Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32014D0332

    2014/332/EU: Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 4 juni 2014 tot wijziging van de bijlagen bij de Beschikkingen 92/260/EEG, 93/197/EEG en 2004/211/EG wat betreft de veterinairrechtelijke voorschriften en de voorschriften voor veterinaire certificering voor de invoer van geregistreerde paarden uit bepaalde delen van het grondgebied van India (Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 3582) Voor de EER relevante tekst

    PB L 167 van 6.6.2014, p. 52–56 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 30/09/2018; stilzwijgende opheffing door 32018R0659

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2014/332/oj

    6.6.2014   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 167/52


    UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

    van 4 juni 2014

    tot wijziging van de bijlagen bij de Beschikkingen 92/260/EEG, 93/197/EEG en 2004/211/EG wat betreft de veterinairrechtelijke voorschriften en de voorschriften voor veterinaire certificering voor de invoer van geregistreerde paarden uit bepaalde delen van het grondgebied van India

    (Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 3582)

    (Voor de EER relevante tekst)

    (2014/332/EU)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Richtlijn 92/65/EEG van de Raad van 13 juli 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van dieren, sperma, eicellen en embryo's waarvoor ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving als bedoeld in bijlage A, onder I, bij Richtlijn 90/425/EEG (1) geldt, en met name artikel 17, lid 3, onder a),

    Gezien Richtlijn 2009/156/EG van de Raad van 30 november 2009 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het verkeer van paardachtigen en de invoer van paardachtigen uit derde landen (2), en met name artikel 12, leden 1 en 4, artikel 15, onder a), artikel 16, lid 2, en artikel 19, inleidende zin en onder a) en b),

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Bij Richtlijn 2009/156/EG zijn de veterinairrechtelijke voorschriften vastgesteld voor de invoer in de Unie van levende paardachtigen. Volgens die richtlijn is de invoer in de Unie van paardachtigen slechts toegestaan uit derde landen die aan bepaalde veterinairrechtelijke voorschriften voldoen.

    (2)

    Bij Beschikking 92/260/EEG van de Commissie (3) zijn veterinairrechtelijke voorschriften en voorschriften inzake veterinaire certificering vastgesteld voor de tijdelijke toelating van geregistreerde paarden in de Europese Unie voor een periode van minder dan 90 dagen uit derde landen die in bijlage I bij die beschikking zijn ingedeeld in specifieke gezondheidscategorieën. In bijlage II bij die beschikking zijn modelgezondheidscertificaten vastgelegd die de dieren moeten vergezellen die aankomen uit derde landen die zijn ingedeeld in de bijbehorende gezondheidscategorieën.

    (3)

    In Beschikking 93/197/EEG van de Commissie (4) zijn veterinairrechtelijke voorschriften en voorschriften inzake veterinaire certificering vastgesteld voor de invoer in de Unie van geregistreerde paardachtigen en van als fok- en gebruiksdier gehouden paardachtigen uit derde landen die in bijlage I bij die beschikking zijn ingedeeld in specifieke gezondheidscategorieën. In die bijlage wordt ook de categorie paardachtigen omschreven waarvoor de invoer uit een bepaald derde land is toegelaten. In bijlage II bij die beschikking zijn modellen vastgelegd voor de gezondheidscertificaten die de dieren moeten vergezellen die aankomen uit derde landen die zijn ingedeeld in de bijbehorende gezondheidscategorieën.

    (4)

    Beschikking 2004/211/EG van de Commissie (5) bevat een lijst van derde landen of delen daarvan waarvoor regionaliseringsmaatregelen van toepassing zijn, waaruit de lidstaten de invoer van paardachtigen en sperma, eicellen en embryo's daarvan toestaan en bepaalt de andere invoervoorwaarden. Deze lijst is opgenomen in bijlage I bij die beschikking.

