Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32017R0777

    Uitvoeringsverordening (EU) 2017/777 van de Commissie van 4 mei 2017 tot opening van een nieuw onderzoek ten aanzien van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 501/2013 van de Raad (tot uitbreiding van het definitieve antidumpingrecht op rijwielen van oorsprong uit de Volksrepubliek China tot uit Indonesië, Maleisië, Sri Lanka en Tunesië verzonden rijwielen, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Indonesië, Maleisië, Sri Lanka en Tunesië) met het oog op de vaststelling of één Tunesische producent-exporteur van die maatregelen kan worden vrijgesteld, of het antidumpingrecht ten aanzien van de invoer afkomstig van die producent-exporteur kan worden ingetrokken en of die invoer moet worden geregistreerd

    C/2017/2845

    PB L 116 van 5.5.2017, p. 20–25 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2017/777/oj

    5.5.2017   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 116/20


    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/777 VAN DE COMMISSIE

    van 4 mei 2017

    tot opening van een nieuw onderzoek ten aanzien van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 501/2013 van de Raad (tot uitbreiding van het definitieve antidumpingrecht op rijwielen van oorsprong uit de Volksrepubliek China tot uit Indonesië, Maleisië, Sri Lanka en Tunesië verzonden rijwielen, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Indonesië, Maleisië, Sri Lanka en Tunesië) met het oog op de vaststelling of één Tunesische producent-exporteur van die maatregelen kan worden vrijgesteld, of het antidumpingrecht ten aanzien van de invoer afkomstig van die producent-exporteur kan worden ingetrokken en of die invoer moet worden geregistreerd

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (1) („de antidumpingbasisverordening”), en met name artikel 11, lid 4, artikel 13, lid 4, en artikel 14, lid 5,

    Na kennisgeving aan de lidstaten,

    Overwegende hetgeen volgt:

    1.   VERZOEK

    (1)

    De Europese Commissie („de Commissie”) heeft op grond van artikel 11, lid 4, en artikel 13, lid 4, van de antidumpingbasisverordening een verzoek ontvangen om vrijstelling van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van rijwielen van oorsprong uit de Volksrepubliek China, die zijn uitgebreid tot de invoer van rijwielen verzonden uit Indonesië, Maleisië, Sri Lanka en Tunesië, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Indonesië, Maleisië, Sri Lanka en Tunesië.

    (2)

    Het verzoek werd op 13 september 2016 ingediend door Look Design System SA („de indiener van het verzoek”), een in Tunesië („het betrokken land”) gevestigde producent-exporteur van rijwielen.

    2.   ONDERZOCHT PRODUCT

    (3)

    Bij het onderzochte product gaat het om rijwielen (bakfietsen daaronder begrepen, maar exclusief eenwielers), zonder motor, verzonden uit Indonesië, Maleisië, Sri Lanka en Tunesië, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Indonesië, Maleisië, Sri Lanka en Tunesië, momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 8712 00 30 en ex 8712 00 70 (Taric-codes 8712003010 en 8712007091).

    3.   BESTAANDE MAATREGELEN

    (4)

    Op 29 mei 2013 wijzigde de Raad bij Verordening (EU) nr. 502/2013 (2) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 990/2011 van de Raad (3) tot instelling van een definitief antidumpingrecht op rijwielen van oorsprong uit de Volksrepubliek China, naar aanleiding van een tussentijds nieuw onderzoek op grond van artikel 11, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad (4).

    (5)

    Op dezelfde dag breidde de Raad bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 501/2013 (5) de maatregelen met betrekking tot de invoer van rijwielen van oorsprong uit de Volksrepubliek China uit tot de invoer van uit Indonesië, Maleisië, Sri Lanka en Tunesië verzonden rijwielen, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Indonesië, Maleisië, Sri Lanka en Tunesië.

    (6)

    Op 18 mei 2015 breidde de Commissie bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/776 (6) de maatregelen met betrekking tot de invoer van rijwielen van oorsprong uit de Volksrepubliek China uit tot de invoer van uit Cambodja, Pakistan en de Filipijnen verzonden rijwielen, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Cambodja, Pakistan en de Filipijnen.

    4.   MOTIVERING VAN HET NIEUWE ONDERZOEK

    (7)

    De indiener van het verzoek voerde aan dat hij niet verbonden is met een exporteur of producent in het betrokken land voor wie de antidumpingmaatregelen voor het onderzochte product gelden.

    (8)

    De indiener van het verzoek voerde ook aan dat hij het onderzochte product tijdens het tijdvak van het onderzoek dat tot de maatregelen zoals uitgebreid heeft geleid, namelijk de periode van 1 september 2011 tot en met 31 augustus 2012, niet naar de Unie heeft uitgevoerd.

