innovatieactiviteiten/

    DA; ICC/

    Incidentie (aantal ondernemingen)

    Intellectuele-eigendomsrechten (facultatieve variabele)

    1)

    Aanvraag voor een octrooi

    2)

    Registratie van een recht van industrieel ontwerp

    3)

    Registratie van een handelsmerk

    4)

    Inroepen van een auteursrecht

    5)

    Gebruik van bedrijfsgeheimen

    6)

    Licenties verlenen voor eigen intellectuele-eigendomsrechten (IER’s)

    7)

    Eigen intellectuele-eigendomsrechten verkopen (of overdragen) aan anderen

    8)

    Intellectuele-eigendomsrechten uitwisselen (gezamenlijk gebruik, wederkerige licenties etc.)

    Alle ondernemingen/

    DA; ICC (facultatief)/

    Incidentie (aantal ondernemingen)

    Omstandigheden waarmee de onderneming tijdens de referentieperiode werd geconfronteerd (facultatieve variabele)

    Concurrentieomgeving wordt gekenmerkt door:

    1)

    goederen of diensten zijn snel verouderd

    2)

    toekomstige technologische ontwikkelingen zijn moeilijk te voorspellen

    3)

    goederen of diensten van de concurrenten zijn gemakkelijk te vervangen voor die van de onderneming

    4)

    de toetreding van nieuwe concurrenten vormt een ernstige bedreiging voor de marktpositie van de ondernemingen

    5)

    het gedrag van de concurrenten is moeilijk te voorspellen

    6)

    de veranderingen in de vraag zijn moeilijk te voorspellen

    7)

    sterke concurrentie vanuit het buitenland

    8)

    prijsstijgingen leiden tot verlies van klanten

    Alle ondernemingen/

    DA; ICC (facultatief)/

    Incidentie (aantal ondernemingen) volgens de Likert-schaal:

    Volledig van toepassing

    Enigszins van toepassing

    Zeer weinig van toepassing

    In het geheel niet van toepassing

    Belang van strategieën tijdens de referentieperiode voor de economische prestaties van de onderneming (facultatieve variabele)

    Voornaamste aandachtsgebieden:

    1)

    verbetering van bestaande goederen of diensten

    2)

    invoering van nieuwe goederen of diensten

    3)

    lage prijzen (prijsleiderschap)

    4)

    hoge kwaliteit (kwaliteitsleiderschap)

    5)

    brede waaier van goederen of diensten

    6)

    één of een klein aantal belangrijke waren of diensten

    7)

    bestaande klanten tevredenstellen

    8)

    nieuwe klanten benaderen

    9)

    gestandaardiseerde goederen of diensten

    10)

    klantspecifieke oplossingen

    Alle ondernemingen/

    DA; ICC (facultatief)/

    Incidentie (aantal ondernemingen) volgens de Likert-schaal:

    Hoog

    Gemiddeld

    Laag

    Niet van toepassing

    Maatwerk en cocreatie tijdens de referentieperiode (facultatieve variabele)

    Aanbod van goederen of diensten:

    1)

    gecreëerd in samenspraak met gebruikers (cocreatie)

    2)

    speciaal ontworpen en ontwikkeld om tegemoet te komen aan de behoeften van bepaalde gebruikers (maatwerk)

    3)

    op dezelfde wijze voor verschillende gebruikers (gestandaardiseerde goederen of diensten)

    Alle ondernemingen/

    DA; ICC (facultatief)/

    Incidentie (aantal ondernemingen)

    Samenwerking met andere ondernemingen of organisaties tijdens de referentieperiode

    Samenwerking op het gebied van:

    1)

    O & O

    2)

    andere innovatieactiviteiten (met uitzondering van O & O)

    3)

    overige zakelijke dienstverlening

    Samenwerking op het gebied van O & O of andere innovatieactiviteiten met samenwerkingspartners:

    4)

    uit de bedrijfssector

    5)

    buiten het bedrijfsleven

    Alle ondernemingen/

    DA; ICC/

    Incidentie (aantal ondernemingen)

    Gedetailleerd type innovatiesamenwerkingspartner naar locatie tijdens de referentieperiode (facultatieve variabele)

    Samenwerkingspartners uit het bedrijfsleven (omvat 1 tot en met 6)

    1)

    consultants, commerciële laboratoria of particuliere onderzoeksinstituten

    2)

    leveranciers van apparatuur, materialen, componenten of software

    3)

    cliënten of klanten

    4)

    concurrenten

    5)

    andere

    Samenwerkingspartners uit de eigen ondernemingengroep:

    6)

    ondernemingen binnen de eigen ondernemingengroep

    Samenwerkingspartners buiten het bedrijfsleven (omvat 7 tot en met 10):

    7)

    universiteiten of andere instellingen voor hoger onderwijs

    8)

    staats-of overheidsinstellingen voor onderzoek

    9)

    cliënten of klanten uit de publieke sector

    10)

    non-profitorganisaties

    Voor elke partner: gevestigd te:

    11)

    eigen land

    12)

    andere EU- of EVA-landen

    13)

    alle overige landen

    Ondernemingen met samenwerkingsverbanden op het gebied van innovatie/

    DA; ICC (facultatief)/

    Incidentie (aantal ondernemingen)

    Toegang tot financiering tijdens de referentieperiode

    Soort financiering:

    1)

    Financiering met eigen vermogen

    2)

    Schuldfinanciering

    Voor elk type financiering:

    3)

    mislukte poging om te verkrijgen

    4)

    verkregen

    5)

    geheel of gedeeltelijk verkregen en gebruikt voor O & O of andere innovatieactiviteiten

    Alle ondernemingen/

    DA; ICC/

    Incidentie (aantal ondernemingen)

    Financiële overheidssteun van verschillende overheidsniveaus tijdens de referentieperiode

    Financiële overheidssteun door:

    1)

    lokale of regionale autoriteiten

    2)

    nationale overheid

    3)

    EU-programma voor onderzoek en innovatie (Horizon 2020, Horizon Europa)

    4)

    andere financiële steun van een instelling van de Europese Unie

    Voor elk type financiële overheidssteun:

    5)

    verkregen

    6)

    geheel of gedeeltelijk verkregen en gebruikt voor O & O of andere innovatieactiviteiten

    Alle ondernemingen/

    DA; ICC/

    Incidentie (aantal ondernemingen)

    Fiscale prikkels of tegemoetkomingen tijdens de referentieperiode (facultatieve variabele)

    Gebruik van belastingkredieten of -tegemoetkomingen voor:

    1)

    O & O of andere innovatieactiviteiten

    2)

    alle andere soorten activiteiten

    Alle ondernemingen/

    DA; ICC (facultatief)/

    Incidentie (aantal ondernemingen)

    Belang van factoren die verband houden met klimaatverandering tijdens de referentieperiode (facultatieve variabele)

    Factoren die verband houden met klimaatverandering:

    1)

    beleid of maatregelen van de overheid in verband met klimaatverandering

    2)

    toenemende vraag van klanten naar producten die bijdragen tot matiging van of aanpassing aan klimaatverandering (bv. koolstofarme producten)

    3)

    hogere kosten of inputprijzen als gevolg van klimaatverandering (bv. hogere verzekeringspremies, hogere prijzen voor water, aanpassing van processen of faciliteiten)

    4)

    effecten van extreme weersomstandigheden (bv. schade/verstoringen)

    Alle ondernemingen/

    DA; ICC (facultatief)/

    Incidentie (aantal ondernemingen) volgens de Likert-schaal:

    Hoog

    Gemiddeld

    Laag

    Niet van toepassing

    Innovaties met milieuvoordelen tijdens de referentieperiode

    Binnen de onderneming behaalde milieuvoordelen:

    1)

    lager materiaal- of waterverbruik per eenheid van output

    2)

    lager energieverbruik of geringere “CO2-voetafdruk” (d.w.z. geringere totale CO2-uitstoot)

    3)

    minder lucht-, water- of bodemverontreiniging of licht- of geluidshinder

    4)

    een deel van de materialen vervangen door producten die minder vervuilend of gevaarlijk zijn

    5)

    fossiele energie gedeeltelijk vervangen door hernieuwbare energiebronnen

    6)

    gerecycleerd afval, water of materiaal voor eigen gebruik of verkoop

    7)

    bescherming van de biodiversiteit

    Milieuvoordelen die worden behaald tijdens het verbruik of gebruik van een goed of een dienst door de eindgebruiker:

    8)

    lager energieverbruik of geringere “CO2-voetafdruk”

    9)

    minder lucht-, water- of bodemverontreiniging of licht- of geluidshinder

    10)

    vlottere recycling van producten na gebruik

    11)

    langere levensduur van het product door langer meegaande, duurzamere of gemakkelijker te repareren producten

