Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32014D0932

Besluit 2014/932/GBVB van de Raad van 18 december 2014 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Jemen

PB L 365 van 19.12.2014, p. 147–151 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 14/08/2024

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2014/932/oj

19.12.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 365/147


BESLUIT 2014/932/GBVB VAN DE RAAD

van 18 december 2014

betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Jemen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft op 26 februari 2014 Resolutie 2140 (2014) aangenomen, onder verwijzing naar VN-Resoluties 2014 (2011), 2051 (2012) en de presidentiële verklaring van de Veiligheidsraad van 15 februari 2013, en waarbij werd herhaald dat de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties sterk hecht aan de eenheid, soevereiniteit, onafhankelijkheid en territoriale integriteit van Jemen.

(2)

Resolutie 2140 (2014) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (UNSCR) bepaalt dat reisbeperkingen moeten worden toegepast op de door het Comité dat is opgericht krachtens punt 19 van UNSCR 2140 (2014) („het Comité”) aan te wijzen personen en dat tegoeden en vermogensbestanddelen van de door het Comité aan te wijzen personen of entiteiten moeten worden bevroren.

(3)

Het Comité heeft op 7 november 2014 drie personen aangewezen overeenkomstig de criteria van punt 17 van UNSCR 2140 (2014).

(4)

Om bepaalde maatregelen uit te voeren is een optreden van de Unie nodig,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   De lidstaten nemen de nodige maatregelen om te voorkomen dat personen die door het Comité op de lijst zijn gezet wegens het verrichten of steunen van handelingen die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van Jemen bedreigen, hun grondgebied binnenkomen of over hun grondgebied reizen, waaronder doch niet uitsluitend:

a)

handelingen die de succesvolle voltooiing van de politieke transitie, zoals omschreven in de overeenkomst betreffende het initiatief en het uitvoeringsmechanisme van de Samenwerkingsraad van de Golf (GCC), belemmeren of ondergraven;

b)

handelingen die op gewelddadige wijze verhinderen dat de resultaten van het eindrapport van de brede conferentie voor nationale dialoog worden uitgevoerd of aanslagen op vitale infrastructuur, of

c)

de planning, aansturing of uitvoering van handelingen die een schending vormen van de toepasselijke internationale mensenrechten of het internationale humanitaire recht, of een inbreuk op de mensenrechten vormen, in Jemen.

De lijst van de in dit lid bedoelde personen is opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

2.   Lid 1 verplicht lidstaten niet eigen onderdanen te beletten hun grondgebied binnen te komen.

3.   Lid 1 is niet van toepassing indien binnenkomst of doorreis noodzakelijk is voor het deelnemen aan gerechtelijke procedures.

4.   Lid 1 is niet van toepassing indien een lidstaat per geval vaststelt dat deze binnenkomst of doorreis nodig is om vrede en stabiliteit in Jemen dichterbij te brengen, en de lidstaat vervolgens het Comité binnen 48 uur op de hoogte brengt van deze vaststelling.

5.   Lid 1 is niet van toepassing wanneer het Comité, per geval vaststelt:

a)

dat binnenkomst of doorreis noodzakelijk is om humanitaire redenen, religieuze voorschriften daaronder begrepen, of

b)

dat een ontheffing een gunstige invloed zal hebben op de vrede en nationale verzoening in Jemen.

6.   In de gevallen waarin een lidstaat krachtens de leden 3, 4, of 5, machtiging verleent tot binnenkomst of doorreis op zijn grondgebied van de in de bijlage vermelde personen, geldt deze machtiging alleen voor het doel waarvoor zij is verleend en alleen voor de bij de machtiging betrokken personen.

Artikel 2

1.   Alle tegoeden en economische middelen die eigendom zijn, in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van personen of entiteiten die door het Comité op de lijst zijn gezet wegens het verrichten of steunen van handelingen die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van Jemen bedreigen, waaronder doch niet uitsluitend:

a)

handelingen die de succesvolle voltooiing van de politieke transitie, zoals omschreven in de overeenkomst betreffende het initiatief en het uitvoeringsmechanisme van de Samenwerkingsraad van de Golf (GCC), belemmeren of ondergraven;

b)

handelingen die op gewelddadige wijze verhinderen dat de resultaten van het eindrapport van de brede conferentie voor nationale dialoog worden uitgevoerd of aanslagen op vitale infrastructuur, of

c)

planning, aansturing of uitvoering van handelingen die een schending vormen van de toepasselijke internationale mensenrechten of het internationale humanitaire recht, of een inbreuk op de mensenrechten vormen, in Jemen;

of van personen of entiteiten die namens hen of onder hun leiding optreden, of van entiteiten die eigendom zijn van of onder hun zeggenschap staan, worden bevroren.