    (9)

    Bovendien was er volgens hem geen sprake van dat hij de bestaande maatregelen heeft ontweken.

    (10)

    Ten slotte heeft de indiener van het verzoek ook bewijsmateriaal overgelegd waaruit blijkt dat hij het onderzochte product in augustus 2016 naar de Unie heeft uitgevoerd.

    5.   DE PROCEDURE

    5.1.   Inleiding

    (11)

    De Commissie onderzocht het beschikbare bewijsmateriaal en kwam tot de conclusie dat dit voldoende was om een onderzoek te openen op grond van artikel 11, lid 4, en artikel 13, lid 4, van de antidumpingbasisverordening teneinde vast te stellen of de indiener van het verzoek van de maatregelen zoals uitgebreid kon worden vrijgesteld.

    De bekende betrokken bedrijfstak van de Unie is van het verzoek om een nieuw onderzoek in kennis gesteld en is in de gelegenheid gesteld opmerkingen te maken, maar er werden geen opmerkingen ontvangen.

    5.2.   Intrekking van de bestaande antidumpingmaatregelen en registratie van de invoer

    (12)

    Op grond van artikel 11, lid 4, van de antidumpingbasisverordening moet het geldende antidumpingrecht worden ingetrokken ten aanzien van de invoer van het onderzochte product dat door de indiener van het verzoek wordt vervaardigd en naar de Unie wordt uitgevoerd.

    (13)

    Tevens moet de invoer van dit product overeenkomstig artikel 14, lid 5, van de antidumpingbasisverordening worden geregistreerd, zodat eventueel antidumpingrechten kunnen worden geheven vanaf de datum van registratie van deze invoer, indien uit het nieuwe onderzoek blijkt dat de indiener van het verzoek de maatregelen heeft ontweken. In dit stadium van het onderzoek kan geen raming worden gemaakt van het bedrag dat de indiener van het verzoek in de toekomst eventueel verschuldigd zal zijn.

    5.3.   Tijdvak van het nieuwe onderzoek

    (14)

    Het nieuwe onderzoek heeft betrekking op de periode van 1 april 2016 tot en met 31 maart 2017 („tijdvak van het nieuwe onderzoek”).

    5.4.   Onderzoek naar de indiener van het verzoek

    (15)

    Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig acht, zal de Commissie de indiener van het verzoek een vragenlijst toezenden. Ingevolge artikel 6, lid 2, van de antidumpingbasisverordening moet de indiener van het verzoek, tenzij anders vermeld, de ingevulde vragenlijst binnen 37 dagen na de datum van inwerkingtreding van deze verordening indienen.

    5.5.   Andere schriftelijke opmerkingen

    (16)

    Alle belanghebbenden wordt verzocht om onder de voorwaarden van deze verordening hun standpunten kenbaar te maken en informatie en bewijsmateriaal in te dienen. Tenzij anders aangegeven, moeten deze informatie en dit bewijsmateriaal uiterlijk 37 dagen na de datum van inwerkingtreding van deze verordening in het bezit van de Commissie zijn.

    5.6.   Mogelijkheid om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord

    (17)

    Alle belanghebbenden kunnen een verzoek indienen om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord. Dit verzoek moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Een verzoek om te worden gehoord over zaken die betrekking hebben op het beginstadium van het onderzoek moet uiterlijk 15 dagen na de datum van inwerkingtreding van deze verordening worden ingediend. Daarna moet een verzoek om te worden gehoord, worden ingediend binnen de specifieke termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen vermeldt.

    5.7.   Instructies voor schriftelijke opmerkingen en de verzending van ingevulde vragenlijsten en correspondentie

    (18)

    Informatie die aan de Commissie wordt verstrekt in het kader van handelsbeschermingsonderzoeken, moet vrij zijn van auteursrechten. Alvorens aan de Commissie informatie en/of gegevens te verstrekken die onderworpen zijn aan het auteursrecht van derden, moeten belanghebbenden de houder van het auteursrecht specifiek verzoeken de Commissie uitdrukkelijk toestemming te verlenen om a) voor deze handelsbeschermingsprocedure gebruik te maken van de informatie en gegevens, en b) de informatie en/of gegevens te verstrekken aan belanghebbenden in dit onderzoek, in een vorm die hun de mogelijkheid biedt hun recht van verweer uit te oefenen.

    (19)

    Alle schriftelijke opmerkingen (met inbegrip van de in deze verordening gevraagde informatie), ingevulde vragenlijsten en correspondentie die door de belanghebbenden worden verstrekt en waarvoor om een vertrouwelijke behandeling wordt verzocht, moeten zijn voorzien van de vermelding „Limited” (7).