    (5)

    Op basis van de beschikbare informatie is India vrij van paardenpest overeenkomstig de wetgeving van de Unie en het laatste geval van paardenpest werd gerapporteerd in 1963. India is ook sedert twee jaar vrij van Venezolaanse paardenencefalomyelitis, dat nog nooit is gerapporteerd in dat derde land. Kwade droes komt echter voor in delen van het Indiase grondgebied en er is een gebrek aan informatie over de aanwezigheid van dourine.

    (6)

    Gezien de epidemiologische situatie in India wat op paardachtigen overdraagbare ziekten betreft, moet dat derde land worden toegewezen aan gezondheidscategorie C zoals omschreven in bijlage I bij respectievelijk Beschikking 92/260/EEG en Beschikking 93/197/EEG.

    (7)

    Omdat het risico op kwade droes lager is voor geregistreerde paarden, moet het binnenbrengen van paardachtigen in de Unie alleen worden toegelaten voor geregistreerde paarden en moet worden vereist dat de geregistreerde paarden die in de Unie worden binnengebracht overeenkomstig de Beschikkingen 92/260/EEG en 93/197/EEG worden onderworpen aan testen voor kwade droes en voor dourine. Derhalve moeten deze testen voor het binnenbrengen van geregistreerde paarden uit India worden omschreven in het model voor het diergezondheidscertificaat „C” dat is vastgelegd in bijlage II bij de respectieve beschikkingen.

    (8)

    De bijlagen I en II bij Beschikking 92/260/EEG en bij Beschikking 93/197/EEG moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (9)

    India heeft de Commissie op 31 december 2013 per brief in kennis gesteld van de instelling van een paardenziektevrije zone in het Remount and Veterinary Corps (RVC) Centre, Meerut Cantonment, district Meerut, divisie Meerut in de staat Uttar Pradesh en heeft de overeenkomstig artikel 12 van Richtlijn 2009/156/EG vereiste garanties verstrekt.

    (10)

    In afwachting van de resultaten van een controlemissie van de Commissie en rekening houdend met India's wens om deel te nemen aan de „World Equestrian Games” van de Fédération Équestre Internationale (FEI) in augustus 2014 in Normandië in Frankrijk, moet de in India ingestelde paardenziektevrije zone tijdelijk worden goedgekeurd tot en met oktober 2014.

    (11)

    De regionalisatie moet ook de toegangswegen voor de overdracht van de geregistreerde paarden van de paardenziektevrije zone naar de dichtstbijzijnde internationale luchthaven omvatten, waarvoor India standaardwerkwijzen en bioveiligheidsmaatregelen heeft gepresenteerd.

    (12)

    Bijlage I bij Beschikking 2004/211/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (13)

    De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De bijlagen I en II bij Beschikking 92/260/EEG worden gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij dit besluit.

    Artikel 2

    De bijlagen I en II bij Beschikking 93/197/EEG worden gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij dit besluit.

    Artikel 3

    Bijlage I bij Beschikking 2004/211/EG wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage III bij dit besluit.

    Artikel 4

    Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Brussel, 4 juni 2014.

    Voor de Commissie

    Tonio BORG

    Lid van de Commissie


    (1)  PB L 268 van 14.9.1992, blz. 54.

    (2)  PB L 192 van 23.7.2010, blz. 1.

    (3)  Beschikking 92/260/EEG van de Commissie van 10 april 1992 inzake veterinairrechtelijke voorschriften en veterinaire certificering voor tijdelijke toelating van geregistreerde paarden (PB L 130 van 15.5.1992, blz. 67).

    (4)  Beschikking 93/197/EEG van de Commissie van 5 februari 1993 inzake veterinairrechtelijke voorschriften en veterinaire certificering voor de invoer van geregistreerde paardachtigen en van als fok- en gebruiksdier gehouden paardachtigen (PB L 86 van 6.4.1993, blz. 16).