De lijst van de in dit lid bedoelde personen en entiteiten is opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

2.   Er worden geen tegoeden of economische middelen rechtstreeks of onrechtstreeks ter beschikking gesteld aan of ten behoeve van de op de lijsten in de bijlage bij dit besluit vermelde personen of entiteiten.

3.   Lidstaten mogen ontheffingen van de in de leden 1 en 2 genoemde maatregelen toestaan voor tegoeden en economische middelen die:

a)

noodzakelijk zijn ter dekking van basisuitgaven, zoals betalingen voor levensmiddelen, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of medische behandelingen, belastingen, verzekeringspremies of nutsvoorzieningen;

b)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria of de vergoeding van gemaakte kosten in verband met de verlening van juridische diensten;

c)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor het loutere houden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen.

De uitzondering wordt toegestaan nadat de betrokken lidstaat het Comité kennis heeft gegeven van zijn voornemen om, naargelang het geval, de toegang tot de tegoeden of economische middelen toe te staan, en het Comité niet binnen vijf werkdagen na die kennisgeving een negatief besluit heeft genomen.

4.   Lidstaten mogen ook ontheffingen van de in de leden 1 en 2 genoemde maatregelen toestaan voor tegoeden of economische middelen die:

a)

noodzakelijk zijn ter dekking van uitzonderlijke uitgaven, mits de betrokken lidstaat het Comité in kennis heeft gesteld van deze vaststelling en het Comité deze vaststelling heeft goedgekeurd, of

b)

het voorwerp zijn van een rechterlijk, administratief of arbitraal retentierecht of vonnis, in welk geval de tegoeden en economische middelen kunnen worden gebruikt om het retentierecht uit te oefenen of het vonnis ten uitvoer te leggen, mits het retentierecht of het vonnis dateert van vóór de datum waarop de persoon of entiteit in de bijlage was opgenomen, het retentierecht of het vonnis niet ten goede komt aan een in artikel 1 bedoelde persoon of entiteit; en de betrokken lidstaat het Comité ervan in kennis heeft gesteld.

5.   Lid 1 belet niet dat een aangewezen persoon of entiteit betalingen doet die verschuldigd zijn wegens een contract dat is gesloten voordat de persoon of entiteit op de lijst werd geplaatst, mits de betrokken lidstaat heeft vastgesteld dat de betaling niet rechtstreeks of onrechtstreeks wordt ontvangen door een in artikel 2, lid 1, bedoelde persoon of entiteit en de betaling geschiedt nadat de betrokken lidstaat het Comité kennis heeft gegeven van het voornemen de betaling te verrichten of te ontvangen, dan wel te dien einde, in voorkomend geval, toestemming te verlenen tot het vrijgeven van de bevroren tegoeden, andere financiële activa of economische middelen, tien werkdagen voordat de toestemming wordt verleend.

6.   Lid 2 is niet van toepassing op de bijboeking op bevroren rekeningen van:

a)

rente of andere inkomsten op die rekeningen, of

b)

betalingen die verschuldigd zijn krachtens contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of die zijn ontstaan vóór de datum waarop beperkende maatregelen van dit besluit op deze rekeningen van toepassing werd;

met dien verstande dat met betrekking tot de voormelde rente, andere inkomsten en betalingen lid 1 van toepassing blijft.

Artikel 3

De Raad stelt de lijst van de bijlage vast en wijzigt deze in overeenstemming met de besluiten van de Veiligheidsraad of van het Comité.

Artikel 4

1.   Wanneer de Veiligheidsraad of het Comité een persoon of entiteit op de lijst plaatst, neemt de Raad die persoon of entiteit op in de bijlage. De Raad stelt de betrokkene in kennis van zijn besluit en van de motivering voor plaatsing op de lijst, hetzij rechtstreeks, indien het adres bekend is, hetzij middels de bekendmaking van een kennisgeving, zodat de betrokken persoon daarover opmerkingen kan indienen.

2.   Indien er opmerkingen worden ingediend of substantieel nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, toetst de Raad zijn besluit en brengt hij de betrokkene daarvan op de hoogte.