    (20)

    Belanghebbenden die informatie met de vermelding „Limited” verstrekken, moeten hiervan krachtens artikel 19, lid 2, van de antidumpingbasisverordening een niet-vertrouwelijke samenvatting indienen, voorzien van de vermelding „For inspection by interested parties”. Deze samenvatting moet gedetailleerd genoeg zijn om een redelijk inzicht te verschaffen in de wezenlijke inhoud van de als vertrouwelijk verstrekte informatie. Als een belanghebbende die vertrouwelijke informatie verstrekt geen niet-vertrouwelijke samenvatting daarvan indient met de vereiste vorm en inhoud, kan deze informatie buiten beschouwing worden gelaten.

    (21)

    Belanghebbenden wordt verzocht alle opmerkingen en verzoeken, met inbegrip van gescande volmachten en certificaten, per e-mail in te dienen, met uitzondering van uitgebreide antwoorden, die persoonlijk of per aangetekend schrijven moeten worden ingediend op een cd-rom of dvd. Door e-mail te gebruiken, stemmen belanghebbenden in met de geldende voorschriften inzake elektronisch ingediende opmerkingen, die zijn vervat in het document „CORRESPONDENCE WITH THE EUROPEAN COMMISSION IN TRADE DEFENCE CASES” (Correspondentie met de Europese Commissie in handelsbeschermingszaken) op de website van het directoraat-generaal Handel (http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2014/june/tradoc_152578.pdf). Belanghebbenden moeten hun naam, adres, telefoonnummer en een geldig e-mailadres vermelden en ervoor zorgen dat het verstrekte e-mailadres een actief, officieel en zakelijk e-mailadres is dat elke dag wordt gecontroleerd. Zodra contactgegevens zijn verstrekt, verloopt de communicatie van de Commissie met belanghebbenden uitsluitend per e-mail, tenzij zij uitdrukkelijk verzoeken alle documenten van de Commissie via een ander communicatiemiddel te ontvangen of het document wegens de aard ervan per aangetekend schrijven moet worden verzonden. Voor nadere voorschriften en informatie over de correspondentie met de Commissie, met inbegrip van de beginselen die van toepassing zijn op per e-mail verzonden opmerkingen, moeten belanghebbenden de hierboven genoemde instructies voor de communicatie met belanghebbenden raadplegen.

    Correspondentieadres van de Commissie:

    Europese Commissie

    Directoraat-generaal Handel

    Directoraat H

    Kamer CHAR 04/039

    1049 Brussel

    BELGIË

    E-mail: TRADE-R662-BICYCLES-CIR@ec.europa.eu

    6.   NIET-MEDEWERKING

    (22)

    Wanneer belanghebbenden geen toegang tot de vereiste gegevens verlenen, deze niet binnen de gestelde termijn verstrekken of het onderzoek aanmerkelijk belemmeren, kunnen overeenkomstig artikel 18 van de antidumpingbasisverordening conclusies worden getrokken op basis van de beschikbare gegevens, zowel in positieve als in negatieve zin.

    (23)

    Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende inlichtingen heeft verstrekt, kunnen deze buiten beschouwing worden gelaten en kan van de beschikbare gegevens gebruik worden gemaakt.

    (24)

    Als een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent, en de conclusies derhalve overeenkomstig artikel 18 van de antidumpingbasisverordening op de beschikbare gegevens worden gebaseerd, kunnen de resultaten voor hem minder gunstig zijn dan wanneer hij wel medewerking had verleend.

    (25)

    Als de belanghebbende zijn antwoord niet door middel van systemen voor automatische gegevensverwerking verstrekt, wordt dit niet als niet-medewerking beschouwd, mits deze belanghebbende aantoont dat verstrekking van het antwoord in de gevraagde vorm voor hem een onredelijke extra belasting zou betekenen of onredelijke extra kosten zou meebrengen. De belanghebbende moet onmiddellijk contact opnemen met de Commissie.

    7.   RAADADVISEUR-AUDITEUR

    (26)

    Belanghebbenden kunnen erom vragen dat de raadadviseur-auditeur in handelsprocedures wordt ingeschakeld. De raadadviseur-auditeur fungeert als tussenpersoon tussen de belanghebbenden en de onderzoeksdiensten van de Commissie. Hij behandelt verzoeken om toegang tot het dossier, geschillen over de vertrouwelijkheid van documenten, verzoeken om termijnverlenging en verzoeken van derden om te worden gehoord. De raadadviseur-auditeur kan een hoorzitting met een individuele belanghebbende beleggen en als bemiddelaar optreden om te garanderen dat de belanghebbenden hun recht van verweer ten volle kunnen uitoefenen. De raadadviseur-auditeur kan ook een hoorzitting voor belanghebbenden beleggen waar uiteenlopende standpunten en tegenargumenten naar voren kunnen worden gebracht.