    (5)  Beschikking 2004/211/EG van de Commissie van 6 januari 2004 tot vaststelling van de lijst van derde landen en delen van hun grondgebied waaruit de lidstaten de invoer toestaan van levende paardachtigen en sperma, eicellen en embryo's van paarden en tot wijziging van de Beschikkingen 93/195/EEG en 94/63/EG (PB L 73 van 11.3.2004, blz. 1).


    BIJLAGE I

    De bijlagen I en II bij Beschikking 92/260/EEG worden als volgt gewijzigd:

    1)

    In bijlage I wordt de lijst met in gezondheidscategorie C ingedeelde derde landen vervangen door:

    „Gezondheidscategorie C (1)

    Canada (CA), China (3) (CN), Hongkong (HK), India (3) (IN), Japan (JP), Republiek Korea (KR), Macau (MO), Maleisië (schiereiland) (MY), Singapore (SG), Thailand (TH), Verenigde Staten van Amerika (US)”.

    2)

    In bijlage II wordt gezondheidscertificaat C, sectie III, punt l) vervangen door:

    „l)

    als het paard uit China (1) (3), India (1) (3) of Thailand (3) afkomstig is, heeft het voor kwade droes en voor dourine een complementbindingsreactie met negatief resultaat bij een serumverdunning van 1 op 10 op een binnen tien dagen vóór de uitvoer genomen bloedmonster ondergaan op … (4) (5);”.


    BIJLAGE II

    De bijlagen I en II bij Beschikking 93/197/EEG worden als volgt gewijzigd:

    1)

    In bijlage I wordt de lijst met in gezondheidscategorie C ingedeelde derde landen vervangen door:

    „Gezondheidscategorie C (1)

    Canada (CA), China (2) (3) (CN), Hongkong (3) (HK), India (2) (3) (IN), Japan (3) (JP), Republiek Korea (3) (KR), Macau (3) (MO), Maleisië (schiereiland) (3) (MY), Singapore (3) (SG), Thailand (3) (TH), Verenigde Staten van Amerika (US)”.

    2)

    In bijlage II wordt gezondheidscertificaat C, sectie III, punt m) vervangen door:

    „m)

    als het paard uit China (1) (3), India (1) (3) of Thailand (3) afkomstig is, heeft het voor kwade droes en voor dourine een complementbindingsreactie met negatief resultaat bij een serumverdunning van 1 op 10 op een binnen tien dagen vóór de uitvoer genomen bloedmonster ondergaan op … (4);”.


    BIJLAGE III

    Bijlage I bij Beschikking 2004/211/EG wordt als volgt gewijzigd:

    1)

    De volgende rij wordt toegevoegd in volgorde van de ISO-landcode:

    „IN

    India

    IN-0

    Het hele land

    C

     

    IN-1

    De paardenziektevrije zone in het Remount and Veterinary Corps (RVC) Centre, Meerut Cantonment, district Meerut, divisie Meerut, staat Uttar Pradesh met inbegrip van de verbindingsweg van en naar de luchthaven in New Delhi.

    (zie vak 6 voor nadere bijzonderheden)

    C

    X

    X

    Geldig tot en met 31 oktober 2014”

    2)

    Het volgende vak 6 wordt toegevoegd:

    „Vak 6

     

    IN

    India

    IN-1

    De paardenziektevrije zone in het Remount and Veterinary Corps (RVC) Centre, Meerut Cantonment, district Meerut, divisie Meerut, staat Uttar Pradesh (locatie: 29.028893, 77.731018 of +29° 01′ 44,01″, +77° 43′ 51,66″), omringd door een toezichtszone van 10 km, met inbegrip van de toegangswegen Roorkee, Mawana en Delhi naar National Highway No 58, gevolgd door Hapur Road (57), GT Road, Dharampura Road, Eastern Approach Road, Yudister Setu, Lala Hardev Sahai Marg, Mahatma Road, Vandemataram Marg, National Highway No 8, Airport Road, Ullan Batar Marg naar Indira Gandhi International Airport New Delhi.”


    Top