    12)

    bescherming van de biodiversiteit

    Alle ondernemingen/

    DA; ICC (facultatief)/

    Incidentie (aantal ondernemingen) naar bijdrage aan milieubescherming is

    significant

    verwaarloosbaar

    Belang van factoren die innovatie met milieuvoordelen tijdens de referentieperiode (facultatieve variabele) bespoedigen

    Bespoedigende factoren:

    1)

    bestaande milieuvoorschriften

    2)

    bestaande milieubelastingen, -heffingen of -premies

    3)

    milieuvoorschriften of -belastingen die in de toekomst worden verwacht

    4)

    overheidstoelagen, -subsidies of andere financiële stimulansen voor milieu-innovaties

    5)

    huidige of verwachte marktvraag naar milieu-innovaties

    6)

    verbetering van de reputatie van de onderneming

    7)

    vrijwillige acties of initiatieven voor goede milieupraktijken in de sector

    8)

    hoge kosten van energie, water of materialen

    9)

    noodzaak om te voldoen aan de eisen voor overheidsopdrachten

    Ondernemingen met innovaties met milieuvoordelen/

    DA; ICC (facultatief)/

    Incidentie (aantal ondernemingen) volgens de Likert-schaal:

    Hoog

    Gemiddeld

    Laag

    Niet van toepassing

    Aankoop van innovatieve machines, apparatuur of software tijdens de referentieperiode (facultatieve variabele)

    Aankoop van machines, apparatuur of software op basis van

    1)

    dezelfde of verbeterde technologie die reeds in de onderneming werd gebruikt

    2)

    nieuwe technologie die nog niet in de onderneming werd gebruikt

    Alle ondernemingen/

    DA; ICC (facultatief)/

    Incidentie (aantal ondernemingen)

    Ondernemingen

    Jaar:

    (verplicht: 1; facultatief: 2)

    1)

    in het referentiejaar

    2)

    in het jaar twee jaar vóór het referentiejaar

    Alle ondernemingen/

    DA; ICC; SG/

    Aantal ondernemingen

    Werknemers en zelfstandigen in de onderneming

    Jaar:

    (verplicht: 1; facultatief: 2)

    1)

    in het referentiejaar

    2)

    in het jaar twee jaar vóór het referentiejaar

    Alle ondernemingen/

    DA; ICC; SG/

    Aantal werknemers en zelfstandigen

    Personen met een hogeronderwijsdiploma die in het referentiejaar in de onderneming werkzaam waren (facultatieve variabele)

    1)

    0 %

    2)

    1 % tot 5 %

    3)

    5 % tot 10 %

    4)

    10 % tot 25 %

    5)

    25 % tot 50 %

    6)

    50 % tot 75 %

    7)

    75 % of meer

    Alle ondernemingen/

    DA; ICC (facultatief)/

    Incidentie (aantal ondernemingen)

    Totale omzet van de onderneming

    Jaar:

    (verplicht: 1; facultatief: 2)

    1)

    in het referentiejaar

    2)

    in het jaar twee jaar vóór het referentiejaar

    Alle ondernemingen/

    DA; ICC; SG/

    in duizend EUR

    Omzet naar locatie van de klanten in het referentiejaar (facultatieve variabele)

    Klanten gevestigd in

    1)

    eigen land

    2)

    andere EU- en EVA-landen

    3)

    overige landen

    Alle ondernemingen/

    DA; ICC (facultatief)/

    Incidentie (aantal ondernemingen), in duizend EUR

    Totale uitgaven van de onderneming in het referentiejaar (facultatieve variabele)

    Totale uitgaven voor:

    1)

    aankoop van machines, uitrusting, gebouwen en andere materiële activa

    2)

    marketing, merkprofilering, reclame

    3)

    opleiding van eigen personeel

    4)

    productontwerp

    5)

    softwareontwikkeling, databasewerkzaamheden en gegevensanalyse

    6)

    registreren, deponeren en monitoren van eigen intellectuele-eigendomsrechten (IER’s) en het aankopen of in licentie geven van intellectuele-eigendomsrechten van anderen

    Alle ondernemingen/

    DA; ICC (facultatief)/

    in duizend EUR

    Leeftijd van de onderneming in het referentiejaar

    Onderneming gevestigd

    1)

    in 2020 of daarna

    2)

    in 2018 of 2019

    3)

    tussen 2014 en 2017

    4)

    2013 of eerder

    Alle ondernemingen/

    DA; ICC/

    Incidentie (aantal ondernemingen)