Artikel 5

1.   In de bijlage worden de door de Veiligheidsraad of het Comité opgegeven redenen vermeld waarom personen of entiteiten op de lijst zijn geplaatst.

2.   De bijlage bevat tevens, wanneer beschikbaar, informatie die door de Veiligheidsraad of het Comité is verstrekt en die nodig is om de betrokken personen of entiteiten te kunnen identificeren. Met betrekking tot personen kan die informatie bestaan uit namen, inclusief aliassen, geboortedatum en geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres, indien bekend, en functie of beroep. Met betrekking tot entiteiten kan die informatie namen, plaats en datum van registerinschrijving, registratienummer en de plaats van vestiging omvatten.

Artikel 6

Dit besluit wordt zo nodig gewijzigd of ingetrokken overeenkomstig de vaststellingen van de Veiligheidsraad.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 18 december 2014.

Voor de Raad

De voorzitter

S. GOZI


BIJLAGE

Lijst van personen en entiteiten bedoeld in artikel 1, lid 1, en artikel 2, leden 1 en 2

PERSONEN

1.

Abdullah Yahya Al Hakim (aliassen: a) Abu Ali al Hakim, b) Abu-Ali al-Hakim, c) Abdallah al-Hakim, d) Abu Ali Alhakim, e) Abdallah al-Mu'ayyad).

Naam in oorspronkelijk schrift: Image

Plaatsing op de lijst: Onderbevelhebber Houthi-groep. Adres: Dahyan, gouvernement Sa'dah, Jemen. Geboortedatum: a) Rond 1985, b) Tussen 1984 en 1986. Geboorteplaats: a) Dahyan, Jemen; b) gouvernement Sa'dah, Jemen. Nationaliteit: Jemenitisch. Overige informatie: Geslacht: mannelijk. Datum plaatsing op de VN-lijst:7.11.2014.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

 

Abdullah Yahya al Hakim werd op 7 november 2014 op de lijst geplaatst voor sancties overeenkomstig de punten 11 en 15 van UNSCR 2140 (2014), omdat hij voldoet aan de criteria voor plaatsing op de lijst genoemd in de punten 17 en 18 van de resolutie.

 

Abdullah Yahya al Hakim heeft handelingen verricht die de vrede, de veiligheid, of de stabiliteit van Jemen bedreigen, zoals handelingen die de uitvoering belemmeren van het akkoord van 23 november 2011 tussen de regering van Jemen en de oppositie, dat voorziet in een vreedzame machtsoverdracht in Jemen, en die het politieke proces in Jemen dwarsbomen.

 

In juni 2014 heeft Abdullah Yahya al Hakim naar verluidt een bijeenkomst gehouden om een staatsgreep tegen de president van Jemen, Abdrabuh Mansour Hadi, te beramen. Al Hakim heeft militaire bevelhebbers en bevelhebbers van de veiligheidstroepen, en stamhoofden ontmoet; leidinggevende aanhangers van de voormalige president van Jemen, Ali Abdullah Saleh, waren eveneens bij de bijeenkomst, welke tot doel had de militaire inspanningen voor de overname van de Jemenitische hoofdstad Sanaa te coördineren.

 

In een openbare verklaring van 29 augustus 2014, heeft de voorzitter van de VN-Veiligheidsraad de acties veroordeeld van de strijders onder het bevel van Abdullah Yahya al Hakim, die Amran, Jemen, onder de voet hadden gelopen, onder meer het hoofdkwartier van een brigade van het Jemenitische leger op 8 juli 2014. Al Hakim leidde de gewelddadige overname in juli 2014 van het gouvernement Amran en was de militaire bevelhebber die de beslissingen nam in verband met lopende conflicten in het gouvernement Amran en in Hamdan, Jemen.

 

Vanaf begin september 2014 bleef Abdullah Yahya al Hakim in Sanaa om de gevechtshandelingen te superviseren ingeval het tot een treffen zou komen. Zijn rol was het organiseren van militaire operaties met het oog op het omverwerpen van de regering van Jemen, en hij was ook belast met het veilig maken van en de controle op alle wegen van en naar Sanaa.

2.

Abd Al-Khaliq Al-Huthi (aliassen: a) Abd-al-Khaliq al-Huthi, b) Abd-al-Khaliq Badr-al-Din al Huthi, c)'Abd al-Khaliq Badr al-Din al-Huthi, d) Abu-Yunus).