    (27)

    Een verzoek om door de raadadviseur-auditeur te worden gehoord, moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Een verzoek om te worden gehoord over zaken die betrekking hebben op het beginstadium van het onderzoek moet uiterlijk 15 dagen na de datum van inwerkingtreding van deze verordening worden ingediend. Daarna moet een verzoek om te worden gehoord, worden ingediend binnen de specifieke termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen vermeldt.

    (28)

    Belanghebbenden die contact willen opnemen, vinden de nodige gegevens en nadere informatie op de pagina's van de raadadviseur-auditeur op de website van DG Handel (http://ec.europa.eu/trade/trade-policy-and-you/contacts/hearing-officer/).

    8.   TIJDSCHEMA VOOR HET ONDERZOEK

    (29)

    Het onderzoek zal overeenkomstig artikel 11, lid 5, van de antidumpingbasisverordening binnen negen maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening worden afgesloten.

    9.   VERWERKING VAN PERSOONSGEGEVENS

    (30)

    Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad (8),

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Op grond van artikel 11, lid 4, en artikel 13, lid 4, van Verordening (EU) 2016/1036 wordt een nieuw onderzoek geopend ten aanzien van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 501/2013 teneinde vast te stellen of de invoer van rijwielen (bakfietsen daaronder begrepen, maar exclusief eenwielers), zonder motor, verzonden uit Indonesië, Maleisië, Sri Lanka en Tunesië, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Indonesië, Maleisië, Sri Lanka en Tunesië, momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 8712 00 30 en ex 8712 00 70 (Taric-codes 8712003010 en 8712007091), geproduceerd door Look Design System SA (aanvullende Taric-code C206), moet worden onderworpen aan de bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 501/2013 ingestelde antidumpingmaatregelen.

    Artikel 2

    Het bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 501/2013 ingestelde antidumpingrecht wordt ingetrokken ten aanzien van het in artikel 1 van de onderhavige verordening omschreven product.

    Artikel 3

    De douaneautoriteiten nemen overeenkomstig artikel 14, lid 5, van Verordening (EU) 2016/1036 de nodige maatregelen om de invoer in de Unie van het in artikel 1 van de onderhavige verordening omschreven product te registreren.

    De registratie wordt negen maanden na de datum van inwerkingtreding van de onderhavige verordening beëindigd.

    Artikel 4

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 4 mei 2017.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Jean-Claude JUNCKER


    (1)  PB L 176 van 30.6.2016, blz. 21.

    (2)  Verordening (EU) nr. 502/2013 van de Raad van 29 mei 2013 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 990/2011 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op rijwielen van oorsprong uit de Volksrepubliek China naar aanleiding van een tussentijds nieuw onderzoek op grond van artikel 11, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 (PB L 153 van 5.6.2013, blz. 17).

    (3)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 990/2011 van de Raad van 3 oktober 2011 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op rijwielen van oorsprong uit de Volksrepubliek China naar aanleiding van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 (PB L 261 van 6.10.2011, blz. 2).

    (4)  Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51).

    (5)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 501/2013 van de Raad van 29 mei 2013 tot uitbreiding van het definitieve antidumpingrecht dat bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 990/2011 is ingesteld op de invoer van rijwielen van oorsprong uit de Volksrepubliek China tot de invoer van rijwielen verzonden uit Indonesië, Maleisië, Sri Lanka en Tunesië, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Indonesië, Maleisië, Sri Lanka en Tunesië (PB L 153 van 5.6.2013, blz. 1).

    (6)  Uitvoeringsverordening (EU) 2015/776 van de Commissie van 18 mei 2015 tot uitbreiding van het definitieve antidumpingrecht dat bij Verordening (EU) nr. 502/2013 van de Raad is ingesteld op rijwielen van oorsprong uit de Volksrepubliek China tot rijwielen verzonden vanuit Cambodja, Pakistan en de Filipijnen, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Cambodja, Pakistan en de Filipijnen (PB L 122 van 19.5.2015, blz. 4).

    (7)  Een „Limited”-document wordt beschouwd als vertrouwelijk in de zin van artikel 19 van Verordening (EU) 2016/1036 en artikel 6 van de WTO-overeenkomst betreffende de toepassing van artikel VI van de GATT 1994 (antidumpingovereenkomst). Het is ook een beschermd document krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).

    (8)  Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).


    Top