Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32022R0192

Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/192 van de Commissie van 20 oktober 2021 tot wijziging van de in Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1151/2014 van de Commissie vastgestelde technische reguleringsnormen wat betreft de informatie die moet worden verstrekt bij de uitoefening van het recht van vestiging en van het vrij verrichten van diensten (Voor de EER relevante tekst)

C/2021/7430

PB L 31 van 14.2.2022, p. 1–3 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2022/192/oj

14.2.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 31/1


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2022/192 VAN DE COMMISSIE

van 20 oktober 2021

tot wijziging van de in Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1151/2014 van de Commissie vastgestelde technische reguleringsnormen wat betreft de informatie die moet worden verstrekt bij de uitoefening van het recht van vestiging en van het vrij verrichten van diensten

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (1), en met name artikel 35, lid 5, artikel 36, lid 5, en artikel 39, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1151/2014 van de Commissie (2) specificeert de informatie waarvan kredietinstellingen kennis moeten geven met het oog op de uitoefening van het recht van vestiging en van het vrij verrichten van diensten.

(2)

Om convergentie van de beoordelingspraktijken van de bevoegde autoriteiten met betrekking tot de door kredietinstellingen ingediende kennisgeving te bevorderen, moet de in Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1151/2014 gespecificeerde informatie nader worden ingevuld. Voorts moeten bepaalde verwijzingen naar rechtshandelingen worden bijgewerkt om de rechtszekerheid te waarborgen.

(3)

De informatie die door de kredietinstelling in een kennisgeving van een paspoort voor een bijkantoor wordt verstrekt, moet voldoende gedetailleerd zijn om te waarborgen dat de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst op nauwkeurige en alomvattende wijze kan beoordelen of de kredietinstelling geschikt is om de activiteiten waarvoor de kennisgeving van een paspoort wordt ingediend, uit te voeren. Daartoe moet in de verstrekte informatie de geplande aanvangsdatum van elke activiteit worden vermeld, en niet alleen de geplande aanvangsdatum van de kernactiviteiten. Evenzo moeten in het financieel plan met prognoses voor de balans en de winst-en-verliesrekening voor een periode van drie jaar de onderliggende aannames worden opgenomen.

(4)

Om de kredietinstelling efficiënter te identificeren in de communicatie tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst en die van de lidstaat van ontvangst of in de communicatie tussen de lidstaat van ontvangst of de lidstaat van herkomst en de betrokken kredietinstelling, moet in de door de kredietinstelling aan de bevoegde autoriteiten verstrekte informatie de nationale referentiecode en de identificatiecode voor juridische entiteiten, indien beschikbaar, van de kredietinstelling worden vermeld.

(5)

Het is belangrijk de veiligheid van deposito’s te waarborgen en de feitelijke zekerheid en betrouwbaarheid van de door de kredietinstelling aan de bevoegde autoriteiten verstrekte financiële informatie te vergroten. Daarom moet de kredietinstelling bij de indiening van een kennisgeving van de geplande beëindiging van een bijkantoor de bevoegde autoriteit in kennis stellen van de maatregelen die zijn genomen of worden genomen om te waarborgen dat het bijkantoor na de beëindiging van zijn activiteiten niet langer deposito’s of andere terugbetaalbare gelden van het publiek zal aanhouden.

(6)

De kennisgeving van een paspoort voor diensten moet voldoende gedetailleerd zijn om te waarborgen dat de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst op nauwkeurige en alomvattende wijze kan beoordelen of de kredietinstelling geschikt is om de activiteiten waarvoor de kennisgeving van een paspoort wordt ingediend, uit te voeren. De verstrekte informatie moet daarom de geplande aanvangsdatum van elke activiteit vermelden, en niet alleen de geplande aanvangsdatum van de kernactiviteiten.

(7)

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1151/2014 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(8)

Deze verordening is gebaseerd op de ontwerpen van technische reguleringsnormen die de Europese Bankautoriteit aan de Commissie heeft voorgelegd.

(9)

De Europese Bankautoriteit heeft openbare raadplegingen gehouden over de ontwerpen van technische reguleringsnormen waarop deze verordening is gebaseerd, de mogelijke daaraan verbonden kosten en baten geanalyseerd en de bij artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad (3) opgerichte Stakeholdergroep bankwezen om advies verzocht,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1151/2014

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1151/2014 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 1 wordt punt a) vervangen door:

“a)

de naam en het adres van de kredietinstelling en de beoogde hoofdvestiging van het bijkantoor;”;

b)

lid 2 wordt als volgt gewijzigd:

i)

in punt a) worden de punten ii) en iii) vervangen door:

“ii)

een lijst waarin wordt aangegeven welke in bijlage I bij Richtlijn 2013/36/EU vermelde activiteiten de kredietinstelling voornemens is te verrichten in de lidstaat van ontvangst, waarbij de geplande aanvangsdatum voor elke activiteit zo nauwkeurig mogelijk wordt opgegeven, en, in geval van beëindiging van activiteiten, de lijst van de beëindigde activiteiten;

iii)

een lijst van de activiteiten die in de lidstaat van ontvangst de kernactiviteiten zullen vormen;”;

ii)

in punt b) wordt punt iii) als volgt gewijzigd:

de aanhef wordt vervangen door:

“iii)

wanneer het bijkantoor voornemens is een of meer beleggingsdiensten en -activiteiten zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 2, van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (*) te verrichten, een beschrijving van de volgende regelingen:

het tweede streepje wordt vervangen door:

“—

de regelingen voor naleving van de in de artikelen 24 tot en met 28 van Richtlijn 2014/65/EU vastgelegde verplichtingen en de maatregelen die op grond van deze artikelen door de betrokken bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst zijn vastgesteld;”;

iii)

in punt d) wordt punt i) vervangen door:

“i)

een financieel plan met prognoses voor de balans en de winst-en-verliesrekening voor een periode van drie jaar, dat de daaraan onderliggende aannames bevat;”.

2)

Aan artikel 4, lid 2, wordt het volgende punt d) toegevoegd:

“d)

indien het bijkantoor in de uitvoering van zijn activiteiten deposito’s of andere terugbetaalbare gelden van het publiek aantrekt of aantrok, een verklaring van de kredietinstelling met een lijst van de maatregelen die zijn of worden genomen om ervoor te zorgen dat de kredietinstelling na de beëindiging van de activiteiten van dat bijkantoor niet langer deposito’s of andere terugbetaalbare gelden van het publiek zal aanhouden.”.

3)

In artikel 5 wordt punt c) vervangen door:

“c)

de geplande aanvangsdatum, zo nauwkeurig mogelijk, voor elke activiteit die de kredietinstelling voornemens is uit te voeren.”.

Artikel 2

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 oktober 2021.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)   PB L 176 van 27.6.2013, blz. 338.

(2)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1151/2014 van de Commissie van 4 juni 2014 tot aanvulling van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen betreffende de gegevens die moeten worden verstrekt bij de uitoefening van het recht van vestiging en van het vrij verrichten van diensten (PB L 309 van 30.10.2014, blz. 1).

(3)  Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12).


Top