    Soort ondernemingsgroep in het referentiejaar (facultatieve variabele)

    Onderneming maakt:

    1)

    geen deel uit van een ondernemingsgroep

    2)

    deel uit van een ondernemingsgroep

    Voor 2), hoofdkantoor gevestigd in:

    3)

    eigen land, waarvan 4) en 5)

    4)

    met alle ondernemingen van die groep die in het land zijn gevestigd

    5)

    elk ander land

    Alle ondernemingen/

    DA; ICC (facultatief)/

    Incidentie (aantal ondernemingen), Naam van het land

    Activiteiten met één of meer ondernemingen van de ondernemingsgroep tijdens de referentieperiode (facultatieve variabele)

    Instroom vanuit andere ondernemingen naar de ondernemingsgroep:

    1)

    technische kennis verwerven

    2)

    financiële middelen ontvangen

    3)

    personeelsleden ontvangen

    4)

    inkopen van bedrijfsactiviteiten

    Uitstroom naar andere ondernemingen in de ondernemingsgroep:

    5)

    overdracht van technische kennis

    6)

    overdracht van financiële middelen

    7)

    overplaatsing van personeel

    8)

    uitbesteding van bedrijfsactiviteiten

    Ondernemingen die deel uitmaken van een ondernemingsgroep/

    DA; ICC (facultatief)/

    Incidentie (aantal ondernemingen) naar

    andere onderneming in het land

    andere ondernemingen in het buitenland

    Financiering in de vorm van intragroepsleningen tijdens de referentieperiode (facultatieve variabele)

    Financiering door intragroepsleningen:

    1)

    mislukte poging om te verkrijgen

    2)

    verkregen

    3)

    geheel of gedeeltelijk verkregen en gebruikt voor O & O of andere innovatieactiviteiten

    Ondernemingen die deel uitmaken van een ondernemingsgroep/

    DA; ICC (facultatief)/

    Incidentie (aantal ondernemingen)


    (1)  Zie bijlage III voor de betekenis van de afkortingen.

    (2)  Volgens bijlage II bij Verordening (EU) 2019/2152 (onderwerp “Innovatie”) is de referentieperiode de periode van drie jaar vóór het einde van elk kalenderjaar, d.w.z. de periode die bestaat uit de twee jaren voorafgaand aan het referentiejaar en het referentiejaar.


    BIJLAGE III

    Uitsplitsingen naar ondernemingen

    Uitsplitsing naar ondernemingen

    Code

    Categorieën van uitsplitsingen naar ondernemingen

    Gedetailleerde activiteit: Economische activiteit (hoge mate van gedetailleerdheid), grootteklasse, innovatiestatus

    DA (1)

    Gecombineerde uitsplitsing naar economische activiteit (gedetailleerd), grootteklasse van het aantal werknemers (som van werknemers en zelfstandigen) en innovatiestatus

    Uitsplitsing naar activiteit:

    NACE-aggregaten van secties en afdelingen, alsmede secties en afdelingen: B+C+D+E+46+H+J+K+71 + 72 + 73, B+C+D+E, B, C, 10 + 11 + 12, 13 + 14 + 15, 16 + 17 + 18, 19 + 20 + 21, 22 + 23, 24 + 25, 26 + 27 + 28, 29 + 30, 31 + 32 + 33, D, E, 36 + 37; 38 + 39, 46+H+J+K+71 + 72 + 73, 46, H, 49 + 50 + 51, 52 + 53, J, 58 + 59 + 60, 61 + 62 + 63, K, 71, 72, 73, 71 + 72 + 73

    Uitsplitsing naar grootteklasse naar aantal werknemers (som van werknemers en zelfstandigen) (alleen voor B+C+D+E+46+H+J+K+71 + 72 + 73, B+C+D+E, B, C, D, E, 46+H+J+K+71 + 72 + 73, 46, H, J, K, 71 + 72 + 73):

    Totaal, 10-49, 50-249, 250 of meer werknemers

    Innovatiestatus:

    Alle ondernemingen in de populatie (Totaal),

    Ondernemingen bezig met innovatie (2),

    Geen ondernemingen bezig met innovatie

    Kernconcepten voor innovatie: Economische activiteit (lage mate van gedetailleerdheid), grootteklasse, innovatieprofiel

    ICC

    Gecombineerde uitsplitsing naar activiteit (lage mate van gedetailleerdheid), grootteklasse van het aantal werknemers (som van werknemers en zelfstandigen) en innovatieprofiel