Naam in oorspronkelijk schrift: Image

Hoedanigheid: Militaire bevelhebber van de Houthi. Geboortedatum: 1984. Nationaliteit: Jemenitisch. Overige informatie: Geslacht: mannelijk. Datum plaatsing op de VN-lijst:7.11.2014.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

 

Abdullah Yahya al Hakim werd op 7 november 2014 op de lijst geplaatst voor sancties overeenkomstig de punten 11 en 15 van UNSCR 2140 (2014), omdat hij voldoet aan de criteria voor plaatsing op de lijst genoemd in de punten 17 en 18 van de resolutie.

 

Abd al-Khaliq al-Huthi heeft handelingen verricht die de vrede, de veiligheid, en/of de stabiliteit van Jemen bedreigen, zoals handelingen die de uitvoering belemmeren van het akkoord van 23 november 2011 tussen de regering van Jemen en de oppositie, dat voorziet in een vreedzame machtsoverdracht in Jemen, en die het politieke proces in Jemen dwarsbomen.

 

Eind oktober 2013, voerde Abd al-Khaliq al-Huthi een in uniformen van het Jemenitische leger geklede groep strijders aan bij een aanval op locaties in Dimaj, Jemen. Tijdens de gevechten die daarbij uitbraken zijn vele doden gevallen.

 

Eind september 2014, zou een onbekend aantal niet-geïdentificeerde strijders in staat van paraatheid zijn gebracht voor een aanval op diplomatieke faciliteiten in Sanaa, Jemen, waartoe zij het bevel zouden krijgen van Abd al-Khaliq al-Huthi. Op 30 augustus 2014, heeft al-Huthi de overbrenging van wapens van Amran naar een protestkamp in Sanaa gecoördineerd.

3.

Ali Abdullah Saleh (alias: Ali Abdallah Salih)

Naam in oorspronkelijk schrift: Image

Hoedanigheid: a) voorzitter van de General People's Congress Party van Jemen, b) voormalig president van de Republiek Jemen. Geboortedatum: a)21.3.1945, b)21.3.1946, c)21.3.1942, d)21.3.1947. Geboorteplaats: a) Bayt al-Ahmar, gouvernement Sanaa, Jemen; b) Sanaa, Jemen; c) Sana'a, Sanhan, Al-Rib' al-Sharqi. Nationaliteit: Jemenitisch. Paspoortnummer: 00016161 (Jemen). Nationaal identiteitsnummer: 01010744444. Overige informatie: Geslacht: mannelijk. Datum plaatsing op de VN-lijst:7.11.2014.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

 

Ali Abdullah Saleh werd op 7 november 2014 op de lijst geplaatst voor sancties overeenkomstig de punten 11 en 15 van resolutie 2140 (2014), omdat hij voldoet aan de criteria voor plaatsing op de lijst genoemd in de punten 17 en 18 van de resolutie.

 

Ali Abdullah Saleh heeft handelingen verricht die de vrede, de veiligheid, of de stabiliteit van Jemen bedreigen, zoals handelingen die de uitvoering van het akkoord van 23 november 2011 tussen de regering van Jemen en de oppositie, dat voorziet in een vreedzame machtsoverdracht in Jemen, belemmeren en het politieke proces in Jemen dwarsbomen.

 

Met ingang van het op 23 november 2011 door de Samenwerkingsraad van de Golf gesloten akkoord, is Ali Abdullah Saleh na meer dan 30 jaar afgetreden als president van Jemen.

 

Vanaf najaar 2012 geldt Ali Abdullah Saleh als een van de felste voorstanders van gewelddadige Houthi-acties in Noord-Jemen.

 

Opstootjes in het zuiden van Jemen in februari 2013 waren het gevolg van de gecombineerde acties van Ali Abdullah Saleh, AQAP, en de zuidelijke secessionist Ali Salim al-Bayd, om onrust te creëren voor de aanvang van de conferentie van de nationale dialoog in Jemen van 18 maart 2013. Meer recentelijk, sedert september 2014, is Saleh aan het proberen Jemen te destabiliseren door anderen te gebruiken om de centrale regering te ondermijnen en voldoende instabiliteit te creëren om een staatsgreep uit te lokken. Blijkens een in september 2014 uitgebracht rapport van het VN-deskundigenpanel voor Jemen, zou Saleh volgens geïnterviewden gewelddadige acties van bepaalde Jemenitische groepen steunen met geld en politieke steun, en door ervoor te zorgen dat GPC-leden de destabilisering van Jemen met allerlei middelen in de hand blijven werken.


Top