    Uitsplitsing naar activiteit:

    NACE-aggregaten van secties en afdelingen: B+C+D+E+46+H+J+K+71 + 72 + 73, B+C+D+E, 46+H+J+K+71 + 72 + 73

    Grootteklasse naar aantal werknemers (som van werknemers en zelfstandigen):

    Totaal, 10-49, 50-249, 250 of meer werknemers

    Uitsplitsing naar innovatieprofielen:

    Alle ondernemingen in de populatie (Totaal),

    Ondernemingen bezig met innovatie (Profiel I + Profiel II + Profiel III + Profiel IV + Profiel V),

    Geen ondernemingen bezig met innovatie (Profiel VI + Profiel VII),

    Ondernemingen die een innovatie hebben ingevoerd (Profiel I + Profiel II + Profiel III + Profiel IV),

    Ondernemingen die geen innovatie hebben ingevoerd (Profiel V + Profiel VI + Profiel VII),

    Ondernemingen met innovatiecapaciteit (Profiel I + Profiel II + Profiel III + Profiel V),

    Ondernemingen zonder innovatiecapaciteit (Profiel IV + Profiel VI + Profiel VII),

    Ondernemingen met O & O-activiteiten (Profiel IA + Profiel IIA + Profiel IIIA + Profiel IVA + Profiel VA),

    Ondernemingen zonder O & O-activiteiten (Profiel IB + Profiel IIB + Profiel IIIB + Profiel IVB + Profiel VB + Profiel VI + Profiel VII),

    Interne productinnovatoren met marktvernieuwingen (Profiel I),

    Interne productinnovatoren zonder marktvernieuwingen (Profiel II),

    Interne vernieuwers van bedrijfsprocessen zonder productinnovatie (Profiel III) (facultatief),

    Innovatoren die niet zelf innovaties ontwikkelen (Profiel IV) (facultatief),

    Niet-innovatoren met innovatieactiviteit (Profiel V) (facultatief),

    Niet-innovatoren zonder innovatieactiviteit, maar met innovatiepotentieel (Profiel VI),

    Niet-innovatoren zonder innovatieactiviteit en zonder innovatiepotentieel (Profiel VII),

    Bijzondere Groepen ondernemingen

    SG

    Gecombineerde uitsplitsing naar activiteit (lage mate van gedetailleerdheid), grootteklasse van het aantal werknemers (som van werknemers en zelfstandigen) en soort onderneming (innovatie)

    Uitsplitsing naar activiteit:

    NACE-aggregaten van secties en afdelingen: B+C+D+E+46+H+J+K+71 + 72 + 73, B+C+D+E, 46+H+J+K+71 + 72 + 73

    Grootteklasse naar aantal werknemers (som van werknemers en zelfstandigen):

    Totaal, 10-49, 50-249, 250 of meer werknemers

    Soort onderneming (innovatie):

    Alle ondernemingen in de populatie,

    Ondernemingen met ten minste één goedereninnovatie,

    Ondernemingen met ten minste één diensteninnovatie,

    Ondernemingen met ten minste één productinnovatie (goederen of diensten) die nog niet op de markt beschikbaar was (“nieuw op de markt”),

    Ondernemingen met ten minste één productinnovatie (goederen of diensten) die reeds op de markt beschikbaar was (“nieuw voor het bedrijf”),

    Ondernemingen met ten minste één bedrijfsprocesinnovatie (onafhankelijk van het soort bedrijfsprocesinnovatie),

    Ondernemingen met productinnovatie, maar geen bedrijfsprocesinnovatie,

    Ondernemingen met bedrijfsprocesinnovatie, maar geen productinnovatie,

    Ondernemingen met zowel productinnovatie als bedrijfsprocesinnovatie,

    Ondernemingen die O & O hebben uitbesteed, maar geen intern O & O hebben verricht,

    Ondernemingen met innovatieactiviteiten (productinnovatie, bedrijfsprocesinnovatie, voltooide, lopende of afgebroken innovatieactiviteiten), maar geen intern of uitbesteed O & O


    (1)  De lidstaten mogen ook op vrijwillige basis de NACE-secties A, F, G en I opnemen.

    (2)  Ondernemingen met productinnovatie, innovatie van bedrijfsprocessen, voltooide (maar niet leidend tot een ingevoerde innovatie tijdens de referentieperiode), lopende of afgebroken innovatieactiviteiten, intern of uitbesteed O & O.


    Top